NL7905444A - Sluitmachine voor steekcapsules. - Google Patents

Sluitmachine voor steekcapsules. Download PDF

Info

Publication number
NL7905444A
NL7905444A NL7905444A NL7905444A NL7905444A NL 7905444 A NL7905444 A NL 7905444A NL 7905444 A NL7905444 A NL 7905444A NL 7905444 A NL7905444 A NL 7905444A NL 7905444 A NL7905444 A NL 7905444A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
punch
sealing machine
sealing
machine according
cap
Prior art date
Application number
NL7905444A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Capsugel Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Capsugel Ag filed Critical Capsugel Ag
Publication of NL7905444A publication Critical patent/NL7905444A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J3/00Devices or methods specially adapted for bringing pharmaceutical products into particular physical or administering forms
    • A61J3/07Devices or methods specially adapted for bringing pharmaceutical products into particular physical or administering forms into the form of capsules or similar small containers for oral use
    • A61J3/071Devices or methods specially adapted for bringing pharmaceutical products into particular physical or administering forms into the form of capsules or similar small containers for oral use into the form of telescopically engaged two-piece capsules
    • A61J3/072Sealing capsules, e.g. rendering them tamper-proof

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)
  • Sealing Of Jars (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Closing Of Containers (AREA)
  • Control And Other Processes For Unpacking Of Materials (AREA)
  • Confectionery (AREA)
  • Vending Machines For Individual Products (AREA)

