NL2026728B1 - Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze en baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze - Google Patents

Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze en baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze Download PDF

Info

Publication number
NL2026728B1
NL2026728B1 NL2026728A NL2026728A NL2026728B1 NL 2026728 B1 NL2026728 B1 NL 2026728B1 NL 2026728 A NL2026728 A NL 2026728A NL 2026728 A NL2026728 A NL 2026728A NL 2026728 B1 NL2026728 B1 NL 2026728B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
base
web
tire
layers
Prior art date
Application number
NL2026728A
Other languages
English (en)
Inventor
Lambertus Van Merksteijn Jacobus
Original Assignee
Van Merksteijn Real Estate B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Van Merksteijn Real Estate B V filed Critical Van Merksteijn Real Estate B V
Priority to NL2026728A priority Critical patent/NL2026728B1/nl
Priority to PCT/NL2021/050633 priority patent/WO2022086324A1/en
Priority to EP21794260.6A priority patent/EP4232273A1/en
Priority to US18/033,527 priority patent/US20230398756A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2026728B1 publication Critical patent/NL2026728B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/52Unvulcanised treads, e.g. on used tyres; Retreading
    • B29D30/54Retreading
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/52Unvulcanised treads, e.g. on used tyres; Retreading
    • B29D30/58Applying bands of rubber treads, i.e. applying camel backs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/52Unvulcanised treads, e.g. on used tyres; Retreading
    • B29D30/68Cutting profiles into the treads of tyres

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Tyre Moulding (AREA)
  • Tires In General (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, omvattende a) het op een basis aanbrengen van meerdere lagen van ongevulkaniseerd rubber met een laagdikte per lag tussen de 30 en 500 urn; b) het verwijderen van materiaal uit de lagen voor het aanbrengen van een vooraf bepaald patroon, en c) het althans gedeeltelijk separaat vulkaniseren van elke laag. De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van die werkwijze, en op een baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze.

