NL2026406B1 - Melkinrichting - Google Patents

Melkinrichting Download PDF

Info

Publication number
NL2026406B1
NL2026406B1 NL2026406A NL2026406A NL2026406B1 NL 2026406 B1 NL2026406 B1 NL 2026406B1 NL 2026406 A NL2026406 A NL 2026406A NL 2026406 A NL2026406 A NL 2026406A NL 2026406 B1 NL2026406 B1 NL 2026406B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
cleaning
milking
filter
cleaning liquid
Prior art date
Application number
NL2026406A
Other languages
English (en)
Inventor
Van Eeden Bart
Maria Franck Malouk
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL2026406A priority Critical patent/NL2026406B1/nl
Priority to CN202180054076.0A priority patent/CN116018063A/zh
Priority to EP21794623.5A priority patent/EP4208012A1/en
Priority to US18/023,122 priority patent/US20230255174A1/en
Priority to PCT/IB2021/058020 priority patent/WO2022049517A1/en
Priority to CA3191308A priority patent/CA3191308A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2026406B1 publication Critical patent/NL2026406B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/022Clean-in-Place Systems, i.e. CIP, for cleaning the complete milking installation in place

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)
  • Dairy Products (AREA)
  • Apparatus For Making Beverages (AREA)

Abstract

Een melkinrichting voor melken van een melkdier is voorzien van melkmiddelen, een besturing, een melkleiding voor transport van de melk van de melkmiddelen naar een melktank, een melkfilter en een reinigingsinrichting. De reinigingsinrichting omvat ten minste een reinigingsvloeistofhouder, een venNarmingsinrichting voor venNarmen van reinigingsvloeistof van de reinigingsvloeistofhouder, een additiefvoorraadhouder voor additief, een additieftoevoeginrichting voor gestuurd toevoegen van het additief aan reinigingsvloeistof, en een kleppensysteem voor regelen van stromen van reinigingsvloeistof en additief door de melkinrichting. De reinigingsinrichting is ingericht voor uitvoeren van een reinigingscyclus van de melkinrichting met een voorspoeling met koud of Iauw water, een hete spoeling met verwarmd water en een zuur of basisch additief, een naspoeling, en tenminste tussen de hete spoeling en de naspoeling een tegenstoomreinigingsstap door reinigingsvloeistof in tegenstroom door het melkfilter te doen stromen. Aldus is een melkinrichting verschaft die a|s geheel inclusief het melkfilter automatisch kan worden gereinigd. Met name doordat de tegenstroomreiniging plaatsvindt na de hete spoelstap kunnen daardoor opgeweekt vuil en melkresten beter worden verwijderd uit met name het melkfilter.