Description

ï
A
V
* * t — * *
Capsugel AG. te Basel, Zwitserland.
Slüitaachine voor steekcapaules,
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sluit-aachine voor steekcapaules, die bestaan uit een capsulelichaaa en een daarop steekbare hap, heide hij voorkeur van harde gelatine, net ten minste een bus voor het opnenen en vasthouden van een kap en ten minste 5 één coaxiaal ten opzichte van de bus heen en veer beweegbare stempel.
Bij bekende aluitnachines van deze soort zijn bovenste, vertikale buasen opgesteld in schuiven, die op onderling gelijke afstand radiaal buitenwaarts van een caroussel uitsteken en ten opzichte hiervan tussen een radiaal binnenste en een radiaal buitenste stand verschuifbaar 10 zijn. De caroussel is ca een vertikale as stapsgewijze over de hoékafstand tussen telkens twee schuiven draaibaar. Onder de caroussel is een draaitafel opgesteld, die tezamen met de caroussel om dezelfde as draaibaar is en is voorzien van een met het aantal bovenste bussen overeenkomend aantal onderste bussen. Vanneer de schuiven hun radiaal buitenste stand innemen, 15 zijn de bovenste bussen vertikasl boven telkens één onderste bus opgesteld.
Wanneer de schuiven daarentegen hun radiaal binnenste stand innemen, zijn de onderste bussen van bovenaf vrij toegankelijk. Bij een volledige omwenteling van de caroussel en van de draaitafel komt elk uit een bovenste en een onderste bus bestaand paar bussen achter elkaar in meerdere rondom v 20 de draaitafel ppgestcd.de stations terecht. Bij het eerste station behoort een inrichting, die een bij de capsulefabrikant voorlopig gesloten steek-capsule zodanig in de bovenste bus zet, dat een aan de onderrand van de bus radiaal naar binnen stekende kraag onder de rand van de kap grijpt.
Bij het tweede station behoort een holle, op een vacuumbron sansluitbare 25 onder stempel, die van benedenaf door de onderste bus heen naar boren beweegt, zich aan het capsulelichasm vastzuigt, het capsulelichaaa van de kap, die in de bovenste bus blijft hangen, naar beneden aftrekt en het capsulelichaaa in de 79054 44 4 2 % onderste bus kan steken. Op de weg naar het volgende station wordt de bovenste bus tezamen met de kap door verschuiving van de bijbehorende schuif dichter bij de draaias van de caroussel gebracht, terwijl de onderste bus onder een vulinrichting beweegt. De vulinrichting vult het 5 capsulelichaam met een gedoseerde hoeveelheid vloeibaar of ander stroom- baar materiaal. Bij verder draaien van de caroussel en de draaitafel keert de schuif in zijn radiaal buitenste stand terug, zodat de bovenste bus weer boven de onderste bus staat. In het volgende station schuift een verdere onderste stempel het capsulelichaam weer in de kap, terwijl een 10 boven-stempel van bovenaf tegen de kap drukt. Daarbij dringt het capsule lichaam dieper dan oorspronkelijk in de kap, zodat het capsulelichaam en de kap vast met elkaar worden verbonden. De sterkte van verbinding wordt hgvoorkeur verhoogd, doordat aan het capsulelichaam en de kap aangebrachte ringvormige rusten in elkaar grijpen. Aansluitend wordt de 1$ boven-stempel naar boven terug getrokken en de onderstempel schuift de gehele steekcapsule naar boven uit de bovenste bus naar buiten.
Dergelijke bekende sluitmachines zijn geschikt gebleken voor het geval, dat de steekcapsules worden gevuld met pasta-achtig of poeder-en korrelvormig materiaal. De met de bekende sluitmachines 20 vervaardigbare verbinding tussen het capsulelichaam en de kap is evenwel voor dunjvloeibaar materiaal niet dicht genoeg.
De uitvinding heeft daarom ten doel, een sluitmachine van de boven beschisren soort zodanig uit te voren, dat de machine in staat is, it kappen van steekcapsules een dichting aan te brengen, die bij het 25 aansluitende uiteindelijke in elkaar steken van de kappen en de capsule- lichamen ee^ vloeistof-dichte verbinding tussen deze béide elementen tot stand brengt. Daarbij mag het niet van belang zijn, of de steekcapsules op de gebruikelijke wijze voor het uiteindelijke in elkaar steken worden gevuld of pas daarna, bijvoorbeeld volgens de Duitse octrooiaanvrage 30 p 2713873.*+ met een holle naald, die door een door de naald zelf aange bracht of reeds eerder voorbereid gat in de steekcapsule dringt.
Dit doel wordt Volgens de uitvinding bereikt, doordat de stempel in de kap past. en is voorzien van een axiaal verschuifbaar aan de stempel gemonteerde en naar het einde van de kap toe voorgespannen 35 stempelkop, die van binnenuit tegen het uiteinde van de kap aandrukbaar is 0 1 790 5 444 * 3 h en samen met een kraagvlak van de stempel een ringvormige ruimte begrenst, waaruit een aföi ebt fluïdum ringvormig tegen de binnenwand van de kap aan-brengbaar is, wanneer de stempelköp tegen het uiteinde van de kap wordt gedrukt.
5 De stempel volgens de uitvinding kan bijv. bij de beschre ven bekende sluitmachine zijn aangebracht in het station, dat normaal dient als vulstation. Ook een ander station kan geschikt zijn, voor zover daar het capsulelichaam van de kap is afgetrokken, en de kap is terecht gekomen in een stand, waarin de stempel volgens de uitrinding in de kap 10 kan worden gevoerd.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van depitvinding is de stempelkop vast verbonden met een schacht, die in een axiale boring in de stempel is geleid en door een veer is ondersteund.
Daarbij kan de schacht zijn uitgevoerd als ventiellichaam, 15 dat een in de stempel naar de ringvormige ruimte voerend toevoerkanaal voor het afdientfluïdum bestuurd. Tat dit doel kan de schacht zijn voorzien van een schouder, die als ventielzitting is toegevoegd aan een aan het einde van de stempel aangebrachte kraag.
Het is verder doelmatig, wanneer de stempel is voorzien 20 van een terug-stroomkanaal voor. overtollig afdichtfluïdum, dat tezamen met het toevoerkanaal behoort bij een door een pomp aangedreven en door een verwarmbare voorraadhouder voerend kringloopsysteem voor het afdichtfluïdum. Op deze wijze kan men er voor zorgen, dat binnen de stempel steeds vers afdichtfluïdum met de gewenste eigenschappen (temperatuur, ^5 viscositeit enz.) aanwezig is.
De 'laatstgenoemde maatregel kan worden uitgebreid, doordat de schacht eveneens is voorzien van een bij het kringloopsysteem behorend terugstroomkanaal, dat in de stromingsrichting van het af dicht fluïdum op korte afstand voor de schouder begint en is verbonden met het terug-30 stroomkanaal in de stempel ten minste in de stand van de schacht, waarin de verbinding van het toevoerkanaal naar de ringvormige ruimte is onderbroken. Op deze wijze wordt ervoor gezorgd, d£ vers afdichtfluïdum steeds in de onmiddelijke nabijheid van de ringvormige ruimte ter beschikking staat. Daardoor wordt het gevaar verminderd, dat het afdichtfluïdum op 35 het traject naar de ringvormige ruimte stijf wordt.