Description

WERKWIJZE VOOR HET OPBOUWEN VAN HET LOOPVLAK VAN EEN BAND, INRICHTING, OMVATTENDE EEN BIJ VOORKEUR CILINDRISCHE BASIS EN EEN AANSTURING GECONFIGUREERD VOOR HET OP EEN BASIS UITVOEREN VAN DE WERKWIJZE EN BAAN VAN ONGEVULKANISEERD RUBBER, GESCHIKT VOOR
GEBRUIK IN DE WERKWIJZE De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band.
Banden worden gebruikt ter omhulling van de velg van wielen van voertuigen, meer in het bijzonder motorvoertuigen zoals auto’s, vliegtuigen, motoren en landbouwvoertuigen, of bijvoorbeeld fietsen. Deze worden met lucht gevuld ter verhoging van het rijcomfort. Door rotatie van het wiel beweegt het loopvlak van de band over een contactoppervlak, meer in het bijzonder een wegdek. Ten gevolge hiervan zal de band in de loop der tijd slijten, waardoor de werking negatief wordt beïnvloed. Op een gegeven moment zal de slijtage dusdanig gevorderd zijn dat deze band niet meer voldoet aan de vereisten en dat deze gebruikte band derhalve wordt afgedankt en vervangen wordt door een nieuwe band.
Voor afgedankte gebruikte banden bestaat in dat geval slechts een beperkt aantal toepassingen. Zo is het bekend om gebruikte banden te vermalen tot granulaat. Dit granulaat wordt gebruikt als instrooimateriaal in kunstgrasvelden. Vanwege het grote aantal voertuigen waarbij banden worden toegepast is het aanbod aan gebruikte banden vele malen groter dan het beperkte aantal mogelijke toepassingen. Om die reden eindigt een groot deel van de gebruikte banden toch in een verbrandingsoven. Deze manier van verwerking van gebruikte banden is bijzonder milieubelastend en daarom ongewenst.
Op dit moment wordt het loopvlak van banden geproduceerd door middel van extrusie van rubber tot een profiel. Dit profiel wordt na vulkanisatie aangebracht op een karkas met daarop de andere onderdelen van de band. Het is op zich bekend om additieven aan het rubber toe te voegen om de mechanische eigenschappen van de band en meer in het bijzonder het loopvlak te beïnvloeden. De bestaande opties bieden echter onvoldoende mogelijkheden om de eigenschappen van de band en/of het loopvlak daarvan te beïnvloeden.
Het is een doel van de uitvinding om de milieubelasting van gebruikte banden te verminderen. Het is verder een doel van de uitvinding om een werkwijze te verschaffen die meer flexibiliteit biedt in het opbouwen van een band, meer in het bijzonder het loopvlak van de band.
Dit doel wordt bereikt met een werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, omvattende: a) het op een basis aanbrengen van meerdere lagen van ongevulkaniseerd rubber met een laagdikte per laag tussen de 30 en 500 um:
b) het verwijderen van materiaal uit de lagen voor het aanbrengen van een vooraf bepaald patroon, en c) het althans gedeeltelijk separaat vulkaniseren van elke laag. Omdat daarbij het materiaal wordt aangebracht in lagen met een laagdikte tussen de 30 en 500 um, is het na het aanbrengen van de laag met relatief geringe inspanning mogelijk om het patroon aan te brengen in deze laag, bijvoorbeeld zodat het patroon zich uitstrekt door de laag heen, oftewel vanaf de basis (of een daarop aangebrachte eerdere laag) tot de buitenkant. In het bijzonder maakt een dergelijke laagdikte het mogelijk om hiertoe technieken aan te wenden zoals laserablatie, hoewel de werkwijze hiertoe in principe niet beperkt is. Het vulkaniseren is daarbij noodzakelijk om de rubberlaag een karakter te laten krijgen waarm deze geschikt is om de rol van loopvlak te vervullen, en/of om stevigheid voor fixatie van een volgende laag te verkrijgen.
Verwijdermg is in principe niet beperkt tot een specifieke methode. Voorbeelden van denkbare verwijderingsmethodes zijn bijvoorbeeld waterstraalsnijden en laserablatie. Die laatste heeft daarbij duidelijk voorkeur, omdat bij bijvoorbeeld waterstraalsnijden residuen kunnen ontstaan die het hechten van eventuele vervolglagen kunnen tegengaan, terwijl dat bij laserablatie niet of minder het geval is.
Door middel van het verwijderen kan bijvoorbeeld een profiel in de uiteindelijke verkregen band worden gevormd.
Vulkaniseren betreft het aanleggen van dwarsverbindingen tussen monomeerketens door het laten reageren van het ongevulkaniseerde rubber met bijvoorbeeld zwavel. De manier waarop het vulkaniseren daarbij verder plaatsvindt 1s verder in principe niet tot een specifieke methode beperkt. Het vulkaniseren van de laag kan daarbij bijvoorbeeld plaatsvinden bij een verhoogde laagtemperatuur, zoals cen laagtemperatuur van tussen de 150 °C en 250 °C.
Zoals genoemd is er bij stap c) sprake van het separaat vulkaniseren van elke laag, of althans cen gedeeltelijke vulkanisatie. Onder gedeeltelijke vulkanisatie dient in dit verband te worden verstaan dat de conversie van het ongevulkaniseerde rubber niet maximaal is, zoals bijvoorbeeld maximaal 30% of maximaal 50% of maximaal 70% van het maximum.
Tussen de verschillende lagen is het eventueel mogelijk om gebruik te maken van een lijmlaag om de hechting tussen de lagen verder te versterken. Een lijm kan bijvoorbeeld solutie omvatten, welke ongevulkaniseerd rubber en een oplosmiddel, zoals benzine, omvat.
De lagen worden daarbij bij sterke voorkeur aangebracht over de volle breedte van de basis. Het is echter wel mogelijk om te variëren in de mate van aanbrengen op verschillende breedteposities, zoals zal worden toegelicht aan de hand van een aantal van de volgende voorkeursuitvoeringsvormen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat stap a) het meerdere malen omwikkelen van de basis met één baan, voor het vormen van de meerdere lagen.
