NL7908183A - Inrichting voor het reinigen en/of conserveren van vertikale of hellende vlakken, in het bijzonder scheepsboordwanden. - Google Patents

Description

«V

. ' *

Inrichting voor het reinigen en/of conserveren van vertikale of hellende vlakken, in het bijzonder van scheepsboordwanden.

De onderhavige uitvinding heeft "betrekking op een inrichting voor het reinigen en/of conserveren van vertikale of hellende vlakken, in het bijzonder van scheepsboordvanden, met een aan een bovenrand van een dok langs een rail verrijdbaar rijgestel, een scharnierbaar 5 aan het rijgestel gemonteerde, om een vertikale as awenkbare uithouder waaraan scharnierbaar een om een horizontale en vertikale as zwenkbare, de beverkingsinrichting dragende mast is gemonteerd.

Het reinigen van de vertikale of hellende vlakken geschiedt door middel van water onder druk, dat aan de mondstukken van de 10 bewerkingsinrichting wordt toegevoerd.

Bij het werfbedrijf worden steeds meer op de wand van het dok rijdende, de gehele lengte van de dokwand bestrijkende inrichtingen toegepast, die tot nu toe door overeenkomstige slangen van water werden voorzien. Deze slangen zijn bij het ruwe werk in een dok blootgesteld 15 aan een buitengewoon grote slijtage en geven dikwijls aanleiding tot werkonderbreking als gevolg van achterstallig onderhoud of andere oorzaken.

Een werkzame toepassing van deze dure inrichtingen is echter slechts dan mogelijk, wanneer is gewaarborgd, dat deze 20 inrichtingen continu kunnen werken. Het vervangen van deze slangen, waarvan de lengte in het gunstigste geval nog altijd de helft van de lengte van het dok moet bedragen, is omslachtig en tijdrovend.

Bovendien is het bedienende personeel gedurende de reparatieverkzaam-heden tot nietsdoen veroordeeld.

25 De onderhavige uitvinding heeft ten doel, een inrichting van de bovenbeschreven soort zodanig uit te voeren, dat slangen voor het toevoeren van water van de waterleiding van het dok naar de in- 790 81 83 2 richting kunnen vervallen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding "bereikt, doordat de, inrchting voor het reinigen van vertikale of hellende vlakken is voorzien van een aan het rijgestel "bevestigde houder of watertank, 5 die aan de naar de vertikale dokwand toegekeerde zijde aan het bovenste deel een zich nagenoeg over de gehele lengte van de houder uitstrekkende vatertoevoeropening bezit, waarbij aan de dokwand tegenover de water-toevoeropening een van meerdere aftapplaatsen voorziene waterleiding is aangebracht en de aftapkranen op de 10 aftapplaatsen door middel van een door de waterspiegel in de houder beïnvloede,aan de installatie bevestigde stuurinrichting kunnen worden geopend.

Bij een voordelige uitvoeringsvorm van de installatie volgens de uitvinding strekt de waterhouder zich over de gehele 15 lengte van- de installatie uit.

De waterhouder van de installatie moet groot genoeg zijn om de onderlinge afstand tussen de aftapplaatsen minus de lengte van de installatie te kunnen overbruggen. De toevoer van de vereiste hoeveelheid water uit de waterleiding van het dok aan de opneemhouder 20 van de installatie heeft gedurende het verrijden van de installatie tijdens het wassen zolang plaats, totdat de maximale vulgraad van de opneemhouder is bereikt. Pas dan geeft de stuurinrichting van de installatie een bedieningshefboom voor de afsluitschuif van de aftapkraan vrij, zodat de afsluitschuif zich in de gesloten stand '25 kan bewegen. In plaats van een mechanische bediening van de toevoer-kraan voor de waterhouder is ook een electrische besturing van de toevoerkraan mogelijk.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

30 Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van de installatie voor het reinigen en/of conserveren van vertikale of hellende vlakken, in het bijzonder van scheepsboordwanden, fig. 2 is een vertikale doorsnede van het bovenste deel van de installatie volgens fig. 1, 35 fig. 3 toont constructieve details en 790 3 1 83 ' . Λ 3 fig. U is een perspectivisch aanzicht van een electrische stuurinrichting voor de voedingskraan.

De installatie is hij de getekende uitvoeringsvorm voorzien van een in vertikale doorsnede hoekvormig rijgestel 1, 5 diens horizontale deel 2 op een rail 3 en een T-profiel h verrijdbaar is gelagerd. Het T-profiel h is aan de bovenrand 5 van het dok verankerd. Met de rail 3 en het T-profiel ^ verken groepen rollen samen, die aan de zijdelingse einden van het horizontale deel 2 van het rijgestel zijn aangebracht. Het vertikale deel 6 van het 10 rijgestel verloopt evenwijdig aan de dokvand 7 en is als raam- constructie uitgevoerd. In de onderste balk 8 zijn rollen gelagerd, die op de dokvand 7 steunen.

