NL2027082B1 - Demontabele pallet - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een draaglichaam voor een pallet, omvattende een op een ondergrond te plaatsen steunvlak en een tegenover het steunvlak gelegen draagvlak voor het dragen van goederen en wordt gekenmerkt doordat het draagvlak ten minste een itsparing omvat voor het opnemen van een koppelingselement in de ten minste ene uitsparing voor het onderling koppelen. van ten minste twee parallel geplaatste draaglichamen. Ook heeft de uitvinding betrekking op een set van draagelementen en koppelelementen en op een demontabele pallet die daarmee is vervaardigd.

Description

P628/NLpd

DEMONTABELE PALLET De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een demontabele pallet volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke pallet is niet in de techniek bekend. Pallets bestaan tot nog toe uit rechthoekige, soms vierkante, draagpla- teaus om goederen en voorwerpen op te dragen. Ze worden toegepast bij opslag en transport van een verscheidenheid aan goederen. Van- wege de standaard afmetingen van een pallet, vaak maar niet uit- sluitend in zogenoemd euro-formaat, is de maximale afmeting van de betreffende goederen relatief beperkt om de goederen niet buiten het draagplateau van de pallet uit te laten steken. Het stapelen van goederen, zoals dozen, in meerdere lagen is veelal goed en eenvoudig te doen, wanneer de dozen zodanig op de pallet kunnen worden gerangschikt dat in hoofdzaak het gehele oppervlak van het plateau wordt bedekt. Dit maakt een stabiele en efficiënte opslag en transport mogelijk.

Goederen die niet efficiënt op het plateau van de pallet kun- nen worden geplaatst geven ofwel het nadeel dat een groter opper- vlak door de pallet wordt ingenomen dan feitelijk vereist is voor de betreffende goederen (de goederen hebben een kleiner oppervlak dan het draagplateau van de pallet), dan wel dat de goederen aan de buitenzijde van de pallet uitsteken waardoor schade aan de goe- deren kan ontstaan en de pallet bovendien lastig te hanteren is.

In het bijzonder is het vrijwel onmogelijk om plaatvormige voorwerpen met een afmeting die groter is dan de afmeting van het draagplateau van een pallet, zoals gipsplaten, met een pallet te transporteren of op te slaan. Wanneer dit toch wordt geprobeerd lopen de plaatvormige goederen snel schade op aan de delen die buiten de pallet uitsteken.

Er is in de techniek geen oplossing voor dit probleem bekend.

De uitvinding heeft nu tot doel een oplossing te verschaffen voor dit uit de praktijk bekende nadeel van bestaande pallets.

In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een oplossing te verschaffen waarmee plaatvormige goederen eenvoudig en stabiel kunnen worden getransporteerd, opgeslagen en gehanteerd.

Tevens heeft de uitvinding tot doel een oplossing te ver- schaffen waarmee plaatvormige voorwerpen eenvoudig op een draag- plateau kunnen worden geplaatst en daar volledig op worden onder- steund.

Ook heeft de uitvinding tot doel een oplossing te verschaffen waarmee een draagplateau eenvoudig op een gewenste maat kan worden ingesteld om plaatvormige goederen van verschillende afmetingen efficiënt te kunnen ondersteunen.

Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde voordelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoerings- vorm een demontabele pallet die de maatregelen van conclusie 1 be- vat. Deze pallet heeft het voordeel dat niet alleen plaatvormige materialen maar onnoemlijk veel verschillende goederen die een van een standaard pallet afwijkende maat hebben stabiel, eenvoudig en efficiënt kunnen worden getransporteerd, opgeslagen en gehanteerd.

Tevens is gebleken dat de uitvinding een oplossing verschaft voor het nadeel dat de in de praktijk gebruikte pallets veel ruim- te innemen tijdens opslag ervan. Een dergelijke synergetische wer- king is een bijzonder groot voordeel van de onderhavige uitvin- ding.

