NL2015282B1 - Verbeterde kist voor landbouw- en tuinbouwproducten. - Google Patents

Abstract

De uitvinding verschaft een kist voor landbouw- en tuinbouwproducten, omvattende een rechthoekige bodemplaat, opstaande steunbalken in elke hoek van de bodemplaat, en onderste en bovenste zijplanken die zijn aangebracht aan ieder zijvlak van de kist. De steunbalken hebben een hoogte van 17,0-19,0 cm. De kist is voorzien van ten minste een van de volgende verstevigingen. Een eerste versteviging, waarbij ten minste één bovenste zijplank is aangebracht met haar bovenrand op een afstand van 15,0-17,0 cm boven de bodemplaat terwijl de overige bovenste zijplanken zijn aangebracht met hun bovenrand op een afstand van ten hoogste 14,0 cm boven de bodemplaat. Een tweede versteviging waarbij ten minste een van de zijplanken een breedte heeft in het bereik van 6,1-8,0 cm terwijl de overige zijplanken een breedte hebben in het bereik van ten hoogste 6,0 cm.

Description

VERBETERDE KIST VOOR LANDBOUW- EN TUINBOUWPRODUCTEN Technisch gebied

De onderhavige uitvinding betreft kisten voor landbouw- en tuinbouwproducten, zoals bijvoorbeeld fruit, groenten, bloembollen enz.

Achtergrond - stand der techniek

Een vaak gebruikt type houten kist voor het opslaan en vervoeren van landbouw- en tuinbouwproducten, zoals afgebeeld in figuren 1 en 3, is samengesteld uit een bodemplaat die zich aan de onderzijde van de kist bevindt, vier steunbalken die zich elk bevinden in een van de vier hoeken van de kist, en acht zijplanken die per twee zijn aangebracht aan elk van de vier zijvlakken van de kist. De zijplanken en de bodemplaat omsluiten een opslagruimte voor het daarin opslaan van landbouw- en tuinbouwproducten, die in de kist kunnen worden ingebracht en eruit kunnen worden genomen via een opening aan de bovenzijde van de kist.

De steunbalken strekken zich naar boven uit vanaf de bodemplaat, in een richting die globaal genomen loodrecht staat op de bodemplaat, en een hoogte hebben van ongeveer 20 cm. Gewoonlijk hebben de steunbalken een dwarsdoorsnede in de vorm van een rechthoekige driehoek, waarbij de rechte hoeken zich in de hoeken van de kist bevinden. De steunbalken kunnen echter ook andere vormen hebben, zoals bijvoorbeeld een vierkante dwarsdoorsnede. De steunbalken zijn voorzien voor het ondersteunen van een of meer kisten die boven op de kist zijn gestapeld.

De twee zijplanken aan elk zijvlak van de kist strekken zich in hun lengterichting uit tussen de steunbalken die zich aan de randen van elk van de zijvlakken bevinden, en zijn met hun breedterichting in de hoogterichting van de kist geplaatst. Aan hun uiteinden zijn de zijplanken bevestigd aan de steunbalken, bijvoorbeeld door middel van nietjes. De twee zijplanken aan elk zijvlak zijn nagenoeg evenwijdig aan elkaar en op een afstand van elkaar geplaatst. De onderste van de twee zijplanken aan elk zijvlak van de kist, de onderste zijplank dus, bevindt zich met een onderrand in de nabijheid van de bodemplaat van de kist, en raakt bij voorkeur de bodemplaat met deze onderrand. De onderste zijplanken zijn bevestigd aan de bodemplaat, bij voorkeur door middel van nietjes. De bovenste van de twee zijplanken aan elk zijvlak van de kist, de bovenste zijplank dus, is zodanig gepositioneerd dat een bovenrand van de bovenste zijplank zich bevindt op een afstand van ten hoogste 14,0 cm van de bodemplaat.

De zijplanken hebben alle dezelfde breedte, in het bereik van 5,0-6,0 cm, een lengte die ongeveer gelijk is aan de lengte van het zijvlak waaraan ze zijn aangebracht, en een dikte in het bereik van 3,0-4,0 mm. De onderste zijplanken bevinden zich alle op ongeveer dezelfde afstand van de bodemplaat, en hetzelfde geldt voor de bovenste zijplanken. Gewoonlijk zijn de zijplanken gemaakt van fineerhout.

De bodemplaat heeft een rechthoekige vorm met een lengte van ongeveer 50 cm, een breedte van ongeveer 30 cm en een dikte van ongeveer 3 mm. Doorgaans is de bodemplaat gemaakt van harde vezelplaat (“hardboard”).

Aangezien de steunbalken een hoogte hebben van ongeveer 20 cm en de bovenste zijplanken zich met hun bovenrand op een afstand van ten hoogste 14,0 cm van de bodemplaat bevinden, blijft er boven de opslagruimte van de kist een relatief grote lege ruimte over die niet wordt gebruikt voor het erin opslaan van landbouw- en tuinbouwproducten. De landbouw- en tuinbouwproducten in de kist kunnen vanuit de opslagruimte uitsteken tot in deze ruimte, maar slechts in beperkte mate, anders zouden de landbouw- en tuinbouwproducten uit de kist kunnen vallen. Zo wordt dus, met een hoogteverschil van ten minste 6,0 cm tussen de bovenkanten van de steunbalken en de bovenranden van de bovenste zijplanken, ongeveer 30% van het volume van de kist veelal niet gebruikt voor het erin opslaan van landbouw- en tuinbouwproducten.

Wanneer de kisten worden vervoerd met een vrachtwagen, vormt deze relatief grote hoeveelheid ongebruikte ruimte in mindere mate een probleem, omdat deze vrachtwagens meestal al tot hun maximale gewicht of laadcapaciteit zijn beladen wanneer ze volledig zijn gevuld met kisten die gevuld zijn met landbouw- en tuinbouwproducten. Vandaag wordt het vervoer van landbouw- en tuinbouwproducten echter meer en meer uitgevoerd met intermodale containers op boten, treinen, vrachtwagens voor intermodale containers enz. Bij deze intermodale containers is de grote hoeveelheid lege ruimte een nadeel omdat de intermodale containers meer gewicht kunnen dragen. Dat wil zeggen: zelfs wanneer ze volledig gevuld zijn met kisten die landbouw- en tuinbouwproducten bevatten, zijn de intermodale containers niet gevuld tot hun maximale gewichtscapaciteit. Met deze kisten wordt de beschikbare opslagruimte in vervoermiddelen zoals intermodale containers, vrachtwagens enz. dus niet efficiënt gebruikt.

