NL7905619A - Werkwijze en inrichting voor het kweken van padde- stoelen. - Google Patents

Description

·* W .Darlington & Sons Limited te Hayes, Middlesex, Groot-Brittannië Werkwijze en_inrichting_voor_het kweken van paddestoelen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het kweken van paddestoelen en meer in het bijzonder op het commercieel kweken van gecultiveerde paddestoelen, dat wil sggen de soorten agaricus bisporus en agaricus bitorquis, en andere eetbare zwammen, die worden gekweekt op 5 een laag behuizingsmedium ("casing medium") op compost.

Veredelde paddestoelen worden gewoonlijk gekweekt in grote schalen, die compost bevatten, die is bedekt met een laag behuizingsmedium, welke schalen horizontaal zijn opgesteld in kweekruimten onder gecontroleerde kweekomstandigheden, terwijl mycelium, dat met de compost wordt gemengd, 10 voordat de compost in de schalen wordt gebracht, door de compost heen groeit en terwijl de paddestoelen dan groeien op het horizontale oppervlak van de laag behuizingsmedium op de compost.

Gedurende het kweekproces moet het bovenoppervlak van het behuizingsmedium worden voorzien van water, gewoonlijk door middel van een 15 sproeinevel en hierdoor worden de hoeden van de paddestoelen nat terwijl zij groeien. Dit bevochtigen kan leiden tot de bacteriële vlèkkenziekte.

De paddestoelen worden selectief verzameld door plukkers, die over de schalen heen leunen en de paddestoelen selectief afsnijden en ze met de hand leggen in dozen naast de schalen. Gedurende het plukken worden 20 onvermijdelijk enige hoeden van de paddestoelen beschadigd.

Om een oplossing te vinden voor het probleem, het bevochtigen van de hoeden van de paddestoelen tijdens de groei te vermijden en om het hanteren van de paddestoelen tijdens het plukken tot een minimum terug te brengen, zijn manieren voor het kweken van paddestoelen gezocht, 25 waarbij de hoeden van de paddestoelen droog worden gehouden en beschadi ging van de hoeden van de paddestoelen gedurende het plukken wordt verminderd.

Gebleken is nu, dat de commercieel veredelde paddestoelsöorten 7905619 % 2 *- groeien op een bijna vertikaal oppervlak van kweekmedium en het hoofddoel van de onderhavige uitvinding is het toepassen van deze ontdekking en daardoor de problemen van het bevochtigen van de paddestoelhoeden gedurende het geven van water en van het beschadigen van de paddestoelen 5 gedurende het plukken op te lossen.

Volgens een aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voorgesteld voor het kweken van paddestoelen, omvattende het vullen van een schaal met compost, gemengd met paddestoelzaad,("mushroom spawn"), het bedekken van de compost met een laag behuizingsmedium, het ondersteunen 10 van de schaal in horizontale stand onder kweekomstandigheden, totdat het mycelium van het paddestoelzaad het behuizingsmedium volledig met koloniën heeft bezet, waardoor het behuizingsmedium is geconsolideerd of vastgemaakt, en door het ondersteunen van de schaal in een nagenoeg vertikale stand onder omstandigheden voor het kweken van paddestoelen, 15 zodanig, dat de paddestoelen groeien uit het in hoofdzaak rechtop staande vlak van het geconsolideerde behuizingsmedium.

De werkwijze omvat bij voorkeur ook het geven van water aan het behuizingsmedium door capillaire werking of door druppelvoeding aan de bovenrand van het behuizingsmedium, wanneer de schaal in hoofdzaak 20 rechtop staat. Dit betekent, dat de gehele laag van het behuizings medium, waaruit de paddestoelen groeien, op de juiste wijze kan worden voorzien van water, zonder dat water wordt gebracht op de paddestoelhoeden, terwijl zij groeien.

De paddestoelen worden bij voorkeur selectief geoogst door de 25 paddestoelen af te snijden met een trillend stuk gereedschap, voorzien van een snij rand, die trilt in de voortbewegingsrichting van het stuk gereedschap en door dan de afgesneden paddestoel in een houder te laten , vallen. Dit betekent, dat de afgesneden paddestoelen niet door de plukker behoeven te worden aangeraakt en dat zij slechts kunnen worden be-30 schadigd gedurende het vallen in een houder, bijvoorbeeld een verpakkings- doos, die onder de paddestoelen wordt gehouden, terwijl zij worden afgesneden.