Door de meerdere lagen aan te brengen door de basis met één baan te omwikkelen, en op die manier dus dezelfde baan meerdere malen om de basis wikkelen, wordt het aanbrengen van de lagen vereenvoudigd en versneld, hetgeen het proces van het aanbrengen vereenvoudigt. In de praktijk zullen doorgaans alle aangebrachte lagen gevormd worden door één baan, hoewel ook de mogelijkheid bestaat om meerdere banen op deze manier op de basis aan te brengen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de baan een begin en eindzone, waarvan ten minste één zone een ten opzichte van de laagdikte afnemende laagdikte heeft.
Het is van belang dat het loopvlak van de band zoveel mogelijk glad is, afgezien van een eventueel in de laag aangebracht patroon. Om te voorkomen dat een uitstulping ontstaat in de lagen op het punt waarop de baan begint en/of waarop de baan eindigt. is het voordelig om de laagdikte van de baan in een beginzone en/of een eindzone te laten afnemen ten opzichte van de hiervoorgenoemde laagdikte. Bij voorkeur betreft het hier in één of beide gevallen een lineaire afname naar een dikte van nihil.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding vindt het verwijderen plaats door middel van laserablatie.
Het gebruik van een laserablatie voor de verwijdering heeft daarbij de voorkeur boven andere methoden, omdat laserablatie een relatief schone methode betreft, die de aangebrachte laag niet of slechts beperkt vervuilt in vergelijkmg met bijvoorbeeld waterstraalsnijden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding vindt het verwijderen van materiaal uit een laag plaats voorafgaand aan het al dan niet over die laag aanbrengen van een volgende laag.
Wanneer het materiaal uit een laag voorafgaand aan het vulkaniseren van die specifieke laag plaatsvindt, dan kan het materiaal gemakkelijker uit de laag worden verwijderd, omdat het beter te bewerken is dan een reeds gevulkaniseerde laag.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvindmg vindt stap c) plaats na stap b).
Wanneer men aldus de laag pas vulkaniseert na het aanbrengen van het patroon hoeft het te verwijderen deel uit de laag niet eerst gevulkaniseerd te worden. hetgeen een besparing oplevert in het energieverbruik van de werkwijze.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt 1n stap a) de baan van rubber aangebracht vanaf een drager, bij voorkeur een folie, in het bijzonder een polyesterfolie.
Het verdient de voorkeur om de baan van rubber aan te brengen vanaf een drager, om te voorkomen dat de ongevulkaniseerde laag — welke een klevend karakter heeft — tegen apparatuur voor het aanbrengen van de baan en/of op de basis verwerken van de baan aan zal plakken. Een folie 1s daarbij voordelig omdat de rubberlaag samen met de folie gemakkelijk opgerold kan worden en daarmee getransporteerd kan worden. Polyester (bijvoorbeeld in de vorm van een doek of een folie) verdient daarbij de sterke voorkeur, omdat dit type folie bestand is tegen de drukken waarmee de laag ongevulkaniseerd rubber doorgaans op de basis wordt aangebracht.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze een stap d) van het in althans een gedeelte van de lagen en/of de basis aanbrengen van een oppervlaktestructuur.
Het voorzien van een oppervlaktestructuur in althans een gedeelte van de lagen, bij voorkeur alle lagen behalve het externe oppervlak van het eindproduct, kan de een volgende laag beter hechten op de laag voorzien van de oppervlaktestructuur. Gezien vanaf de basis met een daarop aangebrachte laag kan het hierbij (steeds) gaan om de zijde van de aangebrachte laag die gericht is naar een volgende laag en/of de zijde van een volgende laag die naar de aangebrachte laag gericht is.
Een oppervlaktestructuur is, in het geval dat deze in de laag wordt aangebracht, steeds oppervlakkig en dus niet door de laag heen aangebracht, terwijl het hiervoor genoemde patroon zich doorgaans wel door de laag heen uitstrekt. hoewel dit ook niet altijd noodzakelijk is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de oppervlaktestructuur zodanig is gekozen dat een extern oppervlak wordt vergroot.
Een oppervlaktestructuur die het externe oppervlak van de laag vergroot, bijvoorbeeld doordat op de laag groeven of uitstulpingen worden voorzien, is een bijzonder geschikte manier om de hechting van opeenvolgende lagen te vergroten. Een niet-beperkend voorbeeld van een dergelijke oppervlaktestructuur is een microzigzag-structuur, welke zowel in de vorm van uitstulping en/of groeven kan zijn uitgevoerd. Met microzigzag-structuur wordt bedoeld dat de structuur een karakteristieke afmeting heeft van bijvoorbeeld 50 — 300 micrometer.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding definieert een naar de laag gerichte zijde van de drager een negatief van de oppervlaktestructuur.
Door in de drager een patroon aan te brengen welke een negatief van de gewenste oppervlaktestructuur definieert, is het niet langer nodig om deze oppervlaktestructuur separaat aan te brengen, hetgeen de werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak versnelt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt stap d) uitgevoerd door midde] van laserablatie.
Het verdient bij de stap d) de voorkeur om gebruik te maken van een laser voor het aanbrengen van de oppervlaktestructuur. Het gebruik van een laser is in gebruik goedkoper dan andere methodes zoals het gebruik van een drager, zoals een folie, waarin de oppervlaktestructuur gedefinieerd 1s, omdat dit in het laatste geval de kosten van de folie substantieel verhoogt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de vitvinding wordt tijdens stap a) de laag en/of de basis verwarmd.
5 Het verwarmen van de laag en/of de basis tijdens het aanbrengen van de laag zal ertoe leiden dat deze laag zal gaan vloeien zodat deze makkelijker zich kan vormen naar de basis en/of de laag op de basis waarop deze wordt aangebracht. Hierdoor zal bij de vulkanisatie een goede band tussen de lagen gevormd worden. Dit is in het bijzonder voor de volgende laag van belang wanneer de basis of de laag op de basis waarover de volgende laag wordt aangebracht voorzien is van een oppervlaktestructuur, meer in het bijzonder groeven. Bij voorkeur ligt deze temperatuur tussen de 80 °C en 130 °C, bijvoorbeeld meer dan 100 °C.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvmding wordt tijdens stap a) de laag tegen de basis geduwd. bijvoorbeeld met een druk van tussen de 5 kg/em’ en 40 kg/em’. bij voorkeur tussen de 10 kg/cm’ en 30kg/cm’ en bij voorkeur tussen de 18 kg/cm’ en 20 kgfem’.
Het onder druk tegen de basis aanduwen van de laag is tevens van belang voor het laten samenvloeien van verschillende lagen en voor het verstevigen van de verbindingen tussen de lagen bij vulkanisatie. Het is daarbij gevonden dat de genoemde drukken goede resultaten opleveren. Bij voorkeur vindt het duwen dan ook plaats in combinatie met voorgenoemde verwarming van de laag.
De manier waarop de druk wordt uitgeoefend is in principe niet tot een specifieke methode beperkt, maar in een voorkeursuitvoermgsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding vindt het duwen plaats met een roller, in het bijzonder een roller met een diameter kleiner dan een diameter van de basis.
Door het gebruik van een roller 1s het mogelijk om de laag met een uniforme druk aan te brengen op de basis. Ook vereenvoudigt dit het uitoefenen van druk ten opzichte van andere methodes. Een roller met een diameter kleiner dan die diameter van de basis is in staat om de genoemde drukken met gemak te bereiken. Hiertoe is de diameter van de roller bijvoorbeeld maximaal 20 centimeter, bij voorkeur maximaal 10 centimeter, meer bij voorkeur ongeveer 5 centimeter.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) een stap ¢) van het meten van de geometrie van de basis en het opslaan van de gemeten geometrie.
Het meten en opslaan van de geometrie van de basis kan gebruikt worden voor het aansturen van de werkwijze. bijvoorbeeld om de procesnauwkeurigheid hiermee vergroot kan worden. Dit is in het bijzonder voordelig wanneer de basis, zoals hierna omschreven is, een gebruikte band is, omdat de geometrie hiervan doorgaans per product zal verschillen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de vitvinding omvat de werkwijze een stap f) van het vergelijken van de gemeten en opgeslagen geometrie met een gewenste geometrie en: - het op basis van de vergelijking bepalen van het aantal in stap a) aan te brengen lagen, en/of - het op basis van de vergelijking uitvoeren van stap b).
Met de gemeten en opgeslagen geometrie kan allereerst bepaald worden hoeveel lagen noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van een band met een gewenste dikte en/of gewenst profiel. In aanvulling hierop of als alternatief kan deze geometrie ook gebruikt worden om precies te bepalen waar het materiaal moet worden verwijderd m stap b). Dit komt de nauwkeurigheid van de werkwijze ten goede en verhoogt daarmee de kwaliteit van het eindproduct.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de basis een gebruikte band.
Hoewel de werkwijze volgens de uitvinding toepasbaar is voor het opbouwen van elk type loopvlak, is gebleken dat de werkwijze zich uitermate leent voor het opbouwen van een loopvlak op een gebruikte band, bijvoorbeeld een versleten band. Gebruikte banden kunnen op die manier gerenoveerd worden, zodat de levensduur verlengd wordt. Als gevolg hiervan zal het totale volume aan banden dat in een verbrandingsoven vernietigd dient te worden afnemen.
Het meten van de geometrie voorafgaand aan het aanbrengen van de lagen is in het bijzonder voordelig bij gebruikte banden, omdat deze steeds zullen verschillen van geometrie, bijvoorbeeld als gevolg van verschil in soort en/of slijtagepatroon.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvnding wordt in stap €) het op de gebruikte band aanwezige bandprofiel gemeten.
Een gebruikte band zal. ondanks slijtage, doorgaans toch enige mate van profiel vertonen. Omdat dit nog aanwezige profiel gebruikt kan worden voor het opbouwen van het loopvlak in de werkwijze wordt dit profiel bij voorkeur tevens gemeten, waarbij het eveneens kan worden opgeslagen. Bijvoorbeeld kan hierbij gemeten worden in welke mate het profiel scheef, bol of hol is afeesleten. Het aanwezige profiel kan als voorgenoemde oppervlaktestructuur gebruikt worden, maar kan daarnaast of als alternatief een onderdeel vormen van het later aan te brengen patroon.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) de stap g) van het, bij voorkeur door middel van laserablatie. reinigen van de gebruikte band.
Een gebruikte band, meer in het bijzonder het bandprofiel ervan, kan door het gebruik bandvreemde componenten omvatten, zoals bijvoorbeeld steentjes. Om op een betrouwbare manier de lagen aan te kunnen brengen is het van belang om de band voorafgaand aan het aanbrengen van de lagen te reinigen. Hiertoe kan gebruikt worden gemaakt van methoden zoals borstelen. maar laserablatie is in aanvulling op borstelen een buitengewoon geschikte methode omdat deze ook de kleinste deeltjes kan verwijderen. Het is overigens wel aan te bevelen om tijdens en/of na de reiniging een verificatiestap uit te voeren, waarin de reiniging visueel gecontroleerd wordt. Ook is afzuiging tijdens deze reiniging door middel van laserablatie aan te raden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze een stap h) van het devulkaniseren van het loopvlak van de gebruikte band voorafgaand aan stap a).
