NL2031233B1 - Werkwijze en inrichting voor het in een verpakking plaatsten van champignons - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het in een verpakking plaatsen van champignons, omvattende het op ten minste één transporteur in een transportrichting aanvoeren van in de verpakking te plaatsen champignons, het van de transporteur afnemen van de in de verpakking te plaatsen champignons; het in een onderling verband brengen van een geselecteerd aantal champignons, welk aantal in het onderlinge verband gezamenlijk binnen de binnenafmetingen van de verpakking past en het in het onderlinge verband in de verpakking plaatsen van de champignons.

Description

Werkwijze en inrichting voor het in een verpakking plaatsten van champignons

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het in een verpakking plaatsten van champignons. in de champignonteelt vinden de nodige bewerkingen reeds geheel of gedeeltelijk geautomatiseerd plaats. Op het gebied van oogsten en verpakken van champignons zijn er echter nog de nodige stappen en processen die tussenkomst van personeel vergen en daarmee ofwel een bottleneck in de verwerkingstijd vormen, en/of een relatief dure stap vormen. Daarnaast kan het vanwege de gevoeligheid van de champignonkweek voor verstoringen van de kweekomstandigheden zoals temperatuur en luchtvochtigheid en zelfs uit hygiëneoogpunt wenselijk zijn om het aantal stappen waarin tussenkomst van personeel noodzakelijk is te minimaliseren.

Voor het geautomatiseerd in een verpakking plaatsen van champignons zijn er al diverse suggesties gedaan, onder andere in de Nederlandse octrooiaanvrage ###. De daarin voorgestelde oplossing heeft net als die uit diverse andere publicaties het nadeel dat de oriëntatie waarin de champignons in de verpakking terecht komen tamelijk ongewist is.

Hoewel de plaatsing van een champignon in sommige van de voorgestelde oplossingen weliswaar nauwkeurig kan geschieden, is de kans groot dat die champignon bij het verdere verplaatsen van de verpakking weer omrolt of valt. Dit is om meerdere redenen onwenselijk.

De plaatsing van de champignons heeft een commercieel belang, daar een nette presentatie van de champignons maakt dat consumenten meer geneigd zijn de champignonverpakking afte nemen. Daarnaast zorgt het stoten en omvallen van champignons tot beschadigingen, hetgeen de houdbaarheid en verkoopbaarheid van de champignons niet ten goede komt.

Om die reden is het een doel van de onderhavige uitvinding om de bovengenoemde problemen op te lossen.

De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor het in een verpakking plaatsen van champignons, omvattende het op ten minste één transporteur, zoals een oogst-of transportband in een transportrichting aanvoeren van in de verpakking te plaatsen champignons, het van de oogst-of transportband afnemen van de in de verpakking te plaatsen champignons, het in een onderling verband brengen van een geselecteerd aantal champignons, welk aantal in het onderlinge verband gezamenlijk binnen de binnenafmetingen van de verpakking past, en het in het onderlinge verband in de verpakking plaatsen van de champignons. Waar in deze aanvrage een transporteur genoemd wordt, is tevens een rad of ketting of soortgelijke inrichting bedoeld en omvat. Een onderling verband is in de context van deze aanvrage een zodanige configuratie waarbij twee of meer champignons een vaste positie en/of oriëntatie ten opzichte van elkaar hebben en meer in het bijzonder elkaar steun bieden. Met plaatsen wordt het zodanig gecontroleerd aanbrengen bedoeld dat de positie en oriëntatie na plaatsing overeenstemmen met een beoogde oriëntatie en/of positie, en niet het (zodanig) neerleggen of laten vallen dat de champignons kunnen verrollen of verplaatsen. In het bijzonder is het laten vallen van champignons in een uitvoeringsvorm uitgesloten.

Door de champignons in een onderling verband in de verpakking te plaatsen, bieden zij elkaar stabiliteit. Door ze vervolgens gezamenlijk in de verpakking te plaatsen is de kans dat ze vervolgens omvallen of -rollen kleiner dan bij het separaat in een verpakking plaatsen van de champignons. Dit effect treedt reeds op voordat de in verband geplaatste champignons gezamenlijk de oppervlakte van de verpakking vullen. De champignons kunnen daartoe bij voorbeeld in een dakpansgewijze, dat wil zeggen onderling op elkaar afgesteunde wijze, in de verpakking geplaatst worden. Uiteraard kunnen zij ook met hun voet naar beneden en hun hoed naar boven geplaatst worden.

Bij voorkeur echter vullen zij het oppervlak van de verpakking wel en vormt het onderlinge verband een ingeschreven vorm van de verpakking. Onder een ondergeschreven vorm van een verpakking wordt een gezamenlijke vorm verstaan die de binnenwand van de verpakking op meerdere plekken raakt, zodanig dat het geheel aan champignons althans in hoofdzaak gua positie en/of oriëntatie gefixeerd in de verpakking zit. Met andere woorden wordt met een ingeschreven vorm van de verpakking een configuratie bedoeld waarmee de champignons in de verpakking nauwelijks tot geen bewegingsvrijheid hebben, althans in een richting parallel aan een bodemvlak van die verpakking. Wanneer aan deze vereiste voldaan wordt zullen de champignons zich onder normale verwerkings- en transportomstandigheden in hoofdzaak niet verplaatsen en blijven zij onbeschadigd en de gevulde verpakking (ook daardoor) presentabel. Omdat champignonverpakkingen vaak met meerdere lagen champignons gevuld worden kan de werkwijze meermaals toegepast worden bij het vullen van een verpakking, maar de werkwijze volgens de uitvinding kan ook een stap van het handmatig aanbrengen of aanvullen van een volgende laag champignons omvatten.

Bij verdere voorkeur vult het geselecteerde aantal champignons in het onderlinge verband het oppervlak van de verpakking. Daarmee is niet alleen de meest stabiele plaatsing bereikt,

maar is ook een volledige laag in de verpakking aangebracht, zodat er geen geautomatiseerde of handmatige vervolgstap nodig is voordat een eventuele volgende laag wordt aangebracht.

In een volgende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze volgens de uitvinding het gezamenlijk van de ten minste éne transporteur afnemen van een eerste reeks champignons en het gezamenlijk van ten minste een tweede reeks champignons van de ten minste ene transporteur en het samenstellen van het onderlinge verband op basis van de eerste reeks en de ten minste tweede reeks. De eerste en tweede reeks kunnen daarbij bijvoorbeeld achter elkaar op de ten minste ene transporteur geplaatste champignons zijn.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is de ten minste ene transporteur ingericht voor het parallel aanvoeren van meerdere rijen champignons, zoals 2, 3, 4 of meer rijen, waarbij de champignons bij verdere voorkeur in elk van de rijen op een onderlinge afstand met dezelfde steek in de transportrichting gelegen zijn, en bij nog verdere voorkeur op steeds op dezelfde posities in de transportrichting, zodat zijn in loodrechte rijen en kolommen worden aangevoerd.

Als alternatief of als aanvulling op het voorgaande kan de eerste reeks champignons van een eerste transporteur wordt afgenomen en de ten minste tweede reeks champignons van een ten minste tweede transporteur wordt afgenomen. Uiteraard kan er hier ook met drie of meer transporteurs gewerkt worden. De champignons van de eerste en de tweede reeks kunnen daarbij in de verpakking tussen elkaar ingevoegd of ingeschoven worden, of naast elkaar geplaatst worden.

