NL7907012A - Video-ruisonderdrukkingsstelsel. - Google Patents

Video-ruisonderdrukkingsstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL7907012A
NL7907012A NL7907012A NL7907012A NL7907012A NL 7907012 A NL7907012 A NL 7907012A NL 7907012 A NL7907012 A NL 7907012A NL 7907012 A NL7907012 A NL 7907012A NL 7907012 A NL7907012 A NL 7907012A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
circuit
video
noise
image
Prior art date
Application number
NL7907012A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192017C (nl
NL192017B (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP11634978A external-priority patent/JPS5542472A/ja
Priority claimed from JP14067378A external-priority patent/JPS5567276A/ja
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL7907012A publication Critical patent/NL7907012A/nl
Publication of NL192017B publication Critical patent/NL192017B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192017C publication Critical patent/NL192017C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/14Picture signal circuitry for video frequency region
    • H04N5/21Circuitry for suppressing or minimising disturbance, e.g. moiré or halo

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Picture Signal Circuits (AREA)
  • Control Of Indicators Other Than Cathode Ray Tubes (AREA)

Description

• T . 4 X Sch/lh/1049 ....
E^dlEI
Video- ruisonderdrukkings stelsel. *· ^ 0KT» till
De uitvinding heeft betrekking op een ruisonder-drukkingsstelsel voor televisiesystemen, waarbij gebruik wordt gemaakt van met voorgaande beelden corresponderende videosignalen voor het onderdrukken van ruis in het videosignaal.
5 De signaalinhoud van de videosignaal is tussen de onderlinge beelden ‘sterk gekorreleerd, terwijl daarentegen de ruisinhoud van een videosignaal ongekorreleerd is. Dit verschil tussen, het videosignaal en de ruis is reeds ge-hruikt voor het onderdrukken van ruis in een weergegeven 10 beeld. Volgens een in het Amerikaanse octrooischrift 3.064.530 beschreven techniek trekt een beeldgeheugen, dat in staat is tot opslag van een met een volledig beeld corresponderend videosignaal, digitale signalen, die een maat vormen voor corresponderende beeldelementen van opgeslagen videosignalen 15 van elkaar af, teneinde te bepalen, in welke verhouding de nieuwe videosignalen dienen te worden gemengd met gerecirku-leerde oude videosignalen in het beeldgeheugen. In een in hoofdzaak stationair beeld (beweging nul) wordt een sterk aandeel van gerecirkuleerde videosignalen uit het geheugen 20 daarin hersteld, onder toevoeging van een gering aandeel aan nieuwe videosignalen. Indien een vergelijking van corresponderende beeldelementen erop wijst, dat er een aanzienlijk verschil tussen belde optreedt (waarschijnlijk het gevolg van bewegingen in het programma), wordt een groter aandeel aan 25 nieuwe videosignalen en een geringer aandeel aan gerecirkuleerde videosignalen voor dat beeldelement in het beeldgeheugen opgeslagen. Dit systeem bezit het nadeel, dat de binnenkomende nieuwe videosignalen rechtstreeks worden gemengd met de daaraan voorafgaand opgeslagen videosignalen.en dat de 30 effectieve component van het nieuwe videosignaal kan worden onderdrukt, tezamen met de ruiscomponent, indien er slechts een gering verschil bestaat tussen opeenvolgende beelden van het videosignaal. Aangezien de ruiscomponent zelf nooit als afzonderlijk signaal optreedt, vereist dit systeem bovendien.
35 twee stellen schakelingen voor het besturen van. de menging 7907012 -2- ,—v * L * τ van nieuwe videosignalen met gerecirkuleerde videosignalen, waardoor zich de moeilijkheid voordoet, dat deze twee schakelingen volledig in balans kunnen werken.
De uitvinding stelt zich ten doel, een ruisonder-5 drukkingsstelsel voor een televisiesyteem te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen van de stand der techniek worden voorkomen.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een ruisonderdrukkingsstelsel, waarbij een opgeslagen 10 videosignaal van voorafgaande beelden, in welk signaal de ruis is onderdrukt, wordt toegepast voor het afscheiden van de ruis in een nieuw videosignaal uit de rest daarvan. De afgescheiden ruis wordt vervolgens afgetrokken van het nieuwe videosignaal, waardoor een signaal wordt verkregen, waarvan 15 de ruisinhoud is verminderd.
Weer een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een ruisonderdrukkingsstelsel met toepassing van het element-voor-elementversch.il tussen een binnenkomend videosignaal en een opgeslagen .videosignaal met onderdrukte 20 ruis ter verkrijging van een beeld-verschilsignaal dat, in een programma-onderdeel zonder beweging, slechts ruis in het binnenkomende signaal weergeeft. Een video-onderdrukkings-schakeling is aanwezig voor het onderdrukken van videocompo-nenten in een beeldverschilsignaal, die voortkomen uit de 25 relatieve beweging tussen twee beelden en het aldus verschaffen van een relatief zuiver ruissignaal voor aftrekking van het binnenkomende videosignaal.
Volgens een aspect van de uitvinding wordt een ruisonderdrukkingsstelsel verschaft voor het onderdrukken 30 van ruis in een videosignaal, bestaande uit een aantal opeenvolgende, na telkens herhaalde beeldintervallen optredende beelden, omvattende: middelen voor het opslaan van het videosignaal van tenminste één beeld gedurende een geheel veelvoud van de beeldintervallen, middelen voor het mengen van corre-35 sponderende elementen van een nieuw beeld van het videosignaal met het in de opslagmiddelen opgeslagen videosignaal ter verkrijging van een beeldverschilsignaal, middelen voor het transformeren van een beeldverschilsignaal in een aantal video— 7907012 < * * r -3- signaalcomponenten, middelen voor het resp. besturen van de verschillende videosignaalcomponenten, waarbij een voorafbepaalde eigenschap van tenminste êên van die videosignaalcomponenten wordt gewijzigd, middelen voor het recombineren 5 van de videosignaalcomponenten, met inbegrip van de gewijzigde componenten, tot een gecorrigeerd beeldverschilsignaal, en middelen voor het combineren van het beeldverschilsignaal met het nieuwe beeld van het videosignaal ter verkrijging van een videosignaal, waarin de ruis is onderdrukt.
10 Verdere kenmerken en bijzonderheden van de uitvin ding zullen worden toegelicht aan de hand van de tekening.
Hierin tonen:
Figuur 1 een blokschema van een ruisonderdrukkings-schakeling voor toepassing in de samenhang met de uitvinding; 15 Figuur 2 een grafiek van het verband tussen het ingangssignaal en het uitgangssignaal van een niet-lineaire schakeling volgens figuur 1? . Figuur 3 een blokschema van een oppervlakte-somme- ringseenheid voor toepassing in de inrichting volgens figuur 20 1;
De figuren 4A-4D golfvormen voor het beschrijven van de werking van een oppervlakteveranderingsdetector volgens figuur 1;
Figuur 5 een grafiek van het vxdeo-uitgangssignaal, 25 uitgezet tegen een frequentie, voor een in de schakeling van figuur 1 weergegeven, equivalent comb filter;
Figuur 6 een blokschema van een ander voorbeeld van een ruisonderdrukkingsschakeling voor toepassing in samenhangende met de uitvinding; 30 Figuur 7 een blokschema van een ruisonderdrukkings schakeling volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding;
Figuur 8 een blokschema van een video-onderdrukkings-schakeling voor toepassing in de ruisonderdrukkingsschakeling 35 volgens figuur 7;
Figuur 9 een blokschema van een serie/parallelomzet-ter voor toepassing in de video-onderdrukkingsschakeling volgens figuur 8; 7907012 # * * f * O -4-
Figuur lOA een weergave van twee aangrenzende veld-lijnen'van een televlsiepresentatie van twee aangrenzende bemonsteringspunten op elke lijn, waarvan de video-informatie gelijktijdig kan worden verschaft door de serie/parallelom-5 zetter volgens figuur 9;
Figuren 10B-10E de mogelijke videopatronen, die kunnen worden gedetecteerd in de video-onderdrukkingsschakeling volgens figuur 8;
Figuur 11 een blokschema van een Hadamard-transfor- 10 mhtieschakeling voor toepassing in de video-onderdrukkingsschakeling volgens figuur 8;
Figuur 12 een blokschema van een niet-lineaire schakelingseenheid voor toepassing in de video-onderdrukkingsschakeling volgens figuur. 8;.
15 Figuur 13 een parallel/serie-omzetter voor toepas sing in de video-onderdrukkingsschakeling volgens figuur 8;
Figuur 14 een blokschema van een ander uitvoerings-voorbeeld van een video-onderdrukkingsschakeling voor toepassing in het uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding volgens 20 figuur 7;
Figuur 15 een grafiek van het verband tussen het ingangssignaal en het uitgangssignaal van de niet-lineaire schakelingseenheid van de video-onderdrukkingsschakeling volgens figuur 14; 25 Figuur 16A een vergroot aanzicht van twee aangren zende televisielijnen, waarin vief aangrenzende bemonsteringspunten op elke lijn zijn weergegeven, waarvan de video-infor— matie tegelijkertijd kan worden verschaft voor toepassing met een video-onderdrukkingsschakeling voor het evalueren van 30 het ruimtelijke patroon in een uit de acht aangrenzende punten bestaand oppervlak;
Figuren 16B-16I patronen die kunnen worden gedetecteerd onder toepassing van acht aangrenzende punten volgens figuur 16A; 35 Figuur 17 een blokschema van een video-onderdruk kingsschakeling met een signaalvariatietransformatieschake-ling voor toepassing in het voorbeeld volgens figuur 7; 7907012 ι < 5 -5-
Figuur 18A een vergroot aanzicht van aangrenzende televisierasterlijnen, waarin twee een paar niet-aangrenzende punten en op ëén rasterlijn is weergegeven, evenals een tweede paar niet-aangrenzende punten en op de andere 5 rasterlijn, waarbij het paar punten op elke rasterlijn is gescheiden door een daartussen aanwezig niet-bemonsterd be-monsteringsinterval;
Figurenl8B-18E de videopatronen, die kunnen worden gedetecteerd met gebruikmaking van de in figuur 18A weerge-10 geven bemonsteringspunten;
Figuur 19 een blokschema van een ruisonderdrukkings-schakeling volgens de uitvinding, in het bijzonder geschikt voor het verminderen van de ruis in een kleurtelevisiesignaal;
Figuur 20 een blokschema van een versterkingsregel-15 versterker, geschikt voor toepassing in het uitvoeringsvoor-beeld volgens figuur 19;
