NL7905895A - Formulierenlezer. - Google Patents

Formulierenlezer. Download PDF

Info

Publication number
NL7905895A
NL7905895A NL7905895A NL7905895A NL7905895A NL 7905895 A NL7905895 A NL 7905895A NL 7905895 A NL7905895 A NL 7905895A NL 7905895 A NL7905895 A NL 7905895A NL 7905895 A NL7905895 A NL 7905895A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
marks
mark
document
output
data
Prior art date
Application number
NL7905895A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Recognition Equipment Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Recognition Equipment Inc filed Critical Recognition Equipment Inc
Publication of NL7905895A publication Critical patent/NL7905895A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K7/00Methods or arrangements for sensing record carriers, e.g. for reading patterns
    • G06K7/10Methods or arrangements for sensing record carriers, e.g. for reading patterns by electromagnetic radiation, e.g. optical sensing; by corpuscular radiation
    • G06K7/10544Methods or arrangements for sensing record carriers, e.g. for reading patterns by electromagnetic radiation, e.g. optical sensing; by corpuscular radiation by scanning of the records by radiation in the optical part of the electromagnetic spectrum
    • G06K7/10821Methods or arrangements for sensing record carriers, e.g. for reading patterns by electromagnetic radiation, e.g. optical sensing; by corpuscular radiation by scanning of the records by radiation in the optical part of the electromagnetic spectrum further details of bar or optical code scanning devices
    • G06K7/10851Circuits for pulse shaping, amplifying, eliminating noise signals, checking the function of the sensing device

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Artificial Intelligence (AREA)
  • Computer Vision & Pattern Recognition (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Image Analysis (AREA)
  • Character Input (AREA)