Verder is het voordelig, wanneer de stempel wordt verwarmd.
0 j 790 5444 φ r k fr
Op deze wijze kan men nog beter er-voor zorgen, dat het af dicht fluïdum, bijv. vloèibare gelatine, in de stempel en dus ook in de genoemde ringvormige ruimte, de gewenste eigenschappen bezit. Zo lean bijv. een elec-trische verwarmingsinriehting zijn aangebracht. Temperatuurschommelingen 5 aan de stempel kunnen echter het best worden verhinderd, wanneer de stempel is voorzien van verwarmingskanalen, die op een door een pomp aangedreven kringloopsysteem voor een verwarmingsfluïdum zijn aangesloten.
De maatregel volgens de uitvinding, dat de stempelkop vast is verbonden met een schacht, die is geleid in een axiale boring 10 van de stempel, kan verder worden ontwikkeld, doordat in de ringvormige ruimte tussen de stempelkop en het kraagvlak een met het af dicht fluïdum bevochtigbare , ringvormige, uitzetbare veer is aangébracht en het kraagvlak conisch is, zodat de veer radiaal naar buiten tegen de binnenwand van de kap wordt gedrukt, wanneer de stempelkop tegen het uiteinde van 15 de kap wordt aangedrukt.
De laatstgenoemde verdere ontwikkeling kan zijn gecombineerd met de maatregel, dat het afdicht fluïdum door de stempel heen in de ringvormige ruimte wordt geleid. Wanneer echter de stempel volgens de uitvinding als elk van de onderstempels van de boven beschreven bekende 20 sluitmachine tussen een bovenste werkstand en een onderste ruststand op en neer beweegbaar is, kan de veer ook met het afdicht fluïdum worden bevochtigd, doordat de stempel in zijn ruststand geheel dompeld in een houder, waarin het afdichtfluïdum wordt omgeroerd. Het afdichtfluïdum kan in de houder gemakkelijk op een voor afbepaalde temperatuur worden 25 gehouden en de stempel heeft in wezen ook deze temperatuur, omdat de stempel telkens slechts gedurende betrekkelijk korte tijd uit de houder behoeft te worden opgetild, om de veer tegen de binnenwand van een kap te drukken, opdat deze met het afdicht fluïdum wordt bevochtigd.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een 30 paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een bovenaanzicht 'van een sluitmachine voor steekcapsules;
Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van onderdelen van de sluitmachine; 35 Fig. 3 toont een detail uit fig. 2 op een grotere schaal X 790 54 44 ’5 in een verticale doorsnede;
Fig. U is een doorsnede volgens de lijn ΙΥ-Γ7 in fig. 3;
Fig. 5 toont een bij de sluitnachine volgens de fig. 1 . t/m h behorend leidingsschema, 5 Fig. 6 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van het lei- / dingsschema volgens fig. 5, en
Fig. 7 toont een detail uit fig. 6 op een grotere schaal.
De getekende sluitmachine heeft ten doel, steekcapsules te vullen en af te sluiten. Elk der steekcapsules bestaat uit een capsule-lichaam en een ksp C, die in de fig. 3 en U is getekend. Het capsule-lichaam heeft een soortgelijke vorm, echter een iets kl.einere diameter en een grotere lengte dan de kap C. De steekcapsules worden aan de sluitnachine toegevoerd in een toestand, waarin de kappen C los op de capsulelichamen zijn gestoken, zodat zij gemakkelijk van elkaar kunnen worden gescheiden.
15 Tot de sluitmachine behoort volgens de fig,.. 1 en 2 een gestel 1, waarin een horizontale stuuras 2 is gelagerd. De stuuras 2 ' is verbonden met een aandrijfmotor'3 en draagt een curve- of nokkentrommaL h met een aan zijn omtrek aangebrachte, schroeflijnvormig verlopende groef k', die samenwerkt met rollen 5' aan een idLlenschijf 5> De rollen-schijf 5 is in het gestel 1 om een vertikale as draaibaar gelagerd en wordt door de nokkentrommel ^ bij elke omwenteling van de stuuras 2 over een bepaalde hoek van bijv. ^5° gedraaid.
De rollenschijf 5 is door een rechte tandwieloverbrenging 6 verbonden met een eveneens in het gestel 1 gelagerde vertikale as 7, 25 waarop een draaitafel 8 en daarboven een caroussel 9 is bevestigd.
Aan de caroussel 9 zijn meerdere, bijv. acht schuiven 10 over een onderling gelijke hoekafstand ten opzichte van elkaar verplaatst opgesteld.
Elk der schuiven 10 is ten opzichte van de caroussel 9 tussen een radiaal·' binnenste en een radiaal buitenste stand heen en weer verschuifbaar; 30 hiertoe is een niet getekende aandrijving aangebracht, die bijvoorkeur •eveneens van de stuuras 2 is afgeleid. Elke schuif 10 is voorzien van twee naast elkaar en vertikaal opgestelde bovenste buss en 11, waaraan twee in draairichting 8 eveneens naast elkaar en vertikaal opgestelde onderste bussen 12 zijn toegevoegd. In de radiaal buitenste stand van elke schuif 35 10 staan de bovenste bussen 11 nauwkeurig verticaal boven de bijbehorende > 790 54 44 6 onderste tussen 12. Alle tot nu toe beschreven onderdelen en hun bewegingen zijn bij machines voor het vullen en sluiten van steekcapsules bekend, zodat een verdere getailleerde beschrijving overbodig lijkt.
Op de stuuras 2 is verder een nokkenschijf 13 bevestigd, 5 die aan zijn ene kopzijde is voorzien van een excentrische groef 13'.
De groef 13' stuurt een hefboom 1H, die zwenkbaar in het gestel 1 is gelagerd en een stoter 15 draagt, die vertikaal verschuifbaar in het gestel 1 is geleid, Op overeenkomstige wijze stuurt een andere aan de stuuras 2 bevestigde nokkenschijf 16 met een excentrische groef 16' een hefboom 17, 10 die een verdere, vertikaal in het gestel 1 verschuifbaar geleide stoter 18 draagt.
Rondom de draaitafel 8 en de caroussel 9 is op onderling gelijke hoekafstand, die overeenkomt met de hoekafstand tussen de schuiven 10, een aantal stations opgesteld, namelijk een bevoorradingsstation 15 19» waarin de los in elkaar gestoken steekcapsules telkens paarsgewijze in de bus sen 11 van een schuif 10 worden gezet, een scheidingsstation 20, waarinde kappen C en de capsulelichamen van elkaar worden gescheiden, een station 21 voor het inbrengen van een af dicht fluïdum in de kappen C, een sluit station 22, waarin de capsulelichamen en de kappen weer in elkaar 20 worden gestoken en vast afgesloten worden, en tenslotte een afgifte-station 23, waarin de gesloten steekcapsules uit de bussen 11 worden gestoten.