Wanneer steunbalken met een lagere hoogte worden gebruikt, kunnen meer kisten op elkaar worden gestapeld. Dit brengt echter het nadeel met zich mee dat de onderste kisten in de stapel kisten niet in staat zijn om het gewicht te dragen van de bijkomende kisten die erop zijn gestapeld, wat ertoe leidt dat ze inzakken, waardoor alle landbouw- en tuinbouwproducten die erin zijn opgeslagen worden beschadigd. Het inzakken van de kisten onderaand te stapel kan ook het inzakken van de volledige stapel van kisten veroorzaken, waardoor alle landbouw- en tuinbouwproducten die in kisten van de stapel zijn opgeslagen worden beschadigd, en mogelijk ook de mensen en voorwerpen in de omgeving van de stapel kisten.

Uiteenzetting van de uitvinding

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een verbeterde kist voor het opslaan en vervoeren van landbouw- en tuinbouwproducten te verschaffen met een lagere hoogte en die geschikt is voor het dragen van meer gewicht.

Dit doel wordt in overeenstemming met de uitvinding verwezenlijkt door een kist voor landbouw- en tuinbouwproducten die de technische kenmerken van het kenmerkende gedeelte van de eerste conclusie vertoont.

Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een kist voor landbouw- en tuinbouwproducten, waarbij de kist omvat: - een bodemplaat met een globaal genomen rechthoekige vorm, die aangebracht is aan de onderzijde van de kist, met een breedte in het bereik van 20-40 cm, bij voorkeur in het bereik van 25-35 cm, met meer voorkeur in het bereik van 28-32 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 29-31 cm, en met nóg meer voorkeur een breedte van ongeveer 30 cm, en met een lengte in het bereik van 40-60 cm, bij voorkeur in het bereik van 45-55 cm, met meer voorkeur in het bereik van 48-52 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 49-51 cm, en met nóg meer voorkeur een lengte van ongeveer 50 cm; - een rechtopstaande steunbalk in elke hoek van de bodemplaat, die zich vanaf de bodemplaat naar boven toe uitstrekt in een richting die globaal genomen loodrecht staat op de bodemplaat, en die voorzien is voor het ondersteunen van andere kisten die boven op de kist worden gestapeld; - een onderste zijplank aan elk van de zijvlakken van de kist, zodanig gepositioneerd dat een onderrand van de onderste zijplank zich in de nabijheid van de bodemplaat bevindt, en waarbij elke onderste zijplank, bij voorkeur met haar uiteinden in haar lengterichting, is bevestigd aan de steunbalken aan het onvereenkomstige zijvlak; - een bovenste zijplank aan elk van de zijvlakken van de kist, boven en globaal genomen evenwijdig met de onderste zijplank die aan het overeenkomstige zijvlak is aangebracht, en waarbij elke bovenste zijplank, bij voorkeur met haar uiteinden in haar lengterichting, is bevestigd aan de steunbalken aan het onvereenkomstige zijvlak, bij voorkeur ten minste in een bevestigingspositie dicht bij de bovenrand van de bovenste zijplank, en met meer voorkeur in een veelheid van bevestigingsposities die zijn verdeeld over de breedterichting van de bovenste zijplank; waarbij de steunbalken een hoogte hebben in het bereik van 17,0-19,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 17,5-18,5 cm, met meer voorkeur in het bereik van 17,8-18,2 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 17,9-18,1 cm, en met nóg meer voorkeur een hoogte van ongeveer 18,0 cm, en waarbij de kist voorts is voorzien van ten minste een van de verstevigingen gekozen uit: - een eerste versteviging, waarbij ten minste een van de bovenste zijplanken zodanig is gepositioneerd dat een bovenrand van de ten minste ene van de bovenste zijplanken zich bevindt op een afstand van de bodemplaat in het bereik van 15,0-17,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 15,5-16,5 cm, met meer voorkeur in het bereik van 15,8-16,2 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 15,9-16,1 cm, en met nóg meer voorkeur een hoogte van ongeveer 16,0 cm, en waarbij de overige bovenste zijplanken, indien er naast de ten minste ene van de bovenste zijplanken nog andere bovenste zijplanken overblijven, zodanig zijn gepositioneerd dat de bovenranden van de overige bovenste zijplanken zich bevinden op een afstand van de bodemplaat van ten hoogste 14,0 cm, en - een tweede versteviging, waarbij ten minste één zijplank, gekozen uit alle bovenste zijplanken en alle onderste zijplanken, een breedte heeft in het bereik van 6,1-8,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 6,2-7,6 cm, met meer voorkeur in het bereik van 6,3-7,4 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 6,4- 7,2 cm, en met nóg meer voorkeur in het bereik van 6,5-7,0 cm, en waarbij de overige zijplanken, indien er nog andere zijplanken overblijven naast de ten minste ene zijplank die werd gekozen uit al de bovenste zijplanken en al de onderste zijplanken, een breedte hebben van ten hoogste 6,0 cm.

Het verlagen van de hoogte van de steunbalken van de kist volgens de onderhavige uitvinding tot een hoogte in het bereik van 17,ΟΙ 9,0 cm of tot een hoogte in een van de andere voorkeursbereiken heeft tot gevolg dat de hoogte van de kist volgens de onderhavige uitvinding eveneens wordt verlaagd. Dit brengt het voordeel met zich mee dat een groter aantal van de kisten volgens de onderhavige uitvinding op elkaar kunnen worden gestapeld, in vergelijking met een stapel kisten zoals bekend uit de stand der techniek, waarbij beide stapels ongeveer dezelfde hoogte hebben. Met een kist volgens de onderhavige uitvinding wordt bijgevolg de beschikbare opslagruimte in een opslag- en vervoermiddel voor kisten, zoals bijvoorbeeld een intermodale container, op een efficiëntere manier gebruikt, zodanig dat het opslag- en vervoermiddel voor kisten tot zijn maximale gewichtscapaciteit kan worden gevuld.

