NL2024702B1 - Vloertegel met oplopende rand - Google Patents

Vloertegel met oplopende rand Download PDF

Info

Publication number
NL2024702B1
NL2024702B1 NL2024702A NL2024702A NL2024702B1 NL 2024702 B1 NL2024702 B1 NL 2024702B1 NL 2024702 A NL2024702 A NL 2024702A NL 2024702 A NL2024702 A NL 2024702A NL 2024702 B1 NL2024702 B1 NL 2024702B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor tile
edge
upright wall
top surface
plate
Prior art date
Application number
NL2024702A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Peter Joseph Keizers Jurgen
Original Assignee
Easy Sanitary Solutions Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Easy Sanitary Solutions Bv filed Critical Easy Sanitary Solutions Bv
Priority to NL2024702A priority Critical patent/NL2024702B1/nl
Priority to PCT/NL2021/050022 priority patent/WO2021150105A1/en
Priority to EP21701027.1A priority patent/EP4093252A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2024702B1 publication Critical patent/NL2024702B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47KSANITARY EQUIPMENT NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; TOILET ACCESSORIES
    • A47K3/00Baths; Douches; Appurtenances therefor
    • A47K3/28Showers or bathing douches
    • A47K3/40Pans or trays
    • A47K3/405Pans or trays flush with the surrounding floor, e.g. for easy access

Abstract

De uitvinding betreft een vloertegel voor gebruik in een sanitairruimte, zoals een doucheruimte, welke vloertegel 5 omvat: — een plaatvormig lichaam met een vlak ondervlak, dat een polygonale, bij voorkeur rechthoekige vorm, heeft, een op afstand van het ondervlak aangebracht bovenvlak en een zich tussen het ondervlak en bovenvlak uitstrekkend omtreksvlak; en 10 — ten minste een opstaand wand, welke bij voorkeur loodrecht staat ten opzichte van het ondervlak, die zich langs ten minste een eerste rand van het bovenvlak van het plaatvormig lichaam uitstrekt, waarbij het bovenvlak van de opstaande wand aan een eind van de opstaande wand in hoogte 15 ten opzichte van het ondervlak gelijk ligt aan de eerste rand en waarbij de hoogte van het bovenvlak van de ten minste een opstaande wand lineair toeneemt in lengte richting van deze eerste rand.