Description

;& ' ' * - 1 - ' ’ N.O. 28.042
_ .. ~J
i
Secognition Equipment Incorporated, te Irving, Texas, I
Verenigde Staten van Amerika. !
Formulierenlezer.
De uitvinding heeft betrekking op merktekenlezers en i heeft meer in het bijzonder betrekking op een lezer die in staat ; is om merktekens van variërende grootte en intensiteit te lezen ! en daarbij onderscheid te maken tussen geldige merktekens en gewiste of uitgeradeerde merktekens. 5
De elektronische aftasting van dokumenten waarbij pot- > i loodstreepjes worden gedetecteerd voor het beoordelen van test-papieren of het lezen van lijsten verhoogt de werkzame snelheid 1 bij deze wijze van lezen, maar de dichtheid, de doorzichtigheid, ; de zwarting of de leesbaarheid van de merktekens levert soms 10 moeilijkheden op als gevolg van variatie in de dichtheid van de ! merktekens en vanwege het feit dat merktekens zijn uitgewist of gewijzigd of een te markeren gebied niet geheel is gevuld. Een algemene oplossing voor het lezen van dergblijke variërende merktekens is het gebruik van een gedefocusseerde of met lage resolu— 15 i ' tie werkende aftastwerkwijze teneinde vast te stellen of een doelgebied is gemarkeerd. De gemiddelde hoeveelheid gereflecteerd licht over het gehele doelgebied wordt dan gebruikt om vast te stellen of het al dan niet gaat om een merkteken. Deze werkwijze ; resulteert in een kwaliteitsantwoord voor elk doelgebied geba- 20 seerd op de gemiddelde hoeveelheid gereflecteerd licht over het gehele doelgebied, maar in deze werkwijze zal het kwaliteitsantwoord voor een dun donker merkteken hetzelfde zijn als voor een , grauw uitgewist merkteken. !
In het Amerikaanse octrooischrift 3.820.068 wordt het i 25
achtergrond-referentieniveau gemeten voorafgaand aan het leespro-j ces welk achtergrondniveau dienst doet als gemeenschappelijk ver-J
79058 95 -I- % Η - 2 “ gelijkingsniveau voor elk datakanaal op bet dokument, maar ook bij gebruik van het achtergrondniveau als standaardniveau wordt geen rekening gehouden met de variaties in'de merktekens onderling en op verschillende dokumenten.
Een andere oplossing is het gebruik van de uit de opti- 5 sche karakter leeswerkwijzen bekende resolutie-aftasting waarbij in feite rekening wordt gehouden met een drempel voor zowel de afmetingen als de intensiteit van de merktekens. Deze werkwijze levert echter geen kwaliteitsantwoord en ook grotere variaties in merktekenafmetingen en -intensiteit worden niet nauwkeurig ver- 10 werkt.
De uitvinding levert nu een stelsel voor het lezen van merktekens uitgaande van een resolutie-aftasting zoals gebruikt bij optische karakterleeswerkwijzen waarbij elk doelgebied wordt verdeeld in een aantal kleinere gebieden of cellen. Het aantal 15 cellen met een grijs-schaalwaarde groter dan nul wordt geregistreerd en voor elk gebied wordt een som van de grijswaarden berekend, Een gemiddelde grijswaarde wordt afgeleid voor het doelgebied gebruik makend van de som van de grijswaarde en het aantal cellen met een waarde ongelijk aan nul. De gemiddelde grijswaarde 20 en het aantal cellen ongelijk aan nul worden toegevoerd aan een matrix welke een vier bit kwaliteitsantwoord levert, De vier bit kwaliteitsantwoorden worden geformatèerd en opgeborgen in een uit-gangsgeheugen. Zodra de gehele pagina is gelezen wordt een stan£ daard of drempelwaarde ingesteld gebaseerd op de aflezing van elk 25 gebied en daarna wordt een beslissing genomen omdat het feit of elk gelezen gebied een merkteken bevat waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen merktekens en uitgeradeerde of gewiste gebieden.
De kwaliteit van elk merkteken is benodigd om tussen de ene pagina en de volgende een standaardwaarde vast te stellen op 50 grond waarvan bepaald kan worden of er merktekens aanwezig zijn.
De ene persoon zal bij het invullenvvan de doelgebieden bijvoorbeeld een tamelijk licht merkteken gebruiken voor het indiceren van elk van de gebieden en de volgende persoon zal bijvoorbeeld een vrij dik merkteken gebruiken om de doelgebieden in te vullen 35 zodat tussen de dokumenten onderling de kwaliteit van de merkte- 790 58 95 ν'1 .
% , - 3 - t · kens kan variëren. Een uitgewist merkteken van het ene dokument kan even donker zijn als een werkelijk merktekengebied op het andere dokument, en derhalve moet elk dokument beoordeeld worden op zijn individuele eigenschappen en aan de hand van een gemiddelde instelling voor dat dokument, zodat rekening kan worden gehouden 5 met de variatie in de merktekens van een bepaalde gebruiker.
Verdere kenmerken en voordelen van het in het boven- , staande kort beschreven stelsel zullen aan de hand van de in de begeleidende figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen duidelijk worden. 10
Fig. 1 toont een blokschema van een principiële merkte-kenlezer getoond samen met een optische paginalezer.
Fig. 1a toont een meer gedetailleerd blokschema van de videobufferlogica.
Fig. 2 geeft een voorbeeld van een pagina die gebruikt 15 kan worden in de lezer met daarop een kenmerkende indeling voor het lezen van merktekens.
Fig. 3 illustreert doelgebieden gemarkeerd met variërende intensiteit en een uitgewist merkteken.
Fig. k toont een voorbeeld van een raster als middel 20 voor het interpreteren van de kwaliteit van een gemarkeerd doelgebied in termen van intensiteit en afmetingen van het merkteken.
Fig. 5 illustreert een merkteken, door de optische aftaster verdeeld in cellen·
Fig. 6 toont het ingangsformaat van de aan de merkte- 25 kenlezer geleverde gegevens.
.Fig. 7 toont het uitgangsformaat van de gegevens afkomstig van de merktekenlezer.
Fig. 8 toont een blokschema van de merktekenlezer.
Fig. 9, 10, 11 en 12 tonen meer gedetailleerde blok- 30 schema's van het in fig. 8 geïllustreerde stelsel.
Fig. 13 toont een tijddiagram van het stelsel.
Fig. 1 toont een blokdiagram van een merktekenlezer samen met een paginaleesstelsel werkend volgens een optische karak-teraftastwerkwijze. Een dokument wordt bewogen onder een aftas- 35 ter welke een videosignaal levert dat toegevoerd wordt via een 790 5 8 95 % κ » i λ k videobuffer aan een videobufferprocessorstuureenheid en aan de merktekenlezer. Er wordt opgemerkt dat de links/rechts-orientatie gehandhaafd blijft» zodat de video-informatie vanaf de juiste zijkant van bet dokument bij A wordt toegevoerd aan de merktekenlezer. De merktekenlezer ontvangt direkte stuursignalen van de 5 videoprocessorstuureenheid bij C. De merktekenlezer is eveneens aangesloten op de microprocessor 'bij B» waar parametergegevens worden geleverd door de microprocessor aan de merktekenlezer en gegevens omtrent de merktekenkwaliteit worden geleverd van de merktekenlezer aan de microprocessor. De microprocessor is ver- 10 bonden met een computer» waarin tevoren kenmerkende gegevens en informatie omtrent bet formaat van bet formulier zijn geregistreerd.
De videobufferlogica-eenbeid is meer in detail getoond in fig. 1a. 15
De funktie van de videoprocessoreenbeid kan als volgt kort worden omscbreven:
Accepteren van bet digitale videosignaal van de gege-vens-detectie-elektronica in de transportsectie; accepteren van stuurgegevens van de geprogrammeerde stuureenbeid; formateren van 20 de videogegevens voor gebruik door de berkenningseenbeid; lokaliseren van de dokumentranden en onderdrukken van videogegevens van gebieden die niet gelezen moeten worden; het opbergen van videogegevens van te lezen gebieden; het lokaliseren en volgen van regels met karaktergegevens; bet normaliseren van karakters tot 25 standaardafmeting; en bet uitvoeren van genormaliseerde karakter-video-informatie naar de berkenningseenbeid.
De funktionele werking van de videoprocessorlogica-eenheid kan bet best worden beschreven uitgaande van bet bloksche-ma van fig. 1a. Een beschrijving van elk van de zeven funktie- 30 blokken volgt hieronder.
De sturende microprocessor bestaat uit een model 6800 microprocessorchip gemonteerd op een kaart met gedrukte bedrading» twee geheugenkaarten en een Ingang/ïïitgang-busstuureenbeid opgebouwd uit vier ingangs/uitgangsbusstuurkaarten. Zoals getoond 35 is is de microprocessor gekoppeld met alle andere funkties in de 790 5 8 95 •v .... 5 .
videoprocessoreenheid.
De vier busstuurkaarten zijn uniek voor de videoproces-soreenheid en zorgen voor de ingang/uitgangskoppeling en de in-terruptmogelijkheden naar alle elementen van de videoprocessoreenheid, 5
De koppelschakeling naar de geprogrammeerde stuureen-heid is een koppelschakeling voor digitale gegevens tussen de geprogrammeerde stuurèenheid en de, de videoprocessoreenheid sturende microprocessor. De koppelschakeling zorgt voor het volgende gegevenstransport tussen de geprogrammeerde stuureenheid en de 10 microprocessor: videoprocessorstuurgegevens en keuze van het do-kumenttype. De paginaformaatgegevens voor elk dpkumenttype bevatten verticale begin- en eindadressen (Y) voor te lezen regels; regelformaat voor elke regel met inbegrip van begin en eind, horizontale (X) adressen voor te lezen of te onderdrukken gegevens; 15 regelafstand en normalisatieverhouding; bovenzijde van de doku-mentgegevens, aankomst bij een nieuw te lezen gebied, einde van een regel gegevens en onderzijde van de gegevens op een dokument.
De aftastbuffer is een statische bipolaire halfgelei-dergeheugenbuffer, welke een enkele horizontale aftasting in het 20 video-uitgangssignaal van de informatiedetectiesamenstelling in de transportsectie accepteert en opbergt. De aftastbuffer accepteert de vier bit uitgangssignalen fcan de analoog/digitaal-omvormscha-kelingen, formateert de gegevens in een enkele aftastlijn en buffert de gegevens voor uitvoer naar de onderdrukkingslogica. De af- 25 tastbuffer kan worden bestuurd door de microprocessor gedurende diagnosebedrijf.
De onderdrukkingslogica wordt gebruikt voor het onderdrukken van videogegevens van gebieden rond een dokument die niet gelezen moeten worden. De onderdrukkingseenheid wordt bestuurd 30 door de sturende microprocessor en zorgt ervoor dat alle, geen of geselecteerde gedeelten van de gegevens in de aftastbuffer worden overgedragen naar de lijnvolgeenheid en/of de videobuffer-logica.
De microprocessor zendt aan de onderdrukkingslogica de 35 X- en Y-coördinaten van de dokumentranden, de schuine stand van 790 5 8 95 * .
