NL1037538C2 - Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem. - Google Patents

Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1037538C2
NL1037538C2 NL1037538A NL1037538A NL1037538C2 NL 1037538 C2 NL1037538 C2 NL 1037538C2 NL 1037538 A NL1037538 A NL 1037538A NL 1037538 A NL1037538 A NL 1037538A NL 1037538 C2 NL1037538 C2 NL 1037538C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
compressed air
milking
air
line
Prior art date
Application number
NL1037538A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerard Mostert
Michiel Adriaan Dorp
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL1037538A priority Critical patent/NL1037538C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037538C2 publication Critical patent/NL1037538C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/022Clean-in-Place Systems, i.e. CIP, for cleaning the complete milking installation in place
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/017Automatic attaching or detaching of clusters
    • A01J5/0175Attaching of clusters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Dairy Products (AREA)

Description

%
Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem
De uitvinding heeft betrekking op een melksysteem, omvattende: - een melkinrichting, die is voorzien van een melkverzamelvat voor het 5 daarin opnemen van melk, melkbekers die aansluitbaar zijn op de spenen van een melkdier, welke melkbekers elk zijn verbonden met het melkverzamelvat, ten minste een pneumatische cilinder, alsmede een persluchtleidingsysteem voor het bedienen van de pneumatische cilinder, - een persluchtbron, 10 - een luchtbehandelingsysteem, dat is verbonden met de persluchtbron voor het behandelen van perslucht van de persluchtbron.
Een melksysteem is algemeen bekend. Dit melksysteem omvat een melkinrichting met melkbekers die aansluitbaar zijn op de spenen van een melkdier. De melkinrichting omvat bijvoorbeeld een melkrobot die de melkbekers 15 automatisch kan aansluiten op de spenen van een melkdier. Tijdens het melken wordt melk vanaf de melkbekers via melkleidingen toegevoerd aan een melkverzamelvat, dat via een melktransportleiding is verbonden met een melktank. Een melkpomp is voorzien voor het transporteren van de melk door de melktransportleiding.
20 De melkinrichting omvat meerdere beweegbare onderdelen, bijvoorbeeld een ingangspoort, een uitgangspoort en een robotarm. De beweegbare onderdelen zijn bedienbaar door middel van pneumatische cilinders, die met perslucht worden bekrachtigd via een persluchtleidingsysteem. Daarnaast wordt perslucht toegevoerd aan leidingen van het melksysteem die in contact 25 komen met melk, bijvoorbeeld de melkleidingen tussen de melkbekers en het melkverzamelvat of de melktransportleiding.
Het melksysteem omvat een persluchtbron voor het leveren van de perslucht voor het bedienen van de pneumatische cilinders en de perslucht die in contact komt met melk. In de perslucht uit de persluchtbron zijn gewoonlijk 30 verontreinigingen aanwezig, zoals olie of waterdamp. Aan de zuiverheidsgraad van de perslucht die in contact komt met melk worden hoge eisen gesteld. Daarom wordt de perslucht uit de persluchtbron behandeld door een luchtbehandelingsysteem om de perslucht geschikt te maken voor toepassing in het melksysteem.
1037538 2
In verband met de vereiste hoge zuiverheidsgraad van de perslucht is het luchtbehandelingsysteem onderhoudsgevoelig. Bijvoorbeeld worden fijne filters toegepast, die relatief snel verstopt raken en vaak vervangen moeten worden. Dit heeft een negatieve invloed op de onderhoudskosten.
5 Een doel van de uitvinding is een verbeterd melksysteem te verschaffen.
Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat het melksysteem is voorzien van een buffertank voor het daarin opnemen van perslucht, en dat het luchtbehandelingsysteem is voorzien van een eerste afvoer voor het afvoeren van 10 behandelde perslucht met een eerste zuiverheidsgraad, en een tweede afvoer voor het afvoeren van behandelde perslucht met een tweede zuiverheidsgraad, die groter is dan de eerste zuiverheidsgraad, en de eerste afvoer van het luchtbehandelingsysteem is verbonden met het persluchtleidingsysteem van de melkinrichting, en de tweede afvoer van het luchtbehandelingsysteem is 15 verbonden met de buffertank.
Volgens de uitvinding is de eerste afvoer van het luchtbehandelingsysteem verbonden met het persluchtleidingsysteem van de melkinrichting voor het bedienen van de pneumatische cilinder of cilinders. De pneumatische cilinders kunnen worden bekrachtigd door middel van de perslucht 20 uit de eerste afvoer. De buffertank omvat een toevoer en een afvoer. De tweede afvoer van het luchtbehandelingsysteem is verbonden met de toevoer van de buffertank. In de buffertank wordt perslucht opgeslagen met een zuiverheidsgraad die hoger is dan de zuiverheidsgraad van de perslucht uit de eerste afvoer van het luchtbehandelingsysteem.
25 In deze octrooiaanvraag wordt de perslucht met de hogere zuiverheidsgraad aangegeven met de term “schone perslucht”. De schone perslucht is geschikt om in contact te komen met melk. Het luchtbehandelingsysteem behandelt slechts een deel van de perslucht uit de persluchtbron zodanig om te voldoen aan de hoge eisen die worden gesteld aan 30 perslucht die in contact kan komen met melk. De rest van de perslucht uit de persluchtbron, die wordt toegepast voor het bedienen van de pneumatische cilinders en minder schoon hoeft te zijn, wordt door het luchtbehandelingsysteem eenvoudiger behandeld. Dit vergroot de levensduur van de onderdelen van het luchtbehandelingsysteem en verlaagt de onderhoudskosten.