De uitvinding heeft derhalve betrekking op een draaglichaam voor een pallet, omvattende een op een ondergrond te plaatsen steunvlak en een tegenover het steunvlak gelegen draagvlak voor het dragen van goederen, welk draaglichaam wordt gekenmerkt door- dat het draagvlak ten minste een uitsparing omvat voor het opnemen van een koppelingselement in de ten minste ene uitsparing voor het onderling koppelen van ten minste twee parallel geplaatste draag- lichamen. Door twee draagelementen parallel ten opzichte van el- kaar te plaatsen kan het koppelelement in de uitsparingen van bei- de draagelementen worden gevoegd zodat de draagelementen onderling zijn gekoppeld. Hierdoor wordt een draagconstructie met de func- tionaliteit van een pallet verkregen. De onderdelen zijn echter eenvoudig te ontkoppelen waardoor het opbergen ervan zeer eenvou- dig wordt.

Met name wordt met de onderhavige uitvinding het synergeti- sche voordeel verkregen dat de afzonderlijke onderdelen minder zwaar zijn dan een complete pallet, waardoor een enkel persoon de afzonderlijke onderdelen kan hanteren.

Om een stabiele positionering van de draagelementen en de daarop te plaatsen goederen te verkrijgen heeft het de voorkeur dat het draagvlak parallel is gelegen aan het steunvlak.

Een constructie die in grote mate is aan te passen aan de wensen van een gebruiker omvat een draaglichaam waarbij het draag- vlak een rechthoekige vorm heeft met twee tegenover elkaar gelegen korte zijden en twee tegenover elkaar gelegen lange zijden en waarbij de tegenover elkaar gelegen korte zijden een opstaande rand hebben. De opstaande rand aan de korte zijden biedt een aan- slag voor goederen of producten die op het draagelement zijn ge- plaatst, waardoor die goederen of producten niet van het draagele- ment af kunnen schuiven tijdens transport of tijdens het hanteren van het draagelement.

Een bijzonder effectieve koppeling van het koppelelement in de uitsparing wordt verkregen wanneer de ten minste ene uitsparing een verdieping in het draagvlak vormt en zich gedeeltelijk onder het draagvlak uitstrekt. Doordat de uitsparing deels onder het draagvlak is gelegen, wat inhoudt dat vanaf een rand van de uit- sparing het draagvlak over de uitsparing heen steekt en zodoende een lip boven de uitsparing vormt, zal het koppelelement bij het van onderen af duwen van het koppelelement worden gedragen door dat uitstekende deel. De lip draagt ten minste een deel van het koppelelement. De verdieping dient ervoor dat het koppelelement bij plaatsing in de uitsparing met het naar voren uitstekende uit- einde van het koppelelement eerst in de verdieping kan worden ge- voerd zodat de kantelbeweging van het kantelelement tot onder de lip mogelijk is.

Volgens een voorkeursvariant is daarom ten minste een deel van de uitsparing dat zich onder het draagvlak bevindt dieper dan ten minste een deel van de uitsparing dat zich niet onder het draagvlak bevindt.

Een gelijkmatige ondersteuning van goederen op het draagele- ment en een zekere verplaatsing van een aantal met koppelelementen gekoppelde draagelementen kan in het bijzonder worden verkregen wanneer het draaglichaam ten minste twee uitsparingen in het draagvlak omvat, waarbij elke uitsparing is ingericht voor het op- nemen van een respectievelijk koppelingselement. Bijvoorbeeld kun- nen de lepels van een heftruck onder de koppelelementen worden ge- plaatst, naast twee draagelementen of tussen twee koppelelementen in, waarna bij het omhoog brengen van de lepels deze de koppelele- menten raken en het geheel optillen. Doordat de koppelelementen tegen de lip, oftewel de uitstekende delen, aanliggen, worden ook de draagelementen opgetild door de lepels van de heftruck. De kop- pelelementen worden door de drukkracht van de lepels automatisch vlak gehouden zodat ze niet kunnen kantelen en uit de uitsparingen losraken. Bij plaatsing van goederen op de koppelelementen en op het draagelement zal de plaatsvaste positionering van de koppel- elementen in de uitsparingen nog verder toenemen.

Wanneer een draagelement meerdere uitsparingen heeft, heeft het de voorkeur dat elke uitsparing een lip omvat. Lippen van twee verschillende uitsparingen in een draagelement zijn bij voorkeur niet aan dezelfde zijde voorzien. Een lip is dan aan de kant van een eerste korte zijde voorzien terwijl de lip van de andere uit- sparing aan de kant van de andere korte zijde is voorzien. Hier- door wordt effectief voorkomen dat bij een schuivende beweging van de set van draagelementen en koppelelementen de koppelelementen uit de uitsparingen worden geschoven.

Om een eenvoudige positionering van het koppelelement te ver- krijgen heeft het de voorkeur dat de ten minste ene uitsparing zich uitstrekt tussen twee tegenover elkaar gelegen zijden van het draaglichaam.

In het bijzonder heeft het de voorkeur dat de ten minste ene uitsparing zich uitstrekt tussen twee tegenover elkaar gelegen lange zijden van het draaglichaam. Hierdoor kan het draagelement als een ondersteuning voor een of meerdere koppelelementen gaan dienen.

In aanvulling op de ten minste ene uitsparing voor het plaat- sen van een koppelelement voor het onderling koppelen van draage- lementen kan het draagelement op voordelige wijze in het draagvlak een of meerdere nevenuitsparingen omvatten voor opname van steun- voeten van op het draagvlak te plaatsen steunelementen. Deze steu- nelementen kunnen zich van het draagvlak uitstrekkende wanden zijn waartussen of waartegen beweeglijke, waaronder zonder enige beper- king schuivende en rollende, goederen kunnen worden geplaatst, zo- als buizen, leidingen, balken, planken en dergelijke. De nevenuitsparingen strekken zich bij voorkeur uit tussen 5 twee tegenover elkaar gelegen zijden, bij voorkeur lange zijden, van het draaglichaam, waardoor de steunvoeten in de nevenuitspa- ringen kunnen worden geschoven en een vorm van deze nevenuitspa- ringen kan worden gekozen dat ze vast maar losneembaar aan het draagelement zijn gekoppeld.

Om een dergelijke vaste maar losneembare koppeling te ver- krijgen heeft het met name de voorkeur dat de nevenuitsparingen zijn gevormd als een omgekeerde T, een L, een omgekeerde Y, of een andere vorm die het loodrecht of in hoofdzaak loodrecht op het draagvlak uittrekken van de steunvoet voorkomt.

Om een zo groot mogelijk oppervlak van het draagelement ge- schikt te maken voor het dragen van de hiervoor genoemde beweeg- lijke goederen en producten, heeft het de voorkeur dat de neven- uitsparingen zijn voorzien nabij de korte zijden van het draag- vlak. Wanneer de koppelelementen zich volgens een voorkeuruitvoe- ringsvorm loodrecht op de draagelementen uitstrekken levert dit een maximaal oppervlak voor het dragen van dergelijke goederen binnen de op het draagvlak te plaatsen steunelementen.

Het kan de voorkeur genieten om de producten en goederen die zich op het draagelement en de koppelelementen bevinden af te dek- ken of vast te zetten. Dit kan gebeuren met bijvoorbeeld een span- band of een dekzeil. In dat geval is het draagelement bij voorkeur voorzien van een haaknok en / of een sparing aan een zijkant aan de korte zijde van het draaglichaam voor koppeling van de spanband of het dekzeil.

Wanneer het draagelement niet wordt gebruikt voor het ver- schaffen van een draagplateau, bijvoorbeeld in de zin van en ter vervanging van een in de techniek gebruikelijke en bekende pallet, kunnen de afzonderlijke draagelementen gezamenlijk worden opgesla- gen. Dit opslaan kan bijvoorbeeld plaatsvinden op enkele draagele- menten die naast elkaar en optioneel met de lange zijden tegen el- kaar zijn geplaatst en waarop andere draagelementen worden geposi- tioneerd. De genoemde andere draagelementen kunnen aaneengescha-

