NL2028878B1 - Dorpelsamenstel - Google Patents

Dorpelsamenstel Download PDF

Info

Publication number
NL2028878B1
NL2028878B1 NL2028878A NL2028878A NL2028878B1 NL 2028878 B1 NL2028878 B1 NL 2028878B1 NL 2028878 A NL2028878 A NL 2028878A NL 2028878 A NL2028878 A NL 2028878A NL 2028878 B1 NL2028878 B1 NL 2028878B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sill
cover element
assembly according
sill part
space
Prior art date
Application number
NL2028878A
Other languages
English (en)
Inventor
Bernardus Uitslag Hendrik
Gerrit Kreunen Jan
Albert Eefting Jan
Original Assignee
Innodeen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Innodeen B V filed Critical Innodeen B V
Priority to NL2028878A priority Critical patent/NL2028878B1/nl
Priority to EP22187239.3A priority patent/EP4124716A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2028878B1 publication Critical patent/NL2028878B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/70Sills; Thresholds
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/04Frames for doors, windows, or the like to be fixed in openings
    • E06B1/34Coverings, e.g. protecting against weather, for decorative purposes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/04Frames for doors, windows, or the like to be fixed in openings
    • E06B1/52Frames specially adapted for doors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/62Tightening or covering joints between the border of openings and the frame or between contiguous frames
    • E06B2001/628Separate flexible joint covering strips; Flashings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/96Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
    • E06B3/9632Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings between a jamb and the threshold or sill of window or door frames
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/14Measures for draining-off condensed water or water leaking-in frame members for draining off condensation water, throats at the bottom of a sash

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)
  • Door And Window Frames Mounted To Openings (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een dorpelsamenstel, omvattende een dorpeldeel en een afdekelement dat daarmee verbindbaar is tot een samengestelde toestand van het dorpelsamenstel en dat in de samengestelde toestand althans een bovenzijde van het dorpeldeel afdekt, waarbij het afdekelement en het dorpeldeel van verschillende materialen zijn vervaardigd, waarbij het afdekelement een hogere slijtvastheid bezit dan het dorpeldeel en/of het dorpeldeel stijver is dan het afdekelement. De uitvinding heeft tevens betrekking op een gebouw, omvattende een dergelijk dorpelsamenstel of op het gebruik van een dergelijk dorpelsamenstel, waarbij het dorpeldeel bijvoorbeeld onder het maaiveld is opgesteld.