Door de kist volgens de onderhavige uitvinding te voorzien van ten minste een van de verstevigingen gekozen uit de eerste versteviging en de tweede versteviging, wordt de kist verstevigd en daardoor voorzien van extra stevigheid. Dit brengt het voordeel met zich mee dat de kist volgens de onderhavige uitvinding in staat is om het bijkomende gewicht van bijkomende erbovenop gestapelde kisten te dragen, zonder het risico dat ze inzakken en daardoor mogelijk schade toebrengen aan de landbouw- en tuinbouwproducten die in de kist zijn opgeslagen, en mogelijk ook aan de mensen en voorwerpen in de omgeving van de kist. De ten minste ene versteviging zorgt dus voor een stuggere en duurzamere kist.

Omdat de kist volgens de onderhavige uitvinding wordt gebruikt voor het op elkaar stapelen van verscheidene van de kisten, waarbij elke kist rust op de steunbalken van de kist eronder, dient het gewicht van de kisten en van de in de kisten opgeslagen landbouw- en tuinbouwproducten te worden gedragen door de steunbalken. De meeste van de krachten van dit gewicht worden uitgeoefend op een bovenzijde van de steunbalken, gelegen aan de bovenzijde van de kist, en op een onderzijde van de steunbalken, gelegen aan de onderzijde van de kist. De uitvinders hebben ondervonden dat deze krachten aan de onderzijde van de steunbalken met voordeel worden overgedragen langs de onderste zijplanken, die dicht bij de onderzijde van de steunbalken zijn bevestigd, waardoor de belasting op de steunbalken wordt gereduceerd. Vanaf deze voordelige positie dicht bij de onderzijde van de steunbalken voorkomen de onderste zijplanken tevens dat de steunbalken waaraan ze zijn bevestigd uit elkaar worden getrokken als gevolg van de krachten die inwerken op de onderzijde van de steunbalken. In de kist volgens de stand der techniek zijn aan de bovenzijde van de steunbalken echter geen middelen zoals de onderste zijplanken aanwezig om de belasting op de steunbalken te reduceren en te voorkomen dat de steunbalken uit elkaar worden getrokken.

Het is daarom voordelig om ten minste een van de bovenste zijplanken te positioneren met haar bovenrand op een grotere afstand van de bodemplaat, en dus dichter bij de bovenzijde van de steunbalken, zoals werd beschreven voor de eerste versteviging. Daardoor worden de steunbalken die zijn aangebracht aan het zijvlak van de kist waar de ten minste ene bovenste zijplank zich bevindt, bij elkaar gehouden in een positie die dichter bij de bovenzijde van de steunbalken ligt. Dit is voordelig voor het reduceren van de belasting op de steunbalken die voortkomt uit de krachten die inwerken op de bovenzijde van de steunbalken, en om te voorkomen dat de steunbalken uit elkaar worden getrokken. Daarom is het ook voordelig dat de bovenste zijplanken ten minste aan de steunbalken zijn bevestigd in een bevestigingspositie dicht bij de bovenrand van de bovenste zijplanken, zodanig dat de bovenste zijplanken de steunbalken bij elkaar houden in een positie zo dicht mogelijk bij de bovenzijde van de steunbalken.

De uitvinders hebben echter ondervonden dat bij het positioneren van de bovenrand van de ten minste ene bovenste zijplank een afweging dient te worden gemaakt tussen een eerste behoefte, het verder verstevigen van de kist door het dichter bij de bovenzijde van de steunbalken plaatsen van de bovenrand van de ten minste ene zijplank, en een tweede behoefte, het voorkomen dat landbouw- en tuinbouwproducten uit de kist vallen via de opening tussen de ten minste ene bovenste zijplank en de onderste zijplank onder de ten minste ene bovenste zijplank, door het beperken van de grootte van deze opening en dus het reduceren van de afstand tussen de ten minste ene bovenste zijplank en de onderste zijplank onder de ten minste ene bovenste zijplank. De uitvinders hebben ondervonden dat door de bovenrand van de ten minste ene bovenste zijplank te positioneren op een afstand van de bodemplaat in het bereik van 15,0-17,0 cm, of in om het even welke van de andere voorkeursbereiken, een optimaal en voordelig compromis wordt bereikt tussen genoemde twee behoeften.

Als de bovenrand van de ten minste ene bovenste zijplank niet helemaal aan de bovenzijde van de steunbalken wordt gepositioneerd, brengt dat ook het voordeel met zich mee dat de landbouw- en tuinbouwproducten in de kist makkelijker bereikbaar zijn vanaf alle kanten van de kist, zonder daarbij gehinderd te worden door de ten minste ene bovenste zijplank.

De kist volgens de onderhavige uitvinding voorzien van de eerste versteviging brengt bovendien het voordeel met zich mee dat er geen bijkomend materiaal nodig is om de kist extra stevigheid te verlenen. Vergeleken met de kist volgens de stand der techniek is voor de kist volgens de onderhavige uitvinding zelfs minder materiaal nodig, als gevolg van de lagere hoogte van de steunbalken. Daardoor is de kist volgens de onderhavige uitvinding op een economisch en ecologisch voordeligere manier te vervaardigen.

Als de kist wordt voorzien van ten minste één zijplank van de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken met een grotere breedte dan de overige zijplanken, zoals beschreven voor de tweede versteviging, brengt dat het voordeel met zich mee dat de buigmodulus van de ten minste ene zijplank wordt vergroot. Daardoor wordt de ten minste ene zijplank steviger en meer geschikt om de krachten te weerstaan die inwerken op de steunbalken, en die worden overgebracht op de ten minste ene zijplank en de overige zijplanken. De tweede versteviging levert dus een stevigere kist op door de ten minste ene zijplank een grotere stevigheid te verlenen.

Als de kist wordt voorzien van zowel de eerste versteviging als de tweede versteviging, brengt dat het voordeel met zich mee dat de bijdrage van de eerste versteviging tot de stevigheid van de kist en de bijdrage van de tweede versteviging tot de stevigheid van de kist worden gecombineerd, wat resulteert in een stevigere kist die grotere lasten kan dragen.

