NL7903746A - Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stof- fen, alsmede een bouwelement voor het samenstellen van een dergelijke inrichting. - Google Patents
Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stof- fen, alsmede een bouwelement voor het samenstellen van een dergelijke inrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7903746A NL7903746A NL7903746A NL7903746A NL7903746A NL 7903746 A NL7903746 A NL 7903746A NL 7903746 A NL7903746 A NL 7903746A NL 7903746 A NL7903746 A NL 7903746A NL 7903746 A NL7903746 A NL 7903746A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- building element
- building
- element according
- cross
- plane
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H7/00—Construction or assembling of bulk storage containers employing civil engineering techniques in situ or off the site
- E04H7/22—Containers for fluent solids, e.g. silos, bunkers; Supports therefor
- E04H7/24—Constructions, with or without perforated walls, depending on the use of specified materials
- E04H7/26—Constructions, with or without perforated walls, depending on the use of specified materials mainly of concrete, e.g. reinforced concrete or other stone-like materials
- E04H7/28—Constructions, with or without perforated walls, depending on the use of specified materials mainly of concrete, e.g. reinforced concrete or other stone-like materials composed of special building elements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
Description
vo Th9J -1-
A
Cornelis Johannes Maria Schiehroek Eindhoven .-
Titel: Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stoffen, alsmede een "bouwelement voor het samenstellen van een dergelijke inrichting _
De uitvinding heeft "betrekking op een inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stoffen, zoals een silo, een verticale transpörtkoker en dergelijke, welke inrichting is opgehouvd uit geprefabriceerde "betonnen stalen of houten bouwelementen.
5 Bij dergelijke inrichtingen, die een ronde, rechthoekige of anderssoortige doorsnede kunnen hebben, doen zich problemen voor in verband met de maattoleranties waaraan de bouwelementen zijn onderworpen en die in de orde van grootte van 10 mm kunnen liggen.
Door deze maattoleranties kunnen bij het opeenstapelen van de bouw-10 elementen uitstekende randen ontstaan, waarvan die welke een naar boven toe gericht horizontaal oppervlak hebben, gewelf vorming van de opgenomen stoffen veroorzaken. Gewelfvorming betekent enerzijds storingen in de materiaalstroom, tot verstopping toe, en anderzijds bij het instorten van een dergelijk gewelf enorme, vrijkomen-15 de belastingen, welke bij silo's tot in tientallen tonnen kunnen oplopen. Vooral gezien het laatstgenoemde gevolg moet in het bijzonder bij silo's het voorkomen van gewelfvorming worden gezien als een absolute noodzaak. Geprefabriceerde constructies van de bovengenoemde soort moeten dan ook aan de schacht zij de voorzien worden 20 van een pleisterlaag om zodoende een gladde wand te verkrijgen.
De kosten bij bijvoorbeeld silo's liepen hierdoor zo hoog op, dat het vervaardigen met een glijprocédê in de praktijk de voorkeur kreeg en geprefabriceerde silo's nagenoeg niet meer werden gebouwd.
Dit ondanks dat gegleden constructies een grotere kruip en krimp 25 vertonen, het glijproces continu door moet gaan nadat eenmaal is 790 3 7 46
r- A
* f ί -2- gestart, geprefabriceerde silo's hoogvaardiger zijn dan gegleden silo's (B 51>5 t.o.v. B 22,5 volgens VB 1973) en heb glijprocédê een relatief duur proces is.
Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van de in de 5 aanhef genoemde soort te verschaffen., waarbij geen gewelfvorming veroorzakende randen meer aanwezig zijn en het pleisteren achterwege kan blijven.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, als de bouw- ..... elementen tenminste een zijvlak hebben, dat een hoek insluit met 10 de verticaal, terwijl de twee op dat vlak aansluitende horizontale vlakken verschillen in breedte, waarbij het smallere vlak het bovenvlak en het bredere vlak het ondervlak van het bouwelement vormt.