Figuur 21 een grafiek, waarin de versterkingsfak-tor van de in figuur 20 weergegeven versterker is uitgezet tegen de amplitude van het ingangssignaal; 20 Figuur 22 een grafiek, waarin het uitgangssignaal van de in figuur 20 weergegeven versterkers uitgezet tegen zijn ingangssignaal; en
Figuur 23 een blokschema van een chrominantiesignaal omkeerschakeling voor toepassing in figuur 19 weergegeven 25 uitvoeringsvoorbeel van de uitvinding.
Figuur 1 toont een met he't verwijzingsgetal 24 aangeduide ruisonderdrukkingsschakeling, waarop de uitvinding kan worden toegepast. De schakeling 24 kan van het analoge of digitale type zijn, maar in de voorkeusuitvoeringsvorm 30 wordt digitale signaalbewerking gebruikt, waardoor met voordeel gebruik kan worden 'gemaakt van de nauwkeurigheid van digitale schakelingen bij het vertragen en aritmetische bewerkingen. Hoewel de volgende beschrijving is gericht op een digitale uitvoeringsvorm, zal het duidelijk zijn, dat ook een 35 inrichting van het analoge type kan worden toegepast.
Een videosignaal wordt door (niet getekende) uitwendige apparatuur telkens bemonsterd na gelijke bemonsterings-intervallsn T. De bestaande analoge waarden worden omgezet 7907012 C -6- 9 . \ in digitale getallen/ die een maat vormen voor nieuwe videosignalen F, die worden toegevoerd aan een ingangsaansluiting 26. In de voorkeursuitvoeringsvorm treden de. bemonsterings-intervallen T op met een frequentie, die gelijk is aan vier 5 maal de kleurhulpdraaggolffrequentie (3,58 MHz) in een kleu-rentelevisiesignaal en worden gedigitaliseerd tot een 8-bits digitaalgetal. Het gedigitaliseerde nieuwe videosignaal F wordt toegevoerd aan een voorspellingsfilter 28 met een aftrekker 30, waarin opgeslagen, relatief ruisvrije videosigna-10 len F element-voor-element wordt afgetrokken van het binnenkomende nieuwe videosignaal F, waardoor een beeldverschilsig-naal AF ontstaat. Een beeldgeheugen 32 bevat het opgeslagen -videosignaal F en ontvangt voor opslag een fraktie van het nieuwe videosignaal F, dat wordt gemengd met een aan ruisver-15 mindering onderworpen videosignaal F' als voorbereiding op vervolgens binnenkomende beelden nieuwe videoinformatie. Het nieuwe videosignaal F wordt via een variabele verzwakker 34 met een verzwakking van 1-K aan een ingang van een opteller 36 toegevoerd. Het aan ruisonderdrukking onderworpen vidso-20 signaal F’, dat op een latere te beschrijven wijze wordt opgewekt, wordt via een variabele verzwakker 38 met een verzwakking K aan de tweede ingang van de opteller 36 toegevoerd. Het uitgangssignaal van de opteller wordt toegevoerd aan de uitgangsaansluiting 40 voor toepassing in het televisiesysteem, 25 evenals aan de ingang van het beeldgeheugen 32 om daarin te worden opgeslagen.
Een oppervlakteveranderingsdetector 46 bestuurt de verzwakkingsfaktor K in overeenstemming met de mate van beeld-tot-beeld wijziging in een oppervlakte van het video-30 signaal in de nabijheid van de elementen van nieuwe videosignalen F en opgeslagen videosignalen F, die worden bewerkt. Indien zich in de opeenvolgende beelden van het nieuwe videosignaal F geen bewegende componenten bevinden, dienen het nieuwe videosignaal F en het opgeslagen videosignaal F identiek te 35 zijn, afgezien van de in het nieuwe videosignaal aanwezige ruis. Derhalve dient het door de aftrekker 30 naar het voorspellingsfilter 28 toegevoerde beeldenver schil signaal (iF slechts ruis, en geen videosignaal te bevatten. Onder deze 7907012 * 9 -7- omstandigheden neemt de verzwakkingsfak tor K van de variabele ver zwakkers 34 en 38 toe onder invloed van de werking van de oppervlakteveranderingsdetector 46, waardoor een groter deel van de aan ruis onderdrukking onderworpen video-informatie F' 5 en een kleiner deel van het binnenkomende nieuwe videosignaal F wordt opgeslagen.
Indien bewegingen optreden in het programma tussen opeenvolgende beelden van het videosignaal, verschillen gedeelten van het nieuwe videosignaal F van het opgeslagen video-10 signaal F, in het bijzonder in de grensgebieden van een bewegend beeld. Onder deze omstandigheden bevat het beeldverschil-signaal &.F niet slechts de ruis in het nieuwe videosignaal F, maar eveneens een fraktie aan video-informatie, die een maat vormt voor de tussen beelden optredende verandering tussen het 15 nieuwe videosignaal F en het opgeslagen videosignaal F. De besturingsfaktor K voor het voorspellingsfilter 28 wordt derhalve gewijzigd, waardoor het beeldgeheugen 32 meer reageert op het binnenkomende nieuwe videosignaal F en minder op het aan ruis onderdrukking onderworpen videosignaal F1, waardoor 20 snelle veranderingen mogelijk zijn in de inhoud van het beeldgeheugen 32 in die gebieden van het programma, die in het nieuwe beeld zijn veranderd ten opzichte van voorgaande beelden.
Een niet-lineaire schakeling 42 wordt toegepast 25 voor het tenminste ten dele verwijderen van het videosignaal uit het beeldverschilsignaal &F, zodat een resulterend, gecorrigeerd beeldverschilsignaal &F* in hoofdzaak een maat vormt voor de ruis in het nieuwe videosignaal F, terwijl de met de programma-wijziging corresponderende videocomponent 30 is verwijderd. Het gecorrigeerde beeldverschilsignaal &F’ wordt toegevoerd aan de aftrekingang van een aftrekker 44, waardoor het wordt afgetrokken van het nieuwe videosignaal F,, dat aan de positieve ingang daarvan wordt toegevoerd. Het uitgangssignaal van de aftrekker 44 is een aan ruis-onderdrukking 35 onderworpen videosignaal F1, dat wordt toegevoerd aan een sig-naalingang van de variabéle verzwakken 38.
De oppervlakteveranderingsdetector 46 combineert beeldverschilsignalen uit een aantal bemonsteringsintervallen 7907012 • « * O -8- T in de omgeving van het videosignaal van het bewerkte bemon-steringsinterval teneinde te bepalen, of beweging optreedt nabij het bewerkte punt, teneinde in dat geval de besturings-faktor K bij te regelen, alsmede de eigenschappen van de niet-5 lineaire schakeling 42. Een nieuw videosignaal F en een opgeslagen videosignaal F worden toegevoerd aan resp. de positieve en de negatieve ingang van een aftrekker 48, waardoor aan de uitgang daarvan een beeldverschilsignaal &F wordt afgegeven, dat gelijk is aan het door de aftrekker 30 af gegeven 10 beeldverschilsignaal. Het beeldverschilsignaal AF wordt toegevoerd aan een oppervlaktesommeerschakeling 50, die geschikte vertragingsbewerkingen uitvoert aan het beeldverschil-signaal AF, en de door die bewerkingen, ontstane signalen sommeert, waardoor een uitgangssignaal kan worden afgegeven, 15 dat wordt beïnvloed door het videosignaal in een oppervlak van het programma, welk oppervlak drie lijnen hoog en vier bemonsteringsintervallen breed kan zijn. De oppervlaktesommeerschakeling 50 geeft een signaal af, dat primair door bewegingen in het videoprogramma wordt beïnvloed en nagenoeg niet 20 door ruis. Hierdoor is een videocomponent in het beeldverschil-signaal AF sterk gekorreleerd tussen aangrenzende punten, terwijl ruis relatief ongekorreleerd is. Het gesommeerde uitgangssignaal van de oppervlaktesommeerschakeling 50 wordt toegevoerd aan een absolute-waardeschakeling 52, die een uitgangs-25 signaal af geeft, dat een maat vormt voor de absolute waard è van zijn ingangsignaal. In de voorkeursuitvoeringsvorm is de schakeling 52 een dubbelfasige gelijkrichter, die een positief uitgangssignaal afgeeft, rechtevenredig met een positief of een negatief ingangssignaal. Het uitgangssignaal van de 30 schakeling 52 wordt toegevoerd aan een tweede oppervlakte sommeerschakeling 54, die identiek kan zijn aan de schakeling 50, en die verder dienst doet voor bewerking van het signaal, teneinde wijzigingen in het oppervlak van het programma te bepalen. Het uitgangssignaal van de oppervlakte sommeerschake-35 ling 54 wordt toegevoerd aan de ingangen van de besturings-schakelingen 56 en 58. De besturingsschakeling 56 bestuurt de waarde van de besturingsfaktor K, die wordt toegevoerd aan. de variable verzwakkers 34 en 38 in omgekeerde evenredigheid 791) 70 1 2 . - -9- * <► met de mate van door de detector 46 bepaalde verzwakking·. De besturingsschakeling 56 voert een besturingssignaal toe aan een ingang van de niet-lineaire schakeling 42, die de drempel of de helling van de responsie van de niet-lineaire schakeling 5 42 wijzigt.
Figuur 2 toont het verband tussen het ingangssignaal en het uitgangssignaal van de niet-lineaire schakeling 42 voor het detecteren van de eventuele aanwezigheid van bewegingen in het beeldverschilsignaal &F. Een getrokken kromme 1Ö duidt de responsie van de niet-lineaire schakeling 42 aan, wanneer beweging is gedetecteerd, en een onderbroken kromme indiceert de responsie in het geval, dat geen beweging aanwezig is. Op deze wijze versterkt de schakeling 42 het signaal in aanwezigheid van uitsluitend ruis en onderdrukt het signaal 15 in de aanwezigheid van beweging binnen het oppervlak. De schakeling 42 kan ook andere responsies vertonen, zoals de vakman bekend zal zijn, bijvoorbeeld responsies die corresponderen met die van "coring-” en "stripping-"schakelingen.
Een coring-schakeling is een schakeling, waarbij het uitgangs-20 signaal de waarde nul behoudt, totdat een positieve of negatieve drempelwaarde is overschreden en daarvoorbij een lineair verband met het ingangssignaal vertoont. Een stripping-schaka-ling is een schakeling, waarvan het uitgangssignaal naar nul gaat, wanneer een positieve of negatieve drempelwaarde is 25 overschreden en onder die drempelwaarde een lineair verband met het ingangssignaal vertoont.