Volgens de uitvinding wordt verder een inrichting voorgestèld voor het kweken van paddestoelen onder toepassing van de werkwijze volgens 35 de uitvinding, welke inrichting is voorzien van een schaal voor compost, bedekt met een laag behuizingsmedium, een tegen draaien geborgd steunor- 7905619 •è 3 gaan, waartegen de schaal in hoofdzaak rechtopstaand kan worden ondersteund en van een inrichting voor het toevoeren van water aan de laag behuizingsmedium op de compost in de schaal, terwijl de schaal in hoofdzaak rechtop staat.

5 Het steunorgaan is bij voorkeur voorzien van een in hoofdzaak T- vormige standaard met een staander, die een veelhoekige dwarsdoorsnede bezit en is verder voorzien van een bus' mét een complementaire veelhoekige dwarsdoorsnede voor het opnemen van de staander,welke bus is aangebracht in de vloer van een kweekruimte voor paddestoelen.

10 De inrichting omvat bij voorkeur twee schalen, die in hoofdzaak rechtopstaand met de bodems naar elkaar toe gekeerd door het steunorgaan zijn ondersteund en verder één of meer klemmen, die de twee schalen losneembaar met elkaar verbinden, waardoor de schalen zijn beveiligd . tegen onbedoelde verplaatsing uit hun in hoofdzaak vertikale stand.

15 Volgens nog een ander aspect van deuitvinding wordt een inrichting voorgesteld voor het kweken van paddestoelen onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding, welke inrichting is voorzien van twee schalen, die compost bevatten, bedekt met een laag behuizingsmedium, van schamierorganen, die aan elkaar grenzende randen van de schalen 20 met elkaar verbinden en die zijn ingericht voor het optillen van de schalen naar een in hoofdzaak vertikale stand en van een inrichting voor het toevoeren van water aan de laag behuizingsmedium op de compost in elke schaal, terwijl de schalen in hoofdzaak rechtop staan.

De schamierorganen kunnen zijn voorzien van kabels, die losneem-25 baar zijn bevestigd aan de aan elkaar grenzende randen van de schalen.

Bij voorkeur is elke kabel voorzien van eindlussen, die losneembaar zijn bevestigd op oogbouten, die in de aangrenzende randen van de schalen zijn bevestigd.

De inrichting voor het toevoeren van water kan zijn voorzien van 30 een waterhouder en van een aantal lonten, die in' het of elk behuizings medium zijn aangebracht, waarbij de lonten zich uitstrekken over in hoofdzaak de gehele lengte van de of elke schaal en eindigen in de waterhouder. De waterhouder kan zijn opgesteld nabij de bovenrand van de of elke schaal. De inrichting voor het toevoeren van water kan ook bestaan uit 35 een waterleiding, die zich uitstrekt langs de bovenrand of -randen van de schaal of schalen en van buizen met fijne boringen, die van de water- 7905619 4 '1 ' r leiding naar de behuizingslaag van de of elke schaal voeren.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een paar uit-voeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

Figl. 1 is een vertikale doorsnede door twee schalen voor het kweken 5 van paddestoelen, welke schalen in' hoofdzaak rechtopstaand leunen tegen een standaard, die in eindaanzicht is getekend; fig. 2 is een bovenaanzicht van de standaard volgens fig. 1; fig. 3 is een zijaanzicht van de standaard volgens de fig. 1 en 2; 10 fig. 4 is een zijaanzicht van een klep voor de zijkant van de schalen; dé fig. 5 en 6 tonen een zijaanzicht resp. een bovenaanzicht van een klep voor de bovenzijde van de schalen; fig'. 7 is een vertikale doorsnede door twee schalen voor het 15 kweken van paddestoelen, die in hoofdzaak rechtopstaand tegen elkaar zijn ondersteund bij een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding en die aan de bovenzijde scharnierend aan elkaar zijn bevestigd en aan de onderzijde zijn voorzien van een wig. · fig. 8 is een vertikale doorsnede door aan elkaar grenze'nde 20 einden van twee schalen voor het kweken van paddestoelen bij de uit voeringsvorm volgens fig. 7, welke schalen horizontaal zijn opgesteld en zijn voorzien van kabelschamieren, die worden gebruikt voor het optillen van de schalen; fig. 9 is een bovenaanzicht van de schalen volgens fig. 8 en de 25 kabelschamieren; fig. 10 toont een kabel volgens fig. 9 en middelen voor het losneembaar bevestigen van de kabel aan de aangrenzende einden van de schalen; en fig. 11 is een schematisch aanzicht van een stuk gereedschap voor 30 het selectief oogsten van paddestoelen uit de schalen volgens fig.