Description

Melkinrichting De uitvinding heeft betrekking op een melkinrichting voor melken van een melkdier met spenen, voorzien van melkmiddelen, een besturing voor de melkinrichting, een melkleiding voor transport van de melk van de melkmiddelen naar een melktank, een melkfilter voor filteren van de door de melkleiding getransporteerde melk, en een reinigingsinrichting voor reinigen van de melkinrichting, waarbij de reinigingsinrichting omvat een kleppensysteem voor regelen van stromen van reinigingsvloeistof door de melkinrichting.
Het melken van melkdieren vereist dat de melkinrichting als geheel regelmatig wordt gereinigd, om te voorkomen dat zich melkresten afzetten, en dat er bacteriën en dergelijke gaan groeien in de melkresten. Daartoe is bekend om melkinrichtingen te reinigen, waarbij eerst zo veel mogelijk melk wordt verwijderd uit de melkinrichting. Vervolgens worden de melkresten, met onder andere melkvetten en - eiwitten, verwijderd met behulp van heet water met zuur of base. Tenslotte wordt nagespoeld met koud of lauw water, om resten van de zure of basische reinigingsvloeistof te verwijderen en om de melkinrichting af te koelen voor opvolgend gebruik bij melkdieren.
Ook is het nodig om de gemolken melk te filteren voordat die naar de melktank gaat. Hierbij wordt vuil zoals mest- en beddingdeeltjes, haren, maar ook celklompjes en -vlokjes en dergelijke uit de melk gefilterd. Na enige tijd zal het filter te zeer verontreinigd raken. Het is derhalve belangrijk om te zorgen voor een actie om nieuwe melkingen met een schoon filter te kunnen voortzetten.
Totnogtoe werden filterkousen gebruikt, die ten minste driemaal daags werden vervangen, of eerder als daar aanleiding toe was vanwege verminderde melkdoorstroom of dergelijke. Dit is zeer arbeidsintensief, en kost betrekkelijk veel grondstoffen voor de filterkousen.
Voorts is uit NL-C-1037403 een melkinrichting bekend met een roestvrijstalen melkfilter dat met een tegenstroomreiniging kan worden gereinigd.
Hierdoor is het filter zonder dit te moeten vervangen weer geschikt te maken voor verder gebruik. Op deze wijze wordt het arbeidsintensieve verwisselen van de filterkousen, alsmede het overmatige gebruik van grondstoffen reeds doeltreffend voorkomen. Het bekende melkfilter lijkt alleen in tegenspoeling te worden gereinigd. Verdere details omtrent de reiniging zijn hierbij echter niet gegeven.
Het is een doel van de onderhavige inrichting om een melkinrichting van de in de inleiding aangeduide soort te verschaffen die een verbeterde reiniging heeft.
De uitvinding bereikt dit doel met een melkinrichting volgens conclusie 1, in het bijzonder een melkinrichting voor melken van een melkdier met spenen, voorzien van melkmiddelen, een besturing voor de melkinrichting, een melkleiding voor transport van de melk van de melkmiddelen naar een melktank, een melkfilter voor filteren van de door de melkleiding getransporteerde melk, en een reinigingsinrichting voor reinigen van de melkinrichting, waarbij de reinigingsinrichting omvat ten minste één reinigingsvloeistofhouder, een verwarmingsinrichting voor verwarmen van reinigingsvloeistof van de reinigingsvloeistofhouder, een additiefvoorraadhouder voor additief, een additieftoevoeginrichting voor gestuurd toevoegen van het additief aan reinigingsvloeistof van de reinigingsvloeistofhouder, en een kleppensysteem voor regelen van stromen van reinigingsvloeistof en additief door de melkinrichting, waarbij de reinigingsinrichting is ingericht voor uitvoeren van een reinigingscyclus van de melkinrichting met een voorspoeling met koud of lauw water als reinigingsvloeistof, een hete spoeling met door de verwarmingsinrichting verwarmd water en een zuur of basisch additief als reinigingsvloeistof, een naspoeling, en tenminste tussen de hete spoeling en de naspoeling een tegenstoomreinigingsstap door reinigingsvloeistof in tegenstroom door het melkfilter te doen stromen.
De uitvinding is gebaseerd op de gedachte dat, hoewel het het eenvoudigste is om het melkfilter alleen in tegenstroom te reinigen, omdat de deeltjes zich in omgekeerde richting aan het melkfilter aanbieden, het beter is om die tegenstroomreiniging van het melkfilter uit te voeren als onderdeel van de gehele (hoofd)reiniging van de melkinrichting. Voorts omvat de gedachte dat de tegenstroomreiniging niet op een willekeurig moment, zoals met name na de gehele hoofdreiniging van de melkinrichting zou moeten worden uitgevoerd, maar het beste na de hete spoeling. De deeltjes die dan ook na de eerste reinigingsstappen met o.a. de hete spoeling nog aan het filter hechten blijken door die hete spoeling een verminderde hechting aan het filter vertonen. De deeltjes zijn opgeweekt en door de hoge temperatuur is de adhesie c.q. de vanderwaalskracht verminderd, zodat de hierna volgende tegenspoeling van het melkfilter een beter resultaat zal hebben dan indien uitgevoerd na de naspoeling. Deze laatste zou immers, door de richting van de koude of lauwe reinigingsvloeistof, de deeltjes weer op het filter drukken, en bovendien afkoelen, zodat de hechting om twee redenen weer versterkt wordt.
In feite kan het zelfs voordelig zijn, indien de melkinrichting is voorzien van een bypassleiding om het melkfilter, waarbij de reinigingsinrichting is ingericht om althans de naspoeling om het melkfilter heen te leiden via de bypassleiding. Daartoe zijn dan, naast genoemde bypassleiding, in het bijzonder daartoe geschikte, en door de besturing bestuurbare klepinrichtingen verschaft.
Bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de aangehechte onderconclusies, alsmede in het nu volgende deel van de beschrijvingsinleiding.
In uitvoeringsvormen is de reinigingsinrichting ingericht voor uitvoeren van een aanvullende tegenstroomreinigingsstap van het melkfilter voorafgaand aan de voorspoeling. Deze stap, die met voordeel met koud of lauw water wordt uitgevoerd, zorgt reeds voor een zinvolle mechanische reiniging van het melkfilter, doordat de deeltjes en stoffen die een niet al te grote hechting hebben reeds worden weggespoeld door de in tegenstroom vloeiende vloeistof. Dit betreft bijvoorbeeld haren, stro- of andere beddingdeeltjes, grof stof of ander vuil. Waarschijnlijk zullen melkresten en stoffen daarin zoals melkvet en melkeiwit minder goed worden verwijderd door de eerste tegenspoeling.