* 6 het dokument en de X- en Y-coordinaten van de te onderdrukken gebieden. De onderdrukker corrigeert alle X- en Y-coördinaten voor de schuine stand van het dokument en voert de onderdrukkingsfunk-tie uit.
De regelvolglogica accepteert het video-uitgangssignaal 5 . van de onderdrukkingseenheid en bepaalt de bovenzijdenen onderzijden van een regel. De Y-coordinaten van de regelbovenzijden en regelonderzijden worden gemeten en deze coordinatengegevens worden overgedragen naar de sturende microprocessor. De microprocessor gebruikt de coordinatengegevens van de regelbovenzijden en 10 regelonderzijden voor het besturen van het lezen van gegevens uit de videobufferlogica.
De videobufferlogica bestaat uit een dynamische MQS-geheugenbuffer welke een complete regel van vier bits video-uitgangsgegevens van de onderdrukkingseenheid accepteert en tij- 15 delijk opbergt. Het belangrijkste doel van deze gebiedsbuffer is het omvormen van video-informatie van de horizontale aftasting (geproduceerd door de gegevensverzameleenheid) naar de verticale aftasting die benodigd is in de herkenningseenheid. De breedte en de hoogte van de buffer is voldoende om minimaal een gehele 20 22,86 cm brede en 3 mm hoge regel van karaktergegevens met inbegrip van een schuine stand op te bergen. Elke videobuffer kan bovendien uitgebreid worden ter aanpassing aan een regelbreedte van 30,^8 cm.
De ingang wordt rij voor rij toegevoerd aan de buffer 25 en wordt vanaf de buffer kolom voor kolom toegevoerd aan de nor-malisatorbuffer. De gegevensafgifte aan de normalisatorlogica wordt bestuurd door de besturende microprocessor om een eventuele schuine regelstand indien aanwezig te compenseren. De microprocessor gebruikt de gegevens van de regelvolgeenheid om een be- 30 weegbaar aftastvenster te berekenen. De aftastvenstergegevens worden door de videobuffer gebruikt voor het opheffen van de schuine stand van de regel en het afgeven van gegevens van een enkele regel aan de normalisatie-eenheid.
De normalisatielogica accepteert de vier bit video- 35 uitgangssignalen van de videobuffer en reduceert de gegevens elek- 790 5 8 95 ' 7 + *> Λ tronisch tot standaard-karakterafmetingen en geeft signalen af aan de herkenningseenheden in het stelsel.
Het doel van de normalisatie-eenheid is het leveren van een aanpassing aan variërende karakterafmetingen op het dokument.
De normalisatie-eenheid·kan een reduktie uitvoeren tussen 2:1 5 en 1 :-1 in stappen van 1/8.
Se normalisatie-eenheid wordt bestuurd door de sturende microprocessor in de video-processor-eenheid. De stuurgegevens zijn gebaseerd op de dokumentformaatgegevens van de geprogrammeerde stuureenheid. 10
Een kenmerkend formulier is getoond in fig. 2. In deze vorm kan de bovenste informatie bijvoorbeeld worden gebruikt als identificatie van de gebruiker» het type van de test of van de te registreren informatie. De individuele kolommen in de onderste helft van het formulier worden gebruikt voor het indiceren van 15 een keuze, bijvoorbeeld antwoorden in een vragenspelletje.
De eerste vraag moet beantwoord worden door het aangeven of ..· het juiste antwoord gelijk is aan A, B, C, D of E. Bij het markeren van de antwoorden kunnen verschillende personen verschillende merktekens maken zoals geïllustreerd is in fig. 3? een 20 eerste persoon kan het doelgebied volledig vullen met een intense zwarte kleur zoals getoond is met de B in de eerste kolom van fig.
3. Een andere persoon kan het gebied nauwelijks markeren met een zeer lichte grijstint waarin de letter nog steeds zichtbaar blijf; en een derde persoon zal bijvoorbeeld het doelgebied wel dik mar— 25 keren zonder echter de letter geheel te zwarten. De marketing kan worden gemaakt en daarna eventueel worden gewijzigd door uitgummen of raderen omdat voor het markeren van dergelijke formulieren over het algemeen zachte potloden worden gebruikt zal na dit uitwissen of raderen een groezelig gebied achterblijven dat in som- 30 mige gevallen zwarter of althans donkerder kan zijn dan een licht gemarkeerd doelgebied.
Fig. 4 illustreert de middelen die gebruikt worden volgens de uitvinding voor het evalueren van het merkteken. Elk doelgebied is verdeeld in een aantal cellen» bijvoorbeeld f. = ·, cellen 35 met afmetingen van 0,1778 x 0,0889 mm. Het' aantal cellen met een 790 58 95 * .. · δ grijswaarde groter dan 1 wordt geregistreerd en de som van alle grijswaarden groter dan 1 wordt berekend. Een gemiddelde grijswaarde wordt afgeleid· voor het doelgebied uitgaande van de som van de grijscellen en het aantal cellen gebruikt voor het vormen van de som. De gemiddelde waarde en het aantal cellen worden dan toe- 5 gevoerd aan een 15 x 15 matrix teneinde een uit vier bit bestaand merktekenkwaliteitantwoord te verkrijgen. Niet gemarkeerde doelgebieden krijgen een nul-kwaliteit toegewezen. Het 15 x 15 raster vormt een middel voor het interpreteren van de kwaliteit van een gemarkeerd doelgebied in termen van intensiteit en afmetingen van 10 het merkteken. Omdat alle gemarkeerde doelgebieden een kwaliteit-antwoord ontvangen kan een speciaal programma uitmaken of het ene doelgebied geldig is of dat het gaat om een verwijderd merkteken of, indien beide merktekens geldig zijn of het gaat om een dubbel gemarkeerd veld. Zoals geïllustreerd is in fig. 4 heeft de rech- 15 ter bovenhoek de hoogste kwaliteit terwijl de laagste van de vier hoeken merktekens van lage kwaliteit indiceren. De matrix vormt een niet lineair orgaan voor het filteren van de achtergrond en het interpreteren van de kwaliteit van een merkteken in termen van de intensiteit en de afmetingen van het merkteken. Elk doel- 20 gebied krijgt een waarde toegewezen en het gebied van deze waarden loopt van nul voor niet gemarkeerde doelgebieden tot F voor merktekens met de hoogste kwaliteit.
Zoals te zien is in fig. 5 wordt elk doelgebied afgetast door een enkelvoudige aftastkolom met een hoogte van 4-8 cel- 25 len» Elke opeenvolgende aftasting zorgt voor een verdeling van het merkteken in cellen waarvan er sommigen geheel wit zullen zijn, anderen binnen het doelgebied geheel gevuld en donker zullen zijn terwijl weer anderen gedeeltelijk in het doelgebied en gedeeltelijk in de achtergrond liggen. Gebaseerd op de gemiddelde dicht- 30 heid van de waarde van de cellen die een merkteken aftasten kan nu een kwaliteit aan de aflezing van dit merkteken worden toegekend.
De overgedragen gegevens tussen de merktekenlezer, de videoprocessoreenheid en de microprocessor zijn getoond in de fig. 35 6 en 7· Alle informatie-overdrachten vinden plaats in een formaat 79058 95 <r ^ -* 9 “ dat in deze figuren is aangegeven* Regelformaatgegevens (parameters) moeten worden ingevoerd in een, 5 - 125 woorden overdracht geformateerd perj.ingangsformaat. Het regelformaat kan regel na regel wijzigen. De regelformaatgegevens moeten alleen naar de merktekenlezer overgedragen worden wanneer een wijziging in het 5 regelformaat nodig is. De regelformaatgegevens worden opgeborgen in het parametergeheugen dat nog nader ter sprake komt.
De merktekenlezer ontvangt signalen van de videoproces-soreenheid waarmee de merktekenlezer in staat wordt gesteld om door de regelformaatgegevens gespecificeerde merktekenlokaties op 10 te sporen. De merktekenlezer ontvangt eveneens informatie van de normalisatie-eenheid in de videoverwerkingseenheid en gebruikt het aftastbegin voor het genereren van een aflees-omhullende voor elke merktekenlokatie. De merktekenlezer gebruikt tevens de vier bit grijswaarden voor het bepalen van de kwaliteit en het gemid- 15 delde grijsniveau van de niet aan nul gelijk zijnde cellen binnen de leesomhullende.
De kwaliteit en het gemiddelde grijsniveau van de niet aan nul gelijk zijnde cellen in de afleesomhullende worden gebruikt voor het genereren van een vier bit kwaliteitsfaktor voor 20 elk merkteken. Deze vier bit kwaliteitsfaktoren worden geforma-tëerd en opgeborgen in het uitgangsgeheugen voor uitvoer naar de microprocessoreenheid. De merktekeneenheid heeft een interne besturing die het mogelijk maakt om afzonderlijke velden te volgen en een volgend veld op,te zetten. Bij voltooiing van het laatste 25 gespecificeerde veld zal de merktekenlezer zijn operatie beëindigen en zich instellen op afgifte aan de microprocessoreenheid.
De merktekenlezer beëindigt eveneens zijn operatie wanneer er een foute toestand optreedt. De twee foutieve toestanden die kunnen optreden zijn in de eerste plaats het vinden van een volgende lo- 30 katie die een kleinere waarde heeft dan de huidige lokatie en het inactief wordén van de normalisatie-eenheid voordat de merktekenlezer de laatste gespecificeerde merktekenlokatie heeft gevonden.
Deze foute toestanden resulteren niet in het instellen van een vlag en de enige indikatie voor het voorkomen ervan is het feit 35 dat de totale merktekentelling die aan de microprocessoreenheid 790 58 95 1 » · 10 wordt toegezonden niet gelijk is aan de verwachte merktekentel-ling.
Een meer gedetailleerd funktioneel blokschema van de merktekenlezer is getoond in fig. 8. In fig. 8 corresponderen de punten A, B,' C met de punten A» B« C in fig. 1 waarmee aangegeven 5 werd hoe de merktekenlezer in het totale stelsel is aangesloten.
In fig. 1 en in de fig. 9 tot en met 12 is elk blok voorzien van een referentie-aanduiding en de informatiestroom in en uit deze blokken is eveneens voorzien van een referentie-aanduiding om aan te geven naar welk blok een bepaalde lijn voert» bijvoorbeeld in- 10 gangs/uit.gangs-besturing en ingangs/uitgangs-logicablok 1 is aangesloten op de acht bit uitgangsgegevensbus afkomstig van blok 8.
De ingangs/uitgangs-besturing en ingangs/uitgangs-logicablok 1 decodeert een instruktie van de microprocessoreenheid en verwerkt alle over te dragen gegevens tussen de microprocessor- 15 eenheid en de merktekenlezer. Er kan alleen gegevensoverdracht plaats vinden tussen de microprocessoreenheid en de merktekenlezer wanneer de merktekenstuureenheid inactief is geworden en de besturing heeft overgegeven naar de ingangs/uitgangs-stuureenheid.
Gedurende een invoer van de microprocessoreenheid naar 20 de merktekenlezer bestuurt de ingangs/uitgangs-besturing primair de geheugenadressering en schrijft de ingangsgegevens in het pa-rametergeheugen. Gedurende een uitvoer van de merktekenlezer aan de microprocessoreenheid bestuurt de ingangs/uitgangs-besturing de uitgangsgeheugenadressering en geeft de inhoud van het uit- 25 gangsgeheugen via poorten door naar de microprocessor-gegevensbus.
