NL8303278A - Draaibare leidingkoppeling voor meerdere ingaande en meerdere uitgaande leidingen. - Google Patents

Description

1 ' Ν.0 . 31.826 J---

Draaibare leidingkoppeling voor meerdere ingaande en meerdere uit- gaande leidingen.

De uitvinding heeft betrekking op een draaibare leidingkoppeling 5 voor meerdere ingaande en meerdere uitgaande leidingen, bestaande uit een stationair ringvormig lichaam met meerdere leidingaansluitingen, een koncentrisch ten opzichte daarvan geplaatst tweede ringvormig lichaam met meerdere leidingaansluitingen, welke lichamen met de naar elkaar toegekeerde vlakken afdichtend op elkaar aansluiten en waarvan er ten** 10 minste één is voorzien van meerdere ringvormige uitsparingen die rond* gaande kanalen vormen, waarin ingaande en uitgaande leidingen uitmonden, welke kanalen door afdichtringen van elkaar zijn gescheiden.

Een dergelijke leidingkoppeling is bekend uit bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 4.288.106. Deze bekende leidingkoppeling bestaat 15 voor elke ingaande en uitgaande leiding uit een binnen* en een buiten* ring, die elk zijn bevestigd aan de binnen* respektievelljk buitenring van een lager. Bij meerdere ingaande en uitgaande leidingen zijn meer* dere van dergelijke paren koncentrische leidingen op elkaar gestapeld en zijn alle binnenringen respektievelijk buitenringen met elkaar gekoppeld 20 waarbij de lagers zich tussen de opeenvolgende stellen ringvormige lichamen bevinden. Uit deze publikatie (fig. 4) is ook een draaibare leidingkoppeling bekend, waarbij elk buitenste ringvormig lichaam is voorzien van meerdere rondgaande kanalen en elk binnenste ringvormig lichaam dienovereenkomstig is voorzien van meerdere leidingaansluitingen 25 op de respektievelijke niveaus van de rondgaande kanalen. Ook bij deze koppeling staan de stellen ringvormige lichamen op elkaar. Deze bekende draaibare leidingkoppeling vormt een verbetering over leidingkoppelingen van het type zoals bijvoorbeeld getoond in het Amerikaanse octrooischrift 4.126.336 van welk type de bouwhoogte zeer hoog is, terwijl bij 30 onderhoud of reparatie de gehele leidingkoppeling buiten bedrijf moet worden gesteld. De leidingkoppeling volgens dit Amerikaanse octrooischrift 4.288.106 heeft een geringere hoogte en is gemakkelijker toegankelijk voor onderhoud en reparatie doordat een stel ringvormige lichamen uit de stapel kan worden verwijderd zonder dat de aansluitingen bij de 35 andere lichamen behoeven te worden verbroken. De grote afmetingen en dienovereenkomstig grote gewichten van dergelijke koppelingen, zoals deze zich voordoen bij afmeerinrichtingen hebben echter tot gevolg dat bij een nog steeds respektabel hoge bouwhoogte het verwijderen van een stel ringvormige lichamen uit het pakket een zeer moeizame en niet onge* 40 vaarlijke operatie is. Bekende draaibare leidingkoppelingen, zoals deze

V? v *J I. / O

2 • 4 op afmeerboeien en dergelijke voorkomen hebben een hoogte van 2 tot 3 meter en meer.

Doel van de uitvinding is nu een draaibare leidingkoppeling te verschaffen waarvan de bouwhoogte aanmerkelijk geringer kan zijn en waarbij 5 onderhoud respektievelijk reparatie eenvoudiger kan worden uitgevoerd.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de koppeling bestaat uit meer dan twee ringvormige lichamen, alle koncentrisch ten opzichte van elkaar met ter plaatse van de kontaktvlakken ringvormige kanalen en deze kanalen van elkaar scheidende afdichtringen.

10 In plaats van het op elkaar stapelen van- stellen ringvormige licha men met rondgaande kanalen en ingaande en uitgaande leidingen zijn nu volgens de uitvinding alle ringvormige lichamen koncentrisch in elkaar geplaatst met bij voorkeur om beurten een stilstaand lichaam en een ten opzichte daarvan draaibaar lichaam.

15 De ingaande en uitgaande leidingen kunnen op elke geschikte wijze op de diverse ringvormige lichamen worden aangesloten, doch het verdient de voorkeur wanneer een of meer van de ringvormige lichamen is of zijn voorzien van axiale boringen die via dwarskanalen op verschillende niveaus uitmonden in tussen de de lichamen gevormde ringvormige kanalen. 20 Men kan op deze wijze zeer kompakte draaibare leidingkoppelingen maken, waarvan de hoogte gering is doordat men op een aantal van de koncen-trische ringvormige lichamen leidingaansluitingen kan maken die hetzij met de erop aansluitende buitenste ring, dan wel met de erop aansluitende binnenste ring, dat wil zeggen met de daarin aanwezige ringvormige 25 kanalen in verbinding staan*

Volgens de uitvinding is het van nut wanneer êën of meer der ringvormige lichamen ter plaatse van een of meer afdichtingen demontabele delen heeft die toegang verschaffen tot de pakkingen. Daardoor ontstaat de mogelijkheid lekkende afdichtingen op eenvoudige wijze te repareren 30 zonder dat grote demontagewerkzaamheden nodig zijn.