3
In een uitvoeringsvorm is het melksysteem voorzien van een melktank, een melktransportleiding, die het melkverzamelvat van de melkinrichting verbindt met de melktank, en een persluchtleiding, die de buffertank verbindt met de melktransportleiding, waarbij de persluchtleiding afsluitbaar is door een klep.
5 Bekend is om de melktransportleiding een aantal keren per dag te reinigen, bijvoorbeeld drie keer per 24 uur. Het reinigen vindt plaats door een reinigingsvloeistof door de melktransportleiding te laten stromen. Voorafgaand aan het reinigen wordt de nog aanwezige melk met perslucht uit de melktransportleiding geblazen. Deze melk stroomt naar de melktank. Na het 10 reinigen wordt de melktransportleiding gespoeld met een spoelvloeistof, zoals spoelwater. De spoelvloeistof die is achtergebleven in de melktransportleiding wordt eveneens met perslucht uit de melktransportleiding verwijderd en afgevoerd naar bijvoorbeeld het riool.
Het leegblazen van de melktransportleiding heeft een hoog 15 luchtverbruik. De luchtleiding van de persluchtbron naar de melkinrichting is vaak lang, waardoor de luchtleiding een groot volume heeft en aanzienlijke transportverliezen optreden. Het luchtverbruik voor het bedienen van de pneumatische cilinders in de melkinrichting is veel lager. De persluchtbron is aangepast aan het hoge luchtverbruik tijdens het leegblazen van de 20 melktransportleiding. Het leegblazen duurt echter slechts een korte tijd, bijvoorbeeld ongeveer 20-30 seconden. Met uitzondering van die korte tijd is de persluchtbron overgedimensioneerd.
Volgens de uitvoeringsvorm van de uitvinding is de afvoer van de buffertank aangesloten op de persluchtleiding. De persluchtleiding is verbonden 25 met de melktransportleiding. In de gesloten stand van de klep is de persluchtleiding afgesloten. De buffertank wordt vanuit de persluchtbron en via het luchtbehandelingsysteem gevuld met schone perslucht. Na het openen van de klep stroomt de schone perslucht vanuit de buffertank door de melktransportleiding om de melktransportleiding leeg te blazen. Aangezien het 30 reinigen van de melktransportleiding slechts een aantal keren per dag wordt uitgevoerd, kan het vullen van de buffertank relatief langzaam plaatsvinden. Als de reiniging drie keer per 24 uur plaatsvindt, is 8 uur beschikbaar voor het vullen van de buffertank met schone perslucht. Er is niet of nauwelijks meer sprake van een hoge piek in het benodigde vermogen van de persluchtbron bij het leegblazen van 4 de melktransportleiding. Als gevolg hiervan kan de capaciteit van de persluchtbron worden gereduceerd, hetgeen aanzienlijke kosten bespaart.
In een uitvoeringsvorm is de tweede afvoer van het luchtbehandelingsysteem verbonden met de buffertank via een inrichting voor het 5 beperken van de volumestroom van perslucht die naar de buffertank stroomt. De inrichting voor het beperken van de volumestroom van perslucht die naar de buffertank stroomt, vormt een zogenaamde “flow restrictor”. De flow restrictor kan daarbij instelbaar zijn. Bijvoorbeeld is de druk in de buffertank na het leegblazen van de melktransportleiding gedaald. Als de klep van de persluchtleiding na het 10 leegblazen weer gesloten is, stroomt schone perslucht van het luchtbehandelingsysteem naar de buffertank. De flow restrictor beperkt daarbij de volumestroom naar de buffertank, terwijl er niet of nauwelijks een drukval over de flow restrictor optreedt. De flow restrictor waarborgt dat het bijvullen van de buffertank met schone perslucht relatief langzaam verloopt, bijvoorbeeld in 8 uur 15 zodat de capaciteit van de persluchtbron relatief klein kan zijn.
Het is mogelijk dat de persluchtleiding is voorzien van een eerste drukreduceerinrichting, die is aangebracht tussen de afvoer van de buffertank en de klep. De druk in de buffertank is bijvoorbeeld 8 bar. Bij een geopende klep stroomt perslucht vanuit de buffertank via de persluchtleiding door de 20 melktransportleiding. De eerste drukreduceerinrichting in de persluchtleiding verlaagt de druk van de perslucht in de buffertank tot een gewenste druk die wordt toegepast voor het leegblazen van de melktransportleiding. De werkdruk stroomafwaarts van de eerste drukreduceerinrichting ligt tussen 2-8 bar - de werkdruk is bijvoorbeeld 6 bar. Hierdoor is in de buffertank reservecapaciteit 25 aanwezig.
In een uitvoeringsvorm is een tweede drukreduceerinrichting aangebracht tussen de eerste afvoer van het luchtbehandelingsysteem en de pneumatische cilinder van de melkinrichting. De perslucht die het luchtbehandelingsysteem via de eerste afvoer verlaat heeft een relatief hoge druk, 30 zoals een druk van 8 bar. De tweede drukreduceerinrichting verlaagt de druk van de perslucht in het persluchtleidingsysteem tot de gewenste druk voor het bedienen van de pneumatische cilinders in de melkinrichting, bijvoorbeeld een druk van 2-8 bar, zoals 6 bar.
5
Het is mogelijk dat de persluchtbron een luchtcompressorinrichting omvat, die is voorzien van een luchtpomp voor het verschaffen van perslucht en een compressortank, die is verbonden met de luchtpomp voor het daarin opnemen van perslucht. De luchtpomp is voorzien van een luchtinlaat voor het inlaten van 5 lucht met een atmosferische druk. De luchtpomp verhoogt de druk van de ingelaten lucht. De luchtpomp omvat een luchtuitlaat voor het uitlaten van perslucht, d.w.z. lucht met een druk die groter is dan de atmosferische druk. De luchtuitlaat is verbonden met de compressortank, die een buffer van perslucht vormt en drukfluctuaties in de perslucht compenseert. In de compressortank wordt 10 bijvoorbeeld perslucht met een druk van 8 bar opgeslagen.