Het parametergeheugen/stuurlogicablok 2 bevat een 8 x 128 geheugen dat gebruikt wordt voor het opbergen van de regel-formaatgegevens (parameters). De stuurlogica behorend bij het pa-rametergeheugen maakt een adressering van het geheugen en het 30 schrijven in het geheugen onder besturing van de ingangs/uitgangs-stuureenheid mogelijk. Wanneer de veldvolglogica gegevens vraagt van het parametergeheugen dan wordt het geheugen door de stuurlogica aangesproken en wordt de inhoud ervan in een daartoe bestemd parameterregister opgeborgen. 35
De dokument ”Xn volglogicaschakeling 3 bevat twee re- 790 58 95 "w * - 11- gisters. De eerste is het "(Xg-X STAKT)*' register, dat wordt geladen door de microprocessoreenheid met het aantal stappen voor of na de detectie van de rand van het dokument, waar de aftastbuffer werd gestart. Het dokument wordt verdeeld in stappen die elk een leesinterval aangeven^nen in fig. 2 vormen de donkere merktekens 5 aan de zijkant van het formulier tijdmerktekens waarbij elk merkteken correspondeert met een regel af te tasten doelgebieden· De tijdmerktekens zijn bijvoorbeeld 0»1016 - 0,889 mm dik en hebben een lengte van 1,27 - 5»675 mm. De specificatie van de tijdmerktekens hangt af van de apparatuur» waarin de merktekenlezer wordt 10 gebruikt. De doelgebieden worden normaal afgedrukt met behulp van blinde inkt, waarbij de term blind moet worden verstaan in die betekenis dat de lezer het doelgebied zelf niet leest maar alleen de zwarte markering in het doelgebied.
Het tweede register is het dokument "X" lokatieregister 15 en begat in feite de som van het eerste register en het aantal ingestelde stappen dat de buffer heeft vrijgegeven voor het genereren van "X" lokaties met referentie aan de gedetecteerde doku-mentrand.
Het merkteken-» veld- en operatievolgblok k bevat he.t 20 "X^-lokatieregister .2*f, het eerste "X"-lokatieregister 21 en een merktekenafstandsregister 22.. De laatste twee zijn parameterre-gisters die worden geladen door de parametergeheugenstuureenheid 17. Telkens wanneer een nieuw veld wordt gestart dan wordt de in— houd van het eerste "Xn-lokatieregister geladen met het "XT,-loka- 25 tieregister. Op dat moment is de inhoud van het "X"-lokatiere-gister gelijk aan de dokument "X"-lokatie, en een gevonden merk-tekenlokatie wordt gegenereerd. Op dat moment wordt de inhoud van het "X"-lokatieregister opgeteld bij de inhoud van het merktekenafstandsregister en de som wordt geladen in het "X"-lokatieregis- 50 ter. Er treedt een fout op wanneer de inhoud van het dokument "X"-lokatieregister groter is dan die van het "X"-lokatieregister. De veldvolgsectie bevat een merkteken in een veldregister Jh (een parameterregister), een veldmerktekenteller 33» een totale merk-tekenteller Jk en een comparator. Telkens wanneer een gevonden 35 merktekenlokatie wordt gegenereerd worden de merktekentellers op- 790 5 8 95 <. * η ♦ - 12 gehoogd, en de merktekens in de inhouden van de veldregisters worden vergeleken met de inhouden van de veldmerktekenteller. Wanneer deze twee gelijk zijn dan wordt een veld-compleet-indikatie uitgezonden naar de operatievolglogica en een verzoek van compa-ratievolggegevens wordt uitgezonden naar de parametergeheugen- 5 stuureenheid 19 en het merkteken ia de veldteller wordt teruggesteld.
De operatievolglogica bevat een operatieregister dat het adres bevat van het laatste woord van de parametergegevens in het parametergeheugen en een comparator. Deze comparator ver- 10 gelijkt het huidige parametergeheugenadres met de inhoud van het operatieregister. Wanneer het parametergeheugenadres gelijk is aan of groter is dan de inhoud van het operatieregister dan wordt de operatie voltooid - instelling verhoogd om aan te geven dat nu het laatste veld wordt verwerkt. Wanneer de volgende veld-compleet- 15 indikatie optreedt dan wordt een operatie - voltooid indikatie ingesteld en toegevoerd aan de merktekenstuureenheid 5· De merktekens tuur eenheid 5 doet dienst als hoofdbesturing voor het starten en besturen van de meeste andere stuureenhedén. Deze stuurlogica verzorgt als het ware het "algemene huishouden". Bij ontvangst 20 van een merktekenlokatie gevonden door de merktekenvolglogica gebruikt de merktekenstuureenheid de rekenkundige logische eenheid b2 voor het genereren van een leesomhullende en voor het accumuleren van de gegevens nodig voor de kwaliteitsgeneratie. Wanneer de merktekenstuureenheid en leesomhullende - compleet-signaal ont- 25 vangt van de rekenkundige eenheid dan geeft ze een merktekenver-werking-startsignaal af aan de gegevensgeheugenstuurlogica en geeft de besturing van de rekenkundige logica over aan de gege-vensgeheugenstuureenheid. Als de merktekenstuureenheid ofwel een fout signaal ofwel een normalisatoreenheid-niet actief-indikatie 30 of een operatie-voltooid-indikatie ontvangt dan krijgt de gege-
Als vens-geheugenstuureenheid de instruktie om te eindigen, alleen de gegevensgeheugenstuureenheid is geëindigd dan wordt de merktekenstuureenheid inactief en gaat de besturing over op de ingangs/ uitgangs-stuureenheid. De merktekenstuureenheid zal weer actief 35 worden wanneer de normalisatie-eenheid actief wordt. De rekenkun- 79058 95 - u dige logische eenheid 6 bevat twee tellers, één voor het tellen van het aantal niet-nul-cellen gevonden in de leesomhullende, de andere teller wordt gebruikt voor het tellen van aftastingen voor het genereren van de leesomhullende, en voor het tellen van het aantal keren dat de celtellerstand afgetrokken kan worden van de 5 grijssom teneinde de gemiddelde grijswaarde te bepalen. Een opbeller met multiplexingangen en een register worden gebruikt voor het accumuleren van de som van alle cellen in een leesomhullende.
Deze opteller en het register worden gebruikt samen met de af-tastteller en een comparator voor het afleiden van het gemiddelde 10 grijsniveau. Een vier bit :gegevenspoort geeft aansluiting op de videoprocessoreenheid-normalisatoreenheid voor ontvangst van de celgegevens.
De kwaliteitsgenerator 7 bevat twee x 256 programmeerbare uitleesgeheugens. Eén ervan wordt gebruikt voor de niet-li- 15 neaire beknotting van de niet-nul-celtelling en de ander wordt gebruikt voor het leveren van een 16 x 16 matrix uitgaande van de beknotte celtelling en het gemiddelde grijsniveau teneinde een niet-lineair kwaliteitsantwoord toe te wijzen.
Het gegevensgeheugen in. de stuurlogica-eenheid 8 be- 20 staat uit een 8 x 128 bit geheugen. Deze logicasectie zorgt eveneens voor de geheugenadressering, gegevensformatering en schrijft gegevens in het geheugen. De gegevensgeheügenstuurlogica bestuurt eveneens de rekenkundige eenheid gedurende de niet-leesomhullende tijd teneinde een gemiddeld grijsniveau voor de voorafgaande lees- 25 omhullende af te leiden. Wanneer de afleiding voltooid is dan komen de kwaliteitsgegevens beschikbaar en worden opgeborgen in een formaatsectie. Telkens wanneer een 8 bit woord is samengesteld in de formaatsectie dan wordt dit in het geheugen gelezen. Als de ge-gevensgeheugenstuureenheid een einde-signaal ontvangt van de merk- 30 tekenstuureenheid dan wordt de inhoud van de formaatsectie in het geheugen geschreven, het geheugenadres wordt bijgewerkt, de totale merktekentelling wordt in de positie nul ingeschreven en er wordt bevestigd dat de beëindiging is voltooid. De ingang/uit-gang-stuureenheid kan dan gegevens in het gegevensgeheugen aan- 35 spreken.
7905895 1½ % __
De fig. 9 tot en met 12 tonen meer gedetailleerde blok-schema's van het overzichtsschema uit fig. 8. Alhoewel de diverse delen uit de fig, 9 tot en met 12 al genoemd zijn wordt toch een verdere beschrijving gegevens teneinde de uitvoeringsvorm van fig, 8 verder te verduidelijken, 5
Fig, 9 toont het blok 9 voor instruktiedecodering en ingangs/uitgangs-besturing. Deze logicasectie decodeert een in-struktie van de microprocessoreenheid en regelt alle gegevensoverdrachten tussen de microprocessoreenheid MPÏÏ en de merkteken-lezer MSB. Informatie-overdracht tussen de microprocessoreenheid 10 MPÏÏ en de merktekenlezer MSB kan alleen plaatsvinden wanneer de merktekenstuureenheid MSC niet actief is en de besturing is overgedragen aan de ingangs/uitgangs-stuureenheid. Bij het optreden van een ingangssignaal bij de merktekenlezer MSB vanaf de microprocessor MPU bestuurt de ingangs/uitgangs-stuureenheid de adres- 15 sering van het parametergeheugen en schrijft ingangsgegevens in het parametergeheugen. Gedurende het optreden van een uitgangssignaal van de merktekenlezer MSB naar de microprocessoreenheid MPÏÏ bestuurt de ingangs/uitgangsstuureenheid de adressering van het uitgangsgeheugen en de overdracht van de inhoud van het uit- 20 gangs-geheugen via poorten naar de videoprocessoreenheid (VPïï)-gegevensbus.
De klokgeneratie- en verdeelschakeling 11 ontvangt een systeemklokpuls van de videoprocessoreenheid VPÏÏ en genereert kloksignalen en distribueert kloksignalen naar diverse andere 25 schakelingen die een klokpuls nodig hebben.
De parametergeheugenadresteller/register 12 bestaat uit een 7 bit teller die wordt gebruikt als geheugenadresregister voor de pararaetersectie van het parameter/uitgangsgeheugen.
De uitgangsgeheugenregisterteller/register 13 bestaat 30 uit een 7 bit teller die gebruikt wordt als geheugenadresregister voor de uitgangssectie van het parameter/uitgangsgeheugen.
De geheugenadresmultiplexer 16 maakt het mogelijk dat ofwel de parametersectie ofwel de uitgangssectie van het parameter/uitgangsgeheugen wordt geadresseerd door het geassocieerde 35 adresregister. De uitgang van de geheugenadresmultiplexer is aan- 7905895 15 gesloten op het parameter- en uitgangsgeheugen 18 dat geïllustreerd is in fig. 10.
De geheugeningangsmultiplexer 14 wordt gebruikt samen met de geheugenadresmultiplexer en maakt het mogelijk dat ofwel parametergegevens van de ontvangers worden ingeschreven in de pa- 5 rametersectie van het geheugen ofwel uitgangsgegevens van het uitgangsgeheugen worden ingeschreven in de uitgangssectie van het geheugen. De uitgang ervan is verbonden met het parameter- en uitgangsgeheugen 18.
Het XE-XSTAET-register 15 wordt geladen met het aantal 10 incrementen dat de aftastbuffer gestart is voor of na de detectie van een dokumentrand.