Voor de vakman moet duidelijk zijn dat de breedte van de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken en de positie van de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken langs de hoogterichting van de steunbalken en ten opzichte van elkaar, zodanig dient te worden gekozen dat er geen overlapping optreedt tussen de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken aan de verschillende zijvlakken van de kist.

De zijvlakken van de kist die georiënteerd zijn langs de breedterichting van de kist worden in dit document aangeduid als de korte zijvlakken van de kist, terwijl de zijvlakken van de kist die georiënteerd zijn langs de lengterichting van de kist in dit document worden aangeduid als de lange zijvlakken van de kist.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding zijn de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken aan de steunbalken bevestigd in een veelheid aan bevestigingsposities, verdeeld over de breedterichting van de zijplanken.

Het aan de steunbalken bevestigen van de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken in een veelheid aan bevestigingsposities die verdeeld zijn over de breedterichting van de zijplanken brengt het voordeel met zich mee dat de overdracht van de krachten die inwerken op de steunbalken naar de zijplanken wordt verdeeld over de veelheid aan bevestigingsposities. Dit reduceert met voordeel de belasting op de individuele bevestigingsmiddelen die voorzien zijn in elke bevestigingspositie voor het bevestigen van de zijplanken aan de steunbalken, zodanig dat de kans minder groot is dat genoemde bevestigingsmiddelen de verbinding tussen de zijplanken en de steunbalken verbreken.

Het verdelen van de bevestigingsposities over de breedterichting van de zijplanken brengt het voordeel met zich mee dat de zijplanken de steunbalken bij elkaar houden over de gehele breedterichting van de zijplanken, waardoor eventuele beweging van de steunbalken ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de zijplanken nog beter wordt voorkomen, en dus nog beter wordt voorkomen dat de steunbalken uit elkaar worden getrokken als gevolg van de krachten die inwerken op de steunbalken. Wanneer de kist wordt voorzien van de tweede versteviging wordt dit effect nog versterkt voor de ten minste ene zijplank met een grotere breedte dan de overige zijplanken, omdat die aan een groter deel van de steunbalken is bevestigd in vergelijking met de overige zijplanken.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding is de kist voorzien van de eerste versteviging.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding is de kist voorzien van de eerste versteviging op een zodanige wijze dat twee van de bovenste zijplanken zodanig zijn gepositioneerd dat de bovenranden van genoemde twee bovenste zijplanken zich bevinden op een afstand van de bodemplaat in het bereik van 15,0-17,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 15,5-16,5 cm, met meer voorkeur in het bereik van 15,8-16,2 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 15,9-16,1 cm, en met nóg meer voorkeur een hoogte van ongeveer 16,0 cm, en dat genoemde twee bovenste zijplanken zijn aangebracht aan tegenover elkaar liggende zijvlakken van de kist.

Als de kist volgens de onderhavige uitvinding wordt voorzien volgens deze uitvoeringsvorm, brengt dat het voordeel met zich mee dat de twee tegenover elkaar liggende zijvlakken van de kist worden verstevigd volgens de eerste versteviging, terwijl het nog steeds mogelijk is om twee van de kisten ondersteboven op elkaar te stapelen zonder de hoogte van de stapel te vergroten in vergelijking met een soortgelijke stapel van kisten volgens de stand der techniek.

Gewoonlijk worden lege kisten niet op elkaar gestapeld door elke kist met haar steunbalken te laten rusten op de steunbalken van de kist eronder. Voor het stapelen van lege kisten worden de lege kisten twee aan twee genomen, en wordt elk paar kisten zodanig georiënteerd dat de twee kisten naar elkaar toe zijn gericht, met andere woorden: zodanig dat een van de kisten ondersteboven is georiënteerd ten opzichte van de andere, en de steunbalken met elkaar zijn uitgelijnd. Vervolgens worden de kisten ten opzichte van elkaar verschoven in de lengterichting van de kisten, zodanig dat de kisten in elkaar kunnen worden geschoven zodat de steunbalken aan een van de korte zijvlakken van elke kist aan de buitenzijde van de andere kist komen te liggen, en de steunbalken aan het tegenoverliggende korte zijvlak aan de binnenzijde van de andere kist komen te liggen. In dit geval ondersteunen de twee kisten elkaar met de bovenste zijplanken die zich bevinden aan de lange zijvlakken van de kisten. Een andere mogelijkheid is dat de kisten ten opzichte van elkaar worden verschoven in de breedterichting van de kisten, zodanig dat de kisten in elkaar kunnen worden geschoven zodat de steunbalken aan een van de lange zijvlakken van elke kist aan de buitenzijde van de andere kist komen te liggen, en de steunbalken aan het tegenoverliggende lange zijvlak aan de binnenzijde van de andere kist komen te liggen. In dit geval ondersteunen de twee kisten elkaar met de bovenste zijplanken die zich bevinden aan de korte zijvlakken van de kisten. Ten slotte worden alle twee aan twee genomen kisten die in elkaar geschoven zijn, op elkaar gestapeld.

In ieder geval wordt de totale hoogte van de twee in elkaar geschoven kisten bepaald door de afstand tot de bodemplaat van de bovenrand van de bovenste zijplanken waarmee de twee kisten elkaar ondersteunen. Indien enkel de bovenste zijplanken aan twee tegenover elkaar liggende zijvlakken van de kist zodanig zijn gepositioneerd dat hun bovenrand zich op een grotere afstand van de bodemplaat bevindt dan die van de bovenste zijplaken aan de andere zijvlakken, is het dus nog steeds mogelijk om twee van de kisten ondersteboven in elkaar te schuiven, door ze ofwel in de lengterichting ofwel in de breedterichting te verschuiven, zonder dat de totale hoogte van de stapel toeneemt.

Als de bovenrand van de bovenste zijplanken die zich aan de andere zijvlakken bevinden niet op een grotere afstand van de bodemplaat wordt aangebracht, brengt dat ook het voordeel met zich mee dat de landbouw- en tuinbouwproducten in de kist nog steeds makkelijk bereikbaar zijn vanaf die zijvlakken van de kist, ongehinderd door de bovenste zijplanken die zich aan die zijvlakken bevinden.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding worden de twee bovenste zijplanken aangebracht aan korte zijvlakken van de kist, waarbij deze korte zijvlakken de zijvlakken van de kist in de breedterichting van de kist zijn.