Daarbij kan de compressortank een afvoer omvatten, die is verbonden met het luchtbehandelingsysteem. De compressortank heeft in dit geval een afvoer die is verbonden met een toevoer van het luchtbehandelingsysteem. De luchtcompressorinrichting met de luchtpomp en 15 compressortank bevindt zich bijvoorbeeld in een schuur, terwijl de buffertank is voorzien in of nabij de melkinrichting.
In een uitvoeringsvorm is het luchtbehandelingsysteem voorzien van een eerste luchtbehandelinginrichting voor het vormen van behandelde perslucht met de eerste zuiverheidsgraad, en een tweede luchtbehandelinginrichting voor 20 het vormen van behandelde perslucht met de tweede zuiverheidsgraad, waarbij de eerste luchtbehandelinginrichting de eerste afvoer van het luchtbehandelingsysteem omvat, en waarbij de tweede luchtbehandelinginrichting de tweede afvoer van het luchtbehandelingsysteem omvat, en waarbij de compressortank een afvoer omvat, die is verbonden met de eerste 25 luchtbehandelinginrichting, en waarbij het melksysteem een tweede luchtcompressorinrichting omvat, die is voorzien van een tweede luchtpomp voor het verschaffen van perslucht en een tweede compressortank, die is verbonden met de tweede luchtpomp voor het daarin opnemen van perslucht, en waarbij de tweede compressortank een afvoer omvat, die is verbonden met de tweede 30 luchtbehandelinginrichting. De luchtcompressorinrichting met de luchtpomp en compressortank, die bijvoorbeeld in een schuur is opgesteld, levert perslucht die in de eerste luchtbehandelinginrichting wordt gereinigd en vervolgens in het persleidingsysteem van de melkinrichting voor het bedienen van de pneumatische cilinders stroomt. De tweede luchtcompressorinrichting en de tweede 6 luchtbehandelinginrichting zijn bijvoorbeeld in of nabij de melkinrichting geplaatst. De perslucht van de tweede luchtcompressorinrichting wordt door de tweede luchtbehandelinginrichting gezuiverd naar schone perslucht. De schone perslucht kan in contact komen met melk, zoals bij het leegblazen van de 5 melktransportleiding.
In een uitvoeringsvorm is het melksysteem voorzien van meerdere melkinrichtingen, die elk zijn voorzien van een melkverzamelvat voor het daarin opnemen van melk, en meerdere melktransportleidingen, waarbij het melkverzamelvat van elke melkinrichting via telkens een van de 10 melktransportleidingen is verbonden met de melktank, en waarbij de persluchtleiding meerdere persluchtleidinggedeelten omvat, die elk zijn verbonden met telkens een van de melktransportleidingen, en waarbij elk persluchtleidinggedeelte afsluitbaar is door telkens een klep. De schone lucht uit de buffertank wordt gebruikt om een of meer van de melktransportleidingen leeg te 15 blazen.
Het is ook mogelijk dat het melksysteem is voorzien van meerdere melkinrichtingen, die elk zijn voorzien van een melkverzamelvat voor het daarin opnemen van melk, en waarbij de melktransportleiding het melkverzamelvat van elke melkinrichting verbindt met de melktank. In dit geval is op elk 20 melkverzamelvat een melktransportleidinggedeelte aangesloten. De melktransportleidinggedeelten komen samen in een gemeenschappelijk melktransportleidinggedeelte voor meerdere melkinrichtingen. De melktransportleidinggedeelten kunnen worden leeggeblazen met schone lucht uit de buffertank.
25 In een uitvoeringsvorm is de melkinrichting voorzien van een melkrobot voor het automatisch aansluiten van de melkbekers op de spenen van een melkdier.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een melksysteem, waarbij het melksysteem omvat: 30 - een melkinrichting, die is voorzien van een melkverzamelvat voor het daarin opnemen van melk, melkbekers die aansluitbaar zijn op de spenen van een melkdier, welke melkbekers elk zijn verbonden met het melkverzamelvat, ten minste een pneumatische cilinder, alsmede een persluchtleidingsysteem voor het bedienen van de pneumatische cilinder, 7 - een persluchtbron, - een luchtbehandelingsysteem, dat is verbonden met de persluchtbron voor het behandelen van perslucht van de persluchtbron, welk luchtbehandelingsysteem is voorzien van een eerste afvoer voor het afvoeren van 5 behandelde perslucht met een eerste zuiverheidsgraad, en een tweede afvoer voor het afvoeren van behandelde perslucht met een tweede zuiverheidsgraad, die groter is dan de eerste zuiverheidsgraad, waarbij de eerste afvoer van het luchtbehandelingsysteem is verbonden met het persluchtleidingsysteem van de melkinrichting, 10 - een buffertank voor het daarin opnemen van perslucht, waarbij de tweede afvoer van het luchtbehandelingsysteem is verbonden met de buffertank, waarbij de werkwijze omvat: - het toevoeren van perslucht vanaf de eerste afvoer van het luchtbehandelingsysteem via het persluchtleidingsysteem aan de pneumatische 15 cilinder, - het toevoeren van perslucht vanaf de tweede afvoer van het luchtbehandelingsysteem aan de buffertank.