Een gevolg van de eerste tegenspoeling van het melkfilter is dat de hierna volgende reiniging niet alleen deze genoemde reeds verwijderde deeltjes niet meer hoeft (proberen) op te lossen of anderszins te verwijderen, maar ook dat de stromingsweerstand door het melkfilter, en daardoor door de gehele melkinrichting, merkbaar verbetert. Op zijn beurt heeft dit weer positieve gevolgen voor de reinigingskwaliteit van de opvolgende reinigingsstappen.
Het is in beginsel mogelijk om de gehele melkinrichting in de tegenspoelstap te reinigen. Nadelig in sommige gevallen is echter dat dan de gehele lengte van de melkinrichting moet worden overbrugd door de voorgaande stap(pen). Immers, als de lengte van de leidingen van de melkinrichting bijvoorbeeld 100 meter is, kan het volstaan om eerst 10 meter te vullen met spoelwater, vervolgens die 10 meter voort te stuwen met hete spoeling, en tenslotte weer 10 meter te vullen met koud naspoelwater, en deze door de gehele melkinrichting te drukken. Het zal duidelijk zijn dat dit bij een tegenspoeling na de hete spoeling vereist dat dan toch eerst de voorspoeling en de hete spoeling geheel door de melkinrichting worden gedrukt, om vervolgens de naspoeling vanaf de andere zijde door de melkinrichting te drukken. Een en ander vereist veel meer vloeistof, hoewel het zeker bij kortere leidingen zeker niet is uitgesloten. Derhalve zijn voordelige uitvoeringsvormen gekenmerkt doordat de reinigingsinrichting ten behoeve van de tegenspoeling een watertoevoeraansluiting aan een melkuitgangszijde van het melkfilter, alsmede een afvoeraansluiting aan de melkingangszijde van het melkfilter omvat. Hierbij is de watertoevoeraansluiting aangesloten op een watertoevoer, zoals een waterleiding of voorraadhouder, en is de afvoeraansluiting aangesloten op een afvoer zoals een riool of een opvangbak. Zowel de watertoevoeraansluiting als de afvoeraansluiting zijn afsluitbaar met een door de besturing bedienbare klepinrichting, die deel uitmaken van het kleppensysteem. Het kleppensysteem is ingericht om tijdens de voorspoeling, de hete spoeling en de naspoeling genoemde klepinrichtingen van de watertoevoeraansluiting en de afvoeraansluiting gesloten te houden, zodat de in de betreffende stappen gebruikte vloeistof in de melkrichting door het melkfilter kan stromen. De reinigingsinrichting is voorts ingericht om in de tegenspoelstap of -stappen de genoemde klepinrichtingen juist open te houden, alsmede om water door de watertoevoeraansluiting aan te voeren en door het melkfilter te laten stromen naar de afvoeraansluiting. Aldus kan het spoelwater heel doelmatig door in hoofdzaak alleen het melkfilter stromen, om dit in tegenstroomreiniging te reinigen, zonder de melkinrichting verder te beïnvloeden.
Hier wordt opgemerkt dat het in de uit NL-C-1037403 bekende inrichting mogelijk is dat het melkfilter gedurende de gehele hoofdreiniging in tegenspoeling wordt gereinigd, dat wil zeggen dat wellicht elke spoel- en reinigingsstap van de melkinrichting in tegenstroomrichting wordt uitgevoerd op het melkfilter, door eenvoudigweg alle vloeistoffen te laten stromen via de bypassleidingen 7 en 8. Hierdoor worden echter onnodig alle verontreinigingen van het melkfilter, alwaar zich nu net de meeste verontreinigingen verzamelen, door de rest van de melkinrichting geleid. Daarentegen is het, volgens de onderhavige uitvinding, niet nodig om alle stappen in tegenstroom uit te voeren op het melkfilter, en is het voordelig om de (of elke) tegenstroomreinigingsstap in hoofdzaak alleen op het melkfilter uit te voeren, waarbij spoelwater apart wordt toegevoerd aan het melkfilter, en het reinigingswater in hoofdzaak direct na doorspoelen van het melkfilter wordt afgevoerd.
Op zich is de uitvoering van het melkfilter niet bijzonder beperkt. Doch in aantrekkelijke uitvoeringsvormen omvat het melkfilter een behuizing met daarin een metalen plaatdeel met gaatjes, welk plaatdeel bestemd is om door gemolken melk te worden doorspoeld en daarbij de melk te filteren. Hierbij zullen de gaatjes in het plaatdeel samen de gehele doorgang voor de melk door het melkfilter vormen, met andere woorden iser geen weg voor de melk om de gaatjes heen. Het voordeel van een metalen plaatdeel is dat het eenvoudig zodanig is te kiezen dat het een goede weerstand heeft tegen de hete zure of basische reinigingsvloeistoffen, en tevens compatibel is met levensmiddelen (melk). Een voorbeeld is roestvast staal, doch andere metalen of legeringen zijn niet uitgesloten. De gaatjes hebben met voordeel een doorsnede die geschikt is om de meeste verontreinigingen tegen te houden, maar met name de natuurlijke vetbolletjes ongemoeid te laten.
Bijvoorbeeld hebben de gaatjes een kleinste doorsnede van ca. 60- 80 um.
In het bijzonder zijn de gaatjes gelaserde gaatjes, waarbij de doorsnede van de ene zijde van het plaatonderdeel naar de andere zijde toeneemt.
Een en ander is in beginsel inherent aan de wijze van vormen van de gaatjes.
Een voordeel van de in het 5 bijzonder in melkstroomrichting gezien toenemende doorsnede is dat de deeltjes niet snel inwendig in het filteronderdeel klem kunnen komen te zitten, maar bovendien dat deeltjes die op of toch in het filteronderdeel zitten bij de tegenspoeling nog beter worden verwijderd, doordat de reinigingsvloeistofstroom in de in tegenstroomrichting smaller wordende gaatjes nog eens extra wordt versneld.
Met voordeel loopt de doorsnede op van ca. 60-80 ym naar ca. 120 um, alhoewel andere doorsnedes niet worden uitgesloten.
Het aantal gaatjes is in beginsel vrij te kiezen.
Hoe meer gaatjes, hoe minder weerstand het filter zal vormen in de melkstroom of reinigingsvloeistofstroom.
Bijvoorbeeld omvat het melkfilter ca. 0,5 - 2 x 10° gaatjes.
De vorm van het filteronderdeel is niet bijzonder beperkt, en kan bijvoorbeeld een plaat zijn die dwars op de melkstroomrichting staat.
Met voordeel echter omvat het plaatdeel een cilindrische plaat.
Hierbij kan de melk hetzij centraal in het plaatdeel stromen, om vervolgens via de gaatjes naar de buitenzijde van de cilindrische plaat te stromen, en daarna de behuizing uit te stromen, hetzij in omgekeerde volgorde.
In het eerste geval blijven de verontreinigingen grotendeels binnen de cilindrische plaat gevangen, en in het tweede geval juist aan de buitenzijde.
Deze laatste mogelijkheid heeft het voordeel dat het netto oppervlak iets groter is, en bovendien dat de stroom reinigingsvloeistof eenvoudiger een grotere snelheid kan krijgen.
Bovendien staat het toe om het filter optisch te inspecteren.
De uitvinding heeft in een volgend aspect tevens betrekking op een werkwijze volgens conclusie 4, voor het reinigen van een melkinrichting volgens bovengenoemd aspect van de uitvinding, in het bijzonder een werkwijze voor reinigen van een melkinrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de volgende stappen in volgorde voorspoelen van de melkinrichting met koud of lauw water als reinigingsvloeistof, heet spoelen van de melkinrichting met door de verwarmingsinrichting verwarmd water en een zuur of basisch additief als reinigingsvloeistof, naspoelen van de melkinrichting koud of lauw water als reinigingsvloeistof, en tenminste tussen de hete spoeling en de naspoeling reinigen van het melkfilter door reinigingsvloeistof in tegenstroom door het melkfilter te vloeien.
Het voordeel van deze werkwijze volgt reeds uit het voor de melkinrichting hierboven beschrevene, zodat veel details kunnen worden weggelaten om onnodige herhaling te voorkomen. Volsta het hier om te vermelden dat deeltjes op en in het melkfilter die door de hete spoeling zijn opgeweekt, door de daaropvolgende tegenspoeling doelmatig kunnen worden verwijderd.
Voordelige uitvoeringsvormen zijn wederom beschreven in de aangehechte onderconclusies, alsmede in het nu volgende deel van de beschrijvingsinleiding.
In het bijzonder wordt in de tegenspoelstap in hoofdzaak alleen het melkfilter gespoeld, dat wil zeggen niet rest van melkinrichting. Hiertoe is bijvoorbeeld een afzonderlijke watertoevoer op het melkfilter verschaft, alsmede een afvoer naar een riool of dergelijke, alsmede klepinrichtingen om de overige (melk)aansluitingen af te sluiten. Door vervolgens spoelwater via de watertoevoer door het melkfilter naar de afvoer te laten stromen, wordt alleen het melkfilter in tegenspoeling gereinigd. Niettemin is het ook mogelijk om de tegenspoelstap uit te voeren op de gehele melkinrichting, dat wil zeggen op de melkvoerende delen daarvan. Weliswaar vereist dit een extra stap, waarbij de melkinrichting eerst geheel dient te worden ontdaan van de hete reinigingsvloeistof, maar het is wel zo dat de naspoelstap aldus kan worden gecombineerd met de tegenspoelstap, door de eerstgenoemde in tegenstroomrichting uit te voeren.
In uitvoeringsvormen wordt het melkfilter voorafgaand aan de voorspoelstap in tegenstroomrichting gespoeld met spoelwater. Dit voert reeds veel vervuiling weg, die het reinigen in de daarop volgende stappen niet meer kunnen bemoeilijken. Immers drukt de reinigingsvloeistof in al die vervolgstappen het resterende vuil juist steviger tegen of in het melkfilter, hetgeen op zich niet gewenst is.
Aanvullend kunnen er nog meer stappen zijn verschaft in de werkwijze, zoals een leegblaasstap, waarbij met lucht de na het melken nog in de melkinrichting aanwezige melk zo veel mogelijk naar de melktank te voeren, en daarmee dus tevens de melkinrichting zo veel mogelijk te ontdoen van melk, voorafgaand aan de echte reiniging. Voorts kan een dergelijke leegblaasstap ook worden uitgevoerd na afloop van de naspoelstap, om naspoelwater uit de melkinrichting te blazen. Voorts kan tot slot nog een drogingsstap worden uitgevoerd, hetzij door een vooraf bepaalde tijd te wachten, hetzij door bijvoorbeeld verwarmde lucht door de melkinrichting te blazen. Al deze stappen zijn echter op zich bekend, zodat de vakman deze eenvoudig kan invullen, en derhalve een nadere bespreking hier wordt weggelaten.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van enkele nietbeperkende voorbeelduitvoeringsvormen, alsmede de tekening, waarin: - Figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een melkinrichting volgens de uitvinding,
- Figuur 2 toont een stroomschema voor een reiniging volgens de stand van de techniek, - Figuur 3 toont een stroomschema voor een reinigingswerkwijze volgens de uitvinding, en - Figuur 4 toont in meer detail een melkfilter volgens Figuur 1.
Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een melkinrichting volgens de uitvinding. De melkinrichting is algemeen aangeduid met verwijzingscijfer 1, en omvat een of meer melkbekers 2, en optioneel een melkrobot 3 met een robotarm 4 en een grijper 5. De melkbeker 2 is via een melkslang 6 aangesloten op een melkglas 7, dat via een vacuümpomp 8 wordt gevacumeerd naar een atmosferische aansluiting 9.
Een melkleiding heeft een eerste, tweede en derde melkleidingdeel 10a resp. 10b en 10c, via welke een melkpomp 11 melk wegpompt door een melkfilter 12. Het melkfilter omvat een behuizing 13, alsmede een watertoevoerleiding 14 die afsluitbaar is met een eerste klep 15 en is aangesloten op een waterleiding 16, en een waterafvoerleiding 17 die afsluitbaar is met een tweede klep 18 en aangesloten is op een riool 19.
Via het derde melkleidingdeel 10c gaat melk door een driewegklap 20 met een eerste doorvoer 21 naar een melktank 22, en bijvoorbeeld reinigingsvloeistof via een tweede doorvoer 23 naar een riool 24.
Met 25 is een reinigingsinrichting aangeduid, met een sproeikop 26 die via een toevoerleiding 27, die met een derde klep 28 afsluitbaar is, vloeistof krijgt angevoerd vanuit een houder 29, die bijvulbaar is vanuit een waterleidingaansluiting 30, en verwarmbaar met een warmtebron 31. Via een additiefleiding 21 zijn vanuit een eerste additiefhouder 33, en regelbaar met een eerste additiefklep 34, en/of vanuit een tweede additiefhouder 35, en regelbaar met en tweede additiefklep 36, additieven toevoegbaar. Met 40 is een besturing voor de melkinrichting 1 aangeduid. Tenslotte is met 100 een melkdier, met spenen 101 aangeduid.
De melkinrichting 1 is hier getoond als een melkrobotinrichting, met een robot 2 met een robotarm 3 met een grijper 4, die de melkbeker 2 op een speen 101 van een melkdier 100 kan plaatsen. Daartoe zijn op zich bekende onderdelen, zoals een speenherkenningsinrichting verschaft, die hier echter duidelijkheidshalve niet zijn getoond, aangezien ze geen deel uitmaken van de uitvinding. In feite is de onderhavige uitvinding ook toepasbaar op conventionele melkinrichtingen, waarbij de melkbeker 2 met de hand op een speen 101 wordt aangesloten.