Door deze maatregelen wordt er voor gezorgd, dat er randen ontstaan waarvan de horizontale vlakken steeds naar beneden toe zijn gericht, 15 zodat gewelfvorming is uitgesloten. Een bijkomend extra voordeel is, dat deze geprefabriceerde elementen uiterst gemakkelijk lossend uit hun vorm zijn.
Daarbij verdient het de voorkeur, dat elke divergerende zijwand -van een bouwelement een hoek kleiner dan 5° 3 hij voorkeur 20 kleiner dan 3°, insluit met het verticale vlak, terwijl een verdere, de eigenschappen optimaliserende maatregel is, dat het verschil in breedte bij twee tegenover elkaar gelegen divergerende zijwanden tussen het ondervlak en het bovenvlak in de orde van grootte van tweemaal de normale, toegestane tolerantie van het bouwelement ligt.
25 Bestaat de onderhavige inrichting uit een aantal in dwars doorsnede rechthoekige, in ruitvorm opgestelde kokers, dan verdient het volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, de voorkeur, dat de bouwelementen al naar gelang, hun plaats kruisvormig, T-vormig, of L-vormig zijn. Hierdoor worden aansluitproblemen in 30 de hoeken voorkomen, hetgeen bij de onderhavige uitvinding extra voordeelbiedend is vanwege de hellend lopende zijwanden.
Als verder de bouwelementen voorzien zijn van tenminste een korte en tenminste een lange poot, wordt de voordeelbiedende mogelijkheid geschapen de inrichting te kunnen samenstellen zonder i 790 3 7 46 -3-
A
doorlopende stoatvoegen.
Teneinde een goede onderlinge verbinding te waarborgen, verdient bet de voorkeur, dat de bouwelementen voorzien zijn van onderling strokende, horizontale en/of verticale doorgangen waardoorheen 5 span- en/of wapeningsstaven reiken. __
Een betonnen bouwelement voor het samenstellen van een inrichting als bovenbedoeld is overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt door twee tegenover elkaar gelegen evenwijdige eindvlakken, die een verschillende breedte hebben, en door tenminste een deze 10 eindvlakken verbindende zijwand, die een hoek afwijkend van 90° daarmee insluit. De voorkeur verdient het hierbij, dat een doorsnede loodrecht op de langsrichting van de genoemde eindvlakken een ge-lijkbenige trapeziumvorm heeft. Een optimale vorm wordt hierbij verkregen, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van 15 de uitvinding de benen van het gelijkbenige trapezium een hoek kleiner dan 95°5 bij voorkeur kleiner dan 93°, doch groter dan 90° insluiten met de bovenzijde. Een praktijkwaarde daarbij is, dat bij voorkeur het verschil in breedte tussen de genoemde eindvlakken in de orde van grootte van tweemaal de normaal toegestane tolerantie 20 van het bouwelement ligt. Teneinde een sterke en betrouwbare constructie te kunnen verwezenlijken verdient het verder de voorkeur, dat het bouwelement voorzien is van zich in hoofdzaak horizontaal en/of verticaal uit strekkende doorgangen, die-kinnen stroken net soortp-lijke doorgangen in andere bouwelementen voor het kunnen doorlaten 25 van wapenings- en/of spanstaaf.
Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeelden sal de inrichting volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 in bovenaanzicht een uit een 9-tal silo's bestaande 30 ^inrichting; fig. 2 in zijaanzicht een deel van de inrichting volgens fig. 1; fig. 3 in perspectief een bouwelement; fig. U een doorsnede volgens de lijn I7-IV in fig. 1; 790 3 7 46 & -14- fig. 5 een soortgelijke doorsnede als fig. 3; fig. 6 een soortgelijk bovenaanzicht als in fig. 1; en fig. T in perspectief een tveede type bouwelement.
