NL7906247A - Afstembesturingsschakeling. - Google Patents

Description

- t X sch/se/1032

Sony Corporation (Sony Kabushiki Kaisha) 3 te Tokio, Japan Afstembesturingsschakeling.

De uitvinding heeft betrekking op een afstembe-sturingsschakeling voor toepassing in samenhang met een afstemeenheid met een freguentiesamenstellingsschakeling, en in het bijzonder op een afstembesturingsschakeling voor 5 toepassing bij een afstemeenheid met een frequentiesamen-stellingsschakeling,· waarvan de afstemsnelheid kan worden gevarieerd.

Bekend is als afstembesturingsschakeling voor toe passing bij een afstemeenheid met een frequentie samenstel-10 lingsschakeling een schakeling met een omhoog/omlaag-teller voor besturing van een programmeerbare deler in een fase vergrendelde lus (phase locked loop =PLL). Ook is in een dergelijk geval bekend, dat de automatische aftasting kan worden bereikt door het sequentieel toevoeren van voor-15 af bepaalde klokpulsen aan de omhoog/omlaag-teller , terwijl de afasting ook stapsgewijze kan plaatsvinden door de intermitterende toevoer van een klokpuls aan de omhoog/ omlaag-teller.

In het geval van deze automatische aftasting be-20 staat evenwel het gebrek, dat het afstemmen of het kiezen van een station een lange tijd in beslag neemt, terwijl in het geval van de stapsgewijze aftasting de handeling vele malen dient te worden herhaald. Derhalve stelt de uitvinding zich ten doel, een nieuwe afstembesturingsschakeling 25 voor toepassing in samenhang met een afstemeenheid met een freguentiesamenstellingsschakeling te verschaffen, die niet behept is met de gebreken van de bekende schakeling.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een afstembesturingsschakeling voor toepassing in 30 samenhang met een afstemeenheid met een frequentiesamenstel-lingsschakeling, waarvan de afstemsnelheid kan werden gevarieerd.

In overeenstemming met een uitvoeringsvoorbeeld 790 62 47 -2- * 4 van de onderhavige uitvinding wordt een afstembesturings-schakeling voor toepassing in samenhang met een afstemeen-heid met een frequentiesamenstellingi^schakéling verschaft, die omvat: een fase 'vergrendelde lus met een referentie- 5 signaal oscillator, een oscillator met variabele frequentie, een mét de uitgang van de variabele-frequentie-oscillator verbonden, programmeerbare deler, een fasevergelijkingsschake-ling waaraan het uitgangssignaal van de referentiesignaal-oscillator en hhet uitgangssignaal van een programmeerbare 10 deler worden toegevoerd voor opwekking en afgifte van een met het faseverschil daartussen recht evenredig besturings-signaal, een laagdoorlaatfilter waar aan het besturingssig- r naai wordt toegevoerd voor opwekking en afgifte van een ge-lijkspannings-besturingssignaal voor het zodanig besturen 15 van de variabele-frequentie-oscillator, dat een fasevergren— deling wordt verkregen van de fase van de variabele-frequenr-tie-oscillator met de fase van de referentiesignaaloscilla-tor, een met de programmeerbare deler verbonden teller voor besturing van de deelverhouding daarvan binnen een vooraf-20 bepaald frequentiegebied, een met de teller verbonden afstem-besturingspulsoscillator voor toevoer van een besturingspuls daaraan, en een met de afstembesturingspulsoscillator verbonden besturingsschakeling voor besturing van de periode van de besturingspuls voor het variëren van de telsnelheid van 25 <ae teller.

Verdere kenmerken en bijzonderheden van de schakeling volgens deuitvinding zullen worden genoemd en toegelicht aan de hand van een tekening.