De genoemde stations zijn met uitzondering van het station 21 voor het. inbrengen van een af dicht fluïdum in de kappen C bekend en worden daarom niet nader beschreven. Het station 21 neemt in het getekende uit-25 voeringsvoorbeeld bij de bekende machine een plaats, in, die tussen de stations voor het vullen enerzijds en voor het sluiten van de steekcapsules anderzijds is gelegen.
Het station 21 voor het iribrengen van een afdichtfluïdum in de kappen C is voorzien van een traverse 25, die aan de stoter 15 is 30 bevestigd en die twee vertikaal van de traverse naar beneden hangende stenqoels 26 draagt. De stempels 26 staan van elkaar op een afstand, die overeenkomt met de afstand tussen de beide bussen 11 van elke schuif 10; daardoor kunnen de bovenste stempels 26 volgens de fig. 3 en U worden neergelaten in de bussen 11 van dè schuif 10, die juist in het station 21 35 staat en daar zijn radiaal binnenste stand inneemt. De hierna beschreven o 790 54 44 τ *'' details zijn vooral in de fig. 3 en U weergegeven.
Elke bus 11 is voornen van een boring 28, waanan de diameter overeenkomt met de buiten^diameter van de kap C en die aanzienlijk gieter is dan de diameter van het onderste deel van de bijbehorende 5 stempel 27. De schuif 10 is voor elk van zijn beide bussen 11 voorzien van een schouder voorziene boring 29, waarin de betreffende bus 11 axiaal verschuifbaar is geleid en waarin een drukveer 31 is opgenomen, die tegen de schouder 32 van de boring 29 steunt en tegen een flens 33 van de bus 11 drukt. De drukveer 31 tracht de bus 11 naar boven tegen een op de 10 schuif 10 bevestigde aanslagplaat 3*+ te drukken. De bijbehorende stempel 26 kan door neerlaten van de traverse 25 in de bus 11 worden gebracht en is dan in staat, de bus 11 tegen de weerstand van de drukveer 31 in naar beneden te drukken; dit is volgens de fig. 3 en U tot over een zekere afstand geschiedt.
15 Opdat de stempel 26 bij een naar beneden gerichte beweging van de traverse 25 een geleidelijk toenemende, naar beneden gerichte kracht op de bus 11 kan uitoefenen, is op het bovenste deel van de stempel 26 een drukring 36 geschroefd en daar in een naar keuze te bepalen stand tegen onbedoeld draaien geborgd. Op de drukring 36 steunt een drukveer 20 37, <3ie een op het middelste deel van de stempel 26 axiaal verschuifbaar geleide mof 38 naar beneden drukt. Be mof 38 is aan de onderzijde klokvormig uitgevoerd en omsluit een andere drukring 39, die wi benedenaf op de stempel 26 is geschroefd en eveneens in een naar keuze te bepalen stand tegen onbedoeld draaien is geborgd. ITormaal zorgt de drukveer 37 25 ervoor, dat de mof 38 volgens fig. 3 tegen de drukring 39 aanligt. viordt echter de stempel 26 voorbij de in fig. 3 getekende stand naar beneden gedrukt, dan houdt de toenemende weerstand van de drukveer 31 de bus 11 vast, terwijl de drukveer 37 verder wordt samengedrukt, zodat de verdere neerwaartse beweging van de stemnel 26 een relatiev^ieweging ten opzichte 30 van de bus 11 is; deze relatievepeweging is beperkt, doordat de drukring 39 ten slotte op het bovenste kopvlak van de bus 11 stoot.
De bus 11 is aan zijn ondereinde voorzien van een zijn boring 28 vernauwende kraag Ui, die een in de boring 28 geplaatste kap C verhinderd, onbedoeld uit de boring te vallen. Deze kraag U1 maakt het 35 enerzijds mogelijk, in het scheidingsstation 20 het capsulelichaan van de f 4 i •j Y 790 5 4 44 Λ 8 kap C af te trekken, en anderzijds vormt de kraag U1 ook in het station 21 voor het inbrengen van een afdichtfluidum in de kap C een aanslag, die het de stempel 26 mogelijk maakt, de kap C volgens fig, h in een nauwkeurig gedefinieerde stand binnen de bus 11 te brengen.
5 Tot het station 21 voor het inbrengen van een afdichtfluidum behoren verder twee onder de draaitafel 8 vertikaal op het gestel 1 verschuifbaar geleide onderste stempels 51, die schamierbaar zijn verbonden met een aan het gestel 1 gelagerde wip 52. De wip 52 is door middel van een st an genstelsel 53 schamierbaar verbonden met een traverse 5^, die 10 aan de stoter 18 is bevestigd. De wip 52 heeft ten doel, de bewegings richting van de stoter 18 om te keren, zodat de onderste stempels 51 zich telkens in een richting bewegen die tegengesteld is aan de bewegingsrichting van de bovenste stempels 26. Dit doel, op het station 21 tegengesteld gerichte vertikale bewegingen ter beschikking te hebben, zal men 15 ook zonder de wip 52 kunnen bereiken, wanneer bijv. de nbkkenschijf 16 zal worden veranderd. Aan het getekende uitvoe rings voorbeeld lag echter het streven ten grondslag, aan een in serie vervaardigde in de handel verkrijgbare machine zo weinig mogelijk te veranderen,
De onderste stempels 51 zijn ten opzichte van de in de 20 draaitafel 8 bevestigde onderste bussen 12 radiaal naar binnen verplaatst en staan op éên lijn met de bussen 11 van de telkens in het station 21 staande schuif 10, wanneer deze zijn radiaal binnenste stand inneemt.
Opdat de beide onderste stempels 51 bij elke stilstand van de draaitafel 8 en de caroussel 9 van benedenaf in twee bovenbussen 11 kunnen worden 25 bewogen, is de draaitafel 8 vertikaal onder de plaatsen, die door de bussen 11 in de radiaal binnenste stand van de de bussen dragende schuif worden ingenomen, voorzien van gaten 55.
Elke steupel 51 heeft een onderste deel 56, dat op de wip 52 steunt, een daarop geschroefd middengedeelte 57 en een daarop 30 geschroefd bovenste deel 58. Het middengedeelte 57 en het bovenste deel 58 bezitten een boring 59, die aan het boveneinde van het bovenste deel door een kraag 61 is vernauwd. In de boring 59 is een schacht 62 axiaal verschuifbaar geleid en onder de schacht 62 is een drukveer 63 aangebracht, die tracht, de schacht 62 naar boven tegen de kraag 61 te drukken, 35 De schacht 62 is voorzien van een tap 64, die met radiale speling door de 790 5 4 44
«L
9 kraag o1 heen naar boven uitsteekt en waarop een stempelkop 66 is geschroefd.
Het middengedeelte 57 van de stenpel 51 is voorzien van een toevoerkanaai 67 en een terugstroomkanaal 68 voor een afdichtfluïdum.
5 Op deze kanafen sluiten langsschroeven 69 in de schacht 62 aan, waardoor het af die ht flu”dun tot aan de kraag 6l èn in de in fig. U getekende stand van de stempel 51 verder in een ringvormige ruimte 71 tussen de kraag 61 en de stempel kop 66 kan stromen, om van daar-'uit op de binnenwand van de kap C terecht te komen. Op kleine afstand onder de kraag 61 10 begint een in de schacht 62 aangebracht terugstroomkanasl 72, dat in het terugstrcomkanaal 68 in het middengedeelte 57 uitmondt.