Description

Vloertegel met oplopende rand De uitvinding betreft een vloertegel, zoals een keramische vloertegel, voor gebruik in een sanitairruimte, zoals een doucheruimte, welke vloertegel omvat: - een plaatvormig lichaam met een vlak ondervlak, dat een polygonale, bij voorkeur rechthoekige vorm, heeft, een op afstand van het ondervlak aangebracht bovenvlak en een zich tussen het ondervlak en bovenvlak uitstrekkend omtreksvlak; en — ten minste één opstaande wand, welke bij voorkeur loodrecht staat ten opzichte van het ondervlak, die zich langs ten minste een eerste rand van het bovenvlak van het plaatvormig lichaam uitstrekt, en waarbij de hoogte van het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand lineair toeneemt in lengterichting van deze eerste rand.
Het gebruik van vloertegels, zoals keramische tegels, meer in het bijzonder gres porcellanato tegels, voor het bekleden van doucheruimtes is alom bekend. Gewoonlijk worden enkele tegels, al dan niet op maat gesneden, gebruikt om het oppervlak van de doucheruimte te bekleden en een afschot te voorzien in de richting van een afvoerput of douchegoot.
Wanneer een dergelijke tegel onder afschot tussen twee wanden in geplaatst wordt, zullen de onderste wandtegels schuin, onder een zelfde hoek als het afschot afgesneden moeten worden.
Wanneer de tegel onder afschot deels of geheel omgeven wordt door een horizontale tegelvloer, dan is het lastig om het hoogteverschil tussen de tegel onder afschot en de omringende tegelvloer goed te kunnen afwerken. Het is bekend om hier een metalen profiel, ook wel tegelprofiel genoemd, te plaatsen, maar dan is er een duidelijk verschil in materiaal, hetgeen niet altijd gewenst is. Het tot in een punt versnijden van een tegel, zelfs met een waterjet, is veelal niet mogelijk doordat een tegel gemakkelijk breekt.
DE 202012105045 beschrijft een uit staalplaat gebogen of uit kunststof gevormde douchebak met een plaatvormig, rechthoekig lichaam van uniforme dikte, dat op een ondervloer onder afschot wordt aangebracht. Aan weerszijden van het plaatvormige lichaam zijn wigvormige opstaande wanden gevormd, waarvan de bovenranden horizontaal verlopen, wanneer het plaatvormige lichaam op de ondervloer met afschot is aangebracht.
Door de zeer kleine dikte van de staalplaat of kunststof zijn de opstaande wanden van de douchebak geschikt om wandtegels over de opstaande wanden aan te brengen. Als alternatief stelt DE 202012105045 voor om een horizontale {flens op de opstaande wanden aan te brengen om daarop de wandtegels te kunnen laten rusten. Er blijft echter een dikteverschil aanwezig tussen de wandtegels en de opstaande wand van de douchebak. Zeker daar waar de opstaande wand van de douchebak een kleine hoogte heeft zal het lastig zijn om de ruimte tussen de dikkere wandtegels en de dunnere opstaande wand goed schoon te houden.
De zeer kleine dikte van de staal- of kunststofplaat heeft verder als nadeel dat het plaatvormig lichaam bij montage op een ondervloer met lijm al snel vervormt, doordat het door zijn flexibiliteit zeer eenvoudig de oneffenheden in de ondervloer zal volgen. Dit zal direct zichtbaar zijn in het bovenvlak van het plaatvormig lichaam, hetgeen esthetisch niet gewenst is en mogelijk zelfs voor plasvorming kan zorgen, ondanks dat het plaatvormig lichaam onder afschot is aangebracht.
De douchebak volgens DE 202012105045 heeft daarnaast het nadeel dat er een duidelijk verschil is tussen het materiaal van de douchebak en het materiaal van de omringende vloer en wanden, net zoals bij het gebruik van een tegelprofiel.
Het is nu een doel van de uitvinding om een vloertegel te verschaffen, waarbij bovenstaande nadelen verminderd of zelfs voorkomen worden.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een vloertegel volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt doordat de dikte van het plaatvormig lichaam en de dikte van de ten minste één opstaande wand ten minste 5 millimeter is.