Figuur 3 toont een oppervlaktesommeerschakeling 50 (of 54). Het beeldverschilsignaal &F wordt via de aansluiting 60 toegevoerd aan een vertragingsschakeling 62 met een 30 vertraging van één horizontaal interval H, en aan een ingang van een opteller 64. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 62 wordt toegevoerd aan een ingang van een vertragingsschakeling 66 met een vertraging ter grootte van ëën horizontaal interval H, alsmede aan een ingang van een optel-35 Ier 68. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 66 wordt toegevoerd aan een tweede ingang van de opteller 68 en het uitgangssignaal daarvan wordt toegevoerd aan een tweede ingang van de opteller 64. Het uitgangssignaal van de opteller 7907012 C- -10- * \ % 64 bevat daardoor de gesommeerde beeldverschilsignalen F, die aanwezig zijn in overeenstemming met de op dat moment bewerkte Video-informatie, evenals de beeldverschilsignalen uit corresponderende posities in de twee voorafgaande lijnen in 5 het beeld. Het gesommeerde uitgangssignaal van de opteller 64 wordt toegevoerd aan een ingang van een vertragingsschake-ling 70 met een vertraging ter grootte van êën beraonsterings-interval T en aan een ingang van een opteller 72. Het uitgangssignaal van de opteller 72 wordt toegevoerd aan een vertragings-10 schakeling 74 en aan een opteller 76. Het uitgangssignaal van de opteller 76 wordt toegevoerd aan een vertragingsschakeling 78 en aan een opteller 80. Het uitgangssignaal van de opteller 80 wordt toegevoerd aan een uitgangsaansluiting 82, die op zijn beurt is verbonden met een ingang van de absolute- 15·waardebepalingsschakeling 52 (figuur 1) in het geval van de oppervlaktesommeerschakeling 50 en aan de besturingsschakelin-gen 56 en 58 in het geval van de oppervlaktesommeerschakeling 54.
De overdrachtsfunkties van de oppervlaktesommeer-20 schakelingen 50 en 54 voldoen aan de volgende relatie: G(Z) - (1 + Z"h + Z"2h) * (1 + Z”1) * (1 + Z~2) * (1 + Z~3) , waarin Z = e-1^, waarin w de hoekfrequentie van het bemonste-ringssignaal is, en h een waarde is, die is verkregen door het delen van het horizontale interval H door het bemonste-25 ringsinterval T.
Nu zal aan de hand van de figuren 4A-4D de werking van de oppervlakteveranderingsdetector 46 worden beschreven. Zoals in figuur 4A is getekend, bevat het beeldverschil-signaal hF een component , die in figuur 4A met een getrok-30 ken lijn is weergegeven, als gevolg van de aanwezigheid van het videosignaal in de nieuwe en de opgeslagen beelden, alsmede een daarop gesuperponeerde ruiscomponent S^, die in een onderbroken lijn is weergegeven, als gevolg van de aanwezigheid van ruis op het binnenkomende videosignaal F. Wanneer 35 het videosignaal stationair is ( dus geen beweging bevat) is de videocomponent ongeveer nul, zoals aan de linkerzijde van figuur 4A is getekend. Indien beweging optreedt tussen beelden verplaatst de videocomponent zich vanaf de as in positieve 79 0 7 0 1 2 -1 Ιοί negatieve richting. Zoals is weergegeven in figuur 4B, worden na sommering in de oppervlaktesommeerschakeling 50 ter verkrijging van een afgevlakt uitgangssignaal L·^ (&F), zoals in figuur 4B is weergegeven, de amplitude en de frequentie 5 van de resterende ruiscomponent S2r beide vermindert. Zoals in figuur 4C is weergegeven, zijn na doorlating door de abso-lute-waardeschakeling 5 2,de in negatieve richting gaande signaal-waarden omgekeert tot in positieve richting gaande signaal-waarden. Zoals getekend is in figuur 4D, bevat het uitgangs-10 signaal L2 maal de absolute waarde L^CAF) nog steeds de video-component S2r die de werkelijke beweging in het videosignaal weergeeft,, evenals de laagfrequenté ruiscomponent S^" met verlaagde amplitude. Er wordt op gewezen, dat de som van de twee in figuur 4D weergegeven componenten een redelijke benadering 15 van het in figuur 4A weergegeven videosignaal vormt. In het bijzonder zijn alle hoogfrequente en pulsachtige ruissignalen die oorspronkelijk aanwezig waren in de in figuur 4A weergegeven ruis componenten in het in figuur 4D getekende uitgangssignaal verwijdert. Daardoor vormt het uitgangssignaal volgens 20 figuur 4D een goede weergave van wijzigingen in het behandelde oppervlak tengevolge van bewegingen in het betreffende programma-onderdeel.
Aangezien de besturingsfaktor K (figuur l) die het evenredige ingangssignaal van het beeldgeheugen 32 be-25 stuurt, wordt gewijzigd onder invloed van het uitgangssignaal van de oppervlakteveranderingsdetector 46, gedraagt de schakeling zich volmaakt als een kamfilter van het C-type met variabele tandafstand. De vertraging, zoals die wordt ondervonden door het videosignaal na het verlaten van de aftrekker 30 44, verschilt vanzelfsprekend van die van een werkelijk kamfilter. Zoals in figuur 5 is getekend, is de video-informatie samengebald rond evenharmonischen van de beeldfrequentie van 30 Hz (2nfQ, waarin fQ gelijk is 30 Hz). De video-informatie bezit de waarde nul bij oneven harmonischen van de beeld-35 frequentie (2n - l)fg. In een stilstaand beeld is de video-informatie nauw samengebald rond de even harmonischen van de beeldfrequentie, terwijl in een bewegend beeld de video-informatie over een wijder gebied is verspreid in de richting van 7907012 C -12- - ‘ 1 'i, een naastgelegen oneven harmonischen.. Wanneer de besturings-faktor K groot is, bijvoorbeeld K = (3,5, hetgeen wijst op weinig beweging in het door de oppervlaktever and eringsdetector 90 behandelde oppervlakte, wordt de responsie van het equiva-5 lente kamfilter vernauwd in de richting van de even harmoni-schèn, zoals in figuur 5 met de onderbroken kromme is weergegeven. Wanneer daarentegen de oppervlakteveranderingsdetec-tor -46 een aanzienlijke beweging in het behandelde oppervlak waarneemt, kan de besturingsfaktor K tot nul worden terugge-10 bracht, hetgeen resulteert in de in figuur 5 met de getrokken kromme aangeduide, bredere responsie.
Aangezien ruis uniform over het spectrum voorkomt is het duidelijk, dat tengevolge van de vorm van de in figuur 5 weergegeven onderbroken kromme het systeem kan responderen 15 op aanzienlijk minder willekeurig optredende ruis dan mogelijk zou zijn op basis van de getrokken kromme. Indien de besturingsfaktor K de waarde 1 dichter benaderd, worden de equivalente tanden van het equivalente kamfilter nog nauwer, doordat ruis nog verder wordt onderdrukt, terwijl niettemin 20 de volledige video-inhoud kan worden doorgelaten van een stationair programma-onderdeel, waarin de video-informatie zich nabij de even harmonischen van de beeldfrequentie bevinden.
Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een ruisonderdrukkingsschakeling 24' , waarop de uitvinding kan 25 worden toegepast. De ruisonderdrukkingsschakeling 24' is '·· gelijk aan de in figuur 1 getekende ruisonderdrukkingsschakeling 24, met dien verstande, dat een versterker 84 is toege-voegd, die een versterkingsfaktor van bezit, tussen de opteller 36 en het beeldgeheugen 32, alsmede een verzwakker 30 86 met een verzwakkingsfaktor van tussen de aftrekker 30 en de niet-lineaire schakeling 42, terwijl tevens de verzwakking sf aktor van de variabele verzwakker 34' is gewijzigd (l_k) in "2··'-. Het uitgangssignaal voor de uitgangsaansluiting 40 is rechtstreeks afkomstig van de aftrekker 44. Er wordt op 35 gewezen, dat de door de versterker 84 verschafte extra ver- 2 sterking met een waarde ^ wordt gecompenseerd door de extra verzwakking als gevolg van de verzwakker 86 met een ver zwakkingsf aktor .
7907012 -13-
Hoewel de uitvoeringsvoorbeelden volgens figuren 1 en 6 zijn beschreven met een voorspellingsfilter, dat een beeldverschilsignaal AF ontwikkelt door het aftrekken van een nieuw videosignaal F van een met één beeldvertraagd video-5 signaal F, dat is opgeslagen in het beeldgeheugen 32, kunnen ook langere vertragingen worden toegepast, gelijk aan een geheel veelvoud van één beeld. Indien langere vertragingen worden toegepast, reageren de systemen relatief langzaam op de beweging. Voor normale televisiesignalen wordt er derhalve de 10 voorkeur aan gegeven, slechts een vertraging van één enkel beeld te gebruiken in het beeldgeheugen 32 voor afgifte van het beeldverschilsignaal £LF.
In de in de figuren 1 en 6 getoonde ruisonderdruk-kingsschakelingen, resp. 24 en 24’, worden de beeldverschil-15 signalen AF aan de niet-lineaire schakeling 42 toegevoerd, ongeacht de aard van het video-ingangssignaal F. Indien het video-ingangssignaal F slechts een zwakke videocomponent bezit, waarvan de amplitude ligt dichtbij die van of zelfs kleiner is dan die van de amis, is de niet-lineaire schakeling 20 42 in staat tot onderdrukking van de videocomponent, tezamen met de ruis. Hierdoor wordt het oplossend vermogen van videosignaal verminderd.
Figuur 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij de bovengenoemde nadelen zijn overwonnen 25 door het- onderdrukken van componenten van het beeldverschilsignaal AF, die optreden tengevolge van door beweging veroor- * zaakte veranderingen in het videosignaal, waardoor een ruis-signaal wordt verkregen, wat vervolgens wordt afgetrokken van het binnenkomende nieuwe videosignaal. Een videosignaalonder-30 drukkingsschakeling 88 is in de plaats gekomen voor de niet-lineaire schakeling 42 volgens de figuren 1 en 6. De overige schakelingen volgens figuur 7 zijn identiek aan die volgens figuur 6 en zullen niet verder worden beschreven.
Het in de verzwakker 85 verzwakte beeldverschil-35 signaal &F wordt toegevoerd aan een ingang van een signaal-transformatieschakeling 90, die de verschillende ruimtelijke-frequentiecomponenten afscheidt van het beeldverschil &F en de afgescheiden frequentiecomponenten toevoert aan een niet- 7907012 * t Λ ° -14- lineaire schakelingseenheid 92, waarin de niet-lineaire schakelingen 92-1 t/m 92-N zich bevinden. Een drempelniveau in elk vanr.de schakelingen 92-1 t/ra 92-N wordt op de bovenbeschreven wijze bestuurd door een van de besturingsschakeling 58 afkom-5 stig besturingssignaal. De schakelingen 92-1 t/m 92-N kunnen begrenzingsschakelingen zijn met ingangs/uitgangskarakteris-tieken volgens figuur 2 of stripping-schakelingen, waairvan het uitgangssignaal tot nul daalt, indien een positief of negatief drempelniveau wordt overschreden. De signaaltransfor-10 matieschakeling 90 respondeert sterk op ruimtelijke video-korrelatie in het beeldverschilsignaal &F. Bij doorgang door de betreffende niet-lineaire schakeling 92-1 t/m 92-N worden dergelijke sterke signalen onderdrukt, waardoor slechts ruissignalen overblijven, die worden toegevoerd aan een signaal-15 recombinatieschakeling 94. Deze schakeling 94 herstelt het gecorrigeerde beeldverschilsignaal &F', dat gelijk is aan het beeldverschilsignaal AF, afgezien van de afwezigheid van ruimtelijk gekorreleerde componenten. Op deze wijze bevat het gecorrigeerde beeldverschilsignaal AF’ in hoofdzaak uitsluitend 20 de in het nieuwe videosignaal F aanwezige ruiscomponenten.
