NL7906487A - Isolatie-element bestemd om aangebracht te worden tussen de ruiten van een samengesteld venster. - Google Patents

Description

, Λ -1- Ν.Ο. 28.194 ___________

Sulζer Brothers Limited, te Winterthur, Zwitserland.

Isolatie-element bestemd om aangebracht te worden tussen de ruiten van een samengesteld venster.

Be onderhavige uitvinding heeft betrekking op een isolatie-element, bestaande uit gespannen folies, die door afstandsmiddelen op afstand van elkaar worden gehouden, welk isolatie-element bestemd is om tussen de ruiten van een samengesteld venster aangebracht te worden. 5

Het is bekend, dat de warmt e do o rgangs coëfficiënt van een dubbel venster of een uit meer dan twee ruiten bestaand venster aanzienlijk verkleind kan worden door licht doorlatende kunststof-folies, die planparallel met de vensterruimten in de luchtruimte zijn gespannen, (Zwitserse octrooischriften 351*095; 424.181 en 10 588.627).

Ondanks de hoge technische werkzaamheid van tussen twee ruiten gespannen folies en ondanks het geringe materiaalverbruik, worden samengestelde vensters van het genoemde type in de praktijk nog zeer weinig gebruikt. Be reden hiervoor moet daarin ge- 15 zien worden, dat de problemen van het biaxiaal spannen en het vasthouden van de biaxiaal gespannen folies tot nu toe niet op economische wijze opgelost zijn. Yerder levert het blijkbaar ook moeilijkheden op, bij verschillen in de warmteuitzettingen respek-tievelijk -krimpingen tussen de gespannen folies en hun vasthoud- 20 organen de folies vrij van vouwen te houden.

Be onderhavige uitvinding heeft tot doel een isolatie-element te verschaffen, dat bestaat uit gespannen folies en dat bestemd is om aangebracht te worden tussen de ruiten van een samengesteld venster, waarbij de folies op eenvoudige en economische wijze, 25 zonder hoge investeringskosten, bijvoorbeeld voor speciale span- 79 0 6 4 8 7 <% X 2 inrichtingen, steeds over de gehele zijlengte gelijkmatig biaxiaal gespannen kunnen worden en in de gespannen toestand vastgehouden kunnen worden. Verder wordt van het isolatie-element vereist, dat ook bij verschillende warmteuitzettingen tussen vasthoudmiddelen en folies de folies zonder vouwen gespannen blijven. 5

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat twee folies langs het grootste deel van hun omtrekszijden zijn verbonden en tenminste in langsrichting verschuifbaar biaxiaal met behulp van spanmiddelen gespannen zijn en doordat in de niet-gespanneri toestand iedere begrenzing van de verbinding van beide folies 10 en/of de betreffende bijbehorende begrenzing van de bijbehorende zijde van de spanmiddelen in langsrichting verlopen volgens een éénzijdig, constant gekrompde kromme. De bijvoorbeeld door lassen, lijmen, naaien of klemmen tot stand gebrachte vaste verbinding van telkens twee folies, waarvan de dikte bij voorkeur ligt in 15 het gebied van 10-50 ^tm , maakt een fixering van de folies aan de spanmiddelen overbodig. De daardoor bereikte beweegbaarheid van de met elkaar verbonden folies ten opzichte van de spanmiddelen, tenminste in de langsrichting van iedere zijde, maakt het mogelijk dat de spanmiddelen respektievelijk vasthoudorganen ten 20 opzichte van de folies kunnen verschuiven en daardoor verschillend van de folies kunnen uitzetten respektievelijk samentrekken.

