NL1032570C2 - Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier. Download PDF

Info

Publication number
NL1032570C2
NL1032570C2 NL1032570A NL1032570A NL1032570C2 NL 1032570 C2 NL1032570 C2 NL 1032570C2 NL 1032570 A NL1032570 A NL 1032570A NL 1032570 A NL1032570 A NL 1032570A NL 1032570 C2 NL1032570 C2 NL 1032570C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
foremilk
storage volume
milking
fluid
liquid
Prior art date
Application number
NL1032570A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerard Mostert
Renatus Ignatius Josep Fransen
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=38100147&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1032570(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1032570A priority Critical patent/NL1032570C2/nl
Priority to EP07075797.6A priority patent/EP1905297B1/en
Priority to DK07075797.6T priority patent/DK1905297T3/en
Priority to US11/902,754 priority patent/US20080072824A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032570C2 publication Critical patent/NL1032570C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/025Teat cup cleaning, e.g. by rinse jetters or nozzles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/022Clean-in-Place Systems, i.e. CIP, for cleaning the complete milking installation in place

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET MELKEN VAN EEN MELKDIER EN HET REINIGEN VAN TEN MINSTE EEN DEEL VAN EEN MELKINRICHTING VOOR HET MELKEN VAN HET MELKDIER
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit NL1015525C.
In dit document wordt een werkwijze aangegeven waarmee de 10 melkbekers gemakkelijk na elke melkbeurt van een dier kunnen worden gereinigd. De melkbekers worden op gebruikelijke wijze aangesloten op spoelorganen, met behulp waarvan een spoelvloeistof in (en eventueel tevens over de rand van) de melkbekers en door de bijbehorende voormelkreservoirs wordt geleid. Op dezelfde wijze wordt een drooglucht door de melkbekers geperst en via de voormelkreservoirs afgevoerd. 15 Ofschoon deze wijze van reinigen in de praktijk voldoet aan de eisen die aan de reiniging gesteld mogen worden, is de hoeveelheid restvloeistof die na reiniging in dit deel van de melkinrichting achterblijft voor vermindering vatbaar.
Het is een doel van de uitvinding een werkwijze voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting te 20 verschaffen welke gericht is op een verbeterde minimalisatie van de hoeveelheid restvloeistof na een reiniging.
De in de aanhef genoemde werkwijze bevat daartoe de maatregelen van het kenmerkende deel van conclusie 1. De uitvinding is onder andere gebaseerd op het inzicht dat bij onderling verbonden voormelkopslagvolume-afvoerleidingen van 25 de voormelkreservoirs van de afzonderlijke melkbekers, een niet perfect aangesloten spoelorgaan op één der melkbekers, tijdens reiniging, leidt tot een relatief lagere druk in deze melkbeker, het bijbehorende voormelkreservoir en de voormelkopslagvolume-afvoerleiding, ten opzichte van de drukken in de melkbekers, de bijbehorende voormelkreservoirs en voormelkopslagvolume-afvoerteidingen behorende bij overige 30 melkbekers. Doorgeleide spoelvloeistof door de voormelkopslagvolume-afvoerleidingen behorende bij overige melkbekers verplaatst zich nu tot in de voormelkopslagvolume-afvoerleiding met deze laagste druk, tegen de gewenste doorstroomrichting van de spoelvloeistof in deze voormelkopslagvolume-afvoerleiding in. Deze verplaatsingsrichting van de spoelvloeistof veroorzaakt een ongewenste weerstand 35 tegen een goede restvloeistofverwijdering. De verwachting dat het tijdens het reinigen vacuüm zuigen van de voormelkopslagvolume-afvoerleidingen voorgaand probleem 1032570 .
2 ondervangt, en dus leidt tot een verbeterde minimalisatie van de hoeveelheid restvloeistof na afloop van de reiniging, wordt bevestigd door praktijkonderzoek. De term fluïdum in het kenmerkende deel van conclusie 1 dient breed te worden geïnterpreteerd: voormelk, voormelkresten, reinigingsvloeistof, reinigingslucht of 5 combinaties daarvan worden onder andere door de term omvat.