Het middengedeelte 57 en het bovenste deel 58 van de stempel 51 zijn verder voorzien van toevoerkanalen 73 en terugstrocmkanalen 7-· voor een verwarmingsmedium, bij het getekende uitvoeringsvoorbeeld 15 heet water.
Het afdichtfluïdum wordt volgens fig. 5 voorradig gehouden in een houder 76 en van daaruit door een pomp 77, bij het getekende uitvoeringsvoorbeeld een slangpomp, en een toevoerleiding 78 in het toevoerkanaai 67 van de beide bij elkaar behorende stempels 51 getransporteerd.
20 Uit de terugstrcomkanalen 68 van de stempel 51 stroomt het overtollige, dat wil zeggen niet door de ringvormige ruimte 71 naar buiten gestroomde, afdicht fluïdum in de houder 76 terug.
Wanneer de steekcapsules, waarvan de kappen C dicht met de bijbehorende capsulelichamen moeten worden verbonden, uit harde gelatine 25 bestaan, is het af dicht fluïdum bij voorkeur vloeibare gelatine dat in de houder 76 bijvoorkeur een viscositeit van ongeveer 200 Bloom bij een temperatuur van ongeveer 50°C heeft. Het verwarmende medium moet de stempel op een temperatuur houden, waarbij de temperatuur en de viscositeit van het af dichtfluïdum in de stengel ten opzichte van de toestand in de 30 houder 76 zo weinig mogelijk veranderen.
Tot dit doel wordt het verwarmende medium in een tank 81 met een thermostatisch geregelde verwarmingsinrichting 82 op een constante temperatuur van ongeveer 60°C gehouden en vandaar uit door een pomp 83 in een continue kringloop door een de houder 76 omgevende verwarmings- 35 mantel 8U, aansluitend via toevoerleidingen 86 in de toevoerkanalen 73 en :
. ^ V
\ 790 5 444 i 10 vandaar uit door de terugstroomkanalen 7^ en een t erugstroomleiding 87 terug in de tank 8l getransporteerd.
Het afdichtfluïdum is bij de in fig. 3 getekende stand, die de schacht onder invloed van de drukveer 63 normaal inneemt, verhin-5 derd, in de ringvormige ruimte 71 te stromen, omdat de kraag 61 een ven- tielzitting vormt, waartegen de schacht 62 als ventiellichaam met zijn bovenste kopvlak afdichtend aanligt. Volgens fig. 3 ligt de aan het ondereinde van de bus 11 aangebrachte kraag Ui met een daaraan gevormd, naar beneden toe conisch wijder worden ringvormig vlak tegen een complementair 10 kegel vormigjrlak 88 aan, dat aan het bovenste deel 58 van de stempel 51 is gevormd. Daardoor is de bus 11 en daarmee de kap C nauwkeurig ten opzicht van de stempel 51 gecentreerd. Wanneer nu de bovenste stempel 26 uit zijn stand volgens fig. 3 in de stand volgens fig. h wordt neergelaten, drukt hij de kap C binnen de bus 11 naar beneden, totdat de onderrand van 15 de kap op de kraag 11 staat. Bij deze naar beneden gerichte beweging drukt de kap C op zijn beurt de stempelkop 66 zover naar beneden, dat .een spleet tussen de schacht 62 en de kraag 61 ontstaat, terwijl de ringvormige ruimte 61 gelijktijdig in axiale richting nauwer wordt. Door deze vernauwde ringvormige ruimte stroomt nu'het afdicht fluïdum met betrekkelijk grote 20 snelheid naar buiten en wordt tegen de binnenwand van de kap gespoten, zodat zich daar een ring van afdicht fluïdum vormt. Aansluitend,Vordt de bovenste stempel 26 weer naar boven teruggetrokken en de onderste stempel 51 naar beneden uit de bus 11, en daarmee ook uit de kap C, getrokken.
De dan volgende bewerkingsstappen zijn bij sluitmachines van de beschreven 25 soort gebruikelijk en worden daarom niet nader beschreven.
Bij de in fig. 6 getekende uitvoeringsvariant komen talrijke onderdelen overeen met die van de in fig. 5 getekende uitvoeringsvorm en zijn daarom voorden van dezelfde verwijzingscijfers; hierna zullen alleen de verschillen worden beshreven: 30 In de houder 76 voor het afdicht fluïdum is een inwendige houder 91 opgesteld, waarvan de bovenwand hoger ligt dan het niveau van het afdichtfluïdum in de overige delen van de houder 76. In de inwendige houder 91 is een vertikale stempelgeleiding 92 gemonteerd, waaraan een stempel 93 vertikaal verschuifbaar is gelad. De stempel 93 heeft, zoals 35^ in het bijzonder uit fig. 7 blijkt, aan zijn boveneinde een naar bovendoe Λ \ 790 5 Λ 44 Μ.
11 » ' conisch nauwer wordend kraagvlak 9^ en is in zijn geheel buisvormig uitgevoerd. In de stempel 93 is vertikaal verschuifbaar een schacht 95 gemonteerd, waarvan het boveneinde als stempel-kop 96 is uitgevoerd. Tussen de stempelkop 96 en het conische kraag vlak 9^ is een bijvoorkeur uit 5 schroeflijnvormig gewikkeld draad bestaande ringvormige veer 9T aange bracht. De stempel 93 is door middel van de vip 52 met het stangenstelsel 53 verbonden. De beweegbaarheid van de wip 52 en van de stempel 93 bij gelijktijdige scheiding van het afdichtfluïdum in de inwendige houder 91 van het afdichtfluïdum in het overige gedeelte van de houder 76 kan 10 door een membraan 98 zijn gewaarborgd.
De stempel 93 is in zijn onderste, in fig. 6 in getrokken lijnen getekende eindstand geheel in het aflicht fluïdum ondergedompeld.
De pomp 77 transporteert voortdurend afdichtfluïdum uit de buiten de inwendige houder 91 gelegen delen van de houder 76 van benedenaf in de 15 inwendige houder 91» zodat het afdichtfluïdum daarlangs de stempel 93 opstijgt, tot het over de rand van de inwendige houder 91 stroomt. Op deze wijze worden plaatselijke temperatuursverschillen en daaruit voortvloeiende viscositeitsverschillen van het afdichtfluïdum in het bereik van de stempel 93 vermeden. Daardoor is de stempel 93 steeds bevochtigd 20 met bruikbaar afdichtfluïdum, wanneer de stempel 93 door déwip 52 uit de inwendige houder 91 naar boven wordt bewogen. Het grootste deel van het afdichtfluïdum stroomtt gedurende de opwaartse beweging van de stempel 93 langs de stempel naar bereden in de inwendige houder 91 terug, maar een bepaalde hoeveelheid van het afdichtfluïdum wordt tussen de vindingen 25 van de ringvormge veer 97 vastgehouden.
Bij zijn opwaartse beweging dringt de stempel 93 volgens fig. 7 in een kap C, zodat de stempelkop 96, zoals in het linkergedeelte van fig. 7 is aangegeven, tegen de binnenwand van de kap C komt aan te liggen, waarbij de ringvormige veer 97 de binnenwand eerst nog niet aan-30 raakt. Wordt nu de bovenste stempel 96 ten opzichte van de bus 11 en daarmee ook de ten opzichte van de kap C, naar beneden in zijn rechls in fig. 7 getekende eindstand bewogen, dan drukt hij eveneens bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 3 t/m 5 de kap C naar beneden en deze drukt op zijn beurt de stempelkop 96 ten opzichte van de stempel 93 naar bene-35 den. Daarbij schuift de stempelkop 96 de ringvormige veer 97 op het cori- 790 5 4 44