Description

DORPELSAMENSTEL
De uitvinding heeft betrekking op een dorpelsamenstel, omvattende een dorpeldeel en een afdekelement dat daarmee verbindbaar is tot een samengestelde toestand van het dorpelsamenstel en dat in de samengestelde toestand althans een bovenzijde van het dorpeldeel afdekt.
Een dergelijk dorpelsamenstel is bekend uit het Nederlands octrooi met nummer NL2020317
B1 op naam van dezelfde aanvrager.
Het is een doel van de uitvinding om het dorpelsamenstel uit NL2020317 B1 nog verder te verbeteren.
Dit doel wordt bereikt doordat het afdekelement en het dorpeldeel van verschillende materialen zijn vervaardigd, waarbij het afdekelement een hogere slijtvastheid en/of slagvastheid bezit dan het dorpeldeel en/of het dorpeldeel stijver is dan het afdekelement.
Het is de aanvrager gebleken dat het verschaffen van een dorpelsamenstel bestaande uit verschillende onderdelen in het bijzonder voordelig kan zijn als de onderdelen van verschillende materialen zijn vervaardigd, zodat je de materialen optimaal kunt kiezen voor elk onderdeel en de functie van dat onderdeel.
In het bijzonder kan het dorpeldeel stijver zijn dan het afdekelement, waardoor het dorpeldeel het afdekelement kan ondersteunen en het afdekelement niet of minder zal doorhangen onder het eigen gewicht.
In het bijzonder kan het afdekelement een hogere slijtvastheid bezitten, wat voordelig is omdat in het bijzonder het afdekelement wordt blootgesteld aan de omgeving. Hierbij kan het dorpeldeel in gebruik van het dorpelsamenstel, of althans het niet door het afdekelement afgedekte deel daarvan, bij voorkeur onder het maaiveld zijn opgesteld, zodat het dorpeldeel beschermd tegen de omgeving is opgesteld.
In het bijzonder kan het afdekelement een hogere slagvastheid bezitten, wat voordelig is omdat in het bijzonder het afdekelement wordt blootgesteld aan de omgeving en daardoor minder kwetsbaar is voor als er iets tegenaan stoot of op valt. Hierbij kan het dorpeldeel in gebruik van het dorpelsamenstel, of althans het niet door het afdekelement afgedekte deel daarvan, bij voorkeur onder het maaiveld zijn opgesteld, zodat het dorpeldeel beschermd tegen de omgeving is opgesteld.
Het afdekelement strekt zich in de samengestelde toestand bijvoorbeeld over althans nagenoeg de hele lengte van het dorpeldeel uit, dorpeldeel inclusief of tot aan een neutaanbrengzone. Op deze wijze dekt het afdekelement althans nagenoeg de gehele bovenzijde van het dorpeldeel af, inclusief of tot aan de neutaanbrengzone. Indien het afdekelement zich tot aan de neutaanbrengzone uitstrekt kan een neut direct op het dorpeldeel worden aangebracht en strekt het afdekelement zich uit tot aan de neut. Een voordeel hiervan kan zijn dat het afdekelement een kortere lengte bezit dan wanneer deze zich tot en met de neutaanbrengzone uitstrekt, zodat het afdekelement minder uitzet. Indien het afdekelement zich tot en met, dus inclusief, de neutaanbrengzone uitstrekt kan de neut op het afdekelement aangebracht worden en via het afdekelement met het dorpeldeel verbonden worden voor een stevige verbinding tussen de neut en het dorpeldeel.
Het dorpelsamenstel kan bijvoorbeeld in een kozijn worden gebruikt en in het bijzonder de dorpel van het kozijn vormen. De uitvinding ziet daarmee tevens op een kozijn, omvattende een dorpelsamenstel zoals hierboven of hieronder nader toegelicht met één of meer van de beschreven kenmerken of volgens één of meer van de beschreven uitvoeringsvormen, alleen of in elke geschikte combinatie.
Het afdekelement kan bijvoorbeeld een slijtvastheid bezitten van tussen 160 — 180, meer in het bijzonder tussen 170 — 175, nog meer in het bijzonder ongeveer 172, zoals gemeten in een zandslurry test uitgevoerd volgens de Iso 15527 norm.
Het is de aanvrager gebleken dat een afdekelement met een dergelijke slijtvastheid voldoende bestand is tegen omgevingsinvloeden.
Praktisch strekt het afdekelement zich in de samengestelde toestand over althans een deel van ten minste één langszijde en bij voorkeur over althans een deel van beide langszijden van het dorpeldeel heen uit, bij voorkeur over althans nagenoeg een hele lengte van het dorpeldeel inclusief of tot aan een neutaanbrengzone.
Hierdoor wordt althans één en bij voorkeur beide langszijden van het dorpeldeel afgedekt door het afdekelement en daardoor beschermd tegen de omgeving.
Praktisch zijn het dorpeldeel en het afdekelement van met elkaar samenwerkende eerste en tweede verbindingsmiddelen, respectievelijk, voorzien.
Op deze wijze kunnen het dorpeldeel en het afdekelement eenvoudig met elkaar verbonden worden.
Bijvoorbeeld kan één van de eerste en tweede verbindingsmiddelen ten minste één uitsparing of een in de uitsparing opneembaar aangrijpelement omvatten en de andere van de eerste en tweede verbindingsmiddelen de andere van de uitsparing en aangrijpelement omvatten.
Met behulp daarvan kan het dorpelsamenstel eenvoudig worden samengesteld door het in de uitsparing aanbrengen van het aangrijpelement.
Het aangrijpelement kan elke geschikte vorm bezitten, welke in hoofdzaak kan zijn aangepast op de vorm van de uitsparing. Praktisch kan het aangrijpelement een haakvormig deel bezitten dat kan inhaken en/of vastklikken in een deel van de uitsparing.
De uitsparing en het aangrijpelement strekken zich bij voorkeur over althans nagenoeg de hele lengte in de langsrichting van elk van het dorpeldeel en het afdekelement uit.