In zijn algemeenheid valt te verwachten dat de werkwijze het achter elkaar aanvoeren van de champignons uit de eerste reeks en het achter elkaar aanvoeren van de champignons uit de ten minste tweede reeks omvat en het ten minste gedeeltelijk naast elkaar in een onderling verband plaatsen van champignons uit de eerste en tweede reeks. De (champignons uit} de eerste reeks en (de champignons uit) de ten minste tweede reeks kunnen daarbij zowel achter als naast elkaar aangevoerd worden, waarbij er bij het achter elkaar aanvoeren van de eerste en tweede reeks van één en dezelfde transporteur gebruik gemaakt kan worden en bij het (ten minste gedeeltelijk) naast elkaar aanvoeren van de eerste en tweede reeks van één en dezelfde transporteur met meerdere parallelle posities voor champignons of van meerdere transporteurs, die al dan niet voorzien zijn van meerdere parallelle posities voor champignons.

De werkwijze volgens de uitvinding kan zodoende het ten minste gedeeltelijk parallel aanvoeren van de eerste reeks champignons op een eerste transporteur en van de tweede reeks champignons op een tweede transporteur omvatten en het ten minste gedeeltelijk naast elkaar in een onderling verband plaatsen van champignons uit de eerste en tweede reeks.

In een uitvoeringsvorm omvat het ten behoeve van het in het onderlinge verband brengen van de champignons het veranderen, in het bijzonder verkleinen van ten minste de onderlinge afstand tussen in lengterichting aangrenzende champignons ten opzichte van de onderlinge afstand tussen de champignons op de transporteur.

In een uitvoeringsvorm omvat het ten behoeve van het in het onderlinge verband brengen van de champignons het veranderen, in het bijzonder verkleinen van ten minste de onderlinge afstand tussen in breedterichting aangrenzende champignons ten opzichte van de onderlinge afstand tussen de champignons op de transporteur. Dit laatste kan zowel plaatsvinden wanneer de champignons van dezelfde transporteur afkomstig zijn en parallel aan elkaar aangevoerd worden, of wanneer de champignons van verschillende — logischerwijs op onderlinge afstand in breedterichting gepositioneerde transporteurs worden aangevoerd.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het in een verpakking plaatsen van champignons, omvattende ten minste één aanvoer- of opstelinrichting voor het verschaffen van verpakkingen voor champignons op een verpakkingslokatie; ten minste een transporteur, zoals een transporteur voor het naar de verpakkingslokatie aanvoeren van in de verpakking te plaatsen champignons; ten minste één aangrijp- en verplaatsingsinrichting voor het van de transporteur afnemen van de in de verpakking te plaatsen champignons; en het in een onderling verband brengen van een geselecteerd aantal champignons, welk aantal in het onderlinge verband gezamenlijk binnen de binnenafmetingen van de verpakking past en het in het onderlinge verband in de verpakking plaatsen van de champignons. Een dergelijke inrichting kan voor het verschaffen van de verpakkingen bijvoorbeeld een destacker omvatten. Een inrichting volgens de uitvinding is geschikt om een aantal champignons van de transporteur af te nemen, bijvoorbeeld een reeks champignons op rij,

en een volgende reeks champignons op rij van diezelfde transporteur af te nemen en die naast de eerste reeks te plaatsen en zo een verband te vormen.

Daarbij kan de ten minste éne aangrijp- en verplaatsingsinrichting zijn ingericht voor het van de ten minste éne transporteur opnemen van een eerste reeks in transportrichting achter 5 elkaar op de ten minste éne transporteur geplaatste champignons, van de ten minste éne transporteur opnemen van een tweede reeks in transportrichting achter elkaar op de ten minste éne transporteur geplaatste champignons en het ten minste gedeeltelijk dwars op de transportrichting naast elkaar plaatsen van de champignons uit de eerste reeks en de tweede reeks. Wanneer er reeksen champignons vanaf parallelle posities op eenzelfde transporteur worden genomen of vanaf verschillende transporteurs, vervalt mogelijk de noodzaak tot het ten opzichte van elkaar in de transportrichting verplaatsen van de champignons. Desondanks kan deze optie deel uitmaken van de uitvinding en kan het zelfs mogelijk zijn champignons afkomstig van verschillende transporteurs tussen elkaar in te voegen / te laten ritsen. Wel kan het in alle uitvoeringsvormen wenselijk zijn om ten behoeve van het van de transporteur afnemen van de champignons, de aangrijp- en verplaatsingsinrichting met de transporteur mee te (kunnen) bewegen.

In een volgende uitvoeringsvorm omvat de inrichting een eerste aantal ten opzichte van elkaar en in het bijzonder ten minste parallel aan de transportrichting beweegbare aangrijpeenheden, zoals zuignappen, voor het aangrijpen van champignons van de ten minste éne transporteur, en ten minste een tweede aantal ten opzichte van elkaar en in het bijzonder ten minste parallel aan de transportrichting beweegbare aangrijpeenheden, zoals zuignappen, voor het aangrijpen van champignons van de ten minste ene transporteur; en waarbij de inrichting verder geconfigureerd is voor het onderling verplaatsen van het eerste aantal aangrijpeenheden ten opzichte van het tweede aantal aangrijpinrichtingen, in het bijzonder het in een oriëntatie parallel aan elkaar in een richting dwars op de transportrichting positioneren van het eerste aantal aangrijpeenheden en het tweede aantal aangrijpeenheden. Afhankelijk van het al dan niet toepassen van transporteurs voor meerdere parallelle reeksen champignons is het nodig de aangrijpinrichtingen ten opzichte van elkaar te verplaatsen in de transportrichting. Wanneer er gebruik gemaakt wordt van één transporteur waarbij alle champignons achter elkaar aangevoerd worden is het — omdat champignonverpakkingen een grotere breedte dan een enkele champignon hebben — noodzakelijk om de eerste en tweede reeks champignons ten opzichte van elkaar te verplaatsen, in een richting parallel aan de transportrichting en in de transportrichting, voor het in het onderlinge verband brengen van de champignons uit de eerste en tweede reeks.

De aangrijpeenheden van de ten minste ene aangrijpinrichting kunnen daarbij ook onderling verplaatsbaar zijn voor het veranderen en in het bijzonder verkleinen van ten minste de onderlinge afstand tussen aangegrepen aangrenzende champignons. Dat kan zowel in de transportrichting als dwars daarop.

Ten minste twee aangrenzende aangrijpeenheden kunnen onderling over een afstand verplaatsbaar zijn die ten minste gelijk is aan de afstand tussen een eerste en een derde transportpositie voor een champignon op een transporteur waartussen een tweede transportpositie gelegen is, teneinde een champignon die zich op de oogst- of plukband bevindt over te kunnen slaan, Dit kan wenselijk zijn als een dergelijke champignon om welke reden dan ook, bijvoorbeeld formaat, gewicht of vorm, niet geschikt lijkt voor plaatsing in een verpakking.

De inrichting kan ten minste een tweede transporteur omvatten. Zo’n tweede band maakt het mogelijk om champignons vanaf een tweede locatie, zoals een tweede zijde van een oogstbed of een andere cel, tezamen met de champignons vanaf de eerste transporteur te verpakken.

De genoemde inrichtingen volgens de uitvinding kunnen allen zijn ingericht voor het uitvoeren van één of meerdere werkwijzen volgens de uitvinding. De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin: - Figuur 1a-1f verschillende stappen in de werkwijze volgens de uitvinding tonen; - Figuur 2 een transporteur volgens en voor gebruik volgens de uitvinding toont; en - Figuur 3 voorbeeld van een dakpansgewijze plaatsing van champignons toont.

Figuur la toont een schematisch bovenaanzicht van een transporteur 1, voorzien van gaten 3 (deels zichtbaar in figuur 1b), waarin geoogste champignons 2 worden aangevoerd in een transportrichting 4.

Figuur 1b toont diezelfde transportband 1 nadat een aangrijp- en verplaatsingsinrichting 5, 6 een aantal champignons 2 van de transporteur 1 heeft afgenomen.

Figuur 1c toont weer een volgende stap, waarin de aangrijp- en verplaatsingsinrichting 5, 6 bezig is de champignons in een onderling verband te brengen, waarbij de champignons in dit voorbeeld in twee parallelle rijen worden opgesteld.

Figuur 1d toont het uiteindelijke verband 6 waarin champignons 2 tot in onderling verband geplaatste champignons 2’ zijn geworden.

Figuur 1° toont hoe dit verband 6 in een verpakking 7 geplaatst wordt en daar een ingeschreven vorm van is.

Figuur 1f toont de verplaatsing die benodigd is voor het laatste deel van het in verband brengen van de champignons 2 tot de in verband gebrachte champignons 2’ in het onderlinge verband 6. Ten overvloede zij hier vermeld dat het woord verband en de woorden onderling verband in deze aanvrage een configuratie aanduiden en geen fysiek onderdeel of voorwerp.

Figuur 2 toont een oogst- of transportband 8 voorzien van gaten 9 voor het ontvangen van voeten van champignons, welke gaten zijn aangebracht in rijen R1, R2 en haaks daarop staande kolommen C1, C2 en verder. De getoonde transporteur 8 is een voorbeeld. Er zijn uitvoeringsvormen denkbaar met meer rijen en/of niet haaks op de rijen staande kolommen.

Zaak is dat de rangschikking op de oogst-of transportband het in een verband brengen van de champignons vereenvoudigt.

Figuur 3 toont een configuratie waarin champignons 2 in een onderling verband in een verpakking 7 worden geplaatst, door een aangrijp- en verplaatsingsinrichting die waarvan deelinrichtingen 10, 11, 12 zijn getoond. De deelinrichtingen 10, 11, 12 betreffen vacuüm- cups, die aangrijpen op de hoed van de champignon. Te zien is dat de deelinrichtingen 10, 11, 13 aangrijpen in een respectievelijke aangrijprichting D, E, F die onder een hoek alpha staat met een loodlijn A, B, C van de respectievelijke champignons 2”, 2”, 2”, Die champignons kunnen daardoor dakpansgewijs in een verpakking 7 geplaatst worden en verkrijgen daarmee een stabiele ligging door hun onderlinge verband, zelfs wanneer dat verband nog geen ingeschreven vorm van de verpakking 7 is. Een nog stabielere vorm wordt verkregen wanneer ook champignon 2”””’ wordt geplaatst, die aanligt op wand 7’ van verpakking 7, waardoor de champignons geen bewegingsvrijheid meer hebben tussen de wanden van de verpakking.

Claims (15)

Conclusies

1. Werkwijze voor het in een verpakking plaatsen van champignons, omvattende: - Het op ten minste transporteur zoals een oogst-of transportband in een transportrichting aanvoeren van in de verpakking te plaatsen champignons; - Het van de transporteur afnemen van de in de verpakking te plaatsen champignons; - Het in een onderling verband brengen van een geselecteerd aantal champignons, welk aantal in het onderlinge verband gezamenlijk binnen de binnenafmetingen van de verpakking past; - Het in het onderlinge verband in de verpakking plaatsen van de champignons.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het onderlinge verband een ingeschreven vorm van de verpakking vormt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het geselecteerde aantal champignons in het onderlinge verband het oppervlak van de verpakking vult.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattend het gezamenlijk van de ten minste éne transporteur afnemen van een eerste reeks champignons en het gezamenlijk van ten minste een tweede reeks champignons van de ten minste ene transporteur en het samenstellen van het onderlinge verband op basis van de eerste reeks en de ten minste tweede reeks.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste reeks champignons van een eerste transporteur wordt afgenomen en de ten minste tweede reeks champignons van een ten minste tweede transporteur wordt afgenomen.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het achter elkaar aanvoeren van de champignons uit de eerste reeks en het achter elkaar aanvoeren van de champignons uit de ten minste tweede reeks het ten minste gedeeltelijk naast elkaar in een onderling verband plaatsen van champignons uit de eerste en tweede reeks.

7. Werkwijze volgens conclusie 4, omvattende het ten minste gedeeltelijk parallel aanvoeren van de eerste reeks champignons op een eerste transporteur en van de tweede reeks champignons op een tweede transporteur en het ten minste gedeeltelijk naast elkaar in een onderling verband plaatsen van champignons uit de eerste en tweede reeks.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het ten behoeve van het in het onderlinge verband brengen van de champignons veranderen, in het bijzonder verkleinen van ten minste de onderlinge afstand tussen in lengterichting aangrenzende champignons ten opzichte van de onderlinge afstand tussen de champignons op de transporteur.

9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het ten behoeve van het in het onderlinge verband brengen van de champignons veranderen, in het bijzonder verkleinen van ten minste de onderlinge afstand tussen in breedterichting aangrenzende champignons ten opzichte van de onderlinge afstand tussen de champignons op de transporteur.

10. Inrichting voor het in een verpakking plaatsen van champignons, omvattende: - Ten minste één aanvoer- of opstelinrichting voor het verschaffen van verpakkingen voor champignons op een verpakkingslokatie; - Ten minste één transporteur zoals een oogst-of transportband voor het naar de verpakkingslokatie aanvoeren van in de verpakking te plaatsen champignons; - Ten minste één aangrijp- en verplaatsingsinrichting voor het: o van de transporteur afnemen van de in de verpakking te plaatsen champignons; en het o in een onderling verband brengen van een geselecteerd aantal champignons, welk aantal in het onderlinge verband gezamenlijk binnen de binnenafmetingen van de verpakking past; en het o in het onderlinge verband in de verpakking plaatsen van de champignons.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de ten minste éne aangrijp- en verplaatsingsinrichting is ingericht voor het: - van de ten minste éne transporteur opnemen van een eerste reeks in transportrichting achter elkaar op de ten minste éne transporteur geplaatste champignons; - van de ten minste éne transporteur opnemen van een tweede reeks in transportrichting achter elkaar op de ten minste éne transporteur geplaatste champignons; - ten minste gedeeltelijk dwars op de transportrichting naast elkaar plaatsen van de champignons uit de eerste reeks en de tweede reeks.

12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de aangrijpinrichting:

- een eerste aantal ten opzichte van elkaar en in het bijzonder ten minste parallel aan de transportrichting beweegbare aangrijpeenheden omvat, zoals zuignappen, voor het aangrijpen van champignons van de ten minste éne transporteur, en - ten minste een tweede aantal ten opzichte van elkaar en in het bijzonder ten minste parallel aan de transportrichting beweegbare aangrijpeenheden omvat, zoals zuignappen, voor het aangrijpen van champignons van de ten minste ene éne transporteur; en waarbij - de inrichting verder geconfigureerd is voor het onderling verplaatsen van het eerste aantal aangrijpeenheden ten opzichte van het tweede aantal aangrijpinrichtingen, in het bijzonder het in een oriëntatie parallel aan elkaar positioneren van het eerste aantal aangrijpeenheden en het tweede aantal aangrijpeenheden.

13. Inrichting volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij de aangrijpeenheden van de ten minste ene aangrijpinrichting onderling verplaatsbaar zijn voor het veranderen en in het bijzonder verkleinen van ten minste de onderlinge afstand tussen aangegrepen aangrenzende champignons.

14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij er ten minste twee aangrenzende aangrijpeenhgeden onderling over een afstand verplaatsbaar zijn die ten minste gelijk is aan de afstand tussen een eerste en een derde transportpositie voor een champignon op een transporteur waartussen een tweede transportpositie gelegen is, teneinde een champignon over te kunnen slaan.

15. Inrichting volgens een van de conclusies 10-14, omvattende ten minste een tweede transporteur.