Het dokument X-lokatieregister 17 sommeert de inhoud van het XE-X-startregister met het aantal aftastingen van de aftastbuffer dat afgegeven is voor het genereren van X-lokatiës met 15 referentie aan de gedetecteerde dokumentrand. De uitgangssignalen van dit register worden toegevoerd aan de lokatiezoekschakeling 25 in fig. 10..
In fig. 10 bevat het parameter/uitgangsgeheugen Ï8 een 8 x 256 bit geheugen waarvan de woorden 0 - 12? worden gebruikt 20 voor het opbergen van parametergegevens en de woorden 128 - 255 worden gebruikt voor het opbergen van uitgangsgegevens.
De parame tergeheuge ns tuur eenheid 19 spreekt de parame-tersectie van het· parameter/uitgangsgeheugen 18 aan en laat een gedeelte van zijn inhoud in het betreffende parameterregister aan 25 het begin van elke regel en wanneer de laatste merktekenlokatie in elk veld is gevonden.
De stuurpoorteenheid 20 in fig. 10 bestaat uit een verzameling van standaard-logische poorten die gebruikt worden voor het doorlaten van signalen en het besturen van de signaalgenera- 30 tie.
Het eerste X-register 21 wordt geladen door de parame-tergeheugenstuureenheid T9 met de MXM-lokatie van het eerste merkteken in een veld.
Het merktekenafstandsregister 22 wordt geladen door de 35 parametergeheugenstuureenheid met de stand tussen de merktekens.
790 5 8 95 « * i 16
De volgende "X"-lokatiegenerator 23 bestuurt een logische schakeling waarmee de huidige "X"-lokatie wordt opgeteld bij de inhoud van het merktekenafstandregister. Deze som is de volgende op te sporen "X"-lokatie en wordt geladen in het "X'J-lokatie-register 2b. Het "X"-lokatieregister bevat de op te sporen "X”- 5 lokatie en kan worden geladen met de gegenereerde volgende "X”-lokatie of vanuit het eerste "X"register.
De lokatiezoekeenheid 25 bevat logische schakelingen waarmee de inhouden van het "X"-lokatieregister en het dokument-MXM-register worden vergeleken. De gevonden lokatie wordt gegene- 10 reerd wanneer de registerinhouden gelijk zijn. Een dokument "X"-signaal groter dan een lokatie "X"-signaal wordt gegenereerd wanneer deze toestand optreedt en deze toestand als fout wordt beschouwd.
In fig. 11 doet de merktekenstuureenheid 26 dienst als 15 hoofdstuureenheid voor het starten of activeren van de meeste andere stuureenheden. Ze zorgt eveneens voor het '’algemene huishouden", bestuurt de leesomhullenden, verzamelt de gegevens die nodig zijn voor de kwaliteitsgeneratie en initieert en beëindigt de merktekenverwerking. 20
De uitgangsgeheugenstuureenheid OMC 27 wordt gestart door de merktekenstuureenheid op de achterflank van elke leesom-hullende. Ze bestuurt de rekenkundige logica-eenheid, de aftast-breedteteller en de kwaliteitsgeneratie in deze periode en levert een vier bit kwaliteitsfaktor die geladen wordt in een desbetref- 25 fend "uitgangsbuffergebied". Wanneer twee vier bit kwaliteitsfak— toren zijn samengesteld in de uitgangsbuffer dan werkt de uitgangsgeheugenstuureenheid het uitgangsgeheugenadres bij en schrijft de inhoud van de uitgangsbuffer in het uitgangsgeheugen.
Wanneer de verwerking door de merktekenstuureenheid wordt beëin- 30 digd dan bestuurt het uitgangsgeheugen weer de start. Op dat moment zorgt de uitgangsgeheugenstuureenheid OMC voor het bijwerken van het uitgangsgeheugenadres, de inhoud van de uitgangsbuffer wordt ingeschreven in het uitgangsgeheugen, de totale merk-tekentellerstand wordt geladen in de uitgangsbuffer, het uit- 35 gangsgeheugenadres wordt teruggesteld op de eerste lokatie van 790 58 95 »' * · - 1 Τ'- het uitgangsgeheugen, en de totale merktekentellerstand wordt ingeschreven in het uitgangsgeheugen· Nadat de totale merktekentel-lerstand is ingeschreven in het uitgangsgeheugen zorgt de uit-gangsgeheugenstuureenheid OMC ervoor dat de ingang/uitgangsstuur-eenheid toegang kan krijgen tot het geheugen. 5
De stuurflip-flops 29 zijn algemene stuurflip-flops die gebruikt worden voor multiplex- en besturingsdoeleinden. Ze worden ingesteld en teruggesteld door diverse stuureenheden zoals aangeduid met de verschillende ingangssignalen.
De klokgeneratiedistributie-eenheid 28 ontvangt van de 10 klokeenheid in de videoprocessoreenheid een klokpuls en genereert klokpulsen en verdeelt klokpulsen over de diverse schakelingen zoals aangeduid is met de uitgangssignalen van het blok 28.
Het stuurpoortblok 30 bestaat uit een verzameling van logische standaardpoorten die gebruikt worden voor het doorlaten 15 van signalen en het besturen van de signaalgeneratie.
De operatievolglogica-eenheid 31 vergelijkt het totaal aantal parameterwoorden met het aantal woorden dat teruggewonnen is om vast te stellen wanneer de operaties voltooid zijn.
De grijsgegevenspoort 32 wordt bestuurd, door de merkte- 20 kenstuureenheid ett ontvangt en hersynchroniseert vier bit grijs-videogegevens van de videoprocessoreenheid-normalisator.
De aritmetische ingangsmultiplexer 31 bestuurt dè ingangssignalen naar de aritmetische logica.
De kwaliteitsgeneratorschakeling 40 bevat twee 4 x 256 25 programmeerbare uitleesgeheugens die gebruikt maken van het aantal niet-nul-cellen in het gemiddelde grijsniveau van niet-nul-cellen aanwezig in een leesomhullende om aan elke leesomhullende een uit vier bit bestaande kwaliteitsfaktor toe te wijzen.
Het uitgangsbufferregister 4-1 wordt gebruikt voor het 30 verzamelen van alle in het uitgangsgeheugen in te schrijven gegevens.
De aritmetische of rekenkundige logica-eenheid 42 sommeert alle celwaarden gedurende de leesomhulllenden. Tussen de leesomhullenden worden de aritmetische logica en de aftastbreed- 35 teller bestuurd door de uitgangsgeheugenstuureenheid. Gebruik ma- 790 58 95 * * - 18 kend van de uitgangssignalen van de zwarte-cel-teller wordt een reeks van aftrekkingen uitgevoerd en aan het einde van deze aftrekkingen bevindt het gemiddelde grijsniveau van de niet-nul-cellen binnen een leesomhullende zich in' de aftastteller.
De aftastbreedtetellerstuureenheid 38 voert twee funk- 5 ties uit» waarbij de eerste betrekking heeft op het volgen van de leesomhullendebreedte, en de ander betrekking heeft op het afleiden van het gemiddelde grijsniveau.
De totale merktekenteller 39 bevat het totaal aantal merktekenlokaties gevonden op een lijn voorafgaand aan het beëin- 10 digen van de operatie.
De veldmerktekenteller 33 bevat het totaal aantal merktekenlokaties gevonden in het lopende veld.
Het •’merktekens in veld”-register 3^ is een parameter-register dat het aantal merktekens bevat gevonden in het lopende 15 veld.
De veldvolgschakeling 35 bevat een logische eenheid die de inhoud van de veldmerktekenteller vergelijkt met de inhoud van het ’’merktekens in veld”-register om vast te. stellen wanneer een specifiek veld compleet is. 20
De zwarte-cel-teller en stuureenheid 36 bestaat uit een twaalf bit teller die het totaal aantal niet-nul-cellen binnen 'een doelgebied telt. De besturing maakt het mogelijk om alleen niet-nul-cellen te tellen en de teller terug te stellen nadat de kwa-liteitsgeneratie voltooid is. 25
Fig. 13 toont een tijddiagram van de werking van de merktekenlezer, waarmee aangegeven wordt dat de normalisatie-een-heid actief is gedurende het werkelijke lezen van de merktekens op het papier* dat de parameters worden geladen voorafgaand aan het lezen gedurende de aangegeven intervallen* die bij benadering 30 een gelijke afstand hebben aan beide zijden van de verwachte merktekencentrumlijn.
In de fig. 8 tot en met 12 zijn de ingangs- en uitgangssignalen naar elk van de blokken aangeduid met afkortingen waarmee aangegeven wordt wat het ingangssignaal voorstelt waarbij het 35 ëetal aangeeft met welk van de andere blokken de betreffende in- 790 58 95 ' 19 * > gang of uitgang is verbonden. Teneinde de verbindingen tussen de blokken verder te verduidelijken worden de volgende definities en verklaringen gegeven bij de afkortingen aangeduid bij de diverse verbindingen tussen de blokken.
IOHSTD - aansluitbevestigingssignalen naar de eenheid, een 5 bevestiging van de videoprocessoreenheid-micropro-cessor waarmee de ontvangst van gegevens wordt aangeduid.
IOCDTD - instruktiegegevens naar eenheid - een melding van de videoprocessoreenheid - microprocessor dat in- 10 struktiegegevens overgedragen worden.
IOTECP - overdracht voltooid - een bevestiging van de video- processoreenheid-microprocessor aangevende· dat de gegevensoverdracht voltooid is, VI0V3·^ - eenheid 3, bit 4, instruktiedecodering - de eenheid 15 3 bit decodering brengt de merktekeningangs/uit-gangseenheid in de uitgangsmodua.
VIOLCH - laadinstruktieregister - laden van het instruktie- register met de instruktiegegevens van de videopro-cessoreenheid-microprocessor. 20 IOCNCT - eenheid aangesloten - een signaal dat uitgezonden wordt aan de videoprocessoreenheid-microprocessor ter bevestiging van het feit dat de merktekenlezer gereed is.
IOHSFD - aansluitbevestiging van eenheid -een bevestiging 25 van. de merktekenlezer aan de videoprocessoreenheid-microprocessor waarmee de ontvangst van gegevens wordt aangeduid.
VIOLDDV - laadeenheid - een signaal dat gebruikt wordt voor het opbergen van parametergegevens uitgezonden door 30 de videoprocessoreenheid-microprocessor in het pa-rametergeheugen van de merktekenlezer.
INCPMA - ophogen van het parametergeheugenadres.
INCOMA - ophogen van het.uitgangsgeheugenadres.
VI0P12 - weg-één-naar-twee van de ingang/uitgangsstuureen- 35 heid - dit signaal wordt gebruikt voor het instel- 790 5 8 95 20 len van de geheugenstuurlogica in de ingangsmodus.
VI0P16 - weg-één-naar-zes van de ingangs/uitgangsstuureen heid - dit signaal wordt gebruikt voor het instellen van de geheugenstuurlogica in de uitgangsmodus.
I0DATA.0-.7 - acht bit bidirektionele databus - wordt gebruikt 5 voor alle gegevens die overgedragen worden tussen de videoprocessoreenheid-microprocessor en een eenheid.
VI0.0-.7 - acht bit databus - wordt intern gebruikt door de merktekenlezer voor het presenteren van gegevens* 10 ontvangen van de videoprocessoreenheid-microproces-sor aan de geheugeningangsmultiplexer en aan diverse registers.
MSCLK - merktekenlezerklok.
/MSCLK.1 - geïnverteerde merktekenlezerklok. 15 PMA.01-.6A- - zeven bit parametergeheugenadres - wordt gebruikt voor het adresseren van lokaties in de parameter-sektie van het geheugen via de geheugenadresmulti-plexer* 0MA.01-.6A- - zeven bit uitgangsgeheugenadres - wordt gebruikt 20 voor het adresseren van een lokatie in de uitgangs-sektie van het geheugen via de geheugenadresmulti-plexer.