Het is daarbij mogelijk dat de melkbekers worden aangesloten op de spenen van een melkdier, waarbij het melkdier vervolgens wordt gemolken en 20 gemolken melk wordt getransporteerd vanuit de melkbekers naar het melkverzamelvat, waarbij melk wordt toegevoerd vanuit het melkverzamelvat aan de melktransportleiding, en waarbij de aan de melktransportleiding toegevoerde melk wordt getransporteerd naar de melktank, en waarbij het toevoeren van melk vanuit het melkverzamelvat aan de melktransportleiding wordt gestopt en 25 vervolgens perslucht vanuit de buffertank via de klep wordt toegevoerd aan de melktransportleiding, waarbij de in de melktransportleiding aanwezige melk uit de melktransportleiding wordt verwijderd.
Na het verwijderen van melk uit de melktransportleiding kan vloeistof worden toegevoerd aan de melktransportleiding voor het reinigen en/of spoelen 30 van de melktransportleiding, waarbij na het reinigen en/of spoelen van de melktransportleiding perslucht vanuit de buffertank via de klep aan de melktransportleiding wordt toegevoerd, waarbij de in de melktransportleiding achtergebleven vloeistof uit de melktransportleiding wordt verwijderd.
* 8
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van meerdere in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 toont een processchema van een eerste uitvoeringsvorm van het melksysteem volgens de uitvinding.
5 Figuur 2 toont een zijaanzicht van een melkinrichting van het in figuur 1 getoonde melksysteem.
Figuur 3 toont een processchema van een tweede uitvoeringsvorm van het melksysteem volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont een processchema van een derde uitvoeringsvorm 10 van het melksysteem volgens de uitvinding.
Figuur 5 toont een processchema van een vierde uitvoeringsvorm van het melksysteem volgens de uitvinding.
In de figuren is het melksysteem volgens de uitvinding in zijn geheel aangeduid met 1. Het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het 15 melksysteem 1 omvat een melkinrichting 3 voor het melken van een melkdier, zoals een koe. Zoals weergegeven in figuur 2 omvat de melkinrichting 3 een frame 5 met een dierruimte 9 voor het melkdier. Een voerbak 10 is aangebracht voor het verstrekken van voer, dat bijvoorbeeld een mengsel van verschillende voedersoorten is. Een voerdoseerinstallatie 11 doseert het voer in de voerbak 10. 20 De melkinrichting 3 heeft verschillende beweegbare onderdelen. Een ingangspoort 6 en een uitgangspoort 7 zijn elk scharnierbaar om een verticale hartlijn verbonden met het frame 5. Vanzelfsprekend kunnen de ingangspoort 6 en de uitgangspoort 7 op een andere manier beweegbaar zijn verbonden met het frame 5. De ingangspoort 6 en uitgangspoort 7 zijn elk pneumatisch bedienbaar 25 door middel van respectievelijke pneumatische cilinders 8.
De melkinrichting 3 is in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als melkrobot. Een robotarm 19 omvat vier melkbekers 18, die automatisch aan het melkdier kunnen worden aangesloten en afgekoppeld. De robotarm 19 is beweegbaar verbonden met het frame 5 en pneumatisch bedienbaar. Hoewel in 30 figuur 2 slechts een pneumatische cilinder 8 is getekend voor het bedienen van de robotarm 19, heeft de robotarm 19 gewoonlijk meerdere vrijheidsgraden en zijn meerdere pneumatisch cilinders aangebracht.
De pneumatische cilinders 8 voor het bedienen van de ingangspoort 6, uitgangspoort 7 en robotarm 19 worden met perslucht gevoed via een 9 persluchtleidingsysteem 4. Het persluchtleidingsysteem 4 is in figuur 2 schematisch met een streepjeslijn aangegeven. Het persluchtleidingsysteem 4 omvat meerdere persluchtleidingen en ventielen die elektrisch aangestuurd worden om de pneumatische cilinders 8 te bekrachtigen.
5 De melkbekers 18 bezitten elk een speenruimte voor het opnemen van een speen van het melkdier, en een pulsatieruimte voor het uitvoeren van een melkbeweging door een pulserend vacuüm. De speenruimten van de melkbekers 18 zijn elk via een melkslang verbonden met een melkverzamelvat 12. Het melkverzamelvat 12 omvat een vacuümaansluiting om tijdens een melking een 10 vacuüm aan te brengen in het melkverzamelvat 12. Hierdoor wordt een lucht/melkmengsel van de melkbekers 18 naar het verzamelvat 12 getransporteerd. Het melkverzamelvat 12 dient voor tijdelijke opslag van de gemolken melk en voor het afscheiden van lucht uit het lucht/melkmengsel. Het vacuüm wordt opgewekt door een vacuümpomp (niet weergegeven).
15 Het melkverzamelvat 12 heeft een melkafvoer 44 die is verbonden met een melkpomp 14. De melkpomp 14 is aangebracht in een melktransportleiding 21. Het eerste deel van de gemolken melk, de voormelk, kan via een driewegklep 13 naar een opvanghouder 15 worden geleid. In plaats van de opvanghouder 15 kan de driewegklep 13 uitmonden in een riool (niet 20 weergegeven). De melktransportleiding 21 is verbonden met een melktank 20.
Een dieridentificatie-inrichting is aangebracht voor het identificeren van een melkdier dat zich bij de melkinrichting 3 meldt. De dieridentificatie-inrichting werkt samen met een transponder 17 dat het melkdier om haar hals draagt. Een computer 16 zorgt voor de besturing van de verschillende onderdelen 25 en verwerking van gegevens.
