NL7806897A

NL7806897A - ROWING GROOVE WITH RIDER.

Info

Publication number: NL7806897A
Application number: NL7806897A
Authority: NL
Original assignee: Struik Wieringermeer B V I O
Priority date: 1978-06-27
Filing date: 1978-06-27
Publication date: 1980-01-02
Also published as: NL168683C; FR2429546B3; FR2429546A1; NL168683B; GB2025192B; GB2025192A

Description

— t - N.O. 26.075- t - N.O. 26,075

Struik Wieringermeer B.V. i.o., te Hieringermeer,Struik Wieringermeer B.V. i.o., in Hieringermeer,

NederlandThe Netherlands

Rijengrondfrees met aanaarder.Row cultivator with ridger.

Bekend zijn grondfrezen, die de aarde los en fijn maken als voorbewerking voor de verbouw van allerlei gewassen. Een bekend freestype is de rijengrondfrees, die de grond op ruggen legt, nodig voor de verbouw van bijvoorbeeld aardappelen en andere bol- of knolgewassen. 5Well known are cultivators, which make the soil loose and fine as a preparation for the cultivation of all kinds of crops. A known milling type is the row cultivator, which lays the soil on ridges, which is necessary for growing potatoes and other bulbous or tuberous crops, for example. 5

Veelal kan men dezelfde frees ook als volveldfrees gebruiken, die een brede strook gelijkmatig verkruimelt en geen ruggen maakt, waarbij de frees dan normaal tanden beeft, die gelijkmatig over de gehele werkbreedte zijn verdeeld. Door een deel der tanden te verwijderen, zodat 10 enkele groepen tanden met tandloze stukken daartussen overblijven, kan de frees als rijenfrees dienen.The same cutter can often also be used as a full-field cutter, which crumbles a wide strip evenly and does not make ridges, whereby the cutter then normally shakes teeth, which are evenly distributed over the entire working width. By removing a part of the teeth, so that 10 single groups of teeth with toothless pieces between them remain, the cutter can serve as a row cutter.

Om als rijenfrees te werken, worden zulke frezen van een aanaarder voorzien, die zorgt dat de aarde goed op ruggen wordt gelegd, met voldoende hoogteverschil tussen 15 de ruggen en de voren daartussen. Normaal werken die aan-aarders op dezelfde wijze als ploegen, dat wil zeggen dat zij schuin naar voren naar beneden gerichte kouters hebben, die de grond opheffen en symmetrisch naar weerszijden afleggen om de ruggen te vormen of te verhogen. Zulke aan- 20 aarders hebben het nadeel, dat zij neigen tot een ploegende werking, zodanig, dat zij dieper in de grond willen dringen, dat hun weerstand en dus de benodigde trekkracht groot is en dat de grond er ongelijkmatig door wordt verplaatst. 25In order to work as a row cultivator, such cutters are equipped with a ridger, which ensures that the earth is properly laid on ridges, with sufficient height difference between the ridges and the furrows in between. Normally, those ridges operate in the same manner as plows, that is, they have obliquely downwardly directed coulters, which raise the ground and deposit symmetrically on either side to form or raise the ridges. Such drawers have the disadvantage that they tend to plow, so that they want to penetrate deeper into the ground, that their resistance and thus the required pulling force is great and that the soil is displaced unevenly. 25

Er zijn ook, speciaal voor zogenaamde overtoprijen-frezen, leidplaten achter de freéstanden bekend, welke platen de erop geworpen grond zo geleiden, dat deze op rijen wordt afgelegd. Voor lichte grond geeft dit “problemen, doordat de grond te gemakkelijk wegrolt en te 30 78,P 6 8 9 7 -2 - zwakke ruggen ontstaan, die te weinig samenhang hebben en bij verdere bewerking, poten of planten, teveel uiteenvallen.There are also known, especially for so-called overtop row cutters, guide plates behind the milling positions, which plates guide the soil thrown on it so that it is deposited in rows. This causes problems for light soils, because the soil rolls away too easily and too weak ridges appear, which have too little cohesion and fall apart too much during further processing, legs or plants.

De uitvinding beoogt nu hierin verbetering te brengen en hiertoe is een rijengrondfrees met aanaarder vol- 5 gens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de aanaarder een aantal naast elkaar gelegen grondgeleidingsdelen heeft, die elk vanaf een voorste rand terugwijkende flanken hebben, welke flanken met hun onderzijde achterwaarts oplopen vanaf het onderste punt van die voorste rand, dat de aan- 10 aarder ook met die voorste randen ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de frees schuin naar achteren en naar beneden is gericht, en dat die voorste randen naar beneden doorlopen tot nabij het horizontale vlak, dat de. roterende freesorganen in hun onderste stand passeren. 15The object of the invention is now to improve on this and for this purpose a row cultivator with a ridger according to the invention is characterized in that the ridger has a number of adjacent ground guiding parts, each of which has flanks receding from a front edge, which flanks have their undersides rising backwards from the bottom point of that front edge, that the tiller is also tilted backwards and downwards with those front edges relative to the direction of travel of the cutter, and that those front edges continue downwards close to the horizontal plane that the. rotating milling members in their lowest position. 15

Aldus wordt de grond vanaf de freestanden zowel goed geleid tot op de ruggen als aangedrukt om wel luchtige, maar toch stevige ruggen te vormen, die nauwkeurig een gelijkmatige en gewenste vorm hebben. Het voortbewegen van de aanaarder kost weinig trekkracht en de instelling' is 20 eenvoudig.Thus, the soil is well guided from the tines to the ridges as well as pressed to form airy, yet firm ridges, which accurately have an even and desired shape. Moving the ridger costs little pulling power and the adjustment is simple.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Daarin is:The invention will now be further elucidated with reference to the annexed drawing. In it is:

Fig. 1 een enigszins schematische vertikale doorsnede in de voortbewegingsrichting van een rijengrondfrees met 25 aanaarder volgens de uitvinding;Fig. 1 is a somewhat schematic vertical section in the direction of travel of a row cultivator with a ridger according to the invention;

Fig. 2 een horizontale doorsnede volgens de lijn II- II in Fig. 1 met weggelaten delen; enFig. 2 is a horizontal section taken on the line II-II in FIG. 1 with omitted parts; and

Fig. 5 een vertikale doorsnede volgens de lijn III- III in Fig. 1. 50Fig. 5 a vertical section taken on the line III-III in FIG. 1.50

De frees heeft een horizontale dwarsas 1, aangedreven via een aftakas 2 vanaf een trekker en in een gestel gedragen, dat via de gebruikelijke driepuntsophanging 3 door de trekker gedragen en op instelbare hoogte gehouden kan worden. De aftakas 2 kan een as 4· aandrijven, die aan één 35 7BU6 8T7 5-: 6; r-4f - 3- einde van de frees een overbrenging naar de as 1 heeft, zoals gebruikelijk. Op de as 1 zijn flensranden 5 aangebracht, die gaten hebben, waardoor bouten gestoken kunnen worden om freestanden 6 daaraan te bevestigen. Die flensranden beslaan normaal elk slechts een deel van de omtrek 5 van de as en dragen elk één of twee freestanden. De opvolgende tanden staan versprongen om de as 1, bijvoorbeeld telkens over 90°,.dat wil zeggen, dat de flensranden 5 "bij twee tanden per flensrand onder 180° staan. Blijkens 3?ig. 2 is. er telkens over een deel van de lengte van de 10 as 1 een gebied 7 met tanden en een gebied daartussen zonder tanden. De buitenste flensranden 5 van elk gebied 7 met tanden hebben bijvoorbeeld slechts één tand, ook als de flensranden daarbinnen twee tanden hebben. De freestanden zijn hier als zogenaamde haken getekend, maar zij 15 kunnen ook een andere vorm hebben. De frees is hier, gezien de pijl in Fig. 1, gedacht als onderdoor werkend, dat wil zeggen dat de tanden in de grond tegen de voortbewe-gingsrichting in bewegen, maar de omgekeerde draairichting is ook mogelijk zonder dat de nog te beschrijven aanaarder 20 daarvoor veel veranderd behoeft te worden.The cutter has a horizontal transverse axis 1, driven via a power take-off shaft 2 from a tractor and carried in a frame, which can be carried by the tractor via the usual three-point suspension 3 and held at an adjustable height. The power take-off shaft 2 can drive a shaft 4, which is attached to one 35 7BU6 8T7 5-: 6; r-4f - 3-end of the mill has a transmission to shaft 1, as usual. Flange edges 5 are provided on the shaft 1, which have holes, through which bolts can be inserted to fix milling teeth 6 thereto. Those flange edges normally each only cover a part of the circumference of the shaft and each bear one or two milling teeth. The successive teeth are staggered about the axis 1, for instance each time through 90 °, that is to say that the flange edges 5 "at two teeth per flange edge are below 180 °. It appears from Fig. 2. the length of the shaft 1 has an area 7 with teeth and an area in between without teeth The outer flange edges 5 of each area 7 with teeth have, for example, only one tooth, even if the flange edges within it have two teeth. hooks are drawn, but they may also have a different shape The cutter is here, in view of the arrow in Fig. 1, thought to be working underneath, that is to say that the teeth in the ground move against the direction of travel, but the the reverse direction of rotation is also possible without much need to be changed for the ridger 20 yet to be described.

Aan een balk 8 van het gestel achter de eigenlijke frees is scharnierend een aanaarder 9 aangebracht. Deze bestaat uit een vlakke plaat 10, waarop driehoekige naar voren reikende grondgeleidingsdelen 11 zijn gelast. De 25 plaat 10 is schuin achterwaarts naar beneden opgesteld, bij voorkeur onder 25 a 45° met de voortbewegingsrichting.A ridger 9 is hinged to a beam 8 of the frame behind the actual milling cutter. This consists of a flat plate 10, on which triangular forwardly extending ground guide parts 11 are welded. The plate 10 is disposed obliquely downwardly, preferably at 25 to 45 ° with the direction of travel.

De geleiders 11 hebben in doorsnede loodrecht op plaat 10 en dwars op de voortbewegingsrichting een tophoek van ongeveer 90°. Hun voorste ribbe 12 helt ook achterwaarts 30 naar beneden, met een hoek ten opzichte van de voortbewegingsrichting van bij voorkeur 55 a 80°. De ribbe 12 loopt naar beneden door tot ongeveer ter hoogte van een horizontaal vlak door de laagste punten, die de freestanden beschrijven of één a enkele centimeters hoger. De onderrand 35 -van plaat 10 ligt iets boven het maaiveld.The guides 11 have a top angle of approximately 90 ° perpendicular to plate 10 and transverse to the direction of travel. Their front rib 12 also slopes downwardly 30, at an angle to the direction of travel of preferably 55 to 80 °. The rib 12 continues downwards approximately to a horizontal plane through the lowest points which describe the milling positions or one to a few centimeters higher. The bottom edge of plate 10 is slightly above ground level.

7806897 i7806897 i

Claims

1. Row cultivator with rotary milling members and with ridger arranged behind the milling members for shaping the rows, characterized in that the ridger has a number of adjacent ground sections, each of which from a leading edge hehhen receding flanks, which flanks rise backwards with their undersides from the lower point of said leading edge, that the cultivator is also inclined backwards and downwards with said leading edges relative to the direction of travel of the cutter and that said leading edges continue down to near the horizontal plane that the rotating milling members pass in their lowest position.

2. Row cultivator according to claim 1, characterized in that the ground guiding parts in horizontal section have the shape of isosceles triangles with the front edges as tops and with flat sides.

3. Row cultivator as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the ground guiding parts of the cultivator are hingedly supported near the top end and are held resiliently in order to be able to spring upwards when the resistance is too great.

Row tiller according to any one of the preceding claims, characterized in that the rotary milling members are arranged in groups on a horizontal transverse axis, with areas without milling teeth being present between the groups, at the location where the ridges are turned by the ridger. formed. 25

Row cutter as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the ridger has a substantially flat plate, on which a number of ground guide parts are arranged side by side as intended, and that the intended front edges thereof extend from top to bottom and backwards. remove from that plate and make an angle of 30 to 50 ° with that plate.

6. Rotary tiller according to claim 5, characterized in that said flat plate makes an angle of 25 to 45 ° with the horizontal plane. 35 7806897 - 6 -

7. Row tiller according to claim 5 or 6, characterized in that parts can be removed from the plate between said triangular ground guide parts to leave a continuous space between them. 5

Row cutter as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the cutter members rotate in such a way that the cutter teeth move through the ground against the direction of forward movement of the cutter. ***** 7806897