In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding is de stap van het onttrekken van fluïdum, een stap van het onttrekken van althans ten minste grotendeels vloeistof. In het bijzonder omvat de vloeistof voormelk en/of reinigingsvloeistof. Het verplaatsen van voormelk uit een voormelkopslagvolume 10 door middel van een vacuüm valt binnen de omvang van de uitvinding. Onder vacuüm in een ruimte, zoals een voormelkopslagvolume, wordt in dit verband verstaan elke onderdruk ten opzichte van een omgeving die met die ruimte in verbinding kan worden gebracht, zodat er tussen die ruimte en die omgeving een drukverschil kan ontstaan dat inhoud uit de ruimte naar de omgeving kan leiden. 15 Uiteraard is een specifiek voorbeeld van een vacuüm een onderdruk ten opzichte van atmosferische of omgevingsdruk. Het voormelkopslagvolume kan deel uitmaken van een voormelkreservoir waarin het voormelkopslagvolume afsluitbaar is. Het is echter natuurlijk ook denkbaar om het voormelkopslagvolume te realiseren in een deels open melkleidingconfiguratie of soortgelijk gecreëerde 20 voormelkopslagvolumes. Door het verplaatsen van de voormelk door middel van een vacuüm wordt de voormelk op een schone, hygiënische wijze getransporteerd naar een gewenste positie.
In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze de stap van het door het voormelkopslagvolume heen leiden van 25 reinigingsfluïdum. Het reinigingsfluïdum wordt hierbij door het voormelkopslagvolume tot uit het voormelkopslagvolume geleid. In een geautomatiseerde melkinrichting zal een besturingseenheid aan de hand van relevante parameterwaarden invulling geven aan de uitvoeringswijze(n) van de stap van het door het voormelkopslagvolume heen leiden van reinigingsfluïdum. De parameters kunnen, in 30 de meest brede zin, koe-afhankelijk en omgevingsafhankelijk zijn, door de besturingseenheid worden gegenereerd of handmatig in de besturingseenheid zijn ingevoerd. De besturingseenheid kan een computer omvatten. Een melkniveausensor, een melkgeleidbaarheidssensor, een optische of een akoestische sensor zijn slechts enkele denkbare voorbeelden van sensoren ter verkrijging van de 35 voor de besturingseenheid benodigde parameterwaarden.
3
In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding omvat het reinigingsfluïdum een vloeistof, een vloeistof-gasmengsel of gas. De term reinigingsfluïdum omvat zowel reinigingsfluïdum als desinfectiefluïdum. Een deel van een melkinrichting kan in eerste instantie worden gereinigd door het doorleiden van 5 een vloeistof zoals koud of warm water, of een vloeistof-gasmengsel, gevolgd door een eventueel leegblazen van het systeem met behulp van perslucht. Aan het water kunnen stoffen zijn toegevoegd ter verkrijging van een alkalische of zure oplossing. Stoom is een geschikt toe te passen desinfectiefluïdum. De temperatuur en de doorstroomtijd van het reinigingsmiddel (en zoals aangeduid ook van het 10 desinfectiemiddel) zijn instelbaar.
In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding worden de stap van het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume met behulp van een vacuüm en de stap van het door het voormelkopslagvolume heen leiden van reinigingsfluïdum althans nagenoeg gelijktijdig uitgevoerd. Uit praktijkonderzoek blijkt 15 dat dit de meest optimale resultaten levert.
In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding duurt de stap van het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume met behulp van een vacuüm een tijdspanne voort na beëindigen van de stap van het door het voormelkopslagvolume heen leiden van reinigingsfluïdum. Het onttrekken van fluïdum 20 na afloop van het doorleiden van reinigingsfluïdum vergroot de reductie van de hoeveelheid restvloeistof.
In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding is de stap van het door het voormelkopslagvolume heen leiden van reinigingsfluïdum op te op te delen in de volgende achtereenvolgende deelstappen: de stap van het door het 25 voormelkopslagvolume heen leiden van een vloeistof of een vloeistof-gasmengsel, en de stap van het door het voormelkopslagvolume heen leiden van een gas. Het reinigingsfluïdum omvat in principe alle voor het doel geschikte gassoorten en mengsels van gassen. Met het doorleiden van een gas of gasmengsel vindt een eerste reductie van de hoeveelheid restvloeistof plaats.
30 In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding is de stap van het in het voormelkopslagvolume verzamelen van althans ten minste een hoeveelheid van de onttrokken voormelk, een stap van het althans in hoofdzaak verzamelen van alle onttrokken voormelk. Dit is de beoogde doelstelling. Het is natuurlijk mogelijk om meetmiddelen in te zetten om de overgang tussen voormelk en 35 geen-voormelk nader te bepalen ter optimalisatie van het verzamelen van alle voormelk 4 in het voormelkreservoir. Het verzamelen op zichzelf kan actief of passief worden uitgevoerd.
In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding, omvat de stap van het althans in hoofdzaak verzamelen van alle onttrokken voormelk de stap van 5 het althans ten minste vloeistofdicht scheiden van de verbinding of althans ten minste een deel van de verbinding tussen de ten minste ene melkbeker en het voormelkopslagvolume ten opzichte van een of meerdere verdere verbindingen of althans ten minste een deel van een verdere verbinding of althans ten minste delen van meerdere verdere verbindingen (29) van het voormelkopslagvolume met de 10 melkinrichting. Men kan in dit verband denken aan de aanwezigheid van een melkleidingventiel, welke in stromingsrichting van het fluïdum gezien, achter het voormelkopslagvolume aanwezig is. Sluiting van het melkleidingventiel sluit het deel van de melkinrichting voorbij het melkleidingventiel met zekerheid af. Deze zekerheid is in inrichtingen voor transport van voedingsmiddelen noodzakelijk, men kan op 15 deze positie in de melkleiding niet volstaan met stromingsremmende elementen die reinigingsfluïda in principe de mogelijkheid zouden kunnen bieden om in de melkinrichting te kunnen gaan rondzwerven.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een melkinrichting voor het melken van een melkdier, omvattende ten minste één melkbeker; een 20 voormelkopslagvolume dat is ingericht voor het bevatten van een hoeveelheid fluïdum, zoals voormelk of een reinigingsfluïdum, waarin de voormelk die melk is welke in hoofdzaak is onttrokken tijdens een tijdspanne na aanvang van het onttrekken van melk door het melken, een verbinding tussen de ten minste ene melkbeker en het voormelkopslagvolume, en een vacuümbron, waarbij het 25 voormelkopslagvolume verbindbaar is met de vacuümbron voor het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume met behulp van een vacuüm. De melkbeker kan in dit verband een aparte voormelkbeker zijn welke in de melkinrichting wordt ingezet voor het separaat onttrekken van voormelk. In het bijzonder is het voormelkopslagvolume verbonden met de vacuümbron voor het verplaatsen van 30 fluïdum uit het voormelkopslagvolume met behulp van een vacuüm. Deze melkinrichting is geschikt voor het uitvoeren van de werkwijzen volgens de uitvinding.
In een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is de verbinding of althans ten minste een deel van de verbinding van de ten minste ene melkbeker met het voormelkopslagvolume door een melkleidingventiel althans ten minste vloeistofdicht 35 scheidbaar ten opzichte van een of meerdere verdere verbindingen of althans ten minste een deel van een verdere verbinding of althans ten minste delen van meerdere 5 verdere verbindingen (29) van het voormelkopslagvolume met de melkinrichting. Hierdoor wordt een kort reinigingstraject, omvattende ten minste één melkbeker, een voormelkopslagvolume en een verbinding tussen de ten minste ene melkbeker en het voormelkopslagvolume verkregen. Hierdoor is een eenvoudige, snelle tussentijdse 5 reiniging van dit deel van de melkinrichting mogelijk.
In een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding, omvat de melkinrichting een besturingseenheid, die is ingericht voor het aansturen van het melkleidingventiel. In een geautomatiseerde melkinrichting is een besturingseenheid aanwezig voor het aansturen van diverse middelen van de inrichting. Sensoren 10 kunnen de besturingseenheid voorzien van informatie aan de hand waarvan passende stuursignalen worden gegenereerd voor de aansturing van het melkleidingventiel. De besturingseenheid kan een computer omvatten. De besturingseenheid kan de in de inrichting aanwezige ventielen aansturen.
In een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de 15 melkinrichting meerdere voormelkopslagvolumes omvat, omvat de melkinrichting een met de meerdere voormelkopslagvolumes verbonden verbinding voor het afvoeren van fluïdum, zoals voormelk en/of een reinigingsfluïdum. De verbinding is direct of indirect verbonden met een vacuümbron. De na een melkbeurt en reiniging opgevangen voormelk (melk) en/of reinigingsvloeistof kan rechtstreeks worden 20 afgevoerd naar het riool. In het bijzonder mondt de verbinding uit in een opvangelement. De verbinding is nu via het opvangelement verbonden met een vacuümbron. De na één of meer melkbeurten in dit opvangelement opgevangen voormelk (melk) en/of reinigingsvloeistof, indien deze laatste geen voor de dieren schadelijke chemische bestanddelen bevat, kan nu worden doorgevoerd naar een 25 inrichting voor het verstrekken van voer en/of drinken aan een dier.
In een uitvoering van een melkinrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting een melkrobot voor het automatisch aan-, respectievelijk afkoppelen van de melkbekers op, respectievelijk van de spenen van een te melken dier. De beschreven werkwijzen lenen zich uitstekend voor toepassing in een 30 geautomatiseerde melkinrichting.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont:
Figuur 1 schematisch een melkinrichting die geschikt is voor het melken 35 van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting 6
In figuur 1 is schematisch een melkinrichting 1 weergegeven die geschikt is voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting. Op grond van redenen van leesbaarheid is in figuur 1 het uitvindingsconcept slechts aan de hand van één melkbeker 2 van de melkinrichting 1 5 weergegeven. Evenals de andere melkbekers is deze melkbeker 2 via een melkleiding 3 verbonden met een melkopvangmiddel 4. In elk van de melkleidingen 3 is een voormelkreservoir 11 opgenomen. Het voormelkreservoir 11 kan een geïntegreerd element zijn in een melkleiding 3. De melkleiding 3 is in het uitvoeringsvoorbeeld opgedeeld te beschouwen uit een verbinding 28 tussen de ten 10 minste ene melkbeker 2 en het bijbehorende voormelkopslagvolume 12 en een verdere verbinding 29 van het voormelkopslagvolume 12 met, in dit geval, het melkopvangmiddel 4 van de melkinrichting. Het melkopvangmiddel 4 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een melkglas. In dit melkglas 4 monden de vier van de melkbekers 2 afkomstige melkleidingen 3 uit, terwijl het melkglas 4 in het gekozen 15 uitvoeringsvoorbeeld voorts via een aanstuurbaar ventiel 5 is aangesloten op het vacuümsysteem 6 van de melkinrichting 1. Dit vacuümsysteem 6 omvat onder andere een vacuümpomp 8 en een cycloonafscheider 7. De vacuümpomp 8 fungeert als vacuümbron voor de melkinrichting 1 en de cycloonafscheider 7 dient voor de afscheiding van vloeistof, noodzakelijk ter voorkoming van het in de pomp 8 geraken 20 van vloeistof. Het aanstuurbare ventiel 5 kan ook achterwege gelaten worden; men schakelt in dat geval rechtstreeks de vacuümpomp 8. Vanuit het melkglas 4 wordt de melk via een ventiel 9 door middel van een pomp 10 afgevoerd naar een verder niet weergegeven melktank. Tussen een voormelkreservoir 11 en het melkopvangmiddel 4 is een door de besturingseenheid (niet weergegeven in de figuur) van de 25 melkinrichting 1 aanstuurbaar melkleidingventiel 16 opgenomen. Hierdoor is de verbinding 28 van de ten minste ene melkbeker 2 met het voormelkopslagvolume 12, althans ten minste vloeistofdicht scheidbaar ten opzichte van een deel van de verbinding 29 van het voormelkopslagvolume 12 met het, in stromingsrichting van het fluïdum gezien, achter het melkleidingventiel 16 aanwezige deel van de melkinrichting 30 1. Door een melkleidingventiel 16 te sluiten wordt een zeer korte spoelvloeistofafvoerleiding verkregen, waardoor de melkbeker 2 en tevens een deel van een melkinrichting, zijnde de verbinding 28 tussen de ten minste ene melkbeker 2 en het bijbehorende voormelkopslagvolume 12, en het voormelkopslagvolume 12 op zichzelf gemakkelijk, en wel na elke melkbeurt van een dier kunnen worden 35 gereinigd. Verder is een melkanalyse-systeem 17 in de melkinrichting 1 aanwezig voor het analyseren van de door de melkleidingen 3 doorgeleide gemolken melk.
7
Een melking vangt aan met het aansluiten van ten minste een melkbeker 2 op een speen van het te melken dier. Dit aansluiten kan geautomatiseerd plaats vinden door een melkrobot (niet weergegeven in figuur 1). Aan het dier wordt vervolgens op bekende wijze melk onttrokken. De gewonnen melk 5 zal niet rechtstreeks doorstromen naar het melkopvangmiddel 4 door de aanwezigheid van het voormelkreservoir 11. Het voormelkreservoir 11 is ingericht voor het bevatten van een hoeveelheid fluïdum, zoals voormelk of een reinigingsfluïdum. Bij voorkeur wordt alle onttrokken voormelk hierin verzameld. Onder voormelk wordt in dit verband verstaan de melk onttrokken tijdens een 10 tijdspanne na aanvang van het onttrekken van melk. In dit gekozen uitvoeringsvoorbeeld maakt een voormelkopslagvolume 12 deel uit van een voormelkreservoir 11 waarin het voormelkopslagvolume 12 afsluitbaar is. Er wordt benadrukt dat in relatie tot de uitvindingsgedachte de aanwezigheid van een voormelkopslagvolume 12 sec volstaat. Het voormelkopslagvolume 12 kan 15 bijvoorbeeld ook een melkleidinggedeelte betreffen. Het voormelkreservoir 11 omvat een voormelkopslagvolume 12, een voormelkopslagvolume-afsluitmiddel 13 en een voormelkopslagvolume-afvoerleiding 14 voorzien van een voormelkopslagvolumeafvoerleiding-ventiel 15. De grootte van het voormelkopslagvolume 12 is vaak vastgelegd in richtlijnen uit de melkindustrie, op 20 basis waarvan dimensionering van dit element wordt bepaald. De eerst verkregen melk zal in eerste instantie het voormelkopslagvolume 12 van het voormelkreservoir 11 vullen. In het voormelkopslagvolume 12 bevindt zich een voormelkopslagvolume-afsluitmiddel 13 die het voormelkopslagvolume 12 afsluit zodra dat gevuld is met de voormelk. Het voormelkopslagvolume-afsluitmiddel 13 is in het onderhavige 25 uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een balletje. Het balletje 13 komt na het vullen van een voormelkopslagvolume 12 tegen een zitting 18 te liggen zodat het voormelkopslagvolume 12 wordt afgesloten en de daarna komende melkstroom naar het melkglas 4 zal stromen. In de praktijk is gebleken dat de van een melkbeker 2 naar het melkglas 4 stromende melk zich in hoofdzaak niet vermengt met de zich 30 onder in een voormelkopslagvolume 12 bevindende voormelk. Door sluiting van de aanwezige melkleidingventielen 16 en opensturing van de voormelkopslagvolumeafvoerleiding-ventielen 15 kan de tijdelijk opgeslagen voormelk worden vrijgegeven zodanig dat de voormelk tot uit de voormelkreservoirs 11 verplaatst. Voormelk uit de voormelkreservoirs 11 kan nu verplaatst worden naar 35 een bestemming met behulp van een vacuüm.
8
Voor het reinigen van melkbekers en tevens de verbindingen 28 tussen de melkbekers 2 en de bijbehorende voormelkopslagvolumes 12, en de voormelkreservoirs 11 op zichzelf worden de achter de voomnelkreservoirs 11 aanwezige melkleidingventielen 16 gesloten. Door passende aansturing van de 5 betreffende voormelkopslagvolumeafvoerleiding-ventielen 15 worden de bijbehorende voormelkopslagvolumeafvoerleidingen 14 geopend, waardoor de tijdelijk opgeslagen voormelk tot uit de voormelkreservoirs 11 verplaatst. Reinigingsvloeistof kan nu worden doorgeleid door de voormelkreservoirs 11 tot uit de voormelkreservoirs 11. Op de melkbekers 2 wordt daartoe een reinigingshouder 10 19 aangesloten. De reinigingshouder 19 omvat sproeiorganen 20 met behulp waarvan reinigingsvloeistof over de randen 21 van de melkbekers 2 wordt gespoten om de buitenzijde van de melkbekers 2 te reinigen, terwijl met de sproeiorganen 20 eveneens de reinigingsvloeistof in de melkbekers 2, de verbindingen 28 tussen de melkbekers 2 en de bijbehorende voormelkopslagvolumes 12, en de 15 voormelkreservoirs op zichzelf wordt gespoten. Als reinigingsfluïdum is ook een vloeistof-gasmengsel denkbaar. De reinigingsvloeistof wordt via een leiding 22, die is aangesloten op de reinigingshouder 19, aan de sproeiorganen 20 toegevoerd. Een met de meerdere voormelkreservoirs 11 verbonden verbinding 25 voor het afvoeren van de voormelk en/of reinigingsfluïdum mondt uit in een opvangelement 26. Het 20 opvangelement 26 is in het gekozen uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een door de besturingseenheid aanstuurbaar opvangelementventiel 27. Een alleen op basis van de hoeveelheid fluïdum in het opvangelement 26 autonoom schakelend ventiel is op deze positie tevens een geschikt constructie-element. Wanneer ervoor wordt gezorgd dat de spoelvloeistof geen voor de dieren schadelijke chemische 25 bestanddelen bevat, en derhalve slechts bestaat uit water met eventuele melkresten, kan de in het opvangelement 26 verzamelde spoelvloeistof eveneens als drinkwater worden toegevoerd aan de inrichting voor het verstrekken van voer en/of drinken aan de dieren. De spoelvloeistof kan in het andere geval worden afgevoerd naar het riool. Althans nagenoeg gelijktijdig met het verplaatsen van fluïdum uit het 30 voormelkopslagvolume 12 met behulp van een vacuüm bewerkstelligt door de vacuümpomp 8 wordt nu reinigingsvloeistof door het voormelkopslagvolume 12 heen geleid. Na een bepaalde, instelbare tijdspanne wordt vervolgens een in leiding 22 opgenomen aanstuurbaar driewegventiel 23 door de besturingseenheid zodanig aangestuurd dat de leiding 24 met de reinigingshouder 19 wordt verbonden. Hierdoor 35 wordt via de sproeiorganen 20 een drooglucht in de melkbekers 2 en een eerste deel van de melkleidingen 3 gebracht. Met de drooglucht wordt de spoelvloeistof uit de 9 melkbekers 2 en het eerste deel van de melkleidingen, zijnde de verbindingen 28 tussen de melkbekers 2 en de bijbehorende voormelkopslagvolumes 12, en de voormelkreservoirs 11 op zichzelf geperst, een en ander zodanig dat deze via de voormelkreservoirs 11 kan ontsnappen. Het doorleiden van reinigingsfluïdum door de 5 voormelkreservoirs 11 tot uit de voormelkreservoirs 11 is in dit uitvoeringsvoorbeeld dus opgedeeld in het doorleiden van een reinigingsvloeistof of een vloeistof-gasmengsel door de voormelkreservoirs 11 tot uit het voormelkreservoirs 11, gevolgd door het doorleiden van een gas door de voormelkreservoirs 11 tot uit het voormelkreservoirs 11. Na beëindigen van het doorleiden van het reinigingsfluïdum 10 door een voormelkreservoir 11 tot uit het voormelkreservoir 11 duurt het onttrekken van fluïdum uit het voormelkreservoir 11 met een vacuümbron nog een tijdspanne voort. Er wordt hier verder de mogelijkheid vermeldt om de met de voormelkreservoirs 11 verbonden voormelk-afvoerleiding 25 rechtstreeks te verbinden met de cycloonafscheider 7. Het reinigingsfluïdum en de voormelk kunnen 15 nu via de cycloonafscheider worden afgevoerd. Door middel van de beschreven reiniging van de melkbekers 2, de verbindingen 28 tussen de melkbekers 2 en de bijbehorende voormelkopslagvolumes 12, en de voormelkreservoirs 11 op zichzelf wordt voorkomen dat spoelvloeistofresiduen hier ter plaatse achterblijven en daardoor bij een volgende melkbeurt met de melk vermengd raken.
20 Nadat de melkbekers 2, de verbindingen 28 tussen de melkbekers 2 en de bijbehorende voormelkopslagvolumes 12, en de voormelkreservoirs 11 op zichzelf zijn gereinigd wordt de reinigingshouder 19 verwijderd en worden de door de besturingseenheid aanstuurbare ventielen 16 geopend en kunnen de melkbekers 2 weer op de spenen van een te melken dier worden aangesloten.
25 De uitvinding is geenszins beperkt tot het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, doch omvat al die uitvoeringsmogelijkheden die vallen onder de omvang van de hierna weergegeven conclusies. Voor de volledigheid wordt nog vermeld dat voor melkbeker, voormelkbeker kan worden ingelezen.
Velerlei uitvoeringsmogelijkheden voor een voormelkreservoir zijn 30 denkbaar, afwijkend van het specifieke, in figuur 1 met het verwijzingscijfer 11 weergegeven, uitvoeringsvoorbeeld.