ma~B.Q1-.128 - acht bit geheugenadres - deze signalen worden gegenereerd door het kiezen van ofwel een parameterge- 25 heugenadres ofwel een uitgangsgeheugenadres. Deze acht bits worden gebruikt voor het adresseren van het geheugen - MAB.128 wordt altijd ingesteld wanneer het uitgangsgeheugenadres wordt gekozen.
/MIN.00-,07 - acht bit geheugeningangsbus - de in het geheugen op 50 te bergen gegevens worden geselecteerd door de geheugeningangsmultiplexer en toegevoerd aan de ingang van het geheugen via deze acht bit bus.
XST.00-.09 - "X” starttelling (tien bit) - een numerieke waarde die het aantal aftastingen aangeeft gedurende wel- 35 ke de normalisatie-eenheid actief is voorafgaand 790 5 8 95 ’λ * - 21 aan of na detectie van de dokumentrand.
XSTSIGN - "X" startteken (één bit) - bet tekenbit geeft aan of de normalisatie-eenheid actief was voor of na de detectie van de dokumentrand. Wanneer dat teken negatief.is dan was de normalisatie actief vooraf- 5 gaand aan de detectie van de dokumentrand* /VIOLDXOFF - laad ”X" voorinstelling - dit signaal laadt de acht lagere orde "X" startbits in het XR-XSTART-register.
/VIOLDXOFF.1 - laadt de "X” instelling.1 - dit signaal laadt de 10 twee hogere orde "X" startbits en het tekenbit in het XR-XSTART-register.
/NORCRC - wissen van d'e normalisatie-eenheid of terugstellen van de teller - door dit signaal wordt de inhoud van het XR-XSTART-register geladen in het dokument 15 wXn-lokatieregister aan het begin van elke gege-vensregel.
INCCNTR - ophogen teller - dit signaal zorgt voor het opho gen van het dokument MX”-lokatreregister bij elke ' aftasting. 20 DXR.00-.11 — dokument "Xn-registeruitgangen (twaalf bits) - bevat de lopende dokument "X^-lokatie» DXRSIGN - dokument ,tX»»-registerteken (één bit).
PMB.00-.007 - parametergeheugenuitgangsbit (acht bits) - bevat de inhoud van de geheugenlokatie die op dat mo- 25 ment wordt geadresseerd.
/PMCSO - nultoestand van de parametergeheugenstuureenheid - de nultoestand is een inactieve toestand.
/PMCS1 - de êéntoestand van de parametergeheugenstuureenheid - in de ééntoestand worden de acht minst sig- 30 nificante bits van het eerste ^"-register geladen en wordt het parametergeheugenadresregister opgehoogd.
/PMCS2 - twee-toestand van de parametergeheugenstuureenheid - in de twee-toestand worden de vier hogere 35 orde bits van het eerste "X^-register geladen en 790 5 8 95
V
' ' 4 » 22 wordt het parametergeheugenadresregister opgehoogd.
/PMCS3 - toestand drie van de parametergeheugenstuureen- heid — in toestand drie wordt het nX"-lokatiere-gister geladen met de inhoud van het eerste "X”-register» de merktekens in het veldregister worden 5 geladen en het parametergeheugenadresregister wordt opgehoogd.
/PMCS4 - toestand vier van de parametergeheugenstuureen- heid - in toestand vier worden de acht lagere orde bits van het merktekenafstandsregister geladen en 10 wordt het parametergeheugenadresregister opgehoogd.
/PMCS5 - toestand vijf van de parametergeheugenstuureen- heid - in toestand vijf worden de acht hogere orde-bits van het merktekenafstandsregister geladen en wordt de parametergeheugenadresteller opgehoogd. 15 /PMCS6 - toestand zes van de parametergeheugenstuureenheid - toestand zes is een testtoestand. In toestand zes wordt de uitgangsstuurflip-flop ingesteld. Bij het optreden van toestand zes en de veld-complete tcoestand en de operatie-complete toestand wordt de 20 operatie-complete flip-flop ingesteld.
/PMCÊ1 - weg-zes-naar-één van de parametergeheugenstuureen heid - weg zes naar één wist de merktekens in de veldteller en stelt de uitgangsstuurflip-flop terug. 25 OCBST - terustellen van de uitgangs-stuurflip-flop.
OGSET - instellen van de uitgangsstuur-flip-flop.
INCPMA - ophogen van het parametergeheugenadresregister.
CLEPMA - wissen van het parametergeheugenadresregister.
/MCLfi - wissen hoofdeenheid. 50 TIHI.1 .- hoog houden op het logische één-niveau.
XLBSTB - vrijgeven van het '^"-lokatieregister.
EXE.00-,11 - uitgangssignalen van het eerste f,X"-register (twaalf bits) - bevatten de "X^-positie van de eerste doel-gebiedpositie in het volgende veld. 55 MPB.00~.15 - uitgangssignalen van het merktekenafstandsregister 79058 95 - 23 . » V ' v (vijftien bits) - bevatten het-aantal ‘’X^-posities tussen de doelgebiedlokaties.
MPRX.00-.15 - uitgangssignalen van het merktekenafstandsregister plus nXn (zestien bits) - bevat de som van het i merktekenafstandsregister en het "X^-lokatieregis- 5 ter, XLB.00-15 - uitgangssignalen van het "XN-lokatieregister (zes tien bits) f bevat de MX”-positie van het eerstvolgende doelgebied, LOCFND - lokatie gevonden - dit signaal wordt hoog wanneer 10 het dokument MXn gelijk is aan de "X"-lokatie van het doelgebiedt waarbij de verwerking van dit doelgebied wordt gestart.
DXRGLR - dokument '^’’-register groter dan T,X°-lokat i ere gis— ter - een foute toestand die zorgt voor beeindi- 13 ging van de verwerking, NORSO - de normalisator in de videoprocessoreenheid is in actief en wacht op hei* uitgangssignaal van de volgende regel, NOHS'5 - de videoprocessoreenheid is actief en geeft een 20 regel af aan de herkenningseenheden.
NORBS.SED - dit signaal treedt gedurende één klokpulsperiode op aan het begin van elke verticale aftasting van gegevens welke wordt uitgezonden door de normali-satielogica (deel van de videoprocessoreenheid). 25 MSCRST - terugstellen van de merktekenlezerlogica in de initiële toestand.
/MSCRST
/MSCPA-2 - weg-vier-naar-twee van de merktekenlezerstuurlo- gica. In toestand twee kijkt de stuureenheid uit 30 naar het signaal LOCFND en begint andere werkzaamheden uit te voeren in de toestanden 3 en k, MSCEND - dit signaal zorgt voor het instellen van de eind- flip-flop om aan te geven dat de verwerking voor een regel voltooid is, 35 - MSCP23 - weg-twee-drie geeft aan dat de merktekenlokatie is 790 5 8 95
V
V
24 /MSCP23 gevonden en dat de merktekenverwerking kan begin nen.
MSCS34 - toestand drie of toestand vier zorgt voor het la den van de vier bit grijsgegevens in het ingangs-register. 5 INCMBK - ophogen van de totale merktekenteller en de "merk tekens in veld"-teller.
INCSWA - ophogen van de aftastbreedteteller (deze teller volgt de breedte van het doelgebied).
OSST.O - opbergen van het bovenste byte uitgangsgegevens 10 in het uitgangsgegevensgeheugen.
0SST.2 - opbergen van het onderste byte van de uitgangsge gevens in het uitgangsgegevensgeheugen.
0MCS1.1 - in toestand één trekt de stuureenheid achtereen- 0MCS1 /0MCS1 volgens de celtelling af van de totale grijstel- 15 ling om een gemiddelde grijswaarde voor het merkteken te verkrijgen.
0MCS2 - in toestand twee kiest de uitgangsstuureenheid het bovenste en onderste byte van een uitgangsgege-venswoord voor het schrijven in het uitgangsgeheu- 20 gen.
0MCS6 - schrijven van het uitgangsregister naar het uit- gangsgeheugen. Terugstellen van de eind-flip-flop en vrijgeven van de ingangs/uitgangsstuureenheid voor het overdragen van gegevens naar de proces- 25 sor.
/OTMK — laden van de totaal verwerkte merktekens in het uitgangsregister.
/WBTMEM.1 - overschrijven van het uitgangsregister in het uit- gangsgeheugen. 30 0MCP01 - weg-nul-één start van de aritmetische verwerkingt wissen van de aftastbreedteteller.
0MCS5 - schrijven van het uitgangsregister in het geheu gen» wissen van het uitgangsgeheugenadres, laden van de totale merktekentellerinhoud in het uit- 35 gangsregister.
73058 95 # > * J, * - 25 - 0MCP05 - geeft aan dat het laatste veld is verwerkt en dat het totaal aantal merktekens is ingevoerd in het uitgangsgeheugen.
0MCP24 - schrijft de uitgangsregister over in het uitgangs- geheugen» 5 /OPCOM - geeft aan dat het totaal aantal merktekens voor de regel is verwerkt.
OC - uitgangsstuur-flip-flop. Deze uitgangs-flip-flop - wordt gebruikt om aan te geven of de uitgangsge- heugenstuureenheid ofwel de parametergeheugenstuur- 10 eenheid toegang vraagt tot het geheugen.
/END - geeft aan dat het totaal aantal merktekens voor de regel is verwerkt.
BYTEO - geeft aan dat de bovenste vier bits in het uitgangsregister moeten worden geladen. 15 /I0C0NT - geeft aan dat de microprocessoreenheid gegevens
IOCNT
naar het geheugen kan schrijven of daaruit kan lezen (parameter- en gègevensgeheugen).
INCOMA - ophogen uitgangsgeheugenadres.
/CLROMA - wissen uitgangsgeheugenadresteller. 20 OPCSET - instellen van de operateur-voltooid flip-flop.
/CLRFMK - wissen van de veldmerktekenteller.
OPCOMS - geeft aan dat alle parametergegevens uit het para mat er geheugen zijn gehaald.
/DATA.0-.3 - vier bit grijsschaalgegevens voor de normalisatie— 25 eenheid.
ME.00-,07 - accumulatieve optelling van het aantal in het hui dige veld verwerkte merktens.
MIF.00-.07 - aantal iryhet huidige veld te verwerken merktekens.
FLDCOM - geeft het aantal verwerkte merktekens aan - het 30 totaal aantal merktekens in het lopende veld.
BCC.01-2048 - accumulatieve telling van de aftastbreedteperiode over het totaal aantal niet aan nul gelijk zijnde grijsschaalgegevenspunten.
/BC.01-2048 - een gegevensweg die ofwel gelijk is aan het totaal 35 ------- aantal getelde zwarte cellen ofwel aan de lopende 790 5 8 95 s *> • · r 26 grijsschaalwaarde.
SWC.OO-.θδ - aftasttelling die aangeeft dat de breedte van het gelezen doelgebied is ingesteld op nul bij elke LOCFND-periode.
MXCNT - geeft het einde van het doelgebied aan. 5 TMC.00-.07 - geeft het totaal aantal merktekens op een regel aan.
QAL. 00-.03 - een vier bit kwaliteitsantwoord voor elk merkte ken.
OS.01-.08 - het acht bit woord dat ingeschreven moet worden in 10 het uitgangsgeheugen.
DIVCOM - geeft aan dat het resultaat van de aftrekking van de zwarte-celtelling van de geaccumuleerde totale grijscelwaarde negatief is.
Alhoewel in het bovenstaande een voorkeurs-uitvoerings- 15 vorm van de uitvinding is beschreven zal het duidelijk zijn voor de-..deskundige dat in zijn algemeenheid een stelsel wordt verschaft waarin rekening wordt gehouden met de individuele markeerstijl van verschillende personen en tussen verschillende dokumenten teneinde die doelgebieden aan te geven die gemarkeerd zijn en onder- 20 scheid te maken tussen uitgewiste merktekens of andere interfererende merktekens op het dokument. Het zal verder duidelijk zijn dat diverse modificaties en wijzigingen binnen het kader van de uitvinding aangebracht kunnen worden.
79058 95

