NL7906518A - Tegen organische stoffen, in het bijzonder plastificeermateriaal afdichtende vloer- of muurbedek- king en werkwijze ter vervaardiging van een dergelijke bedekking. - Google Patents

Description

f *

Sommer Exploitation, ITeuilly sur Seine, Frankrijk.

‘Tegen organische stoffen, in het "bijzonder plastificeernatariaal af dichtende vloer— of muurbedekking en werkwijze ter vervaardiging van een der— gelijke bedekking.

j De uitvinding heeft betrekking op een vloer- of muurbedekking, die is afgedicht tegen de migratie van organische stoffen, in het bijzonder plastificeeraaterialen en op een werkwijze ter vervaardiging van een dergelijke bedekking.

Het is bekend, dat de migratie van bepaalde elementen door de 10 verschillende samenstellende lagen van vloer- of rn.uurbedeldd.ngen van vinyl en in het bijzonder van bedekkingen met een doorzichtige slijtlaag bij het gebruik van deze bedekkingen ernstige problemen met zich meebrengt, vooral tengevolge vari de veranderingen van het uiterlijke aspect.

Zo kunnen verschijnselen van migratie van waterdamp worden 15 vastgesteld door het optreden van witte, ondoorzichtige vlekken. Verder kunnen plastificeerstoffen binnendringen, die aanleiding geven tot bepaalde vervuiling van de vaak belopen plaatsen, terwijl organische of minerale kleurstoffen, eventueel door het plastificeermateriaal meegevoerd door migratie gekleurde· vlekken kunnen veroorzaken, die des te duidelijker SO zichtbaar zijn naarmate de doorzichtige laag dikker is.

Aanvraagster heeft bij het bestuderen van deze verschijnselen getracht een bedekking te vinden, die afgedicht is tegen deze migraties . en in het bijzonder tegen de migratie van plastificeermaterialen, welke bedekking tenminste édn ononderbroken, afschermende laag moet bevatten. _ 25 Er zijn reeds samengestelde bedekkingen bekend, waarin een tegenhoudende laag is tussengevoegd. Zo beschrijft de Franse Octrooiaanvraag 2.295.838 een bedekking, die met vezels versterkt is en wordt gevormd door een schuimlaag met een extra tegenhoudende onderlaag. Deze arreteerlaag dient evenwel in wezen ter verbetering van het elastisch 30 terugveren en van de acoustische eigenschappen (geluidsdemping) van‘de verkregen samengestelde bedekking. Ook al zou deze arreteerlaag (eventueel geplastificeerd vinylchloride) in staat zijn het doordringen van kleefstof te beletten, is deze niet bestendig tegen afbraak door schimmels, daar deze schimmels zich voeden met de in de laag aanwezige plastificeer— 35 stoffen, terwijl hun gekleurde metabolische bijproducten in het plastificeermateriaal dringen en in de vorm van vlekken in de doorzichtige slijt-, laag te voorschijn komen. De samenstelling van. de in de Franse Octrooi-aanvraag 2.295·δ3δ beschreven arreteerlaag maakt het niet mogelijk weer- X9 0 6 5 1 8 % - 2 - stand te bieden aan de migratie van plastificeermaterialen, die in de materialen voor verdere behandeling aanwezig kunnen zijn. Het is algemeen bekend, dat lamststofvloeren gevoelig zijn voor weekmakende stoffen.

Aanvraagster hééft daarom getracht middelen te vinden voor de 5 vervaardiging van een vinylbedekking, die volkomen afgedicht is tegen de migratie van organische stoffen en in het bijzonder plastificeerstoffen.

Het doel is een bedekking te verschaffen, die een ononderbroken, een afscherming vormende laag bevat, die bestaat iib een materiaal, dat chemisch inert is ten opzichte van de organische stoffen en in het bijzonder plas— 10 tificeermaterialen, waarvan de migratie moet worden voorkomen,

De uitvinding heeft tot doel een vinylbedekking voor vloeren of muren te verschaffen, die tegen organische stoffen en in het bijzonder plastificerende stoffen is afgedicht en die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een ononderbroken afschermlaag bestaande, uit een materiaal, 15 dat ongevoelig is voor plastificeerstoffen. In een bijzondere uitvoeringsvorm is de ononderbroken afschermlaag aangebracht tussen de onderlaag van de bedekking en de buitenste decoratielaag.