In fig. 1 is een meervoudige silo 1 weergegeven, die is 5 samengesteld· uit één 9-tal compartimenten 2, waarvan de wanden gevormd worden door geprefabriceerde betonnen bouwelementen 3-7. De bouwelementen 3 hebben een kruisvorm (zie ook fig. 3), de elementen 5 een T-vorm en de elementen 6, 7 een L-vorm. De bouwelementen 3-7 zijn in zodanig verband geplaatst en van zodanige pootlengten · 10 voorzien, dat er geen doorlopende stootvoegen voorkomen. In fig. 1 zijn daartoe twee verschillende pootlengten gekozen. De laag onder * de in het vlak van tekening weergegeven laag, bestaande uit de bouwelementen 3-6 bestaat uit de bouwelementen 3-5 plus 7, met dien verstande dat onder elk bouwelement b een bouwelement 5 ligt, en 15 omgekeerd, en onder elk bouwelement 3 een zelfde element ligt, dat evenwel over 90° is gedraaid, terwijl de bouwelementen 6 zijn vervangen door soortgelijke bouwelementen 7» waarbij evenwel de lange en de korte poten zijn verwisseld. Uiteraard geldt hetzelfde voor een eventueel boven het vlak van tekening aan te brengen laag, ter-20 wijl op een laag bestaande uit de bouwelementen 3-5 plus 7 weer een laag uit de bouwelementen 3-6 volgt, welke laatste laag wat zijn ordening betreft wederom gelijk is aan die weergegeven in het vlak van tekening in fig. 2.
Het in fig. 3 weergegeven bouwelement 3 is voorzien van twee 25 lange poten 31 en twee korte poten 32, waarbij de lange, respectievelijk korte poten in eikaars verlengde liggen en een lange poot telkens loodreeht op een korte poot staat. De poten hebben in dwarsdoorsnede alle een gelijkbenig -trapeziumvorm, waarbij de benen van het trapezium een hoek kleiner dan 95°, bij voorkeur kleiner dan 93°, 30 doch groter dan 95° insluiten met de bovenzijde. Daarbij zijn de afmetingen zodanig gekozen dat het verschil in breedte tussen het bovenvlak en het ondervlak van de poten in de orde van grootte van tweemaal de toegestane tolerantie van het bouwelement ligt. Bij de gebruikelijke, geprefabriceerde, betonnen bouwelementen ligt de 7903746 * * -5- tolerantiewaarde in de orde van grootte van 10 mm. hetgeen betekent dat het verschil in breedte tussen beide vlakken in de orde van grootte van 10 mm ligt. De kopse eindvlakken van de poten zijn gelegen in een vlak loodrecht op de langsriehting van de betreffende 5 poot. Uiteraard kunnen zowel de onder- en bovenvlakken als de kopse eindvlakken een afwijkende configuratie hebben, bijvoorbeeld groeven en ribben voor het bewerkstelligen van een intensiever contact met een aangrenzend element. Verder zijn de bouwelementen 3 voorzien van horizontale doorgangen 33 en verticale doorgangen 3^·· 10 Deze doorgangen stroken met soortgelijke doorgangen in aangrenzende elementen en dienen voor het opnemen en doorlaten van wapenings-of spanstaven, waarmede een goede onderlinge verbrndirg van de bouwelementen kan worden geoptimaliseerd.
Een T-vormig, resp. L-vormig bouwelement U, 5 resp. 6, 7.
15 kan worden verkregen door het weglaten van een poot, respectievelijk twee poten bij het bouwelement 3 in fig. 3.
Dienen de compartimenten 2 een grotere dwarsdoorsnede te hebben, dau kan. dit op eenvoudige wijze -worden verwezenlijkt door het tussenvoegen van blokvormige bouwelementen, uiteraard voorzien 20 van twee hellende zijwanden, op damjze van normale metselstenen.
De doorsnede volgens fig. h geeft de situatie aan waarbij alle bouwelementen precies de juiste afmetingen hebben. Bij de situatie volgens fig. 5 zijn bouwelementen met maatafwijkingen, uiteraard binnen de tolerantiegrenzen, gebruikt. Uit deze laatste figuur 25 blijkt duidelijk, dat ondanks het onderlinge verspringen van de bouwelementen er geen brugvormende, horizontaal naar boven toe gerichte oppervlakken aanwezig zijn.
