NL7903234A

NL7903234A - Werkwijze en inrichting voor het tot een kleinere diameter walsen van buis.

Info

Publication number: NL7903234A
Application number: NL7903234A
Authority: NL
Original assignee: Noord Ver Metaal
Priority date: 1979-04-24
Filing date: 1979-04-24
Publication date: 1980-10-28
Also published as: EP0018056B1; EP0018056A1; US4480455A; DE3065977D1

Description

79205 vA/mm **' Λ

Aanvraagster j Verenigde Metaalbedrijven Noord B.V.,

Phileas Foggstraat 1, Postbus 24, 7800 AA Emmen.

Titel : "Verkwijze en inrichting voor het tot een kleinere diameter walsen van buis”.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het tot een kleinere diameter walsen van buis, waarbij tenminste één gebied van de buitenzijde van de buis in aanraking wordt gebracht met telkens tenminste één om zijn 5 as roteerbare wals, terwijl deze wals en de buis in een relatieve beweging ten opzichte van elkaar worden gebracht, waarbij het aanrakingsoppervlak van wals en buis, beschouwd tussen twee in lengterichting van de buis op een afstand van elkaar liggende vlakken, naar de lengteas van de buis 10 wordt verplaatst.

Een werkwijze van deze soort is bekend uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 6504723 waarbij men een afgeknot pyramidevormige buis vervaardigt met behulp van een in de cilindrische uitgangsbuis ge-15 plaatste inwendige, afgeknot pyramidevormige doorn en twee excentrische walsen, waarvan de rotatie-as loodrecht staat op de lengterichting van de buis. De walsoppervlakken zijn voorzien van een driehoekige groef die tezamen de vierkante doorsnede begrenzen. De walsen zijn behalve ex-20 centrisch ook van een onderbroken walsoppervlak voorzien, waardoor de gehele walslengte beperkt wordt tot de werkzame afgewikkelde omtrekslengte van de wals.

Dit heeft het bezwaar, dat voor buizen van verschillende grootte en-diameter steeds andere walsen en 25 andere doorns moe.ten worden toegepast, wat veel werkzaam heden vergt, een grote investering aan walsen en aan doorns vereist, en een economisch bedrijf moeilijk maakt.

Het doel van de uitvinding is het opheffen van deze 7903234 > V* 2 « bezwaren en het verschaffen van een werkwijze en inrichting waarmede'zeer grote lengtenbuis van verschillende begin-en einddiameter kunnen worden gewalst, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van inwendige doorns of dat 5 steeds verwisseling van de walsen noodzakelijk is.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de aanrakingsoppervlakken van de roteerbare walsen met de vervormde buis één of meer ruimtelijke spiralen volgen bij conisch gewalste buis of één of meer schroef-10 lijnen bij cilindrisch gewalste buis.

Door toepassing van de uitvinding wordt bereikt, dat buis van zeer uiteenlopende diameter met een gering aantal- walsen kunnen worden gewalst tot zeer uiteenlopende lengteprofielen terwijl het oppervlak van de buis geslo-15 ten blijft waardoor deze buis een zeer goede weerstand tegen corrosie biedt. Verder kunnen allerlei soorten buis worden gewalst, zoals bijvoorbeeld een buis die over zijn gehele lengte conisch is, of een buis welke een opeenvolgend aantal lengten met constante doorsnede 20 omvat, die onderling zijn verbonden door kortere conische delen.

In hoofdzaak conische buizen, zoals bijvoorbeeld licht-of scheepsmasten zijn algemeen bekend. In de Nederlandse octrooiaanvrage 64.02439 is bijvoorbeeld een conisch 25 verjongde, metalen scheepsmast beschreven, die door walsen van een metaalplaat en door omvouwen in langsrichting van de mast wordt vervaardigd. Hierbij is echter een afdichting nodig van de spleet van het gevormde profiel.

Ook zijn trapvormig verjongde lichtmasten bekend, 30 waarbij buisvormige delen van verschillende diameter met behulp van verloopstukken op elkaar worden gelast.

Deze bekende werkwijzen hebben verschillende bezwaren. Afgezien van de reeds aangegeven noodzaak van de extra bewerking bij de genoemde bekende werkwijzen, zoals 35 dichtlassen of afdichten, bestaat bij de volgens deze bekende werkwijzen vervaardigde lichtmasten het gevaar, 7103234 *>* r 3 f dat de lasnaden·corroderen en dat mede daardoor de. levensduur van de masten wordt verkort.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan 5 de hand van de bijgaande tekening van enkele uitvoerings- voorbeelden.

Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

10 Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de inriphting volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een schematisch zijaanzicht van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1, en in het bijzonder een inrichting voor het verstellen 15 van de walsen.

Volgens de tekening wordt als uitgangsmateriaal een stuk ronde cilindrische buis 1 toegepast, bij voorkeur uit staal, die zonder inwendige doorn in de inrichting wordt gewalst tot een conische buis 1 *, waarvan de diameter 20 kleiner is dan die van de uitgangsbuis 1.