Over de gehele zijlengte gelijkmatige stamkrachten worden bereikt, door de folieverbinding en/of de daarnaar toe gekeerde begrenzing van de ongespannen spanmiddelen te vormen volgens een 25 éénzijdig constant gekromde kromme, die bij voorkeur, tenminste ongeveer, verlopen kan in overeenstemming met de buiglijn van een vrij opliggende drager of volgens een kabelkromme van een vrij doorhangende kabel. Vanzelfsprekend is het binnen zekere toleranties mogelijk deze parabolen , die slechts op betrekkelijk inge- 50 wikkelde wijze vervaardigd kan worden, te vervangen door cirkelbogen of andere meer eenvoudige funkties. Verder kan men de gewenste kromme voor de afstand tussen de genoemde begrenzingen van de folies en de niet-gespannen spanmiddelen, ook bereiken door verdeling van de resulterende, uiteindelijke vorm van de kromme 55 7906487 3 over de begrenzingslijnen van "beide elementen, d.w.z. de folie-verbinding en de niet-gespannen spanmiddelen, en/of door overeenkomstig gevormde, tij voorkeur elastische tussenorganen. Zo is het mogelijk, de spanmiddelen, die alleen met veel inspanning binnen de toelaatbare toleranties overeenkomstig vervormd moeten 5 worden, bijvoorbeeld als hol profiel van een raam gevormd moeten worden, te voorzien van een rechte buitenbegrenzing en de folies langs de gewenste kromme samen te voegen. Bij een andere mogelijkheid, waarbij eveneens de rechte of slechts gering gekromde, geprofileerde spanmiddelen gebruikt wordenm wordt de verbinding 10 van de folies eveneens recht uitgevoerd of slechts voorzien van een geringe kromming en wordt tussen de beide elementen een overeenkomstig gevormd tussenorgaan ingebed, dat op doelmatige wijze vervaardigd kan zijn uit kunststof.

Bij voorkeur worden de isolatie-elementen volgens de uit- 15 vinding voorzien van een zelfdragend frame, zodat zij als afzonderlijke elementen ook achteraf aangebracht kunnen worden tussen reeds bestaande dubbele vensters, Be frames kunnen daarbij zowel binnenframes als buitenframes zijn.

Be door de spanmiddelen uitgeoefende spankrachten worden zo 20 klein mogelijk gehouden; voor een in de handel verkrijgbare folie op polyesterbasis met een dikte van ongeveer 1 jm zijn bijvoorbeeld spankrachten van 0,6 tot 1,2 N/cm zijlengte voldoende om de folies strak gespannen en zonder vouwen en oneffenheden vast te houden. 25

Yerdere gunstige details van het isolatie-element volgens de uitvinding zullen blijken uit de nu volgende beschrijving aan de hand van de tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden van het isolatie-element zijn weergegeven.

Fig. 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld 50 van het isolatie-element volgens de uitvinding in niet-gespannen toestand; 2 komt overeen met fig. 1 en toont een tweede gewijzigde uitvoeringsvorm;

Fig. 5 toont schematisch, beperkt tot één langszijde, een 35 7906437 4 variant van fig. 2;

Pig. 4 toont op grotere schaal een detail van fig. 1;

Pig. 5 is een doorsnede over de lijn Y-Y van fig. 4;

Pig. 6 toont een doorsnede YI-YI van fig. 7 en eveneens op een ten opzichte van fig. 2 grotere schaal een detail van een ^ samengesteld venster, dat voorzien is van elementen volgens de uitvoering volgens fig. 2;

Pig. 7 is een doorsnede over de lijn YII-YII van fig. 6;

Pig. 8 komt overeen met jfig. 6, maar toont een andere uitvoeringsvorm van een samengesteld venster; 10 i

Pig. 9 en 10 zijn doorsneden over de lijn IX-IX en X-X van fig. 8;

Pig. 11 toont op dezelfde wijze als fig. 6 een verder voorbeeld van het element volgens de uitvinding in een samengesteld venster; 15

Pig. 12 is een doorsnede over de lijn XII-XII van fig. 11;

Pig. 13 toont in doorsnede over de lijn XIII-XIII van fig.