In fig. 6 is een variant 11 van de silo volgens fig. 1 weergegeven. Daarbij is uitgegaan van een gewijzigde uitvoering van 30 het kruisvormige element 3 volgens fig. 1. Thans is een kruis vormig element 13 gebruikt, dat zoals ook fig. T toont, voorzien is van wederom twee lange en twee korte poten, aangeduid met 131, resp.
132. Evenwel grenzen de twee lange poten 131 en de twee korte poten 132 thans aan elkaar. De overige bouwelementen 1 if—21 zijn wederom 790 3 7 46 4 a -6- van dit basiselement 13 afgeleid door het weglaten van een of twee poten. Een volgende te leggen laag van de silo 1T-wordt verkregen door het rond een centrale as over 180° verdraaien van de gelegde laag. Het spreekt vanzelf, dat ook de elementen 13-21 van strokende 5 horizontale en verticale doorgangen kunnen zijn voorzien, terwijl de dwarsdoorsneden-van de compartimenten 12 door tussenvoeging van blokvormige bouwelementen naar wens kunnen worden vergroot.
Uiteraard zijn er nog vele verdere wijzigingen mogelijk, die alle binnen het kader van de onderhavige uitvinding vallen. Zo 'kun-10 nen de in de fig. 1 en 6 weergegeven silo's zijn opgebouwd uit elementen, die als deze deel uitmaken van tenminste een der buitenwanden, slechts aan de binnenzijden van hellende zijwanden zijn voorzien. Hetzelfde geldt voor een enkele transportkoker of èen silo met een enkel compartiment, waarbij elk bouwelement deel uitmaakt 15 van tenminste een buitenwand. Daarnaast zijn tevens compartimenten met een andere dan vierkante dwarsdoorsnede mogelijk, zoals bijvoor-_ beeld rechthoekig, zeshoekig of rond.
790 3 7 46
Claims (14)
1. Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stoffen, zoals een silo, een verticale transportkoker e.d. welke inrichting is opgebouwd uit geprefabriceerde, betonnen bouwelementen, met het kenmerk, dat de bouwelementen tenminste een zijvlak hebben, 5 dat een hoek insluit met de verticaal, terwijl de twee op dat vlak aansluitende, horizontale vlakken verschillen in breedte, waarbij het smallere vlak het bovenvlak en het bredere vlak het ondervlak van het bouwelement vormt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke 10 divergerende zijwand van een bouwelement een hoek kleiner dan 5°, bij voorkeur kleiner dan 3°, insluit met het verticale vlak.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verschil in breedte bij twee tegenover elkaar gelegen, divergerende zijwanden tussen het ondervlak en het bovenvlak in de orde 15 van grootte van tweemaal de normale, toegestane tolerantie van het bouwelement ligt. k. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, bestaande uit een aantal in doorsnede rechthoekige, in ruitvorm opgestelde kokers, met het kenmerk, dat de bouwelementen al naar gelang hun 20 plaats kruisvormig, T-vormig of L-vormig zijn.
5. Inrichting volgens conclusie met het kenmerk, dat de bouwelementen voorzien zijn van tenminste een korte en tenminste een lange poot.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de bouwelementen voorzien zijn van onderling strokende, horizontale en/of verticale doorgangen, waardoorheen span- en/ of wapeningsstaven reiken.
7. Betonnen bouwelement voor een inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stoffen, zoals een silo, een verticale transport- 30 koker e.d., met het kenmerk, dat twee tegenover elkaar gelegen, evenwijdige eindviakken een verschillende breedte hebben en tenminste een deze eindviakken verbindende zijwand een hoek afwijkend 790 3 7 46 -8- ^ G van 90° daarmee insluit.
8. Bouwelement volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een doorsnede loodrecht op de langsrichting van de genoemde eindvlakken een gelijkbenige trapeziumvorm heeft.
59. Bouwelement volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de benen van het gelijkbenige trapezium een hoek kleiner dan 95°, bij voorkeur kleiner dan 93°, doch groter dan 90° insluiten met de bovenzijde.
10. Bouwelement volgens conclusie 8 of 9* met het kenmerk, dat 10 het verschil in breedte tussen de genoemde eindvlakken in de orde van grootte van tweemaal de normale, toegestane tolerantie van hét bouwelement ligt.