De ononderbroken afschermlaag kan zelf de onderste laag van de bedekking vormen, 20 Bij voorkeur wordt de ononderbroken afschermlaag gevormd door een dunne polyesterlaag en in het bijzonder door een polyethyleenglycol-tereftalaat laag. De laag kan eveneens worden gevormd door een dunne poly-tetrafluorethyleen laag.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding bestaat de ononder— 25 broken afschermlaag uit een polymeer of copolymeer van polyurethaan-poly-ester, gemodificeerd door een acrylhars.

Om aesihetische redenen is het vaak noodzakelijk eventuele vlekken aan het oog te onttrekken, die zich onder de afschermlaag kunnen vormen en die zonder door deze laag heen te dringen tengevolge van de 30 doorzichtigheid te voorschijn kunnen komen en dan het uiterlijk van de bedekking benadelen.

Indien de afschermlaag wordt gevormd door een dunne, doorzichtige laag wordt daarom een ondoorzichtige laag aangebracht tussen de af— schermlaag en de doorzichtige slijtlaag, 35 In een verdere uitvoeringsvorm kan de afschermlaag zelf worden gekleurd, in welk geval de ondoorzichtige laag niet nodig is,.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor de vervaardi-‘ ging'van de tegen migratie van stoffen afgedichte bedekking volgens de uitvinding, 7906518 - 3 -

In een eerste uitvoeringsvorm wordt de dunne afschermlaag door thermische hechting op de met geplastificeerd PVC "bedekte onderlaag aan— gebracht, welke thermische hechting tegelijkertijd de PVC laag voorverhardt.

De afschermlaag kan eveneens worden aangebracht door themi— 5 sche hechting op de onderlaag, die met geplastificeerd,voorverhard PVC is bedekt.

In een andere uitvoering wordt de dunne afschermlaag verkregen met behulp van een op zichzelf bekende werkwijze (bestrijken, beschilderen, opbrengen met een rol of borstel, enz.) door het opbrengen van een 10 filmvormende filament eerbare stof in de vorm van een oplossing of een emulsie, gevolgd door een op zichzelf bekende filamenteerbehandeling, door thermische behandeling of ultraviolet bestraling of behandeling met elek— tronenbundels.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 15 bijgaande, schematische tekening, waarin de fig. 1 en 2 schematisch de vervaardiging van het tegen migratie afdichtende gedeelte van de bedekking volgens de uitvinding tonen, waarbij de afschermlaag wordt verkregen door tegenhechtïng van een ononderbroken dunne laag en 20 fig. 3 schematisch de vervaardiging van het tegen migratie afdichtende gedeelte van de bedekking volgens de uitvinding toont, waarbij de afschermlaag is verkregen door het opbrengen van een oplossing of een emulsie van een filmvormende, filamenteerbare stof.

In de fig. 1, 2 en 3 is 2 de grondlaag of ruglaat van de be— 25 dekking,3 de afschermlaag en 4 het tegen migratie afdichtende gedeelte _ van de bedekking volgens de uitvinding.

Zoals in fig. 1 is weergegeven, wordt een ononderbroken, dunne, tegen plastificeermateriaal bestendige laag, die de afschermlaag 3 zal vormen en die afkomstig is van de rol 5 ia een ononderbroken arbeidsgang 30 aangebracht op het tevoren met geplastificeerd PVC bedekte oppervlak van de grondlaag 2 afkomstig van een rol 6 door middel van de schematisch bij 7 aangegeven inrichting. De thermische hechting van de afschermlaag 3 en de grondlaag 2 van de bedekking vindt plaats door de lagen over de cylinder 6 te voeren, die afhankelijk van de aard van de te hechten laag op een 35 temperatuur tussen 60 en 180° C, bij voorkeur tussen 125 en 140° C wordt verhit.

Tijdens deze thermische behandeling wordt de tevoren op de grondlaag van de bedekking aangebrachte, geplastificeerde- PVC laag tegelijkertijd voorverhard.