Omdat de band hiermee zachter wordt kan de aan te brengen laag beter hechten. Het verwarmen van de laag en/of aanbrengen van de laag onder de druk, zoals hiervoor omschreven, wordt om die reden hierbij eveneens toegepast.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding vindt het devulkaniseren plaats met behulp van microgolfstraling.
Een geschikte methode voor het devulkaniseren betreft het toepassen van microgolfstraling, zoals deze bijvoorbeeld in een magnetron wordt toegepast.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding ligt de laagdikte van de laag tussen de 30 en 120 um, bij voorkeur tussen de 60 en 110 um en bij meer voorkeur bedraagt deze ongeveer 80 um.
Hoewel de lagen een laagdikte kunnen hebben van tussen de 30 en 500 um, verdient het de voorkeur om de dikte minimaal 60 um te laten bedragen, omdat hiermee minder lagen nodig zijn voor het opbouwen van een band. Tegelijkertijd verdient een dikte van maximaal 120 um de voorkeur omdat de verwijdering met een laser dan makkelijker verloopt, waarbij een dikte van 110 um in dat geval de voorkeur verdient. De optimale laagdikte die met beide factoren rekening houdt ligt rond de 80 um.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding vindt ten minste één van de stappen b) en d) plaats met een infraroodlaser, en/of een laser met een golflengte van ongeveer 400 nm.
Laserlicht met een golflengte van ongeveer 400 nm is daarbij in het bijzonder voordelig omdat licht van deze golflengtes resulteert in een beperkte warmteontwikkeling. Als gevolg zal de laag beperkter verouderen en/of beschadigen en/of verbranden dan wanneer laserlicht van andere golflengtes wordt gebruikt. Dit betekent dat de beperkt uitgeharde laag beter kan hechten aan een later over deze laag aan te brengen volgende laag.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze verder een stap 1) van het bepalen van een krachtverdelingsprofiel van op de op te bouwen band in gebruik uitgeoefende krachten, waarbij ten minste één van de stappen b) en d) plaatsvindt op basis van het in stap 1) bepaalde krachtverdelingsprofiel.
Wanneer de band in contact komt met het contactoppervlak, zoals een wegdek, dan zullen allerlei krachten worden uitgeoefend op de band. Om hier optimaal op in te kunnen spelen, meer in het bijzonder op krachten welke binnen het loopvlak spelen, is het voordelig om een krachtverdelingsprofiel te bepalen, op basis van deze krachten, en om het opbouwen van het loopvlak, meer in het bijzonder in de stappen b) en/of d) van deze werkwijze. uit te voeren op basis van dit krachtverdelingsprofiel. In het bijzonder kan het bijvoorbeeld van belang zijn om de hechting te versterken op plekken waar een hoge kracht verwacht wordt, zoals bijvoorbeeld door het daar aanbrengen van een oppervlaktestructuur.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze verder een stap |) van het aanbrengen van ten minste één additief, bij voorkeur geselecteerd uit een aluminiumoxide en/of silicium en/of een aerosil, bijvoorbeeld aerosil 380 en/of een combinatie daarvan. Een ander geschikt additief is polyethyleen met een laag soortelijk gewicht, bijvoorbeeld polyethyleen 8203 van DSM.
Met behulp van additieven is het mogelijk om de eigenschappen van het loopvlak en daarmee de band te beïnvloeden. Het kan daarbij gaan om additieven die als onderdeel van de laag worden aangebracht en daarin dus ingebed zijn, of additieven die los en dus tussen de lagen worden aangebracht. Aluminiumoxide en silicum zijn bijvoorbeeld geschikt om de stevigheid van de band te vergroten, wat slijtage kan verminderen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze verder een stap k) van het aanbrengen van een slijtbestendige toplaag.
Het aanbrengen van een slijtbestendige toplaag is een doeltreffende maatregel voor het verhogen van de duurzaamheid van de band. Deze toplaag kan rubber omvatten, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Het is daarbij mogelijk dat stap k) kan uitgevoerd door het aanbrengen van een additief, zoals deze stap k) daarmee althans een onderdeel vormt of zelfs overeenkomt met stap [).
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze verder een stap 1) van het geheel vulkaniseren van de meerdere lagen.
Wanneer in de werkwijze naast de stap c) ook een stap 1) voorzien is waarbij meerdere lagen geheel (of althans: maximaal) gevulkaniseerd worden, dan wordt de vulkanisatie verder versterkt. waardoor de band steviger wordt. Tevens kan er hierdoor voor gekozen worden om in de stap ¢) de vulkanisatie te beperken, hetgeen positieve invloed kan hebben op het hechten van volgende lagen aan deze laag.
Het doel van de uitvinding wordt verder bereikt met een inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
De werkwijze volgens de uitvinding wordt bij voorkeur uitgevoerd met een richting die voorzien is van een aansturing welke geconfigureerd is voor het uitvoeren van de werkwijze. Op die manier is het eenvoudiger om de werkwijze uit te voeren.
Het doel van de uitvinding wordt verder bereikt met een baan van ongevulkaniseerd rubber. geschikt voor gebruik in de werkwijze volgens de uitvinding.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de baan volgens de uitvinding heeft de baan een laagdikte tussen 30 en 120 um, die bij voorkeur tussen de 60 en 110 um ligt en bij meer voorkeur ongeveer 80 um bedraagt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de baan volgens de uitvinding omvat de baan een begin en eindzone, waarvan ten minste één zone een ten opzichte van de laagdikte afnemende laagdikte heeft.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de baan volgens de uitvinding is de baan aangebracht op een drager, bij voorkeur een folie, in het bijzonder een polyesterfolie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de baan volgens de uitvinding definieert een naar de laag gerichte zijde van de drager een negatief van een of de oppervlaktestructuur.