Claims (8)

  1. 9 *· “ ' 27“ .
  2. 1. Inrichting voor het lezen van merktekens op een dokument en voor het maken van onderscheid tussen echte merktekens en uitgewiste of smoezelige merktekens» gekenmerkt door middelen voor het aftasten van een dokument en het lezen van 5 alle merktekens op dit dokument» middelen voor het opbergén van elk van de gelezen merktekens» middelen voor het analyseren van de kwaliteit van elk van de opgeborgen merktekens en middelen» die uitgaande van de' totale kwaliteit van alle merktekens bepalen welk van de geanalyseerde merktekens ook inderdaad merktekens 10 zijn.
  3. 2. Inrichting volgens conclusie 1» gekenmerkt door middelen voor het verdelen van elk merkteken in een aantal cellen waarbij elke cel een waarde krijgt toegewezen die bepaald wordt door de mate van zwarting in vergelijking tot de achter- 15 grond van het dokument.
  4. 3. Inrichting volgens conclusie 2» gekenmerkt door middelen voor het optellen van de waarden van de cellen voor elk merkteken teneinde een gemiddelde grijswaarde voor elk merkteken af te leiden. 20 k. Inrichting volgens conclusie 1» gekenmerkt door middelen voor het opbergen‘en analyseren van de opgeborgen merktekens en het analyseren van de merktekens voor elk individueel dokument.
  5. 5. Inrichting volgens conclusie 1» bestemd voor het le- 25 zen en analyseren van de kwaliteit van merktekens op een dokument teneinde onderscheid te maken tussen echte merktekens en andere merktekens, gekenmerkt door middelen voor het lokaliseren en volgen van merktekens op het dokument, middelen voor het vergelijken van de merktekenlokaties en het aantal merktekens met 30 bekende .parametergegevens, middelen voor het analyseren van de kwaliteit van ieder merkteken op een bekende merktekenlokatie, en het toewijzen van een kwaliteitsfaktor aan het merkteken, middelen voor het opbergen van de kwaliteitsfaktor die toegewezen is aan elk merkteken en middelen voor het analyseren van de kwali- 35 teitsfaktor voor alle merktekens op een bepaald dokument teneinde 790 5 8 95 - 28- * r * j vast te stellen of de gevonden merktekens ook inderdaad echte merktekens zijn.
  6. 6. Stelsel voor het lezen van merktekens op een doku-ment en het bepalen welke van de merktekens echte merktekens zijn, een en ander in overeenstemming met conclusie 1, g e k e n - 5 merkt door middelen voor het aftasten van het dokument en het lezen van de daarop aanwezige merktekens, middelen voor het analyseren van elk gelezen merkteken en het toewijzen van een waarde eraan en middelen voor het toewijzen van een minimale acceptabele waarde voor een echt merkteken gebaseerd op de merkte- 10 kenwaarden voor elk individueel dokument.
  7. 7. Werkwijze voor het onderscheiden van echte merktekens en vervuiling of uitgewiste merktekens op een dokument, gebruik makend van de inrichting uit conclusie 1, gekenmerkt door de stappen waarin een dokument wordt afgetast ten- 15 einde elk merkteken te lokaliseren, het analyseren van elk merkteken teneinde een kwaliteitsfaktor voor dit merkteken te bepalen en het uitkiezen van die merktekens die ook inderdaad echte merktekens zijn gebaseerd op de kwaliteitsfaktoren van de merktekens.
  8. 8. Werkwijze volgens conclusie 7, gekenmerkt 20 door een stap volgens welke elk merkteken met inbegrip van de echte merktekens wordt verdeeld in een aantal cellen, voor elke cel een waarde wordt afgeleid, het berekenen van. een waarde voor het merkteken gebaseerd op de waarden van de cellen, en het bepalen van het aantal cellen met een waarde groter dan nul. 25 ****** 790 5 8 95
NL7905895A 1978-08-01 1979-07-31 Formulierenlezer. NL7905895A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US93010678 1978-08-01
US05/930,106 US4153895A (en) 1978-08-01 1978-08-01 Mark sense reader