De buis 1 wordt gevoerd.door een verwarmingseenheid 2, waarmede de buis op de walstemperatuur wordt gebracht. Na het verlaten van de verwarmingseenheid 2 grijpen op de buis 1 een tweetal cilindrische, schijfvormige rote-25 rend aangedreven walsen 3> ^ aan, welke aan weerszijden van de buis zijn opgesteld. De rotatie-assen A1 van de walsen maken telkens een hoek θ(, met de lengteas H1 van de buis, welke hoek <^\ bij dit uitvoeringsvoorbeeld kleiner is dan 90°. De aanrakingsoppervlakken van de walsen 3, k met de 30 buitenomtrek van de buis 1 bevinden zich bij voorkeur elk op een eigen schroeflijn bij cilindrisch gewalste buis of op een ruimtelijke spiraal bij conisch gewalste buis, waardoor elk van de walsen een gedeelte van de totale vervorming tot stand brengt. In de tekening is zichtbaar dat 35 de walsen 3» ^ vanaf de begindiameter reeds over enige af- G stand symmetrisch naar elkaar toe zijn bewogen, waardoor zich I 7903234 4 een schouder 5 heeft gevormd, welke wordt uütgewalst. De walsen 3» ^ draaien elk met een toerental N1 om hun as A1, waardoor de buis 1, 1' draait met een toerental N2 dat geleidelijk kleiner wordt, nadat de walsen 3, 4 dichterbij 5 de lengteas H1 zijn verplaatst. Voor de ondersteuning van de uitgewalste buis 1' is een stel conische draagrollen 6 aangebracht.

In figuur 3 is een uitvoeringsvorm weergegeven van de verstelinrichtingen voor de walsen 3> 4 die zodanig sym-10 metrisch zijn, dat slechts een van deze verstelinrichtingen is getoond. De walsen 3» ^ zijn bevestigd op de dragers 7, 8 die naar en van de lengteas H1 beweegbaar zijn met behulp van (niet weergegeven) verplaatsingsmiddelen.

De drager 8 is voorzien van 'een steun 9 welke aan zijn 15 uiteinde is voorzien van een scharnieras 10 waaromheen eveneens een drager 11 kan scharnieren van een walsaandrijf-motor 12. Deze bijvoorbeeld elektrisch of hydraulisch aangedreven walsmotor 12 draagt aan zijn naar de lengteas toegekeerde einde met behulp van de as 13 de wals 4.

20 Aan zijn andere einde is de walsmotor 12 voorzien van een steun 14 die aan zijn uiteinde is voorzien van een scharnieras 15 waarop de zuigerstang 16 aangrijpt van een zuiger-cilindereenheid 17· Deze kan met behulp van de aan en af-voerleidingen 18, 19 en de kleppen 20, 21 zodanig worden 25 bestuurd dat de zuigerstang 16 verder of minder ver wordt uitgeschoven. Aan zijn andere einde is de zuiger-cilinder-eenheid 17 met behulp van een scharnierverbinding 22, 23, 24 eveneens bevestigd aan de drager 8. Door de bediening van de zuiger-cilindereenheid kan de stand van de wals 4 en 30 daarmede de hoek <k worden gewijzigd, terwijl door verplaat sing van de slede 8 de walsen dichter naar de lengteas H1 toe of daarvan verder af kunnen worden bewogen.

Inplaats van de walsen 3» 4 roterend aan te drijven kan ook de buis 1 roterend worden aangedreven terwijl de 35 walsen 3> ^ vrij om hun assen draaibaar zijn; hierbij wordt dan tevens op de buis 1 een trëkkracht K uitgeoefend.

7903234

Claims

10 CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het walsen van buis tot een kleinere diameter, waarbij tenminste één gebied van de buitenzijde van de buis in aanraking wordt gebracht met telkens tenminste één, om zijn as roteerbare wals, terwijl 15 deze wals en de buis in een relatieve beweging ten op zichte van elkaar worden gebracht, waarbij het aanrakings-oppervlak van wals en buis, beschouwd tussen twee in lengterichting van de buis op een afstand van elkaar liggende vlakken, naar de lengteas van de buis wordt ver-20 plaatst, met het kenmerk, dat de aanrakingsoppervlakken van de roteerbare walsen met de vervormde buis één of meer ruimtelijke spiralen volgen bij conisch gewalste buis of één of meer schroeflijnen bij cilindrisch gewalste buis.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat de stand van de werkzame walsoppervlakken ten opzichte van de lengteas en de dwarsas van de buis instelbaar zijn.

3· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het aanrakingsgebied met de één of meer walsen voorafgaande aan het walsen tot de walstemperatuur wordt 30 verwarmd.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3» met het kenmerk, dat de één of meer walsen elk om hun eigen as roterend worden aangedreven.

5· Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het ken-35 merk, dat tenminste twee, rondom de omtrek van de buis verdeelde walsen worden toegepast. 7 9 0 3 2 3 4

6. Werkwijze volgens conclusies 1-5» met het kenmerk, dat wordt uitgegaan van een ronde buis. 7* Werkwijze volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat wordt uitgegaan van een cilindrische buis.

8. Werkwijze volgens conclusies 1-7» met het kenmerk, dat wordt uitgegaan van een stalen buis.

9· Inrichting voor het tot een kleinere diameter walsen van buis, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusies 1-8, voorzien van één of meer roterende 10 walsen die met de buitenzijde van de buis in aanraking kunnen worden gebracht, waarbij de walsen en de buis relatief ten opzichte van elkaar worden verplaatst, met het kenmerk, dat een instelinrichting aanwezig is voor het plaatsen van de walsen (3» h) met hun werkzame oppervlakken 15 op ruimtelijke spiralen op de mantel van de vervormde buis (1·) bij conisch gewalste buis en op schroeflijnen op de mantel van de vervormde buis bij cilindrisch gewalste buis.

10. Inrichting volgens conclusie 9» met het kenmerk, 20 dat een inrichting (6) aanwezig is voor het volgens een ingestelde hartlijn ondersteunen en geleiden van de buis (1. 1')·

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de walsen (3» ^-) zijn voorzien van aandrijf- 25 inrichtingen (12, 13) waarmede zij met een instelbaar toerental (N1) om hun as kunnen worden geroteerd.

12. Inrichting volgens conclusie 9» 10 of 11, met het kenmerk, dat een inrichting (2) aanwezig is voor het tot de walstemperatuur verwarmen van tenminste een 30 gebied van de buis. 7903234