NL7906107A - Lekveldtransformator. - Google Patents

Description

4?

J

\ e vo 8265

Firma Hermann Schwabe

Urbach, Bondsrepubliek Duitsland.

Lekveldtransformator.

De uitvinding heeft betrekking op een lekveldtransformator of een smoorspoel, meer in het bijzonder als een voorsehakelinrichting voor .een gasontladingslamp, voorzien van een uit een aantal T-vormi-ge delen bestaande en tezamen een aantal secties vormende gelamel-5 leerde kern en een U-vormige, de wikkelingen en de kern omgevende, ge lamelleerde mantel, waarvan de benen de dwarstakken van de T-vormige kerndelen insluiten, waarbij aan de uiteinden van de T-vormige kerndelen in totaal twee luehtspleet vulorganen bevattende lucht-spleten aanwezig zijn, en een klemrail aan de vrije uiteinden van de 10 benen van de mantel.

Overal waar ten gevolge van een bepaalde verhouding tussen nul-last- en belastingsspanning transformatoren van normaal type ten gevolge van een te geringe inwendige spanningsval niet voldoende zijn, meer in het bijzonder voor het bedrijven van gasontladingslampen, 15 worden, zoals bekend lefcveldtransformatoren gebruikt. De lekveldtrans formator van het manteltype is in de meeste gevallen een transformator, waarbij tussen de wikkelingen twee magnetische shunts zijn aan-gebraeht. Een dergelijke constructie wordt ook toegepast wanneer de inrichting voor twee netspanningen, bijvoorbeeld 110 of 220 T. moet 20 zijn gedimensioneerd. Bij 220 V. worden de beide wikkelingen tegen elkaar geschakeld, zodat een smoorspoel ontstaat. Bij 110 V. worden de beide wikkelingen in serie verbonden, zodat men bij dezelfde opbouw een lekveldtransformator verkrijgt.

Bij een bekende lekveldtransformator van het bovenbeschreven type 25 omgeeft de U-vormige, gelamelleerde mantel de gelamelleerde kern, die uit twee T-vormige kerndelen bestaat; zie Duits octrooischrift 2.055.596. Foor het vormen van luchtspleten is de dwarstak van het in het laagvlak verder naar binnen in de mantel gelegen T-vormige kerndeel iets korter uitgevoerd dan de dwarstak van het aan de bui-30 tenzijde gelegen T-vormige kerndeel, waarbij het laatstgenoemde in 790 6 1 07 <4 2 de gereedzijnde toestand van de inrichting met de eindvlakken daarvan passend tegen de binnenvlakten van de uiteinden van de henen van de mantel rust. Een bezwaar van deze bekende constructie is daarin gelegen, dat slechts luchtspleten met een bepaalde grootte ontstaan. Daar-5 bij komt nog, dat om ponstechnische redenen de luchtspleet een minimale maat niet mag onder schrijden. Voor het verkrijgen van een bepaalde impedantie van de lekveldtransformator is derhalve het vast leggen van het aantal vindingen voor de primaire en secundaire wikkeling steeds afhankelijk van de bij de vervaardiging van het ponsverktuig daaraan 10 vooraf opgelegde grootte van de luchtspleet. Ten gevolge van de op deze wijze voorafbepaalde grootte van de luchtspleet ontstaan bij het vastleggen van een type reeks van lekveldtransformator en betrekkelijk grote moeilijkheden, aangezien het vastleggen van het venster in de plaatdoorsnede voor het onderbregen van de wikkeling steeds moet worden 15 gebaseerd op de meest ongunstige omstandigheden.

Deze afhankelijkheid van een luchtspleet met vaststaande grootte leidt derhalve tot een aanmerkelijk duurder worden van de lekveldtrans-· formator ten gevolge van de vergrote hoeveelheid vereist materiaal en een grotere arbeidstijd. Verder is een luchtspleet met constante 20 grootte in zoverre bezwaarlijk, dat ten gevolge van het gebruik van het ponswerktuig een verandering van de luchtspleet optreedt, zodat voor het onderhouden van een voorafbepaalde impedantie een verandering van de beide wikkelingen nodig is omdat er geen, mogelijkheid bestaat tijdens de vervaardiging de luchtspleet te veranderen. Een-ander bezwaar 25 is daarin gelegen, dat de wikkelingen over elkaar liggen aangezien de gemeenschappelijke wikkelas daarvan loodrecht op het montagevlak van de lekveldtransformator is gelegen, waarbij de onderste wikkeling de zich daarboven bevindende wikkeling bovendien verwarmt, zodat hiermede bij het dimensioneren van de wikkeling voor het onderhouden van een 30 ·voorafbepaalde overtemperatuur rekening moet worden gehouden.