Aan het rijgestel 1 is een uithouder 9 om een vertikale as zvenkbaar gemonteerd. De maximale zvaaihoek van de uithouder 15 bedraagt 180°. De uithouder 9 vormt een in zijaanzicht trapeziumvormig raam. Voor het zvehkenian de uithouder 9 zijn verstelcilinders langs 10 aangebracht, die bijvoorbeeld/hydraulische weg worden aangedreven.

Door de uithouder 9 wordt een mast 11 ondersteund, die ten opzichte van de uithouder 9 om een horizontale as en om een vertikale as 2d zwaaibaar is. De zwaaibeveging om de horizontale as wordt tot stand gebracht door de verstelcilinder 12. Voor het zwenken van de mast 11 om de vertikale as zijn verstelcilinders 13 aangebracht.

De mast draagt aan zijn voorste vrije einde een beverkingsinrichting 1U, die voor het reinigen van de scheepsboordvanden kan bestaan uit 25 éên of meer van mondstukken voorziene hogedruk-spuitbuizen.

Aan het vertikale deel 6 van het rijgestel 1 is een waterhouder 15 bevestigd, die zich over de gehele lengte van de installatie uitstrekt en aan de naar de dókwand 7 toegekeerde zijde is voorzien van een vatertoevoeropening 16. Deze watertoevoeropening 30 die rechthoekig is uitgevoerd, strekt zich over nagenoeg de gehele lengte van de waterhouder 15 uit. Boven de bovenrand van de watertoevoeropening is een waterkeerplaat 17 bevestigd, die zich in het inwendige van de houder uitstrekt en van de bovenrand van de watertoevoeropening schuin naar beneden verloopt. Het tegen deze 35 keerplaat 17 botsende water wordt omgebogen en in het inwendige van 790 8 1 83 k de houder geleid.

Aan de onderrand van de watertoevoeropening 16 is een toevoerplaat 18 bevestigd, die zich in de richting van de dokwand 7 uitstrekt, naar boven verloopt, en onder de vulstompen 19 van de 5 aftapplaatsen van de dokwaterleiding 20 grijpt. De dokwaterleiding 20 is ter hoogte van de watertoevoeropening 16 aangebracht en achter de dokwand 7 bevestigd. De dokwaterleiding 20 is uitgerust met over zijn lengte gelijkmatig verdeelde aftapplaatsen, die telkens door een aftapkraan 21 worden gevormd, die met een vulstomp 19 is uit gerust.

10 Deze vulstomp is door de dokwand 7 gestoken en steekt in de binnenruimte van het dok uit. Elke aftapkraan is voorzien van een afsluit-schuif, die is gekoppeld met een zwenkbaar gelagerde bedieningshefboom 22.

Deze bedieningshefboom 22, die bij het getekende uit-15 voeringsvoorbeeld aan het yrije einde is voorzien van een rol 23, is in de inwendige ruimte van het dok opgesteld en kan door middel van een schakelbalk 2h van een vast aan de installatie gemonteerde stuurinrichting worden bediend. In de fig. 2 en 3 is de bedieningshefboom 22 getekend in een stand, waarin de afsluitschuif van de 20 aftapkraan is gesloten. De schakelbalk 2U kan door middel van een zuigercilindereenheid 25, die met een dubbelwerkende cilinder is uitgerust, worden overgebracht in de stand, die in fig. 2 in streepstippellijnen is getekend. In deze stand steekt de schakelbalk 2h uit in de bewegingsbaan van de bedieningshefboom 22. De in deze 25 stand van de schakelbalk 2h naar de aftapplaats toe rijdende installatie zwenkt door middel van de schakelbalk de bedieningshefboom 22 om en brengt de hefboom 22 in de stand, die in fig. 2 eveneens in streepstippellijnen is getekend. In deze stand is de afsluitschuif van de aftapkraan 21- geopend, zodat de vaterhouder 15 30 vanuit de dokwaterleiding 20 via de vulstomp 19 wordt gevuld. De waterhouder is voorzien van een niveauregelaar 26, door middel waarvan een meerwegventiel 27 wordt geschakeld. Via dit meerwegventiel wordt door middel Aan een pomp 28 het stuurmedium in de betreffende stuurkamer van de zuigercilindereenheid 25 getransporteerd. Wanneer 35 in de waterhouder 15 le maximale vulgraad is bereikt, wordt door 790 8 1 83 5 middel van de niveauregelaar 26 het omschakelventiel 27 zodanig geschakeld, dat door middel van de zuigercilindereenheid 25 de schakelbalk 2k uit de bewegingsbaan van de bedieningshefboom 22 wordt opgetild. De bedieningshefboom 22 neemt dan de gesloten stand 5 weer in, zodat de toevoer van water uit de dokwaterleiding 20 naar de houder 15 wordt beëindigd.

De hoeveelheid water in de houder 15 is zodanig gekozen, dat de installatie bij vol wasbedrijf over het traject tussen twee aftapplaatsen minus de lengte van de installatie kan rijden.

10 In fig. b is een electrische stuurinrichting voor de voedingskraan 30 voor de houder 15 getekend. De voedingskraan is als eleetromagnetisch ventiel uitgevoerd en op dezelfde wijze opgesteld als de beschreven aftapkraan 21.

De min-pool voor het elektromagnetische ventiel 30 wordt 15 van de rail 3, U afgenomen, die via de looprollen 31 is verbonden met de min-pool van de energiebron 36 van de installatie. Een stroomrail 32 is geïsoleerd aan de installatie aangebracht en strekt zich over de gehele lengte van de houder 15 uit. Verder is een sleepcontact 33 aangebracht, dat met de stroomrail 32 samenwerkt.

20 Door middel van een schakelaar 3b wordt de automatische vulinstallatie voor water in bedrijf gesteld. De vlotterschakelaar 35 onderbreekt de via de. stroombron 36 gevoede stroomkring, om het overvullen van de houder 15 te verhinderen.

Deze schakeling waarborgt, dat het water in de houder 25 alleen wordt aangevuld, wanneer de schakelaar 3^ is bediend, de sbt ter schakel aar 35 is gesloten en het sleepcontact 33 in aanraking is met de stroomrail 32.

790 8 1 83

Claims (9)

1, Installatie voor het reinigen en/of conserveren van vertikale of hellende vlakken, in het bijzonder van scheepsboord-wanden, met een aan de bovenrand van een dok langs een rail verrijdbaar rijgestel, een scharnierbaar aan het rijgestel gemonteerde, 5 om een vertikale as zwenkbare uithouder, waaraan scharnierbaar een om een horizontale en een vertikale as zvenkbare, de bewerkings-inrichting dragende mast is gemonteerd, gekenmerkt door een aan het rijgestel (1) bevestigde vaterhouder (15), die aan de naar de vertikale dokwand (7) toegekeerde zijde aan het bovenste deel is 10 voorzien van een zich over nagenoeg de gehele lengte van de houder uitstrekkende watertoevoeropening (16), doordat aan de dokwand tegenover de watertoevoeropening een van meerdere aftapplaatsen voorziene dokwaterleiding (20) is aangebracht en doordat de aftap-kranen (21) van de aftapplaatsen door middel van een door de water-15 spiegel in de houder (15) beïnvloede, aan de installatie bevestigde stuurinrichting (2U-28) kunnen worden geopend.

2, Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder zich over de gehele lengte van de installatie uitstrekt.

3, Installatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk. 20 dat de dokwaterleiding (20) met de tapkranen (21) achter de dokwand (7) is aangebracht en elke tapkraan is voorzien van een door de dokwand in de binnenruimte van het dok stekende vuistomp (19) en van een met de afsluitschuif van de tapkraan gekoppelde, in de inwendige ' ruimte van het dok nabij de dokwand zwenkbaar gelagerde bedienings-25 hefboom (22). Installatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vast aan de installatie gemonteerde stuurinrichting is voorzien van een door middel van een zuigerailinder-eenheid (25) bedienbare schakelbalk (2¼), die in het bewegingsbereik 30 van de bedieningshefboom (22) beweegbaar is.

5. Installatie volgens conclusie met het kenmerk, dat de zuigercilindereenheid (25) is voorzien van een dubbelwerkende cilinder, waaraan de stuurvloeistof door een pomp (28) via een meerwegschakel'ventiel (27) kan worden toegevoerd, welk ventiel 35 790 8 1 83 %Γ door middel van een niveauregelaar (26) omschakelbaar is.

6. Installatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bedieningshefboom (22) aan zijn vrije einde is uitgerust met een rol (23).

7. Installatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat boven de toevoeropening (16) een schuin naar beneden en in het invendige van de vaterhouder (15) stekende vaterkeerplaat (17) is bevestigd.

8. Installatie volgens conclusie 7, met het kenmerk, 10 dat aan de onderrand van de toevoeropening (16) een naar de dokwand gerichte en naar boven onder de vulstompen (19) grijpende toevoer-plaat (18) is bevestigd.

9. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voedingskraan (30) van de vaterhouder (15) is uitgevoerd als 15 electromagnetisch ventiel, dat de installatie is voorzien van een stroomrail (32), yaaraan een aan het dok bevestigd sleepcontact (33) is toegevoegd en dat de stroomkring door middel van een vlotterschakelaar (35) kan vorden onderbroken.

10. Installatie voor het reinigen en/of conserveren van 20 vertikale of hellende vlakken, in het bijzonder van scheepsboord- vanden, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of veergegegen in de tekening. 780 81 83