De melktransportleiding 21 wordt bijvoorbeeld drie keer per 24 uur gereinigd. Het reinigen vindt plaats door een reinigingsvloeistof door de melktransportleiding 21 te laten stromen. Voorafgaand aan het reinigen wordt de nog aanwezige melk met perslucht uit de melktransportleiding 21 naar de 30 melktank 20 geblazen. Hiervoor is een persluchtleiding 39 aangesloten op de melktransportleiding 21 tussen de melkpomp 14 en de driewegklep 13. De persluchtleiding 39 is verbonden met de melktransportleiding 21 stroomafwaarts van de melkpomp 14. Na het reinigen wordt de reinigingsvloeistof uit de melktransportleiding 21 verwijderd door te spoelen met een spoelvloeistof, zoals 10 spoelwater. De spoelvloeistof die is achtergebleven in de melktransportleiding 21 wordt vervolgens eveneens met perslucht uit de melktransportleiding 21 verwijderd en afgevoerd naar bijvoorbeeld het riool (niet weergegeven). Overigens kan ook alleen spoelen worden uitgevoerd in plaats van reinigen en spoelen.
5 Een persluchtbron is voorzien voor het verschaffen van de perslucht voor het bedienen van de pneumatische cilinders 8 van de melkinrichting 3 en voor het leegblazen van de melktransportleiding 21 (zie figuur 1). De persluchtbron omvat een luchtcompressorinrichting 22, die is voorzien van een luchtpomp 23 en een compressortank 24. De luchtpomp 23 heeft een luchtinlaat 10 voor het inlaten van omgevingslucht met atmosferische druk en een luchtuitlaat voor het uitlaten van perslucht. De compressortank 24 dient om een buffer van perslucht te vormen en om drukschommelingen te kunnen opvangen. De luchtcompressorinrichting 22 levert een in hoofdzaak constante druk van bijvoorbeeld 8 bar.
15 De perslucht bevat verontreinigingen, zoals oliedruppels, water en vaste deeltjes. De afvoer van de luchtcompressorinrichting 22 is aangesloten op een luchtbehandelingsysteem, dat een luchtbehandelinginrichting 25 omvat. De luchtbehandelinginrichting 25 heeft bijvoorbeeld een olie/waterscheider 26, een droger 27 en een filter 28. In de luchtbehandelinginrichting 25 wordt de perslucht 20 gescheiden in twee stromen met verschillende zuiveringsgraden. De eerste stroom verlaat de luchtbehandelinginrichting 25 via een eerste afvoer 30, terwijl de tweede stroom wordt onderworpen aan een extra luchtbehandelingstap in 29 en vervolgens naar een tweede afvoer 31 stroomt. De tweede stroom heeft een hogere zuiverheidsgraad dan de eerste stroom.
25 Op de eerste afvoer 30 is een persluchtleiding 32 aangesloten, waarin een drukreduceerventiel 35 is aangebracht voor het verlagen van de druk, bijvoorbeeld naar 6 bar. De persluchtleiding 32 voert de perslucht van de eerste stroom naar het persluchtleidingsysteem 4 van de melkinrichting 3. De zuiverheidsgraad van de eerste stroom is aangepast aan het bedienen van de 30 pneumatische cilinders 8.
De tweede afvoer 31 is via een inrichting voor het beperken van de volumestroom van perslucht 34, bijvoorbeeld een “flow restrictor”, verbonden met een buffertank 33. In de buffertank 33 wordt perslucht uit de tweede stroom, d.w.z. met de hogere zuiverheidsgraad, opgeslagen. De zuiverheidsgraad van de tweede 11 stroom is aangepast om in contact met melk te komen. Door de flow restrictor 34 stroomt de perslucht langzaam naar de buffertank 33. De flow restrictor 34 kan instelbaar zijn. De flow restrictor 34 beperkt de volumestroom bijvoorbeeld zodanig dat het vullen van de buffertank 33 ongeveer 8 uur duurt.
5 In een volledig gevulde buffertank 33 heerst bijvoorbeeld een druk van 8 bar. De buffertank 33 heeft een afvoer die is verbonden met de persluchtleiding 39 die uitmondt in de melktransportleiding 21. In de persluchtleiding 39 is een drukreduceerventiel 36 en een klep 37 aangebracht. Als de klep 37 wordt geopend, stroomt perslucht uit de buffertank 33 door het 10 drukreduceerventiel 36, waardoor de druk daalt naar bijvoorbeeld 6 bar, en vervolgens via de klep 37 in de melktransportleiding 21.
Hoewel de buffertank 33, het drukreduceerventiel 36 en de klep 37 volgens figuur 1 geen onderdelen van de melkinrichting 3 zijn, kunnen deze ook zijn aangebracht in de melkinrichting 3 (niet weergegeven). De afstand van de 15 buffertank 33 tot de melktransportleiding 21 is kleiner dan de afstand tussen de luchtcompressor 22 en de melktransportleiding 21 en ook kleiner dan de afstand tussen de luchtcompressorinrichting 22 en de buffertank 33. De buffertank 33 is uitgevoerd voor het toevoeren van perslucht aan de melktransportleiding 21.
De werking van het melksysteem 1 volgens figuur 1 is als volgt. Een 20 melkdier meldt zich bij de melkinrichting 3 en wordt geïdentificeerd met de transponder 17 die in verbinding staat met de computer 16. Als de computer 16 aan de hand van criteria melking van het melkdier goedkeurt, wordt de pneumatische cilinder 8 van de ingangspoort 6 bediend met perslucht om de ingangspoort 6 te openen en na het binnenlaten van het melkdier weer te sluiten. 25 De pneumatische cilinders 8 van de robotarm 19 worden bekrachtigd om de melkbekers 18 aan te sluiten op de spenen van het melkdier. Na de melking wordt de pneumatische cilinder 8 van de uitgangspoort 7 aangestuurd om de uitgangspoort 7 te openen en, nadat het melkdier de dierruimte 9 heeft verlaten, weer te sluiten. De perslucht voor het bedienen van de pneumatische cilinders 8 30 wordt toegevoerd via het persluchtleidingsysteem 4 van de melkinrichting 3. Het persluchtleidingsysteem 4 wordt voorzien van perslucht uit de eerste afvoer 30 van de luchtbehandelinginrichting 25. Het luchtverbruik van de pneumatische cilinders 8 is relatief laag.