Als de bovenrand van de bovenste zijplanken aan de korte zijvlakken op een grotere afstand van de bodemplaat wordt aangebracht, terwijl de bovenrand van de bovenste zijplanken aan de lange zijvlakken op een kleinere afstand van de bodemplaat wordt aangebracht, brengt dat het voordeel met zich mee dat de landbouw- en tuinbouwproducten in de kist nog steeds gemakkelijk bereikbaar zijn vanaf de langste van de zijvlakken van de kist, zonder daarbij gehinderd te worden door de bovenste zijplanken die zich aan die zijvlakken bevinden. Dit biedt ook het voordeel dat de landbouw- en tuinbouwproducten in de kist beter zichtbaar zijn vanaf de langste van de zijvlakken van de kist, wat bijvoorbeeld voordelig is voor het inspecteren van de landbouw- en tuinbouwproducten in gestapelde kisten.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding is de kist voorzien van de tweede versteviging.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding is de kist voorzien van de tweede versteviging op een zodanige manier dat alle zijplanken een breedte hebben in het bereik van 6,1-8,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 6,2-7,6 cm, met meer voorkeur in het bereik van 6,3-7,4 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 6,4-7,2 cm, en met nóg meer voorkeur in het bereik van 6,5-7,0 cm.

Als alle zijplanken van de kist volgens de onderhavige uitvinding worden voorzien van een grotere breedte, vergeleken met de breedte van de zijplanken van de kist uit de stand der techniek, brengt dat het voordeel met zich mee dat aan de zijplanken een grotere stevigheid wordt verleend, zodanig dat alle zijplanken bijdragen tot de totale stevigheid van de kist volgens de onderhavige uitvinding.

Als alle zijplanken van de kist volgens de onderhavige uitvinding worden voorzien van een grotere breedte, vergeleken met de breedte van de zijplanken van de kist uit de stand der techniek, brengt dat het voordeel met zich mee dat de grootte van de opening tussen de bovenste zijplank en de onderste zijplank aan alle zijvlakken van de kist wordt gereduceerd door de grotere breedte van de zijplanken, zodanig dat wordt verhinderd dat landbouw-en tuinbouwproducten via deze openingen uit de kist vallen.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding is de kist voorzien van zowel de eerste versteviging als de tweede versteviging.

Als de kist wordt voorzien van zowel de eerste versteviging als de tweede versteviging, brengt dat het voordeel met zich mee dat de bijdrage van de eerste versteviging aan de stevigheid van de kist en de bijdrage van de tweede versteviging aan de stevigheid van de kist worden gecombineerd, met als resultaat een stevigere kist die in staat is om grotere lasten te dragen.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding bevinden de ten minste ene bovenste zijplank die is ingericht in overeenstemming met de eerste versteviging en de ten minste ene zijplank die is ingericht in overeenstemming met de tweede versteviging zich aan hetzelfde zijvlak van de kist.

Als de ten minste ene zijplank die is ingericht volgens de eerste versteviging en de ten minste ene zijplank die is ingericht volgens de tweede versteviging zich aan hetzelfde zijvlak van de kist bevinden, brengt dat het voordeel met zich mee dat de grootte van de opening tussen de bovenste zijplank en de onderste zijplank aan genoemd zijvlak wordt gereduceerd als gevolg van de grotere breedte van de ten minste ene zijplank die is ingericht volgens de tweede versteviging, zodanig dat wordt verhinderd dat landbouw-en tuinbouwproducten via de opening uit de kist vallen

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding is de kist op een zodanige manier voorzien van de eerste versteviging dat twee van de bovenste zijplanken zodanig zijn gepositioneerd dat de bovenranden van genoemde twee bovenste zijplanken zich op een afstand van de bodemplaat bevinden die in het bereik ligt van 15,0-17,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 15,5-16,5 cm, met meer voorkeur in het bereik van 15,8-16,2 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 15,9-16,1 cm, en met nóg meer voorkeur op een afstand van ongeveer 16,0 cm, en dat genoemde twee bovenste zijplanken zijn aangebracht aan tegenover elkaar liggende zijvlakken van de kist, en is de kist op een zodanige manier voorzien van de tweede versteviging dat alle zijplanken een breedte hebben in het bereik van 6,1-8,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 6,2-7,6 cm, met meer voorkeur in het bereik van 6,3-7,4 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 6,4-7,2 cm, en met nóg meer voorkeur in het bereik van 6,5-7,0 cm.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding is de kist op een zodanige manier voorzien van de eerste versteviging dat twee van de bovenste zijplanken zodanig zijn gepositioneerd dat de bovenranden van genoemde twee bovenste zijplanken zich op een afstand van de bodemplaat bevinden die in het bereik ligt van 15,0-17,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 15,5-16,5 cm, met meer voorkeur in het bereik van 15,8-16,2 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 15,9-16,1 cm, en met nóg meer voorkeur op een afstand van ongeveer 16,0 cm, en dat genoemde twee bovenste zijplanken zijn aangebracht aan korte zijvlakken van de kist, waarbij deze korte zijvlakken de zijvlakken van de kist zijn langs de breedterichting van de kist, en is de kist op een zodanige manier voorzien van de tweede versteviging dat alle zijplanken een breedte hebben in het bereik van 6,1-8,0 cm, bij voorkeur in het bereik van 6,2-7,6 cm, met meer voorkeur in het bereik van 6,3-7,4 cm, met nog meer voorkeur in het bereik van 6,4- 7,2 cm, en met nóg meer voorkeur in het bereik van 6,5-7,0 cm.

In een uitvoeringsvorm van de kist volgens de onderhavige uitvinding omvatten de bodemplaat, de steunbalken, de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken een materiaal dat is gekozen uit de lijst die bestaat uit hout en kunststof, en bij voorkeur hout.

De bodemplaat omvat bij voorkeur harde vezelplaat, maar kan ook fineerhout, triplex, vezelplaat met gemiddelde dichtheid (MDF) of andere bij de vakman bekende platen op houtbasis omvatten.

De bovenste zijplanken en de onderste zijplanken omvatten bij voorkeur fineerhout, maar kunnen ook vezelplaat, triplex, MDF, verzaagd hout of bij de vakman bekende platen op houtbasis omvatten.

