NL2032616B1 - Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel - Google Patents

Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel Download PDF

Info

Publication number
NL2032616B1
NL2032616B1 NL2032616A NL2032616A NL2032616B1 NL 2032616 B1 NL2032616 B1 NL 2032616B1 NL 2032616 A NL2032616 A NL 2032616A NL 2032616 A NL2032616 A NL 2032616A NL 2032616 B1 NL2032616 B1 NL 2032616B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame part
frame
assembly
recess
cellulose
Prior art date
Application number
NL2032616A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerrit Kreunen Jan
Original Assignee
Innodeen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Innodeen B V filed Critical Innodeen B V
Priority to NL2032616A priority Critical patent/NL2032616B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2032616B1 publication Critical patent/NL2032616B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/96Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
    • E06B3/9632Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings between a jamb and the threshold or sill of window or door frames
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C70/00Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts
    • B29C70/04Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts comprising reinforcements only, e.g. self-reinforcing plastics
    • B29C70/06Fibrous reinforcements only
    • B29C70/10Fibrous reinforcements only characterised by the structure of fibrous reinforcements, e.g. hollow fibres
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/28Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of materials not covered by groups E04C3/04 - E04C3/20
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/04Frames for doors, windows, or the like to be fixed in openings
    • E06B1/26Frames of plastics
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/70Sills; Thresholds
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/96Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
    • E06B3/9616Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings characterised by the sealing at the junction of the frame members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/62Tightening or covering joints between the border of openings and the frame or between contiguous frames
    • E06B2001/628Separate flexible joint covering strips; Flashings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Composite Materials (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Joining Of Corner Units Of Frames Or Wings (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een kozijndeel, bijvoorbeeld een dorpel of stijl, of onderdeel daarvan, waarbij het kozijndeel is vervaardigd van een cellulose—bevattende kunststof composiet, waarbij het massapercentage van cellulose in de kunststof composiet hoger dan 60% is en waarbij de cellulose in hoofdzaak homogeen verdeeld in de kunststof composiet is opgenomen, en waarbij het kozijndeel verstevigd is met verstevigingsdraden in de vorm van staaldraden, welke verstevigingsdraden zich in de langsrichting van het kozijndeel uitstrekken.. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een dergelijk kozijndeel en een tweede kozijndeel, waarbij de kozijndelen onderling verbindbaar zijn tot een samengestelde toestand van het samenstel. De uitvinding heeft verder betrekking op een kozijn, omvattende een dergelijk kozijndeel of samenstel.

Description

KOZUNDEEL EN SAMENSTEL VAN DIT KOZIJNDEEL MET EEN ANDER KOZIJNDEEL
De uitvinding heeft betrekking op een kozijndeel. Bijvoorbeeld kan het kozijndeel een dorpel, meer in het bijzonder een onderdorpel of bovendorpel, of een stij! zijn, of een onderdeel van een dorpel of stijl. Een dergelijk kozijndeel is op zichzelf bekend. Het op zichzelf bekende kozijndeel wordt bijvoorbeeld van kunststof of hout vervaardigd. Het is een doel van de uitvinding om het kozijndeel van een beter en/of duurzamer en/of relatief stijf materiaal te vervaardigen.
Een dergelijk kozijndeel is bijvoorbeeld bekend uit EP0586213A1, welk document een kozijndeel van polymeer en houtvezels toont, waarbij het gewichtsaandeel aan houtvezels minder dan55%is.
Een dergelijk kozijndeel is bijvoorbeeld bekend uit EPO902148A2, welk document een kunststof profiel toont dat verstevigd is met natuurvezeldraden.
Een dergelijk kozijndeel is bijvoorbeeld bekend uit US2005/0257455A1, welk document een frame-element toont dat is vervaardigd van een thermoplast met 30 — 60 gewichtsprocent houtmeel.
Dit doel wordt bereikt met een kozijndeel volgens de aanhef, welke is vervaardigd van een cellulose-bevattende kunststof composiet, waarbij het massapercentage van cellulose in de kunststof composiet hoger dan 60% is en waarbij de cellulose in hoofdzaak homogeen verdeeld in de kunststof composiet is opgenomen, en waarbij het kozijndeel verstevigd is met verstevigingsdraden in de vorm van staaldraden, welke verstevigingsdraden zich in de langsrichting van het kozijndeel uitstrekken.