Het beste is wanneer de buitenring en/of de binnenring deelbaar is respektievelijk bestaat uit door middel van axiale bouten op elkaar geklemde ringen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de 35 tekeningen.

Fig. 1 is een doorsnede volgens de lijn 1-1 van fig. 2 van een mogelijke uitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding en toont deze ook ten dele in aanzicht.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1.

40 Fig. 3 is een vertikale doorsnede door een andere uitvoeringsvorm 8303278 3 « *a van de leidingkoppeling volgens de uitvinding.

Fig. 4 is een vertikale doorsnede gedeeltelijk aanzicht volgens de lijn IV-IV van fig. 5 door een andere uitvoeringsvorm.

Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V van fig. 4.

5 Fig. 6 is een vertikale doorsnede volgens de lijn VI-VI van fig. 7 en fig. 7 is een horizontale doorsnede volgens de lijn VII-VII van fig. 6.

De in de fig. 1 en 2 getoonde leidingkoppeling bestaat uit een bui-* 10 tenste ringvormig lichaam 1, dat draaibaar is rondom een stilstaand ringvormig lichaam 2, in het inwendige waarvan zich een draaibaar lichaam 3 bevindt.

Boven op de buitenring 1 is de buitenring 4 bevestigd van een bijv. axiaal"radiaal rollenlager met rollen 5 voor de axiale belasting en rol" 15 len 6 voor de radiale belasting alhoewel ook andere lagertypes mogelijk zijn. Op de stilstaande ring 2 is bevestigd de uit twee delen 7 en 8 bestaande binnenring van het lager.

Op de binnenste ring 3 van de leidingkoppeling is bevestigd de bin" nenring 9 van een overeenkomstig axiaal radiaal lager, waarvan de weer uit twee delen bestaande buitenring is bevestigd op het stilstaande 20 ringvormige lichaam 2.

ft

In alle ringvormige lichamen zijn rondgaande uitsparingen gemaakt ter vorming van de rondgaande kanalen 10, 11, 12 en 13.

De stilstaande ring 2 van de leidingkoppeling heeft vier leiding" aansluitingen in de vorm van vertikale boringen 14, 15, 16 en 17. De 25 vertikale boring 14 heeft een dwarsverbinding 18 naar het rondgaande kanaal 10 tussen de buitenring 1 en de binnenring 2.

De diametraal ertegenover gelegen vertikale boring 16 heeft een verbinding 19 met het rondgaande kanaal 11 tussen de buitenring 1 en de stilstaande ring 2. Het vertikale kanaal 15 heeft een dwarsverbinding 20 30 met het rondgaande kanaal 12 tussen de binnenring 3 en de stilstaande ring 2 en het vertikale kanaal 17 heeft een dwarsverbinding 21 met het rondgaande kanaal 13 tussen de binnenring 3 en de stilstaande ring 2.

Het ringvormige kanaal 10 heeft een leidingaansluiting 22 zoals ge" toond in fig. 2 en het rondgaande kanaal 11 een overeenkomstige aanslul" 35 ting 23.

De rondgaande kanalen 12 en 13 staan via naar binnen gerichte en omhoog gerichte elleboogvormige kanalen 24, 25 in verbinding met niet getoonde axiale aansluitingen.

Met 26 en 27 zijn de ringvormige uitsparingen aangegeven waarin 40 zich afdichtringen bevinden.

« T r- 7 ft hi •jJ v v i- * ö , 4

De in de fig. 1 en 2 getoonde leidingkoppeling heeft vier ingaande en vier uitgaande aansluitingen. Moeten bijvoorbeeld de afdichtringen 27 tussen buitenring 1 en binnenring 2 worden vernield, dan kan men na demontage van het lager door wegnemen van de ring 8 de buitenring 1 5 axiaal verwijderen nadat men de leidingverbindingen bij 22 en 23 heeft losgemaakt. De funktie van het koppelinggedeelte tussen de stilstaande ring 2 en de binnenring 3 blijft daardoor ongemoeid.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm en deze figuur geeft in doorsnede slechts de helft van een koppeling weer. De in fig. 3 getoonde draaibare 10 leidingkoppeling heeft twee stationaire ringvormige lichamen 28 en 29, een draaibare buitenring 30, een draaibare binnenring 31 en een draai·· bare tussengelegen ring 32. Deze uitvoeringsvorm heeft acht rondgaande kanalen en kan dus ook acht Ingaande leidingen met acht uitgaande lei·* dingen verbinden. De aansluitingen op de stilstaande leidingen kunnen op 15 dezelfde wijze zijn uitgevoerd als in fig. 1 en 2 onder gebruikmaking van axiale boringen en de aansluitingen op de draaibare ringen kunnen in de buitenring zijn uitgevoerd als getoond in fig. 2, in de binnenring 31 op dezelfde wijze als getoond in fig. 1 en 2, terwijl bij de middelste ring 32 niet getoonde aansluitingen nodig zijn die de rondgaande kanalen 20 op een wijze vergelijkbaar met de elleboogvormige verbindingen bij de binnenring in axiale richting naar buiten voeren.