1032570

Claims (17)

1. Werkwijze voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting (1) voor het melken van het melkdier, de 5 melkinrichting (1) omvattende, ten minste één melkbeker (2); een voormelkopslagvolume (12) dat is ingericht voor het bevatten van een hoeveelheid fluïdum, zoals voormelk of een reinigingsfluïdum; een verbinding (28) tussen de ten minste ene melkbeker en het 10 voormelkopslagvolume, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het: aansluiten van de ten minste ene melkbeker (2) op een speen van het te melken melkdier; met behulp van de ten minste ene melkbeker (2) althans ten minste 15 onttrekken van voormelk; in het voormelkopslagvolume (12) verzamelen van althans ten minste een hoeveelheid van de onttrokken voormelk; vrijgeven van de hoeveelheid voormelk zodanig dat de voormelk uit het voormelkopslagvolume (12) verplaatsbaar is, 20 met het kenmerk, dat de werkwijze tevens de stap omvat van het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume (12) met behulp van een vacuüm.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stap van het onttrekken van fluïdum, een stap van het onttrekken van althans ten minste grotendeels een vloeistof is.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vloeistof voormelk en/of reinigingsvloeistof omvat.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door het voormelkopslagvolume (12) heen leiden van reinigingsfluïdum.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het reinigingsfluïdum een vloeistof, een vloeistof-gasmengsel of gas omvat.
6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de stap van het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume met behulp van een vacuüm en de stap van het door het voormelkopslagvolume (12) heen leiden van 35 reinigingsfluïdum althans nagenoeg gelijktijdig worden uitgevoerd. 1 0 32570
7. Werkwijze volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de stap van het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume (12) met behulp van een vacuüm een tijdspanne voortduurt na beëindigen van de stap van het door het voormelkopslagvolume heen leiden van reinigingsfluïdum.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de stap van het door het voormelkopslagvolume (12) heen leiden van reinigingsfluïdum is op te delen in de volgende achtereenvolgende deelstappen: het door het voormelkopslagvolume (12) heen leiden van een vloeistof of een vloeistof-gasmengsel, 10. het door het voormelkopslagvolume (12) heen leiden van een gas.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stap van het in het voormelkopslagvolume (12) verzamelen van althans ten minste een hoeveelheid van de onttrokken voormelk, een stap is van het althans in hoofdzaak verzamelen van alle onttrokken voormelk.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de stap van het althans in hoofdzaak verzamelen van alle onttrokken voormelk de stap omvat van het althans ten minste vloeistofdicht scheiden van de verbinding of althans ten minste een deel van de verbinding (28) tussen de ten minste ene melkbeker (2) en het voormelkopslagvolume (12) ten opzichte van een of meerdere verdere verbindingen of 20 althans ten minste een deel van een verdere verbinding of althans ten minste delen van meerdere verdere verbindingen (29) van het voormelkopslagvolume met de melkinrichting.
11. Melkinrichting (1) voor het melken van een melkdier, omvattende ten minste één melkbeker (2); 25. een voormelkopslagvolume (12) dat is ingericht voor het bevatten van een hoeveelheid fluïdum, zoals voormelk of een reinigingsfluïdum; een verbinding (28) tussen de ten minste ene melkbeker (2) en het voormelkopslagvolume (12), 30. een vacuümbron (8), met het kenmerk, dat het voormelkopslagvolume (12) verbindbaar is met de vacuümbron (8) voor het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume (12) met behulp van een vacuüm.
12. Melkinrichting (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het 35 voormelkopslagvolume (12) verbonden is met de vacuümbron (8) voor het verplaatsen van fluïdum uit het voormelkopslagvolume (12) met behulp van een vacuüm.
13. Melkinrichting (1) volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de verbinding of althans ten minste een deel van de verbinding (28) van de ten minste ene 5 melkbeker (2) met het voormelkopslagvolume (12) door een melkleidingventiel althans ten minste vloeistofdicht scheidbaar is ten opzichte van een of meerdere verdere verbindingen of althans ten minste een deel van een verdere verbinding of althans ten minste delen van meerdere verdere verbindingen (29) van het voormelkopslagvolume met de melkinrichting. io
14. Melkinrichting (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de melkinrichting (1) een besturingseenheid omvat, die is ingericht voor aansturen van het melkleidingventiel (16).
15. Melkinrichting (1) volgens een der conclusies 11-14 welke meerdere voormelkopslagvolumes (12) omvat, met het kenmerk, dat de melkinrichting (1) een 15 met de meerdere voormelkopslagvolumes (12) verbonden verbinding (25) voor het afvoeren van fluïdum omvat.