De uitvinding stelt zich ten doel een lekveldtransformator of smoor-spoel van het bovenbeschreven type zodanig uit te voeren, dat een vooraf-bepaalde impedantie over een uitgestrekt gebied en met minimale toleranties slechts.door een verandering van de grootte van een luchtspleet 35 kan worden ingesteld, terwijl bijvoorbeeld-de wikkelingen onveranderd 790 6 1 07 *5· 3 s kunnen Blijven.

Volgens de uitvinding liggen de lucBtspleten in Bet geBied van de uiteinden van de langstakken van de T-vormige kerndelen, terwijl voor Bet verkrijgen van een steeds gewenste grootte van tenminste één 5 lucht spleet tenminste êên van de T-vormige kerndelen in Bet inwendige van de U-vormige mantel langs de Benen daarvan verschuifbaar is en de uiteinden van de dwarstakken van de T-vormige kerndelen BierBij sluitend tegen de Benen van de U-vormige mantel rusten.

Be uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicBt onder ver-10 wijzing naar de tekening. DaarBij toont ; fig. 1 een lekveldtransformator volgens, de uitvinding in vertikale doorsnede 5 fig. 2 een andere uitvoeringsvorm van een lekveldtransformator volgens. de uitvinding, op dezelfde, wijze weergegeven; en 15 fig, 3 een verdere uitvoeringsvorm, die op dezelfde wijze is weer gegeven.

Bij de uitvoeringsvorm van de lekveldtransformator volgens fig. 1 omgeeft een U-vormige, gelam&lleerde mantel 1 de eveneens gelamelleer-de T-vormige kerndelen 2 en 3, die uit dwarstakken 12 en 13 en langs-20 takken 1k en 15 Bestaan. De dwarstak 12 van Bet kerndeel 2 ondersteunt -de Beide wikkelingen U en 5, waarBij steeds een de primaire of de secundaire wikkeling vormt. Aangezien Bet Bier een lekveldtransformator van Bet manteltype Betreft, Bezit de, de wikkelingen k en 5 ondersteunende dwarstak 12 van Bet T-vormige kerndeel 2 ten opzicBte van de 25 dwarstak 13 van Bet T-vormige kerndeel 3 een grotere breedte. De dwarstak: 13 van Bet kerndeel 3 vormt Bet sluitBeen van Bet magnetiscB circuit, De eindvlakken 7 en 9 van de dwarstakken 12 en 13 liggen passend tegen de Binnenvlakken 8 en 10 van de Benen van de U-vormige mantel, zodat een door ijzer gesloten magnetiscB circuit wordt gevormd.

30 De langstakken 1U en 15 van de T-vormige kerndelen 2 en 3 vormen de magnetische sBuntwegen.

Van de lucBtsplestvulorganen 6 Bestaat er Bij voorkeur tenminste êên uit deformeerBaar materiaal, zodat na de montage de voor het verkrijgen van de vereiste impedantie noodzakelijke luehtspleet kan wor-35 den ingesteld. Voor Bet verbinden van de U-vormige, gelamelleerde 790 6 1 07 k r mantel 1 met de kerndelen 2 en 3 is een klemrail 16 aanwezig, die met de naar "boven en naar "binnen ongebogen langsranden daarvan onder voor-spanning in gleuven 17 bij de uiteinden van'de benen 9 gelijpt. Hierdoor worden de T-vormige kerndelen 2 en 3 via de luchtspleetvulorganen 5 6 in een richting naar de dwarstakken van de U-vormige mantel 1 gedrukt.

• Di fig. 2 vindt.men een andere uitvoeringsvorm, waarbij het, de wikkelingen k en 5 ondersteunende kerndeel 2 kruisvormig is uitge-voerd en wel zodanig, dat aan dit kerndeel de beide shuntwegen zijn 10 gevormd., terwijl het s-luitheen 3r van het magnetisch circuit I-vormig is uitgevoerd.