14 een laatste variant van het element volgens de uitvinding, eveneens weer ingebouwd in een samengesteld venster; en

Pig. 14 en 15 tonen doorsneden volgens de lijnen XIY-XIY en 20 XY-XY van fig. 13.

Langs alle vier zijden van haar omtrek zijn twee in de handel verkrijgbare heldere folies (fig.1), die bijvoorbeeld bestaan uit polyester en een dikte hebben van 12yum, met elkaar verbonden. In alle getoonde uitvoeringsvoorbeelden bestaan deze 25 verbindingen uit lasnaaden 2, die met behulp van lasmachines vervaardigd worden.

Yoor het bereiken van een gelijkmatige biaxiale spanning in de folies 1 na het spannen, kunnen de lasnaden 2 daarbij volgens een éénzijdige constant gekromde kromme, bij voorkeur volgens de 30 buiglijn van een gelijkmatig belaste, niet-ingespannen drager (fig.1) of volgens de kabelkromme van een vrij doorhangende kabel (fig. 11 en 13) verlopen. Leze krommen, die parabolen van hogere orde vormen, kunnen echter ook benaderd, respektievelijk vervangen worden door krommen van meer eenvoudiger funkties, bij voorkeur 35 7906487 ·.

5 door kegelsneden, in het bijzonder cirkelbogen. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk de verbindingen van de folies uit te voeren in de vorm van een rechte naad, (fig.2 en 3) en de volgens de uitvinding vereiste verandering van de afstand tot de bijbehorende framezijde in niet-gespannen toestand tot stand te brengen door 5 een kromme vorm van de framezijde, waarop later nog zal worden ingegaan.

De nauwkeurige vorm van de afzonderlijke buiglijn of kabel-kromme respektievelijk de als benadering gebruikte meer eenvoudige kromme is afhankelijk van materiaal- en vormkenmerken van het 10 betreffende, bijbehorende framemateriaal respektievelijk frame-profiel, zoals bijvoorbeeld de elasticiteitsmodulus van het framemateriaal en het traagheidsmoment van de profieldoorsnede. Verder zijn in de berekening van de krommen de lengte respektievelijk de spanwijdte van de te spannen foliezijden en de spankrachten 15 opgenomen. Deze worden zo gering mogelijk gehouden en zijn juist zo groot, dat daardoor alle vouwen en oneffenheden van de met elkaar verbonden folies 1 gecompenseerd worden. Bij uitgevoerde proefuitvoeringen met folies met een dikte van 12 is gebleken dat spankrachten van 0,6 tot 1,2 ïï/cm zijlengte geschikt zijn. 20

De vervaardiging van de folienaden 2 volgens de berekende krommen kan onder bepaalde omstandigheden vereenvoudigd worden met behulp van een programmeerbare, elektronische besturing van de las-, naai- of lijmmachines; verder gaat men bij de vervaardiging bij voorkeur zodanig te werk, dat men door aanbrengen van de 25 verbindingsnaden 2 eerst een, in omtreksrichting gesloten zak vervaardigt uit twee op elkaar gelegde strakke, maar nog niet gespannen folies en aansluitend de hoeken afsnijdt. Door de zo ontstane openingen 3 worden tussen beide folies 1 de framezijden 4 respektievelijk 9 geschoven van een als spanmiddel dienend jq binnenframe (fig.1-7), trekkabels (fig. 11 en 12), drukstaven 6 (fig. 13-15) of, bij toepassing van buitenframes J, elastische tussenorganen 8 (fig. 8-10).

Bij de eerst getoonde uitvoeringsvorm (fig. 1, 4 en 5), waarbij de verbindingsnaden 2 van de folies 1 volgens een buiglijn 35 verlopen, zijn de framezijde 4 en 9 recht; het frameprofiel (fig.5) 7908437 6 wordt bij voorkeur als rechthoekig buisprofiel uitgevoerd. Aan één einde van iedere framezijde 4 respektievelijk 9 is de naar het inwendige van het frame gekeerde rechthoekzijde van het profiel over een zekere lengte verwijderd om een inschuiven van de telkens aangrenzende framezijde 9 respektievelijk 4 mogelijk te 5 maken.

Het spannen van de framezijden 4 en 9 heeft plaats in langsriohting van de onder een hoek onder elkaar staande zijden 4 en 9i zoals door pijlen in fig. 1 en 2 is aangeduid.

Zoals fig. 4 toont, wordt het binnenframe volgens fig. 1 10 met behulp van een op de wijze van een hefboom werkend spanwerktuig 11 gespannen; als elastische verbindingselementen tussen de afzonderlijke framezijden 4 en 9 dienen daarbij haarspeldvormige gebogen bladveren 10, die telkens in het open profiel in één framezijde 4 respektieveli jk 9 zijn ingestoken, met een omgebogen 15 einde op de rand van het frameprofiel steunen en zo tegen een uitglijden in de framezijden 4 respektievelijk 9 geborgd zijn. Het andere einde van de veren 10 steunt op een pen 12 in de aangrenzende framezijde 9 respektievelijk 4· De veerconstante van de veren 10 is zodanig, dat door de veren 10 de noodzakelijke span- 20 krachten voor het compenseren van de fabricagetoleranties van lassen van de folies en van framezijden worden opgewekt en ook verschillende warmteuitzettingen van folies 1 en framezijden 4 respektievelijk 9 gecompenseerd worden. De veren 10 zijn, bijvoorbeeld door aanpassing van hun bladbreedte aan de inwendige 25 profielbreedte van de framezijden 4 en 9 zo uitgevoerd, dat door de veerdelen, die steken in de profielen van de zijden 4 en 9» een zijdelings wegkantelen van de framezijden 4 en 9 onder belasting vermeden wordt.

In de inwendige holle ruimte van de framezijden 4 en 9 kan een 30 granulaat 13 zijn aangebracht, dat vocht absorbeert en op deze wijze kan de lucht tussen de folies 1 via fijne boringen 23 in de frameprofielen vrijgemaakt worden van vocht. Een uitstromen van het granulaat 13 uit de holle profielruimte wordt aan één einde van de zijden 4 en 9 verhinderd door de veer 10 en aan het andere 35 einde door een prop 14· 7906497 7

Als vochtigheid binnend granulaat zijn zogenaamde fysica-lische droogmiddelen geschikt, waarbij de vochtigheid geadsorbeerd wordt. Deze op zeolithbasis vervaardigde stoffen zijn in de handel verkrijgbaar en staan bekend als moleculair zeven.

Bij het spannen van de beide, in de eindtoestand loodrecht 5 op elkaar staande zijden 4 en 9 grijpt het werktuig 11, dat steunt op de zijde 9» aan op één einde van de veer 10, drukt deze samen en verschuift de naar elkaar toe gerichte einden van de framezijden 4 en 9 ten opzichte van elkaar. Vanneer de framezijden 4 en 9 zich in de voor het gespannen frame juiste stand bevinden, dan 10 wordt de pen 12 in het andere einde van de zijden 9 en 4 geplaatst, het einde van de veer 10 wordt daarop gelegd en het werktuig 11 wordt verwijderd. Be bewegingsrichtingen van de afzonderlijke delen van het werktuig 11 bij het ten opzichte van elkaar spannen van de framezijden 4 en 9> zijn in fig. 4 met 15 pijlen aangegeven.