Claims (10)

1. Sluitmachine voor steekcapsules, die bestaan uit een capsulelichaam en uit een daarop steekbare kap, béide bij voorkeur aan harde gelatine, met ten minste êén bus voor het opnemen en vasthouden 25 van een kap en ten minste een coaxiaal ten opzichte van de bus heen en weer beweegbare stempel, met het kenmerk, dat de stempel (51;93) in de kap (c) past en is voorzien van een axiaal ten opzichte van de stempel verschuifbaar en naar het uiteinde van de kap toe voorgespannen stempelkop (66596), die van binnenuit tegen het uiteinde van de kap aandrukbaar 30 is en tezamen met een kaagvlak (65;9^·) van de stempel (51 ;93) een ring vormige ruimte (71) begrenst, waaruit een afdichtfluïdum ringvormig tegen de biriEn-wand van de kap terecht komt, wanneer de stempelkop tegen het uiteinde van de kap wordt gedrukt.
2. Sluitmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 35 (ie stempel (66;96) vast is verbonden met een schacht (62;95), die in een CL \^790 54 44 axiale boring (59) van de stempel (51; 93) is geleid en door een veer (63) is ondersteund. * '
3. Sluitmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de schacht (62) als ventiellichaam is uitgevoerd dat een in de stempel 5 (pi) naar de ringvormige ruimte (71) voerend toevoerkanaal (67) voor het afdicht fluïdum bestuurt. k. Sluitmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schacht (62) is voorzien van een schouder, waaraan een aan het einde van de stempel (51) gevormde kraag (61) als ventielzitting is toegevoegd.
5. Sluitmachine volgens conclusie 3 of U, met het kenmerk,. dat de stempel (51) is voorzien van een terugstrcomkanaal (68) voor * overtollig aföichtfluïdum, dat tezamen met het toevoerkanaal (67) behoort tot een door een pomp (77) aangedreven en door een vervarmbare voorraad-houder (76) voerend kringloopsysteem voor het afdichtfluïdum.
6. Sluitmachine volgens conclusie 5* in combinatie met conclusie **, met het kenmerk, dat de schacht (62) eveneens is voorzien van een tot het kringlapsysteem behorend terugstroomkanaal (72), dat in stromingsrichting van het afdichtfluïdum op korte afstand voor de schouder begint en met het terugstroomkanaal (68) in de stempel (51) ten minste 20 in de stand van de schacht (62) is verbonden, waarin de verbinding van het toevoerkanaal (67) met de ringvormige ruimte (71) is onderbroken.
7. Sluitmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stempel (51) verwarmbaar is.
8. Sluitmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 25 de stempel (51) is voorzien van verwarmhgskanalen (73, 7*0» die op een door een pomp (83) aangedreven kringloopsysteem voor een verwarmend fluïdum zijn aangesloten.
9. Sluitmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in de ringvormige ruimte tussn de stempelkop (96) en het kraagvlak (9*0 30 een met het afdi cht fluïdum bevocht igbare, ringvormige, uitzetbare veer (97) is gemonteerd en het kraagvlak (9*+) conisch is, zodat de veer radiaal naar buiten tegen de binnenwand van de kap (c) wordt gedrukt, wanneer de steEpelkop (93) tegen het einde van de kap wordt gedrukt.
10. Sluitmachine volgens conclusie 9, waarbij de stempel 35 tussen een bovenste werkstard en een onderste ruststand on en neerbeweeg- O \7I05-H4 J -11* * ' baar is, met het kenmerk, dat de stempel (93) in zijn ruststand geheel is gedompeld in een houder (91), waarin afdichtfluïdum wordt gecirculeerd.
11. Sluitmachine voor steekcapsules, in hoofdzaak zoals 5 beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. * V 790 5 4 44 \ *· \i \ · \ ..
NL7905444A 1978-07-13 1979-07-12 Sluitmachine voor steekcapsules. NL7905444A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2830849 1978-07-13
DE19782830849 DE2830849A1 (de) 1978-07-13 1978-07-13 Verschliessmaschine fuer steckkapseln

