NL7811481A - Transformator met luchtspleet. - Google Patents

Description

V.

\ PHN 9284 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven Transformator met luchtspleet

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting met een ferromagnetische kern die een door tenminste een luchtspleet onderbroken magnetische kring vormt.

5 Een voorbeeld van een dergelijke inrichting is een transduktor zoals beschreven is in het Duitse Offenlegungsschrift 1 936 627. Ook andere inrichtingen zoals transformatoren en smoorspoelen bevatten in vele gevallen een door een luchtspleet onderbroken ferro-10 magnetische kern.

Een bezwaar van zulke inrichtingen is, dat ter plaatse van de luchtspleet een magnetisch strooiveld optreedt, waarvan de zijdelingse uitbreiding groter is naarmate de luchtspleet wijder is. Dit verschijnsel is 15 vooral hinderlijk, wanneer zich in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting onderdelen bevinden, die door een dergelijk magneetveld gestoord kunnen worden en ook wanneer de kern ter plaatse van de luchtspleet omgeven is door een uit folie gewikkelde spoel. In het 20 laatste geval veroorzaakt het strooiveld wervelstroom- verliezen in de folie.

De uitvinding heeft tot doel de zijdelingse uitbreiding van het strooiveld ter plaatse van de luchtspleet aanzienlijk te beperken. Daartoe heeft de 25 inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de luchtspleet is verdeeld in tenminste twee partiële luchtspleten, die gevuld zijn met een niet-ferromagnetisch vast materiaal en die magnetisch in serie geschakeld zijn door middel van schijfjes ferromagnetisch materiaal.

De partiële luchtspleten samen vormen de totale \ 7811431 t ., * - 2 - r PHN 9284 wijdte van. de luchtspleet. Elke partiële luchtspleet op zich kan zo nauw gekozen worden, dat het strooiveld geen zijdelingse uitbreiding van betekening heeft.

Het niet-ferromagnetische vaste materiaal 5 bestaat bij voorkeur uit een mengsel van een lijm met glasdeeltjes. De schijfjes ferromagnetisch materiaal kunnen dan eenvoudig met deze lijm op elkaar gekleefd worden, waarbij de afmetingen van de glasdeeltjes de wijdte van de partiële luchtspleten bepalen.

10 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont

Fig. 1 een zijaanzicht van een transformator met een ferromagnetische kern met luchtspleet,

Fig. 2 een gedetailleerde weergave in door-15 snede van het gedeelte van de kern waar zich de lucht spleet bevindt, waarbij de maatregelen volgens de uitvinding niet zijn toegepast, en

Fig. 3 hetzelfde kerngedeelte uitgevoerd volgens de uitvinding., 20 Fig. 1 toont een transformator met een ferro magnetische kern 1, bijvoorbeeld van ferriet, een primaire spoel 3 gewikkeld uit aluminiumfolie en een secundaire spoel 5» gewikkeld uit koperdraad. Ter plaatse van de primaire spoel 3 is de kern 1- onderbroken door 25 een luchtspleet 7 (gestippeld getekend).

Fig. 2 toont de luchtspleet 7 met zijn naaste omgeving in detail voor een bekende transformator. Ter plaatse van de luchtspleet 7 treedt een magnetisch strooiveld op, waarvan de krachtlijnen 9 gestippeld 30 getekend zijn. De zijdelingse uitbreiding van dit strooiveld is zo groot, dat de krachtlijnen 9 verscheidene lagen 11 van de foliespoel 3 doorsnijden. Hierdoor treden in de folie van de spoel 3 wervelstroomverliezen op.

35 Fig. 3 toont de situatie bij een transformator volgens de uitvinding. De luchtspleet 7 is verdeeld in T 7811481

V

Claims (2)

3 > •fc. * PHN 9284 vier partiële luchtspieten 71, 72, 73> 7^ die magnetisch in serie geschakeld zijn door schijfjes ferromagnetisch materiaal 13, 15, 17» bij voorkeur hetzelfde materiaal als voor de kern 1 gebruikt is. 5 Elk van deze partiële luchtspleten is zo nauw, dat het magnetische strooiveld een zeer kleine zijdelingse uitbreiding heeft. De krachtlijnen 9 van dit strooiveld bereiken dan ook nauwelijks de eerste lagen 11 van de foliespoel 3 zodat nagenoeg geen wervelstroomverliezen 10. optreden. Indien de spoel 3 door een spoelkoker (niet getekend) op een kleine afstand van de kern 1 gehouden wordt, zijn de wervelstroomverliezen zelfs geheel te Vermijden. De partiële luchtspleten 71, 72, 73» 7^ zijn 15 bij voorkeur gevuld met een mengsel van lijm (bijvoor beeld een kunsthars) met glasdeeltjes. De afmetingen van de glasdeeltjes bepalen dan de wijdte van de partiële luchtspleten. Desgewenst kunnen in plaats van of samen met lijm ook dunne kunststofplaatjes in de 20 partiële luchtspleten aanwezig zijn om de vereiste afstand tussen de ferromagnetische plaatjes 13, 15, 17 te handhaven. Het aantal partiële luchtspleten hangt uiteraard af van de wijdte van de oorspronkelijke lucht-25 spleet 7 en van de toelaatbare zijdelingse uitbreiding van de strooivelden. Een significante reductie van deze uitbreiding wordt reeds verkregen wanneer de luchtspleet in tenminste twee partiële luchtspleten wordt verdeeld. 30 CONCLUSIES:

1. Inrichting met een ferromagnetische kern die een door tenminste een luchtspleet onderbroken magnetische kring vormt, met het kenmerk, dat de luchtspleet (7) is verdeeld in tenminste twee partiële lucht-35 spleten (71, 72, 73, 74) die gevuld zijn met een niet- . .. . ferromagnetisch vast materiaal en die magnetisch in ''78 1 1 48 1 * <ψ y **..... ΡΗΝ 9284 serie geschakeld zijn door middel van schijfjes ferro-magnetisch materiaal (13» 15» 17)·

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het niet-ferromagnetische vaste materiaal bestaat 5 uit een mengsel van een lijm met glasdeeltjes. q . .. \ 7811451