Het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2 verschilt alleen in details van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1. In het tweede voorbeeld zijn de naden 2 recht en zijn de framezijden 4 en 9 gebogen uitgevoerd, waarbij de in het algemeen uit metaalplaat vervaar- 20 digde profielen van de framezijden 4 en 9 op gunstige wijze tot eenvoudige cirkelbogen gebogen worden; wanneer noodzakelijk, dan wordt een aanpassing aan de buiglijnen bereikt met behulp van kunststof-tussenorganen 15, die aan de buitenzijde op de metaal-profielen gelijmd worden. Het tussenorgaan 15 kan daarbij voor de 25 eenvoudigheid eveneens gekromd zijn als cirkelboog en alleen door zijn elasticiteit, die groter is ten opzichte van die van het metaalprofiel, een aanpassing veroorzaken aan d§tuiglijnen. Voor hogere eisen is het echter ook mogelijk aan de buitenbegrenzing van het tussenorgaan 15 de vorm van de buiglijn te geven, d.w.z. 30 zoals het tussenorgaan 15a in fig. 3 duidelijk maakt, zijn hoogte ten opzichte van de als cirkelboog uitgevoerde boog aan zijn basis vanuit het midden naar beide zijden constant te vergroten.

Be veren 10 van de eerste voorbeelden zijn vervangen door insteeklichamen 16, die aan één einde zijn ingepast in het open 55 7906437 * 8 profiel van de framezijden 4 en 9 en die aan hun uitstekende einde een schroefdraad 17 hebben; hierin kan een schroefbout 18 (fig.6) geschroefd worden, waarvan de kop verzonken is geplaatst in een plaat 19· Deze plaat 19 sluit het andere einde van aangrenzende framezijden 4 respektievelijk 9 af· 5

In fig. 7 zijn voor de opbouw van een samengesteld venster isolatie-elementen van de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm gebruikt, zoals duidelijk is uit fig. 6. Twee van de isolatie-elementen volgens fig. 2 zijn daarbij in langssleuven 20 van afstandelementen 24 respektievelijk 29 geschoven, die bestaan -\q uit slecht warmtegeleidende kunststof. De afstandselementen 24 respektievelijk 29 hebben een in hoofdzaak W-vormige dwarsdoorsnede, waarbij in de drie benen holle ruimten 22 aanwezig zijn, waarin zich vocht absorberend granulaat 13 bevindt, welke ruimten via boringen 23 in verbinding staan met de luchtruimten tussen 15 de naar elkaar toe gekeerde folies 1 van de beide isolatie-elementen respektievelijk van één folie 1 en van een ruit 21 van het samengestelde venster.

De beide buitenste vrije benen van de W-vormige dwarsdoorsnede van de afstandselementen 24 respektievelijk 29 zijn bijvoorbeeld 20 door aan beide zijden klevende kleefstroken 25 gehecht aan de ruiten 21. Over de basisdelen van de afstandselementen 24 res-pektievelijk 29 zijn als gasdichte afdichting tegen het binnendringen van vocht vanaf de buitenzijde, ïï-vormige kappen 26 res-pektievelijk 27 geschoven. De daartussen en de ruiten 21 over- 25 blijvende tussenruimten zijn gevuld met een kit- en/of afsluit-massa 28 met een geringe doorlaatbaarheid voor waterdamp, die dient als kleef- en als afdichtmassa.

Daar de isolatie-elementen zijn uitgevoerd als zélf dragende afzonderlijke lichamen en de vensterruimten 21 dus geen enkele 30 spankracht behoeven op te nemen of draagfunkties behoeven uit te oefenen, zijn de met de kleefstroken 25 respektievelijk de massa 28 vervaardigde kleefverbindingen, die in hoofdzaak vooral uitsluitend moeten werken als afdichtingen tegen vocht, wat sterkte . betreft volledig toereikend. 35 7906487 9

De "buitenframes 7, die dienen als spanmiddel "bij de isolatie-elementen volgens fig. 8-10 , zijn eveneens als profielframes uitgevoerd; haar framezijden 34 en 39 hebben de in fig. 9 en 10 getoonde profieldoorsneden, waarin twee over de lengte van de framezijden 34 en 39 verlopende holle ruimten 30 en 31 aanwezig 5 zijn. De buitenste holle ruimte 30 is weer gevuld met vocht-absorberend granulaat 13» dat aan één einde door de promp 14 en aan het andere einde door ingeschoven afsluitlichamen 32 uit kunststof afgesloten wordt tegen uitvallen.

Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de verbindingsnaden van 10 de folies 1 terecht uitgevoerd en in niet-gespannen toestand zijn de framezijden 34 en 39 .gebogen volgens een buiglijn of volgens een cirkelboog. De vereffening van de vervaardigingsonnauwkeurig-heden in de verbindingsnaad van doolies 1 en/of de buiging van de framezijden 34 en 39 heeft hier plaats met behulp van de elas- 15 tische tussenorganen 8, die op dezelfde wijze als de framezijden 4 en 9 tij de eerdere >litvoeringsvormen, naar binnengeschoven worden door openingen 3 tussen de folies 1. De tussenorganen 8, die uitgevoerd zijn in d evorm van langs een mantellijn gesleufde buizen uit kunststof of dunne metaalplaat, bevinden zich in de 20 holle ruimten 31 van de framezijden 34 en 39· Zoals de verschillende weergave van hun diameter in fig. 9 en 10 aangeeft, worden zijn, afhankelijk van de plaatselijke spanningen, meer of minder samengeperst voor het compenseren van de genoemde vervaaridings-toleranties. 25

De onderlinge verbinding van de beide aangrenzende framezijden 34 en 39 heeft plaats met behulp van ïï-vormige eindstukken 33» die aan iedere hoek in de holle ruimten 30 van één van de beide framezijden 34 respektievelijk 39 worden geschoven; de eindstukken 33 dienen in de gespannen toestand als contralagers voor de ondersteuning van de andere aangrenzende framezijde 39 respektievelijk 34» waarbij de eindstukken 33 met behulp van kunststofschroeven 35 vastgeschroefd zijn aan in de aangrenzende framezijden 39 respektievelijk 34 gestoken afsluitstukken 32.

Als waterdampdichte afsluiting is over iedere hoek respektie- 35 7906437 10 velijk stootplaats van de beide framezijden 34 en 39 een kapvor-mig hoekstuk 36 niet ïï-vormige dwarsdoorsnede geschoven en aan zijn randen dicht verbonden met de framezijden 34 en 39» bijvoorbeeld door solderen.

Be framezijden 34 en 39 zijn weer via aan beide zijden 5 klevende stroken 25 vastgehecht aan de ruiten 21; naar buiten is de tussen de buitenframes 34 en 39 en de ruiten 21 overblijvende holle ruimte, evenals bij het voorafgaande voorbeeld, gevuld met afsluitmassa 28, zodat de gehele tussenruimte tussen de ruiten 21 gasdicht is afgesloten. 10

Als spanelementen voor de folies 1 dienen in het uitvoerings-voorbeeld volgens fig. 11 en 12 trekkabels 5. Be verbinding van de beide folies 1 verloopt daarbij in dit geval tenminste ongeveer volgens een kabelkromme. Be trekkabels 5 zijn in het getoonde voorbeeld in langsrichting elastisch en bestaan uit schroefveren. 15

Zij verlopen in langssleuven 40 (fig.12) van afstandselementen of steunframezijden 44 respektievelijk 49 uit kunststof. Be tot ogen 42 omgebogen einden van de trekkabels 5 zijn aan iedere hoek met behulp van een door de ogen gestoken pen 42a opgehangen in uitsparingen 43 van een kubusvormig of vierhoekig verankerings- 20 blok 45» dat eveneens uit kunststof bestaat; het blok 45 dient tegelijkertijd telkens als contralager voor twee aangrenzende steunframezijden 44 respektievelijk 49·