keld, met hun zijkanten op het draagvlak worden gelegd. Een eerste vlak van op hun zijkanten liggende draagelementen kan in een eer- ste richting zijn gepositioneerd, terwijl een opvolgend vlak draagelementen in een richting loodrecht daarop zijn gepositio- neerd, et cetera. Bij voorkeur hebben de draagelementen aan hun ene zijkant nokken en aan hun andere zijkant opneemopeningen waar de nokken in passen bij het op deze wijze positioneren van de draagelementen. Hierdoor wordt verschuiving van de draagelementen voorkomen. De uitvinding heeft daarom bij voorkeur tevens betrek- king op een draaglichaam waarbij aan een eerste zijkant aan een lange zijde van het draaglichaam nokken zijn voorzien en aan een tegenoverliggende tweede zijkant aan een lange zijde van het draaglichaam opneemopeningen zijn voorzien voor opname van de nok- ken van een ander draaglichaam bij het tegen elkaar plaatsen van draaglichamen.

Tevens heeft het de voorkeur dat de draagelementen aan hun onderzijde, dat wil zeggen aan het bodemvlak, uitsparingen van de ene lange zijde naar de andere lange zijde omvat voor opname van de lepels van een heftruck of pompwagen, zodat een dergelijke sta- pel draagelementen eenvoudig kan worden gehanteerd en getranspor- teerd.

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een set van ten minste twee draaglichamen volgens de uitvinding en zoals hiervoor omschreven en een koppelingselement.

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een dergelijke set omvattende ten minste twee koppelingselementen.

In deze set heeft het de voorkeur dat het ten minste ene kop- pelingselement een plankvormig element is met een breedte en een dikte die geschikt zijn voor opname van het plankvormig element in de uitsparing en een lengte die geschikt is voor koppeling van ten minste twee parallel ten opzichte van elkaar geplaatste draagli- chamen. Hierdoor wordt ten minste een doel verkregen zoals hier- voor genoemd.

Tot slot heeft de uitvinding betrekking op een set zoals hiervoor genoemd, voorts omvattende een dekplaat voor plaatsing op een gekoppelde set van ten minste twee draaglichamen en ten minste een koppelelement. De dekplaat verschaft een doorlopend oppervlak voor het dragen van goederen met relatief kleinere individuele af- meting.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een pallet, bijvoor- beeld een demontabele pallet, gevormd met een draagelement volgens de uitvinding en zoals hiervoor en in de hierna volgende beschrij- ving van de figuren uitgebreid beschreven of gevormd met een set zoals hiervoor beschreven.

De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. De tekening toont hierbij in: Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een draagelement vol- gens de uitvinding, Fig. 2 een aanzicht volgens Fig. 1 met goederen erop, Fig. 3 een aanzicht volgens Fig. 1 met goederen erop, Fig. 4 een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een koppel- element, Fig. 5 een bovenaanzicht van met koppelelementen gekoppelde een draagelementen, Fig. 6 een vereenvoudigd perspectivisch aanzicht van Fig. 5, Fig. 7 een aanzicht volgens Fig. 1 met goederen erop, Fig. 8 een aanzicht volgens Fig. 1 met een dekplaat erop, Fig. 9 een bovenaanzicht van Fig. 8, Fig. 10 een bovenaanzicht van een aantal draagelementen, en Fig. 11 een zijaanzicht met plaatsteunen.

In de figuren zijn dezelfde onderdelen middels dezelfde ver- wijzingscijfers aangeduid. Echter, de voor een praktische uitvoe- ring van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn niet alle ge- toond, vanwege de eenvoud van de weergave.

Fig. 1 toont een schematisch zijaanzicht van een draagelement 1 volgens de uitvinding. Het draagelement 1 omvat een op een on- dergrond (niet getoond) te plaatsen steunvlak 2 en een tegenover het steunvlak gelegen draagvlak 3 voor het dragen van goederen. Voorbeelden van goederen die op het draagelement 1 kunnen worden gedragen zijn weergegeven in Fig. 2, Fig. 3 en Fig. 7. Fig. 8 en Fig. 9 tonen een dekplaat die op de draagelementen volgens de uit- vinding kan worden geplaatst om het dragend oppervlak te vergro- ten.