7906518 I» * - 4 -

Bij de opstelling volgens fig. 2 wordt de ononderbroken af-schermlaag 3, afkomstig van de rol 5, in een ononderbroken arbeidsgang aangebracht op het tevoren met geplastificeerd voorverhard PVC bestreken oppervlak van de grondlaag 2 afkomstig van de rol 6. De hechting van de 5 afschermlaag 3 op de grondlaag 2 door de thermische behandeling voltrekt zich langs de cylinder 8, dié weer afhankelijk van de aard van de op te hechten laag op een temperatuur van 60 tot 180° C, bij voorkeur van 125 tot 140° C wordt verwarmd.

Ha het passeren van de omkeerrollen 9 wordt de verkregen tegen 10 migratie afgediehte samengestelde laag op bekende wijze afgekoeld door deze.langs de koelcylinder 10 te leiden,

De afschermlaag 3 kan worden gevormd door iedere dunne laag, die bestendig is tegen plastificeermateriaal. De laag kan bijvoorbeeld bestaan uit polyt.etrafluorethyleen of polyester van het polyethyleenglycol-15 tereftalaat type, In dit geval moet de film worden voorbehandeld voor de hechting aan het PVC, welke voorbehandeling eventueel in hetzelfde fabri-cagestation kan plaats vinden met behulp van een niet weergegeven, gebruikelijke opbrenginrichting (bestrijken, heliografische cylinder, enz,).

Ook kan gebruik worden gemaakt van een tijdens de vervaardiging reeds voor-20 behandelde polyester film,

In de in fig. 3 weergegeven uitvoering wordt de tegen migratie afgedichte laag 3 verkregen door met behulp van de schematisch bij 12 aangegeven inrichting een verse oplossing of emulsie van een filmvormende, filamenteerbare stof 13 aan te brengen op het tevoren met geplastificeerd 25 PVC bestreken oppervlak van de grondlaag 2 afkomstig van de rol 6 bijvoorbeeld met behulp van bekende middelen zoals opstrijkblad, borstelrol, heliografische cylinder of dergelijke middelen, die op het'gehele oppervlak van de grondlaag 2 een uniforme laag van de filmvormende, filament eerbare stof 13 kannen aanbrengen.

30 De met de filmvormende stof 13 bedekte grondlaag 2 gaat ver volgens naar de har dings inrichting 14, die afhankelijk van de aard van de te harden stof kan bestaan uit een droogstoof, een ultravioletstralings-kamer of een elektronenbundelinrichting. In de inrichting 14 neemt de af— schermlaag 3 de vorm aan van een ononderbroken dunne, tegen migratie afge— 35 dichte laag voor verdamping van het oplosmiddel of opbreking van de emulsie en door de netwerkvorming van de filmvormende stof. Het uit de inrichting 14 tredende complexe product 4 wordt dan zoals in de boven be-lf^i*nBBww^reven ui'fcvoeri13® gevormd door de grondlaag 2 en de afschermlaag 3.

De filmvormende stof 13 kan bestaan uit elke oplossing of 7906518 - 5 - emulsie van een materiaal, dat na harding een tegen verwekende stoffen bestendige laag kan vormen.

De laag kan dus bestaan uit een polymeer of copolymeer van polyurethaan-polyester, gemodificeerd door een acrylhars.

5 Overeenkomstig de aard van het toegepaste filmvormende mate riaal kan het na de hardingsbehandeling noodzakelijk zijn een op zichzelf bekende, niet weergegeven behandeling voor hechting aan het PVC uit te voeren om het geheel goed samen te binden.

Daarna vinden de gebruikelijke behandelingen plaats voor het 10 aanbrengen op een vinyl vloer of muur, die. in de tekening niet zijn aangegeven.

Indien de afschermlaag 3 doorzichtig is, wordt het oppervlak van het complexe product i met de afschermlaag 3 met een ondoorzichtige laag bekleed, die dient om eventuele onder de afschermlaag optredende, 15 doch niet daarin doordringende vlekken aan het oog te onttrekken. Indien de afschermlaag 3 ondoorzichtig of gekleurd is, hoeft deze ondoorzichtige laag vanzelfsprekend niet te worden aangebracht. Daarna wordt het decor opgedrukt, hetzij rechtstreeks op de afschermlaag 3 hetzij op de ondoorzichtige laag, waarna op de decoratielaag een doorzichtige slijtlaag wordt 20 aangebracht.