Hierin tonen: 50 Figuur 1 een frontaal aanzicht van een afstemeen- heid met een frequentiesamenstellingsschakeling, waarin de onderhavige uitvinding is toegepast;

Figuur 2 een schema , gedeeltelijk in blokvorm, van een uitvoeringsvoorbeeld van denitvinding; 55 Figuur 3 een funktieschema van de bij de uitvin ding toegepaste schakelaar;

Figuren 4A t/m 4E en figuren 5A t/m 5F schematisch weergegeven golfvormen ter toelichting van de werking van het in fig.2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvin- 790 62 47 * ding. "3"

De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van een AM/FM-radioontvanger van het f re quent ie samenstelling stype, waarbij als voorbeeld de afstembesturings-schakeling volgens de onderhavige uitvinding is toegepast.

5 Aan de hand van fig.l zal nu eerst het frontpa- neel van de ontvanger worden beschreven. In fig.l. duidt het verwijzingsgetal 1 een voedingsschakelaar aan, 2 een sig— naalniveau meter, 3 een digitale frequentie indicator, 4 twaalf voorinstellingsknoppen, 5 en 6 een AM/FM bandom-10 schakelaar, 7 een roteerbare afstemknop, 8 een afstemknop voor automatische aftastzwaai, 9 een stereo-mono-omschakelaar, en 10 een dempingsschakelaar.

Indien bij deze ontvanger de afstemknop 7 in de richting van de wijzers van de klok en daartegenin wordt 15 geroteerd tegen de werking van een (niet-getekende) veer in vanuit de middelste of neutrale positie, wordt de ontvangen frequentie verhoogd en verlaagd met 0,1 MHz bij FM ontvangst en met 1 kHz bij AM ontvangst. De uitvoering voor dit geval is zodanig, dat, indien de afstemknop 27 over ongeveer 20° 20 wordt geroteerd, de ontvangen frequentie wordt verhoogd of verlaagd met 0,1 MHz bij FM ontvangst en met 1 kHz bij AM-ontvangst. Indien verder de afstemknop 7 verder dan +20° en —20° wordt verdraaid, wordt de ontvangen frequentie continu verhoogd en verlaagd, en naarmate de absolute waarde van de 25 rotatiehoek toeneemt, neemt de aftastsnelheid, waarmee de band van ontvangen frequenties wordt afgetast navenant toe. Voor ontvangst van een gewenste omroepfrequentie is het derhalve voldoende, dat de aftastknop 7 met de hand wordt geroteerd, totdat de door de indicator 3 aangeduide frequentie 30 samenvalt met de gewenste ontvangstfrequentie, waarna de aftastknop 7 wordt losgelaten. De afstemknop 7 keert in dat geval automatisch naar zijn neutrale positie terug, de ontvangen frequentie ligt vast en het met die frequentie korrespon -derende station kan worden ontvangen.

35 Wanneer bij deze ontvanger verder de afstemknop 7 wordt geroteerd, waardoor de ontvangen frequentie varieert, wordt op elk moment dat het laagste cijfer van de ontvangen frequentie zich wijzigt, een geluid opgewekt, waardoor audi- 790 62 47 -4- tief kan worden vastgesteld, dat de ontvanger zich. in zijn afstemtoestand bevindt.

Voor het voorinstellen van een gewenst oraroepstation na beëindiging van de afstembewerking is het voldoende, 5 dat de afstemknop 7 tijdelijk wordt ingedrukt tegen de werking van een veer in voor het in bedrijfsklare toestand voorinstellen van een geheugen, waarna één van de voorinstellings-knoppen 4, korresponderend met het gewenste omroepstation, wordt ingedrukt. Op deze wijze wordt de met de ingedrukte 10 voorinstellingsknop 4 korrespenderende ontvangstfrequentie opgeslagen in een later te beschrijven geheugen.

In het onderhavige voorbeeld kunnen 12 verschillende omroepfrequenties in de AM- en de FM -band worden vooringesteld.

15 Na het indrukken van de afstemknop 8 voor automa tische aftastzwaai wordt verder, indien de afstemknop 7 tijdelijk over een gewenste hoek wordt verdraaid, de ontvangen frequentie automatisch gewijzigd, en wanneer een omroepfrequentie wordt ontvangen, wordt de ontvanger vast inge'steld op 20 die frequentie.