De hoogte van het draagvlak 3 ten opzichte van het steunvlak 2 is in de getoonde uitvoeringsvorm 260 mm, wat grote ergonomische voordelen voor een gebruiker biedt.

Het draagvlak 3 omvat in de getoonde variant twee uitsparin- gen 4, 5 voor het daarin opnemen van een koppelingselement 6. Met het koppelelement 6, zoals getoond in Fig. 4 in bovenaanzicht en zijaanzicht kunnen twee parallel geplaatste draagelementen 1 los- neembaar worden gekoppeld.

Het draagelement 1 kan met poten 7, 8, 9 op de ondergrond worden geplaatst waarbij het steunvlak aan een onderzijde van het draagelement 1 is voorzien. Tussen de poten 7, 8, 9 zijn openingen 10, 11 voorzien waarin lepels van een vorkheftruck of een pompwa- gen kunnen worden gestoken voor het transporteren of hanteren van de draagelementen 1 en eventueel daarop geplaatste samenwerkende onderdelen of goederen.

In de uitsparingen 4, 5 is een verdieping 12, 13 aangebracht om het invoeren van de koppelelementen 6 te vergemakkelijken. Te- vens is een lip 14, of een uitstekend deel 14, voorzien waar het koppelelement 6 onder wordt geplaatst. In het bijzonder is getoond in Fig. 1 dat het koppelelement een uitsnede 15 omvat voor opname van de lip 14. Dit levert een doorlopend draagvlak 3 wanneer de koppelelementen 6 in de uitsparingen 4, 5 zijn geplaatst.

Een handgreep 16 vergemakkelijkt het hanteren van een draage- lement 1 door een gebruiker.

Fig. 2 toont het draagelement 1 met daarop een stapel 17 plaatvormige goederen geplaatst. De poten 7, 3 zijn op afstand van een zijkant 18, 19 geplaatst, waardoor een gebruiker met zijn schoen 20 onder het draagelement 1 kan staan wat het gebruiksgemak bevordert.

Fig. 3 toont een voortborduring op het draagelement 1, waarbij in het draagvlak 3 additionele nevenuitsparingen 21 zijn voorzien voor opname van steunvoeten 22 van op het draagvlak 3 te plaatsen steunelementen 23.

De nevenuitsparingen 21 strekken zich uit loodrecht in het vlak van de tekening tussen twee tegenover elkaar gelegen zijden, bij voorkeur lange zijden, van het draaglichaam. De zijkanten 18, 19 vormen hierbij twee korte zijden 18, 19 van het draagelement 1.

Zoals getoond in de figuren zijn de nevenuitsparingen 21 gevormd als een omgekeerde T. Andere vormen zijn mogelijk, zoals een L, een omgekeerde Y, of elke andere vorm die het loodrecht op het draagvlak uittrekken van de steunvoet 22 voorkomt.

Twee nevenuitsparingen 21 zijn voorzien nabij de korte zijden 18, 19 van het draagvlak 3 om een groot volume aan beweeglijke ma- terialen te kunnen plaatsen tussen de steunelementen 23.

In Fig. 3 is een verscheidenheid aan beweeglijke goederen ge- toond, zoals buizen 24, leidingen 25 en balken 26 (vanaf de kopse kant gezien).

Fig. 4 toont een bovenaanzicht waarin de lange lengte en de korte breedte van het koppelelement 6 duidelijk herkenbaar zijn. Tevens toont Fig. 4 een, eveneens in Fig. 1 getoond, zijaanzicht vanaf een kopse, korte zijde van het koppelelement 6.

Fig. 5 toont een bovenaanzicht van twee draagelementen 1 en twee koppelelementen 6 die werkzaam zijn gekoppeld. Hierdoor wordt een totaal draagvlak 3 gecreëerd met een breedte en lengte die worden bepaald door de lengte van de draagelementen 1 en de kop- pelelementen 6. Dit levert een demontabele pallet op. Fig. 6 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van deze demontabele pal- let.