In de melkinrichting 1 wordt, zoals op zich bekend, melk gewonnen doordat er via de vacuümpomp 8, het melkglas 7, de melkslang 6 en de melkbeker 2 een vacuüm wordt uitgeoefend op de speen 101. De melk van een melking van deze speen 101, en de eventueel aanwezige andere spenen, zoals in totaal vier bij een koe, wordt opgevangen in het melkglas 7. Vandaaruit kan de melkpomp 11 de melk wegpompen via de melkleiding 10, hier in delen 10a, 10b en 10c weergegeven, naar de melktank 22. Voorafgaand aan opslaan in de melktank 22 dient de melk nog te worden gefilterd, en dat gebeurt in het melkfilter 12. Het melkfilter 12, waarvan de details nog nader worden uitgelegd, omvat een behuizing 13, in de vorm van een cilinder van doorzichtig of ander materiaal, met een boveneinde en een ondereinde, en binnenin een filterplaat met gaatjes.
Voorts zijn er een watertoevoerleiding 14 voor reinigingsvloeistof, en een waterafvoerleiding 17. Met de eerstgenoemde kan reinigingsvloeistof, zoals simpel water via waterleiding 16 of water met toevoegingen, in tegenstroom worden toegevoerd aan het filter, en na spoeling door het melkfilter via de laatstgenoemde weer worden afgevoerd, naar een riool 19 of opvangbak, bijvoorbeeld voor hergebruik.
Zowel de toevoer- als de afvoerleiding kunnen met een eerste klep 15 respectievelijk tweede klep 18 worden afgesloten of vrijgegeven.
Voorts is er een reinigingsinrichting 25 verschaft die zorgt voor de reiniging van de melkinrichting 1 als geheel.
Hier wordt opgemerkt dat de gehele melkinrichting 1, inclusief de reinigingsinrichting 25, het melkfilter 8 en alle kleppen 15, 18, 20, 28, 34 en 36 worden bestuurd door de besturing 40, die op enigerlei wijze werkzaam met deze onderdelen is verbonden, draadloos dan wel bedraad.
Genoemde kleppen kunnen samen worden opgevat als een klepsysteem voor het leiden van reinigingsvloeistof door de melkinrichting 1. Bijvoorbeeld wordt voor de reiniging een melkbeker 2 met behulp van de robotarm of een bedienend persoon aangesloten op de sproeikop 26. Deze brengt reinigingsvloeistof in door deze bijvoorbeeld te versproeien, hoewel andere methoden ook mogelijk zijn.
De reinigingsvloeistof wordt aangevoerd via de toevoerleiding 27, die afsluitbaar is met de derde klep 28, vanuit een voorraadhouder 29. Deze bevat bijvoorbeeld water, en kan vanuit een waterleiding 30 worden aangevuld, zoals met een vlotter of dergelijke.
De voorraadhouder 29 heeft een warmtebron, zoals een verwarmingsspiraal, voor verwarmen van de vloeistof in de houder.
Bijvoorbeeld kan water worden opgewarmd tot een temperatuur van 85 à 95 graden Celsius, of enige andere gewenste temperatuur.
Desgewenst kan er een additief worden toegevoerd aan het water, via de additiefleiding 32. Deze is met behulp van de eerste additiefklep 34 aansluitbaar op de eerste additiefhouder 33 met bijvoorbeeld een zuur, of via een tweede additiefklep 36 of een tweede additiefhouder 35, met bijvoorbeeld een alkalische oplossing. Aldus zijn er verschillende reinigingsvloeistoffen beschikbaar voor reinigen van de melkinrichting 1, namelijk (leiding) water, water met een zuur of water met een base, telkens al dan niet verwarmd.
De verschillende vloeistoffen kunnen worden ingezet bij de reiniging van de melkinrichting 1, zoals wederom op zich bekend in de stand van de techniek, en weergegeven in Figuur 2. Bijvoorbeeld omvat een bekende reinigingsprocedure de volgende stappen: - 50: leegblazen van de melkvoerende delen (0.a melkbeker 2, melkslang 6, melkglas 7, melkleidingdelen 10a, 10b, 10c, melkfilter 12), om zo veel mogelijk melk nog naar de melktank 22 te verplaatsen, en uit de melkvoerende delen te verwijderen; - 52: voorspoeling met lauw water, om zo veel mogelijk melkresten, en eventueel al wat vuil of andere ongerechtigheden, uit de melkvoerende delen weg te spoelen; - 54: hete spoeling met heet water met additief (bijvoorbeeld een zuur tegen kalk of melksteen, of een basische oplossing tegen melkvet en -eiwitten) van met voordeel tenminste 77 °C, voor verwijderen van met name de respectieve genoemde melkbestanddelen, en ook zo veel mogelijk overig vuil of ongerechtigheden die in de melkinrichting terecht zijn gekomen, zoals haren, zand, stof, insecten enzovoort.
- 56: een naspoeling met lauw of koud water, om resten van de reinigingsvloeistof weg te spoelen, en om de melkvoerende delen af te koelen, om te voorkomen dat het eerstvolgende melkdier zich verwondt en dat de melkeiwitten neerslaan; - 58: leegblazen van de melkvoerende delen, om zo veel mogelijk water weg te blazen, hetgeen niet in de melk terecht hoort te komen; en optioneel -60: drogen van de melkinrichting, om eventueel resterend water te laten verdampen.
Merk op dat alternatieve stappen of middelen, alsmede aanvullende stappen kunnen worden toegepast, zoals een aanvullende, laatste stap met een "sanitizer" in de Verenigde Staten.
Nu is het zo dat in de bekende melkinrichtingen het melkfilter vaak een filterkous bevat, welke filterkous voorafgaand aan een reiniging wordt vervangen door een nieuwe. Immers, een melkfilter verzamelt vuil en andere ongerechtigheden, en kan meer en meer verstopt raken. Proberen om een dergelijk filter schoon te spoelen met de reinigingsstappen voor de melkinrichting hebben maar beperkt zin. Zo zullen zand, en in mindere mate stro, haren en dergelijke, niet of nauwelijks worden verwijderd. Daarom wordt eerst de filterkous gewisseld.
Een dergelijke overweging geldt ook voor de melkinrichting volgens de onderhavige uitvinding, die echter een automatisch reinigbaar melkfilter heeft, dat in beginsel niet hoeft te worden gewisseld, of met de hand gereinigd. Dit wordt als volgt bereikt, onder verwijzing naar Figuur 1, Figuur 3 en Figuur 4.
Figuur 4 toont een schematische weergave van het melkfilter 12 van de melkinrichting volgens Figuur 1. Soortgelijke onderdelen worden aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers, eventueel voorzien van een accentteken.
De behuizing 13 bevat een filterplaat 41 met gaatjes 42, en verdeelt het inwendige van het melkfilter 12 in een eerste volumedeel 43 en een tweede volumedeel
44. Voorts zijn de eerste klep 15' en de tweede klep 18' nu beide een driewegklep. De richting van de melk bij het verpompen van de melk is aangegeven met enkele pijlen, en de richting van de reinigingsvloeistof met dubbele pijlen.
De behuizing is veelal cilindrisch, uit symmetrie- en reinigingsoverwegingen, en kan zijn vervaardigd van glas of een ander doorzichtig materiaal om het melkfilter van buitenaf optisch te kunnen beoordelen. Uiteraard zijn metalen, kunststoffen en andere niet-doorzichtige materialen ook mogelijk. In de behuizing is de filterplaat 41 aangebracht, die eveneens veelal cilindrisch is, en concentrisch met de behuizing. De filterplaat is met voordeel een metalen plaat, en voorzien van gaatjes om de melk door te laten. De gaatjesgrootte is aangepast aan de afmetingen van de vetbolletjes, die moeten worden doorgelaten, en bedraagt derhalve bijvoorbeeld rond de 80 um. Bij voorkeur heeft de filterplaat 41 zeer veel gaatjes 42, om zo weinig mogelijk stromingsweerstand voor de melk te geven. Bijvoorbeeld zijn er rond de 10° gaatjes verschaft.
De melk komt binnen vanuit het tweede melkleidingdeel 15b, en gaat via het eerste volumedeel 43, de gaatjes 42 en het tweede volumedeel 44 door het derde melkleidingdeel 10c verder naar de niet weergegeven melktank. Eventueel vuil blijft achter op de filterplaat 41. Bij reinigen van het melkfilter 12 in een tegenstroomreinigingsstap wordt er vanuit de watertoevoerleiding 14' reinigingsvloeistof, zoals water, door het melkfilter 12 gevoerd in een tegenstroomrichting, dus hier van het tweede volumedeel 44 door de gaatjes 42 naar het eerste volumedeel 43, en vervolgens via de driewegklep 18' naar de waterafvoerleiding 19, via welke het water o.d. samen met het vuil wordt weggevoerd naar bijvoorbeeld een riool. Op zich bekende zaken zoals een pomp of ander drukmiddel om de reinigingsvloeistof onder druk te brengen, of een |uchtinjector voor toevoeren van lucht aan de reinigingsvloeistof zijn op zich bekend, en omdat ze verder losstaan van de uitvinding worden deze hier niet verder benoemd.
Een belangrijk verschil tussen de melkinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding en de bekende melkinrichting met filterkous-melkfilter is dat de laatstgenoemde niet automatisch kan worden gereinigd, althans niet anders dan door (automatisch) vervangen van de filterkous, hetgeen leidt tot onnodig materiaalverbruik. Daarentegen wordt bij de onderhavige uitvinding het melkfilter gereinigd door onder andere een of meer tegenreinigingstappen. Deze zijn mogelijk door de verschafte toevoer en afvoer van reinigingsvloeistof, in de vorm van watertoevoerleiding 14' en waterafvoerleiding 19. Te zien is dat de toevoer en afvoer van reinigingsvloeistof geschiedt in een richting die omgekeerd is aan de richting van de melk door het melkfilter 12. Bovendien omvat het melkfilter 12 met voordeel een plaatdeel 41 met gaatjes 42, met meer voordeel een metalen plaatdeel, dat de melk filtert. Hierdoor is het in de uitvinding wèl mogelijk dat het melkfilter 12 automatisch wordt gereinigd, door onder andere de tegenspoelstap(of pen). Hierdoor wordt namelijk vuil dat door het filter is tegengehouden weer losgespoeld van het filter. Dit is bij de filterkous in de stand van de techniek niet, althans niet betrouwbaar, mogelijk. Een filterkous is immers een weefsel waarin het vuil wordt vastgehouden, ook bij tegenspoeling.
De gehele reinigingswerkwijze volgens de uitvinding wordt weergegeven in Figuur 3. Deze omvat, zoals gebruikelijk en derhalve niet nader toegelicht, een stap om melk uit de melkvoerende delen te blazen. Ook kan een tegenstroomreinigingsstap van het melkfilter 12 worden uitgevoerd, hetzij voorafgaand aan de leegblaasstap, hetzij direct daarna. De eerste variant heeft het voordeel dat de stromingsweerstand door het melkfilter, en dus door de gehele melkinrichting, lager zal zijn, en ook dat er al veel vuil uit het melkfilter 12 zal zijn verwijderd, hetgeen de kwaliteit van de nog weg te blazen melk ten goede kan komen, de tweede versie heeft het voordeel dat er geen water of andere reinigingsvloeistof in de melk terecht kan komen of alternatief dat er geen aanvullende maatregelen zoals droogblazen hoeven te worden genomen om te voorkomen dat dat water in de melk terechtkomt. In Figuur 4 is de optionele volgorde van tegenstroomreinigingsstap en leegblaasstap weergegeven door voor de stappen 50’ en 51’ beide opties in verschillende volgorde weer te geven.
Door de tegenspoelstap wordt aldus vuil uit het melkfilter verwijderd. Om te voorkomen dat dat vuil door de rest van de melkinrichting wordt getransporteerd, is de afvoerleiding 19 verschaft, zodat het losgespoelde vuil direct het melkfilter kan verlaten. Hiertoe is dan voorts nog een klep verschaft die de overgang van het melkfilter 12 naar het melkleidingdeel 10b afsluit, welke klep hier niet is weergegeven, en die bijvoorbeeld kan zijn gecombineerd met de klep 18. Het aldus reeds voor een groot deel van uitgefilterd vuil ontdane melkfilter 12, vóór dan wel na de leegblaasstap, heeft vaak een veel lagere stromingsweerstand, zodat de gehele melkinrichting 1 vervolgens op de gebruikelijke, hierboven beschreven wijze kan worden gereinigd.
Hierbij zal ook het melkfilter 12 worden doorspoeld met de stappen voorspoeling 52', de hete spoeling 54' en de naspoeling 56'. Omdat deze verder niet verschillen van de bekende stappen, wordt hier verder niet op ingegaan.
Volgens de onderhavige uitvinding is de belangrijkste stap dat er direct na de hete spoeling 54' een tegenspoelreinigingsstap 55' van het melkfilter 12 wordt uitgevoerd.
Hierbij wordt vloeistof, met name lauw of koud water, in tegenstroom door het melkfilter 12 gevloeid.
Hierdoor worden enkele voordelen bereikt, namelijk dat in het melkfilter achtergebleven vuil en met name melkbestanddelen die door de hete spoelstap 54' reeds waren opgeweekt, nu betrekkelijk makkelijker loskomen en kunnen worden weggespoeld.
En voorts dat reeds een begin wordt gemaakt met het afkoelen van het melkfilter.
Hierbij wordt benadrukt dat het ongunstig is om met de tegenspoelstap 55' te wachten tot na de naspoelstap 56', omdat dan het opweekeffect van de hete spoelstap weer teniet zou zijn gedaan.
Overigens wordt hier opgemerkt dat het mogelijk is om de tegenstroomreinigingsstap 55' uit te voeren op de gehele melkinrichting in plaats van alleen op het melkfilter.
Het is wel zo dat dan in feite de gehele melkinrichting moet worden doorlopen door de reinigingsvloeistof.
Anderzijds is het zeker mogelijk om de naspoelstap in tegenstroom uit te voeren, waarbij dus in feite de stappen 55' en 56' in één worden gecombineerd.
Tot slot zijn er weer de leegblaasstap 58' en optioneel de droogstap 60'. Deze zijn op zich wederom bekend, en er wordt niet nader op ingegaan.