Het gecorrigeerde beeldverschilsignaal AF’ wordt, toegevoerd aan de aftrekingang van de aftrekker 44, aan de optelingang waarvan het nieuwe videosignaal F wordt toegevoerd. Het van de aftrekker 44 afkomstige, aan ruisonderdrukking onderworpen 25 videosignaal F* wordt toegevoerd aan de ingangsaansluiting’' 40 en aan een ingang van de variabele verzwakker 38, zoals eerder reeds is beschreven.
De signaaltransformatieschakeling 90 kan van elk geschikt transformatietype zijn, dat in staat is op het af-30 zonderlijk responderen op in het signaal aanwezige, ruimtelijke componenten. Een dergelijke funktie kan worden uitgevoerd door een schakeling, die in staat is tot. het uitvoeren van een orthogonale transformatie, bijvoorbeeld een Hadamard-Walsh-Haar- of andere transformaties. In de voorkeursuitvoe-35 ringsvorm wordt een Hadamard-transformatieschakeling toegepast in de schakeling 90. Bovendien wordt een identieke Hadamard-transformatieschakeling toegepast in de signaalre-combinatieschakeling 94.
7907012 -15-
Alvorens de signaaltranformatieschakeling 90 en. de signaalrecombinatieschakeling 94 te beschrijven, volgt een bespreking van een orthogonale transformatie en de omgekeerde transformatie, als achtergrond, die noodzakelijk is 5 voor een goed begrip van de beschrijving van de inrichting.
Indien een blok van een video-ingangssignaalrij wordt aangeduid met de vector 3^, een blok met een uitgangs-videosignaalrij wordt aangeduid met de vector een orthogonale transformatiematrix met A wordt aangeduid, en een 10 omgekeerde orthogonale transformatiematrix wordt aangeduid met B, gelden de volgende formules: * - AX/ ..........(1) 4 ) \ X * BY ) b-at ................ ... m
T
(waarin A een getransponeerde matrix is} = (x, , x?.....xn)*) 1 C..........(3) ^ Y2.....
Γ211 a12 aln a21 a22 ' * a2n a . ; ; * ..........
anl an2 ann \ * 7907012 O -16- blX b12 ’ * ’ ’ bln^ b21 b22 ·_*·’ b2n b * * : * . * .........<5> i
• · I
bnl bn2 ' * * ' bnn k - J - .
Het ingangssignaal wordt onderworpen aan de orthogonale transformatie, waarna geldt: _ » yl = allxl + a12x2 +·--·-+ alnxti^ y2 ~ a21xl + a22x2 +.....+ a2nxn l .....(6) ! ï y„ = & ,χ, + a «x, +.....-tax! ' n nl 1 n2 2 nn. π β
Het. uitgangssignaal dat wordt verkregen op basis van de omgekeerde orthogonale transformatie voldoet aan: *1 = bu7i + Hi*z +...... + binyn% _ ·
* I
xa - bnl^l + +.....+ Wn J
Daardoor geeft de transformatiecoefficient, d.w.z. het uitgangssignaal Y als gevolg van de orthogonale transformatie een koppeling van de eerste graad tussen een rijvector en de ingangssignalen.
Figuur 8 toont verder een uitvoeringsvoorbeeld van een video-onderdrukkingsschakeling 88 met toepassing van Hadamard-transformatieschakelingen. Het van de verzwakker 86 7907012 -17- afkomstige beeldverschilsignaal AF wordt in de signaaltrans-formatieschakeling 90 toegevoerd aan een serie/parallelomzet-ter 96. Deze omzetter 96 voert een aantal parallele monsters van het beeldverschilsignaal AF aan een orthogonale-transfor-5 matieschakeling 98 toe. Deze schakeling 98 scheidt de ruimheid jke-frequentiecomponent af uit het aantal ingangssignalen en voert die via gescheiden lijnen aan de niet-lineaire schakelingseenheid 92 toe. Deze eenheid 92 onderdrukt die componenten van de ingangssignalen, die zijn voortgekomen uit 10 video-informatie in het beeldverschilsignaal AF, zoals eerder is beschreven. De van de eenheid 92 afkomstige uitgangssignalen, die in hoofdzaak uitsluitend de ruiscomponenten uit het beeldverschilsignaal AF omvatten, worden toegevoerd aan een ingang van een orthogonale-terugtransformatieschakeling 100, 15 die een terugtransformatie uitvoert op de van de eenheid 92 afkomstige frequentie-domeinsignalen tot een aantal tijd-domeinsignalen, die aan de parallel/serie-omzetter 102 worden toegevoerd.
Figuur 9 toont een uitvceringsvoorbeeld van een 20 serie/parallelomzetter 96. Het van de verzwakker 86 afkomstige beeldverschilsignaal AF, dat eveneens wordt aangeduid als S^, wordt in parallelfornaat toegevoerd aan de ingangen van een vertragingsschakeling 104 met een vertraging van één horizontaal interval H,aan een vertragingsschakeling 106 met een 25 vertraging van één bemonsteringsinterval T, en rechtstreeks aan een ingang van de orthogonale-transformatieschakeling 98. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 104 wordt toegevoerd aan een ingang van een vertragingsschakeling 108 met een vertraging van één bemonsteringsinterval T en aan een 30 ingang van de orthogonale-transformatieschakeling 98. Uitgangssignalen van de vertragingsschakeling 106 en 108 worden eveneens toegevoerd aan de ingangen van de orthogonale-transforma-tieschakeling 98. Zoals blijkt uit de tekening, zijn de uitgangssignalen van de serie/parallelomzetter 96 onderworpen 35 aan vertragingen ter grootte nul (S^), éën bemonsteringsinterval T (3^2) r één horizontaalinterval H (Si3), en éën horizon-taalinterval H plus één bemonsteringsinterval T (S,^).
Figuur 10A toont, dat de uitgangssignalen S^-S^ 7907012 -18- volgens figuur 9 het beeldverschilsignaal weergeeft ter plaatse van de punten a^ en a2, die op een eerste televisie-lijn op afstand zijn gelegen en de punten a^ en a^, die op een tweede televisielijn op afstand zijn gelegen. Op deze wij-5 ze geven de punten a^-a^ de video-informatie weer van een oppervlak op een televisiescherm (niet getekend). Indien iri het beeldverschilsignaal £F slechts ruis aanwezig is, hetgeen erop wijst, dat tussen twee beelden geen videowijzigingen zijn opgetreden in het door de punten a^-a4 begrensde gebied, zal 10 het signaal op deze punten in hoofdzaak willekeurig zijn. Indien daarentegen een videowijziging is opgetreden tussen twee beelden, kan een sterke korrelatie tussen punten in het begrensde gebied worden gedetecteerd.
De figuren 10B-10E tonende typen videopatronen, 15 die kunnen worden gedetecteerd in het door de punten a^-a^ begrensde gebied. Een arsering duidt de helderheid aan en de afwezigheid van arsering duidt een donkergebied in het weergegeven videosignaal aan. Figuur 10B toont een volledig helder gebied. Figuur IOC duidt op diagonale, afwisselend helde-20 re en donkere gebieden. Figuur 10D toont horizontale donkere en heldere strepen. Figuur 10E toont vertikale donkere en heldere strepen. De omgekeerden van de in de figuren 10B-10E weergegeven patronen zijn eveneens representatief voor video-informatie in het beeldverschilsignaal ^F, zodat ook daarop 25 wordt gerespondeerd.
Een quaternaire-Hadamard-transformatieschakeling maakt gebruik van de volgende matrix H^: 30 f1 \ 1 ^ H' . W1 1 _1 --1 I............(S) H* 4 j 1 -1 -L 1 1 ( 1 -1 1 -1 j 35 De tweede tot met met de vierde rij van de matrix volgens vergelijking 8 zijn onderling verwisselbaar.
Figuur 11 toont een orthogonale-transformatie-schakeling 98 (100) in de vorm van een Hadamard-transformatie- 7907012 -19- schakeling- Het van de serie/parallelomzetter 96 afkomstige, niet-vertraagde beeldverschilsignaal Si]L wordt toegevoerd aan de positieve ingang van de opteller 110 en de aftrekker 112. Het signaal Si2, dat is onderworpen aan een vertraging ter 5 grootte één bemonsteringsinterval T, wordt toegevoerd aan de positieve ingang van de opteller 110 en de negatieve ingang van de aftrekker 112. Het signaal S^/ dat is onderworpen aan een vertraging van één horizontaal interval H, wordt toegevoerd aan de positieve ingangen van een opteller 114 en een aftrek-10 ker 116. Het signaal S^, dat is onderworpen aan een vertraging ter grootte één horizontaalinterval H plus één bemonste-ringsinterval T, wordt toegevoerd aan een positieve ingang van de opteller 114 en de negatieve ingang van de aftrekker 116. Het uitgangssignaal van de opteller 110 wordt toegevoerd 15 aan de positieve ingangen van een opteller 118 en een aftrekker 120. Het uitgangssignaal van de aftrekker 112 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van een aftrekker 122 en een opteller 124. Het uitgangssignaal van de opteller 114 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van een opteller 20 118 en een negatieve ingang van een aftrekker 120. Het uitgangssignaal van de aftrekker 116 wordt toegevoerd aan de negatieve ingang van de aftrekker 112 en een positieve ingang van de opteller 124. De uitgangssignalen van 3-e respectievelijk de opteller 118, de aftrekker 120 en 122 en 25 de opteller 124, worden toegevoerd aan de niet-lineaire schakelingseenheid 92. Het zal duidelijk zijn, dat de uitgangssignalen S"i]L de sommering van de ingangssignalen S^-S^ weergeven, waardoor in aanwezigheid van een videopatroon, bijvoorbeeld het in figuur 10B weergegeven patroon, een sterk 30 uitgangssignaal wordt verkregen. Op dezelfde wijze vormt het uitgangssignaal een responsie op een videopatroon, zoals dit in figuur 10C is weergegeven. De signalen S".^ en S”^ zijn responsies op videopatronen, zoals die zijn weergegeven in de figuren 10D en 10E, of de inversen daarvan. Volgens 35 het voorgaande voldoen de signalen aan de volgende vergelijkingen: 7907012 O -20- s"ii sii + si2 + Si3 + s14\
S"i2 = Sil + Si2 ' si3 ‘ si4 I
S"i3 = Sil - Si2 - Si3 + Si4 / ' ^ S"i4= Sil - 'Si2 + Si3 * Si4 ^
Zoals uit figuur 12 blijkt, ontvangt de niet-lineaire schakelingseenheid 92 de signalen S1*^ .^-Sin de niet-lineaire schakelingen 92-1 t/m 92-4 en geeft uitgangs-10 signalen sq]l“so4 a^‘ Zoa^s k°ven is uiteengezet, onderdrukt een. niet-lineaire schakeling 9 2-1 t/m 92-4, die een signaal ontvangt, dat een maat voor video-informatie in het beeld-verschilsignaal AF, de betrokken frequentiecomponent, waardoor een betreffend uitgangssignaal S^-Sg^ wordt opgewekt 15 en af gegeven, dat in hoofdzaak ontdaan is van video-informatie en derhalve slechts de corresponderende ruis in het beeld-verschilsignaal &F bevat. De uitgangssignalen sq^_Sq4 worden toegevoerd aan de or-thogonale-transformatieschakeling 1QQ, waarin de frequentie-domeinsignalen opnieuw worden omgezet 20 tot parallele tijddomeinsignalen. Zoals boven is uiteengezet, is de orthogonale-terugtransformatieschakeling 100 identiek aan de in figuur 11 getekende en boven reeds beschreven ortho-gonale-transformatieschakeling 98. Derhalve zal een gedetai-leerde beschrijving van de schakeling 100 achterwege worden 25 gelaten. Zoals evenwel in figuur 11 is weergegeven met de tussen haakjes geplaatste ingangs- en uitgangssignalen, die de ingangs- en uitgangssignalen van de orthogonale-terug-transformatieschakeling 100 weergeven, voldoende signalen S'il-S'i4 aan de volgende vergelijkingenr 30 S il S01 + SQ2 + s03 + S04 S’i2 = S01 + S02 " S03 ” S0A / (10) S'i3 * S01 S02 ’ S03 + S04 S i4 S01 ~ S02 + S03 “ S04j 7907012 -21-
Figuur 13 toont vervolgens een uitvoeringsvoor-beeld van een parallel/serie-omzetter 102. Het signaal S'^, dat correspondeert met het signaal (fig. 9), waarvan de videocomponent is verwijderd, wordt toegevoerd aan een ingang 5 van een vertragingsschakeling 126, die een vertraging ter grootte van één bemonsteringsinterval T uitvoert. Het signaal S*i2 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van een optel-ler 128. Het signaal wordt toegevoerd aan een ingang van een vertragingsschakeling 130 met een vertraging van één be-10 monsteringsinterval T. Het signaal S'i4 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van een opteller 132. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 126 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van de opteller 128. Het uitgangssignaal daarvan wordt toegevoerd aan een ingang van de vertragings-15 schakeling 134, die een vertraging van één horizontaal interval H uitvoert. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 134 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van een opteller 136. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 130 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van de opteller 20 132. Het uitgangssignaal van-de opteller 132 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van de opteller 136. Het uitgangssignaal van de opteller 136 is het gecorrigeerde beeldversch.il-signaal^F', dat wordt toegevoerd aan de aftrekker 144 (fig.
7) . Dit signaal bevat, zoals boven reeds is beschreven, in 25 hoofdzaak slechts de in het binnenkomende nieuwe videosignaal F aanwezige ruis en wordt derhalve afgetrokken van het nieuwe videosignaal, waardoor een aan ruis-onderdrukking onderworpen videosignaal F1 wordt verkregen, geschikt voor presentatie en opslag.
30 Figuur 14 toont een andere uitvoeringsvoorbeeld van een video-onderdrukkingsschakeling 88l. De serie/parallel-omzetter 96, de orthogonale-transformatieschakeling 98, de orthogonale-terugtransformatieschakeling 100 en de parallel/ serie-omzetter 102 zijn identiek aan de corresponderende scha-35 kelingen in de in figuur 8 weergegeven video-onderdrukkings-schakeling 88 en zullen niet verder worden beschreven. De niet-lineaire schakelingseenheid 921 omvat een aantal niet-lineaire schakelingen, zoals in figuur 12 is getekend. Elk 7907012 -22- o van deze schakelingen is een coring-schakeling, met een res-ponsiekarakteristiek van het in figuur 15 weergegeven tyep, waarbij het uitgangssignaal de waarde nul houdt, totdat een positieve of negatieve drempelwaarde is overschreden, waarna 5 het uitgangssignaal een lineair verband vertoont met het ingangssignaal. Het uitgangssignaal van de parallel/serie-omzetter 102 wordt toegevoerd aan de negatieve ingang van een aftrekker 137. Het beeldverschilsignaal AF wordt eveneens toegevoerd aan een compensatievertragingsschakeling 138, die 10 een vertraging aan zijn ingangssignaal toevoegt, ter grootte van de totale signaalvertraging in de andere tak van de schakeling, en het vertraagde signaal toevoert aan een positieve ingang van de aftrekker 137. Op deze wijze volgt het uitgangssignaal van de aftrekker 137 het beeldverschilsignaal ^F 15 lineair in de amplitudegebieden, waarin de uitgangssignalen van de niet-lineaire eenheid 92 de waarde nul behouden.
Wanneer de amplitüden van de ingangssignalen van de schakelings-eenheid 92' de gegeven drempelwaarde overschrijden, worden de uitgangssignalen van de parallel/serie-omzetter 102 in toe-20 nemende mate afgetrokken van het beeldverschilsignaal dF, waardoor een signaal wordt verkregen, gelijk aan dat, wat reeds eerder is beschreven, waarbij namelijk de videocompo-nenten in het beeldverschilsignaal&F worden verwijderd en het resulterende gecorrigeerde beeldverschilsignaald F* wordt '-· 25 toegevoerd aan de aftrekker 44 (figuur 7).
Het in het voorafgaande beschreven uitvoerings-voorbeeld maakt gebruik van een quateranaire Hadamard-trans-formatie voor het evalueren van het ruimtelijke videopatroon ter plaatse van vier aangrenzende bemonsteringspunten. Ook 30 andere bemonsteringspatronen zijn mogelijk. Zoals bijvoorbeeld in figuur 16A is weergegeven, kunnen vier aangrenzende beeldelementen b1“b4 in één lijn, grenzend aan een additioneel aantal van vier aangrenzende beeldelementen b,--bg in de volgende lijn, worden geanalyseerd op video-inhoud, op dezelfde 35 wijze als eerder is beschreven. Voor een dergelijke analyse worden de ingangssignalen S^-S^g getransformeerd tot parallel-co'mponenten en hun frequentie-inhoud wordt geanalyseerd onder toepassing van een Hadamard-transformatieschakeling, 7907012 ♦ · - 23 - waardoor 8 uitgangssignalen worden verkregen, die voldaan aan het volgende stelsel: S* il * Sil + Si2 + Si3 + SI4 + Si5 + Si6 + Si7 * Sis\ S"i2 = Sil + Sl2 + Si3 + Si4 ‘ Si5 " Si6 ' Si7 " Si8 \ 5 S"’i3 " Sil + Si2 " Si3 ~ Si4 ‘ Si5 ” S16 + Si7 + Si8 S"i4 " Sil + Si2 ‘ Si3 ~ Si4 + Si5 * Sió “ Si7 ‘ Si8 ƒ (11) S"i5 = S11 ” SiZ + S13 - Si4 ‘ Si5 + S16 ~ Si7 * Si8 10 S”i6 = Sil ' Si2S13 + Si4 ' Si5 + Si6 + S17 “ Si8 S"i7 = S11 " Si2 + Si3 “ Si4 + Si5 “ Si6 + Si7 ~ Si8
S"i8 = Sil * Si2 “ Si3 * Si4 * S15 " Si6 ” S17 * Si8 J
15 De patronen met him omgekeerden, die sterke uit gangssignalen geven bij individuele uitgangslijnen zijn in de figuren 16B-16I getekend. Aangezien op basis van het voorafgaande duidelijk zal zijn, hoe een Hadamard-transformatie-schakeling zou'moeten worden opgebouwd, die signalen afgeeft,* 20 corresponderend met de in de figuren 16B-16I weergegeven--^-ruimtelijke frequenties, zijn .de details van een dergelijke -schakeling hier achterwege gelaten.
Het aantal punten, dat kan worden meegenomen in de analyse van de video-inhoud van beeldverschilsignalen AF is 25 niet beperkt tot vier of acht. Grotere aantallen punten kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de beschikbaarheid van goedkope schakelingen voor het uitvoeren van de beschreven functies.
Figuur 17 toont een video-onderdrukkingsschakeling 88*' met een«signaaltransformatieschakeling 90*, die een weinig 30 verschilt van de in samenhang met figuur 8 beschreven signaal-transformatieschakeling 90. De schakeling 90T voert zowel de serie/parallelomzetting als de Hadamard-transformatie uit. Het van de verzwakker 86 (figuur 7) afkomstige beeldverschilsignaal i\F wordt toegevoerd aan een ingang van een verticaal-element-35 middelingsschakeling 140 en de positieve ingang van een aftrekker 142. Het uitgangssignaal van de verticaal-elementmiddelingsl 7907012 - 24 - . r, schakeling 140 wordt toegevoerd aan een negatieve ingang van de aftrekker 142, een positieve ingang van de aftrekker 144 en een ingang van een horizontaal-elementmiddelingsschakeling 146. Het uitgangssignaal van de aftrekker 142 wordt toegevoerd aan 5 een positieve ingang van een aftrekker 1148 en een ingang van een horizontaal-elementmiddelingsschakeling 150. Het uitgangssignaal van de horizontaal-elementmiddelingsschakeling 150 wordt toegevoerd aan een negatieve ingang van de aftrekker 148 en aan een ingang van een niet-lineaire schakeling 92-2. Het 10 uitgangssignaal van de aftrekker 148 wordt toegevoerd aan een ingang van de niet-lineaire schakeling 92-1. Het uitgangssignaal van de horizontaal-elementmiddelingsschakeling 146 wordt toegevoerd aan. een negatieve ingang van de aftrekker 144 en aan een ingang van een niet-lineaire schakeling 92-4.
15 Het uitgangssignaal van de aftrekker 144 wordt toegevoerd aan de ingang van de niet-lineaire schakeling 92-3. De signalen die worden toegevoerd aan respectievelijk de niet-lineaire schakelingen 92-1 - 92-4, zijn gelijk aan de in samenhang met de video-onderdrukkingsschakeling 88 volgens 20 figuur 8 beschreven corresponderende signalen.
De verticaal-element-middelingsschakeling 140 vertraagt zijn ingangssignaal met één horizontaal interval H, telt het vertraagde signaal bij het ingangssignaal op en deelt de uitkomst door twee, waardoor een signaal wordt verkregen, 25 dat het gemiddelde representeert van aangrenzende beeldelementen in twee lijnen. De horizontaal-elementmiddeiingsscha-kelingen 146 en 150 vertragen hun respectieve ingangssignalen met één bemonsteringsinterval T, tellen de vertraagde en niet-vertraagde componenten bij elkaar op en delen het resultaat 30 door twee.
De niet-lineaire schakelingseenheid 92 en de signaal-recombinatieschakeling 94 kunnen identiek zijn aan de eerder beschreven schakelingen en worden derhalve niet in details beschreven.
35 De voorgaande uitvoeringsvoorbeelden zijn beschre ven in samenhang met een systeem, waarin de ruis uniform is verdeeld over het spectrum, dat wil zeggen witte ruis. In. plaats van witte ruis kan de ruis van het type zijn, dat op een bekende 7907012 - 25 - dan wel voorspelbare manier varieert, en de drempelwaarden van de individuele niet-lineaire schakelingen 92-1 - 92-N" kunnen zodanig worden bestuurd, dat.de responsie van de schakeling op een zodanige wijze wordt gemodelleerd, dat de 5 beste onderdrukking van het videosignaal wordt verkregen en de ruis zo veel mogelijk wordt versterkt.
De in de voorgaande alinea *s beschreven ruis-onderdrukkingsschakelingen zijn effectief voor het onderdrukken van ruis in monogrome of kleurentelevisiesignalen. Een 10 verdere verbetering bij het verminderen van ruis in een kleuren-televisiesignaal kan worden verkregen, wanneer de luminantie-en chrominantiesignalen daarin van elkaar worden gescheiden en afzonderlijk worden bewerkt voor het onderdrukken van de chrominantie-inhoud, evenals de luminantie-inhoud, in het 15 beeldverschilsignaal JiF. De luminantiecomponent in het beeld-verschilsignaal A F wordt bij voorkeur onderdrukt onder toepassing van schakelingen, zoals die bijvoorbeeld in de figuren 7 of 17 zijn weergegeven. De chrominantiecomponent wordt bij voorkeur vanuit serie naar parallel omgezet, zoals in figuur 20 18A is getekend. Zoals is weergegeven, grenzen de punten c^ en c2 op een televisielijn niet aan elkaar, maar zijn in plaats daarvan gescheiden door een tijdbepalingsinterval T. Dergelijke punten c^ en c^ zijn gescheiden door een bemonsteringsinterval T en grenzen respectievelijk aan de punten en Cj. Zoals 25 de vakman duidelijk zal zijn, kan een dergelijke serie/parallel-omzetting worden uitgevoerd onder toepassing van de inrichting volgens figuur 9, waarbij de door cfe vertragingsschakelingen 106 en 108 geïntroduceerde vertraging gelijk is aan twee be-monsteringsintervallen T.
30 De figuren 18B -18E tonen de mogelijke videopatronen en hun omgekeerden, die detecteerbaar zijn onder toepassing van de video-informatie van de in figuur ISA getekende punten c^-c^. Detectie van het patroon volgens figuur 18D is in het bijzonder waardevol voor detectie van de aanwezigheid van een 35 chrominantiecomponent in een kleurentelevisiesignaal. Opgemerkt wordt, dat de bemonsteringsfrequentie bij voorkeur viermaal de kleurhulpdraaggolffrequentie is. Bovendien wordt in het NTSC-systeem de fase van de kleurhulpdraaggolf van lijn tot 79 0 70 f 2 s '\ - 26 - lijn omgekeerd. Op deze wijze is in de aanwezigheid van een kleurhulpdraaggolf de fase van zijn kleurhulpdraaggolf tussen de punten Cj en c2, c3 en c4, en c3, en c2 en omgekeerd.
Het videopatroon volgens figuur 18D is ideaal geschikt voor detectie van dergelijke faseverbanden. Op deze wijze kan het signaal S''^3 (figuur 12) worden bewerkt door de niet-lineaire schakeling 92-3 ter verkrijging van een chrominantie-vrij ruissignaal, dat een maat vormt voor de ruis in de chro-minantiecomponent. Dit signaal kan door een aftrekker, bijvoorbeeld de in figuur 7 weergegeven aftrekker 44, afzonderlijk van het beeldverschilsignaalworden afgetrokken. Het luminantiegedeelte van het signaal kan op de in de figuren 7 of 17 weergegeven wijze werken ter verkrijging van een ruisvrij luminantiesignaal, dat eveneens door de aftrekker 44 (fig. 7) van het beeldverschilsignaal A F kan worden afgetrokken.
\; “ 790 70 12 -27-
Figuur 19 toont een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarmee een verbetering van de ruisonderdrukking in een kleurentelevisiesignaal kan worden verkregen, terwijl het voorspellingsfilter 28 en de oppervlakteveranderings-5 detector 26, zoals die in andere uitvoeringsvoorbeelden zijn getekend, niet meer nodig zijn. Het van de ingangsaansluiting 26 afkomstige nieuwe videosignaal F wordt toegevoerd aan de negatieve ingang van de aftrekker 30 en aan een ingang van een compensatievertragingsschakeling 152. De compensatie-10 vertragingsschakeling 152 compenseert onvermijdelijke vertragingen in een video-onderdrukkingsschakeling 88"'. Het uitgangssignaal van de compensatievertragingsschakeling 152 wordt toegevoerd aan een positieve ingang van de opteller 36. Het in de video-onderdrukkingsschakeling 88'" opgewekte ge-15 corrigeerde beeldverschilsignaal &E" wordt toegevoerd aan een andere positieve ingang van de opteller 36. Het uitgangssignaal van de opteller 36 is het aan ruisonderdrukking onderworpen videosignaal F’, dat wordt toegevoerd aan een uitgangs-aansluiting 40, evenals aan de ingang van het beeldgeheugen 20 32.
Van het opgeslagen, aan ruisonderdrukking onderworpen videosignaal F is in de chrominantiesignaalomkeerscha-keling 154 de chrominantiecomponent omgekeerd ter verkrijging van een gecorrigeerd opgeslagen videosignaal F‘, dat wordt 25 toegevoerd aan de positieve ingang van de aftrekker 30. De. aandacht wordt erop gevestigd, dat het uitgangssignaal van de aftrekker 30 het opgeslagen videosignaal F* is met omgekeerde chrominantiecomponent is, min het nieuwe videosignaal. Derhalve vormt het beeldverschilsignaal ΔF een maat voor minus de 30 ruis in het nieuwe videosignaal F. Indien het beeldverschilsignaal &F wordt bewerkt door de video-onderdrukkingsschakeling 88‘", waardoor het gecorrigeerde beeldverschilsignaal ΔF' ontstaat, kan de resulterende negatieve ruis worden opgeteld bij het nieuwe videosignaal F in de opteller 36, waar---35 door als nettoresultaat de ruiscomponent van het nieuwe videosignaal F wordt afgetrokken.
De video-onderdrukkingsschakeling 88”1 is identiek aan de schakeling 88, met dien verstande, dat de versterkings- 7907012 -28- * · ft faktorregelversteirkers 156-1· t/ml56-4 in. de plaats zijn getreden van de niet-lineaire schakelingseenheid 92 volgens figuur 8. Zoals in figuur 20 is weergegeven, bevat elke ver-sterkingsregelversterker, bijvoorbeeld de versterker 156-1, 5 een variabele verzwakker 158 en een besturingsschakeling 160. Het van de orthogonale-transforraatieschakeling 98 afkomstige signaal wordt in parallelfornaat toegevoerd aan een variabele verzwakker 158 en de besturingsschakeling 160. Het uitgangssignaal daarvan wordt toegevoerd aan de variabele ver- 1.0 zwakker 158 als reaktie op de amplitude van het signaal waardoor het uitgangssignaal S1 van de variabele verzwakker 158 wordt verzwakt onder besturing van de toenemende amplitude van het ingangssignaal
Figuur 21 toont de versterkingsfaktor van de ver-15 sterkers 156-1 t/m 156-N, die voldoen aan de volgende vergelijkingen : κ = £ + -Jr-. s. (-£<<: si 40) 20 K = β - . S. ( O £ S. <1 <=0
Wanneer het ingangssignaal in toenemende mate, positief of negatief , van nul gaat afwijken, neemt de versterkingsfaktor van de versterkingsregelversterkers 156-1 t/m 156-N af vanaf een maximale waarde ƒ?> voor een ingangssignaal ter grootte 25 nul tot nul, waarbij het ingangssignaal gelijk is aan plus of min Op deze wijze kan de uitgangsamplitude van de resp. uitgangssignalen S^-S^ van de versterker 156-1 t/m 156-4 als volgt wordt weergegeven: 30 /Si ' (^ + £ ' Sp si — °) 5,1 I s . (fi - _J_ sp ( ofeSj. £<<)
^ i cC
Op deze wijze is de overdrachtsfunktie van de versterkers 156-1 t/m 156-4 een quadratische funktie, zoals in figuur 22 is weergegeven.
35 7907012 -29- •Als gevolg van de karakteristieken van de versterkers 156-1 t/m 156-4 wordt de ruisonderdrukking in het videosignaal onafhankelijk bestuurd als reaktie op de ingangssignalen S^-S^, zonder de noodzaak, gébruik temaken van een 5 uitwendig besturingssignaal, bijvoorbeeld een signaal dat afkomstig is van een oppervlakteveranderingsdetector 46 (fig.
7}. Hiermee is een vereenvoudigde inrichting mogelijk.
Figuur 23 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een chrominantiesignaalomkeerschakeling 154, die in de inrichting 10 volgens figuur 19 kan worden toegepast. Het opgeslagen videosignaal F, dat een luminantiecomponent Y plus een chrominantie-component C omvat, wordt toegevoerd aan een ingang van een vertragingsschakeling 162 met een vertraging ter grootte van één horizontaal interval H, alsmede aan een ingang van een 15 opteller 164. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 162 wordt toegevoerd aan een vertragingsschakeling 166, die eveneens een vertraging ter grootte van één horizontaal interval H bezit, alsmede aan een positieve ingang van een aftrekker 168. Het uitgangssignaal van de vertragingsschakeling 20 166 wordt toegevoerd aan een ingang van de opteller 164 en aan een ingang van een compensatievertragingsschakeling 170.
Het uitgangssignaal van de compensatievertragingsschakeiing 170 wordt toegevoerd aan een ingang van een opteller 172.
Het uitgangssignaal van de opteller 164 wordt door een deler 25 174 door twee gedeeld en het resulterende signaal wordt toegevoerd aan de negatieve ingang van de aftrekker 168. Het uitgangssignaal van deze aftrekker wordt toegevoerd aan een ingang van een banddoorlatend filter 176, dat ongewenste frequenties in het uitgangssignaal van de aftrekker 168 onder-30 drukt en het resulterende, gefilterde signaal aan een ingang van de opteller 172 toevoert.
Aangezien de fase van de chrominantiecomponent C in het opgeslagen videosignaal F van lijn tot lijn wordt omgedraaid, bevat het uitgangssignaal van de vertragingsscha-35 keling 166, dat met twee horizontale intervallen H Is vertraagd, chrominantiecomponent C, met dezelfde fase als de chrominantiecomponent C van het opgeslagen videosignaal F. Wanneer dit videosignaal F en het uitgangssignaal van de ver- 7907012 ♦ r e Ο -30- tragingsschakeling 166 in de opteller 164 worden opgeteld, is het uitgangssignaal daarvan een signaal met een amplitude, die.tweemaal zo groot is als die van het opgeslagen videosignaal F. Wanneer dit signaal door de deler 174 door twee 5 wordt gedeeld, is het resultaat genormeerd tot de gemiddelde, video-amplitude Y' + C'. Het uitgangssignaal van de vertra-gingsschakeling 162 bevat een luminantiecomponent Y en een geïnverteerde chrominantiecomponent -C. Indien dit signaal wordt toegevoerd aan de aftrekker 168, doven de luminantie-10 component Y en de gemiddelde luminantiecomponent -Y elkaar uit en telt de chrominantiecomponent C negatief op, waardoor een negatief chrominantiesignaal wordt verkregen met tweemaal de normale amplitude (-2C). Wanneer dit signaal wordt toegevoerd aan de opteller 172, waarin het wordt opgeteld bij het 15 van de vertragingsschakeling 166 afkomstige signaal Y+C, wordt een gecorrigeerd opgeslagen videosignaal F' verkregen met een positieve luminantiecomponent Y en een negatieve chrominantiecomponent -C. Het zal duidelijk zijn, dat dit de chrominantiecomponent van zowel het nieuwe videosignaal F als 20 het gecorrigeerde opgeslagen videosignaal F* in dezelfde fase brengt, waardoor aftrekking daarvan in de aftrekker 30 mogelijk wordt ter verkrijging van een beeldverschilsignaal AF, waarin het verschil van de luminantiecomponent Y en de chrominantiecomponent C van het nieuwe videosignaal F en het opgeslagen 25 videosignaal F (fig. 19) zich bevinden.
De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en aan de hand van de tekening toegelichte uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen in de onderdelen en hun onderlinge samenhang kunnen worden aangebracht, 30 zonder dat daardoor het kader van de uitvinding wordt overschreden.
7907012

Claims (24)

1. Ruisonderdrukkingsstelsel voor het onderdrukken van ruis in een videosignaal, dat bestaat uit een aantal telkens na een beeldinterval optredende, opeenvolgende beelden, omvattende: een geheugen voor het opslaan van tenminste één 5 beeld van het videosignaal gedurende tenminste een geheel veelvoud van de beeldintervallen, een aftrekker voor het aftrekken van corresponderende elementen van een nieuw beeld van het videosignaal en het genoemde tenminste ene, in het geheugen opgeslagen beeld ter verkrijging van een beeldverschil-10 signaal, een niet-lineair element, dat werkzaam is voor het zodanig wijzigen van het beeldverschilsignaal onder invloed van zijn overdrachtskarakteristiek, dat een gecorrigeerd beeldverschilsignaal wordt verkregen, een combineerschakeling voor het combineren van het gecorrigeerde beeldverschilsignaal 15 met het nieuwe beeld, waardoor een aan ruisonderdrukking, onderworpen videosignaal wordt verkregen, met het kenmerk, dat het ruisonderdrukkingsstelsel (24,24’) verder een signaaltransfor-• matieschakeling (90,90’) omvat, die werkzaam is voor het transformeren van het beeldverschilsignaal (&F) tot een aan-20 tal nieuwe videosignaalcomponenten (S^^-S^) die in, overeenstemming met een karakteristiek van het beeldverschilsignaal (ΔΕ) van elkaar verschillen, welk niet-lineaire element een aantal niet-lineaire elementen (92-1 t/πι 92-n, 156-1 t/m. 156-4) omvat, die resp. elk werkzaam zijn voor het wijzigen 25 van ëën van de videosignaalcomponenten (S^-S^) ter verkrijging van een aantal gewijzigde videosignaalcomponenten. (S^-SQ4), alsmede een signaalrecombinatieschakeling (94), die werkzaam is voor het terugtransformeren van de gewijzigde videosignaalcomponenten (S^^-S^^) tot het gecorrigeerde beeld-30 verschilsignaal (fiF*), alsmede een combineerelement (44,36) voor het combineren van het gecorrigeerde beeldverschilsignaal (&F ’) met het nieuwe beeld van het videosignaal (F), waardoor . een aan ruisonderdrukking onderworpen videosignaal (F’) wordt 35 verkregen.
2. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geheugen een beeldgeheugen (32) 7907012 -32- * * omvat, dat werkzaam is voor opslag van tenminste êên van de opeenvolgende beelden (F).
3. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 2, gekenmerkt door schakelingen (34r, 36, 38, 84) voor toevoer 5 van een signaal, bestaande uit een mengsel in een bepaalde verhouding van het aan ruisonderdrukking onderworpen videosignaal (F') en het nieuwe beeldsignaal (F) van het videosignaal aan het beeldgeheugen (32) voor opslag daarin.
4. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 3, 10 gekenmerkt door een oppervlakteveranderingsdeteetor (46) voor detectie van de van beeld tot beeld optredende veranderingen in tenminste êên gebied van het aantal beelden, en door een besturingsschakeling (56) voor het besturen, van de mengver-houding (K) onder besturing van de tussen twee opeenvolgende 15 beelden optredende verandering. .
5. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de niet-lineaire elementen (92-1 t/m 92-n) reageren op het uitgangssignaal van de oppervlakteverander ingsdetector (46) , waardoor de mate, waarin de videosignaal-^ 20 componenten (S^-S^n) worden gewijzigd, varieert onder invloed daarvan.
6. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de oppervlakteveranderingsdetector (46) tenminste êên opp er v lak t es omme er schakeling (50,54) bevat voor 25 het sommeren van de beeldverschilsignalen C&F), corresponderend met een oppervlakte van het aantal beelden (F).
7. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de oppervlakteveranderingsdetector (46) een eerste oppervlaktesommeerschakeling (50) omvat, die dienst. 30 doet voor opwekking en afgifte van een eerste afgevlakt signaal (L1(ÜF)), dat een som van het beeldverschilsignaal· GQF) in dat oppervlak omvat, een absolute-waardeschakeling (52) voor opwekking en afgifte van een absolute-waardeslgnaal. (/L^ (^F) / ), die reageert op een absolute waarde van het eerste 35 af gevlakte signaal, alsmede een tweede oppervl akte-sousaeer-schakeling (54), die dienst doet voor verdere afvïakking van het absolute-waardesignaal.
8. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, (Α^79 0 70 1 2 * I * -33- waarbij het videosignaal een chrominantiecomponent en een luminantiecoraponent bevat, met het kenmerk,dat het stelsel een chrominantiesignaalomkeerschakeling (154) bevat voor het inverteren van de chrominantiecomponent van het van het ge-5 heugenelement (32) afkomstige videosignaal.
9. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de signaaltransformatie (90) een serie/ parallelomzetter (96) omvat voor het omzetten van tenminste een aantal gedeelten van het beeldverschilsignaal (F) in een 10 aantal signalen (S^-S^) in parallelformaat, alsmede een orthogonale-transformatieschakeling (98) voor het transformeren van de parallele signalen (S^-S^) tot de videosignaal-componenten (S'^-S‘^).
10. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de niet-lineaire elementen (92-1 t/m 92-n) tenminste één begrenzingsschakeling omvatten.
11. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niet-lineaire elementen (92-1 t/m 92-n) tenminste één coring-schakeling omvatten.
12. Ruisonderdrukkingstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niet-lineaire elementen (92-1 t/m 92-n) tenminste één stripping-schakeling omvatten.
13. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de orthogonale-transfonaatieschakeling 25 (98) een Hadamard-transformatieschakeling omvat.
14. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de recombinatieschakeling (94) een tweede Hadamard-transformatieschakeling (1Ö0) omvat.
15. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 14, 30 met het kenmerk, dat de recombinatieschakeling (94) een parallel/serie-omzetter (102) omvat voor omzetting van een uitgangssignaal van de tweede Hadamard-transformatieschakeling (100) tot het gecorrigeerde beeldverschilsignaal ( F?).
16. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, 35 gekenmerkt door een oppervlakteveranderingsdetector (46) voor detectie van van het ene naar het andere beeld optredende veranderingen in het videosignaal, alsmede een besturingsscha-ΛΝ keling (58) voor het besturen van de niet-lineaire elementen 'ΛζΟ 0 7 0 1 2 -34- ' t > (92-1 t/m 92-n) onder invloed van de gedetecteerde verandering.
17. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie I, met het kenmerk/ dat de niet-lineaire elementen tenminste 5 één versterkingsfaktorbesturingsversterker (156-1 t/m 156-4} omvatten/ waarvan de vers ter kingsfaktor Ιβ+β$^) omgekeerd evenredig is met de sterkte van een signaal (S^) van tenminste een deel van de videosignaalcomponenten (S^^-S"^).
18. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, 10 met het kenmerk, dat het videosignaal tenminste eerste en tweede aangrenzende horizontale videolijnen bevat, waarbij de . signaaltransformatie (90) een serie/parallelomzetter (9G) omvat, die dienst doet voor het verschaffen van tenminste-een eerste en een tweede videomonster b^-b^, c^-c^) 15 van een eerste en een tweede positie cp de eerste lijn en tenminste een derde en een vierde videomonster (a^-a^r b^-bg, c^-c^) van een derde en een vierde positie op de tweede video-lijn, welke eerste en derde positie en welke tweede en vierde positie aan elkaar grenzen.
19. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de eerste en de tweede positie en de derde ep de vierde positie aan elkaar grenzen.
20. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het videosignaal (F) een gedigitali- 25 seerd videosignaal is, dat met een bemonster in gsinterval (T) is bemonsterd, welke bemonsteringsinterval correspondeert met een frequentie ter grootte van vier maal de televisie-kleursignaalhulpdraaggolffrequentie.,, welk; eerste en tweede en welk derde en vierde videomonster is genomen van- niet-30 aangrenzende bemonsteringsintervallem, die door één bemon-steringsinterval (T) zijn gescheiden-
21. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de signaaltransformatieschakeling (90, 90’), de niet-lineaire elementen (,9·2>-1 t/m 9-2-n> 156—1 t/m 35 156-4) en de signaalrecombinatieschaheling (94) te samen een video-onderdrukkingsschakeling (88 r 88', 88") vormen voor onderdrukking van een video-informatie in het beeldverschil-signaal (£F) , waarbij het gecorrigeerde beeldverschüsxgnaal 7^,0 7 0 1 2 f * t -35- j» (AFf) in hoofdzaak slechts met ruis in het nieuwe beeld'(F) corresponderende ruis bevat.
22. Ruisonderdrukkinsstelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door een oppervlakteveranderingsdetector (46), die reageert op het beeldverschilsignaal (&F) door opwekking 5 en afgifte van een veranderingssignaal onder invloed van de tussen twee beelden optredende veranderingen in een oppervlak van het beeldverschilsignaal nabij die elementen, die worden bewerkt door de aftrekker (48), waarbij de signaaltransforma-tieschakeling (98), een niet-lineaire schakelingseenheid (92, 10 92’, 156-1 t/m 156-4) en de signaalrecombinatieschakeling (94) te samen een video-onderdrukkingsschakeling (88, 88', 88”) vormen, terwijl de signaaltransformatieschakeling (90) een orthogonale-transformatieschakeling (90, 90f) omvat voor opwekking en afgifte van een aantal parallele, orthogonaaal ge-· 15 transformeerde signaalcomponenten (S'^-S”^) van het beeldverschilsignaal (&F), terwijl verder elk van de niet-lineaire elementen (92-1 t/m 92-n) reageren op het veranderingssignaal door besturing van de doorgang daardoor van één van de parallele, orthogonaal getransformeerde signaalcomponenten (5wiT-20 fi- 4),-waardoor de onder invloed van veranderingen ontstane componenten daaruit worden verwijderd, welke signaalrecombinatieschakeling (94) een orthogonale-terugtransformatieschake-ling (100) omvat voor het orthogonaal terugtransformeren van de parallele, orthogonaal getransformeerde signaalcomponenten 25 (Sq^-Sq^), afkomstig zijn van de niet-lineaire elementen (92-1 t/m 92-n), tot het gecorrigeerde beeldverschilsignaal (&F ’), dat correspondeert met het genoemde beeldverschilsignaal (&F), waaruit de onder invloed van veranderingen ontstane componenten zijn verwijderd, welk combineerelement een aftrek-30 ker (44) is voor het aftrekken van het gecorrigeerde beeldverschilsignaal (AF’) van het nieuwe beeldsignaal (F), waardoor het aan ruisonderdrukking onderwerpen videosignaal (F*) wordt opgewekt en afgegeven, alsmede proportioneringsschake-lingen (341, 36, 38, 84, 86), die reageren op het veranderings-35 signaal door toevoer van een lineaire combinatie in een zekere mengverhouding van het nieuwe beeldsignaal (F) en het aan ruisonderdrukking onderworpen videosignaal (F') aan het geheu- 7907012 » -36- genelement (32) voor opslag daarin.
23. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk/ dat de niet-lineaire elementen een aantal versterkers (156-1 t/m 156-4) met regelbare versterking om- 5 vatten, waarbij de signaaltransfonaatieschakeling (90, 90’) een orthogonale-transformatieschakeling (98, 99') omvat voor opwekking en afgifte van een aantal parallele, orthogonaal getransformeerde signaalcomponenten (S"^-S"^) van beeldverschilsignaal (&F), elk van welke versterkers (156-1 10 t/m 156-4) werkzaam is voor besturing van de doorgang daardoor van elk ëén van de parallele, orthogonaal getransformeerde signaalcomponenten (SV^-S”.^) , waarbij de onder invloed van veranderingen ontstane componenten daaruit worden verwijderd, terwijl verder de signaalrecombinatieschakeling (94) 15 een orthogonale-terugtransformatieschakeling (100) omvat voor het orthogonaal terugtransformeren van de parallele, ortho-gonaal getransformeerde signaalcomponenten (Sq^-Sq^), die afkomstig zijn van de versterkers (156-1 t/m 156-4), tot het gecorrigeerde beeldverschilsignaal (&F*), dat correspondeert 20 met het beeldverschilsignaal (&F), waaruit de onder invloed van veranderingen onstane componenten, zijn verwijderd.
24. Ruisonderdrukkingsstelsel volgens.conclusie 23, waarbij het videosignaal (F) een chrominantiecomponent (C) en een luminantiecomponent (Y) bevat, met het kenmerk, dat het 25 stelsel'verder een chrominantiesignaalomkeerschakeling (154) omvat voor het inverteren van de chroroinantieccmponent (C) van het in het geheugenelement (32) opgeslagen beeldsignaal (F), voorafgaand aan de opwekking en afgifte van het beeldverschilsignaal (&F). 7907012
NL7907012A 1978-09-21 1979-09-20 Video-ruisreductiestelsel. NL192017C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP11634978 1978-09-21
JP11634978A JPS5542472A (en) 1978-09-21 1978-09-21 Noise elimination circuit
JP14067378 1978-11-15
JP14067378A JPS5567276A (en) 1978-11-15 1978-11-15 Noise removing circuit

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7907012A true NL7907012A (nl) 1980-03-25
NL192017B NL192017B (nl) 1996-08-01
NL192017C NL192017C (nl) 1996-12-03

Family

ID=26454698

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7907012A NL192017C (nl) 1978-09-21 1979-09-20 Video-ruisreductiestelsel.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4242705A (nl)
AT (1) AT381817B (nl)
AU (1) AU526709B2 (nl)
CA (1) CA1126860A (nl)
DE (1) DE2938130C3 (nl)
FR (1) FR2437130A1 (nl)
GB (1) GB2033190B (nl)
NL (1) NL192017C (nl)

Families Citing this family (45)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4500911A (en) * 1981-05-25 1985-02-19 Nippon Hoso Kyokai Noise reduction apparatus
DE3121597C3 (de) * 1981-05-30 1993-09-30 Bosch Gmbh Robert System zur Verminderung des Rauschens in einem Fernseh-Bildsignal
US4395729A (en) * 1981-08-31 1983-07-26 Rca Corporation Digital video signal processing filters with signal-to-noise enhancement
DE3378181D1 (en) * 1982-07-16 1988-11-10 British Broadcasting Corp Concealment of defects in a video signal
US4442454A (en) * 1982-11-15 1984-04-10 Eastman Kodak Company Image processing method using a block overlap transformation procedure
GB2139037B (en) * 1983-03-11 1986-06-11 British Broadcasting Corp Measuring the amount of unsteadiness in video signals derived from cine film
DE3309715A1 (de) * 1983-03-18 1984-09-20 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart System zur verminderung des rauschens in einem fernsehsignal
GB8315373D0 (en) * 1983-06-03 1983-07-06 Indep Broadcasting Authority Downsampling and prefilter implementation in television systems
US4573075A (en) * 1983-06-24 1986-02-25 Rca Corporation Digital signal coring apparatus with controllable coring threshold level
US4621337A (en) * 1983-08-11 1986-11-04 Eastman Kodak Company Transformation circuit for implementing a collapsed Walsh-Hadamard transform
US4549212A (en) * 1983-08-11 1985-10-22 Eastman Kodak Company Image processing method using a collapsed Walsh-Hadamard transform
US4553165A (en) * 1983-08-11 1985-11-12 Eastman Kodak Company Transform processing method for reducing noise in an image
EP0147073B1 (en) * 1983-11-28 1989-03-29 Victor Company Of Japan, Limited Noise reduction circuit for a video signal
GB2163619A (en) * 1984-08-21 1986-02-26 Sony Corp Error concealment in digital television signals
US4600946A (en) * 1985-01-31 1986-07-15 Rca Corporation Adaptive defect correction for solid-state imagers
DE3608917A1 (de) * 1986-03-18 1987-09-24 Thomson Brandt Gmbh Verfahren zur korrektur
US4679086A (en) * 1986-02-24 1987-07-07 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Air Force Motion sensitive frame integration
JPS62272673A (ja) * 1986-05-20 1987-11-26 Sanyo Electric Co Ltd ノイズリデユ−サ
JP2601810B2 (ja) * 1986-12-22 1997-04-16 株式会社東芝 雑音低減回路
US4771267A (en) * 1986-12-24 1988-09-13 Hughes Aircraft Company Analog offset compensation technique
NL8700162A (nl) * 1987-01-23 1988-08-16 Philips Nv Schakeling voor het vergroten van de horizontale definitie.
JPH07101924B2 (ja) * 1987-10-26 1995-11-01 パイオニア株式会社 映像信号のノイズ除去装置
US5010504A (en) * 1988-02-22 1991-04-23 Eastman Kodak Company Digital image noise suppression method using SVD block transform
US4945502A (en) * 1988-12-27 1990-07-31 Eastman Kodak Company Digital image sharpening method using SVD block transform
JPH0771296B2 (ja) * 1989-03-20 1995-07-31 松下電器産業株式会社 動きベクトル検出装置
FR2661061B1 (fr) * 1990-04-11 1992-08-07 Multi Media Tech Procede et dispositif de modification de zone d'images.
DE4013474C2 (de) * 1990-04-27 1995-10-12 Broadcast Television Syst Anordnung zur Reduktion von Rauschen in einem Videosignal
JPH0411466A (ja) * 1990-04-28 1992-01-16 Sony Corp ノイズリデューサ
DE69124087T2 (de) * 1990-10-05 1997-04-30 Matsushita Electric Ind Co Ltd Rauschverminderungsgerät
US5799111A (en) * 1991-06-14 1998-08-25 D.V.P. Technologies, Ltd. Apparatus and methods for smoothing images
ATE181631T1 (de) * 1991-07-19 1999-07-15 Princeton Video Image Inc Fernsehanzeigen mit ausgewählten eingeblendeten zeichen
JP2524023B2 (ja) * 1991-09-13 1996-08-14 松下電器産業株式会社 ノイズ低減装置
JP3006290B2 (ja) * 1992-06-25 2000-02-07 松下電器産業株式会社 ノイズ低減装置
JP3177543B2 (ja) * 1992-07-22 2001-06-18 トウシバビデオプロダクツ プライベート リミテッド 映像信号のノイズ低減装置
US6469741B2 (en) 1993-07-26 2002-10-22 Pixel Instruments Corp. Apparatus and method for processing television signals
EP0660595B1 (en) * 1993-12-20 2000-03-15 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. A noise reducer
EP1143373B1 (de) * 2000-04-05 2008-07-16 Infineon Technologies AG Verfahren zur störanteilsfreien Bilderfassung mittels eines elektronischen Sensors
JP2002033942A (ja) * 2000-07-17 2002-01-31 Sanyo Electric Co Ltd 画像信号の雑音抑制方法及びこの雑音抑制方法を用いた画像信号処理装置
US8467483B2 (en) * 2002-03-15 2013-06-18 Silicon Laboratories Inc. Radio-frequency apparatus and associated methods
GB0505443D0 (en) * 2005-03-17 2005-04-20 Dmist Technologies Ltd Image processing methods
WO2007013973A2 (en) * 2005-07-20 2007-02-01 Shattil, Steve Systems and method for high data rate ultra wideband communication
US7952646B2 (en) * 2006-12-27 2011-05-31 Intel Corporation Method and apparatus for content adaptive spatial-temporal motion adaptive noise reduction
TW200906170A (en) * 2007-07-18 2009-02-01 Sunplus Technology Co Ltd Image noise estimation system and method
US20140267919A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Quanta Computer, Inc. Modifying a digital video signal to mask biological information
KR101652658B1 (ko) * 2014-02-07 2016-08-30 가부시키가이샤 모르포 화상 처리 장치, 화상 처리 방법, 화상 처리 프로그램 및 기록 매체

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1469101A (en) * 1973-03-23 1977-03-30 Dolby Laboratories Inc Noise reduction systems
JPS5851471B2 (ja) * 1975-04-09 1983-11-16 日本電気株式会社 テレビシンゴウフゴウカソウチ
GB1515551A (en) * 1975-04-25 1978-06-28 British Broadcasting Corp Noise reduction in electrical signals
US3962535A (en) * 1975-04-25 1976-06-08 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Conditional replenishment video encoder with sample grouping and more efficient line synchronization
JPS5244512A (en) * 1975-10-06 1977-04-07 Nippon Telegr & Teleph Corp <Ntt> Between-frame coding equipment
JPS5279747A (en) * 1975-12-26 1977-07-05 Sony Corp Noise removal circuit
DE2618391C3 (de) * 1976-04-27 1982-02-18 Standard Telephones & Cables Ltd., London Verfahren und Anordnung zur Reduzierung des Rauschens in Fernsehsignalen
US4064530A (en) * 1976-11-10 1977-12-20 Cbs Inc. Noise reduction system for color television
FR2393489A2 (fr) * 1977-03-07 1978-12-29 Marconi Co Ltd Procede de reduction du bruit dans des signaux electriques
US4107739A (en) * 1977-08-22 1978-08-15 Cbs Inc. System utilizing integration and motion evaluation for reducing noise in video signal
CA1106058A (en) * 1978-02-27 1981-07-28 Arthur Kaiser Noise reduction system for color television
GB2102236B (en) * 1978-03-08 1983-06-08 Tokyo Broadcasting Syst Noise reduction system for colour television signal
JPS54127623A (en) * 1978-03-27 1979-10-03 Nec Corp S/n improving device for television video signal

Also Published As

Publication number Publication date
AU526709B2 (en) 1983-01-27
ATA621579A (de) 1986-04-15
DE2938130C2 (nl) 1988-06-09
CA1126860A (en) 1982-06-29
DE2938130C3 (de) 1993-12-02
NL192017C (nl) 1996-12-03
NL192017B (nl) 1996-08-01
GB2033190B (en) 1983-02-09
GB2033190A (en) 1980-05-14
FR2437130B1 (nl) 1983-06-03
US4242705A (en) 1980-12-30
AU5103179A (en) 1980-03-27
AT381817B (de) 1986-12-10
DE2938130A1 (de) 1980-04-03
FR2437130A1 (fr) 1980-04-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7907012A (nl) Video-ruisonderdrukkingsstelsel.
US4058836A (en) Noise reduction in television signals
CA1318971C (en) Wide dynamic range camera
JP2516758B2 (ja) 雑音概算装置
JPH0438188B2 (nl)
US7176983B2 (en) Adaptive coring for video peaking
KR19980703741A (ko) 영상 데이타 잡음 필터링 방법 및 장치
JPH0568147B2 (nl)
KR100206319B1 (ko) 비디오 신호의 로컬 콘트라스트 개선을 위한 방법및장치
EP0823814B1 (en) Image mixing circuit
US6611296B1 (en) Video signal enhancement
NL194420C (nl) Toestel voor het verwijderen van storende draaggolven en zijbanden bij een videosignaal.
US20030007100A1 (en) Electronic circuit and method for enhancing an image
US5416532A (en) Adaptive video peaking circuitry using cross-faders
US5404179A (en) Noise reduction apparatus for video image
US4194219A (en) Noise reduction in electrical signals
NL8501067A (nl) Digitale signaalamplituderegelinrichting.
JP2751447B2 (ja) ノイズ低減装置
JP3145168B2 (ja) 画像信号処理装置
JPS6142910B2 (nl)
KR910008922B1 (ko) 디지탈 비디오 신호처리 회로
US20050012825A1 (en) Low light level imaging devices
JPS61158274A (ja) 映像信号のノイズ除去回路
JPS60829B2 (ja) 雑音除去回路
JPH08501420A (ja) 信号処理

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V2 Lapsed due to non-payment of the last due maintenance fee for the patent application

Free format text: 970401