Bij de lekveldtransformatoren volgens fig. 1 en 2 wordt, door de mogelijkheid van. het" willekeurig instellen van.de luehtspleetgrootte aan de eis voor een economisch optimale oplossing van de dimensionering 15 van de lekveldtransformatoren voldaan doordat de wikkelingen onafhanke lijk van de lucht spleet kunnen, worden vastgelegd. Verder kan door deformatie van een of beide luchtspleetvulorganen de impedantie met maximale nauwkeurigheid worden ingesteld.

De verdere uitvoeringsvorm van een lekveldtransformator volgens 20 fig. 3 bezit weer in wezen dezelfde opbouw als de uitvoeringsvormen volgens fig. 1 en 2. In dit geval ligt evenwel het bovenste kerndeel 2, dat de wikkelingen H en 5 ondersteunt,.met de uit de spoelen uitstekende bovenste horizontale vlakken 18 daarvan tegen overeenkomstige horizontale uitsteeksels 19 van de benen 9 van de U-vormige 25 mantel 1. Derhalve is in dit geval geen verschuiving van het kern deel 2 naar boven mogelijk. Dientengevolge heeft ook de bovenste luchtspleet 20 een constante grootte en bestaat het daarin ondergebrachte luchtspleetvulorgaan.21 uit een stevig, niet-deformeerbaar materiaal. In tegenstelling hiermede is echter het onderste T-vormige 30 kerndeel 3, dat weer passend tegen de benen 9 van de U-vormige mantel rust, naar boven verschuifbaar, zodat de onderste luchtspleet 22, waarin een deformeerbaar luchtspleetvulorgaan 23 is ondergebracht, afhankelijk, van de voorafbepaalde impedantie kan worden ingesteld. Het kerndeel 3 wordt in de betreffende positie daarvan evenals bij de ande-35 re uitvoeringsvormen van de lekveldtransformator volgens fig. 1 en 2 7906107 5 s

Vs door de klemrail 16 vast gehouden, door middel waarvan de henen 9 van de U-vormige mantel 1 worden samengedrukt.

/ 790 6 1 07

Claims (4)

1. Lekveldtransformator of smoor spoel, meer in het bijzonder bestemd als voorschakelinrichting Tan een- gasontladingslamp, Toorzien van een uit aantal T-vormige delen bestaande en tezamen een aantal secties vormende gelamelleerde kern en een U-vormige, de wikkelingen en de kern omge- 5 vende, gelamelleerde mantel, waarvan de benen de dwarstakken van de T-vormige kerndelen insluiten, waarbij aan de uiteinden van de T-vormige kerndelen in totaal twee luchtspleetvulorganen bevattende lucht-. spleten aanwezig zijn, en een klemrail aan de vrije uiteinden van de benen van de mantel met het kenmerk, dat de luchtspleten in het ge-10 bied van de uiteinden van de langsbenen van de T-vormige kerndelen liggen, terwijl voor het verkrijgen van een steeds gewenste grootte van tenminste éên luchtspleet tenminste één van de T-vormige kerndelen (2, 3) binnen de U-vormige mantel (1) langs de benen daarvan verschuifbaar is en de uiteinden (7» 9) van de dwarstakken (12, 13) van 15 de T-vormige kerndelen (2, 3) hierbij passend tegen de benen (9) van de U-vormige mantel (1) rusten.·

2. Lekveldtransformator of smoorspoel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de beide luchtspleetvulprganen (6) een verschillende dikte hebben.

3. Lekveldtransformator of smoorspoel volgens conclusie 1 met het ken merk, dat het ene luchtspleetvulorgaan uit een stevig en het andere luchtspleetvulorgaan uit een deformeerbaar materiaal bestaat. k. Lekveldtransformator of smoorspoel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het, de wikkelingen (U, 5) ondersteunende kerndeel (2) 25 kruisvormig is en het sluitbeen (3) I-vormig is .uitgevoerd.

5. Lekveldtransformator of smoorspoel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het, de wikkelingen ondersteunende kerndeel (2, 3) in het gebied van de wikkeling {k) een andere kernbreedte bezit dan in het gebied van de wikkeling (5). 790 6 1 07