1 of fig. 7.

Fig. 1 toont twee schalen 1 voor het kweken van paddestoelen, waarbij elke schaal is voorzien van eindorganen 2, zijorganen 4 (fig. 9) en een uit latten bestaande bodem 6. De grootte van deze schalen is ge-35 bruikelijk bij het commercieel, kweken van paddestoelen en bedraagt bij voorbeeld 2 as.2,5 meter.

7905619 ¥ 5 %

Eerst wordt elke schaal horizontaal ondersteund en gevuld met compost 8, dat na pasteurisatie is gemengd met paddestoelzaad. De compost wordt bedekt met een laag 10 van behuizingsmedium, gewoonlijk fijne grond.

Elke schaal wordt dan in zijn horizontale stand onder kweekomstandig-5 heden ondersteund, totdat het mycelium van het paddestoelzaad de laag 10 van behuizingsmedium volledig met kolonies heeft bezet, welke be-huizingslaag daartoe wordt geconsolideerd. Steunen 12 voor de compost zijn op de bodem van de schaal bevestigd, evenwijdig aan de eind-organen 2 van de schaal en op een afstand van éénderde en tweederde 10 van de lengte van de schaal. Elke steun 12 steekt in de compost uit over een hoogte van éénderde tot tweederde van de diepte van de schaal en houdt de compost op zijn plaats, wanneer de schaal in hoofdzaak vertikaal wordt gezet.

Wanneer het behuizingsmedium geheel is geconsolideerd, kan de 15 schaal in een in hoofdzaak vertikale stand worden ondersteund, waarbij elke schaal wordt opgetild door een vorkheftruck, voorzien van een draaibare kop. De schaal wordt om een van zijn eindranden in een in hoofdzaak vertikale stand gedraaid en wordt ondersteund tegen een uitneembare standaard 14, die tegen draaien geborgd is gemonteerd 20 in een gat in de vloer 16 van de kweekruimte voor paddestoelen.

De standaard is in de fig. 1, 2 en 3 getekend. De standaard is in hoofdzaak T-vormig en is voorzien van een staander 18 met een vierkante dwarsdoorsnede en van een dwarsstaaf 20. Door het vrije einde van de staander 18 te steken in een bus 22 in de vloer . 16 van de kweek-25 ruimte voor paddestoelen, welke bus een vierkante dwarsdoorsnede heeft en het uiteinde van de staander passend kan opnemen, is de standaard uitneembaar, maar niet draaibaar, in de vloer gemonteerd. De schalen worden stuk voor stuk naast elkaar tegen de dwarsstaaf 20 ondersteund, of zoals in fig. 1 is getekend, in paren met de bodems naar elkaar 30 toegekeerd tegen de dwarsstaaf 20 ondersteund.

Om de schalen 1 te stabiliseren, kunnen wiggen 24 worden aangebracht tussen het onderste eindorgaan 2 van elke schaal en de vloer 16 van de kweekruimte voor paddestoelen.