Nu zal aan de hand van fig.2 een voorbeeld van de schakeling volgens de uitvinding worden beschreven.

In fig.2 duidt het verwijzingsgetal 20 in het algemeen een ontvangsteenheid aan. Eigenlijk zijn er twee eenheden aanwe-25 zig, nl. éën voor AM en één voor FM, maar kortheidshalve is slechts één eenheid getekend. In de eenheid 20 is een met een hoog frequent (HF)versterker 12 verbonden antenne 11 aanwezig. Verder is een frequentie-omzetschakeling of omzetter 13 aanwezig, die omvat: een menger 14, een locale oscillator of 30 variabele frequentie-oscillator 15, een middenfrequent (IF), versterker 16, en een detector of demodulator 17 met een uit-gangsaansluiting 18.

De variabele-frequentie-oscillator 15 is gemeenschappelijk met een frequentie-samenstellingsschakeling 19 35 van het type met een fase vergrendelde lus, omvattende een programmeerbare frequentiedeler (teller)21, een omhoog/om-laag-teller (register) 22, een referentiesignaaloscillator (kristaloscillator) 23, een fasecomparator 24 en een laag-doorlaatfilter 25. In dit geval voert de omhoog/omlaag-teller 790 62 47 -5- 22 parallelle digitale 4-bits signalen , korresponderend met de ontvangen frequentie (de lokale-oscillator frequen-tié ' sequentieel toe aan de programmeerbare frequentiedeler 21 (bij elk decimaal cijfer van de BCD-kode). Wanneer de 5 digitale signalen van alle cijfers van de lokale-oscillator frequentie door de teller 22 aan de deler 21 worden toegevoerd, wordt de deelverhouding van de deler 21 ingesteld op een met de lokale -oscillatorfrequentie korresponderende deelverhouding.

10 In het uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding vol gens fig.2 is een afstembesturingsschakeling 30 aanwezig met een astabiele multivibrator 32 als oscillator met variabele frequentie. Een signaal SI met een rechthoekige golfvorm, die wordt afgegeven door de astabiele multivibrator 22 en 15 in fig.4A is getekend, wordt toegevoerd aan een monostabiele multivibrator 34. De astabiele multivibrator 32 omvat een variabele weerstand 33 als frequentie variatie-element en de oscillatie-frequentie wordt gevarieerd door het met de hand variëren van de variabele weerstand 33, zoals in fig.4E 20 is weergegeven. Een signaal S2 met een rechthoekige golfvorm, welk signaal wordt afgegeven door de monostabiele multivi- · brator 34 , dat stijgt bij de opgaande flank van het rechthoekig signaal SI en een geringe breedte vertoont, zoals in fig.4B is weergegeven, wordt aan één ingangsaansluiting van 25 een niet-EN-poort 35 toegevoerd.

De afstembesturingsschakeling 30 omvat verder een afstempulsgenerator of oscillator 36 met twee uitgangs-aansluitingen 36U en 36D, waarvan konstante klokpulssignalen S3 kunnen worden afgenomen, die 90° in fase verschillen, maar 30 dezelfde fase bezitten (engels: different in phase by 90° but same in phase), zoals is weergegeven in fig.4C, waarin slechts êên van de signalen S3 is weergegeven. Aanwezig is een eerste omschakelaar SW1 met twee vaste kontakten ül en Dl, die zijn verbonden met resp. de uitgangsaansluitingen 36U en 36D en 35 een met de andere ingangsaansluiting van de niet-EN-poort 35 verbonden , verplaatsbaar kontakt Ml. Het uitgangssignaal daarvan wordt via een niet-OF-poort 3«7 toegevoerd aan de om-hoog/omlaag-teller 22 voor het instellen van de frequentie- 790 62 47 * * .... * -6- deelverhouding van de teller 21.