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905444A true NL7905444A (nl) 1980-01-15

Family

ID=6044312

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905444A NL7905444A (nl) 1978-07-13 1979-07-12 Sluitmachine voor steekcapsules.

Country Status (22)

Country Link
JP (1) JPS5514093A (nl)
AU (1) AU537669B2 (nl)
BE (1) BE877663A (nl)
BR (1) BR7904434A (nl)
DD (1) DD145058A5 (nl)
DE (1) DE2830849A1 (nl)
DK (1) DK292979A (nl)
ES (1) ES482829A1 (nl)
FI (1) FI792191A (nl)
FR (1) FR2430887A1 (nl)
GB (1) GB2025270B (nl)
IN (1) IN149564B (nl)
IT (1) IT1125420B (nl)
MX (1) MX151613A (nl)
NL (1) NL7905444A (nl)
NO (1) NO792323L (nl)
PL (1) PL217002A1 (nl)
PT (1) PT69911A (nl)
RO (1) RO85087B (nl)
SE (1) SE7906078L (nl)
YU (1) YU169179A (nl)
ZA (1) ZA793510B (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2480598A2 (fr) * 1980-04-18 1981-10-23 Automatisme Tech Procede et dispositif pour etancher des gelules en gelatine dure et pour conditionner une dose de produit liquide dans la gelule ainsi etanchee
FR2477014A1 (fr) * 1980-02-29 1981-09-04 Automatisme Tech Procede et dispositif pour etancher des gelules en gelatine dure et pour conditionner une dose de produit liquide dans la gelule ainsi etanchee
JPS58179224A (ja) * 1982-03-18 1983-10-20 Konishiroku Photo Ind Co Ltd 光学用樹脂組成物および光学用素子
JPH0680111B2 (ja) * 1986-01-23 1994-10-12 三菱瓦斯化学株式会社 低ダストポリカ−ボネ−ト樹脂溶液の製造法
DE3735260A1 (de) * 1987-10-17 1989-04-27 Bosch Gmbh Robert Verschliessvorrichtung fuer zweiteilige kapseln
DE3735267C3 (de) * 1987-10-17 1996-03-21 Telefunken Microelectron Vorrichtung zur Sichtweitenmessung
US5945136A (en) * 1997-04-03 1999-08-31 Technophar Equipment & Service Limited Heating elevator for capsule making machine
US6000928A (en) * 1997-04-03 1999-12-14 Technophar Equipment & Service Limited Capsule making machine having improved pin bars and air flow characteristics
ITBO20040117A1 (it) * 2004-02-27 2004-05-27 Ima Spa Macchina opercolatrice e relativo metodo per la produzione di capsule sigillate
ITBO20040116A1 (it) * 2004-02-27 2004-05-27 Ima Spa Metodo e relativa macchina opercolatrice per la produzione di capsule sigillate
WO2009050192A1 (en) 2007-10-15 2009-04-23 Glaxo Group Limited Paneled capsule shells for release of pharmaceutical compositions
JP5190515B2 (ja) 2007-10-15 2013-04-24 カプスゲル・ベルギウム・ナムローゼ・フェンノートシャップ 充填リンカーを製造する方法および装置
EP3219300B1 (en) * 2016-03-15 2019-06-19 Capsugel Belgium NV Aseptic hard capsule sealing apparatus and methods
DE102022130430A1 (de) 2022-11-17 2024-05-23 Syntegon Technology Gmbh Kapselfüllmaschine zur Befüllung einer Kapsel und Verfahren zum Betrieb einer Kapselfüllmaschine