Een dergelijke cellulose-bevattende kunststof composiet is een composiet materiaal omvattende een kunststof, in het bijzonder bijvoorbeeld een thermoplast, en cellulosemateriaal.
Doordat het cellulosemateriaal een natuurlijk materiaal is kan het kozijndeel duurzamer vervaardigd worden dan een kunststof kozijndeel, in het bijzonder doordat het voor een deel hernieuwbare grondstoffen bevat. Door de kunststof heeft het kozijndeel minder onderhoud nodig dan bijvoorbeeld een houten kozijndeel.
Doordat het celiuiosemateriaal met een zeer laag vochtgehalte, bijvoorbeeld een vochtgehalte van 0% of bijna 0%, zoals 0,5% of lager, aan de kunststof wordt toegevoegd tijdens het productieproces, zal het in gebruik vocht opnemen. Hierdoor kan het kozijndeel na vervaardiging uitzetten. Door het verschaffen van de verstevigingsdraden die zich in de lengterichting uitstrekken spant het kozijndeel door de uitzetting onder vocht op en wordt daardoor lengtestabiel.
De verstevigingsdraden bieden hierbij ook het voordeel dat de lengte van de verstevigingsdraden de lengte van het kozijndeel bepaalt, waardoor de lengte van het kozijndeel vrij nauwkeurig bepaald kan worden zonder of met laag risico op lengteveranderingen onder invloed van vocht en/of temperatuur.
De cellulose kan bijvoorbeeld gekozen zijn uit hout, olifantengras, bamboe, hennep, of een combinatie daarvan.
De cellulose kan in vezelvorm of poedervorm in de kunststof composiet zijn bevat.
Het massapercentage van cellulose in de kunststof composiet is hoger dan 60%. Bij voorkeur is het massapercentage van cellulose in de kunststof composiet tussen 65% en 80%, en meer bij voorkeur tussen 70% en 75%. Het massapercentage kunststof in de kunststof composiet is bij voorkeur tussen 20% en 35%, en meer bij voorkeur tussen 20% en 25%. Bij voorkeur bevat de kunststof composiet additieven. Het massapercentage van de additieven in de kunststof composiet is bij voorkeur tussen 0% en 10%, en meer bij voorkeur tussen 0% en 5%. De additieven kunnen bijvoorbeeld glijmiddel en/of UV- stabilisator en/of een bindmiddel (Eng. : “coupling agent”) omvatten.
De cellulose-bevattende kunststof composiet is een in hoofdzaak homogene composiet, waarbij de cellulose in hoofdzaak homogeen is verdeeld in de kunststof composiet.
De kunststof kan bijvoorbeeld polypropyleen of elke andere geschikte kunststof zijn.
Het kozijndeel dan desgewenst van een vochtwerende coating en/of UV-stabiele coating en/of een gekleurde coating zijn voorzien.
Een extra aangebrachte vochtwerende coating biedt het voordeel dat vochtintrek in het kozijndeel althans kan worden verminderd en bij voorkeur kan worden voorkomen. Een UV-stabiele coating houdt in dat de coating bij voorkeur niet of nauwelijks degradeert onder invloed van UV- straling en kan het voordeel bieden dat het kozijndeel tegen UV-straling beschermd is. Een gekleurde coating biedt het voordeel dat het kozijndeel in een gewenste kleur kan worden verschaft.
De coating wordt bij voorkeur mee geëxtrudeerd met het kozijndeel. Met andere woorden, in hoofdzaak direct na het extruderen van het kozijndeel wordt door co-extrusie de coating op het kozijndeel aangebracht.
De coating kan van elke geschikte kunststof worden vervaardigd, zoals bijvoorbeeld gestabiliseerde polyethyleen (PE) of polypropyleen (PP). De coating kan elke gewenste dikte bezitten, zoals bijvoorbeeld tussen 0,5 mm en 1 mm, bij voorkeur rond 0,6 mm.
In een uitvoeringsvorm van het kozijndeel volgens de uitvinding omvat het kozijndeel verbindingsmiddelen voor een met het kozijndeel te verbinden tweede kozijndeel, zoals bijvoorbeeld een neut of afdekelement, welk tweede kozijndeel van met de verbindingsmiddelen samenwerkende tweede verbindingsmiddelen is voorzien.
Een voordeel hiervan is dat een samenstel kan worden gevormd van het kozijndeel met het tweede kozijndeel, waardoor het bijvoorbeeld mogelijk is om beide kozijndelen van verschillende materialen te vervaardigen, bijvoorbeeld in overeenstemming met hun functie.