De grondlaag of ruglaat 2 van de bedekking kan op bekende wijze door een bekende onderlaag worden gevormd, bijvoorbeeld een niet geweven vilt doordrenkt met een vinyl, een geperste vinyllaag, een relief geëxpandeerde bekleding met of zonder polyester’ steunlaag, enz.

2p De navolgende voorbeelden dienen ter illustratie van de uitvin— - ding, zonder deze daartoe te beperken.

Voorbeeld 1.

Op een bekledingsonderlaag 2 bestaande uit een textielsteun-laag of mineraal bekleed met geplastificeerd PVC van de volgende samen— 30 stelling: PVC 100

Weekmaker (ftalaat) 125

Verdunningsmiddel (mineraalolie) 5

Dragermateriaal (calciumcarbonaat) 400 35 Stabiliseermiddel (zinkoctoaat) 2 wordt volgens de aan de hand van fig. 1 beschreven werkwijze een doorzichtige polyethyleenglycol-tereftalaat laag 3 aangebracht, die tevoren ge- C. schikt gemaakt is voor hechting aan PVC van het type Helinex 542 (I.C.I.) ^ met een dikte van 36 μ. Het uit de basislaag 2 en de laag 3 bestaande ge— \ 7906518 ' Λ

V

. . - 6 - .

heel -wordt gevoerd over een cylinder 8, die op 120° C wordt verwarmd, zodat voorv.erharding van het PVC en het samenhechten tegelijk plaats vinden, en daarna over een koelcylinder 10, waarna het product 4 wordt verkregen. De productiesnelheid bedraagt 10 meter per minuut.

5 In het oppervlak van het product 4 met laag 3 wordt een on doorzichtige, geplastificeerde PVC laag geïmpregneerd van de volgende samen-'stelling: PVC 100

Weekmaker (ftalaat) 60 10 Stabiliseermiddel (Ba, Ca, Zn) 2

Titaanoxyde 10

Dragermat eriaal (caleiumcarbonaat) 60

Daarna wordt het decor aangebracht op het oppervlak met de ondoorzichtige laat door een bekend heliografisch opdrukprocédé. Op het de-15 cor wordt daarna een doorzichtige slijtlaag aangebracht van de samenstelling: PVC 100

Weekmaker (ftalaat) · 30

Epoxy-olie 3 20 Stabiliseringsmiddel (Ba, Ca) 2

Op deze wijze verkrijgt men een bedekking, die volkomen afgedicht is tegen de migratie van plastificeermateriaal en waarin de grondlaag tijdens het gebruik schimmels en hun bijproducten verzamelt, waardoor deze gewoonlijk een rode kleur aanneemt, die door de aanwezigheid van de ondoor-25 ziohtige laag wordt gemaskeerd, die het decor van de grondlaag optisch scheidt.

Voorbeeld 2.

Op een bekledingsbasis 2 bestaande uit een grondlaag van geplastificeerd, voorgehard PVC van de volgende samenstelling: 30 PVC 100

Weekmaker (ftalaat) 125

Verdunningsmiddel (minerale olie) 5

Drager (caleiumcarbonaat) 400

Stabiliseringsmiddel (zinkootoaat) 2 35 wordt volgens de aan de hand van fig. 2 beschreven werkwijze een dunne laag 3 van polyethyleenglycol-tereftalaat volgens Voorbeeld 1 aangebracht. Het uit de basis 2 en de laag 3 bestaande geheel wordt gevoerd over een cylinder 8 bij een temperatuur van 120° C, waarop de samenhechting plaats vindt en daarna over de koelcylinder 10, waarna het complexe product 4 wordt ver— 7906518 ·.

- ? - * kregen. De productiesnelheid bedraagt 100 meter per minuut.

De verdere behandelingen zijn gelijk aan die van Voorbeeld 1.

Voorbeeld 3«

Op een doorzichtige polyethyleenglycol-tereftalaat laag van 5 het in Voorbeeld 1 aangegeven type wordt eeiondoorzichtige geplastificeerde PVC van de volgende samenstelling: PVC 100

Weekmaker (ftalaat) 60

Stabiliseringsmiddel (Ba, Ca, Zn) 2 10 Titaanoxyde 10

Drager (calciumcarbonaat) 60 rechtstreeks aangebracht.