Om de schalen te beveiligen tegen onbedoelde verplaatsing uit hun 35 in hoofdzaak vertikale stand, kunnen klemmen 26 en 28 (fig. 4, 5 en 6) losneembaar worden bevestigd op een paar met de bodems tegenover elkaar 790 56 1 9 ir 6 opgestelde schalen als aanvulling op of in plaats van de wiggen 24. Eén of meer zijklemmen (fig. 4) kunnen zijn geklemd op een zijorgaan 4 van elke schaal van het paar schalen, terwijl één of meer bovenklemmen 28 zijn gedrukt over het bovenste eindorgaan 2 van elke schaal van het 5 paar. De klemmen zijn vervaardigd van verenstaal of een ander geschikt materiaal.

In plaats van het draaien van de schalen, wanneer de lagen 10 zijn geconsolideerd, door gebruik te maken van een vorkheftruck met een draaibare kop en door de schalen te ondersteunen tegen standaards 10 14, kan een gewone vorkheftruck worden gebruikt voor het tegelijk op tillen van twee schalen, waarbij de schalen schamierbaar aan elkaar zijn bevestigd, zoals in de fig. 7 t/m 10 is getekend. De aldus opgetilde schalen worden tegen elkaar ondersteund en daarbij worden geen standaards gebruikt.

15 De fig. 8 en 9 tonen aan elkaar grenzende einden van twee hori zontaal opgestelde kweekschalen 1 voor paddestoelen. De schalen zijn voorzien van hoekpennen 30, door elk waarvan een van schroefdraad voorziene oogbout 32 is gestoken. Elke bout 32 is voorzien van een schacht 34 met schroefdraad en van een oog 36. Elke bout is bijvoorbeeld 20 ongeveer 0,2 m lang en wordt op zijn plaats op de schaal gehouden door middel van ringen 38 en een moer 40.

Fig. 9 toont hoe aan elkaar grenzende eindorganen 2 van twee schalen aan weerszijden zijn voorzien van dergelijke oogbouten 32. Aan beide zijden van de schalen is een stalen kabel 42, met een diameter 25 van ongeveer 6 mm en een lengte van 0,7 m, bevestigd aan tegenover elkaar liegende oogbouten 32. Elke kabel is voorzien van lussen 44 aan zijn einden, welke lussen zijn versterkt door klemkragen 45. De lussen 44 zijn gestoken over de ogen 36 van de bouten 32. Elke lus 44 wordt op zijn bijbehorende oog 36 vastgehouden door middel van een 30 bevestigingsbout 46, die door het oog is gestoken en die in het oog 36 wordt vastgehouden door middel van ringen 48 en een moer 50. Wanneer de behuizingslagen 10 zijn geconsolideerd door de groei van het mycelium, worden de schalen in paren opgetild tot in een in hoofdzaak vertikale stand door een tand 52 van een vorkheftruck te steken onder de twee 35 kabels 42, zoals in fig. 9 is aangegeven en dan door het optillen van de tand in de richting van de pijl A in fig. 8, totdat de schalen 1 in 7905619 7 de schuine, bijna vertikale stand zijn gebracht, die in fig. 7 is getekend- De kabels 42 vormen een scharnier en kunnen op hun plaats worden gelaten. Ook kunnen de bevestigingsbouten 46 worden losgemaakt, wanneer de schalen in hoofdzaak vertikaal staan, en kunnen de kabels 42 worden 5 verwijd, waarbij de twee schalen tegen elkaar leunen.

In plaats van kabels 42 en bouten 32 en 46 te gebruiken, kunnen de eindorganen 2 van de schalen eenvoudig met elkaar worden verbonden door schamierplaten 54, zoals in fig. 7 is getekend.

De behuizingslagen 10 vah de in hoofdzaak rechtopstaande schalen 10 worden voorzien van water met behulp van een inrichting, die in fig. 1 is getekend. Een steunorgaan 56 rust op de bovenste eindorganen 2 van het paar schalen en dient voor het ondersteunen van één of meer waterhouders 58. In elke behuizingslaag 10 zijn verscheidene lonten 60 ingebed, waarbij elke lont zich over in hoofdzaak de gehele lengte van de schaal uit-15 strekt. De lonten kunnen gemakkelijk op hun plaats worden gebracht door de lonten te leggen in het behuizingsmedium, wanneer daarvan een laag 10 over de compost 8 wordt uitgespreid.. Einddelen 62 van de lonten steken uit van het boveneinde van de lagen 10 en worden in de waterhouders 58 gedompeld, om door capillaire werking water toe te voeren aan de behuizings-20 lagen 10.