Opgemerkt wordt dat volgens de uitvinding de dikte van de ten minste één opstaande wand en de dikte van het plaatvormig lichaam verschillend kunnen zijn, maar ook gelijk kunnen zijn.
Doordat het plaatvormig lichaam ten minste 5 millimeter is zullen eventuele oneffenheden in de ondervloer en de lijmdikte niet zichtbaar zijn.
Doordat de opstaande wanden ten minste 5 millimeter dik zijn zullen de wandtegels, die gewoonlijk ongeveer minimaal 5 millimeter dik zijn, vlak kunnen aansluiten op de opstaande wanden. Hierdoor zal het verticale vlak gevormd door de wandtegels als één vlak doorlopen tot aan het plaatvormige lichaam en zullen er geen holtes of moeilijk bereikbare ruimtes gevormd worden, waar eventueel vuil achter zou kunnen blijven.
Ook wanneer de dikte van de opstaande wand van de vloertegel aanzienlijk dikker gekozen wordt, kunnen de wandtegels of vloertegels zodanig aansluiten, dat er geen holtes of moeilijk bereikbare ruimtes gevormd worden.
Een bijkomend voordeel van de minimale dikte van 5 millimeter voor de opstaande wand, is dat wandtegels hier direct, zonder versnijdingen, op geplaatst kunnen worden. Bij de conventionele manier van tegelen wordt de onderste rij van wandtegels eerst vrij gehouden, worden vervolgens de vloertegels aangebracht, waarna de onderste rij wandtegels op maat gesneden kan worden en aangebracht kan worden. Nu bij de uitvinding de opstaande wand in gemonteerde positie horizontaal aangebracht kan zijn en doordat de wandtegels op deze opstaande wand kunnen rusten, kunnen gelijk, vanaf de vloertegel volgens de uitvinding, de wandtegels rij voor rij opgebouwd worden.
Een ander voordeel is dat de vloertegel volgens de uitvinding eenvoudig, op de kop, gegoten kan worden in een mal. Hierdoor zal vanzelf het vlakke ondervlak ontstaan en door de minimale dikte van 5 millimeter zal na het gieten en uitharden, de vloertegel eenvoudig uit de matrijs genomen kunnen worden, zonder risico dat de ten minste één opstaande wand beschadigd wordt.
Als alternatief kan de vloertegel volgens de uitvinding ook op de kop geperst worden, hetgeen vergelijkbare voordelen heeft als het gieten van de vloertegel.
Kenmerkend is dat de vloertegel volgens de uitvinding tijdens fabricage met het ondervlak horizontaal gevormd wordt en bij plaatsing het ondervlak schuin afloopt ten opzichte van het horizontale vlak.
Ook een voordeel van de vloertegel volgens de uitvinding is dat tijdens fabricage met slechts kleine aanpassingen aan de matrijs het afschot veranderd kan worden. De resulterende vloertegel heeft dan bij een groter afschot ook maar een zeer geringe gewichtstoename, aangezien alleen de oplopende rand iets hoger wordt.
Bij voorkeur ligt het bovenvlak van de opstaande wand aan één eind van de opstaande wand in hoogte ten opzichte van het ondervlak gelijk aan de eerste rand.
In een uitvoeringsvorm van de vloertegel volgens de uitvinding is de vloertegel vervaardigd van bros, althans bij kamertemperatuur niet wezenlijk plastisch vervormbaar, materiaal, zoals bijvoorbeeld keramiek, gres porcellanato,
beton, een solide oppervlaktemateriaal, zoals Corian, of natuursteen...
Een bros of ook wel breekbaar materiaal vervormt onder belasting nagenoeg niet elastisch en/of plastisch.
5 Hierdoor blijft de vorm van de vloertegel goed behouden na plaatsing, ook bij eventuele oneffenheden in de ondervloer. In een dergelijke vloertegel zal bijvoorbeeld ook niet snel een deuk ontstaan wanneer er een object op valt, zoals bijvoorbeeld een douchekop.
In een uitvoeringsvorm van de vloertegel volgens de uitvinding is de ten minste één opstaande wand een afzonderlijk deel en met een zijvlak aanliggend aangebracht tegen het omtreksvlak van het plaatvormige lichaam.
Doordat het plaatvormig lichaam ten minste een dikte heeft van ten minste 5 millimeter heeft het omtreksvlak een voldoende hoogte om daartegenaan een losse opstaande wand aan te brengen.