12
Het leegblazen van de melktransportleiding 21 bij het reinigen daarvan vindt plaats door de klep 37 te openen, waarna perslucht uit de buffertank 33 via het drukreduceerventiel 36 en de klep 37 in de melktransportleiding 21 stroomt. De perslucht wordt toegevoerd vanuit de persluchtleiding 39 die via de 5 klep 37 is verbonden met de melktransportleiding 21. Hoewel het leegblazen slechts een korte tijd duurt, bijvoorbeeld ongeveer 20-30 seconden, vereist het leegblazen van de melktransportleiding 21 een hoog luchtverbruik. Het volume van de buffertank 33 en de daarin heersende druk zijn daaraan aangepast. Nadat de melktransportleiding 21 is leeggeblazen, wordt de klep 37 gesloten en vult de 10 buffertank 33 zich via de flow restrictor 34 langzaam met perslucht uit de tweede afvoer 31 van de luchtbehandelinginrichting 25. De capaciteit van de luchtcompressorinrichting 22 kan relatief klein blijven, bijvoorbeeld is de capaciteit van de luchtcompressorinrichting 22 aangepast om de buffertank 33 in 8 uur te vullen en de pneumatische cilinders 8 te bedienen.
15 Een tweede uitvoeringsvorm van het melksysteem volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 3. Dezelfde of soortgelijke onderdelen zijn daarin aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. Het melksysteem volgens figuur 3 omvat twee melkinrichtingen 3, 53. De tweede melkinrichting 53 is hetzelfde uitgevoerd als de eerste melkinrichting 3 (zie figuur 2). De 20 persluchtleiding 32 die is verbonden met de eerste afvoer 30 van de luchtbehandelinginrichting 25 voert perslucht naar het persluchtleidingsysteem 4 van zowel de eerste melkinrichting 3 als de tweede melkinrichting 53. De afvoer van de buffertank 33 is door middel van de persluchtleiding 39 verbonden via de klep 37 met de melktransportleiding 21 van de eerste melkinrichting 3 en via een 25 tweede klep 38 met de melktransportleiding 21 van de tweede melkinrichting 53. De melktransportleiding 21 van de tweede melkinrichting 53 is eveneens aangesloten op de melktank 20.
Het is overigens ook mogelijk dat de melktransportleidingen van de eerste en tweede melkinrichting 3,53 samenkomen in een gemeenschappelijke 30 melktransportleiding die uitmondt in de melktank 20 (niet weergegeven). Ook kan elke melkinrichting 3,53 zijn voorzien van telkens een bijbehorende buffertank 33 (niet weergegeven). De leiding vanaf de tweede afvoer 31 van de luchtbehandelinginrichting 25 loopt dan niet alleen naar de eerste melkinrichting 3 zoals getoond in figuur 3, maar ook via een tweede flow restrictor, een tweede % 13 buffertank en de tweede klep 38 naar de tweede melkinrichting 53. Tussen de tweede buffertank en de tweede klep 38 kan in dat geval weer een drukreduceerventiel zijn aangebracht.
Een derde uitvoeringsvorm van het melksysteem volgens de 5 uitvinding is weergegeven in figuur 4. Dezelfde of soortgelijke onderdelen zijn daarin aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. Het luchtbehandelingsysteem van het melksysteem volgens figuur 4 omvat twee luchtbehandelinginrichtingen 25,40. De eerste luchtbehandelinginrichting 25 is aangepast om de perslucht uit de luchtcompressorinrichting 22 geschikt te maken voor de bediening van de 10 pneumatische cilinders 8 van de melkinrichting 3.
Een tweede luchtcompressorinrichting 41 is voorzien, die een tweede luchtpomp 42 en een tweede compressortank 43 omvat. De tweede compressortank 43 is verbonden met de tweede luchtbehandelinginrichting 40, die is aangepast om de perslucht uit de tweede luchtcompressor 41 geschikt te 15 maken om in contact met melk te komen. De tweede luchtbehandelinginrichting 40 is via de flow restrictor 34 aangesloten op de buffertank 33.
De tweede luchtcompressorinrichting 41 en de tweede luchtbehandelinginrichting 40 kunnen bijvoorbeeld nabij de melkinrichting 3 worden geplaatst, terwijl de eerste luchtcompressorinrichting 22 en de eerste 20 luchtbehandelinginrichting 25 op een afstand van de melkinrichting 3 in een schuur zijn opgesteld. Het is ook mogelijk dat de tweede luchtcompressorinrichting 41 en de tweede luchtbehandelinginrichting 40 onderdelen van de melkinrichting 3 vormen.
De in figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm van het melksysteem kan 25 ook een tweede melkinrichting 53 omvatten. Dit is weergegeven in figuur 5. Overigens kan elke melkinrichting 3,53 telkens zijn voorzien van een bijbehorende luchtcompressorinrichting, luchtbehandelinginrichting, flow restrictor, buffertank, reduceerventiel en klep voor het toevoeren van perslucht aan de melktransportleiding van de desbetreffende melkinrichting (niet weergegeven). Het 30 is mogelijk om deze onderdelen in elke melkinrichting te integreren.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden. De vakman kan verschillende aanpassingen aanbrengen die binnen de reikwijdte van de uitvinding liggen. Bijvoorbeeld kunnen de 14 drukreduceerventielen of de flow restrictors in een of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden worden weggelaten.
1037538

Claims (15)

1. Melksysteem (1), omvattende: - een melkinrichting (3), die is voorzien van een melkverzamelvat (12) voor 5 het daarin opnemen van melk, melkbekers (18) die aansluitbaar zijn op de spenen van een melkdier, welke melkbekers (18) elk zijn verbonden met het melkverzamelvat (12), ten minste een pneumatische cilinder (8), alsmede een persluchtleidingsysteem (4) voor het bedienen van de pneumatische cilinder (8), - een persluchtbron (22), 10. een luchtbehandelingsysteem (25), dat is verbonden met de persluchtbron (22) voor het behandelen van perslucht van de persluchtbron (22), met het kenmerk, dat het melksysteem (1) is voorzien van een buffertank (33) voor het daarin opnemen van perslucht, en dat het luchtbehandelingsysteem (1) is voorzien van een eerste 15 afvoer (30) voor het afvoeren van behandelde perslucht met een eerste zuiverheidsgraad, en een tweede afvoer (31) voor het afvoeren van behandelde perslucht met een tweede zuiverheidsgraad, die hoger is dan de eerste zuiverheidsgraad, en de eerste afvoer (30) van het luchtbehandelingsysteem (25) is verbonden met het persluchtleidingsysteem (4) van de melkinrichting (3), en de 20 tweede afvoer (31) van het luchtbehandelingsysteem (25) is verbonden met de buffertank (33).
2. Melksysteem volgens conclusie 1, waarbij het melksysteem (1) is voorzien van een melktank (20), een melktransportleiding (21), die het melkverzamelvat (12) van de melkinrichting (3) verbindt met de melktank (20), en 25 een persluchtleiding (39), die de buffertank (33) verbindt met de melktransportleiding (21), waarbij de persluchtleiding (39) afsluitbaar is door een klep (37).
3. Melksysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tweede afvoer (31) van het luchtbehandelingsysteem (25) is verbonden met de buffertank (33) via een 30 inrichting (34) voor het beperken van de volumestroom van perslucht.
4. Melksysteem volgens conclusie 3, waarbij de inrichting (34) voor het beperken van de volumestroom van perslucht instelbaar is. 1037538 »
5. Melksysteem volgens een van de conclusies 2-4, waarbij de persluchtleiding (39) is voorzien van een eerste drukreduceerinrichting (36), die is aangebracht tussen de afvoer van de buffertank (33) en de klep (37).
6. Melksysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 5 een tweede drukreduceerinrichting (35) is aangebracht tussen de eerste afvoer (30) van het luchtbehandelingsysteem (25) en de pneumatische cilinder (8) van de melkinrichting (3).
7. Melksysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de persluchtbron een luchtcompressorinrichting (22) omvat, die is voorzien van een 10 luchtpomp (23) voor het verschaffen van perslucht en een compressortank (24), die is verbonden met de luchtpomp (23) voor het daarin opnemen van perslucht.
8. Melksysteem volgens conclusie 7, waarbij de compressortank (24) een afvoer omvat, die is verbonden met het luchtbehandelingsysteem (25).
9. Melksysteem volgens conclusie 7, waarbij het 15 luchtbehandelingsysteem is voorzien van een eerste luchtbehandelinginrichting (25) voor het vormen van behandelde perslucht met de eerste zuiverheidsgraad, en een tweede luchtbehandelinginrichting (40) voor het vormen van behandelde perslucht met de tweede zuiverheidsgraad, waarbij de eerste luchtbehandelinginrichting (25) de eerste afvoer (30) van het 20 luchtbehandelingsysteem omvat, en waarbij de tweede luchtbehandelinginrichting (40) de tweede afvoer (31) van het luchtbehandelingsysteem omvat, en waarbij de compressortank (24) een afvoer omvat, die is verbonden met de eerste luchtbehandelinginrichting (25), en waarbij het melksysteem (1) een tweede luchtcompressorinrichting (41) omvat, die is voorzien van een tweede luchtpomp 25 (42) voor het verschaffen van perslucht en een tweede compressortank (43), die is verbonden met de tweede luchtpomp (42) voor het daarin opnemen van perslucht, en waarbij de tweede compressortank (43) een afvoer omvat, die is verbonden met de tweede luchtbehandelinginrichting (40).
10. Melksysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 30 melksysteem (1) is voorzien van meerdere melkinrichtingen (3,53), die elk zijn voorzien van een melkverzamelvat (12) voor het daarin opnemen van melk, en meerdere melktransportleidingen (21), waarbij het melkverzamelvat (12) van elke melkinrichting (3,53) via telkens een van de melktransportleidingen (21) is verbonden met de melktank (20), en waarbij de persluchtleiding (39) meerdere t * persluchtleidinggedeelten omvat, die elk zijn verbonden met telkens een van de melktransportleidingen (21), en waarbij elk persluchtleidinggedeelte afsluitbaar is door telkens een klep (37,38).
11. Melksysteem volgens een van de conclusies 1-9, waarbij het 5 melksysteem (1) is voorzien van meerdere melkinrichtingen (3,53), die elk zijn voorzien van een melkverzamelvat (12) voor het daarin opnemen van melk, en waarbij de melktransportleiding (21) het melkverzamelvat (12) van elke melkinrichting (3,53) verbindt met de melktank (20).
12. Melksysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 of elke melkinrichting (3,53) is voorzien van een melkrobot voor het automatisch aansluiten van de melkbekers (18) op de spenen van een melkdier.