11. Bouwelement volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat dit een kruisvorm heeft.
12. Bouwelement volgens een der conclusies 7-10, met het ken merk, dat dit een T-vorm heeft.
13. Bouwelement volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat dit een L-vorm heeft. 1h. Bouwelement volgens een der conclusies 8-10, met het ken-20 merk, dat dit een blokvorm heeft.
15. Bouwelement volgens een der conclusies 11-13, met het kenmerk, dat tenminste een poot langer is dan de andere.
16. Bouwelement volgens een der conclusies 6-15j met het kenmeik, dat dit voorzien is van zich in horizontale en/of verticale rich- 25 ting uitstrekkende doorgangen, die kunnen stroken met soortgelijke doorgangen in andere bouwelementen. 790 3 7 4 §
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7903746A NL7903746A (nl) | 1979-05-11 | 1979-05-11 | Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stof- fen, alsmede een bouwelement voor het samenstellen van een dergelijke inrichting. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7903746 | 1979-05-11 | ||
NL7903746A NL7903746A (nl) | 1979-05-11 | 1979-05-11 | Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stof- fen, alsmede een bouwelement voor het samenstellen van een dergelijke inrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7903746A true NL7903746A (nl) | 1980-11-13 |
Family
ID=19833169
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7903746A NL7903746A (nl) | 1979-05-11 | 1979-05-11 | Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stof- fen, alsmede een bouwelement voor het samenstellen van een dergelijke inrichting. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL7903746A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2015177465A1 (fr) * | 2014-05-20 | 2015-11-26 | S.C.A. Unicoque | Silo de stockage de la récolte et procédé de construction |
-
1979
- 1979-05-11 NL NL7903746A patent/NL7903746A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2015177465A1 (fr) * | 2014-05-20 | 2015-11-26 | S.C.A. Unicoque | Silo de stockage de la récolte et procédé de construction |
FR3021339A1 (fr) * | 2014-05-20 | 2015-11-27 | S C A Unicoque | Silo de stockage de la recolte et procede de construction |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3884328A (en) | Scaffold plank | |
US2181698A (en) | Wall construction | |
US1970414A (en) | Wall structure | |
DE4237917A1 (de) | Aus Kunststoff gepreßte Transportpalette | |
US20180112397A1 (en) | Modular structural panel and assembly comprising such panels for the construction of a building | |
US3350824A (en) | Building construction | |
US2238355A (en) | Wall building unit and structure incorporating same | |
US1768626A (en) | Concrete building unit | |
NL7903746A (nl) | Inrichting voor het doorvoeren en/of opslaan van stof- fen, alsmede een bouwelement voor het samenstellen van een dergelijke inrichting. | |
DE1811932B2 (de) | Als Raumgitterwand ausgebildete Stützmauer | |
US4575984A (en) | Construction element | |
US3689024A (en) | Forms for casting concrete | |
DE9409419U1 (de) | Belag für eine Belagbühne | |
NL1037135C2 (nl) | Verbindingsprofiel en werkwijze voor het vervaardigen van een constructie van twee onderling verbonden wanden met een dergelijk verbindingsprofiel. | |
EP0352658B1 (de) | Haltebügel | |
DE3151397C2 (de) | Schalungselement aus geschäumtem Hartkunststoff für die Mantelbetonbauweise | |
US2966008A (en) | Rectangular silo construction | |
US10808411B2 (en) | Formwork assembly with interlocking side frame members | |
DE4120900C2 (de) | Gitter-Rahmensystem zur Erstellung flacher oder räumlicher, mit Rahmen und/oder Gittern ausgestattete Gegenstände, wie Paletten, Container oder dergleichen | |
US20070012857A1 (en) | Pilaster form for an insulating concrete form building system | |
DE3841040A1 (de) | Formstein und verbindungsprofil dafuer | |
AT372452B (de) | Blockhaus | |
US1208785A (en) | Building-tile and wall thereof. | |
DE102016118014A1 (de) | Binder, insbesondere Dachbinder für eine Halle | |
US698727A (en) | Artificial building-stone. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |