NL7812499A - Draaibare koppeling voor een of meer leidingen. - Google Patents

Description

\F

N.O. 26.783 SINGLE BUOY MOORINGS INCORPORATED, te Eribourg, Zwitserland.

Draaibare kop-peling voor één of meer leidingen.

De uitvinding heeft betrekking op een draaibare koppeling voor één of meer leidingen bestaande uit één of meer ringvormige kamers, elk met een stilstaand en een ten opzichte daarvan draaibaar wanddeel, welke wanddelen door middel van radiaal en axiaal werkende lagers op elkaar zijn gelegerd en die ten 5 opzichte van elkaar zijn afgedicht, waarbij elk wanddeel één of meer ingaande respectievelijk uitgaande aansluitingen heeft voor leidingen.

Een dergelijke draaibare koppeling is bekend, bijvoorbeeld uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7310795· 10

Bij deze bekende koppeling zijn om een stilstaande kern een aantal ringvormige kamers aangebracht, die draaibaar ten opzichte van de kern zijn gelegerd en ten opzichte daarvan zijn afgedicht en die boven elkaar zijn geplaatst. De kern bestaat uit meerdere concentrisch om elkaar geplaatste huisdelen die 15 elk een leidingsverbinding hebben op een plaats gelegen onder de draaibare delen, waarbij elk van de concentrische kanalen een uitmonding heeft in één van de draaibare delen, zodanig, dat de onderste van de draaibare delen is aangesloten op de buitenste van de concentrische kamers, de daarop volgende op een meer 20 naar binnen gelegen kamer enzovoort.

Deze bekende koppeling heeft het bezwaar, dat reparatie-werkzaamheden, bijvoorbeeld vervanging van afdichtingen, buitengewoon gecompliceerd is. Vervanging van bijvoorbeeld een afdichting van de onderste kamer, betekent demontage en later 25 her-montage van de lagers en afdichtingen zelf van alle daarboven gelegen kamers, met de kans van beschadiging en vuil worden.

Doel van de uitvinding is een draaibare koppeling te ver- 78 1 24 S 3 V - 2 schaffen, waarbij zich dit bezwaar niet meer voordoet.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding in de eerste plaats bereikt doordat de wanddelen van elke kamer axiaal in wezen even lang zijn en het binnenste wanddeel een centrale opening omgeeft, waardoor de aansluiting gaat of de aansluitingen gaan. 5

Door de wanddelen van elke kamer in wezen even lang te maken en de aansluitingen binnen de centrale opening van elke kamer te voeren ontstaat in principe de mogelijkheid één of meer kamers als een eenheid met lagers en afdichtingen te demonteren en tussen andere kamers uit te halen, waarbij men bereikt heeft dat 10 men de bedoelde eenheden onder geëigende omstandigheden kan klaarmaken, repareren en in voorraad houden als reserves. Opgemerkt wordt verder dat bij her-montage van zo'n eenheid deze onderling niet uitgelijnd behoeven te worden. Bij meerdere boven elkaar geplaatste kamers lopen de leidingen door de op elkaar 15 aansluitende openingen. Deze leidingen geven, wanneer zij zijn aangesloten op de aansluitmiddelen van de binnenste wanddeling reeds een zekerè plaatsbepaling van de op elkaar volgende binnen-wanddelen ten opzichte van elkaar. Het verdient echter volgens de uitvinding de voorkeur in dit geval de buitenwanddelen en/of 20 de binnenwanddelen vast met elkaar te koppelen. Bij voorkeur verbindt men de buitenwanddelen met elkaar aangezien de verbinding dan gemakkelijk toegankelijk blijft. In dit geval verdient het de voorkeur de binnenwanddelen nog in omtreksrichting met elkaar te koppelen door in elkaar grijpende nokken. 25

Bij de draaibare koppeling volgens de uitvinding kunnen de binnenwanddelen en buitenwanddelen op elkaar door middel van axiaal radiaal werkende lagers zijn ondersteund op de gebruikelijke wijze, namelijk door lagers aan te brengen op de plaatsen gelegen nabij de afdichtingen tussen binnen en buitenwanddeel, 30 bijvoorbeeld op de wijze als bekend uit de hiervoor genoemde Nederlandse aanvrage 7510795·