Hierdoor wordt een verbinding over althans nagenoeg de hele lengte van het dorpeldeel en het afdekelement worden verkregen.
Indien het afdekelement zich tot aan de neutaanbrengzone uitstrekt is de neut bij voorkeur van dezelfde verbindingsmiddelen als het afdekelement voorzien, zodat de neut op vergelijkbare wijze met het dorpeldeel verbonden kan worden. Hierbij strekken de verbindingsmiddelen van het dorpeldeel zich tot en met de neutaanbrengzone uit.
Bij voorkeur zijn de eerste en tweede verbindingsmiddelen opgesteld aan één of beide langszijden van het dorpeldeel en het afdekelement, respectievelijk.
Hierdoor klemt het afdekelement als het ware over het dorpeldeel heen en kan een eventuele uitzetting van het dorpeldeel in een dwarsrichting, bijvoorbeeld door vocht, in hoofdzaak worden voorkomen.
Praktisch is in de samengestelde toestand tussen de bovenzijde van het dorpeldeel en de onderzijde van het afdekelement een ruimte verschaft, welke ruimte is ingericht voor het afvoeren van zich eventueel tussen het dorpeldeel en afdekelement bevindende vloeistof.
Praktisch omvat het dorpelsamenstel vloeistoftoevoermiddelen voor het toevoeren van vloeistof aan de genoemde ruimte en vloeistofafvoermiddelen voor het afvoeren van vloeistof uit de genoemde ruimte, welke vloeistofafvoermiddelen uitmonden tot onder het maaiveld voor het afvoeren van vloeistof tot onder het maaiveld.
Praktisch is in elk van het dorpeldeel en het afdekelement een doorgang verschaft, welke doorgangen in de samengestelde toestand aansluiten op de ruimte voor het respectievelijk afvoeren en toevoeren van vloeistof uit, respectievelijk aan de ruimte. Deze doorgangen vormen de hierboven genoemde vloeistoftaf- en -toevoermiddelen, respectievelijk.
De doorgang in het afdekelement sluit bijvoorbeeld enerzijds aan op de genoemde ruimte en anderzijds op een vloeistofkanaal dat in het bovenoppervlak van het afdekelement is opgesteld. In het vloeistofkanaal van het afdekelement kan vloeistof, zoals bijvoorbeeld regenwater of ander vocht, zich verzamelen en vervolgens via de doorgang in het afdekelement naar de genoemde ruimte stromen. Via de doorgang in het dorpeldeel kan de vloeistof uit de genoemde ruimte stromen naar bijvoorbeeld de omgeving van het dorpelsamenstel. Hierbij mondt de doorgang in het dorpeldeel bij voorkeur tot onder het maaiveld uit, zodat de vloeistof tot onder het maaiveld wordt afgevoerd.
De ruimte strekt zich bij voorkeur over de lengte van het dorpeldeel en het afdekelement uit, waarbij parallel aan de langsrichting van de ruimte een afdichting is aangebracht tussen het dorpeldeel en het afdekelement.
De afdichting kan voorkomen dat de vloeistof uit de ruimte zich tussen het dorpeldeel en het afdekelement verplaatst. De afdichting kan direct naast of op afstand van de ruimte zijn opgesteld.
Praktisch kunnen aan beide langszijden van de ruimte een respectieve afdichting zijn aangebracht.
In een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvat het samenstel verder ten minste één afdichting met een verbindingselement voor verbinding met ten minste één of een respectieve afdichtelement-opneemuitsparing die aan een onderzijde van het dorpeldeel is opgesteld, waarbij het verbindingselement van de afdichting in een verbonden toestand is aangebracht in de afdichtelement-opneemuitsparing, en waarbij de afdichting in de verbonden toestand met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het dorpeldeel.
De afdichting die verbindbaar is met de onderzijde van het dorpeldeel kan in het bijzonder een vochtafdichting of vochtbarrière vormen, waarbij de afdichting zich bijvoorbeeld vanaf de onderzijde van het dorpeldeel tot in de grond uitstrekt om een vochtbarrière te vormen tussen de buitenzijde en binnenzijde van de afdichting en daarmee tussen de buitenzijde en binnenzijde van het kozijn, waarbij de binnenzijde gedefinieerd is aan de naar het gebouw toegewende de zijde van de afdichting en waarbij de buitenzijde gedefinieerd is aan de naar het gebouw afgewende de zijde van de afdichting.
Een dergelijke afdichting wordt ook wel een slabbe genoemd.
De onderzijde van het dorpeldeel is in het bijzonder de onderzijde in gebruik van het dorpeldeel.
Praktisch omvat het dorpeldeel twee afdichtelement-opneemuitsparingen, zodat twee slabbes met een respectieve uitsparing verbonden kunnen worden of waarbij één slabbe verbonden kan worden met een gewenste uitsparing.
Praktisch kan de ten minste ene afdichtelement-opneemuitsparing een in hoofdzaak paddenstoelvormige dwarsdoorsnedevorm bezitten.
Hierbij kan het verbindingsdeel van de afdichting een overeenkomstige in hoofdzaak paddenstoelvormige dwarsdoorsnedevorm bezitten of elke andere geschikte vorm, zoals een pijlvorm.
Hierdoor kan door klikken eenvoudig het verbindingsdeel van de afdichting in de uitsparing worden bevestigd.
De afdichtelement-opneemuitsparing is bij voorkeur een langwerpige uitsparing die zich in de langsrichting van het dorpeldeel over bij voorkeur althans nagegoeg de gehele lengte daarvan uitstrekt. De daarmee verbonden slabbe strekt zich bij voorkeur ook over althans nagegenoeg de gehele lengte van het dorpeldeel uit.
In een uitvoeringsvorm van het dorpelsamenstel volgens de uitvinding is het dorpeldeel vervaardigd van polystyreen, een cellulose-bevattende kunststof composiet, hout, een thermohardende kunststof, zoals bijvoorbeeld Polyurethaan schuim.
Het afdekelement is bijvoorbeeld vervaardigd van polyethyleen (PE}, polypropeen (PP),
Polyvinylchloride (PVC), polystyreen (PS), Polyethyleentereftalaat (PET), Polymethylmethacrylaat (PMMA), Polyamide {PA} of polycarbonaat (PC).
Het afdekelement kan bijvoorbeeld een stopelement voor een deur zijn, waarbij het 5 afdekelement zodanig wordt gekozen, dat de deur in een bepaalde richting ten opzichte van het dorpelsamenstel kan draaien.
Een voordeel hiervan is dat je door het kiezen van het juiste afdekelement kunt kiezen welke kant of richting de in het kozijn gemonteerde deur kan draaien. Hierbij zijn de neuten bij voorkeur direct op het dorpeldeel aangebracht en strekt het afdekelement zich tot aan de neuten uit, zodat het gekozen afdekelement eenvoudig tussen de neuten aangebracht kan worden nadat het hele kozijn in het gebouw gemonteerd is.
Alternatief kan het afdekelement bijvoorbeeld een raamsponning zijn, waarbij het afdekelement zodanig wordt gekozen, dat het raam vanaf een bepaalde zijde gemonteerd kan worden, i.e. een zogeheten buitensponning of binnensponning.
Een voordeel hiervan is dat je door het kiezen van het juiste afdekelement kunt kiezen vanaf welke zijde een raam gemonteerd kan worden. Hierbij zijn de neuten bij voorkeur direct op het dorpeldeel aangebracht en strekt het afdekelement zich tot aan de neuten uit, zodat het gekozen afdekelement eenvoudig tussen de neuten aangebracht kan worden nadat het hele kozijn in het gebouw gemonteerd is.
Alternatief kan het afdekelement elk ander gewenst type afdekelement zijn.
In een uitvoeringsvorm van het dorpelsamenstel volgens de uitvinding omvat het dorpeldeel ten minste twee zich in de langsrichting van het dorpeldeel uitstrekkende dorpeldelen, welke ten minste twee dorpeldelen onderling verbonden zijn door een zich in de langsrichting van het dorpeldeel uitstrekkend metalen profiel, zoals bijvoorbeeld een aluminium profiel.
Een voordeel van een dergelijk dorpeldeel is dat het aluminium profiel stijfheid verschaft aan het dorpeldeel waardoor je een minder stijve kunststof kunt kiezen dan zonder een dergelijk aluminium profiel.
Het metalen profiel kan in het bijzonder een |-vormig profiel, i.e. een !-profiel, zijn, waarbij de dorpeldelen zich aan weerszijden van het I-profiel uitstrekken, zoals gezien in een dwarsdoorsnede.
Hierbij kan het I-profiel aan de langseinden van de | van zich loodrecht op de langsrichting van de uitstrekkende dwarselementen voorzien zijn, welke zich over althans een deel van de dorpeldelen uitstrekken. Hierbij zijn de dorpeldelen gedeeltelijk opgenomen binnen een ruimte gedefinieerd door de langszijde van het I-profiel en de zich dwars daarop uitstrekkende dwarselementen.
De uitvinding kan tevens of alternatief zien op een dergelijk dorpeldeel. Met andere woorden, de uitvinding kan tevens of alternatief zien op een dorpeldeel, omvattende ten minste twee zich in de langsrichting van het dorpeldeel uitstrekkende dorpeldelen, welke ten minste twee dorpeldelen onderling verbonden zijn door een zich in de langsrichting van het dorpeldeel uitstrekkend metalen profiel, zoals bijvoorbeeld een aluminium profiel.
Dit metalen profiel kan bijvoorbeeld een I-profiel zijn, zoals hierboven nader is toegelicht.
De uitvinding ziet tevens op een gebouw met een dorpelsamenstel zoals hierboven beschreven met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken of volgens één of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alleen of in elke gewenste combinatie, waarbij het dorpeldeel bijvoorbeeld onder het maaiveld is opgesteld.
De uitvinding ziet tevens op het gebruik van een dorpelsamenstel zoals hierboven beschreven met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken of volgens één of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alleen of in elke gewenste combinatie, waarbij het dorpeldeel bijvoorbeeld onder het maaiveld is opgesteld.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van tekeningen, waarbij:
Figuur 1a en 1b een dorpelsamenstel volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding in perspectivisch aanzicht tonen, waarbij figuur 1a een plofaanzicht is en figuur 1b dorpelsamenstel in samengestelde toestand toont;
Figuur 2 een dwarsdoorsnede door het dorpelsamenstel van figuur 1b toont ter hoogte van lijn AA;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede door het dorpelsamenstel van figuur 1b toont ter hoogte van lijn BB;
Figuur 4a en 4b een dorpelsamenstel volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding in perspectivisch aanzicht tonen, waarbij figuur 4a een plofaanzicht is en figuur 4b het dorpelsamenstel in samengestelde toestand toont;
Figuur 5 een dwarsdoorsnede door het dorpelsamenstel van figuur 4b toont ter hoogte van lijn CC;
Figuur 6 een dwarsdoorsnede door het dorpelsamenstel van figuur 4b toont ter hoogte van lijn DD;
Figuur 7 een dorpelsamenstel volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding in perspectivisch aanzicht toont;
Figuur 8 een dwarsdoorsnede door het dorpelsamenstel van figuur 7 toont ter hoogte van lijn EE;
Figuur 9 een dwarsdoorsnede door een dorpelsamenstel volgens een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.
In de figuren worden gelijke verwijzingsgetallen voor gelijke onderdelen gebruikt, verhoogd met honderd (100) voor elke opvolgende uitvoeringsvorm.
De figuren 1a, 1b, 2 en 3 tonen een dorpelsamenstel 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het dorpelsamenstel 1 omvat een dorpeldeel 2 en een afdekelement 3 dat daarmee verbindbaar is tot een samengestelde toestand van het dorpelsamenstel en dat in de samengestelde toestand althans een bovenzijde van het dorpeldeel 2 afdekt. Volgens de uitvinding zijn het afdekelement 3 en het dorpeldeel 2 van verschillende materialen zijn vervaardigd, waarbij het afdekelement 3 een hogere slijtvastheid bezit dan het dorpeldeel 2 en/of het dorpeldeel 2 stijver is dan het afdekelement 3. Het dorpeldeel is bijvoorbeeld vervaardigd van polystyreen, een cellulose- bevattende kunststof composiet, hout, een thermohardende kunststof, zoals bijvoorbeeld
Polyurethaan schuim. Het afdekelement 3 is bijvoorbeeld vervaardigd van polyethyleen (PE), polypropeen (PP}, Polyvinylchloride (PVC), polystyreen (PS), Polyethyleentereftalaat (PET),
Polymethyimethacrylaat (PMMA), Polyamide (PA) en polycarbonaat (PC). Het afdekelement 3 bezit bijvoorbeeld een slijtvastheid van ongeveer 172, zoals gemeten in een zandslurry test uitgevoerd volgens de Iso 15527 norm. Zoals verder zichtbaar is in de figuren 1a, 1b, 2 en 3 bevindt het dorpeldeel 2 zich bij voorkeur tot onder het maaiveld, zodat het dorpeldeel 2 niet blootgesteld wordt aan de omgeving en de kans op beschadigingen daarvan klein is. Het afdekelement 3 dekt de bovenzijde en de zijkanten 6 van het dorpeldeel 2 af.
Het dorpeldeel 2 is in deze uitvoeringsvorm voorzien van twee uitsparingen 5, die zich over in hoofdzaak de volledige lengte van het dorpeldeel 2 uitstrekken en waarbij telkens één uitsparing 5 aan een respectieve langszijde of zijkant 6 van het dorpeldeel 2 is opgesteld. Het afdekelement 3 is in deze uitvoeringsvorm voorzien van twee aangrijpelementen 7, die zich over in hoofdzaak de volledige lengte van het afdekelement 3 uitstrekken en waarbij telkens één aangrijpelement 7 aan een respectieve langszijde of zijkant 8 van het afdekelement 3 is opgesteld, en waarbij de aangrijpelementen 7 zich vanaf die langzijden 8 binnenwaarts uitstrekken vanaf een binnenzijde van die langszijden 8. Zoals zichtbaar is in figuur 1b, 2 en 3 kunnen de aangrijpelementen 7 in respectieve uitsparingen 5 worden aangebracht voor het onderling verbinden van het dorpeldeel 2 en afdekelement 3 tot de samengestelde toestand zoals getoond in deze figuren 1b, 2 en 3. Zoals zichtbaar is in met name figuur 1a, 2 en 3 is het aangrijpelement 7 in hoofdzaak haakvormig waardoor het kan aangrijpen in en/of op de uitsparing 5 en als het ware daarin vastklikt.
Zoals verder zichtbaar is in de figuren 1b, 2 en 3 is in de samengestelde toestand van deze figuren tussen naar elkaar toegewende zijden van het dorpeldeel 2 en het afdekelement 3 een ruimte 10 verschaft, welke ruimte 10 is ingericht voor het afvoeren van zich eventueel tussen het dorpeldeel 2 en afdekelement 3 bevindende vloeistof, zoals bijvoorbeeld regenwater of ander vocht.
De vloeistof kan naar en uit de ruimte 10 stromen via respectieve doorgangen 11 en 12. De doorgang 11 is hierbij aangebracht in het afdekelement 3 en sluit met een ingangszijde van de doorgang 11 aan op een in het bovenoppervlak van het afdekelement 3 aangebracht kanaal 13 en mondt met de uitgangszijde daarvan uit in de ruimte 10. De doorgang 12 is in het dorpeldeel 2 en sluit met een ingangszijde daarvan aan op de ruimte 10 en mondt met een uitgangszijde daarvan uit tot buiten het dorpeldeel 2 en bij voorkeur tot onder het maaiveld 15, zodat het vocht onder het maaiveld 15 uit het samenstel wordt afgevoerd. Een afdichting 14 is parallel aan de langsrichting van de ruimte 10 opgesteld zodat het vocht niet uit de ruimte 10 tussen de twee kozijndelen 2, 3 kan stromen.
Zoals verder zichtbaar is in de figuren 1a, 1b, 2 en 3 zijn in dit voorbeeld aan een onderzijde van het dorpeldeel 2 in dit voorbeeld twee afdichtelement-opneemuitsparingen 20 verschaft, welke afdichtelement-opneemuitsparingen 20 zijn ingericht voor het opnemen van een verbindingsdeel 21 van een afdichting 22, waarbij in een verbonden toestand de afdichting 22 met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het dorpeldeel 2. Zoals zichtbaar is bezit de afdichtelement-opneemuitsparing 20 een in hoofdzaak paddenstoelvormige dwarsdoorsnedevorm en het verbindingselement 21 een pijlvorm, zodat het verbindingselement 21 vastgeklikt kan worden in de uitsparing 20. De afdichting 22 vormt een vochtbarrière tussen de binnenzijde en buitenzijde van het kozijn.
Zoals verder zichtbaar is in de figuren 1a, 1b en 2 omvat het afdekelement 3 in dit voorbeeld slobgaten 30 die in samengestelde toestand van het kozijn waarvan het dorpeldeel onderdeel uitmaakt aansluiten op doorgaande gaten 32 van een neut 31, op gaten 35 van slabbe 34, en gaten in stijl 36 (niet zichtbaar). In de gaten 30, 32, 35 kunnen pluggen 33 worden aangebracht waarbij met behulp van schroeven (niet getoond) in de pluggen 33 een stevige verbinding tussen de verschillende delen wordt verschaft. De slobgaten 30 staan enige uitzetting van het afdekelement 3 onder temperatuurverschillen toe. In dit voorbeeld is er sprake van, dat de neut 31 op het afdekelement 3 wordt bevestigd.
De figuren 4a, 4b, 5 en 6 tonen een tweede uitvoeringsvorm van dorpelsamenstel 101. Alleen de verschillen met de eerste uitvoeringsvorm uit de figuren 1a, 1b, 2 en 3 zullen hier beschreven worden. Voor een verdere toelichting van de figuren 4a, 4b, 5 en 6 wordt verwezen naar de beschrijving die hoort bij de figuren 1a, 1b, 2 en 3.
Het dorpeldeel 102 volgens de tweede uitvoeringsvorm verschilt van de eerste uitvoeringsvorm in dat de neut 131 direct op het dorpeldeel 102 wordt aangebracht en dat het afdekelement 103 zich tot aan de neut 131 uitstrekt, maar dus niet tot onder de neut 131 zoals in de eerste uitvoeringsvorm het geval is. Dit blijkt ook uit de doorsneden uit figuur 5 en 6, waarbij de doorsnede uit figuur 5 ter hoogte van de neut 131 is gemaakt en de doorsnede uit figuur 5 ter hoogte van het afdekelement 103. Voor het rechtstreeks verbinden van de neut 131 met het dorpeldeel 102 omvat het dorpeldeel 102 een gat 137 waarin de schroef kan worden aangebracht die zich vervolgens door de plug 132 uitstrekt. Het gat 137 is geen slobgat omdat het dorpeldeel 102 nagenoeg niet uitzet in lengte. In dit voorbeeld omvat de neut 131 twee aangrijpelementen 140, die zich over in hoofdzaak de volledige lengte van de neut 131 uitstrekken en waarbij telkens één aangrijpelement 140 aan een respectieve langszijde of zijkant 141 van de neut 131 is opgesteld, en waarbij de aangrijpelementen 140 zich vanaf die langzijden 141 binnenwaarts uitstrekken vanaf een binnenzijde van die langszijden 141. Zoals zichtbaar is in figuur 4b en 5 kunnen de aangrijpelementen 140 in respectieve uitsparingen 105 van het dorpeldeel 102 worden aangebracht voor het onderling verbinden van het dorpeldeel 102 en de neut 131 tot de samengestelde toestand zoals getoond in deze figuren 4b en 5. Zoals zichtbaar is in met name figuur 4a en figuur 5 is het aangrijpelement 140 in hoofdzaak haakvormig waardoor het kan aangrijpen in en/of op de uitsparing 105 en als het ware daarin vastklikt. De uitsparing 105 loopt hierbij, net zoals in de eerste uitvoeringsvorm, over de gehele lengte van het dorpeldeel 102 zodat zowel de neut 131 als het afdekelement 103 daarin vastgeklikt kunnen worden. De aangrijpelementen 140 van de neut 131 zijn hierbij in hoofdzaak gelijk aan de aangrijpelementen 107 van het afdekelement 103.
Uit de figuren 4A, 4B, 5 en 6 blijkt verder dat het afdekelement 103 voor een binnendraaiende deur is.
Figuren 7 en 8 tonen een derde uitvoeringsvorm van het dorpelsamenstel 201. Alleen de verschillen met de eerste uitvoeringsvorm uit de figuren 1a, 1b, 2 en 3 en de tweede uitvoeringsvorm uit de figuren 4a, 4b, 5 en 6 zullen hier beschreven worden. Voor een verdere toelichting van de figuren 7 en 8 wordt verwezen naar de beschrijving die hoort bij de figuren 1a, 1b, 2, 3, 4a, 4b, 5 en 6.
Uit de figuren 7 en 8 blijkt dat het dorpeldeel 202 volgens deze derde uitvoeringsvorm relatief lang is uitgevoerd en dat in totaal drie neuten 231A, 231B, 231C met slabben 234A, 2348, 234C en staanders 236A, 236B, 236C op het dorpeldeel 202 zijn aangebracht. De neuten 231A, B, C zijn hierbij direct op het dorpel 202 aangebracht en de afdekelementen 203A, 2038 strekken zich tussen de neuten tot althans nagenoeg aan de neuten uit. Een voordeel hiervan is, dat de afdekelementen 203A, 2038 relatief kort zijn, hetgeen voordelig is doordat de afdekelementen bijvoorbeeld onder invloed van temperatuurverschillen kunnen uitzetten en door de lengteonderbreking de lengte-uitzetting minder is.
Uit de figuren 7 en 8 blijkt verder dat het afdekelement 203 voor een binnendraaiende deur is. Hieruit blijkt duidelijk, dat door het kiezen van een geschikt afdekelement 3, 103, 203 eenvoudig kan worden gekozen welke draairichting een in het kozijn gemonteerde deur kan hebben.
Figuur 9 toont een vierde uitvoeringsvorm van het dorpelsamenstel 301. Alleen de verschillen met de vorige uitvoeringsvormen uit de figuren 1 — 8 zullen hier beschreven worden. Voor een verdere toelichting van figuur 9 wordt verwezen naar de beschrijving die hoort bij de figuren 1 — 8.
Figuur 9 toont een dorpeldeel 302 omvattende in dit geval twee zich in de langsrichting van het dorpeldeel 302 uitstrekkende dorpeldelen 360, welke twee dorpeldelen 360 onderling verbonden zijn door een zich in de langsrichting van het dorpeldeel uitstrekkend metalen profiel 361, zoals bijvoorbeeld een aluminium profiel. Het metalen profiel 361 is in dit voorbeeld in het bijzonder een zogeheten I-profiel, waarbij de dorpeldelen 360 aan weerszijden van het I-profiel, zoals gezien in een dwarsdoorsnede, zijn opgesteld en zich in het bijzonder uitstrekken in de U-vormige ruimte die aan elke zijde van het i-profiel is gedefinieerd door het langwerpige centrale element van het I- profiel en de zich dwars daarop uitstrekkende dwarselementen. In dit geval bezit het dorpeldeel 302 geen afdichtelement-opneemuitsparingen en geen doorgang voor water of ander vocht. Er is een enkele doorgang 311 verschaft die zich vanaf kanaal 313 naar buiten toe uitstrekt door het afdekelement 303 heen. Er is in dit voorbeeld derhalve ook geen sprake van een ruimte tussen het dorpeldeel 302 en afdekelement 303 voor dit vocht en daarmee ook geen afdichting langs deze ruimte. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat deze kenmerken van het dorpelsamenstel optioneel wel zouden kunnen zijn verschaft.
Opgemerkt wordt, dat de getoonde uitvoeringsvormen een mogelijke uitvoeringsvorm betreffen maar dat de uitvinding hier niet toe is beperkt.

Claims (17)

Conclusies
1. Dorpelsamenstel, omvattende een dorpeldeel en een afdekelement dat daarmee verbindbaar is tot een samengestelde toestand van het dorpelsamenstel en dat in de samengestelde toestand althans een bovenzijde van het dorpeldeel afdekt, met het kenmerk dat het afdekelement en het dorpeldeel van verschillende materialen zijn vervaardigd, waarbij het afdekelement een hogere slijtvastheid bezit dan het dorpeldeel en/of het dorpeldeel stijver is dan het afdekelement.
2. Dorpelsamenstel volgens conclusie 1, waarbij het afdekelement een slijtvastheid bezit van tussen 160-180, meer in het bijzonder tussen 170 — 175, nog meer in het bijzonder ongeveer 172, zoals gemeten in een zandslurry test uitgevoerd volgens de Iso 15527 norm.
3. Dorpelsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het afdekelement zich in de samengestelde toestand over althans een deel van ten minste één langszijde en bij voorkeur over althans een deel van beide langszijden van het dorpeldeel heen uitstrekt, bij voorkeur over althans nagenoeg de hele lengte van het dorpeldeel inclusief of tot aan een neutaanbrengzone.
4, Dorpelsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dorpeldeel en het afdekelement van met elkaar samenwerkende eerste en tweede verbindingsmiddelen, respectievelijk, zijn voorzien.
5. Dorpelsamenstel volgens conclusie 4, waarbij één van de eerste en tweede verbindingsmiddelen ten minste één uitsparing of een in de uitsparing opneembaar aangrijpelement omvatten en de andere van de eerste en tweede verbindingsmiddelen de andere van de uitsparing en aangrijpelement omvatten.
6. Dorpelsamenstel volgens conclusie 5, waarbij de uitsparing en het aangrijpelement zich over althans nagenoeg de hele lengte in de langsrichting van elk van het dorpeldeel en het afdekelement uitstrekken.
7. Dorpelsamenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen zijn opgesteld aan één of beide langszijden van het dorpeldeel en het afdekelement, respectievelijk.
8. Dorpelsamenstel volgens een voorgaande conclusies, waarbij in de samengestelde toestand tussen de bovenzijde van het dorpeldeel en de onderzijde van het afdekelement een ruimte is verschaft,
welke ruimte is ingericht voor het afvoeren van zich eventueel tussen het dorpeldeel en afdekelement bevindende vloeistof.
9. Dorpelsamenstel volgens conclusie 8, omvattende vloeistoftoevoermiddelen voor het toevoeren van vloeistof aan de genoemde ruimte en vloeistofafvoermiddelen voor het afvoeren van vloeistof uit de genoemde ruimte, welke vloeistofafvoermiddelen uitmonden tot onder het maaiveld voor het afvoeren van vloeistof tot onder het maaiveld.
10. Dorpelsamenstel volgens conclusie 9, waarbij de ruimte zich over de lengte van het dorpeldeel en afdekelement uitstrekt en waarbij aan of naast ten minste één langszijde van de ruimte een afdichting is aangebracht tussen het dorpeldeel en het afdekelement.
11. Dorpelsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één afdichting met een verbindingselement voor verbinding met ten minste één of een respectieve afdichtelement-opneemuitsparing die aan een onderzijde van het dorpeldeel is opgesteld, waarbij het verbindingselement van de afdichting in een verbonden toestand is aangebracht in de afdichtelement-opneemuitsparing, en waarbij de afdichting in de verbonden toestand met een gekozen lengte uitsteekt ten opzichte van de onderzijde van het dorpeldeel.
12. Dorpelsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dorpeldeel is vervaardigd van polystyreen, een cellulose-bevattende kunststof composiet, hout, een thermohardende kunststof, zoals bijvoorbeeld Polyurethaan schuim.
13. Dorpelsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het afdekelement is vervaardigd van polyethyleen (PE), polypropeen {PP}, Polyvinylchloride (PVC), polystyreen (PS), Polyethyleentereftalaat (PET), Polymethyimethacrylaat (PMMA), Polyamide (PA) en polycarbonaat (PC).
14. Dorpelsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het afdekelement een stopelement is voor een deur en waarbij het afdekelement zodanig wordt gekozen, dat de deur in een bepaalde richting ten opzichte van het dorpelsamenstel kan draaien.
15. Dorpelsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dorpeldeel ten minste twee zich in de langsrichting van het dorpeldeel uitstrekkende dorpeldelen omvat, welke ten minste twee dorpeldelen onderling verbonden zijn door een zich in de langsrichting van het dorpeldeel uitstrekkend metalen profiel, zoals bijvoorbeeld een aluminium profiel.
16. Gebouw, omvattende een dorpelsamenstel volgens een der conclusies 1 — 15, waarbij het dorpeldeel bijvoorbeeld onder het maaiveld is opgesteld.
17. Gebruik van een dorpelsamenstel volgens een der conclusies 1 — 15, waarbij het dorpeldeel bijvoorbeeld onder het maaiveld is opgesteld.
NL2028878A 2021-07-29 2021-07-29 Dorpelsamenstel NL2028878B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2028878A NL2028878B1 (nl) 2021-07-29 2021-07-29 Dorpelsamenstel
EP22187239.3A EP4124716A1 (en) 2021-07-29 2022-07-27 Sill assembly

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2028878A NL2028878B1 (nl) 2021-07-29 2021-07-29 Dorpelsamenstel

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2028878B1 true NL2028878B1 (nl) 2023-02-02

Family

ID=77911093

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2028878A NL2028878B1 (nl) 2021-07-29 2021-07-29 Dorpelsamenstel

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4124716A1 (nl)
NL (1) NL2028878B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6371188B1 (en) * 1999-06-17 2002-04-16 The Stanley Works Doors assembly and an improved method for making a doors sill assembly
US20060174545A1 (en) * 2005-02-09 2006-08-10 Young Robert H Banded door sill base and door sill assembly, and method of forming same
US20080222961A1 (en) * 2007-03-14 2008-09-18 Quanex Corporation Entryway system including a threshold assembly
DE202015105613U1 (de) * 2015-10-22 2016-11-17 Rehau Ag + Co. Fenster oder Tür
US20170058592A1 (en) * 2014-11-26 2017-03-02 Quanex Corporation Threshold assembly for an entryway system
NL2020317B1 (en) 2017-02-06 2018-08-28 Kreunen Kunststoffen B V Sill assembly and sill

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6371188B1 (en) * 1999-06-17 2002-04-16 The Stanley Works Doors assembly and an improved method for making a doors sill assembly
US20060174545A1 (en) * 2005-02-09 2006-08-10 Young Robert H Banded door sill base and door sill assembly, and method of forming same
US20080222961A1 (en) * 2007-03-14 2008-09-18 Quanex Corporation Entryway system including a threshold assembly
US20170058592A1 (en) * 2014-11-26 2017-03-02 Quanex Corporation Threshold assembly for an entryway system
DE202015105613U1 (de) * 2015-10-22 2016-11-17 Rehau Ag + Co. Fenster oder Tür
NL2020317B1 (en) 2017-02-06 2018-08-28 Kreunen Kunststoffen B V Sill assembly and sill

Also Published As

Publication number Publication date
EP4124716A1 (en) 2023-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11434644B2 (en) Cladding element
US11028593B2 (en) Side outlet device for a box gutter rainhead
NL2028878B1 (nl) Dorpelsamenstel
KR102196258B1 (ko) 소음감쇄기능을 갖는 조립식 알루미늄 바닥재
US20140245681A1 (en) Deck system components
US20160160509A1 (en) Deck Drainage System
US20090241449A1 (en) Support structure and system providing element protection
KR101570839B1 (ko) 유지 보수가 용이한 데크 결합구조물
EP2963203B1 (en) Decking board
NL2028875B1 (nl) Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel
US20220268032A1 (en) Deck board
NL2032616B1 (nl) Kozijndeel en samenstel van dit kozijndeel met een ander kozijndeel
CN101962936B (zh) 高架桥排水系统
JP7006924B2 (ja) 害獣侵入防止装置
NL1018903C2 (nl) Stalvloer.
NL2020317B1 (en) Sill assembly and sill
KR20130033626A (ko) 미끄럼 방지구가 설치된 목재 데크
US20140013686A1 (en) Panel member
NL1040217C2 (nl) Dorpelconstructie.
JP4503399B2 (ja) バルコニの防水構造
NL9500115A (nl) Samenstel van dakrandprofielen en verbindingsstuk voor het koppelen daarvan.
WO2023196822A3 (en) Deck construction system
KR102618299B1 (ko) 강화플라스틱 판재를 이용한 옥상 및 외벽 방수 시스템
JP6843322B2 (ja) 壁状体の雨染み防止構造
No et al. Location