13. Werkwijze voor het bedienen van een melksysteem (1), waarbij het melksysteem (1) omvat: - een melkinrichting (3), die is voorzien van een melkverzamelvat (12) voor 15 het daarin opnemen van melk, melkbekers (18) die aansluitbaar zijn op de spenen van een melkdier, welke melkbekers (18) elk zijn verbonden met het melkverzamelvat (12), ten minste een pneumatische cilinder (8), alsmede een persluchtleidingsysteem (4) voor het bedienen van de pneumatische cilinder, - een persluchtbron (22), 20. een luchtbehandelingsysteem (25), dat is verbonden met de persluchtbron (22) voor het behandelen van perslucht van de persluchtbron (22), welk luchtbehandelingsysteem (25) is voorzien van een eerste afvoer (30) voor het afvoeren van behandelde perslucht met een eerste zuiverheidsgraad, en een tweede afvoer (31) voor het afvoeren van behandelde perslucht met een tweede 25 zuiverheidsgraad, die groter is dan de eerste zuiverheidsgraad, waarbij de eerste afvoer (30) van het luchtbehandelingsysteem (25) is verbonden met het persluchtleidingsysteem (4) van de melkinrichting (3), - een buffertank (33) voor het daarin opnemen van perslucht, waarbij de tweede afvoer (31) van het luchtbehandelingsysteem (25) is verbonden met de 30 buffertank (33), waarbij de werkwijze omvat: - het toevoeren van perslucht vanaf de eerste afvoer (30) van het luchtbehandelingsysteem (25) via het persluchtleidingsysteem (4) aan de pneumatische cilinder (8), * ft - het toevoeren van perslucht vanaf de tweede afvoer (31) van het luchtbehandelingsysteem (25) aan de buffertank (33).
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de melkbekers (18) worden aangesloten op de spenen van een melkdier, waarbij het melkdier vervolgens 5 wordt gemolken en gemolken melk wordt getransporteerd vanuit de melkbekers (18) naar het melkverzamelvat (12), waarbij melk wordt toegevoerd vanuit het melkverzamelvat (12) aan de melktransportleiding (21), en waarbij de aan de melktransportleiding (21) toegevoerde melk wordt getransporteerd naar de melktank (20), en waarbij het toevoeren van melk vanuit het melkverzamelvat (12) 10 aan de melktransportleiding (21) wordt gestopt en vervolgens perslucht vanuit de buffertank (33) via de klep (37) wordt toegevoerd aan de melktransportleiding (21), waarbij de in de melktransportleiding (21) aanwezige melk uit de melktransportleiding (21) wordt verwijderd.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij na het verwijderen van melk 15 uit de melktransportleiding (21) vloeistof wordt toegevoerd aan de melktransportleiding (21) voor het reinigen en/of spoelen van de melktransportleiding (21), en waarbij na het reinigen en/of spoelen van de melktransportleiding (21) perslucht vanuit de buffertank (33) via de klep (37) aan de melktransportleiding (21) wordt toegevoerd, waarbij de in de 20 melktransportleiding (21) aanwezige vloeistof uit de melktransportleiding (21) wordt verwijderd. tl 0 3 7 5 3 8
NL1037538A 2009-12-08 2009-12-08 Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem. NL1037538C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037538A NL1037538C2 (nl) 2009-12-08 2009-12-08 Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037538 2009-12-08
NL1037538A NL1037538C2 (nl) 2009-12-08 2009-12-08 Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037538C2 true NL1037538C2 (nl) 2011-06-09

Family

ID=42668444

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037538A NL1037538C2 (nl) 2009-12-08 2009-12-08 Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1037538C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2014186A (nl) * 2015-01-26 2016-09-28 Lely Patent Nv Melkinrichting.

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2008289368A (ja) * 2007-05-22 2008-12-04 Orion Mach Co Ltd 搾乳用圧縮空気供給装置

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2008289368A (ja) * 2007-05-22 2008-12-04 Orion Mach Co Ltd 搾乳用圧縮空気供給装置

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2014186A (nl) * 2015-01-26 2016-09-28 Lely Patent Nv Melkinrichting.
WO2016122308A3 (en) * 2015-01-26 2016-12-22 Lely Patent N.V. Milking device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2000483C2 (nl) Melkinrichting voor het melken van melkdieren.
US20040244697A1 (en) Arrangement and a method for milking of animals
SE517346C2 (sv) Mjölkningsanordning med tvätt och sköljning av olika delar och med intervallstyrning
US10123506B2 (en) Arrangement for milking animals
US20110253227A1 (en) Systems and methods for cleaning dairy facilities
NL1037611C2 (nl) Melksysteem en werkwijze voor het melken van een kudde melkdieren.
EP1230844B1 (en) A cleaning device
NL8901339A (nl) Afvoersysteem voor melk en een automatisch melksysteem voorzien van een dergelijk afvoersysteem.
NL1037538C2 (nl) Melksysteem, en werkwijze voor het bedienen van een melksysteem.
SE0601364L (sv) Mjölkningsanläggning
WO2004032608A1 (en) A milking plant
US9616146B2 (en) Dairy farm fluid line treatment
NL9301985A (nl) Melkmachine.
US20230415937A1 (en) Automated transport of crops
US20060156990A1 (en) Milking device and a method of handling a milking device
AU2002337543B2 (en) A milking arrangement
AU2002337543A1 (en) A milking arrangement
EP0626130A1 (en) A construction for milking animals
NL9300917A (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
NL1015525C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
NL1011019C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het melken van dieren.
US7726257B2 (en) Device for milking animals
NL1019625C2 (nl) Inrichting en melkbeker voor het melken van dieren.
NL1032570C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier.
NL2026406B1 (nl) Melkinrichting

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160101