Zo kan het tweede kozijndeel bijvoorbeeld van een in hoofdzaak vochtstabiel en/of slijtvast materiaal zijn vervaardigd en daardoor bijvoorbeeld worden opgesteld op plekken waar vocht heerst, zoals bij neuten, of daar waar sprake kan zijn van blootstelling aan passerende mensen en/of dieren en/of objecten, zoals bij het afdekelement.
Bijvoorbeeld kunnen de verbindingsmiddelen ten minste één van een uitsparing en een in de uitsparing opneembaar aangrijpelement omvatten.
Met behulp daarvan kan het samenstel eenvoudig worden gevormd door het in de uitsparing van het ene kozijndeel aanbrengen van het aangrijpelement van het andere kozijndeel.
Het aangrijpelement kan elke geschikte vorm bezitten, welke in hoofdzaak kan zijn aangepast op de vorm van de uitsparing. Praktisch kan het aangrijpelement een haakvormig deel bezitten dat kan inhaken en/of vastklikken in een deel van de uitsparing.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het kozijndeel volgens de uitvinding is aan een onderzijde van het eerste kozijndeel ten minste één afdichtelement-opneemuitsparing verschaft, welke afdichtelement-opneemuitsparing is ingericht voor het opnemen van een verbindingselement van een afdichting, waarbij in een verbonden toestand de afdichting met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het eerste kozijndeel.
Een voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat het eenvoudig is om een genoemde afdichting te verbinden met het kozijndeel. De afdichting kan in het bijzonder een vochtafdichting of vochtbarrière vormen, welke zich bijvoorbeeld vanaf de onderzijde van het kozijndeel tot in de grond uitstrekt om een vochtbarrière te vormen tussen de buitenzijde en binnenzijde van de afdichting en daarmee tussen de buitenzijde en binnenzijde van het kozijn, waarbij de binnenzijde gedefinieerd is aan de naar het gebouw toegewende zijde van de afdichting en waarbij de buitenzijde gedefinieerd is aan de naar het gebouw afgewende zijde van de afdichting.
Een dergelijke afdichting wordt ook wel een slabbe genoemd.
De onderzijde van het eerste kozijndeel is in het bijzonder de onderzijde in gebruik van het eerste kozijndeel.
Praktisch kan de ten minste ene afdichtelement-opneemuitsparing een in hoofdzaak paddenstoelvormige dwarsdoorsnedevorm bezitten.
Hierbij kan het verbindingselement van de afdichting een overeenkomstige in hoofdzaak paddenstoelvormige dwarsdoorsnedevorm bezitten of elke andere geschikte vorm, zoals een pijlvorm.
Hierdoor kan door klikken eenvoudig het verbindingselement van de afdichting worden bevestigd.
De afdichtelement-opneemuitsparing is bij voorkeur een langwerpige uitsparing die zich in de langsrichting van het eerste kozijndeel over bij voorkeur althans nagenoeg de gehele lengte daarvan uitstrekt. De daarmee verbonden slabbe strekt zich bij voorkeur ook over althans nagenoeg de gehele lengte van het eerst kozijndeel uit.
De uitvinding heeft ook betrekking op een samenstel van een eerste kozijndeel en een tweede kozijndeel, waarbij het eerste kozijndeel een kozijndeel volgens een der conclusies 1-9 en/of zoals hierboven beschreven in één of meer uitvoeringsvormen en/of met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken is, en waarbij het tweede kozijndeel met het eerste kozijndeel verbindbaar is tot een samengestelde toestand van het samenstel.
Het tweede kozijndeel kan bijvoorbeeld de hierboven genoemde neut of afdekelement omvatten.
In een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding strekt het tweede kozijndeel zich in de samengestelde toestand althans gedeeltelijk om het eerste kozijndeel heen uit, in het bijzonder over althans een deel van ten minste één langszijde en bij voorkeur over althans een deel van beide langszijden van het eerste kozijndeel.
Een voordeel hiervan kan zijn dat het tweede kozijndeel het eerste kozijndeel in hoofdzaak opsluit in een dwarsrichting van het eerste kozijndeel waardoor uitzetting van het eerste kozijndeel, bijvoorbeeld onder invloed van vocht, in de dwarsrichting in hoofdzaak kan worden voorkomen of althans worden verminderd. Een alternatief of aanvullend voordeel kan zijn dat het tweede kozijndeel dat deel van het eerste kozijndeel waarom heen het zich uitstrekt kan beschermen.
Bijvoorbeeld in het geval van een onderdorpel van een kozijn dat ter hoogte van het maaiveld is opgesteld kan het tweede kozijndeel zich vanaf het maaiveld uitstrekken en het eerste kozijndeel zo verdekt in het maaiveld zijn opgesteld.
Het tweede kozijndeel kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd van polyethyleen {PE), polypropeen {PP}, Polyvinylchloride (PVC}, polystyreen (PS), Polyethyleentereftalaat (PET),
Polymethylmethacrylaat (PMMA), Polyamide (PA) en/of polycarbonaat (PC).
Het tweede kozijndeel is in het bijzonder vochtstabiel, i.e. het zet niet of nauwelijks uit onder invloed van vocht. Het tweede kozijndeel kan mogelijk wel uitzetten en inkrimpen onder temperatuurverschillen, hetgeen het eerste materiaal bij voorkeur in hoofdzaak niet doet.
Bij voorkeur is het tweede kozijndeel van met de verbindingsmiddelen samenwerkende tweede verbindingsmiddelen voorzien.
Hierdoor kunnen het eerste en tweede kozijndeel eenvoudig met elkaar verbonden worden.
Praktisch omvatten de tweede verbindingsmiddelen ten minste één andere van de uitsparing en het in de uitsparing opneembare aangrijpelement omvatten.
Doordat één van het eerste en tweede kozijndeel ten minste één uitsparing omvat en de andere van het eerste en tweede kozijndeel ten minste één in de uitsparing opneembaar aangrijpelement omvat kunnen eerste en tweede kozijndeel eenvoudig met elkaar verbonden worden.
Praktisch kan het aangrijpelement een haakvormig deel bezitten dat kan inhaken en/of vastklikken in een deel van de uitsparing. 5 Bij voorkeur strekken de uitsparing en het aangrijpelement zich over althans nagenoeg de hele lengte in de langsrichting van elk van het eerste en tweede kozijndeel uit.
Hierdoor wordt een verbinding over althans nagenoeg de hele lengte van het eerste en tweede kozijndeel verkregen.
In een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is in de samengestelde toestand tussen naar elkaar toegewende zijden van het eerste kozijndeel en het tweede kozijndeel een ruimte verschaft, welke ruimte is ingericht voor het afvoeren van zich eventueel tussen het eerste kozijndeel en tweede kozijndeel bevindende vloeistof.
In een uitvoeringsvorm is in elk van het eerste en tweede kozijndeel een doorgang verschaft, welke doorgangen in de samengestelde toestand aansluiten op de ruimte voor het respectievelijk afvoeren en toevoeren van vloeistof uit, respectievelijk aan de ruimte.
De doorgang in het tweede kozijndeel sluit bijvoorbeeld enerzijds aan op de genoemde ruimte en anderzijds op een vloeistofkanaal dat in het bovenoppervlak van het tweede kozijndeel is opgesteld. In het vioeistofkanaal van het tweede kozijndeel kan vloeistof, zoals bijvoorbeeld hemelwater, zich verzamelen en vervolgens via de doorgang in het tweede kozijndeel naar de genoemde ruimte stromen. Via de doorgang in het eerste kozijndeel kan de vloeistof uit de genoemde ruimte stromen naar bijvoorbeeld de omgeving van het samenstel. Hierbij mondt de doorgang in het eerste kozijndeel bij voorkeur tot onder het maaiveld uit, zodat de vloeistof tot onder het maaiveld wordt afgevoerd. Hierdoor heeft de winddruk geen invloed op de afvoer van hemelwater.
De ruimte strekt zich bij voorkeur over de lengte van het eerste en tweede kozijndeel uit, waarbij parallel aan de langsrichting van de ruimte een afdichting is aangebracht tussen het eerste en tweede kozijndeel.
De afdichting kan voorkomen dat de vloeistof uit de ruimte zich tussen de twee kozijndelen verplaatst. De afdichting kan direct naast of op afstand van de ruimte zijn opgesteld. Desgewenst kunnen aan beide langszijden van de ruimte een respectieve afdichting zijn aangebracht.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvat deze verder een afdichting met een verbindingselement voor verbinding met de ten minste ene afdichtelement-opneemuitsparing, waarbij het verbindingselement van de afdichting in een verbonden toestand is aangebracht in de afdichtelement-opneemuitsparing, en waarbij de afdichting in de verbonden toestand met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het eerste kozijndeel.
Zoals hierboven is toegelicht biedt een dergelijke afdichting het voordeel dat een vochtbarrière tussen de binnenzijde en buitenzijde van het kozijndeel kan zijn verschaft.
De uitvinding ziet verder op een kozijn, omvattende ten minste één kozijndeel volgens een der conclusies 1 — 9 of ten minste één samenstel volgens een der conclusies 10 — 18.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van tekeningen, waarbij:
Figuur 1a en 1b een deel van een kozijn volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding in perspectivisch aanzicht tonen, waarbij figuur 1a een plofaanzicht is en figuur 1b het deel van het kozijn in samengestelde toestand toont;
Figuur 2 een dwarsdoorsnede door figuur 1b toont;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede door figuur 1b op een tweede langspositie toont;
Figuur 4a en 4b een deel van een kozijn volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding in perspectivisch aanzicht tonen, waarbij figuur 4a een plofaanzicht is en figuur 4b het deel van het kozijn in samengestelde toestand tonen;
Figuur 5 een dwarsdoorsnede door figuur 4b op een eerste langspositie toont, en
Figuur 6 een dwarsdoorsnede door figuur 4b op een tweede langspositie toont.
In de figuren worden gelijke verwijzingsgetallen voor gelijke onderdelen gebruikt, verhoogd met honderd (100) voor de tweede uitvoeringsvorm.
Figuren 1a, 1b, 2 en 3 tonen een deel van een kozijn 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het kozijn 1 omvat een eerste kozijndeel 2 en een tweede kozijndeel 3. Volgens de uitvinding is het eerste kozijndeel 2 vervaardigd van een cellulose-bevattende kunststof composiet.
Zoals zichtbaar is in de figuren is het eerste kozijndeel 2 verstevigd is met verstevigingsdraden 4, in de vorm van staaldraden, welke verstevigingsdraden zich in de langsrichting van het eerste kozijndeel 2 uitstrekken. De cellulose kan bijvoorbeeld zijn gekozen uit hout, olifantengras, bamboe, hennep, of een combinatie daarvan. De cellulose kan bijvoorbeeld in vezelvorm of poedervorm zijn bevat in de kunststof. Het massapercentage van de cellulose in de kunststof composiet is in dit geval hoger dan 60%, waarbij de cellulose homogeen of in hoofdzaak homogeen verdeeld is in de kunststof composiet. De kunststof kan bijvoorbeeld polypropyleen of elke andere geschikte kunststof zijn.
Desgewenst kan het eerste kozijndeel 2 van een vochtwerende en/of UV-stabiele coating zijn voorzien,
Het eerste kozijndeel 2 is in deze uitvoeringsvorm voorzien van twee uitsparingen 5, die zich over in hoofdzaak de volledige lengte van het eerste kozijndeel 2 uitstrekken en waarbij telkens één uitsparing 5 aan een respectieve langszijde of zijkant 6 van het eerste kozijndeel 2 is opgesteld. Het tweede kozijndeel 3 is in deze uitvoeringsvorm voorzien van twee aangrijpelementen 7, die zich over in hoofdzaak de volledige lengte van het tweede kozijndeel 3 uitstrekken en waarbij telkens één aangrijpelement 7 aan een respectieve langszijde of zijkant 8 van het tweede kozijndeel 3 is opgesteld, en waarbij de aangrijpelementen 7 zich vanaf die langzijden 8 binnenwaarts uitstrekken vanaf een binnenzijde van die langszijden 8. Zoals zichtbaar is in figuur 1b en 2 kunnen de aangrijpelementen 7 in respectieve uitsparingen 5 worden aangebracht voor het onderling verbinden van het eerste kozijndeel 2 en tweede kozijndeel 3 tot de samengestelde toestand zoals getoond in deze figuren 1b en 2, Zoals zichtbaar is in met name figuur 1a en figuur 2 is het aangrijpelement 7 in hoofdzaak haakvormig waardoor het kan aangrijpen in en/of op de uitsparing 5 en als het ware daarin vastklikt,
Zoals verder zichtbaar is in de figuren 1b, 2 en 3 is in de samengestelde toestand van deze figuren tussen naar elkaar toegewende zijden van het eerste kozijndeel 2 en het tweede kozijndeel 3 een ruimte 10 verschaft, welke ruimte 10 is ingericht voor het afvoeren van zich eventueel tussen het eerste kozijndeel 2 en tweede kozijndeel 3 bevindende vloeistof, zoals bijvoorbeeld hemelwater of ander vocht. De vloeistof kan naar en uit de ruimte 10 stromen via respectieve doorgangen 11 en 12.
De doorgang 11 is hierbij aangebracht in het tweede kozijndeel 3 en sluit met een ingangszijde van de doorgang 11 aan op een in het bovenoppervlak van het tweede kozijndeel 3 aangebracht kanaal 13 en mondt met de uitgangszijde daarvan uit in de ruimte 10. De doorgang 12 is in het eerste kozijndeel 2 en sluit met een ingangszijde daarvan aan op de ruimte 10 en mondt met een uitgangszijde daarvan uit tot buiten het eerste kozijndeel 2 en bij voorkeur tot onder het maaiveld, zodat het vocht onder het maaiveld uit het samenstel wordt afgevoerd. Een afdichting 14 is parallel aan de langsrichting van de ruimte 10 opgesteld zodat het vocht niet uit de ruimte 10 tussen de twee kozijndelen 2, 3 kan stromen.
Zoals verder zichtbaar is in de figuren 1a, 1b, 2 en 3 zijn in dit voorbeeld aan een onderzijde van het eerste kozijndeel 2 in dit voorbeeld twee afdichtelement-opneemuitsparingen 20 verschaft, welke afdichtelement-opneemuitsparingen 20 zijn ingericht voor het opnemen van een verbindingselement 21 van een afdichting 22, waarbij in een verbonden toestand de afdichting 22 met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het eerste kozijndeel 2. Zoals zichtbaar is bezit de afdichtelement-opneemuitsparing 20 een in hoofdzaak paddenstoelvormige dwarsdoorsnedevorm en het verbindingselement 21 een pijlvorm, zodat het verbindingselement 21 vastgeklikt kan worden in de uitsparing 20. De afdichting 22 vormt een vochtbarrière tussen de binnenzijde en buitenzijde van het kozijn.
Zoals verder zichtbaar is in de figuren 1a, 1b en 2 omvat het tweede kozijndeel 3 in dit voorbeeld slobgaten 30 die in samengestelde toestand van het kozijn 1 aansluiten op doorgaande gaten 32 van een neut 31, op gaten 35 van slabbe 34, en gaten in stij! 36 (niet zichtbaar). In de gaten 30, 32, 35 kunnen pluggen 33 worden aangebracht waarbij met behulp van schroeven (niet getoond)
in de pluggen 33 een stevige verbinding tussen de verschillende delen wordt verschaft. De slobgaten 30 staan enige uitzetting van het tweede kozijndeel 3 onder temperatuurverschillen toe. In dit voorbeeld is er sprake van, dat de neut 31 op het tweede kozijndeel 3 wordt bevestigd.
De figuren 4a, 4b, 5 en 6 tonen een tweede uitvoeringsvorm van het deel van het kozijn.
Alleen de verschillen met de eerste uitvoeringsvorm uit de figuren 1a, 1b, 2 en 3 zullen hier beschreven worden. Voor een verdere toelichting van de figuren 4a, 4b, 5 en 6 wordt verwezen naar de beschrijving die hoor bij de figuren 1a, 1b, 2 en 3.
Het deel van het kozijn 101 volgens de tweede uitvoeringsvorm verschilt van de eerste uitvoeringsvorm in dat de neut 131 direct op het eerste kozijndeel 102 wordt aangebracht en dat het tweede kozijndeel 103 zich tot aan de neut 131 uitstrekt, maar dus niet tot onder de neut 131 zoals in de eerste uitvoeringsvorm het geval is. Dit blijkt ook uit de doorsneden uit figuur 4 en 5, waarbij de doorsnede uit figuur 4 ter hoogte van de neut 131 is gemaakt en de doorsnede uit figuur 5 ter hoogte van het tweede kozijndeel 103. Voor het rechtstreeks verbinden van de neut 131 met het eerste kozijndeel 102 omvat het eerste kozijndeel 102 een gat 137 waarin de schroef kan worden aangebracht die zich vervolgens door de plug 32 uitstrekt. Het gat 137 is geen slobgat omdat het eerste kozijndeel 102 nagenoeg niet uitzet in lengte door de verstevigingsdraden 104. In dit voorbeeld omvat de neut 131 twee aangrijpelementen 140, die zich over in hoofdzaak de volledige lengte van de neut 131 uitstrekken en waarbij telkens één aangrijpelement 140 aan een respectieve langszijde of zijkant 141 van de neut 131 is opgesteld, en waarbij de aangrijpelementen 140 zich vanaf die langzijden 141 binnenwaarts uitstrekken vanaf een binnenzijde van die langszijden 141.
Zoals zichtbaar is in figuur 4b en 5 kunnen de aangrijpelementen 140 in respectieve uitsparingen 105 van het eerste kozijndeel 102 worden aangebracht voor het onderling verbinden van het eerste kozijndeel 102 en de neut 131 tot de samengestelde toestand zoals getoond in deze figuren 4b, 5 en 6. Zoals zichtbaar is in met name figuur 4a en figuur 5 is het aangrijpelement 140 in hoofdzaak haakvormig waardoor het kan aangrijpen in en/of op de uitsparing 105 en als het ware daarin vastklikt. De uitsparing 105 loopt hierbij, net zoals in de eerste uitvoeringsvorm, over de gehele lengte van het eerste kozijndeel 102 zodat zowel de neut 131 als het tweede kozijndeel 103 daarin vastgeklikt kunnen worden. De aangrijpelementen 140 van de neut 131 zijn hierbij in hoofdzaak gelijk aan de aangrijpelementen 107 van het tweede kozijndeel 103.
Opgemerkt wordt, dat de getoonde uitvoeringsvormen een mogelijke uitvoeringsvorm betreffen maar dat de uitvinding hier niet toe is beperkt.

Claims (19)

Conclusies
1. Kozijndeel, bijvoorbeeld een dorpel of stijl, of onderdeel daarvan, met het kenmerk dat het kozijndeel is vervaardigd van een cellulose-bevattende kunststof composiet, waarbij het massapercentage van cellulose in de kunststof composiet hoger dan 60% is en waarbij de cellulose in hoofdzaak homogeen verdeeld in de kunststof composiet is opgenomen, en waarbij het kozijndeel verstevigd is met verstevigingsdraden in de vorm van staaldraden, welke verstevigingsdraden zich in de langsrichting van het kozijndeel uitstrekken.
2. Kozijndeel volgens conclusie 1, waarbij de cellulose is gekozen uit hout, bamboe, hennep, olifantengras, of een combinatie daarvan.
3. Kozijndeel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de cellulose in vezelvorm of poedervorm is bevat in de kunststof composiet.
4, Kozijndeel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het kozijndeel van een vochtwerende coating en/of een UV-stabiele coating en/of een gekleurde coating is voorzien.
5. Kozijndeel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het massapercentage van cellulose in de kunststof composiet tussen 65% en 80% is, bij voorkeur tussen 70% en 75%.
6. Kozijndeel volgens een der voorgaande conclusies, omvattende verbindingsmiddelen voor een met het kozijndeel te verbinden tweede kozijndeel, zoals bijvoorbeeld een neut of afdekelement, welk tweede kozijndeel van met de verbindingsmiddelen samenwerkende tweede verbindingsmiddelen is voorzien.
7. Kozijndeel volgens conclusie 6, waarbij de verbindingsmiddelen ten minste één van een uitsparing en een in de uitsparing opneembaar aangrijpelement omvatten.
8. Kozijndeel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan een onderzijde van het eerste kozijndeel ten minste één afdichtelement-opneemuitsparing is verschaft, welke afdichtelement- opneemuitsparing is ingericht voor het opnemen van een verbindingselement van een afdichting, waarbij in een verbonden toestand de afdichting met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het eerste kozijndeel.
9. Kozijndeel volgens conclusie 8, waarbij de ten minste ene afdichtelement-opneemuitsparing een in hoofdzaak paddenstoelvormige dwarsdoorsnedevorm bezit.
10. Samenstel van een eerste kozijndeel en een tweede kozijndeel, waarbij het eerste kozijndeel een kozijndeel volgens een der conclusies 1 — 9 is en waarbij het tweede kozijndeel met het eerste kozijndeel verbindbaar is tot een samengestelde toestand van het samenstel.
11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij het tweede kozijndeel zich in de samengestelde toestand althans gedeeltelijk om het eerste kozijndeel heen uitstrekt, in het bijzonder over althans een deel van ten minste één langszijde en bij voorkeur over althans een deel van beide langszijden van het eerste kozijndeel.
12. Samenstel volgens conclusie 10 of 11, waarbij het tweede kozijndeel van met de verbindingsmiddelen samenwerkende tweede verbindingsmiddelen is voorzien.
13. Samenstel volgens conclusie 12, waarbij de tweede verbindingsmiddelen ten minste één andere van de uitsparing en het in de uitsparing opneembare aangrijpelement omvatten.
14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij de uitsparing en het aangrijpelement zich over althans nagenoeg de hele lengte in de langsrichting van elk van het eerste en tweede kozijndeel uitstrekken.
15. Samenstel volgens een der conclusies 10 — 14, waarbij in de samengestelde toestand tussen naar elkaar toegewende zijden van het eerste kozijndeel en het tweede kozijndeel een ruimte is verschaft, welke ruimte is ingericht voor het afvoeren van zich eventueel tussen het eerste kozijndeel en tweede kozijndeel bevindende vloeistof.
16. Samenstel volgen conclusie 15, waarbij in elk van het eerste en tweede kozijndeel een doorgang is verschaft, welke doorgangen in de samengestelde toestand aansluiten op de ruimte voor het respectievelijk afvoeren en toevoeren van vloeistof uit, respectievelijk aan de ruimte.
17. Samenstel volgens conclusie 15 of 16, waarbij de ruimte zich over de lengte van het eerste en tweede kozijndeel uitstrekt en waarbij parallel aan de langsrichting van ruimte een afdichting is aangebracht tussen het eerste en tweede kozijndeel.
18. Samenstel volgens een der conclusies 10 — 17, verder omvattende een afdichting met een verbindingselement voor verbinding met de ten minste ene afdichtelement-opneemuitsparing, waarbij het verbindingselement van de afdichting in een verbonden toestand is aangebracht in de afdichtelement-opneemuitsparing, en waarbij de afdichting in de verbonden toestand met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het eerste kozijndeel.
19. Kozijn, omvattende ten minste één kozijndeel volgens een der conclusies 1 — 9 of ten minste één samenstel volgens een der conclusies 10 — 18.
NL2032616A 2022-07-27 2022-07-27 Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel NL2032616B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2032616A NL2032616B1 (nl) 2022-07-27 2022-07-27 Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2032616A NL2032616B1 (nl) 2022-07-27 2022-07-27 Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2032616B1 true NL2032616B1 (nl) 2024-02-05

Family

ID=89808175

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2032616A NL2032616B1 (nl) 2022-07-27 2022-07-27 Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2032616B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20070044416A1 (en) Cover or wall profile
NL2032616B1 (nl) Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel
EP1524385B1 (de) Extrudierte Platte, insbesondere für Bodenbelag
DE102015111929A1 (de) Paneel
EP3569791A1 (de) Anputzleiste, verwendung eines doppelseitig klebenden schaumstoff-klebebands bei einer anputzleiste zur platzierung an einem gebäudeübergang sowie gebäudeübergang mit einer solchen anputzleiste
NL2028875B1 (nl) Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel
DE102012100567A1 (de) Wandelement
EP1739252B1 (de) Balkon-und oder Terrassenboden
US20080245014A1 (en) Sealed decking porch system
DE202005018638U1 (de) Drainagematerial für die Drainierung von auf Treppenstufen aufgebrachten Belägen
DE102014114153B4 (de) Abdeckelement für Leitungen
EP2599622B1 (de) Verbundprofil aus Holz und holzfaserverstärktem Kunststoff und Verwendung eines derartigen Profils
DE102014115656A1 (de) Sockelleiste, Deckenleiste und Fenster- oder Türstock-Dämmleiste sowie Verfahren zum Herstellen solcher Leisten
EP1801481A2 (de) Rohrverbinder für Abwasser-Abflussrohre
NL2028878B1 (nl) Dorpelsamenstel
EP2734685B1 (de) Bodenaufbau
DE202009000448U1 (de) Fliese für einen Wand-, Boden- oder Deckenbelag
EP2708674A2 (de) Anputzleiste, Abschlussschiene und Putz-Eckleiste
EP1359267A2 (de) Kernsockelleiste
DE102011050098A1 (de) Paneel
CH692302A5 (de) Flächenbelagselement und Flächenbelag, insbesondere Bodenbelag.
DE20213499U1 (de) Profilkörper
DE202011002599U1 (de) Wegebaustein mit Schneckenabweiskante
AT517223B1 (de) Fugenabdichtung zwischen Dämmelementen zur Gebäudedämmung
DE102008056425A1 (de) Fassade und Verfahren zur Montage einer Fassade