De omschakelaar SW1 wordt overgeschakeld in vaste koppeling met de variabele weerstand 33 en eveneens met de schakelaars SW2 en SW3, die voorzien van vaste kontakten U2, 5 D2, P en verplaatsbare kontakten M2 en M3, zoals later zal worden beschreven. Elk van de omschakelaars SW1, SW2 en SW3 bezit de in fig.3 getoonde basisopbouw. Voor wat betreft de schakelaar SW1, het verplaatsbare kontakt Ml daarvan wordt geroteerd onder -invloed van de rotatie van de afstemknop 7.

10 Wanneer nl. de knop 7 over meer dan +20° of -20° wordt geroteerd, raakt het verplaatsbare kontakt Ml daarvan in aan-grijping met het vaste kontakt UI of Dl, welke kontakttoe-stand wordt gehandhaafd, tot dat de rotatiehoek van de knop 7 kleiner is dan + 60°. Naarmate de absolute waarde van de 15 rotatiehoek van de knop 7 toeneemt, varieert de weer standswaarde van de variabele weerstand 33 in overeenstemming met de absolute waarde van de rotatiehoek van de knop 7, waardoor de oscillatie-freguentie van de astabiele multivibrator 32 korresponderend varieert.

20 Het van de uitgangsaansluiting 36U of 36D afkom stige klokpulssignaal S3 wordt door de niet-EN-poort 35 aan een poortbewerking onderworpen onder invloed van een als signaal S4 (zie £ig„4D) van de monostabiele multivibrator 34 afkomstig, rechthoekssignaal S2. Een met het signaal S4 met 25 omgekeerde fasekorresponderend signaal wordt verder aan fase omkering onderworpen door de niet-OF-poort 37, zodat het signaal S4 wordt verkregen, dat vervolgens wordt toegevoerd aan de.omhoog/omlaag teller 22. In dit geval is deze teller 22 zodanig uitgevoerd, dat hij door twee intermitterende pulsen 30 stapsgewijze wordt aangedreven. Wanneer de frequentie van de intermitterende pulsen S4 hoog wordt (de frequentie van het signaal SI wordt hoog), wordt de variatiegraad van de fre-quentiedeelverhouding van de frequentiedeler 21 navenant groot waardoor de variatiesnelheid van de ontvangen frequentie hoog 35 wordt. Door de fase van de klokpuls S3 wordt bepaald, of de variatiesnelheid van de ontvangen frequentie hoog of laag wordt en de ömhoog/omlaag teller 22 telt omhoog of omlaag onder besturing van de fase van de klokpuls S3.

790 62 47 -7-

Voor het variëren van de ontvangen frequentie met 0,1 MHz of 1kHz is het voldoende, indien de afstemknop 7 wordt geroteerd over +20° en de intermitterende puls S4 eenmalig aan de omhoog/omlaag teller 22 wordt toegevoerd. Daar— 5 toe is de omschakelaar SW2 aanwezig met de vaste kontakten U2 en D2 die zijn verbonden met resp. de uitgangsaansluitingen 36U en 36D van de tijdbepalingspulsoscillator 36 en het verplaatsbare kontakt M2. Deze schakelaar SW2 wordt bestuurd door de afstemknop 7 voor het kiezen van het klokpuls-10 signaal S3 met een door de rota tier ichting van de afstemknop 7 bepaalde fase en voor toevoer van de gekozen klokpuls S3 aan een van de ingangsaansluitingen van een niet-EK—poort 38. Verder is een R-S-flip-flop 39 aanwezig om te voorkomen, dat de teller 22 in bedrijf raakt, wanneer de afstemknop 7 naar-15 zijn uitgangspositie terugkeert. Het uitgangssignaal van de flip-flop 39 wordt namelijk aan de andere ingangsaansluiting van de niet-EN-poort 38 toegevoerd voor het daardoor aan een poortbewerking doen onderwerpen van het daaraan toegevoerde klokpulssignaal ter verkrijging van één intermitterende puls 20 aan de uitgangsaan sluiting van de niet-EN- poort 38, welke puls via de niet-OF-poort 37 aan de teller 22 wordt toegevoerd.