De verdere behandelingen (aanbrenging van het decor en de doorzichtige slijtlaag) komen overeen met die van Voorbeeld 1.

15 In dit geval vormt de afschermlaag zelf de ruglaat van de be dekking, die voor de migratie overeenkomstig de uitvinding ongevoelig is. Voorbeeld 4.

Op een bekledingsbasis 2 gelijk aan die vaa Voorbeeld 2 wordt door middel van een stram!encylinder met een dichtheid van 15 g/m een ep-20 lossing opgebracht bestaande uit een oplosmiddel en een polyurethaan-poly— ester gemodificeerd door een acrylaat met de handelsnaam Quinn L G 3647 C van de Soc. QUIW, waarvan de viscositeit eventueel wordt geregeld met behulp van een de viscositeit verlagend acryl monomeer.

Het uit de basis 2 en de afschermlaag 3 van gemodificeerd 25 poly-urethaan-polyester bestaande geheel 4 wordt gevoerd door een buis— - vormige ultravioletstraler met een snelheid van 11 m/min per buis. De geharde afschermlaag wordt daarna aan een hechtbehandeling onderworpen.

voor het aahhechten aan verdere PVC lagen. Deze behandeling bestaat uit 2 het aanbrengen van 3 g/m oplossing van 10 ^ polyesterhars in methyl ethyl -30 keton Adcote 1077 van Norton, en Williams op de cylinder, waarna een reactivering bij 120° C plaats vindt.

Het opbrengen van de ondoorzichtige laag, het decor en de slijtlaag geschiedt overeenkomstig Voorbeeld 1.

7906518

Claims (11)

1. Vloer- of muur o edekking, die tegen organische stoffen, in het "bijzonder plastificeerstoffen is afgedicht met het kenmerk,, dat de bedekking een ononderbroken afschermlaag bevat, die bestaat uit 5 een voor plastificeerstoffen ongevoelig materiaal,

2. Bedekking volgens conclusie 1 m e t het kenmerk, dat de ononderbroken afschermlaag is aangebracht tussen de grondlaag van . de bedekking en de decoratieslijtlaag.

3. Bedekking volgens conclusie 1 met het kenmerk, 10 dat de ononderbroken afschermlaag zelf de grondlaag van de bedekking vormt.

4» Bedekking volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de ononderbroken afschermlaag wordt gevormd door een polyesterfilm en in het bijzonder door een polyethyleenglycol-tereftalaat film. 15

5· Bedekking volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de afschermlaag wordt gevormd door een polytetrafluor-ethyl een film.

6. Bedekking volgens conclusies 1 en 2 met het ken merk, dat de ononderbroken afschermlaag wordt gevormd door een polymeer 20 of copolymeer van polyurethaan-pblyester, gemodificeerd door een acrylhars.

7· Bedekking volgens een der conclusies 1-6, met het k e' n m e r k , dat een ondoorzichtige laag is aangebracht tussen de afschermlaag en de doorzichtige slijtlaag.

8. Bedekking volgens een der conclusies 1—6, met het 25. e n m e r k , dat de afschermlaag ondoorzichtig is.

9· Werkwijze ter vervaardiging van een vloer- of muurbedekking volgens een der conclusies 1, 2, 5 en 8 met het kenmerk, dat de de afschermlaag vormende film door thermische samenhechting met de grondlaag wordt aangebracht, die met geplastificeerd PVC is bedekt, waarbij 30 de thermische hechting tegelijkertijd de PVC laag voorhardt.

10. Werkwijze volgens een der conclusies 1, 2, 4, 5, 7 en 8 met het kenmerk, dat de de afschermlaag vormende film door thermische saraenhechting met de grondlaag wordt aangebracht, die met geplastificeerd, voorverhard PVC is bedekt. 35

11· Werkwijze ter vervaardiging van een bedekking volgens een der conclusies 1,6, 7 en Smet het kenmerk, dat de de afschermlaag vormende film volgens een op zichzelf bekende methode (bestrijken, schilderen, rollen met cylinder, enz.) wordt verkregen door aanbrenging van een filmvormende, hardbare stof in de vorm van een oplossing of een 7906518 % - 9 - emulsie gevolgd door een hardingsbehandeling door warmtestraling, ultraviolet Straling· of met behulp van elektronehbundels. i 7906518