Be naar buiten gerichte basis van de steunframezijden 44 en 49» evenals het verankeringsblok 45 zijn omvat door kappen 46 en 25 47 uit metaalfolie of metaalplaat, om de inwendige holle ruimte tussen de ruiten 21 (fig. 12) vochtdicht af te sluiten, welke kappen aan de hoeken gasdicht met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door solderen. Kit- of afsluitmassa 28 waarborgt weer de afdichting van de tussenruimte tussen de kappen 46 en 47 en de ruiten 21. Beze zijn, evenals bij het voorafgaande voorbeeld, met behulp van dubbelzijdige kleefbanden 25 verbonden met de afstandsele-menten 44 en 49·

Bij he^iLaatste uitvoeringsvoorbeeld wordt als spanmiddel een gebogen drukstaaf 6 gebruikt, die verloopt in sleuven 50 van 55 7906437

Claims (13)

1. Isolatie-element, bestaande uit gespannen folies, die door afstandsmiddelen op afstand van elkaar worden gehouden, welk iso- 30 latie-element bestemd is om tussen de ruimten van een samengesteld venster aangebracht te worden, met het kenmerk, dat twee folies (1) langs het grootste deel van hun omtrekszijden met elkaar zijn verbonden en tenminste in langsrich-ting verschuifbaar biaxiaal met behulp van spanmiddelen (4,9; 34, 35 39> 5;6) gespannen zijn, en dat in de niet-gespannen toestand 790643? * iedere begrenzing (2) van beide folies (l) en/of de betreffende bijbehorende begrenzing van de bijbehorende zijde van de span-middelen (4»9» 34» 39» 5»6) in langsrichting verlopen volgens een éénzijdig, constant gekromde kromme.

2. Isolatie-element volgens conclusie 1,met het 5 kenmerk , dat de spanmiddelen (4>9>34> 39» 5>6) door evenwijdig aan de folievlakken verlopende krachten onder spanning worden gehouden.

3. Isolatie-element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk , dat de spanmiddelen (4,9» 34»39) samengesteld 10 zijn tot een zelfdragend frame.

4. Isolatie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk , dat de éénzijdig, constant gekromde kromme tenminste bij benadering overeenkomstig de buiglijn van een door de folies (1) gelijkmatig belaste, niet-ingespannen drager verloopt. 15

5. Isolatie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de éénzijdig, constant gekromde kromme tenminste bij benadering volgens de kabelkromme van een gelijkmatig belaste, doorhangende kabel verloopt.

6.Isolatie-element volgens conclusie 1,met het 20 kenmerk , dat tussen de spanmiddelen (4»9» 34>39) en de begrenzing van de folieverbinding (2) tussenorganen (l5;8) zijn aangebracht.

7· Isolatie-element volgens conclusie 3 of 6, met het kenmerk , dat de spanmiddelen (4»9) zijn aangebracht als 25 binnenframe tussen de folies (1).

8. Isolatie-element volgens conclusie 6, met het kenmerk , dat de spanmiddelen (34»39) als buitenframe (7) buiten de folies (1) zijn aangebracht en via een elastisch tussenorgaan (8) verbonden is met de folies (l), welk tussenor- 30 gaan (8) tussen de folies (1) naar binnen is getrokken en in het buitenframe (7) wordt gesteund.

9. Isolatie-element volgens conclusie 5» m ® "fc het kenmerk , dat de spanmiddelen bestaan uit een trekkabel (5)· 790643? 35

10. Isolatie-element volgens conclusie 4 of 5> met het kenmerk, dat de spanmiddelen bestaan uit een druk-staaf (6).

11. Isolatie-element volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de trekkabel (5) in zijn langsrichting 5 elastisch is.

12. Isolatie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk , dat de spanmiddel zij den (4» 9) via veeasLementen (10) onderling gespannen zijn.

13· Isolatie-element volgens conclusie 12,met het 10 kenmerk, dat de veerelementen (10) zodanig zijn uitgevoerd, dat zij een kantelen van de spanmiddellijsten (4»9) verhinderen. 7906437