Claims (6)

CONCLUSIES
1. Melkinrichting voor melken van een melkdier met spenen, voorzien van - melkmiddelen, - een besturing voor de melkinrichting, - een melkleiding voor transport van de melk van de melkmiddelen naar een melktank, - een melkfilter voor filteren van de door de melkleiding getransporteerde melk, en - een reinigingsinrichting voor reinigen van de melkinrichting, waarbij de reinigingsinrichting omvat: - ten minste één reinigingsvloeistofhouder, - een verwarmingsinrichting voor verwarmen van reinigingsvloeistof van de reinigingsvloeistofhouder, - een additiefvoorraadhouder voor additief, - een additieftoevoeginrichting voor gestuurd toevoegen van het additief aan reinigingsvloeistof van de reinigingsvloeistofhouder, en - een kleppensysteem voor regelen van stromen van reinigingsvloeistof en additief door de melkinrichting, waarbij de reinigingsinrichting is ingericht voor uitvoeren van een reinigingscyclus van de melkinrichting met: - een voorspoeling met koud of lauw water als reinigingsvloeistof, - een hete spoeling met door de verwarmingsinrichting verwarmd water en een zuur of basisch additief als reinigingsvloeistof, - een naspoeling, en - tenminste tussen de hete spoeling en de naspoeling een tegenstoomreinigingsstap door reinigingsvloeistof in tegenstroom door het melkfilter te doen stromen.
2. Melkinrichting volgens conclusie 1, waarbij de reinigingsinrichting is ingericht voor uitvoeren van een aanvullende tegenstroomreinigingsstap van het melkfilter voorafgaand aan de voorspoeling.
3. Melkinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het melkfilter een behuizing met daarin een metalen plaatdeel met gaatjes omvat, welk plaatdeel bestemd is om door gemolken melk te worden doorspoeld en daarbij de melk te filteren.
4. Werkwijze voor reinigen van een melkinrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de volgende stappen in volgorde: - voorspoelen van de melkinrichting met koud of lauw water als reinigingsvloeistof,
- heet spoelen van de melkinrichting met door de verwarmingsinrichting verwarmd water en een zuur of basisch additief als reinigingsvloeistof, - naspoelen van de melkinrichting koud of lauw water als reinigingsvloeistof, en - tegenspoelen van het melkfilter door tenminste tussen de hete spoeling en de naspoeling reinigingsvloeistof in tegenstroom door het melkfilter te vloeien.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij in de tegenspoelstap in hoofdzaak alleen het melkfilter wordt gespoeld.
6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij de tegenspoelstap van het melkfilter ook wordt uitgevoerd voorafgaand aan de stap van voorspoelen.
NL2026406A 2020-09-03 2020-09-03 Melkinrichting NL2026406B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026406A NL2026406B1 (nl) 2020-09-03 2020-09-03 Melkinrichting
CN202180054076.0A CN116018063A (zh) 2020-09-03 2021-09-02 具有奶过滤器的挤奶设备
EP21794623.5A EP4208012A1 (en) 2020-09-03 2021-09-02 Milking device with a milk filter
US18/023,122 US20230255174A1 (en) 2020-09-03 2021-09-02 Milking device with a milk filter
PCT/IB2021/058020 WO2022049517A1 (en) 2020-09-03 2021-09-02 Milking device with a milk filter
CA3191308A CA3191308A1 (en) 2020-09-03 2021-09-02 Milking device with a milk filter