Van de aan/uit-schakelaar SW3 is het verplaatsbare kontakt M3 geaard en is het vaste kontakt P verbonden 25 met een S “ingangsaansluiting van de R-S-flip-flop 39. Ook is een transistor Q1 met geaarde emitter aanwezig, waarvan de basis en de emitter door een condensator Cl zijn verbonden. Van de transistor Q1 is de basis via een weerstand R1 verbonden met het verplaatsbare kontakt M2 van de omschake-30 laar SW2 en is de collector verbonden met een R-ingangsaan -sluiting van de R-S-flip-flop 39 en met een voedingsspannings-aansluiting +B. In dit geval vormen de weerstand R1 en condensator Cl een integrator (vertragingsschakeling)40.

Zoals in fig.3 is weergegeven, is de omschake-35 laar SW2 zodanig uitgevoerd, dat, wanneer zijn verplaatsbare kontakt M2 over meer dan +10° wordt geroteerd onder invloed van de rotatie van de afstemknop 7, het verplaatsbare kontakt M2 in aangrijping raakt met het vaste kontakt U2 of D2, welke 790 62 47 -8- kontakttoestand wordt gehandhaafd gedurende de rotatie van het kontakt M2 op tenminste + 20°. Aangezien de vaste kort-takten U2 en D2 als één geheel zijn gevormd met resp. de vaste kontakten ül en Dl, wordt in dit geval de kontakttoe-5 stand uiteindelijk gehandhaafd gedurende de rotatie van minder dan + 60°.

Zoals in fig.3 is weergegeven, is ook de aan/uit-schakelaar SW3 zodanig uitgevoerd, dat, wanneer het verplaatsbare kontakt M3 over meer dan + 8° wordt geroteerd onder 10 invloed van de rotatie van de afstemknop 7, het verplaatsbare kontakt M3 buiten aangrijping raakt van het vaste kontakt P.

In dit geval verkeert het verplaatsbare kontakt M3 niet in aangrijping met een van de vaste kontakten UI, U2, Dl en D'2.

Indien derhalve de afstemknop 7 over ongeveer 15 + 20° wordt geroteerd, wordt de schakelaar SW3 als eerste uitgeschakeld. Aangezien de R-S-flip-fbp 39 reeds is gesteld, toen de schakelaar SW3 aan was, geeft de flip-flop 39 aan zijn Q uitgangsaansluiting een uitgangssignaal "1", dat wordt toegevoerd aan de tweede ingangsaansluiting van de niet-EN-20 poort 38. Derhalve is de niet-EN-poort 38 reeds open, wanneer de schakelaar SW3 uit is. Vervolgens raakt het verplaatsbare kontakt M2 van de schakelaar SW2 in aangrijping met het vaste kontakt U2 of D2, zodat het van de uitgangsaansluiting 36U of 36D afkomstige klokpulssagnaal via de schakelaar SW 2 25 aan de eerste ingangsaansluiting van de niet-EN-poort 38 wordt toegevoerd en eveneens aan de integrator 40. Derhalve raakt de transistor Ol na een door de tijdkonstante van de integrator 40 bepaalde tijd in geleiding, waardoor de R-S-flip-flop 39 wordt teruggesteld. Daardoor wordt het uitgangs-30 signaal aan de (^-uitgangsaansluiting daarvan "0", waardoor de niet-EN-poort 38 wordt gesloten. Daardoor wordt de eerste intermitterende puls aan de teller 22 toegevoerd.

Zoals in fig.2 is weergegeven, is. in dit uitvoe-ringsvoorbeeld van de uitvinding een afstemindikatie geluid-35 generator 31 aanwezig, die nu zal worden beschreven. Deze generator 31 omvat een piezo-elektrisch element 32, dat dienst doet als elektro—akoestische transducent en een geluid opwekt op elk moment waarop bijvoorbeeld het laagste cijfer 7906247 ) -9- van de ontvangen frequentie wordt gewijzigd (het is natuurlijk mogelijk, dat hözpiezo-elektrische element -·. 42 een signaal afgeeft wanneer andere cijfers van de ontvangen frequentie worden gewijzigd).

