NL7902203A - Draaideur. - Google Patents

Description

JK 589—1—Ned _ - Μ :

Jacob Robert Alfred Huber en Erik Jan Huber ,beiden te Edam/Volendam.

Draaideur.

De uitvinding heeft betrekking op een draaideur met een,met uitzondering van toe- en uitgangen,door wanden omsloten doorgangsruimte,waarin een aantal deuren om een centrale ondersteuning ronddraaibaar is.

5 Een dergelijke draaideur is algemeen bekend.

Bij de bekende draaideur heeft de centrale ondersteuning de vorm van een verticale spil waarom de,in het algemeen vier deuren in een cirkelvormige baan kunnen worden rondbewogen.

10 De bekende draaideur heeft het bezwaar dat de ruimte tussen de deuren in de doorgangsruimte zeer beperkt is,zodat het niet mogelijk is om zonder de deuren weg te klappen met grotere objecten de draaideur te passeren.

Ook is het door de beperkte afmetingen van de compartimenten 15 tussen de deuren minder wenselijk om de draaideur tot in rotatie aan te drijven in verband met de beperkte toegankelijkheid van de draaideur.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van de bekende draaideur te ondervangen.

20 Volgens een kenmerk van de draaideur volgens de uitvinding is daartoe de centrale ondersteuning voorzien van een of meer,volgens een gesloten baan verlopende geleidingen,waarop de deuren zijn afgesteund en waarlangs deze verplaatsbaar zijn.

De baan volgens welke de geleidingen verlopen,kan verschillend 25 van vorm zijn.

Gunstig is de baan volgens welke de geleidingen verlopen volgens een volgend kenmerk van de uitgevonden draaideur, langwerpig en wordt meer in het bijzonder gevormd door twee, evenwijdig aan elkaar verlopende rechte delen welke door cirkel- 790 22 03 - 2 - bogen op elkaar zijn aangesloten.

Bij deze uitvoering van de geleidingen worden met het toepassen van bij voorbeeld vier,regelmatig over de omtrek van de geleidingen verdeelde deuren,betrekkelijk ruime en lang-5 werpige compartimenten tussen de deuren verkregen,en welke gemakkelijk toegankelijk zijn en het door de deuren heenvoeren van grotere objecten,zoals bij voorbeeld brancards welke een ziekenhuis moetn worden binnengebracht,mogelijk maken.

10 Verder is door de langgerekte vorm van de compartimenten de beschikbare tijdsduur voor het betreden of verlaten van een langs de toegang respectievelijk uitgang bewegend compartiment voldoende om de draaideur zonder risico te kunnen aandrijven.

15 Bij een doelmatige uitvoeringsvorm van de draaideur volgens d.e uitvinding,zijn de deuren op de geleidingen afgesteund door tussenkomst'.:, van een gesteldeel met een verticaal,op de geleidingen afgesteund been,en een bovenliggend,in hoofdzaak loodrecht op de geleidingen verlopend been,dat gekoppeld 20 is met een volgens de bewegingsbaan van de deuren verlopend aandrijfmiddel,meer in het bijzonder een aandrijfketting, terwijl de deuren scharnierbaar aan het verticale been zijn opgehangen en vanuit een,bij voorkeur in het vlak van het gesteldeel gelegen middenstand tegen veerkracht in kunnen 25 worden weggezwenkt.

D© . gesteldelen of deuren kunnen op verschillende wijzen op de geleidingen zijn afgesteund.

Öp gunstige wijze zijn,volgens een verder kenmerk van de draaideur volgens de uitvinding,de gesteldelen of deuren 30 met behulp van rollen op de geleidingen afgesteund.

Voor het opvangen van de optredende traagheidskrachten van de slechts aan de bovenzijde aangedreven gesteldelen en waardoor de beweging aan de onderzijde van de gesteldelen ten opzichte van de bovenzijde bij het in beweging en tot 35 stilstand komen van de gesteldelen met de daarin afgehangen deuren zou kunnen naijlen,en een grotere slijtage aan de 7902203 * '* ’ - 3 - geleidingsmiddelen zou kunnen veroorzaken,zijn,volgens een verder kenmerk van de uitgevonden draaideur,de op de geleidingen afgesteunde gesteldelen van een deur,meer in het bijzonder de behuizingen van de rollen,verbonden met langs de 5 geleidingen verlopende kettingen,welke geleid zijn over in hoofdzaak coaxiaal met de cirkelboogvormige delen van de geleidingen verlopende kettingwielen,en waarbij de coaxiaal ten opzichte van elkaar geplaatste kettingwielen niet verdraaibaar ten opzichte van elkaar op een zelfde as zijn aan-10 gebracht.

Door deze maatregel is een koppeling tussen de meer naar boven en meer naar beneden gelegen delen van het gesteldeel van de deur verkregen,en waardoor een gelijktijdig bewegen van deze beide delen wordt gewaarborgd.

15 Op bijzonder doelmatige wijze zijn,volgens een verder kenmerk van de uitgevonden draaideur,de zich ten opzichte van het middelpunt van de symmetrische geleidingen tegenover elkaar bevindende gesteldelen of deuren paarsgewijs met dezelfde kettingen verbonden.

20 Bij het rondbewegen van de deuren over een uit twee halve cirkelbogen met twee tussenliggende rechte delen bestaande baan,wordt bij het omzwenken van een deur over een halve cirkelboog de binnenzijde van de deur vertraagd en de buitenzijde van de deur versneld.

25 Teneinde de daaruit voortvloeiende traagheidskrachten te beperken zijn,volgens een laatste kenmerk van de draaideur volgens de uitvinding,de aandrijfmiddelen op een zodanige plaats aan het bovenliggende,in hoofdzaak loodrecht op de geleidingen verlopende gesteldeelbeen gekoppeld,meer in het 30 bijzonder nabij het midden van de ondergeplaatste deur,dat de maximale waarden van de versnellingen en de vertragingen aan de binnenzijde en aan de buitenzijde van de deur in hoofdzaak aan elkaar gelijk zijn.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand 35 van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

790 22 03 -i- δ - 4 -

Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht van de draaideur volgens dit uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 2 is een zijaanzicht van een deur zoals ondersteund op de geleidingen.

5 Zoals in Fig. 1 is weergegeven,bestaat de draaideur uit een door wanddelen (1) begrensde doorgangsruimte (2),en waarin vier deuren (3) rondbeweegbaar zijn.

Zoals in Fig. 2 is weergegeven,zijn de deuren elk door tussenkomst van een gesteldeel met een verticaal been (4)op de 10 geleidingen (6) afgesteund met behulp van de in de behuizingen (7) gelegerde rollen (8).

Aan het verticale been (4) van het gesteldeel is de bijbehorende deur (3) scharnierbaar om de draaiingsassen (9) aangebracht.

15 Zoals in Fig. 1 is aangegeven/bestaan de geleidingen (6) en daarmede de bewegingsbanen van de deuren,uit twee rechte delen (6a) welke door halve cirkelboogvormige omleidingen (6b) op elkaar zijn aangesloten.

Boven en meer in het midden van elke deur-is het bijbehorende 20 bovenliggende gesteldeelbeen (5) met behulp van een koppel- orgaan (10) verbonden met een in Fig. 1 met een streep-stippel-lijn aangegeven aandrijfketting (11) en welke ter plaatse van de omleidingen op door uithouders (12) aangebrachte en niet verder in de tekening weergegeven kettingwielen wordt 25 · geleid.

7902203

Claims (8)

1. Draaideur met een,met uitzondering van toe- en uitgangen door wanden omsloten doorgangsruimte,waarin een aantal deuren om een centrale ondersteuning ronddraaibaar is,met het kenmerk, dat de centrale ondersteuning voorzien is van een of meer, 5 volgens een gesloten baan verlopende geleidingen waarop de deuren zijn afgesteund en waarlangs deze verplaatsbaar zijn.

2. Draaideur volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de baan volgens welke de geleidingen verlopen,langwerpig is en meer in het bijzonder gevormd wordt door twee,evenwijdig aan el- 10 kaar verlopende rechte delen welke door cirkelboogvormige omleidingen op elkaar zijn aangesloten.

3. Draaideur volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de deuren op de geleidingen zijn afgesteund door tussenkomst van een gesteldeel met een verticaal,op de geleidingen 15 afgesteund been,en een bovenliggend,in hoofdzaak loodrecht, op de geleidingen verlopend been dat gekoppeld is met een volgens de bewegingsbaan van de deuren verlopend aandrijf-middel,meer in het bijzonder een aandrijfketting,terwijl de deuren scharnierbaar aan het verticale been zijn opge-20 hangen,en vanuit een,bij voorkeur in het vlak van het ge steldeel gelegen middenstand tegen veerkracht in kunnen worden weggezwenkt

4. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de deuren of de gesteldelen met behulp van rollen 25 op de geledingen zijn afgesteund.

5. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de op de geleidingen afgesteunde gesteldelen van een deur,meer in het bijzonder de behuizingen van de rollen,verbonden zijn met langs de geleidingen verlopende 7902203 .- '6 - kettingen,welke geleid zijn over in hoofdzaak coaxiaal met de cirkelboogvormige delen van de geleidingen verlopende kettingwielen,en waarbij de coaxiaal ten opzichte van elkaar geplaatste kettingwielen niet verdraaibaar ten opzichte van 5 elkaar op eenzelfde as zijn aangebracht.

6. Draaideur volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat de zich ten opzichte van het middelpunt van de symmetrische geleidingen tegenover elkaar bevindende gesteldelen of deuren paarsgewijs met dezelfde kettingen zijn verbonden.

7. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de aandrijfmiddelen op zodanige plaats aan het bovenliggende,in hoofdzaak loodrecht op de geleidingen verlopende gesteldeelbeen zijn aangebracht,meer in het bijzonder nabij het midden van de ondergeplaatste deur,dat de 15 maximale waarden van de versnellingen en de vertragingen aan de binnenzijde en aan de buitenzijde van de deur in hoofdzaak aan elkaar gelijk zijn. —

8. Draaideur volgens eèn der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de toe- en uitgangen zich in hoofdzaak in de 20 verlengden van de rechte delen van de bewegingsbaan van de deuren bevinden. 7902203