De voordelen van de baan zijn reeds toegelicht aan de hand van de werkwijze volgens de uitvinding en gelden eveneens voor de baan volgens de uitvinding.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden onder verwijzing naar de tekeningen, waarin: Figuur | een explosietekening aanzicht is van een baan volgens de uitvinding, Figuur 2 een zijaanzicht is van de baan volgens figuur 1, aangebracht op een basis, Figuur 3A tot en met 3C onderdelen tonen van een inrichting geconfigureerd voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding.
Figuur 4 een stroomschema toont van een werkwijze volgens de uitvinding, Figuur 1 toont een baan | van ongevulkaniseerd rubber met een middenzone 2 en aan de respectievelijke uiteinden een beginzone 3 en een eindzone 4. De middenzone 2 heeft een dikte D van 80 um, terwijl de dikte van de beginzone 3 en de eindzone 4 afneemt tot een dikte van nihil. Aan een van de zijden is de baan 1 voorzien van cen polyesterfolie 5, welke zich uitstrekt vanaf de beginzone 3 tot de eindzone 4. In de naar de baan 1 gerichte zijde van de folie is in dit geval een negatief van een te vormen oppervlaktestructuur 6 aangebracht. De band heeft cen breedte W overeenstemmend met de breedte van een band, zoals een autoband.
In figuur 2 is de baan 1 getoond, aangebracht op een cilindrische basis 10. Zoals te zien is de baan 1 meerdere malen om de basis 10 gewikkeld, in dit geval tweemaal. In de praktijk zal echter doorgaans een groter aantal malen gekozen worden. De beginzone 3 en de eindzone 4 zorgen er hierbij voor dat het op de basis 10 opgebouwde loopvlak glad is.
Figuur 3A toont een op een basis 20 aangebrachte gebruikte autoband 21. Langs het externe oppervlak van de band 21 is een laser 22 voorzien, welke enerzijds gebruikt kan worden voor het reinigen van de band 21, en anderzijds voor het aanbrengen van een oppervlaktestructuur in het externe oppervlak. De basis 20 is ingericht om de band rond zijn as te roteren in de richting R;. Onder de laser is een afzuigingskanaal 23, verbonden met een ventilator 24, voorzien, ingericht om materiaal dat als gevolg van de werking van laser 22 afkomstig van de band 21 is af te voeren.
In figuur 3B is deze band 21 vervolgens getoond in de nabijheid van een meetinrichting 30, voor het meten van het op de gebruikte band 21 aanwezige profiel. De meetinrichting 30 kan bijvoorbeeld een camera omvatten. As 20 roteert in richting R,.
In figuur 3C is deze band 21, roteerbaar in richting Rs, getoond met een rol 30 met gevulkaniseerd rubber, zoals bijvoorbeeld baan 1 uit figuur 1. De baan 1 wordt door rotatie van rol 30 in richting Ry richting het oppervlak van de band 21 gebracht, alwaar deze door rotatie van drukroller 31 in richting Rs tegen het oppervlak van de band 21 wordt gedrukt. Drukroller 31 heeft een diameter die kleiner is dan de diameter van band 21. De folielaag 5 aangebracht aan één van de zijden van de baan | wordt opgerold op een rol 32 door rotatie van deze rol 32 in richting R. Vervolgens wordt de band 21 met de hierop aangebrachte laag naar laser 33 gebracht, welke uit de aangebrachte laag materiaal verwijderd voor het vormen van een vooraf bepaald patroon. Ook hier is laser 33 voorzien van een afzuigkanaal 34 met een ventilator 35. Hierna zal de band met het daarin aangebrachte patroon naar een vulkanisatiebank 36 worden gebracht. welke de aangebrachte laag althans gedeeltelijk vulkaniseert.
Vanzelfsprekend kunnen de onderdelen zoals getoond in de figuren 3A, 3B en 3C overlappen. Zo kan de laser 22 bijvoorbeeld dezelfde laser zijn als de laser 33 en/of kan ventilator 35 dezelfde ventilator zijn als ventilator 24.
Figuur 4 toont een werkwijze 100 volgens de uitvinding. De werkwijze omvat de stap 101 van het selecteren van een gebruikte band. welke de basis vormt voor de werkwijze, gevolgd door de stap 102 van het reinigen van de gebruikte band. In stap 103 wordt een gewenste geometrie voor de gebruikte band bepaald, waarna of waarbij in stap 104 een krachtverdelingsprofiel op basis van de gewenste geometrie wordt bepaald. Stap 105 omvat het meten van de geometrie van de gebruikte band, waaronder het restprofiel, en het opslaan van de gemeten geometrie, waarna in stap 106 de gemeten en opgeslagen geometrie met de gewenste geometrie worden vergeleken. In stap 107 wordt het aantal aan te brengen lagen en het aan te brengen patroon op basis van de bepaalde geometrie en het krachtverdelingsprofiel bepaald. waarna in stap 108 het loopvlak van de gebruikte band wordt gedevulkaniseerd. Vervolgens volgt een aantal aanbrengeycli bestaand uit de stappen 109-113, waarbij stap 109 de stap omvat van het op de gebruikte band aanbrengen van een laag van ongevulkaniseerd rubber met een laagdikte van 80 um, waarbij de laag tegen de band wordt gedrukt, en waarbij de band wordt verwarmd, stap 110 de stap omvat van het vervolgens verwijderen van materiaal uit de laag voor het aanbrengen van een vooraf bepaald patroon, en stap 111 de stap omvat van het gedeeltelijk separaat vulkaniseren van de laag, waarna in stap 112 een oppervlaktestructuur in de laag wordt aangebracht, en waarna in stap 113 een additief op de laag wordt aangebracht.
Wanneer de laatste laag bereikt is, dan kan men in stap 114 de gehele band vulkaniseren.
Overigens zal bij de laatste cyclus de stap 112 ontbreken.
Overigens is de uitvinding niet tot de voorgaande voorbeelden beperkt.
Zo is de werkwijze geschikt voor het opbouwen van loopvlakken op allerlei banden, en is deze niet beperkt tot autobanden.
Ook is deze niet beperkt tot renovatie van gebruikte banden, maar ook geschikt voor het opbouwen van het loopvlak van nieuwe banden.
De beschermingsomvang wordt dan ook gedefinieerd aan de hand van de hierna volgende conclusies.

Claims (33)

  1. Conclusies I. Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, omvattende: a) het op een basis aanbrengen van meerdere lagen van ongevulkaniseerd rubber met een laagdikte per laag tussen de 30 en 500 um; b) het verwijderen van materiaal uit de lagen voor het aanbrengen van een vooraf bepaald patroon, en c) het althans gedeeltelijk separaat vulkaniseren van elke laag.
  2. 2. Werkwijze volgens de vorige conclusie, waarbij stap a) het meerdere malen omwikkelen van de basis met één baan omvat, voor het vormen van de meerdere lagen.
  3. 3. Werkwijze volgens de vorige conclusie, waarbij de baan een begin en eindzone omvat. waarvan ten minste één zone een ten opzichte van de laagdikte afnemende laagdikte heeft.
  4. 4. Werkwijze volgens cen der voorgaande conclusies, waarbij het verwijderen plaatsvindt door middel van laserablatie.
  5. 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies. waarbij het verwijderen van materiaal uit een laag plaatsvindt voorafgaand aan het al dan niet over die laag aanbrengen van een volgende laag.
  6. 6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij stap ¢) plaatsvindt na stap b).
  7. 7. Werkwijze volgens cen der voorgaande conclusies, waarbij m stap a) de baan van rubber wordt aangebracht vanaf een drager, bij voorkeur een folie, in het bijzonder een polvesterfolie.
  8. 8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze een stap d) omvat van het in althans een gedeelte van de lagen en/of de basis aanbrengen van een oppervlaktestructuur.
  9. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de oppervlaktestructuur zodanig is gekozen dat een extern oppervlak wordt vergroot.
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 7, en conclusie 8 of 9, waarbij een naar de laag gerichte zijde van de drager een negatief van de oppervlaktestructuur definieert.
  11. 11. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij stap d) wordt uitgevoerd door middel van laserablatie.
  12. 12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tijdens stap a) de laag en/of de basis verwarmd wordt.
  13. 13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies. waarbij tijdens stap a) de laag tegen de basis wordt geduwd. bijvoorbeeld met een druk van tussen de 5 kg/cm’ en 40 kg/cm”, bij voorkeur tussen de 10 kg/cm’ en 30kg/cm’ en bij voorkeur tussen de 18 kg/cm’ en 20 kg/cm.
  14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het duwen plaatsvindt met een roller, in het bijzonder een roller met een diameter kleiner dan een diameter van de basis.
  15. 15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies. waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) een stap e) omvat van het meten van de geometrie van de basis en het opslaan van de gemeten geometrie.
  16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de werkwijze een stap f) omvat van het vergelijken van de gemeten en opgeslagen geometrie met een gewenste geometrie en: - het op basis van de vergelijking bepalen van het aantal in stap a) aan te brengen lagen, en/of - het op basis van de vergelijking uitvoeren van stap b).
  17. 17. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de basis een gebruikte band is.
  18. 18. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, en conclusie 17, waarbij in stap e) het op de gebruikte band aanwezige bandprofiel wordt gemeten.
  19. 19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) de stap g) omvat van het, bij voorkeur door middel van laserablatie, reinigen van de gebruikte band.
  20. 20. Werkwijze volgens een der conclusies 17 tot en met 19, omvattende een stap h) van het devulkaniseren van het loopvlak van de gebruikte band voorafgaand aan stap a).
  21. 21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij het devulkaniseren plaatsvindt met behulp van microgolfstraling.
  22. 22. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de laagdikte van de laag ligt tussen de 30 en 120 um, bij voorkeur tussen de 60 en 110 um ligt en bij meer voorkeur ongeveer 80 um bedraagt.
  23. 23. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de stappen b) en d) plaatsvindt met een infraroodlaser, en/of een laser met een golflengte van ongeveer 400 nm.
  24. 24. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een stap i) van het bepalen van een krachtverdelingsprofiel van op de op te bouwen band in gebruik uitgeoefende krachten. waarbij ten minste één van de stappen b) en d) plaatsvindt op basis van het in stap i) bepaalde krachtverdelingsprofiel.
  25. 25. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een stap j) van het aanbrengen van ten minste één additief, bij voorkeur geselecteerd uit een aluminiumoxide en/of silicium en/of (een polyurethaan) en/of een combinatie daarvan.
  26. 26. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een stap k) van het aanbrengen van een slijtbestendige toplaag.
  27. 27. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een stap 1) van het geheel vulkaniseren van de meerdere lagen.
  28. 28. Inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies.
  29. 29. Baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze volgens een der conclusies 1 tot en met 27.
  30. 30. Baan volgens conclusie 29, waarbij de baan een laagdikte tussen 30 en 120 um heeft, en bij voorkeur tussen de 60 en 110 um ligt en bij meer voorkeur ongeveer 80 um bedraagt.
  31. 31. Baan volgens conclusie 29 of 30, en waarbij de baan een begin en eindzone omvat, waarvan ten minste één zone een ten opzichte van de laagdikte afnemende laagdikte heeft.
  32. 32. Baan volgens conclusie 29, 30 of 31, waarbij de baan is aangebracht op een drager. bij voorkeur een folie, in het bijzonder een polyesterfolie.
  33. 33. Baan volgens conclusie 32, waarbij een naar de laag gerichte zijde van de drager een negatief van een of de oppervlaktestructuur definieert.
NL2026728A 2020-10-22 2020-10-22 Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze en baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze NL2026728B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026728A NL2026728B1 (nl) 2020-10-22 2020-10-22 Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze en baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze
PCT/NL2021/050633 WO2022086324A1 (en) 2020-10-22 2021-10-20 Method for constructing the tread of a tire, device configured for performing the method and uncured rubber strip
EP21794260.6A EP4232273A1 (en) 2020-10-22 2021-10-20 Method for constructing the tread of a tire, device configured for performing the method and uncured rubber strip
US18/033,527 US20230398756A1 (en) 2020-10-22 2021-10-20 Method For Constructing The Tread Of A Tire, Device Configured For Performing The Method And Uncured Rubber Strip