De onderhavige uitvinding verschaft ook een werkwijze voor het vervaardigen van de kist voor landbouw- en tuinbouwproducten volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het verschaffen van de bodemplaat, de steunbalken, de bovenste zijplanken en de onderste zijplanken; het aan elkaar bevestigen van de onderste zijplanken en de steunbalken; het aan elkaar bevestigen van de bovenste zijplanken en de steunbalken; - het aan elkaar bevestigen van de bodemplaat en de onderste zijplanken; en - eventueel het aan elkaar bevestigen van de steunbalken en de bodemplaat.

Beknopte beschrijving van de illustraties

De uitvinding zal verder worden toegelicht met behulp van de volgende beschrijving en de bijgesloten illustraties.

Figuur 1 toont een perspectiefbeeld van een kist voor landbouw-en tuinbouwproducten uit de stand der techniek.

Figuur 2 toont een perspectiefbeeld van een kist voor landbouw-en tuinbouwproducten volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 3 toont een zijaanzicht van de kist voor landbouw- en tuinbouwproducten uit figuur T.

Figuur 4 toont een zijaanzicht van de kist voor landbouw- en tuinbouwproducten uit figuur 2.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van twee van de kisten voor landbouw- en tuinbouwproducten uit figuur 1, die ondersteboven op elkaar zijn gestapeld.

Figuur 6 toont een zijaanzicht van twee van de kisten voor landbouw- en tuinbouwproducten uit figuur 2, die ondersteboven op elkaar zijn gestapeld.

Uitvoeringswijzen van de uitvinding

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde illustraties; ze is daartoe echter niet beperkt, maar wordt enkel bepaald door de conclusies. De beschreven illustraties zijn slechts schematisch en zijn niet-inperkend. In de illustraties kan de grootte van sommige elementen voor illustratieve doeleinden uitvergroot zijn en niet op schaal getekend. De afmetingen en relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met feitelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.

Voorts worden de termen eerste, tweede, derde, en dergelijke, in de beschrijving en de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijksoortige elementen, en niet noodzakelijk om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven. De termen zijn in gepaste omstandigheden uitwisselbaar, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen functioneren in andere volgorden dan hier wordt beschreven of geïllustreerd.

Voorts worden de termen bovenste, onderste, boven, onder, en dergelijke, in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor descriptieve doeleinden, en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn in gepaste omstandigheden uitwisselbaar, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hier worden omschreven, kunnen functioneren in andere oriëntaties dan hier wordt beschreven of geïllustreerd.

De term ‘omvattende’, zoals die in de conclusies wordt gebruikt, dient niet te worden geïnterpreteerd als beperkt tot de middelen die erna worden opgesomd; hij sluit andere elementen of stappen niet uit. De term dient te worden geïnterpreteerd in die zin dat hij de aanwezigheid specifieert van de genoemde eigenschappen, getallen, stappen of componenten zoals aangeduid, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van een of meer andere eigenschappen, getallen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De draagwijdte van de uitdrukking ‘een inrichting omvattende middelen A en B’ dient dus niet beperkt te worden tot inrichtingen die enkel bestaan uit componenten A en B. Ze betekent dat wat de onderhavige uitvinding betreft, de enige relevante componenten van de inrichting A en B zijn.

Figuren 1, 3 en 5 tonen een bekende kist 1 uit de stand der techniek. In figuur 1 is de kist 1 weergegeven in een perspectiefaanzicht van bovenaf, in figuur 3 is de kist 1 weergegeven in een zijaanzicht op een van de korte zijvlakken 8 van de kist 1, en in figuur 5 zijn twee van de kisten 1 ondersteboven op elkaar gestapeld te zien.

Figuren 2, 4 en 6 tonen een kist 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. In figuur 2 is de kist 1 weergegeven in een perspectiefaanzicht van bovenaf, in figuur 4 is de kist 1 weergegeven in een zijaanzicht op een van de korte zijvlakken 8 van de kist 1, en in figuur 6 zijn twee van de kisten 1 ondersteboven op elkaar gestapeld te zien.

Merk op dat de afmetingen van de in deze figuren afgebeelde kisten niet helemaal accuraat zijn; niettemin tonen de figuren duidelijk de belangrijke verschillen tussen de bekende kist uit de stand der techniek en de kist volgens de onderhavige uitvinding.

Zoals te zien is in figuren 1-4 omvat zowel de bekende kist 1 uit de stand der techniek als de kist 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding één bodemplaat 2, vier steunbalken 3, vier bovenste zijplanken 4 en vier onderste zijplanken 6.

De bodemplaat 2 heeft een rechthoekige vorm en bevindt zich aan de onderkant van de kist 1. De steunbalken 3 bevinden zich in de hoeken van de bodemplaat 2 en strekken zich naar boven toe uit vanaf de bodemplaat 2 in een richting loodrecht op de bodemplaat 2.

De onderste zijplanken 6 bevinden zich aan de zijvlakken 8, 9 van de kist 1, met hun onderrand 7 in de nabijheid van de bodemplaat 2. Aan hun onderrand 7 zijn de onderste zijplanken 6 bevestigd aan de bodemplaat 2 door middel van bevestigingsmiddelen 10, meer bepaald nietjes 10, in een veelheid aan bevestigingsposities die zijn verdeeld over de lengterichting van de onderste zijplanken 6. Aan hun uiteinden volgens hun lengterichting zijn de onderste zijplanken 6 bevestigd aan de steunbalken 3 die zich aan hetzelfde zijvlak 8, 9 bevinden waar ook de onderste zijplank 6 zich bevindt. Daarbij zijn de onderste zijplanken 6 bevestigd aan de steunbalken 3 door middel van bevestigingsmiddelen 10, meer bepaald nietjes 10, in een veelheid aan bevestigingsposities die zijn verdeeld over de breedterichting van de onderste zijplanken 6.

De bovenste zijplanken 4 bevinden zich aan de zijvlakken 8,9 boven de onderste zijplanken 6, evenwijdig met de onderste zijplanken 6. Aan hun uiteinden volgens hun lengterichting zijn de bovense zijplanken 4 telkens bevestigd aan de steunbalken 3 die zich aan hetzelfde zijvlak 8, 9 bevinden waar ook de onderste zijplank 4 zich bevindt. Daarbij zijn de bovenste zijplanken 4 bevestigd aan de steunbalken 3 door middel van bevestigingsmiddelen 10, meer bepaald nietjes 10, in een veelheid aan. bevestigingsposities die zijn verdeeld over de breedterichting van de bovenste zijplanken 4.