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026406A NL2026406B1 (nl) 2020-09-03 2020-09-03 Melkinrichting

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2026406B1 true NL2026406B1 (nl) 2022-05-04

Family

ID=72709831

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2026406A NL2026406B1 (nl) 2020-09-03 2020-09-03 Melkinrichting

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2026406B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999039569A1 (en) * 1998-02-10 1999-08-12 Babson Bros. Co. Dairy harvesting facility wash system
EP1221282A1 (en) * 2001-01-08 2002-07-10 Lely Enterprises AG A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
US20020119574A1 (en) * 1996-09-04 2002-08-29 Berg Karel Van Den Method and apparatus for cleaning a milk line system
NL1037403C2 (nl) 2009-10-15 2011-04-18 Boetech Automatisering B V Automatische zelfreinigende melkfilter.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20020119574A1 (en) * 1996-09-04 2002-08-29 Berg Karel Van Den Method and apparatus for cleaning a milk line system
WO1999039569A1 (en) * 1998-02-10 1999-08-12 Babson Bros. Co. Dairy harvesting facility wash system
EP1221282A1 (en) * 2001-01-08 2002-07-10 Lely Enterprises AG A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
NL1037403C2 (nl) 2009-10-15 2011-04-18 Boetech Automatisering B V Automatische zelfreinigende melkfilter.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9900003A (nl) Melkinstallatie.
JP2001502184A (ja) 家畜の自動搾乳装置
NL2026406B1 (nl) Melkinrichting
NL2012791B1 (nl) Melktanksysteem, melktussenopslagvat daarvoor, melksysteem daarmee en werkwijze voor reinigen daarvan.
US6502270B2 (en) Method and apparatus for cleaning industrial pipe systems
US20230255174A1 (en) Milking device with a milk filter
CN117642066A (zh) 挤奶装置
NL2026404B1 (nl) Melkinrichting
NL1015525C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
NL1016817C2 (nl) Melkinrichting en werkwijze voor het reinigen van de melkinrichting.
NL1044124B1 (nl) Werkwijze voor vervaardigen van een melkfilter, alsmede een dergelijk melkfilter en een melkinrichting daarmee
US20230320311A1 (en) Milk filter and milking device provided therewith
NL1025348C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkinstallatie.
NL1011019C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het melken van dieren.
NL2028864B1 (nl) Melkinrichting voorzien van een melkfilter
NL1027439C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkinstallatie.
NL2030195B1 (nl) Melkinrichting
NL1037538C2 (nl) Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem.
NL1025227C2 (nl) Inrichting voor het verwijderen van verontreinigingen uit vloeistof.
NL1025395C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkinstallatie.
KR20220045140A (ko) 곤충 사육 장치