NL7908843A

NL7908843A - DEVICE FOR EXCAVATING GRILLES, INCLUDING A DISK AND DEFLECTOR.

Info

Publication number: NL7908843A
Application number: NL7908843A
Authority: NL
Original assignee: Roger Bourgela
Priority date: 1979-04-24
Filing date: 1979-12-07
Publication date: 1981-07-01
Also published as: SE7910676L; DE2950009A1; GB2065195A; IT7983499A0; BE880907A; GB2065195B; IT1126165B; AU5404279A; BR7908574A; CH634718A5; CA1128558A

Description

< ^5# P & C - W 5664-1 Ned.<^ 5 # P & C - W 5664-1 Ned.

Inrichting voor het graven van greppels, voorzien van een schijf en een afbuigorgaanDevice for digging trenches, provided with a disc and a deflector

De uitvinding heeft betrekking op eenvoudige en lichte inrichtingen voor het graven van greppels voor het draineren en droogmaken van in het bij zonder landbouwgronden.The invention relates to simple and light devices for digging trenches for draining and drying, especially agricultural soils.

Landbouwers moeten in het algemeen voor het beschermen van gewassen, 5 die zijn ingezaaid op laagliggende terreinen, greppels aanbrengen voor het droogmaken van de grond, waardoor wordt vermeden dat het zaad verrot.Generally, to protect crops sown in low-lying areas, farmers must provide trenches for drying the soil, thereby preventing seed from rotting.

Hetzelfde geldt om te beletten dat geulen ontstaan in hellende terreinen, veroorzaakt door zware regenval. Deze greppels kunnen worden gemaakt met een houweel, hetgeen zwaar werk is, of met een ploeg, maar 10 daardoor ontstaat een ophoping van grond aan één zijde, waardoor vaak de naastliggende ingezaaide voor wordt bedekt. De op deze wijze gegraven greppels zijn onregelmatig en worden bij slecht weer snel weer opgevuld.The same applies to prevent channels from forming in sloping terrain, caused by heavy rainfall. These trenches can be made with a pickaxe, which is heavy work, or with a plow, but this creates an accumulation of soil on one side, often covering the adjacent seeded furrow. The trenches dug in this way are irregular and are quickly filled in bad weather.

Met de inrichting volgens de uitvinding worden deze bezwaren vermeden. Daarmee wordt een smalle en diepe greppel gegraven tussen twee 15 zaaivoren in zonder dat evenwijdig aan de greppel heuveltjes ontstaan.These drawbacks are avoided with the device according to the invention. In this way, a narrow and deep ditch is dug between two 15 seed furrows, without the formation of mounds parallel to the ditch.

De inrichting beschadigt het omgevende gewas niet en geeft aan de greppels stevige zijkanten, zodat zij zonder herstelwerk gedurende een geheel seizoen blijven bestaan.The device does not damage the surrounding crop and gives the ditches solid sides, so that they can survive an entire season without repair.

De inrichting volgens de uitvinding omvat een chassis dat kan worden 20 gedragen door de driepuntsondersteuning van een trekker, terwij 1 op het chassis alle overbrengingswielen zijn aangebracht. Deze wielen worden gedreven door de aandrij fkracht van de trekker en doen een greppelvormende schijf, tevens snij- en scheporgaan, in een vertikaal vlak draaien. De schijf draait in de richting tegengesteld aan dit van de wielen van de 25 trekker, waardoor de grond en stenen op een afbuigorgaan worden geworpen, dat de grond en kleine deeltjes naar opzij afbuigt over een breedte van minimaal 2 meter. De diepte van de greppel kan worden ingesteld met een glijschoen welke in langsrichting is aangebracht naast de greppel vormende schijf.The device according to the invention comprises a chassis which can be carried by the three-point support of a tractor, while 1 all transmission wheels are mounted on the chassis. These wheels are driven by the driving force of the tractor and rotate a trench-forming disc, also cutting and scooping member, in a vertical plane. The disc rotates in the opposite direction to that of the wheels of the tractor, throwing the soil and stones onto a deflector, which deflects the soil and small particles sideways over a minimum width of 2 meters. The depth of the trench can be adjusted with a sliding shoe mounted longitudinally adjacent to the trench-forming disc.

30 Een riemschijf spant riemen die de as van de schijf aandrijven. De druk van deze riemschijf wordt gehandhaafd door een veer die toelaat dat de riemen slippen wanneer de schijf aankomt tegen een steen of een wortel.30 A pulley tensiones belts that drive the shaft of the pulley. The pressure of this pulley is maintained by a spring that allows the belts to slip when the pulley hits a stone or a root.

In een bepaalde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de inrichting zijn voorzien van een tweede glijschoen die evenwijdig aan de 35 eerste is aangebracht.In a particular embodiment according to the invention, the device can be provided with a second sliding shoe which is arranged parallel to the first.

In een andere en voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de inrichting zijn voorzien van een tweede greppel vormende schijf met een afbuigorgaan, die zijn geplaatst aan de andere langszijde van het 7908843 *- ♦ -2- chassis, waardoor tegelijk twee greppels kunnen worden gegraven.In another and preferred embodiment of the invention, the device may include a second trench-forming disc with a deflector disposed on the other longitudinal side of the 7908843 * -2 chassis, allowing two trenches to be dug simultaneously.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which some embodiments of the device according to the invention are shown.

5 Fig. 1 is een bovenaanzicht van de inrichting bij weggenomen afschermhuis,FIG. 1 is a plan view of the device with the shield housing removed,

Fig. 2 is een zijaanzicht van de inrichting van de zijde van de aandrijfwielen.Fig. 2 is a side view of the device from the side of the drive wheels.

Fig. 3 is een zijaanzicht van de inrichting aan de andere zijde, 10 waar zich het afbuigorgaan bevindt.Fig. 3 is a side view of the device on the other side, 10 where the deflector is located.

Fig. 4 toont een detail van de bevestiging van een mes aan de schijf.Fig. 4 shows a detail of the attachment of a blade to the disk.

Fig. 5 is een detail van de plaatsing van een scheporgaan aan de schijf.Fig. 5 is a detail of the placement of a scooping member on the disc.

Fig. 6 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een mes voor de schijf. 15 Fig. 7 toont de plaatsing van de messen volgens fig. 6 op de schijf.Fig. 6 shows a preferred embodiment of a blade for the disc. FIG. 7 shows the placement of the blades of FIG. 6 on the disk.

Fig. 8 toont een mes van opzij, aangebracht aan de schijf, gezien in de richting van de pijl B van fig. 7.Fig. 8 shows a side blade mounted on the disk, viewed in the direction of the arrow B of FIG. 7.

Fig. 9 toont een doorsnede volgens A-A van fig. 10 door gladmaak-schijven.Fig. 9 shows a section according to A-A of FIG. 10 through smoothing discs.

20 Fig. 10 toont de montage van de gladmaakschijven aan het chassis en de aandrijving daarvan.FIG. 10 shows the mounting of the smoothing disks to the chassis and the drive thereof.

De inrichting volgens fig. 1-3 heeft een rechthoekig chassis 2 dat kan worden gedragen door de driepuntsondersteuning 1 van een trekker. De af takas 3 daarvan drijft via een car dankoppeling 4 een tussenas 5 die via 25 een tweede cardankoppeling 6 is verbonden met een haakse overbrenging waarvan het huis 7 is weergegeven. Deze overbrenging heeft een uitgaande as 8 die in dwarsrichting van het chassis verloopt en daaraan is bevestigd door middel van legers 9. De as 8 draagt een riemschijf 10 met 2 of 3 groeven, waardoor riemen 11 kunnen worden gedreven welke de aandrijving 30 overbrengen op een as 12, evenwijdig aan de as 8, waarop een riemschijf 13 is bevestigd. De as 12 is aan het chassis bevestigd door middel van legers 14 waarbij de beide einden van de as buiten het chassis 2 uitsteken en aan het ene einde een schijf 15 is aangebracht en aan het andere einde een de beweging regelend vliegwiel 16. De schijf 15 is de grondverplaatsings-35 schijf ofwel snijschijf. Het vliegwiel compenseert de massa van de schijf 15 en zorgt daarbij voor een gelijkmatige verdeling van de belasting over de legers 14, waardoor de kogellegers daarvan worden gespaard. De schijf 15 draagt vier messen 17 en vier schoepen of schoppen 18, welke aan de omtrek zijn aangebracht op onderling gelijke afstanden. De messen 17 zijn 7908843 < * -3- elk bevestigd net een steun 19 (zie fig. 4), door middel van een moer 24 en een bout 25, aan de schijf, afwisselend aan het binnenvlak 20 en hef buitenvlak 21 daarvan. De messen 17 bestaan uit een blad 22 dat met een gebogen deel 23 is gericht onder 45° ten opzichte van de schijf 15.The device according to fig. 1-3 has a rectangular chassis 2 which can be carried by the three-point support 1 of a tractor. The PTO shaft 3 thereof drives an intermediate shaft 5 via a car coupling 4 which is connected via 25 a second universal joint 6 to a right-angle transmission of which the housing 7 is shown. This transmission has an output shaft 8 which extends transversely of the chassis and is attached to it by means of bearings 9. The shaft 8 carries a pulley 10 with 2 or 3 grooves, through which belts 11 can be driven which transfer the drive 30 to a shaft 12, parallel to the shaft 8, on which a pulley 13 is mounted. The axle 12 is attached to the chassis by means of bearings 14, the two ends of the axle protruding outside the chassis 2 and a disc 15 is arranged at one end and a movement-controlling flywheel 16 at the other end. is the soil displacement 35 disc or cutting disc. The flywheel compensates for the mass of the disc 15 and thereby ensures an even distribution of the load over the bearings 14, thus sparing the ball bearings thereof. The disc 15 carries four knives 17 and four blades or spades 18, which are circumferentially spaced at equal distances. The knives 17 are each mounted with a support 19 (see fig. 4), by means of a nut 24 and a bolt 25, on the disc, alternately on the inner surface 20 and lift the outer surface 21 thereof. The knives 17 consist of a blade 22 which is oriented with a curved part 23 at 45 ° relative to the disc 15.

5 De schoepen 13 bestaan elk uit een breed rechthoekig onderdeel 33 dat aan de omtrek van de schijf 15 is aangebracht. De riemen 11 zijn voorzien van een spanschijf 26, aangebracht op een as 27 die aan zijn beide einden draaibaar is gelegerd door middel van kogellegers 28. De kogellegers zijn elk bevestigd aan het boveneinde van een platte staaf 29 waarvan het 10 ondereinde 34 zwenkbaar is verbonden met het chassis 2. Een schroefveer 30 verbindt de as 27 met het chassis 2, waardoor de druk op de riemen 11 gehandhaafd blijft. Een glijschoen 31 is in de langsrichting geplaatst evenwijdig aan de schijf 15 onder de inrichting en met het vooreinde daaraan bevestigd door een zwenkbare bevestiging 35 en aan het achtereinde door 15 middel van een platte staaf 36 die vertikaal verloopt en in de hcogte-richting enkele gaten heeft. Met deze gaten kan de diepte van een greppel worden ingesteld door twee gaten in de platte staaf te doen overeenkomen met gaten die hiertoe in het chassis zijn aangebracht, waarbij het geheel kan worden vastgezet met pennen.The blades 13 each consist of a wide rectangular part 33 which is arranged on the periphery of the disc 15. The belts 11 are provided with a tensioning disk 26, mounted on a shaft 27 which is rotatably mounted at both ends by means of ball bearings 28. The ball bearings are each attached to a flat bar 29, the bottom end 34 of which is pivotally connected. with the chassis 2. A coil spring 30 connects the axle 27 to the chassis 2, whereby the pressure on the belts 11 is maintained. A sliding shoe 31 is longitudinally positioned parallel to the disk 15 under the device and with the front end attached thereto by a pivotal fastening 35 and at the rear end by means of a flat bar 36 extending vertically and several holes in the height direction. has. With these holes the depth of a trench can be adjusted by matching two holes in the flat bar with holes made for this purpose in the chassis, whereby the whole can be secured with pins.

20 Een afbuigplaat 37 is aangebracht achter en in het verlengde van de schijf 15 en deze plaat dient voor het opzij werpen van de grond. De afbuigplaat verloopt in het punt 33 naar buiten gebogen. Twee stabilisatie-vceten 39 zijn in een vertikaal vlak instelbaar en aangebracht aan de zijde van het chassis tegenover de schijf en hierdoor kan de inrichting in de 25 ruststand in evenwicht worden gehouden.A deflection plate 37 is arranged behind and in line with the disc 15 and this plate serves to throw the ground aside. The deflection plate is bent outward at point 33. Two stabilizing feet 39 are adjustable in a vertical plane and mounted on the side of the chassis opposite the disc, and this allows the device to be balanced in the rest position.

Voor het werken op terreinen waarin zich grote keien bevinden is het met de vier messen 17 en de vier schoepen 18, aangebracht aan de schijf 15, niet mogelijk greppels te graven. Voor een dergelijk geval heeft de schijf in de uitvoeringsvorm volgens fig. 6-8 andere, in dit opzicht ver-30 beterde messen. De messen 40 zijn aan de omtrek van de schijf 15, aan weerszijden daarvan bevestigd. Een onderdeel 41, bij voorkeur in blokvorm, is aangebracht tussen de schijf 15 en het mes 40 zodanig dat het onderdeel 41 een snijdende heek 42 heeft buiten de cirkel van de schijf 15.For working in areas in which large boulders are located, it is not possible to dig trenches with the four knives 17 and the four blades 18 fitted to the disc 15. For such a case, the disc in the embodiment of FIGS. 6-8 has other blades improved in this regard. The knives 40 are attached to the periphery of the disc 15 on either side thereof. A part 41, preferably in block form, is arranged between the disc 15 and the blade 40 such that the part 41 has a cutting hake 42 outside the circle of the disc 15.

Hierdoor vormt het onderdeel 41 een vernauwing tussen de hellende 35 rand 42 en het eindstuk 44 van het mes 40. Wanneer de schijf 15 draait volgens de pijl B wordt de grond, welke wordt vastgehouden in de vernauwing van de messen 40 uitgeworpen op de afbuigplaat 37. De messen 40 hebben een snijdende rand 43 en een achterste deel 44, waardoor de vernauwing wordt gevormd.As a result, the part 41 forms a constriction between the inclined edge 42 and the end piece 44 of the knife 40. When the disc 15 rotates according to the arrow B, the ground, which is retained in the constriction of the knives 40, is ejected on the deflection plate 37 The knives 40 have a cutting edge 43 and a rear portion 44 through which the constriction is formed.

79083437908343

V VV V

-4--4-

Voor het gladmaken van de bovenlaag van de zijkanten van een greppel, bij brokkelig materiaal, zijn twee kleine gladmaakschijven aangebracht aan de achterzijde van het chassis in het verlengde van de grote schijf of snijschijf.To smooth the top layer of the sides of a trench, with crumbly material, two small smoothing disks are provided on the rear of the chassis in line with the large disk or cutting disk.

5 Zoals blijkt uit fig. 9 en 10 drijft de dwarsas 12, die is gelegerd in het chassis 2 in de langszijden daarvan, met een einde de gladmaakschijven 45 aan, door middel van een aantal opvolgend gemonteerde overbreng-elementen en wel als volgt. De as 12 drijft een riem 46 die de beweging overbrengt op een as 47 via een riemschijf 48 en een cardankoppeling 49, 10 terwijl de as 47 de beweging weer overbrengt op een as 50, die de schijven 45 draagt, via een cardanverbinding 51. De as 50 is evenwijdig aan de achterzijde van het chassis 2 en is beweegbaar in een vertikaal vlak door een arm 52, die op een willekeurige geschikte wijze in een punt 53 scharnierend is verbonden met het chassis 2.As can be seen from Figs. 9 and 10, the transverse shaft 12, which is mounted in the chassis 2 in its longitudinal sides, drives the smoothing discs 45 with one end by means of a number of successively mounted transfer elements as follows. The shaft 12 drives a belt 46 which transfers the movement to a shaft 47 via a pulley 48 and a universal joint 49, 10 while the shaft 47 re-transmits the movement to a shaft 50, which carries the discs 45, via a shaft joint 51. shaft 50 is parallel to the rear of the chassis 2 and is movable in a vertical plane through an arm 52 hingedly connected to the chassis 2 at a point 53 in any convenient manner.

15 De gladmaakschijven 45 liggen tegenover elkaar en hebben elk een gewelfde zijde die is gekeerd naar de zijwanden van een greppel voor het gladmaken daarvan, terwijl een veer 54 op de as 50 is aangebracht tussen de schijven en deze op een afstand van elkaar houdt. Opdat de schijven in het horizontale vlak kunnen bewegen hebben zij elk een vierkante centrale 20 opening die iets groter is dan de vierkante dwarsdoorsnede van de as 50.The smoothing disks 45 face each other and each has a curved side facing the sidewalls of a trench for smoothing it, while a spring 54 is mounted on the shaft 50 between the disks and spaced them apart. In order for the disks to move in the horizontal plane, they each have a square central opening slightly larger than the square cross section of the shaft 50.

De schijven 45 worden op de as 50 vastgehouden door een op het einde van de as geschroefde moer 55.The discs 45 are held on the shaft 50 by a nut 55 screwed onto the end of the shaft.

De inrichting volgens de uitvinding kan worden gebruikt zowel voor het maken van greppels tussen gezaaide gewassen als van greppels voor 25 het bevloeien van gewassen. De inrichting kan ook worden gebruikt voor het maken van kleine greppels aan wegranden.The device according to the invention can be used both for making trenches between sown crops and trenches for irrigating crops. The device can also be used to make small ditches on road edges.

Claims

1. Device for digging trenches for drying or flooring, in particular on agricultural land, which device is provided with a chassis on which transfer wheels are mounted, which are drivable by the power take-off shaft of a tractor, characterized in that 5 under the chassis of the device is provided with a horizontal sliding shoe for controlling the depth of the trench, which is dug by a vertically rotatable disc, which carries knives and possibly blades, all of which are distributed over the circumference of the disc, which disc can accommodate the excavated soil cast on a vertical, curved deflector, while two small smoothing disks are mounted on the rear of the chassis, the smoothing disks being pivotally mounted in a vertical plane.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that a block-shaped part is arranged between the disc and a knife, the block-shaped part having a cutting angle protruding outside the circle of the disc.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that a front part of the knife is curved and is further from the disc than the rear part of the knife.

Device according to claim 1, characterized in that the blades each have the shape of a rectangular part and are attached to the digging disc.

5. Device as claimed in claim 1, characterized in that the horizontal sliding shoe, which runs in the longitudinal direction of the chassis, is attached to hinge hair at the front end and is fixed at the rear end by means of a flat vertical rod, provided with openings for adjust the depth of the sliding shoe.

6. Device as claimed in claim 1, characterized in that two giaa-making disks are arranged on a shaft and lie opposite each other in such a way that they are directed with curved parts towards the walls of the dug trench.

Device as claimed in claims 1 and 6, characterized in that a spring is arranged between the two smoothing discs.

3. Device according to any one of claims 1, 6 and 7, characterized in that the smoothing disks are movable in the vertical plane by means of a rod mounted pivotally on the chassis.

Device according to claim 1, characterized in that the shaft, which carries the excavating disc, is provided at one end with a compensating flywheel. * 70