De lepels van een heftruck of dergelijke kunnen in de ruimte 27 tussen de twee draagelementen 1 worden geplaatst om de pallet op te tillen en te transporteren. Doordat de koppelelementen 6 te- gen de lip 14 aanliggen en in horizontale positie worden gehouden door het eigengewicht en de vorm van de lepels zullen de koppel- elementen 6 niet uit de uitsparingen 5 worden verwijderd. Dit zelfkoppelende karakter wordt verder versterkt wanneer zich goe- deren op het draagvlak 3 bevinden.

Fig. 7 toont een variant met steunelementen 28 voor het in staande positie plaatsen van plaatvormige goederen 29, bijvoor- beeld gipsplaten. Een additioneel steunelement kan in de aan de zijkant geplaatste nevenuitsparingen 21 worden aangebracht om het verschuiven van de plaatvormige goederen te voorkomen.

Fig. 8 toont een zijaanzicht van een draagelement met een daarop geplaatste dekplaat 34. De dekplaat kan onder nokken 35 worden geplaatst (zie ook in Fig. 1) om een stevige koppeling aan de draagelementen 1 te verkrijgen. Fig. 9 toont een bovenaanzicht hiervan. Dit levert een vast draagvlak 3, wat voordelig kan zijn bij goederen die kleiner zijn dan de openingen die worden gevormd tussen de draagelementen 1 en de koppelelementen 6.

Op het draagvlak 3 van een aantal naast elkaar geplaatste draagelementen 1 kunnen meerdere lagen op hun zijkant geplaatste draagelementen 1 worden geplaatst. Om te voorkomen dat de draage- lementen 1 verschuiven zijn nokken 30 aan een lange zijde 31 van de draagelementen 1 voorzien en zijn aan de tegenoverliggende lan- ge zijde 32 van de draagelementen opneemopeningen 33 voorzien. Om de draagelementen 1 in elke volgende laag over 90° op hun zijkant liggend te kunnen plaatsen, maar ook om de aaneensluitend tegen elkaar te kunnen plaatsen en te kunnen nesten, zijn telkens twee nokken aan de ene zijde 31 en vier opneemopeningen 33 aan de ande- re zijde 32 voorzien. De koppelelementen 6 kunnen op voordelige wijze een scharnier op een positie in het midden tussen de lange uiteinden omvatten, waarlangs de koppelelementen 6 kunnen worden gevouwen. De lengte van de koppelelementen 6 is dan in hoofdzaak gelijk aan de lengte van de draagelementen 1, zodat ze op de op hun zijkant geplaatste draagelementen kunnen worden geplaatsten gezamenlijk worden opgeslagen of getransporteerd. Het scharnier kan een eenvoudige inkeping zijn die het dubbelvouwen van het kop- pelelement 6 mogelijk maakt.

Fig. 11 toont ten slotte een draagelement met daarop twee steunen, die als een variant van de hiervoor beschreven steunele- menten 28 kunnen worden gezien, voor het daartegen in staande po- sitie plaatsen van plaatvormige elementen, bijvoorbeeld gipsplaten of houten platen. Die plaatvormige elementen kunnen tegen de steu- nen aan geplaatst worden. De steunen hebben elk een koppelelement, in hoofdzaak in de vorm van het hiervoor beschreven koppelelement 6, voor opname in een uitsparing 4, 5 alsmede een additioneel steunelement dat in een in het midden, dat wil zeggen tussen de beide uitsparingen 4, 5, geplaatste nevenuitsparingen 21 kan wor- den aangebracht om het verschuiven van de steun te voorkomen. Te- vens zijn aan de naar elkaar toe gerichte zijden van de beide steunen respectievelijk een nok en uitsparing voorzien die in sa- menwerking een grotere stabiliteit aan de steunen verschaffen.

Dein Fig. 11 getoonde variant geeft een grotere stabiliteit dan de steun die in Fig. 7 is getoond.

De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.

De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven.

Claims (19)

CONCLUSIES

1. Draaglichaam voor een pallet, omvattende een op een ondergrond te plaatsen steunvlak en een tegenover het steunvlak gelegen draagvlak voor het dragen van goederen, met het kenmerk, dat het draagvlak ten minste een uitsparing omvat voor het opnemen van een koppelingselement in de ten minste ene uitsparing voor het onder- ling koppelen van ten minste twee parallel geplaatste draaglicha- men.