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3078629A (en) * 1960-01-08 1963-02-26 Upjohn Co Method for sealing hard filled capsules
US3183887A (en) * 1962-08-28 1965-05-18 Edward J Derderian Carton sealing apparatus and adhesive dispenser therefor
US3527015A (en) * 1968-10-07 1970-09-08 Lilly Co Eli Method and apparatus for filling capsules
IT1069355B (it) * 1976-03-05 1985-03-25 Zanasi Nigris Spa Perfezionamenti particolarmente nelle macchine automatiche per il confezionamento di dosi di prodotto medicinale entro capsule di gelatina
NL7803330A (nl) * 1977-03-29 1978-10-03 Capsugel Ag Sluitcapsule gevuld met viskeus materiaal, in het bijzonder een vloeibaar farmaceutisch preparaat, en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke capsule.

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5514093A (en) 1980-01-31
YU169179A (en) 1982-10-31
RO85087A (ro) 1984-10-31
FI792191A (fi) 1980-01-14
MX151613A (es) 1985-01-14
IT7923999A0 (it) 1979-06-29
IT1125420B (it) 1986-05-14
DE2830849A1 (de) 1980-01-24
BE877663A (fr) 1979-11-05
IN149564B (nl) 1982-01-23
RO85087B (ro) 1984-11-30
ZA793510B (en) 1980-08-27
AU4891279A (en) 1980-01-17
BR7904434A (pt) 1980-04-15
DK292979A (da) 1980-01-14
GB2025270A (en) 1980-01-23
FR2430887A1 (fr) 1980-02-08
PT69911A (en) 1979-08-01
AU537669B2 (en) 1984-07-05
PL217002A1 (nl) 1980-03-24
GB2025270B (en) 1982-11-10
DD145058A5 (de) 1980-11-19
FR2430887B1 (nl) 1985-04-05
SE7906078L (sv) 1980-01-14
NO792323L (no) 1980-01-15
ES482829A1 (es) 1980-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7905444A (nl) Sluitmachine voor steekcapsules.
US7216582B2 (en) Percolating device
EP2515726B1 (en) Infusion unit for drinks with hydraulic closing system
CN106163348B (zh) 利用串联致动处理多尺寸胶囊
CN101500458A (zh) 从一次使用的囊包配制饮料的泡制装置
DE602004001053T2 (de) Patrone zur Zubereitung von Getränken
US20210121000A1 (en) System, apparatus, and method for preparing a beverage cartridge
DE602004001139T2 (de) System und Verfahren zur Zubereitung von Getränken
CN105636866B (zh) 包括使液体在容器内稳定的稳定区的形成和填充容器的机器
CN108024652A (zh) 从胶囊保持器中取出胶囊
AU2002231636A1 (en) Percolating device
CN104883938A (zh) 具有液压闭合系统的用于制造饮料的灌注单元
JP2016515962A (ja) プリフォームから容器を成形するための装置において成形された、容器のネックのための延長デバイス
CN109561780A (zh) 用于制备饮料的系统、装置、方法、胶囊和胶囊试剂盒
TWI337972B (en) Cartridge for the preparation of beverages
CN105163632A (zh) 饮料玻璃壶盖的打开/闭合探测和系统控制
US5775204A (en) Tea filter assembly for a coffee or tea maker
JP2022518750A (ja) 抽出飲料を調製する方法および機械
ITTO20090646A1 (it) Sistema, capsula, macchina percolatrice e metodo per la preparazione di una bevanda per infusione a concentrazione selezionabile dall&#39;utente
CN110799432A (zh) 用于饮料制备的单剂量胶囊
US20100084788A1 (en) Mould for compression-forming a capsule with hinged lid
KR830000140B1 (ko) 결합된 캡슐의 밀폐장치
DE102016219199B4 (de) Wiederbefüllbare Kapsel für Zubereitungsgeräte
US4623117A (en) Tool for moulding the top part of a plastics container
BE1017193A3 (nl) Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed