NL9300917A - Inrichting voor het melken van dieren. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET MELKEN VAN DIEREN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het melken van dieren, voorzien van één of meer melkapparaten die zijn aangesloten op een toevoer-leiding naar een melktank, alsmede een spoelvloeistofreser-voir van waaruit een spoelvloeistof door althans een deel van een melkapparaat en de toevoerleiding kan worden gevoerd. Elk van de melkapparaten omvat op de gebruikelijke wijze een viertal melkbekers die op de spenen van een te melken dier kunnen worden aangesloten en een melkmeter, waarin de met behulp van de melkbekers gewonnen melk wordt opgevangen, waarna de melk vanuit de melkmeter met behulp van een pomp in de genoemde toevoerleiding en van daar naar de melktank wordt gepompt. Bij het reinigen van het melkapparaat,en in het bijzonder van de toevoerleiding,wordt met behulp van de genoemde pomp een spoelvloeistof via de melkmeter aangezogen uit het spoelvloeistofreservoir. De op deze wijze in de toevoerleiding gebrachte spoelvloeistof doorloopt de gehele toevoerleiding tot vlak bij de melktank en wordt van daar, nadat de aansluiting op de melktank is losgekoppeld, opgevangen of naar het riool geleid.

De uitvinding beoogt het reinigingssysteem voor een dergelijke inrichting te verbeteren, waarbij op spaarzame wijze gebruik wordt gemaakt van de spoelvloeistof. Overeenkomstig de uitvinding heeft de inrichting voor het melken van dieren, zoals deze in de aanhef is omschreven, daartoe het kenmerk, dat in het uiteinde van de toevoerleiding nabij de melktank een driewegkraan is aangebracht, waarop een naar het spoelvloeistofreservoir teruggevoerde spoel vloeistofafvoerleiding is aangesloten. Wanneer de driewegkraan in een eerste stand is gebracht, kan met behulp van een melkapparaat gewonnen melk in de melktank worden gebracht, terwijl, wanneer de driewegkraan in een tweede stand is gebracht, een spoelvloeistofringleidingsysteem tot stand wordt gebracht. Dit ringleidingsysteem omvat dan hetzij het gehele melkapparaat, hetzij slechts een deel daarvan, doch in ieder geval de genoemde toevoerleiding. In het ringleiding- systeem is de melktank niet opgenomen. Deze kan apart worden gereinigd met de daartoe normaal aanwezige middelen.

Overeenkomstig de uitvinding is voorts nabij het aansluitpunt van het het verst van de melktank verwijderde melkapparaat op de toevoerleiding in deze toevoerleiding een luchttoevoerventiel opgenomen om melk of spoelvloeistof uit de toevoerleiding te verwijderen. Wanneer na het melken of na het reinigen wordt overgegaan op reinigen, respectievelijk melken, dan dient de toevoerleiding vrij te worden gemaakt van melk, respectievelijk spoelvloeistof. De toevoerleiding kan met behulp van het luchttoevoerventiel dat is aangesloten in het vrijwel het verst van de melktank verwijderde punt van de toevoerleiding, worden leeggeblazen.

De driewegkraan in het einde van de toevoerleiding nabij de melktank kan worden bediend met behulp van een door een computer geproduceerd signaal. Het gebruik van een computer voor dit doel wordt gemakkelijk mogelijk gemaakt wanneer deze toch reeds aanwezig is, hetgeen het geval is wanneer, overeenkomstig de uitvinding, het melkapparaat automatisch werkzaam is en samenwerkt met een dierherkennings-systeem, terwijl door de computer van het automatisch melkapparaat en/of van het dierherkenningssysteem signalen worden afgegeven voor het besturen van het melk- en reinigingsproces en derhalve ook voor de genoemde aan het einde van de toevoerleiding aangebrachte driewegkraan. De inrichting, waarbij de kraan onder computerbesturing wordt omgeschakeld, kan op gunstige wijze worden toegepast in een dergelijk automatisch werkend melksysteem, waarbij dan in het bijzonder een melkapparaat een robot omvat voor het automatisch aansluiten van de melkbekers op de spenen van een te melken dier. Met name door een dergelijke robotisering kan het gehele melk- en reinigingsproces geschieden zonder enig ingrijpen van de boer.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuur, waarin op schematische wijze de inrichting voor het melken van dieren overeenkomstig de uitvinding is weergegeven.

In deze figuur is een melkapparaat 1 afgebeeld, dat is aangesloten op een toevoerleiding 2 die naar een melktank 3 leidt. Het melkapparaat 1 omvat een viertal op de spenen van een te melken dier aan te sluiten melkbekers 4 van welke melkbekers 4 de melkslangen 5 naar een door een ver-zamelglas gevormde melkmeter 6 zijn geleid. De melkslangen 5 zijn voorzien van afsluiters 7, die elk worden gebruikt om een melkslang dicht te knijpen of anderszins af te sluiten zodra het vacuum in een corresponderende melkbeker is weggevallen. De melkbekers 4 kunnen op de spenen van een te melken dier worden aangesloten met behulp van een robot 8, in welk geval deze robot 8 een robotarm omvat, die als drager voor de melkbekers 4 dient. De melkrobot 8 wordt daarbij bestuurd vanuit een computer 9. Vanuit het verzamelglas 6 wordt de gewonnen melk toegevoerd aan de toevoerleiding 2. Hiertoe is de uitstroomopening van het verzamelglas 6 via een kraan 10 aangesloten op een pomp 11. Met behulp van de pomp 11 wordt de melk via de terugslagklep 12 in de toevoerleiding 2 gepompt. Op de toevoerleiding 2 kunnen uiteraard meerdere melk-apparaten zijn aangesloten; in de figuur zijn de pomp 11' en de terugslagklep 12' aangegeven, via welke eenheden melk uit het verzamelglas van een tweede melkapparaat in de toevoerleiding 2 kan worden gebracht.

Aan het uiteinde van de toevoerléiding 2, nabij de melktank 3, is in deze leiding 2 een driewegkraan 13 aangebracht, waarop een naar een spoelvloeistofreservoir 14 teruggevoerde spoelvloeistofafvoerleiding 15 is aangesloten. Het spoelvloeistofreservoir 14 kan via een kraan 16 op het riool worden aangesloten. Wanneer de kraan 13 in een eerste stand is gebracht, kan met behulp van het melkapparaat 1 gewonnen melk in de melktank 3 worden gebracht, terwijl, wanneer de kraan 13 in een tweede stand is gebracht, een spoelvloeistof-ringleidingsysteem tot stand wordt gebracht. Dit spoelvloei-stofringleidingsysteem omvat dan het spoelvloeistofreservoir 14, een van daaruit naar het verzamelglas 6 lopende, van een kraan 17 voorziene leiding 18, het verzamelglas 6 zelf, de op de uitstroomopening van het verzamelglas 6 aangesloten kraan 10, de pomp 11, de terugslagklep 12, de toevoerleiding 2, de driewegkraan 13 en de spoelvloeistofafvoerleiding 15. Met behulp van de pomp 11 kan spoelvloeistof worden aangezogen vanuit het spoelvloeistofreservoir 14 en door het genoemde ringleidingsysteem worden rondgepompt. Op deze wijze wordt een deel van het melkapparaat, te weten het verzamelglas 6 en de daarop aangesloten eenheden, alsmede de toevoerleiding 2 gereinigd. Om echter tevens de melkbekers 4 te kunnen reinigen, is een omloopleiding aangebracht, die vanaf het spoelvloeistofreservoir 14 via een leiding 19, waarin een kraan 20 is opgenomen, naar een cassette 21 met spuitkoppen voor het reinigen van de binnenzijde van de melkbekers 4 loopt, van daar via de op deze cassette 21 na het melken aangesloten melkbekers 4 en de melkslangen 5 naar het verzamelglas 6. De door de pomp 11 aangezogen spoelvloeistof wordt niet alleen via de kraan 17 rechtstreeks door het verzamelglas 6 geleid, doch tevens via de kraan 20, de cassette 21, de melkbekers 4 en de melkslangen 5 naar het verzamelglas 6. Met behulp van de pomp 11 kan derhalve elk melkapparaat afzonderlijk, tezamen met de afvoerleiding 2, worden gereinigd. In de toevoerleiding 2, nabij het punt waar het het verst van de melktank 3 aanwezige melkapparaat 1 op de toevoerleiding is aangesloten, is een luchttoevoerventiel 22 aangebracht. Met behulp van dit ventiel 22 kan lucht door vrijwel de gehele toevoerleiding 2 worden geblazen, ten einde deze na het melken melkvrij en na het reinigen van de toevoerleiding 2 spoelvloeistof vrij te maken. De melktank 3, die in de weergegeven uitvoeringsvorm is voorzien van een filter 23 in de melktoevoerleiding, kan onafhankelijk van het melkapparaat 1 en de toevoerleiding 2 worden gereinigd. Het reinigings-systeem voor de melktank 3 is in de figuur verder niet aangegeven.

De hier beschreven inrichting kan deel uitmaken van een volledig geautomatiseerd melk- en reinigingssysteem, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een automatisch systeem om de dieren, desgewenst selectief, tot de melkplaats toe te laten, een dierherkenningssysteem, een spenenreini-gingssysteem, een robot (de robot 8) voor het automatisch aansluiten van de melkbekers, een automatisch verlopend melk-proces met ingebouwde controles op de kwaliteit van de melk en de loop van het proces, een automatisch voedersysteem, enz. Het gehele systeem staat dan onder besturing van een computer (de computer 9); van deze computer wordt dan uiteraard gebruik gemaakt om de elementen van de hier in detail beschreven inrichting, in het bijzonder de pomp 11 en de driewegkraan 13, te besturen.

De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven en weergegeven uitvoeringsvorm, doch omvat allerlei modificaties, uiteraard vallende binnen de omvang van de bijgaande conclusies.

Claims (10)

1. Inrichting voor het melken van dieren, voorzien van één of meer melkapparaten die zijn aangesloten op een toevoerleiding naar een melktank, alsmede een spoelvloeistof-reservoir van waaruit een spoelvloeistof door althans een deel van een melkapparaat en de toevoerleiding kan worden gevoerd, met het kenmerk, dat in het uiteinde van de toevoerleiding nabij de melktank een driewegkraan is aangebracht, waarop een naar het spoelvloeistofreservoir teruggevoerde spoelvloeistofafvoerleiding is aangesloten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat, wanneer de driewegkraan in een eerste stand is gebracht, met behulp van een melkapparaat gewonnen melk in de melktank kan worden gebracht en, wanneer de driewegkraan in een tweede stand is gebracht, een spoelvloeistofringleidingsysteem tot stand wordt gebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat nabij het aansluitpunt van het het verst van de melktank verwijderde melkapparaat op de toevoerleiding in deze toevoerleiding een luchttoevoerventiel is opgenomen om melk of spoelvloeistof uit de toevoerleiding te verwijderen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een melkapparaat is voorzien van melkbekers die op de spenen van een te melken dier kunnen worden aangesloten en een melkmeter, via welke de met behulp van de melkbekers gewonnen melk in de toevoerleiding wordt gebracht, terwijl voorts in het leidingdeel tussen de melkmeter en het aansluitpunt van het melkapparaat op de toevoerleiding een pomp is opgenomen.

5. Inrichting volgens conclusie 2 en 4, met het kenmerk, dat het spoelvloeistofringleidingsysteem wordt gevormd door het spoelvloeistofreservoir, een van daaruit lopende, van een kraan voorziene leiding naar de melkmeter, de melkmeter zelf, het leidingdeel waarin de pomp is opgenomen en de toevoer- en spoelvloeistofafvoerleiding.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het spoelvloeistofringleidingsysteem tussen het spoel- vloeistofreservoir en de melkmeter een omloopleiding omvat, waarin achtereenvolgens een kraan, een cassette met spuitkoppen voor het reinigen van de binnenzijde van de melkbekers en de melkbekers zelf zijn opgenomen.

7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de pomp zorg draagt voor zowel het wegpompen van melk vanuit de melkmeter naar de melktank, als voor het aanzuigen en rondpompen van spoelvloeistof door het spoel-vloeistofringleidingsysteem.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kranen computerbestuurd zijn.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een melkapparaat een robot omvat voor het automatisch aansluiten van de melkbekers op de spenen van een te melken dier.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een melkapparaat automatisch werkzaam is en samenwerkt met een dierherkenningssysteem, terwijl door de computer van het automatisch melkapparaat en/of van het dierherkenningssysteem signalen worden afgegeven voor het besturen van het melk- en reinigingsproces, in het bijzonder van de genoemde, in de desbetreffende leidingen opgenomen pompen en kranen.