2. Draaglichaam volgens conclusie 1, waarbij het draagvlak paral- lel is gelegen aan het steunvlak.

3. Draaglichaam volgens conclusie 1, waarbij het draagvlak een rechthoekige vorm heeft met twee tegenover elkaar gelegen korte zijden en twee tegenover elkaar gelegen lange zijden en waarbij de tegenover elkaar gelegen korte zijden een opstaande rand hebben.

4. Draaglichaam volgens conclusie 1, waarbij de ten minste ene uitsparing een verdieping in het draagvlak vormt en zich gedeelte- lijk onder het draagvlak uitstrekt.

5. Draaglichaam volgens een der conclusies 1 tot en met 4, waarbij het draaglichaam ten minste twee uitsparingen in het draagvlak om- vat, waarbij elke uitsparing is ingericht voor het opnemen van een respectievelijk koppelingselement.

6. Draaglichaam volgens conclusie 1, waarbij de ten minste ene uitsparing zich uitstrekt tussen twee tegenover elkaar gelegen zijden van het draaglichaam.

7. Draaglichaam volgens conclusies 6 in combinatie met conclusie 3, waarbij de ten minste ene uitsparing zich uitstrekt tussen twee tegenover elkaar gelegen lange zijden van het draaglichaam.

8. Draaglichaam volgens conclusie 4, waarbij ten minste een deel van de uitsparing dat zich onder het draagvlak bevindt dieper is dan ten minste een deel van de uitsparing dat zich niet onder het draagvlak bevindt.

9. Draaglichaam volgens een der conclusies 1 tot en met 8, waarbij het draagvlak nevenuitsparingen omvat voor opname van steunvoeten van op het draagvlak te plaatsen steunelementen.

10. Draaglichaam volgens conclusie 9, waarbij de nevenuitsparingen zich uitstrekken tussen twee tegenover elkaar gelegen zijden, bij voorkeur lange zijden, van het draaglichaam.

11. Draaglichaam volgens conclusie 10, waarbij de nevenuitsparin- gen zijn gevormd als een omgekeerde T, een L, een omgekeerde Y, of elke andere vorm die het loodrecht op het draagvlak uittrekken van de steunvoet voorkomt.

12. Draaglichaam volgens een der conclusies 9 tot en met 11, waar- bij de nevenuitsparingen zijn voorzien nabij de korte zijden van het draagvlak.

13. Draaglichaam volgens conclusie 1, waarbij ten minste een van een haaknok en een sparing is voorzien aan een zijkant aan de kor- te zijde van het draaglichaam voor koppeling van een spanband of dekzeil.

14. Draaglichaam volgens conclusie 1, waarbij aan een eerste zij- kant aan een lange zijde van het draaglichaam nokken zijn voorzien en aan een tegenoverliggende tweede zijkant aan een lange zijde van het draaglichaam opneemopeningen zijn voorzien voor opname van de nokken van een ander draaglichaam bij het tegen elkaar plaatsen van draaglichamen.

15. Set van ten minste twee draaglichamen volgens een der conclu- sies 1 tot en met 12 en een koppelingselement.

16. Set volgens conclusie 15, omvattende ten minste twee koppe-

lingselementen.

17. Set volgens conclusie 15 of 16, waarbij het ten minste ene koppelingselement een plankvormig element is met een breedte en een dikte die geschikt zijn voor opname van het plankvormig ele- ment in de uitsparing en een lengte die geschikt is voor koppeling van ten minste twee parallel ten opzichte van elkaar geplaatste draaglichamen.

18. Set volgens een der conclusies 15 tot en met 17, voorts omvat- tende een dekplaat voor plaatsing op een gekoppelde set van ten minste twee draaglichamen en ten minste een koppelelement.

19. Demontabele pallet gevormd met een draagelement zoals genoemd in een der voorgaande conclusies 1 tot en met 14 of gevormd met een set volgens een der conclusies 15 tot en met 18.