In deze configuratie omsluiten de bovenste zijplanken 4, de onderste zijplanken 6 en de bodemplaat 2 van de kist 1 samen een opslagruimte voor het erin opslaan van landbouw- en tuinbouwproducten. Aan de bovenzijde van de kist 1 is tussen de steunbalken 3 en de bovenste zijplanken 4 een opening gevormd voor het inbrengen en uitnemen van landbouw- en tuinbouwproducten in en uit de kist 1.

De bodemplaat 2 is een rechthoekige harde vezelplaat met een lengte van ongeveer 50 cm, een breedte van ongeveer 30 cm en een dikte van ongeveer 3 mm.

De bovenste zijplanken 4 en de onderste zijplanken 6 zijn planken van fineerhout met een dikte van ongeveer 3-4 mm. De zijplanken 4,6 hebben ongeveer dezelfde lengte als de lengte van het zijvlak 8,9 van de kist 1 waaraan ze zijn aangebracht. De zijplanken 4, 6 die zich bevinden aan de korte zijvlakken 8 van de kist 1 hebben dus een lengte van ongeveer 30 cm, en de zijplanken 4, 6 die zich bevinden aan de lange zijvlakken 9 van de kist 1 hebben een lengte van ongeveer 50 cm.

De zijplanken 4, 6 van de bekende kist 1 uit de stand der techniek hebben alle een breedte van ongeveer 5,5 cm, terwijl de zijplanken 4, 6 van de kist 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding alle, in overeenstemming met de tweede versteviging volgens de onderhavige uitvinding, een grotere breedte hebben, in het bereik van 6,5-7,0 cm. De grotere breedte verleent de zijplanken 4,6 een grotere buigmodulus en dus een grotere stevigheid, zodanig dat de stevigheid van de kist 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt verhoogd.

De onderste zijplanken 6 zijn aangebracht met hun onderrand 7 in de nabijheid van de bodemplaat 2, zoals hierboven beschreven, en daarbij bevinden alle onderste zijplanken 6 zich op dezelfde afstand van de bodemplaat 2. In de bekende kist 1 uit de stand der techniek bevinden alle bovenste zijplaten 4 zich met hun bovenrand 5 op een afstand tot de bodemplaat van ongeveer 14 cm. In de kist 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bevinden echter alleen de bovenste zijplanken 4 die aan de lange zijvlakken 9 van de kist 1 zijn aangebracht zich met hun bovenrand 5 op een afstand tot de bodemplaat 2 van ongeveer 14 cm, terwijl de bovenste zijplanken 4 die aan de korte zijvlakken 8 van de kist 1 zijn aangebracht zich, in overeenstemming met de eerste versteviging volgens de onderhavige uitvinding, op een grotere afstand van ongeveer 16 cm tot de bodemplaat 2 bevinden. Dit brengt het voordeel met zich mee dat de steunbalken 3 bij elkaar worden gehouden door de bovenste zijplanken 4 in een positie dichter bij de bovenzijde van de steunbalken 3, waar de bovenste zijplanken 4 beter gepositioneerd zijn om de belasting op de steunbalken 3 te reduceren die wordt veroorzaakt door krachten die inwerken op de steunbalken 3, en waar de bovenste zijplanken beter gepositioneerd zijn gepositioneerd zijn om te voorkomen dat de steunbalken 3 door genoemde krachten uit elkaar worden getrokken.

De steunbalken 3 zijn houten balken met een dwarsdoorsnede in de vorm van een rechthoekige driehoek waarvan de benen, d.w.z. de zijden die aanliggen aan de rechte hoek, een lengte hebben van ongeveer 3 cm. De steunbalken 3 bevinden zich in de hoeken van de bodemplaat 2, op zodanige wijze dat de rechte hoek van de dwarsdoorsnede van elk van de steunbalken 3 zich in de hoeken van de bodemplaat 2 bevindt. De steunbalken 3 van de bekende kist 1 uit de stand der techniek hebben een hoogte van ongeveer 20 cm, terwijl de steunbalken 3 van de kist volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding een lagere hoogte van ongeveer 18 cm hebben.

De lagere hoogte van de steunbalken 3 van de kist 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding brengt het voordeel met zich mee dat een groter aantal van de kisten 1 op elkaar kunnen worden gestapeld, waarbij elke kist 1 rust op de steunbalken 3 van de kist 1 eronder, in vergelijking met een stapel van de bekende kisten 1 uit de stand der techniek die op soortgelijke wijze is gestapeld en ongeveer dezelfde hoogte heeft. Het is bijvoorbeeld mogelijk om in een intermodale standaardcontainer twaalf van de kisten 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding op elkaar te stapelen, terwijl het met de bekende kisten 1 uit de stand der techniek slechts mogelijk is om elf kisten 1 op elkaar te stapelen.

Zoals hierboven vermeld, is in figuren 5 en 6 respectievelijk te zien hoe twee lege bekende kisten 1 uit de stand der techniek en twee lege kisten 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding ondersteboven op elkaar worden gestapeld.

Daarbij worden de twee kisten 1 ondersteboven georiënteerd ten opzichte van elkaar, dat wil zeggen: zodanig georiënteerd dat de bovenzijden van de twee kisten 1 naar elkaar toe zijn gericht. In de breedterichting zijn de twee kisten 1 met elkaar uitgelijnd, zodanig dat de zijplanken 4, 6 aan de lange zijvlakken 9 van de twee kisten zich in hetzelfde vlak bevinden. In de lengterichting zijn de twee kisten 1 zodanig ten opzichte van elkaar verschoven dat de steunbalken die zich bevinden aan een van de korte zijvlakken 8 van elke kist 1 net buiten de andere kist 1 worden gepositioneerd, en dat de steunbalken 3 die zich bevinden aan het tegenoverliggende korte zijvlak 8 net binnen de andere kist 1 worden gepositioneerd. In deze configuratie rusten de beide kisten 1 op elkaar met de bovenste zijplanken 4 die zich aan de lange zijvlakken 9 van de beide kisten 1 bevinden.