Fig. 3 toont verder dat de buitenring 30 kan bestaan uit drie op elkaar geplaatste ringen 30a, 30b en 30c en dat de binnenring 32 kan bestaan uit ringen 32a, 32b en 32c. Deze ringen worden door korte res-25 pektievelijk lange axiale bouten op elkaar geklemd zoals aangeduid met de bouthartlijnen 30d en 32d. Bij lekkage van een afdichting onder het onderste rondgaande kanaal kan men dan de onderste ring 30a of 32a los-maken, naar beneden verplaatsen waardoor de pakkingen toegankelijk worden en kunnen worden vervangen. De stroming door het onderste kanaal kan 30 dan onder bepaalde omstandigheden doorgaan of als dit niet kan dan is reparatie mogelijk zonder demontage van leidingaansluitingen.

Lekkage van de middelste pakkingen betekent wegnemen van de ring 30a en 30b of 32a en 32b zonder demontage van de leidingaansluitingen op de bovenste ringen.

35 Denkbaar is ook een ring zoals 30 in omtreksrichting deelbaar uit te voeren.

Fig. 4 en 5 tonen op vergelijkbare wijze als fig. 1 een met fig. 3 vergelijkbare uitvoeringsvorm met stationaire ringen 33, 34 en draaibare ringen 35, 36 en 37. Fig. 4 laat daarbij zien hoe de verbindingen tussen 40 ingaande en uitgaande leiding onder gebruikmaking van radiale boringen 8 3Q3278 5 i en dwarsverbindingen kan worden uitgevoerd.

Bij al deze uitvoeringsvormen zijn de ten opzichte van elkaar draaibare delen draaibaar via erbovenop geplaatste rollenlagers, die deelbaar zijn en gemakkelijk toegankelijk.

5 Uit fig. 3 en 4 is gemakkelijk af te leiden dat bijvoorbeeld de middelste ring 36 na het wegnemen van de bijbehorende lagers axiaal kan worden verwijderd zonder dat er iets behoeft te worden gewijzigd aan de samenstelling en funktie van de andere ringen.

Fig. 6 en 7 tonen tenslotte een uitvoeringsvorm voor een groot aan*· 10 tal leidingen.

Bij deze uitvoeringsvorm staan binnenring 38 en buitenring 39 stil. De tussengelegen ring 40 is draaibaar.

De buitenring 39 heeft twaalf axiale boringen 41, die via dwars-boringen 42 op twaalf verschillende niveaus aansluiten op rondgaande 15 kanalen 43. De binnenring 38 heeft eveneens twaalf axiale boringen 44, die op vergelijkbare wijze aansluiten op rondgaande kanalen 45. De draaibare tussengelegen ring 40 heeft vierentwintig axiale boringen 46, waarvan er twaalf op verschillende niveaus aansluiten op de rondgaande kanalen 45 en twaalf naar buiten toe aansluiten op de rondgaande kanalen 20 43.

ft 8302273

Claims (3)

1. Draaibare leidingkoppeling voor meerdere ingaande en meerdere uitgaande leidingen, bestaande uit een stationair ringvormig lichaam met 5 meerdere leidingaansluitingen, een koncentrisch ten opzichte daarvan ge* plaatst tweede ringvormig lichaam met meerdere leidingaansluitingen, welke lichamen met de naar elkaar toegekeerde vlakken afdichtend op elkaar aansluiten en waarvan er tenminste één is voorzien van meerdere ringvormige uitsparingen die rondgaande kanalen vormen, waarin ingaande 10 en uitgaande leidingen uitmonden, welke kanalen door afdichtringen van elkaar zijn gescheiden, met het kenmerk, dat de koppeling bestaat uit meer dan twee ringvormige lichamen, alle koncentrisch ten opzichte van elkaar met ter plaatse van de kontaktvlakken ringvormige kanalen en deze kanalen van elkaar scheidende afdichtringen.

2. Draaibare leidingkoppeling volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een of meer van de ringvormige lichamen is of zijn voorzien van axiale boringen die via dwarskanalen op verschillende niveaus uitmonden in tussen de de lichamen gevormde ringvormige kanalen.

3. Draaibare leidingkoppeling volgens conclusie 1 of 2, m e t 20 het kenmerk, dat een of meer der ringvormige lichamen ter plaatse van een of meer afdichtingen demontabele delen heeft die toegang verschaffen tot de pakkingen. ***** 3303278