NL7907115A - Werkwijze voor het vervaardigen van een permanente magneet ter plaatsing in een luchtspleet van een transformatorkern. - Google Patents

Description

ρην 9579 1 N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN te EINDHOVEN Werkwijze voor het vervaardigen van een permanente magneet ter plaatsing in een luchtspleet van een transformator kern.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een plaatvormige permanente magneet die bestemd is om geplaatst te worden in een luchtspleet van een kern voor een transformator of smoorspoel 5 en die bestaat uit een aantal permanent magnetische delen die uit een metaallegering met hoge magnetische remanentie gevormd zijn en loodrecht op het vlak van de plaat gemagnetiseerd zijn.

Uit het Duitse "Auslegeschrift" Zh Zk 131 is een .

10 dergelijke werkwijze bekend, waarbij 25 permanente magneetjes één voor één in de luchtspleet van een transformator-kern gekleefd worden. Het doel van de plaatvormige permanente magneet in de luchtspleet is het voormagnetiseren van de kern, zodat deze tijdens het bedrijf minder snel 15 magnetisch verzadigd wordt. Voor dit doel zijn magneten van een zeldzame-aard-kobalt legering of een platina-ko-balt legering bijzonder geschikt door hun hoge magnetische remanentie. Het nadeel van deze materialen is echter, dat zij elektrisch goed geleidend zijn, waardoor wervelstroom-20 verliezen optreden, wanneer de plaatvormige magneet niet, zoals volgens de bekende werkwijze, wordt verdeeld in een aantal kleine magneten.

De bekende werkwijze is echter tijdrovend, zelfs wanneer de permanente magneet is verdeeld in een betrek-25 kelijk klein aantal (25) magneetjes. De uitvinding heeft tot doel, een aanzienlijk snellere en daardoor goedkopere werkwijze te verschaffen, die bovendien de plaatvormige magneet in een aanmerkelijk groter aantal delen verdeelt, hetgeen een aanzienlijke verdere verlaging van de wervel-30 stroomverliezen met zich meebrengt. ..

De werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat een plaatje van de legering tussen twee isolerende folies gefixeerd wordt, waarna dit samenstel 79071 1 5 PHN 9579 2 op een vlakke ondergrond geplaatst wordt en in twee onderling loodrechte richtingen gewalst wordt met een cilinder, waarvan het manteloppervlak voorzien is van groeven.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht 5 aan de hand van de tekening. Hierin is figuur 1 een schematische weergave van een smoor- spoel; figuur 2 een dwarsdoorsnede van een met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde plaatvormige perma-10 nente magneet, en figuur 3 een illustratie van de werkwijze volgens de uitvinding.

De in figuur 1 schematisch weergegeven smoor-spoel bevat een ferromagnetische kern 1 met een middenbeen 15 3> waaromheen een wikkeling 5 is aangebracht. Het midden been 3 is onderbroken door een luchtspleet waarin zich een plaatvormige permanente magneet 7 bevindt, waarvan de mag-netisatie-richting 9 loodrecht op het vlak van de plaat staat. Zoals in het Duitse "Auslegeschrift" 24 24 131 20 uitvoerig is beschreven, dient de magneet 7 om te voorkomen dat de kern 1 verzadigd raakt, wanneer door de wikkeling 5 een stroom met een gelijkstroomcomponent vloeit. In het genoemde "Auslegeschrift” is eveneens uiteengezet, dat de permanente magneet uit een aantal permanent magnetische 25 delen van een zeldzame-aard-kobalt of een platina-kobalt legering moet bestaan, teneinde een groot remanent magnetisme te bezitten en tevens weinig wervelstroomverliezen te vertonen.

Figuur 2 toont de met de werkwijze volgens de 30 uitvinding vervaardigde permanente magneet 7· Deze is X gevormd uit een loodrecht op zijnVgemagnetiseerd plaatje 11 van bijvoorbeeld een samarium-kobalt legering, met een dikte van ongeveer 150 jma dat tussen twee isolerende folies 13 en 15 gefixeerd is. Deze folies bestaan bijvoor-35 beeld uit kunststof met aan een zijde een lijmlaag,waarbij de dikte zo klein mogelijk, bijvoorbeeld ongeveer inclusief de lijmlaag 15 ^um is. Ook kunnen kunststof folies zonder lijmlaag toegepast worden die door verwarming aan /907115 PHN 9579 3 elkaar en aan het plaatje 11 bevestigd worden.

Nadat het plaatje 11 tussen de folies 13» 15 gefixeerd is, wordt het op de in figuur 3 geïllustreerde wijze in een groot aantal delen gebroken. Daartoe wordt 5 het op een vlakke,betrekkelijk harde ondergrond 17» bijvoorbeeld een kunststofplaat, gelegd en gewalst met een harde, bijvoorbeeld metalen cilinder 19 waarvan het mantel-oppervlak voorzien is van een groot aantal evenwijdig aan de cilinderas 21 verlopende groeven 23· jQ De cilinder 19 heeft bijvoorbeeld een diameter van ongeveer 5-15 mm, terwijl de hart-op-hart afstand van de groeven ongeveer 0,5 mm bedraagt. De groeven kunnen ook in een andere richting, bijvoorbeeld loodrecht op de cilinderas 21, verlopen. De cilinder 19 wordt eerst in 15 de richting van de pijl 25 over de magneet 7 bewogen en vervolgens 90° gedraaid en nog eens in de richting van de pijl 27 over de magneet bewogen. Het plaatje 11 wordt daarbij in een groot aantal (bijvoorbeeld ongeveer 1000) delen 29 (zie figuur 2) gebroken.

20 De elektrische weerstand over de breuklijn 31 tussen twee aangrenzende delen 29 is betrekkelijk groot, zodat nagenoeg geen wervelstromen in de magneet 7 kunnen vloeien. De magnetisatierichting 9 van elk deel 29 is dank zij het feit, dat de delen gefixeerd zijn tussen de folies 25 13» 15 gelijk aan de magnetisatierichting van het oorspron kelijke plaatje 11.

De zo gevormde permanente magneet 7 kan zonder moeite in de luchtspleet van de kern 1 geplaatst worden.

30 7907115 35 „-·

Claims (2)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een plaatvormige permanente magneet die bestemd is om geplaatst te worden in een luchtspleet van een kern voor een transformator of smoorspoel en die bestaat uit een aantal perma- 5 nent magnetische delen die uit een metaallegering met hoge magnetische remanentie gevormd zijn en loodrecht op het vlak van de plaat gemagnetiseerd zijn, met het kenmerk, dat een plaat (11) van de legering tussen twee isolerende folies (13, 15) gefixeerd wordt, waarna dit samenstel op 10 een vlakke ondergrond (17) geplaatst wordt en in twee onderling loodrechte richtingen (25» 27) gewalst wordt met een cilinder (19) waarvan het manteloppervlak voorzien is van groeven (23).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de groeven (23) op het manteloppervlak van de cilinder (19) evenwijdig met de cilinderas (27) verlopen. 20 25 30 35 7907115