Een alternatieve inrichting voor het toevoeren van water aan de lagen 10 van het behuizingsmedium is n fig. 7 getekend. Waterleidingen, getekend als goten 64, zijn gemonteerd nabij de bovenste eindorganen 2 van de schalen en elke goot 64 is door buizen 66 met fijne boringen verbon-25 den met het gebied nabij de bovenrand van de behuizingslaag 10. De be huizingslaag wordt zodoende voorzien van water door druppelvoeding en deze toevoersnelheid van het water is voldoende om de vereiste bevochtiging uit te voeren, waarbij het water langs de geconsolideerd behuizingslaag gedurende de gehele kweekperiode van de paddestoelen naar beneden 30 doordringt. De leidingen kunnen ook bestaan uit pijpen, waaraan buizen 66 met fijne boringen zijn bevestigd.

De paddestoelen 68 groeien naar buiten en iets naar boven uit het nagenoeg vertikale vlak van de geconsolideerde behuizingslaag 10 van elke schaal. Gedurende het kweken wordt de juiste hoeveelheid water toege-35 voerd door hetzij de capillaire werking van de lonten 60 of door druppel- toevoer, zonder enig gevaar dat het water de paddestoelhoeden vervuilt 7105619 ''ί 8 tijdens de groei. De lucht kan circuleren door de ruimte tussen de uit latten bestaande bodems 6 van de schalen, zodat een overmaat warmte gemakkelijk kan worden afgevoerd. Er is ook een goede circulatie over de paddestoelen heen tijdens him groei en omdat de hoeden tijdens de 5 groei van de paddestoelen droog worden gehouden, wordt het risico van bacteriële vlekkenziekte tot een minimum teruggebracht. De werkzaamheden noodzakelijk voor het toevoeren van water worden aanzienlijk minder en veel ruimte kan worden uitgespaard. Verder brengt de goede toevoer van water aan de paddestoelen het watergehalte daarvan en dus ook hun ge-10 wicht op een maximum.

De plukkers behoeven niet over de schalen heen te leunen zoals bij de tot nu toe toegepaste werkwijze voor het kweken van paddestoelen, waarbij de schalen gedurende het kweken horizontaal worden gehouden, maar door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kunnen de 15 plukkers wandelen tussen de in hoofdzaak vertikaal opgestelde schalen en kunnen zij de met een mes afgesneden paddestoelstengels selectief plukken en de paddestoelen in houders leggen. Men kan de paddestoelen ook in de houders laten vallen, die gewoonlijk bestaan uit de kartonnen dozen, waarin de paddestoelen worden verkocht, waarbij de dozen onder 20 de paddestoelen worden gehouden, om deze in hun val op te vangen, zodat de paddestoelhoeden niet door de plukker behoeven te worden vastgepakt. Bij de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn alle paddestoelen even goed zichtbaar voor de plukkers, die zodoende de paddestoelen kunnen kiezen, die gereed zijn om te worden geoogst, terwijl 25 de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding eveneens leiden tot een aanzienlijke vermindering van de schade aan de paddestoelen, die wordt veroorzaakt terwijl zij worden geplukt.

Het selectief oogsten van de paddestoelen kan worden vergemakkelijkt door de paddestoelen van de behtdzingslaag 10 af te snijden met een 30 trillend stuk gereedschap, dat in fig. 11 is getekend. Dit stuk ge reedschap bezit een handvat 70, dat een kleine trilmotor bevat, die van stroom wordt voorzien door een electrische leiding 72. De motor doet een plaat 74 heen en weer trillen, zoals met de pijlen 76 is aangegeven. De plaat draagt aan zijn voorste einde een mes 78 met een snij rand 80, 35 die niet zo scherp is, dat hij in de vingers van de plukker snijdt, maar onder invloed van de trillende beweging in de voortbewegingsrichting 7905619

Claims (15)