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905895A true NL7905895A (nl) 1980-02-05

Family

ID=25458927

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905895A NL7905895A (nl) 1978-08-01 1979-07-31 Formulierenlezer.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4153895A (nl)
JP (1) JPS5547571A (nl)
CA (1) CA1149951A (nl)
DE (1) DE2931257A1 (nl)
FR (1) FR2432741A1 (nl)
GB (1) GB2027241B (nl)
NL (1) NL7905895A (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4300123A (en) * 1979-01-02 1981-11-10 Westinghouse Electric Corp. Optical reading system
US4277776A (en) * 1979-10-01 1981-07-07 Ncr Canada Ltd - Ncr Canada Ltee Magnetic ink character recognition apparatus
US4499595A (en) * 1981-10-01 1985-02-12 General Electric Co. System and method for pattern recognition
US4760247A (en) * 1986-04-04 1988-07-26 Bally Manufacturing Company Optical card reader utilizing area image processing
JPS6416067A (en) * 1987-07-08 1989-01-19 Minolta Camera Kk Original detector
US5004896A (en) * 1989-07-26 1991-04-02 Educational Testing Service Optical document scanning and mark sensing
US5226097A (en) * 1990-09-27 1993-07-06 Ricoh Company, Ltd. Image recognizer and method for recognizing image
JP2720633B2 (ja) * 1991-06-20 1998-03-04 富士ゼロックス株式会社 マーク認識方法及びマーク認識装置
US5416308A (en) * 1991-08-29 1995-05-16 Video Lottery Technologies, Inc. Transaction document reader
GB2266395B (en) * 1992-04-21 1996-10-30 Apic Technologies Ltd An information bearing medium and a method of and apparatus for reading information therefrom
US5420407A (en) * 1993-09-17 1995-05-30 National Computer Systems, Inc. Adjustable read level threshold for optical mark scanning
US5600117A (en) * 1993-12-28 1997-02-04 Nec Corporation Mark sheet reading apparatus
US6325286B1 (en) 1997-04-16 2001-12-04 Delaware Capital Formation, Inc. Chemical dispensing system using keyboardless data entry
WO2002070998A2 (en) * 2000-11-20 2002-09-12 Amerasia International Technology, Inc. Electronic voting apparatus, system and method
US7422150B2 (en) * 2000-11-20 2008-09-09 Avante International Technology, Inc. Electronic voting apparatus, system and method
US7461787B2 (en) * 2000-11-20 2008-12-09 Avante International Technology, Inc. Electronic voting apparatus, system and method
KR100460336B1 (ko) * 2001-07-26 2004-12-04 김택진 광학마크판독기의 판독유니트
US7635087B1 (en) 2001-10-01 2009-12-22 Avante International Technology, Inc. Method for processing a machine readable ballot and ballot therefor
US7828215B2 (en) * 2001-10-01 2010-11-09 Avante International Technology, Inc. Reader for an optically readable ballot
US7077313B2 (en) * 2001-10-01 2006-07-18 Avante International Technology, Inc. Electronic voting method for optically scanned ballot
US10387920B2 (en) 2003-12-23 2019-08-20 Roku, Inc. System and method for offering and billing advertisement opportunities
US10032192B2 (en) 2003-12-23 2018-07-24 Roku, Inc. Automatic localization of advertisements
US9865017B2 (en) 2003-12-23 2018-01-09 Opentv, Inc. System and method for providing interactive advertisement
US7979877B2 (en) 2003-12-23 2011-07-12 Intellocity Usa Inc. Advertising methods for advertising time slots and embedded objects
US7298902B2 (en) * 2004-01-20 2007-11-20 Educational Testing Service Method and system for performing image mark recognition
US8066184B2 (en) * 2008-04-30 2011-11-29 Avante International Technology, Inc. Optically readable marking sheet and reading apparatus and method therefor
US8261985B2 (en) * 2009-04-07 2012-09-11 Avante Corporation Limited Manual recount process using digitally imaged ballots
US8261986B2 (en) * 2009-10-21 2012-09-11 Kevin Kwong-Tai Chung System and method for decoding an optically readable markable sheet and markable sheet therefor

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3619569A (en) * 1970-07-15 1971-11-09 Rca Corp Optical card-reading apparatus
US3761876A (en) * 1971-07-28 1973-09-25 Recognition Equipment Inc Recognition unit for optical character reading system
JPS5218132A (en) * 1975-08-01 1977-02-10 Hitachi Ltd Binary circuit

Also Published As

Publication number Publication date
FR2432741A1 (fr) 1980-02-29
JPS5547571A (en) 1980-04-04
CA1149951A (en) 1983-07-12
GB2027241A (en) 1980-02-13
GB2027241B (en) 1982-04-28
DE2931257A1 (de) 1980-03-13
US4153895A (en) 1979-05-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7905895A (nl) Formulierenlezer.
US4899394A (en) Apparatus and method for image compression
US5471549A (en) Method of detecting and correcting a direction of image data and document image filing system employing the same
CA1160347A (en) Method for recognizing a machine encoded character
CN108734161A (zh) 冠字号区域的识别方法、装置、设备及存储介质
US4083034A (en) Plural tracker character detection and boundary location system
EP0602180B1 (en) Locating characters for character recognition
JP3089396B2 (ja) マーク読み取り装置および方法
JP3771371B2 (ja) マーク認識方法及び装置並びに記録媒体
JPH0516632B2 (nl)
JPS62121589A (ja) 文字切出し方法
JPH0277891A (ja) 文字認識装置
JP3091543B2 (ja) 文書処理装置
JPH0252329A (ja) 画像情報記録・読取方法
JP3116622B2 (ja) 印字済み行検出方法
JPS6325388B2 (nl)
JP2954218B2 (ja) 画像処理方法及び装置
JPS59158479A (ja) 文字分離装置
JP4102715B2 (ja) マーク読み取り装置および方法
JPH07281657A (ja) 画像縮小方法及び画像縮小装置
JPH0377185A (ja) 文字認識装置
JPS5856079A (ja) 光学文字読取装置における文字切出装置
JPH0252328A (ja) 画像情報読取装置
JPH07334618A (ja) 帳票画像の傾き角検出方法及び装置
JPH0793479A (ja) 光学的文字読取装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed