NL7907564A - Grijptang met een automatisch mechanisch openings- resp. sluitmechanisme. - Google Patents

Description

* 49 336/WV/WVR - 1 -

Grijptang met een automatisch mechanisch openings- resp. I ; sluitmechanisme.

ί j

De uitvinding heeft betrekking op een grijptang, die een lastopneemorgaan is, waarmee lasten volautomatisch opgenomen en i^atgezet kunnen worden. Door een starre verbinding van de op te nemen lasten door middel 5 van een paddestoelvormig opneemorgaan benevens gecombineerde speciale lasttraversen kunnen de verschillende lasten en goederen overgeladen worden, bijvoorbeeld lastdragers met een ring- of veelhoekvormig grondvlak, elektromotoren, metaalplaattrommels, papierrollen enzo-10 voort.

Het doel van de uitvinding is een grijptang te verschaffen, die door een zuiver mechanisch functione-ringsmechanisme het desbetreffende transportgoed telkens automatisch grijpt en na het transportprocédé lost.

15 Het automatische openings- resp. sluitprocédé van de grijptang wordt bereikt doordat een binnenste schakelmechanisme (kogelring, kogel, kogelloopbaan) door het zetten van de grijptang op het paddestoelvormige lastopneemhulpmiddel vrijgemaakt wordt.

20 Tot de speciale voordelen van de uitvinding behoort, dat een veelzijdig toenassingsgebied van deze grijptang in het transport- ,oveislag- en opslagsysteem geboden wordt. Door een gunstige materiaalkeuze, benevens constructieve aanpassing van de grijptang en van de last-25 opneemhulporganen aan de verschillende transportproblemen, kan de toepassing en het gebruik van deze grijptang nog verder uitgebreid worden.

De uitvinding kan overal toegepast worden, waar met behulp van de starre koppeling een paddestoel-30 vormige opneemkop benevens speciaal uitgevoerde transport-hulporganen de last getransporteerd, omgeslagen of opgeslagen kan worden.

Het toepassingsgebied van de grijptang volgens 790 75 64 Λ ^ _ 2 - j de uitvinding strekt zich uit over een veeltal van j transport- en opslagprecede's, in het bijzonder daar, | waar tengevolge van arbeids- en veiligheidstechnische eisen een direkt aanhaken resp. lossen van de last aan j 5 resp. van het hefwerktuig door personen niet mogelijk is. Bovendien kan deze grijptang bij gemechaniseerde of geautomatiseerde arbeids- of transportprocëdé's (montage, expeditie) gebruikt worden, waarbij toepassing in combinatie met discontinu lopende en continu lopende transpor-10 teurs mogelijk is. !

Door een gunstige keuze van de materiaaltoe-passing voor de constructiedelen van de grijptang is het gebruik van dit lastopneemorgaan op produktieplaatsen met agressieve media mogelijk.

15 Het openings- resp. sluitmechanisme aan de gebruikelijke grijptangen of grijpers wordt meestal met de hand, hydraulisch, pneumatisch of elektromechanisch uitgevoerd. ;

Uit het Oost-Duitse octrooischrift 131.550 : 20 is een grijper met automatische voor- en ontgrendeling ; bekend. Deze grijper is in het bijzonder voor het j transport- en overlaadprocêdé van cilindrische transport- goederen (vaten) bekend. 1

Uit het Oost-Duitse octrooischrift 2.211.386 is, 25 een grijpwerktuig met automatisch openings- en sluit- ) mechanisme bekend, waarbij de op te nemen last door middel van een paddestoelvormige opneemkop door het lastopneemorgaan gegrepen wordt.

Deze inrichtingen bestaan uit een groot aantal 30 gecompliceerde bouwelementen, waaraan hogere vervaard!-i gingstechnische en instandhoudingstechnische eisen gepaard, gaan.

Als verder bezwaar van de inrichting volgens 1 dit laatste Oost-Duitse octrooischrift kan naast de grote 35 constructiehoogte van de inrichting het gebruik van druk- ; veren in het schakelmechanisme van het grijpwerktuig gezien 790 75 64 - 3 - worden.

De uit het Oost-Duitse octrooischrift ! 131.550 bekende inrichting kan voor de hier op te lossen ! probleemstelling niet zonder meer vertaald worden.

5 De uitvinding beoogt de gebreken van de stand van de techniek te vermijden door een ten opzichte van het Oost-Duitse octrooischrift 2.211.386 vereenvoudigde en ongecompliceerde inrichting, waardoor het toepassingsgebied van grijptangen in het transport-, omslag- en 10 opslagprocêdé vergroot kan worden.

Aan de uitvinding ligt het technische probleem ten grondslag een grijptang te verschaffen, die aan de robuuste voorwaarde in het transport-, overlaad en opslagprocêdé van transportgoederen voldoet, waarbij een 15 bediening met de hand resp. met behulp van afzonderlijke energie, benevens intensieve instandhoudingseisen uitgesloten worden. Bovendien moet de grijptang door een inwendig automatisch schakelmechanisme voor een betrouwbaar opnemen, transporteren en neerzetten van de last 20 uitgevoerd worden, waarbij als transporthulporgaan de starre verbinding van een paddestoelvormige opneemkop met last of lasttraverse vereist is.

Deze doelstellingen worden door de uitvinding bereikt, doordat de grijptang uit de transportgoedopne-25 mers, de traversen, de draagbout en de centreer- resp. geleidingsinrichting bestaat, die door scharnier- en verbindingsbouten, benevens verbindingsplaten tot een mechanisch werkprincipe verbonden zijn.

Het openings- en sluitmechanisme, bestaande 30 uit kogelloopbaan op de draagbout, de kogel, benevens de kogelring, is in het inwendige van de grijptangtraverse ondergebracht. Door de uitvoering van de kogelloopbaan volgens de uitvinding wordt het openen resp. sluiten van de transporgoedopnemers bewerkstelligd. De kogelloopbaan 35 vormt een op zichzelf gesloten systeem.

Verder wordt er volgens de uitvinding voor ge- 790 75 64 - 4 - -I- -T - ~ - —.wr.rrr.r ^ zorgd, dat door het zetten van de centreer- - resp.

j j geleidingsinrichting van de grijptang op de paddestoel-| vormige kop \an de last een oplichten en daardoor omschake-j len van de kogel in de volgende schakelfunctie bereikt j 5 wordt.

Volgens de uitvinding worden hiervoor twee transportgoedopnemers gebruikt, die door middel van verbindingsplaten, verbindingsbouten benevens scharnier-bouten onderling zwenkbaar .met de draagbout gekoppeld 10 zijn en 90° 'verschoven jegens twee geleidingsplaten aangebracht zijn, die hunnerzijds star met de traverse verbonden zijn .en een afstandsring dragen, die voor de centrering van de paddestoelvormige opneemkop een conische boring heeft, waarbij de automatische dwanggeleiding van 15 de transporgoedopnemers en hun arretering in telkens de openings- of sluitstand met een kogelgeleiding gerealiseerd wordt, waarvan de kogelring star met de traverse ; i verbonden is en waarvan de kogel enerzijds in de kogelringi en anderzijds in een op de omtrek van de draagbout aange- ! 20 brachte en met de draagbout ten opzichte van de kogelring .

i en de traverse verschuifbare kogelloopbaan volgens de ; ! in de fig.3 en 4 vereenvoudigd voorgestelde vorm geleid : wordt, zodanig dat de kogel bij het zetten van de afstands- i ring op de paddestoelvormige opneemkop uit de openings- , j 25 stand via de positie 2b in de positie la geleid wordt en door de daarmede verbonden relatieve beweging tussen 1 traverse en draagbout de transportgoedopnemers via de verbindingsplaten sluit, terwijl door een opnieuw zetten van de afstandsring op de paddestoelvormige opneemkop de 30 kogel uit de sluitstand via de positie lb in de positie j 2a overgaat en daardoor de transportgoedopnemers in de i ] reeds beschreven vorm weer opent.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze 35 van voorbeeld een uitvoeringsvorm van de grijptang volgens; - de uitvinding is weergegeven. Hierin toont: 790 7 5 64 _ 5 ~ £ fig. 1 een vooraanzicht van de grijptang, j waarbij de transportgoedopnemers gesloten zijn, | fig. 2 een zijaanzicht van de grijptang met I centreer- en geleidingsinrichting, waarbij de transport-5 goedopnemers gesloten zijn, fig. 3 de kogelcurvebaan met de ligging van de kogel bij een gesloten grijptangsysteem, en fig. 4 de kogelloopbaan met de ligging van de kogel bij een geopend grijptangsysteem.

10 De in de tekening weergegeven grijper is door middel van lasthaken en een niet weergegeven hefwerktuig aan een draagoog 1 opgehangen.

De draagbout 3 van de grijper is met het draagoog 1 draaivest verbonden, waarbij de draagbout 3 15 overeenkomstig het open- resp. sluitprocëdë vertikaal in een traverse 2 kan worden bewogen.

Aan de uiteinden van de traverse 2 zijn tegenovergesteld gelegen twee transporfgoedopnemers 7 door middel van een boutverbinding draaibaar en tegen ver-20 schuiving geborgd gelegerd. Het ondergedeelte van de draagbout 3 wordt eveneens door middel van boutverbindingen 10 en stripplaten 8 met de twee transportgoedopnemers 7 verbonden. Aan de aansluitflens van de grijptangtraverse 2 worden centreer- en geleidingsplaten 11 door middel van 25 een schroefverbinding bevestigd, waarbij de starre eenheid van de twee geleidingsplaten en van de afstandsring 12 90° verschoven ten opzichte van het werkvlak van de transportgoedopnemers 7 aangebracht is.

Het mechanische openincs- en sluitmechanisme in 30 is in het bovengedeelte van^de grijper,/de traverse 2 ! ondergebracht, daarbij is/de geleiding van de draagbout 3 in het bovengedeelte van de traverse 2 een messingbus 5 en in het ondergedeelte van de traverse 2 een geharde kogelring 4 ingepast.

35 Overeenkomstig de fig.1-4 is de kogelloopbaan aan het ondergedeelte van de draagbout 3 aangebracht, 790 75 64 ^ ^ .. .

- 6 - waarbij door de vertikale verschuiving van de traverse 1 2 ten opzichte van de draagbout 3 een kogel 6 telkens i in de schakelfunctie wordt bewogen.

De werking van de grijptang is als volgt: ; i 5 Het lastopneemelement - grijptang volgens de fig.1-4 wordt door middel van het draagoog 1 in de last-haak van het niet weergegeven hefwerktuig (bijvoorbeeld een kraan) gehangen.

Teneinde de last te kunnen aanslaan, moet de 10 grijptang zich in de geopende stand bevinden. Voor het gebruiken van de inrichting volgens de uitvinding is het vereist de te transporteren last star met een lastopneem-hulporgaan (draagbuis 14, paddestoelvormige kop 13) te verbinden. i 15 Teneinde de last te kunnen aanslaan, wordt de grijptang met de afstandsring 12 op de paddestoelvormige kop 13 gezet. Deze vertikale belasting bewerkt een f oplichten van de afstandsring 12, die via de centreer- * resp. geleidingsplaten 11 star met de traverse 2 verbonden· 20 is, en de kogel 6, geleid door de kogelring 4 en de kogel-: baan, wordt uit de stand 2a naar la volgens de fig.3 en 4 bewogen. Daardoor wordt het sluiten van de twee transport-goedopnemers 7 en het grijpen van de last mogelijk. .

De constructieve uitvoering van de kogelbaan 25 op de draagbout 3 maakt het blokkeren resp. arreteren ' voor het geopende systeem van de grijper mogelijk.

Slechts door een heffen van de traverse 2 met het daaraan gekoppelde centreer- resp. geleidings-systeem (afstandsring 12, geleidingsplaat 11) wordt de 30 kogel 6 telkens uit de vergrendelstand gelicht en door j het tangsysteem in de volgende functietoestand gebracht. *

Het openen van de grijptang wordt bewerkstelligd, doordat analoog aan het sluiten de afstandsring 12 op de paddestoelvormige kop 13 gezet wordt.

35 In de fig.3 en 4 is het werkprincipe van de j ..... kogelloopbaan weergegeven. De kogel 6 wordt door de kogel- 790 75 64 -β _ 7 - ring 4 gedwongen in de kogelloopbaan van de draagbout 3 geleid. Door het oplichten van de traverse 2 wordt de \ kogel 6 uit de stand la via de stand 1b in de positie 2a bewogen, waarmede het openen van de transportgoedopne- .

5 mers 7 bewerkt wordt. Het sluiten van de grijptang wordt bereikt, doordat de geopende grijptang met de onderste kraag van de afstandsring 12 op de paddestoelvormige kop 13 gezet wordt en door de traverse 2 een heffen van de kogel 6 uit de positie 2a in de positie 2b volgens 10 fig.4 en daardoor het bereiken van de stand la bewerkstelligd wordt. Met het treden van de kogel 6 in de stand la wordt tegelijkertijd het sluiten van de transportgoed-opnemers 7 gewaarborgd.

Conclusie 79075 64

Claims (1)

1. ^ % - 8 - J Grijptang met automatisch openings- en sluit- i mechanisme met transportgoedopnemers, die in een traverse ! aangebracht zijn en die door het aanslaan tegen resp. het zetten van de grijptang op een paddestoelvormige opneem-5 kop, die met de op te nemen last star verbonden is, automatisch opengaan en sluiten, met het kenmerk, dat twee transportgoedopnemers (7) worden gebruikt, die door middel van verbindingsplaten (8), verbindingsbouten (10) benevens seharnierbouten (9) onder-10 ling zwenkbaar met de draagbout (3) gekoppeld zijn en 90° verschoven jegens twee geleidingsplaten (11) aangebracht zijn, die hunnerzijds star met de traverse (2) verbonden zijn en een afstandsring (12) dragen, die voor de centrering van de paddestoelvormige opneemkop (13) : 15 een conische boring heeft, waarbij de automatische dwang- I geleiding van de transportgoedopnemers (7) en hun arrete- : ring in telkens de openings- of sluitstand met een kogel-geleiding gerealiseerd wordt, waarvan de kogelring (4) · star met de traverse (2) verbonden is en waarvan de 20 kogel (6) enerzijds in de kogelring (4) en anderzijds in een op de omtrek van de draagbout (3) aangebrachte en met de draagbout (3) ten opzichte van de kogelring (4) ; en de traverse (2) verschuifbare kogelloopbaan volgens I de in de fig.3 en 4 vereenvoudigd voorgestelde vorm geleid 25 wordt, zodanig, dat de kogel (6) bij het zetten van de afstandsring (12) op de paddestoelvormige opneemkop (13) uit de openingsstand (2a) via de positie (2b) in de ; positie (la) geleid wordt en door de daarmede verbonden ! relatieve beweging tussen traverse (2) en draagbout (3) 30 de transportgoedopnemers (7) via de verbindingsplaten (8) sluit, terwijl door een opnieuw zetten van de afstandsring; (12) op de paddestoelvormige opneemkop (13) de kogel (6) uit de sluitstand (la) via de positie (lb) in de positie ; 790 75 64 - 9 - -*r (2a) overgaat en daardoor de transportgoedopnemers in de ! reeds beschreven vorm weer opent, ; 790 75 64