Wanneer figuur 5 met figuur 6 wordt vergeleken, is duidelijk zichtbaar dat de totale hoogte van de twee lege kisten 1 die ondersteboven op elkaar zijn gestapeld, dezelfde is voor de twee bekende kisten 1 uit de stand der techniek en de twee kisten 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Referentielijst: 1 kist 2 bodemplaat 3 steunbalk 4 bovenste zijplank 5 bovenrand van zijplank 6 onderste zijplank 7 onderrand van zijplank 8 kort zijvlak van kist 9 lang zijvlak van kist 10 nietje

Claims (12)

1. Een kist (1) voor landbouw- en tuinbouwproducten, waarbij de kist (1) omvat: - een bodemplaat (2) met een globaal genomen rechthoekige vorm, die aangebracht is aan de onderzijde van de kist (1), met een breedte in het bereik van 20-40 cm en met een lengte in het bereik van 40-60 cm; - een rechtopstaande steunbalk (3) in elke hoek van de bodemplaat (2), die zich vanaf de bodemplaat (2) naar boven toe uitstrekt in een richting die globaal genomen loodrecht staat op de bodemplaat (2), en die voorzien is voor het ondersteunen van andere kisten die boven op de kist (1) worden gestapeld; - een onderste zijplank (6) aan elk van de zijvlakken (8, 9) van de kist (1), zodanig gepositioneerd dat een onderrand (7) van de onderste zijplank (6) zich in de nabijheid van de bodemplaat (2) bevindt, en waarbij elke onderste zijplank (6) is bevestigd aan de steunbalken (3) aan het onvereenkomstige zijvlak (8, 9); - een bovenste zijplank (4) aan elk van de zijvlakken (8, 9) van de kist (1), boven en globaal genomen evenwijdig met de onderste zijplank (6) die aan het overeenkomstige zijvlak (8,9) is aangebracht, en waarbij elke bovenste zijplank (4) is bevestigd aan de steunbalken (3) aan het onvereenkomstige zijvlak (8, 9), ten minste in een bevestigingspositie dicht bij de bovenrand (5) van de bovenste zijplank (4); met het kenmerk dat de steunbalken (3) een hoogte hebben in het bereik van 17,0-19,0 cm, en dat de kist (1) voorts is voorzien van ten minste een van de verstevigingen gekozen uit: - een eerste versteviging, waarbij ten minste een van de bovenste zijplanken (4) zodanig is gepositioneerd dat een bovenrand (5) van de ten minste ene van de bovenste zijplanken (4) zich bevindt op een afstand van de bodemplaat (2) in het bereik van 15,0-17,0 cm, en waarbij de overige bovenste zijplanken (4), indien er nog bovenste zijplanken (4) overblijven, zodanig zijn gepositioneerd dat de bovenranden (5) van de overige bovenste zijplanken (4) zich bevinden op een afstand van de bodemplaat (2) van ten hoogste 14,0 cm, en - een tweede versteviging, waarbij ten minste één zijplank (4, 6), gekozen uit alle bovenste zijplanken (4) en alle onderste zijplanken (6), een breedte heeft in het bereik van 6,1-8,0 cm, en waarbij de overige zijplanken (4,6), indien er nog zijplanken (4,6) overblijven, een breedte hebben van ten hoogste 6,0 cm.

2. De kist (1) volgens conclusie 1, waarbij de kist (1) is voorzien van de eerste versteviging.

3. De kist (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de kist (1) is voorzien van de eerste versteviging op zodanige wijze dat twee van de bovenste zijplanken (4) zodanig zijn gepositioneerd dat de bovenranden (5) van genoemde twee bovenste zijplanken (4) zich bevinden op een afstand van de bodemplaat (2) in het bereik van 15,0-17,0 cm, en waarbij genoemde twee bovenste zijplanken (4) zijn aangebracht aan tegenover elkaar liggende zijvlakken (8, 9) van de kist (1).

4. De kist (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de twee bovenste zijplanken (4) zijn aangebracht aan korte zijvlakken (8) van de kist, waarbij deze korte zijvlakken (8) de zijvlakken (8) van de kist (1) in de breedterichting van de kist (1) zijn.

5. De kist (1) volgens om het even welke van de voorgaande conclusies, waarbij de kist (1) is voorzien van de tweede versteviging.

6. De kist (1) volgens om het even welke van de voorgaande conclusies, waarbij de kist (1) is voorzien van de tweede versteviging op zodanige wijze dat alle zijplanken (4, 6) een breedte hebben in het bereik van 6,1-8,0 cm.

7. De kist (1) volgens om het even welke van de voorgaande conclusies, waarbij de kist (1) is voorzien van zowel de eerste versteviging als de tweede versteviging.

8. De kist (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de ten minste ene bovenste zijplank (4) die is ingericht in overeenstemming met de eerste versteviging en de ten minste ene zijplank (4, 6) die is ingericht in overeenstemming met de tweede versteviging zijn aangebracht aan hetzelfde zijvlak van de kist (1)

9. De kist (1) volgens conclusie 6, ten minste in combinatie met conclusie 3.

10. De kist (1) volgens conclusie 6, ten minste in combinatie met conclusie 4.

11. De kist (1) volgens om het even welke van de voorgaande conclusies, waarbij de bodemplaat (2), de steunbalken (3), de bovenste zijplanken (4) en de onderste zijplanken (6) een materiaal omvatten dat is gekozen uit de lijst die bestaat uit hout en kunststof, en bij voorkeur hout.

12. Een werkwijze voor het vervaardigen van de kist (1) voor landbouw- en tuinbouwproducten volgens om het even welke van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het verschaffen van de bodemplaat (2), de steunbalken (3), de bovenste zijplanken (4) en de onderste zijplanken (6); - het aan elkaar bevestigen van de onderste zijplanken (6) en de steunbalken (3); - het aan elkaar bevestigen van de bovenste zijplanken (4) en de steunbalken (3); - het aan elkaar bevestigen van de bodemplaat (2) en de onderste zijplanken (6); en - eventueel het aan elkaar bevestigen van de steunbalken (3) en de bodemplaat (2).