Een doeltreffende oplossing verkrijgt men wanneer volgens de uitvinding tussen de kamerwanddelen lagers zijn geplaatst en elk der ringen van de lagers met ten minste één bijbehorende 55 kamerwanddeel is verbonden. De lagers bevinden zich dan aan één 78 1 24 9 9 3 \ s einde van elke kamer en bij meerdere kamers zijn er dus ook lagers gelegen tussen de kamers waarbij het voldoende is wanneer een dergelijk tussengelegen lager de buitenring heeft bevestigd aan één van de aangrenzende kamerwanddelen en de binnenring aan het andere aangrenzende kamerwanddeel. 5

In dit geval bestaat tussen de binnenwanddelen geen verbinding. Wil men bereiken dat deze delen elkaar in omtreksrichting meenemen dan kan men dit doen door middel van een nok aan het ene deel, deze grijpt in een uitsparing van het andere deel. Volgens de uitvinding verdient het echter de voorkeur ter plaatse 10 van elk zich tussen de kamers bevindend lager een ring aan te brengen die door middel van nokken of uitsparingen de nokverbinding verzorgt. Deze ring heeft in axiale richting een losse verbinding die in omtreksrichting in zoverre vast is, dat de binnenwanddelen van de opeenvolgende kamers niet ten opzichte van elkaar verdraaien 15 maar verder voldoende speling heeft zodat uitlijning van de lagers van de verschillende eenheden onderling niet nodig is.

De uitvinding zal thans aan de hand van de tekeningen nader worden toegelicht, die één uitvoeringsvorm toont.

Fig. 1 is een langsdoorsnede volgens de lijn I-I van fig. 2. 20

Fig. 2 is een horizontale doorsnede door één kamer volgens de lijn II-II van fig. 1.

Fig. 5 is een zij-aanzicht.

Fig. 4 toont schematisch een andere uitvoeringsvorm.

De tekeningen tonen een draaibare koppeling met twee kamers. 25 Elke kamer 1 bestaat uit een buitenring 2 en een binnenring 5 die samen een in wezen ringvormig kanaal 4 vormen. Tussen de buitenring 2 en de binnenring 3 bevinden zich afdichtingen 5? die in het getoonde voorbeeld zijn aangebracht in groeven in de binnenwand van de buitenring 2. Op elke kamer is een axiaal 30 radiaal lager 6 bevestigd, waarvan de binnenloopring 7 met bouten 8 op de binnenring 3 is bevestigd en waarvan de buiten-loopring 10 met bouten 9 op de buitenring 2 is bevestigd. Getoond is een rolleger met axiaal werkende rollen en radiaal werkende rollen bijvoorbeeld van het type Rote-Erde. 35

Elk kanaal 4 heeft een ingangsgedeelte 11 en een uitgaand gedeelte 12, elk voorzien van een flens 13 respectievelijk 14 781 24 9 9

Claims (6)

1. Draaibare koppeling voor één of meer leidingen bestaande uit één of meer ringvormige kamers, elk met een stilstaand en een ten opzichte daarvan draaibaar wanddeel, welke 30 wanddelen door middel van radiaal en axiaal werkende lagers op elkaar zijn gelegerd en die ten opzichte van elkaar zijn afgedicht, waarbij elk wanddeel één of meer ingaande respectievelijk uitgaande aansluitingen heeft voor leidingen, met het kenmerk, dat de wanddelen van elke kamer axiaal in wezen 35 even lang zijn en het binnenste wanddeel een centrale opening 78 1 24 9 § 5 s. J omgeeft, waardoor de aansluiting gaat of de aansluitingen gaan.

2. Draaibare koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij meerdere axiaal op elkaar volgende kamers de buitenwanddelen en/of de binnenwanddelen vast met elkaar zijn gekoppeld. 5

3. Draaibare koppeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat één van de wanddelen, zoals de binnenwanddelen door nokken met elkaar in omtreksrichting zijn gekoppeld.

4. Draaibare koppeling volgens conclusie 1,2 of 3> met het kenmerk, dat tussen de kamerwanddelen lagers zijn 10 geplaatst en elk der ringen van de lagers met ten minste één bijbehorend kamerwanddeel zijn verbonden.

5. Draaibare koppeling volgens conclusies 3 en 4t m s ^ het kenmerk, dat zich ter plaatse van elk zich tussen de kamers bevindend lager een ring bevindt, die door middel 15 van nokken of uitsparingen de nokverbinding verzorgt.

6. Draaibare koppeling volgens conclusies 1 - 5> met het kenmerk, dat elk randdeel meer dan één kamer kan bepalen. 78 1 24 9 δ