16. Melkinrichting (1) volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de verbinding (25) uitmondt in een opvangelement (26).
17. Melkinrichting (1) volgens een der conclusies 11 - 16, met het 20 kenmerk, dat de inrichting een melkrobot omvat voor het automatisch aan-, respectievelijk afkoppelen van de ten minste ene melkbeker (2) op, respectievelijk van de speen van het te melken melkdier. 1032570 '
NL1032570A 2006-09-26 2006-09-26 Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier. NL1032570C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032570A NL1032570C2 (nl) 2006-09-26 2006-09-26 Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier.
EP07075797.6A EP1905297B1 (en) 2006-09-26 2007-09-13 Method and implement for milking a dairy animal
DK07075797.6T DK1905297T3 (en) 2006-09-26 2007-09-13 Method and tool for milking a dairy animal
US11/902,754 US20080072824A1 (en) 2006-09-26 2007-09-25 Method of and implement for milking a dairy animal

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032570 2006-09-26
NL1032570A NL1032570C2 (nl) 2006-09-26 2006-09-26 Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032570C2 true NL1032570C2 (nl) 2008-03-27

Family

ID=38100147

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032570A NL1032570C2 (nl) 2006-09-26 2006-09-26 Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20080072824A1 (nl)
EP (1) EP1905297B1 (nl)
DK (1) DK1905297T3 (nl)
NL (1) NL1032570C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1035972C (nl) * 2008-09-24 2010-03-25 Lely Patent Nv Inrichting voor het melken van dieren.
US10945406B2 (en) * 2018-03-14 2021-03-16 Jody J. NEAL Bovine teat washing and lactation stimulation device

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997018701A2 (en) * 1995-11-24 1997-05-29 Maasland N.V. An implement for milking animals
EP1138192A1 (en) * 2000-03-31 2001-10-04 Delaval Holding AB Automatic milking
NL1015525C2 (nl) 2000-06-26 2001-12-28 Lely Entpr Ag Inrichting voor het melken van dieren.

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9022804D0 (en) * 1990-10-19 1990-12-05 British Res Agricult Eng Animal stall
SE9704515D0 (sv) * 1997-12-04 1997-12-04 Alfa Laval Agri Ab Combined cleaning and pre-milking device
SE9704781D0 (sv) * 1997-12-19 1997-12-19 Alfa Laval Agri Ab A method and an apparatus for separation of foremilk
NL1014780C2 (nl) * 2000-03-29 2001-02-20 Idento Electronics Bv Werkwijze en inrichting voor het melken van vee.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997018701A2 (en) * 1995-11-24 1997-05-29 Maasland N.V. An implement for milking animals
EP1138192A1 (en) * 2000-03-31 2001-10-04 Delaval Holding AB Automatic milking
NL1015525C2 (nl) 2000-06-26 2001-12-28 Lely Entpr Ag Inrichting voor het melken van dieren.
EP1169912A1 (en) * 2000-06-26 2002-01-09 Lely Enterprises AG An implement for milking animals

Also Published As

Publication number Publication date
US20080072824A1 (en) 2008-03-27
EP1905297B1 (en) 2014-12-17
EP1905297A2 (en) 2008-04-02
EP1905297A3 (en) 2013-12-25
DK1905297T3 (en) 2015-03-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4124964B2 (ja) 前搾乳の分離のための方法と装置
EP0222574B1 (en) Improvements in milking machinery
NL1004921C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het melken van dieren.
EP0511723B2 (en) A milking plant
EP2028927B1 (en) A milking plant
NL9401937A (nl) Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en inrichting waarin deze werkwijze kan worden toegepast.
JP3653100B2 (ja) 動物搾乳装置
NL1032570C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier.
CA2348209C (en) An implement for milking animals
NL1019625C2 (nl) Inrichting en melkbeker voor het melken van dieren.
AU2002337543B2 (en) A milking arrangement
EP1287738A2 (en) Method and device for storing and transporting milk and milk tank.
AU2002337543A1 (en) A milking arrangement
US7726257B2 (en) Device for milking animals
NL1010827C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het melken van dieren.
NL1007512C2 (nl) Reinigingsinrichting voor het reinigen van een transportleiding,in het bijzonder een toevoerleiding voor melk naar een opslagtank,alsmede melkinrichting voorzien van de reinigingsinrichting.
NZ618689B2 (en) Device for carrying out at least one measurement and for taking milk samples from a milking machine

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up