Bovendien hoeft hierdoor de opstaande wand in zijaanzicht niet in een volledige wigvorm voorzien te worden, maar kan deze afgeknot wigvormig zijn, waarbij de punt van de afgeknotte wigvorm gelijk is aan de hoogte van het omtreksvlak, d.w.z. minimaal 5 millimeter. Hierdoor is het mogelijk de vloertegel ook uit een bros materiaal, zoals een keramische tegel te vervaardigen. De opstaande wand kan dan bijvoorbeeld eenvoudig door middel van een waterjet uitgesneden worden.
Ook volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een vloertegel waarbij de ten minste één opstaande wand waterdicht verlijmd aangebracht is tegen het omtreksvlak van het plaatvormige lichaam.
Door bij fabricage van de vloertegel de verbinding tussen de opstaande wanden en het omtreksvlak waterdicht af te werken, is er minder risico op lekkage in het geïnstalleerde eindproduct en kan de fabrikant de dichtheid daarvan garanderen. Hiervoor kan in de gecontroleerde omgeving van het fabricageproces een andere, normaliter niet bij de afwerking van een sanitaire ruimte beschikbare, lijmsoort gebruikt worden.
De resulterende vloertegel kan gelijk een douchebak worden geïnstalleerd. Daarbij vindt de afdichting tussen de vloertegel en de omringende vloer of wandtegels plaats langs de bovenrand van de opstaande wand. Wanneer deze afdichting op termijn faalt, bijvoorbeeld door de werking van wanden ten opzichte van de vloer, zal het risico op lekkage beperkt blijven, doordat de opstaande wand nog steeds vast aan het plaatvormige lichaam zit en als het ware een douchebak vormt.
Een verschil tussen de vloertegel volgens de uitvinding en een douchebak is wel, dat de vloertegel op een ondergrond met afschot geplaatst wordt, terwijl een douchebak op een horizontale ondergrond geplaatst wordt.
Bij voorkeur wordt een twee componenten lijm gebruikt om de ten minste één opstaande wand waterdicht te verlijmen. Daarbij is het noodzakelijk dat de opstaande wand tijdelijk vastgeklemd wordt tegen het plaatvormige lichaam, zodat de twee-componenten lijm kan uitharden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de vloertegel volgens de uitvinding is het ondervlak rechthoekig en omvat de vloertegel een tweede opstaande wand, welke bij voorkeur loodrecht staat ten opzichte van het ondervlak, die zich langs ten minste een tweede rand van het bovenvlak van het plaatvormig lichaam uitstrekt, waarbij het bovenvlak van de tweede opstaande wand aan één eind van de tweede opstaande wand in hoogte ten opzichte van het ondervlak gelijk ligt aan de tweede rand, waarbij de hoogte van het bovenvlak van de tweede opstaande wand lineair toeneemt in lengterichting van deze tweede rand en waarbij de eerste en tweede rand parallel aan elkaar zijn.
Een dergelijke vloertegel kan eenvoudig tussen twee wanden aangebracht worden om bijvoorbeeld een doucheruimte te vormen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de vloertegel volgens de uitvinding is nabij het hoogste deel van het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand, in of aangrenzend aan het plaatvormig lichaam een afvoer aangebracht.
Doordat het plaatvormig lichaam met het vlakke ondervlak op een ondervloer met afschot aangebracht dient te worden, waarbij de bovenrand van de ten minste één opstaande wand horizontaal is, zal water, dat op het bovenvlak valt via het afschot omlaag stromen. Doordat op dit laagste punt, waar de ten minste één opstaande wand het hoogst is, een afvoer is aangebracht, kan het water eenvoudig en betrouwbaar worden afgevoerd.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de vloertegel volgens de uitvinding is de afvoer aangebracht tussen een lijn door de eerste rand en een lijn door de tweede rand van het bovenoppervlak.
De afvoer kan dus tussen de twee opstaande wanden zijn aangebracht, maar ook in het verlengde daarvan. Daarnaast kan de afvoer in het plaatvormig lichaam zijn aangebracht of aangrenzend daaraan. In dit laatste geval kan ervoor gekozen worden om de opstaande wanden in lengterichting te laten uitsteken tot voorbij het plaatvormig lichaam en langs de afvoer, zodat ook ter hoogte van de afvoer een nette afwerking verkregen wordt tussen de afvoer en de wandtegels.
In weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de vloertegel volgens de uitvinding is in het bovenvlak van het plaatvormig lichaam een verdiepte zone aangebracht en is de omtreksrand van de verdiepte zone ten minste op afstand aangebracht van de rand van het bovenoppervlak grenzend aan de eerste rand waar het bovenvlak van de opstaande wand van de opstaande wand in hoogte ten opzichte van het ondervlak gelijk ligt aan de eerste rand.
Wanneer het plaatvormig lichaam voorzien is van een verdiepte zone, zal ook in deze verdiepte zone de dikte minimaal 5 millimeter zijn. De verdiepte zone zorgt voor een geleiding van het opvallend water langs het afschot.
Doordat de verdiepte zone op afstand is aangebracht van de rand van het bovenoppervlak grenzend aan de eerste rand waar het bovenvlak van de opstaande wand in hoogte ten opzichte van het ondervlak gelijk ligt aan de eerste rand, wordt een randje voorzien, zodat water belemmerd wordt over deze rand naar de omringende vloer te stromen.
De uitvinding omvat verder een combinatie van een ondervloer met een onder afschot aangebracht vloerdeel en een aangrenzend horizontaal vloerdeel, waarbij een vloertegel volgens de uitvinding met het ondervlak op het onder afschot aangebrachte vloerdeel is aangebracht en waarbij het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand eveneens horizontaal is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding zijn op het aangrenzende horizontale vloerdeel vlakke vloertegels aangebracht, waarvan het bovenoppervlak gelijk ligt aan het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand.
Met deze combinatie wordt een vloeiende overgang verkregen tussen de vloertegels van bijvoorbeeld een badkamervloer en de vloertegel volgens de uitvinding, die bijvoorbeeld een douchezone met afschot vormt.
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van een vloertegel, waarbij de ten minste één opstaande wand een afzonderlijk deel is en met een zijvlak aanliggend is aangebracht tegen het omtreksvlak van het plaatvormige lichaam, welke werkwijze de stappen omvat: — het verschaffen van vloertegel; — het langs een rand van de vloertegel afsnijden van een strook, waarbij één eind van de strook een breedte heeft gelijk aan de dikte van de vloertegel en waarbij de breedte van de strook vanaf het ene eind naar het andere eind lineair toeneemt; — het over de langsas van de strook over 90° draaien van de strook, waarbij het snijvlak het bovenvlak van de strook wordt; en — het tegen een eerste zijvlak van de vloertegel hechten van de strook, waarbij het ondervlak van de strook in het verlengde ligt van het ondervlak van de vloertegel, zodanig dat een vlak ondervlak van de ontstane vloertegel behouden blijft, en waarbij het ene eind van de strook in het verlengde ligt van een tweede zijvlak van de vloertegel, waarbij het eerste zijvlak haaks op het tweede zijvlak staat.
Doordat de strook slechts afgeknot wigvormig hoeft te zijn, doordat de strook tegen het omtreksvlak van het plaatvormig lichaam wordt aangebracht, kan de strook ook van meer bros materiaal gemaakt worden, dat gewoonlijk niet in een scherpe punt gesneden kan worden. Typische voorbeelden van een dergelijk materiaal zijn keramische tegels en gres porcellanato tegels.
Bij voorkeur wordt een dergelijk vervaardigde vloertegel in een fabriek geproduceerd, zodat de omstandigheden goed gecontroleerd kunnen worden. Daarbij is het dan mogelijk om de stroken door middel van een waterjet te snijden, waardoor een hoge nauwkeurigheid verkregen kan worden.
Daarnaast is het mogelijk om in een fabriek het hechten van de strook onder gecontroleerde omstandigheden uit te voeren. In het bijzonder wanneer een tweed-componenten lijm gebruikt wordt, dient de strook tijdelijk tegen de vloertegel geklemd te worden, zodat de lijm kan uitharden.
Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een vloertegel volgens de uitvinding.
Figuur 2A toont in perspectivisch aanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een vloertegel volgens de uitvinding.
Figuur 2B toont een dwarsdoorsnede aanzicht langs de lijn II-IT van figuur 2A.
Figuur 3 toont een combinatie volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een vloertegel volgens de uitvinding.
Figuren 5A - 5D tonen schematisch de stappen van een werkwijze volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm 1 van een vloertegel volgens de uitvinding.
De vloertegel 1 heeft een plaatvormig, vierkant lichaam 2 met een vlak ondervlak 3. Het plaatvormig lichaam 2 heeft een dikte d:, die ten minste 5 millimeter is.
Langs een eerste rand 7 van het lichaam 2 is een opstaande wand 4 aangebracht.
De opstaande wand 4 heeft een dikte d:, die ten minste 5 millimeter is.
Het bovenvlak van de opstaande wand 4 heeft aan een eerste eind 5 een gelijke hoogte als de eerste rand 7, terwijl de hoogte van het bovenvlak van de opstaande wand toeneemt naar het andere eind 6. Figuur ZA toont een tweede uitvoeringsvorm 10 van een vloertegel volgens de uitvinding.
De vloertegel 10 heeft een plaatvormig lichaam 11 met langs zowel een eerste rand 12 als een tweede rand 13 een opstaande wand 14 respectievelijk
15.
In het bovenvlak van het plaatvormig lichaam 11 is een verdiepte zone 16 aangebracht, zodat water beter richting een afvoeropening 17 stroomt (zie ook figuur 2B). Deze verdiepte zone 16 is op afstand van de rand 18 van het plaatvormige lichaam 11 aangebracht. De hoogte van deze rand 18, ten opzichte van het vlakke ondervlak 19 is gelijk aan de hoogte van de beide opstaande wanden 14, 15, van waar de hoogte toeneemt naar het eind van het plaatvormig lichaam 11, waar de afvoeropening 17 is voorzien.
De vloertegel 10 heeft op het dunste deel alsnog een dikte di, die ten minste 5 millimeter is.
Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht een vloertegel 20 met een plaatvormig lichaam 21 en twee opstaande wanden 22, 23, die vanaf een rand 24 van het plaatvormig lichaam 21 in hoogte toenemen.
Op de bovenrand van de opstaande wand 22 kunnen gelijk wandtegels 25, zonder versnijding worden aangebracht, doordat het plaatvormig lichaam 21 onder afschot wordt geplaatst en de bovenranden van de opstaande wanden 22, 23 horizontaal zijn aangebracht.
De bovenrand van de opstaande wand 23 ligt vlak aan tegen het bovenoppervlak van de vloertegels 26, alsook de rand 24 van het plaatvormig lichaam 21.
Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm van een vloertegel 30 volgens de uitvinding. De vloertegel 30 heeft een plaatvormig lichaam 31 met aan weerszijden een oplopende opstaande wand 32, 33. De oplopende, opstaande wanden 32, 33 steken tot voorbij het plaatvormig lichaam 31, zodat ze langs de korte zijden van een rechthoekige douchegoot 34 lopen, die aangrenzend aan het plaatvormig lichaam 31 is gepositioneerd.
Figure 5A - 5D tonen de stappen van een werkwijze volgens de uitvinding. Volgens deze werkwijze wordt een vloertegel 40 verschaft, waarvan twee stroken 41, 42 gesneden worden, bijvoorbeeld door middel van een waterjet. Deze stroken 41, 42 zijn afgeknot wigvormig.
In figuur 5B zijn de twee stroken 41, 42 aan weerszijden van het overblijvende deel 43 van de vloertegel gepositioneerd.
Vervolgens, zoals getoond in figuur 5C, worden de twee stroken 41, 42 over de langsas 90° gedraaid en tegen het zijvlak van de vloertegel 43 gehecht. Daarbij ligt de onderzijde van de opstaande stroken 41, 42 gelijk met het vlakke ondervlak 44 van de vloertegel 43.
Doordat de stroken 41, 42 uit dezelfde tegel gesneden zijn, hebben de stroken 41, 42 een dikte d gelijk aan de dikte d van de plaatvormige lichaam 43. Daarbij isd minimaal 5 millimeter.