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026728A NL2026728B1 (nl) 2020-10-22 2020-10-22 Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze en baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2026728B1 true NL2026728B1 (nl) 2022-06-16

Family

ID=73498244

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2026728A NL2026728B1 (nl) 2020-10-22 2020-10-22 Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze en baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20230398756A1 (nl)
EP (1) EP4232273A1 (nl)
NL (1) NL2026728B1 (nl)
WO (1) WO2022086324A1 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3541126A1 (de) * 1985-11-13 1987-05-14 Ihle Reifen Gmbh Verfahren und vorrichtung zum aufbringen eines rohgummibelags auf eine karkasse
JP2010052453A (ja) * 2008-08-26 2010-03-11 Bridgestone Corp プレキュアトレッドおよびこれを用いた更生タイヤ
WO2012057742A1 (en) * 2010-10-27 2012-05-03 Michelin Recherche Et Technique, S.A. A tire tread with sipes and a method for the manufacture of a tire tread with sipes
WO2013176675A1 (en) * 2012-05-25 2013-11-28 Compagnie Generale Des Etablissements Michelin Method and tire for improved uniformity and endurance of aggressive tread designs using layering technique
DE102014223163A1 (de) * 2014-11-13 2016-05-19 Continental Reifen Deutschland Gmbh Verfahren zur Herstellung von Fahrzeugreifen
WO2017086575A1 (ko) * 2015-11-19 2017-05-26 주식회사 써드아이 타이어 트레드 패턴 레이저 조각 시스템
CN110126318A (zh) * 2019-05-15 2019-08-16 三角轮胎股份有限公司 彩色轮胎的制造方法

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3541126A1 (de) * 1985-11-13 1987-05-14 Ihle Reifen Gmbh Verfahren und vorrichtung zum aufbringen eines rohgummibelags auf eine karkasse
JP2010052453A (ja) * 2008-08-26 2010-03-11 Bridgestone Corp プレキュアトレッドおよびこれを用いた更生タイヤ
WO2012057742A1 (en) * 2010-10-27 2012-05-03 Michelin Recherche Et Technique, S.A. A tire tread with sipes and a method for the manufacture of a tire tread with sipes
WO2013176675A1 (en) * 2012-05-25 2013-11-28 Compagnie Generale Des Etablissements Michelin Method and tire for improved uniformity and endurance of aggressive tread designs using layering technique
DE102014223163A1 (de) * 2014-11-13 2016-05-19 Continental Reifen Deutschland Gmbh Verfahren zur Herstellung von Fahrzeugreifen
WO2017086575A1 (ko) * 2015-11-19 2017-05-26 주식회사 써드아이 타이어 트레드 패턴 레이저 조각 시스템
CN110126318A (zh) * 2019-05-15 2019-08-16 三角轮胎股份有限公司 彩色轮胎的制造方法

Also Published As

Publication number Publication date
EP4232273A1 (en) 2023-08-30
WO2022086324A1 (en) 2022-04-28
US20230398756A1 (en) 2023-12-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8636044B2 (en) Reduced weight precured tread band for retreaded tire
EP2448751B1 (en) Retreaded tire method for its manufacture
EP2448753B1 (en) Retreaded tire having the tread band matched to a prepared base tread and method of retreading such a tire
KR20140107462A (ko) 타이어들을 재생하기 위한 장치 및 방법
JPH08323889A (ja) タイヤの再生方法及びその再生タイヤ組立体
US20050126671A1 (en) Process for retreading solid tires
NL2026728B1 (nl) Werkwijze voor het opbouwen van het loopvlak van een band, inrichting, omvattende een bij voorkeur cilindrische basis en een aansturing geconfigureerd voor het op een basis uitvoeren van de werkwijze en baan van ongevulkaniseerd rubber, geschikt voor gebruik in de werkwijze
US20150217522A1 (en) Methods and devices for improving usable life of wearable surfaces
JP2008290328A (ja) タイヤの製造方法、その製造装置及びタイヤ
US20160221288A1 (en) Method of making pre-cured tread with textured bottom
JP5790213B2 (ja) 更生タイヤ及びその製造方法
JP2011079352A (ja) プレキュアトレッド及び更生タイヤ
JP2010173139A (ja) 台タイヤの製造方法と更生用トレッド及び更生タイヤ
US9044909B2 (en) Tyre retreading method and system
JP3831024B2 (ja) 更生重荷重用空気入りタイヤの製造方法及び更生タイヤ
JP6258137B2 (ja) 更生タイヤの製造方法
JP5884317B2 (ja) プレキュアトレッド、更生タイヤ及びその製造方法
JP6959122B2 (ja) タイヤ及びタイヤの製造方法
WO2024054742A1 (en) Fabrication of tire tread using lithography based methods
JP2002067622A (ja) プレキュアトレッドおよび該プレキュアトレッドが貼付けられた更生タイヤ
SU295692A1 (ru) Пластырь для ремонта сквозных повреждений
BR102018076997A2 (pt) pneu reciclado reforçado com banda de rodagem e processo de fabricação do mesmo
JP2002103917A (ja) プレキュアトレッドおよび該プレキュアトレッドが貼付けられた更生タイヤ
JP2003291609A (ja) 空気入りタイヤおよびその更生方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VM HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VAN MERKSTEIJN REAL ESTATE B.V.

Effective date: 20230406