5 In dit geval wordt een klokpulssignaal S5 met een voorafbe- ' paalde frequentie (zie fig.5A) via een ingangsaansluiting 43 toegevoerd aan de basis van een transistor Q2, terwijl een pulssignaal S6, dat door de teller 22 is opgewekt onder invloed van de wijziging van het laatste cijfer van de ontvan-10 gen frequentie, en in fig. 5B is weergegeven, via een andere

ingangsaansluiting 44 aan de basis van een transistor 03 wordt toegevoerd. De transistoren 02 en Q3 zijn in serie aangesloten tussen de voedingsaansluiting +B en aarde, waardoor zij een EN-poort 45 vormen. In dit geval is de emitter van de 15 transistor Q3 via een condensator C2 geaard. Aangezien het klokpulssignaal S5 een voorafbepaalde fase heeft - voor het leveren van een met de variatie van het laagstè cijfer van de ontvangen frequentie-korresponderend signaal, wanneer de pulssignalen S5 en S6 samenvallen, raken de transistoren Q2 20 en Q3 beide in geleiding en geven via hun emitters uitgangssignalen af. Aangezien de transistoren Q2 en Q3 tegelijkertijd in geleiding raken, wordt op dit moment de tussen de emitter van de transistor Q3 en aarde aangesloten condensator abrupt geladen. Derhalve stijgt de potentiaal S7 aan de 25 emitter van d-e transistor Q3 onmiddellijk op de in fig.5C

weergegeven wijze van "O" tot ”1”. Op dit moment is een transistor Q4, waarvan de emitter is geaard, de collector is verbonden met de emitter van de transistor Q3 en de basis is verbonden met het knooppunt tussen de emittersvan de tran-30 sistoren Q2 en Q3, in sperrende toestand en verkeert een transistor Q5, waarvan de emitter is geaard, de collector is verbonden met de basis van de transistor 04 en de basis is verbonden met de tweede ingangsaansluiting 44, in geleidende toestand .

35 Wanneer vervolgens beide pulssignalen S5 en S6 de waarde "O" verkrijgen, raken de transistoren Q2 en Q3 beide in sperrende toestand, evenals de transistoren Q4 en Q5. Wanneer vervolgens het signaal S5 de waarde "1" verkrijgt (ter- 790 62 47 -10- wijl het andere signaal S6 nog de waarde ”0" bezit), raken de transistoren Q2 en Q4 beide in geleiding en wordt de in de condensator C2 opgeslagen lading abrupt ontladen via de transistor Q4. Derhalve wijzigt zich de emitterpotentiaal 5 S7 van de transistor Q3 abrupt van de waarde "1" in de waarde "0".

Daardoor verkrijgt de emitterpotentiaal S7 van de transistor Q3 de vorm van het in fig.5C getoonde uitgangssignaal. Dit uitgangssignaal S7 wordt toegevoerd aan de 10 basis van een transistor Q6 met geaarde emitter, waardoor het aan fase omkering wordt onderworpen en versterkt. Daardoor wordt aan de collector van de transistor Q6 het in fig.5D getoonde uitgangssignaal S8 verkregen. Dit signaal S8 wordt aan de basis van de transistor Q7 toegevoerd, die van het 15 type met geaarde emitter is, en verder aan fase-omkering onderworpen. Derhalve wordt aan de collector van de transistor Q7 het in fig.5E getoonde uitgangssignaal S9 verkregen.

De signalen S7,S8 en S9 bezitten een verschillende polariteit maar vallen qua stijg- en daal-tijdstippen samen. De uit-20 gangssignalen S8 en S9 aan de collectoren van de transisto— ren Q6 en Q7 worden toegevoerd aan de differentia toren 46 en 47, die bestaan uit resp. de condensator C3 en de weerstand R3 , en de condensator C4 en de weerstand R4,;de res~ pektieve uitgangssignalen waarvan worden gelijkgericht door 25 respektieve dioden Dl en D2, waardoor een uitgangssignaal S10 wordt verkregen, dat wordt toegevoerd aan het piezo-elek-trische element 42. Het aan het element 42 toegevoerde signaal S10 is een negatieve-pulssignaal, korresponderend met het stijgen en het dalen van het in fig.5F getekende sig-30 naai S7.

In het geval, waarin de met de respektieve cijfers van de lokale-oscillator frequentie korresponderende digitale signalen niet in serie maar parallel of simultaan worden toegevoerd aan de teller 22, kunnen de schakelings-35 elementen in de trap, voorafgaand aan de transistor Q6, worden weggelaten.

Met de afstembesturingsschakeling voor toepassing bij een afstemeenheid met een frequentie-samenstellingsscha- 790 6 2 47 -like ling volgens de uitvinding, zoals bovenbeschreven, worden de volgende voordelen verkregen.Aangezien de variatiesnel-heid van de ontvangen frequentie kontinu kan worden gewijzigd, kan de afstemming eenvoudig, positief en snel worden 5 uitgevoerd.

Afgezien van het feit, dat de variatiesnelheid van de ontvangen frequentie continu kan worden gewijzigd in overeenstemming met de rotatie van de afstemknop, kan verder afstemming op elk station worden uitgevoerd en is 10 het ook mogelijk, dat de ontvangen frequentie wordt verhoogd of verlaagd, al naar gelang de rotatierichting van de afstemknop, zodat de afstemming eenvoudig wordt.

Aangezien volgens de uitvinding een afstemindi— katiegeluid wordt opgewekt bij het variëren van de ontvangen 15 frequentie, kan akoestisch worden waargenomen, dat de ontvanger zich in de afstemtoestand bevindt. In dit geval vindt de opwekking van het afstemindikatiegeluid plaats in overeenstemming met de variatie van de ontvangen frequentie, zodat de variatiesnelheid van de ontvangen frequentie even-20 eens auditief kan worden waargenomen.

De aandacht wordt erop gevestigd, dat de uitvinding met hetzelfde effekt kan worden toegepast op een tele-visie-ontvanger.

De uitvinding beperkt zich niet tot het in het 25 voorgaande beschreven en aan de hand van de tekening toegelichte uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigixgen in de onderdelen en in hun onderlinge samenhang kunnen worden aangebracht, zonder dat daardoor het kader van de uitvinding wordt overschreden.

30 790 62 47

Claims (11)

1. Afstembesturingsschakeling voor toepassing bij een afstemeenheid met een frequentie-samenstellings-schakeling gekenmerkt door 5 a. een fase vergrendelde lus met een referentie- signaaloscillator, een variabele-frequentie-oscillator, een met de uitgang van die variabele frequentie-oscillator verbonden programmeerbare deler, een fase comparator, waaraan het uitgangssignaal van de referentiesignaal oscillator en dat 10 van de programmeerbare deler wordt toegevoerd ter verkrijging van een met het faseverschil daartussen evenredig be-sturingssignaal, een laagdoorlaatfilter, waaraan dat bestu-ringssignaal wordt toegevoerd ter verkrijging van een gelijk-spannings-besturingssignaal voor het besturen van de varia- 15 bele-frequentie-oscillator voor het vergrendelen van de fase van de variabele-frequentie-oscillator met de fase van de referentie-signaal oscillator; b. met de programmeerbare teller verbonden tel-lermiddelen voor besturing binnen een vooraf bepaald fre- 20 quentiegebied van de deelverhouding daarvan; c. met de tellermiddelen verbonden afstembestu-ringspulsoscillatormiddelen voor toevoer van een besturings-puls daaraan; en d. met de afstembesturingspulsoscillatormiddelen 25 verbonden besturingsmiddelen voor het besturen van de periode van de besturingspulsen, voor het variëren van de telsnel-heid van de tellermiddelen.

2. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de besturingsmiddelen omvatten: 30 a. astabiele-multivibrator middelen met bestuur bare frequentie; b. met die astabiele multivibrator middelen verbonden monostabiele -multivibratormiddelen ter verkrijging van een poortbesturingspulssignaal in synchronisme met het 35 uitgangssignaal van de astabiele-multivibratomiddelen; c. EN-poort middelen met twee ingangsaansluitingen en een uitgangsaansluiting, aan de ene ingangsaansluiting 790 62 47 -13- y waarvan het van de besturingspulsoscillatormiddelen afkomstige besturingspulssignaal wordt toegevoerd en aan de andere ingangsaansluiting waarvan het van de monostabiele multivibrator middelen afkomstige poortbesturingssignaal 5 wordt toegevoerd; en d) schakelingsmiddelen voor het verbinden van de uitgangsaansluiting van de EN-poort middelen met de tel-lermiddelen.

3. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 10 2, gekenmerkt door een met de astabiele multivibrator midde len verbonden variabele weerstand voor het met de hand besturen van de frequentie daarvan,'waarbij de telsnelheid van de tellermiddelen door die variabele weerstand wordt geregeld.

4. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 15 3,met het kenmerk, dat de afstembesturingspulsoscillatormid- delen twee afstembesturingspulssignalen afgeven, welke twee pulssignalen een·onderlinge quadratuur —faserelatie bezitten, en dat de tellermiddelen een omhoog/omlaag-teller omvatten, waarvan de telrichting wordt omgeschakeld in afhankelijkheid 20 van de fase van de twee afstembesturingspulssignalen.

5. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 4, gekenmerkt door een omhoog/omlaag -besturingsschakeling die is aangesloten tussen de uitgangen van de besturingspuls-oscillator middelen en de ene ingangsaansluiting van de EN- 25 poortmiddelen, voor het selektief toevoeren van ëên van de twee afstembesturingspulssignalen aan de omhoog/omlaagteller.

6. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de variabele weerstand van de asta-biele-multivibrator middelen en de omhoog/omlaag-besturings- 30 schakelaar met elkaar samenwerken.

7. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de omhoog/omlaag besturingsschake-laar een roteerbare schakelaar omvat.

8. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 35 7, gekenmerkt door : a) verdere Elf-poortmiddelen met twee ingangsaan-sluitingen en een uitgangsaansluiting; _ _ . _ _ . _ b) een verdere omhoog/omlaag-besturingsschake- 790 62 47 -14- laar, die is aangesloten tussen de uitgangsaansluitingen van de afstembesturingspulsoscillatormiddelen en één ingangsaan-sluiting van de verdere EN-poort middelen; c) schakelingsmiddelen voor het verbinden van de 5 uitgangsaansluiting van de verdere EN-poortmiddelen met de omhoog/omlaagteller; en d) met de andere ingangsaansluiting van de verdere EN-poort middelen verbonden besturingsschakelingsmiddelen voor het stapsgewijze besturen van de omhoog/omlaag teller in af- 10 hankelijkheid van het bedrijf van de verdere omhoog/omlaag besturingsschakelaar.

9. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de besturings schakel ingsmiddelen een R-S-flip-flop omvatten, waarvan de stelaansluiting via een 15 aan/uit-schakelaar is verbonden met een referentiepunt, en waarvan de terugstelaansluiting via een vertragingsschakeling is verbonden met het knooppunt van de verdere omhoog/ omlaag besturingsschakelaar met de ene aansluiting van de ~~— .....- verdere EN-poort middelen.

10. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verdere omhoog/omlaag—besturingsschakelaar een roteerbare schakelaar omvat.

11. Afstembesturingsschakeling volgens conclusie 10, met het kenmerk , dat de verdere omhoog/omlaag besturings-25 schakelaar werkzaam is bij een rotatie over een eerste rota- tiehoek en dat de omhoog/omlaag besturingsschakelaar werkzaam is bij een tweede rotatie-hoek, waarvan de absolute waarde groter is dan die van de eerste rotatiehoek. 30 » 790 6 2 47