Claims (12)

Conclusies
1. Vloertegel, zoals een keramische vloertegel, voor gebruik in een sanitairruimte, zoals een doucheruimte, welke vloertegel omvat: —- een plaatvormig lichaam met een vlak ondervlak, dat een polygonale, bij voorkeur rechthoekige vorm, heeft, een op afstand van het ondervlak aangebracht bovenvlak en een zich tussen het ondervlak en bovenvlak uitstrekkend omtreksvlak; en — ten minste één opstaande wand, welke bij voorkeur loodrecht staat ten opzichte van het ondervlak, die zich langs ten minste een eerste rand van het bovenvlak van het plaatvormig lichaam uitstrekt, en waarbij de hoogte van het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand lineair toeneemt in lengte richting van deze eerste rand, met het kenmerk, dat de dikte van het plaatvormig lichaam en de dikte van de ten minste één opstaande wand ten minste 5 millimeter is.
2. Vloertegel volgens conclusie 1, waarbij het bovenvlak van de opstaande wand aan één eind van de opstaande wand in hoogte ten opzichte van het ondervlak gelijk ligt aan de eerste rand.
3. Vloertegel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vloertegel vervaardigd is van bros, althans bij kamertemperatuur niet wezenlijk plastisch vervormbaar, materiaal, zoals bijvoorbeeld keramiek, gres porcellanato, beton, een solide oppervlaktemateriaal, zoals Corian, of natuursteen.
4. Vloertegel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ten minste één opstaande wand een afzonderlijk deel is en met een zijvlak aanliggend is aangebracht tegen het omtreksvlak van het plaatvormige lichaam.
5. Vloertegel volgens conclusie 4, waarbij de ten minste één opstaande wand waterdicht verlijmd aangebracht is tegen het omtreksvlak van het plaatvormige lichaam.
6. Vloertegel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ondervlak rechthoekig is en waarbij de vloertegel een tweede opstaand wand omvat, welke bij voorkeur loodrecht ten opzichte van het ondervlak staat, die zich langs ten minste een tweede rand van het bovenvlak van het plaatvormig lichaam uitstrekt, waarbij het bovenvlak van de tweede opstaande wand aan één eind van de tweede opstaande wand in hoogte ten opzichte van het ondervlak gelijk ligt aan de tweede rand, waarbij de hoogte van het bovenvlak van de tweede opstaande wand lineair toeneemt in lengte richting van deze tweede rand en waarbij de eerste en tweede rand parallel aan elkaar zijn.
7. Vloertegel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij nabij het hoogste deel van het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand, in of aangrenzend aan het plaatvormig lichaam een afvoer is aangebracht.
8. Vloertegel volgens conclusie 6 en 5, waarbij de afvoer is aangebracht tussen een lijn door de eerste rand en een lijn door de tweede rand van het bovenoppervlak.
9. Vloertegel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in het bovenvlak van het plaatvormig lichaam een verdiepte zone is aangebracht en waarbij de omtreksrand van de verdiepte zone ten minste op afstand is aangebracht van de rand van het bovenoppervlak grenzend aan de eerste rand waar het bovenvlak van de opstaande wand van de opstaande wand in hoogte ten opzichte van het ondervlak gelijk ligt aan de eerste rand.
10. Combinatie van een ondervloer met een onder afschot aangebracht vloerdeel en een aangrenzend horizontaal vloerdeel, waarbij een vloertegel volgens één van de voorgaande conclusies met het ondervlak op het onder afschot aangebrachte vloerdeel is aangebracht en waarbij het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand eveneens horizontaal is.
11. Combinatie volgens conclusie 10, waarbij op het aangrenzende horizontale vloerdeel vlakke vloertegels zijn aangebracht, waarvan het bovenoppervlak gelijk ligt aan het bovenvlak van de ten minste één opstaande wand.
12. Werkwijze voor het vervaardigen van een vloertegel, zoals een keramische vloertegel, volgens conclusie 2, welke werkwijze de stappen omvat: — het verschaffen van vloertegel; — het langs een rand van de vloertegel afsnijden van een strook, waarbij één eind van de strook een breedte heeft gelijk aan de dikte van de vloertegel en waarbij de breedte van de strook vanaf het ene eind naar het andere eind lineair toeneemt; — het over de langsas van de strook over 90° draaien van de strook, waarbij het snijvlak het bovenvlak van de strook wordt; en — het tegen een eerste zijvlak van de vloertegel hechten van de strook, waarbij het ondervlak van de strook in het verlengde ligt van het ondervlak van de vloertegel, zodanig dat een vlak ondervlak van de ontstane vloertegel behouden blijft, en waarbij het ene eind van de strook in het verlengde ligt van een tweede zijvlak van de vloertegel, waarbij het eerste zijvlak haaks op het tweede zijvlak staat.
NL2024702A 2020-01-20 2020-01-20 Vloertegel met oplopende rand NL2024702B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024702A NL2024702B1 (nl) 2020-01-20 2020-01-20 Vloertegel met oplopende rand
PCT/NL2021/050022 WO2021150105A1 (en) 2020-01-20 2021-01-18 Floor tile with rising edge
EP21701027.1A EP4093252A1 (en) 2020-01-20 2021-01-18 Floor tile with rising edge

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024702A NL2024702B1 (nl) 2020-01-20 2020-01-20 Vloertegel met oplopende rand

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2024702B1 true NL2024702B1 (nl) 2021-09-08

Family

ID=69904183

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2024702A NL2024702B1 (nl) 2020-01-20 2020-01-20 Vloertegel met oplopende rand

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP4093252A1 (nl)
NL (1) NL2024702B1 (nl)
WO (1) WO2021150105A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4342350A1 (en) * 2022-09-26 2024-03-27 Easy Sanitary Solutions B.V. Floor tile

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2004115793A (ja) * 2002-09-06 2004-04-15 Japan Composite Co Ltd 親水性を有する熱硬化性樹脂組成物、それから得られる成形体およびその製造方法
EP2343000A1 (en) * 2010-01-07 2011-07-13 Easy Sanitairy Solutions B.V. Curved tile
DE202012105045U1 (de) 2011-12-22 2013-01-29 Wilhelm Schmidlin Ag Duschwanne mit einer geneigten Bodenfläche

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2004115793A (ja) * 2002-09-06 2004-04-15 Japan Composite Co Ltd 親水性を有する熱硬化性樹脂組成物、それから得られる成形体およびその製造方法
EP2343000A1 (en) * 2010-01-07 2011-07-13 Easy Sanitairy Solutions B.V. Curved tile
DE202012105045U1 (de) 2011-12-22 2013-01-29 Wilhelm Schmidlin Ag Duschwanne mit einer geneigten Bodenfläche
CH705943A1 (de) * 2011-12-22 2013-06-28 Schmidlin Wilhelm Ag Duschwanne mit einer geneigten Bodenfläche.

Also Published As

Publication number Publication date
EP4093252A1 (en) 2022-11-30
WO2021150105A1 (en) 2021-07-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8857109B1 (en) Tile-ready corner seat
US8161582B2 (en) Shower enclosure and base
NL2024702B1 (nl) Vloertegel met oplopende rand
JP2000503087A (ja) 衛生設備用床に関する改良
CN113550386A (zh) 具有集成壁架和自镶边特征的耐火粘土前裙板式水槽
US8082608B2 (en) Bathing area surround
US20190335955A1 (en) Shower Shelf
NL2005043C2 (nl) Douchegoot met inzetstuk.
EP2941162B1 (en) Shaped floor former
NL2004630C2 (nl) Combinatie van een uitgesneden plaat breekbaar en/of vervormbaar materiaal en een afvoebak.
EP2343000B1 (en) Curved tile
US5419264A (en) Backsplash molding and method of manufacturing the same
US9739045B1 (en) Shower floor drain
NL2005871C2 (nl) Afvoergoot met houder.
NL2024703B1 (nl) Vloertegel
NL2008916C2 (nl) Afvoergoot met flensplaat.
US11808024B2 (en) Shower drain
NL2005864C2 (nl) Vlakke plaat goot.
US1453945A (en) Tiled sink and drain board
US11607085B2 (en) Shower pans and related linear drain configurations
NL1034985C2 (nl) Douchegoot.
NL2022462B1 (nl) Beklede afvoergoot
BE1019716A3 (nl) Bouwelement voor het vervaardigen van een douche.
JP7317677B2 (ja) 洗面器及び洗面器の施工方法
AU2017101316B4 (en) A method of installing a plumbing flange, and a transportable base