1. Werkwijze voor het kweken van paddestoelen, omvattende-het 25 vullen van een schaal met compost, vermengd met paddestoelkiemen of -sporen, het bedekken van de compost met een laag behuizingsmedium, het ondersteunen van de schaal in een horizontale stand onder kweekom-standigheden, totdat het mycelium van de kiemen of sporen en behuizingsmedium volledig met kolonies heeft bedekt, waardoor het behuizingsme-30 diüm wordt geconsolideerd, met het kenmerk, dat de schaal (1) vervolgens onder omstandigheden voor het kweken van paddestoelen in een steile stand wordt ondersteund, zodat de paddestoelen (68) groeien vanuit het steile vlak van het geconsolideerde behuizingsmedium (10).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het toevoeren 35 van waterdoor middel van capillaire werking aan het behuizingsmedium (10), terwijl de schaal (1) in een steile stand staat. 7905819

3. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het toevoeren van water aan het behuizingsmedium (10) door middel van druppeltoevoer aan het gebied van de bovenrand van het behuizingsmedium, wanneer de schaal in een steile stand staat.

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door het selectief oogsten van de paddestoelen (68) door het afsnijden van de paddestoelen met een trillend stuk gereedschap, voorzien van een snijrand, (80) , die trilt in de voortbewegingsrichting van het stuk gereedschap en dan door het laten vallen van de afgesneden paddestoelen 10 in een houder.

5. Inrichting voor het kweken van paddestoelen onder toepassing van de werwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een schaal voor compost, bedekt met een laag behuizingsmedium, gekenmerkt door een tegen draaien geborgd steunorgaan (14) , tegen welk orgaan de 15 schaal (1) in een steile stand kan worden ondersteund, en door een in richting voor het toevoeren van water aan de laag behuizingsmedium op de compost in de schaal, terwijl de schaal in een steile stand staat.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat het steunorgaan is voorzien van een in hoofdzaak T-vormige standaard (14), voor- 20 zien van een staander (18) met een veelhoekige dwarsdoorsnede en dat de inrichting verder is voorzien van een bus (22), die een complementaire, veelhoekige dwarsdoorsnede bezit voor het opnemen van de staander (18) en die is geplaatst in de vloer (16) van een ruimte voor het kweken van paddestoelen.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat twee schalen (1) in een stand steil overeind met de achterzijden of bodems naar elkaar toe gekeerd door het steunorgaan (14) zijn ondersteund en dat de inrichting verder 'is voorzien van één of meer klemmen (26, 28), die elk de twee schalen losneembaar met elkaar verbinden, waardoor de 30 schalen zijn bevéiligd tegen onbedoelde verplaatsing uit hun stand steil overeind.

8. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, gekenmerkt door twee schalen (1) en door schamierorganen (32, 42, 46; 54), die aan elkaar grenzende randen van de schalen met elkaar verbinden en die zijn inge- 35 richt voor het optillen van de schalen naar een stand Steil overeind.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de schar- 7805019 X nierorganen zijn voorzien van kabels (42), die losneembaar zijn bevestigd aan de aan elkaar grenzende randen van de schalen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elke kabel (42) is voorzien van eindlussen (44), die losneembaar zijn be- 5 vestigd aan oogbouten (32), die in de aan elkaar grenzende randen van de schalen zijn bevestigd.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 5 t/m 10, met het kenmerk, dat de inrichting voor het toevoeren van water bestaat uit een waterhouder (58) en uit een aantal lonten (60), die in de of elke 10 laag behuizingsmedium (10) zijn geplaatst, welke lonten zich uitstrekken over in hoofdzaak de gehele lengte van de of elke schaal en eindigen in de waterhouder.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de waterhouder (58) is opgesteld nabij de bovenrand van de of elke schaal.

13. Inrichting volgens een van de conclusies 5 t/m 10, met het kenmerk, dat de inrichting voor het toevoeren van water is voorzien van een leiding (64) voor water die zich uitstrekt langs de bovenrand of -randen van de schaal of schalen en van buizen (66) met fijne boringen, die van de leiding voeren naar de laag (10) van behuizingsmedium van 20 de of elke schaal.

14. Werkwijze voor het kweken van paddestoelen, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving.

15. Inrichting voor het kweken van paddestoelen, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 25 7905619