NL2024205B1 - Overbrenginrichting, en werkwijze - Google Patents

Overbrenginrichting, en werkwijze Download PDF

Info

Publication number
NL2024205B1
NL2024205B1 NL2024205A NL2024205A NL2024205B1 NL 2024205 B1 NL2024205 B1 NL 2024205B1 NL 2024205 A NL2024205 A NL 2024205A NL 2024205 A NL2024205 A NL 2024205A NL 2024205 B1 NL2024205 B1 NL 2024205B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
channel
transfer device
products
transfer
braking
Prior art date
Application number
NL2024205A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2024205A (nl
Inventor
Poppe Cor
Original Assignee
D T Dijkstra B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by D T Dijkstra B V filed Critical D T Dijkstra B V
Priority to NL2024205A priority Critical patent/NL2024205B1/nl
Priority to PCT/NL2020/050707 priority patent/WO2021125938A1/en
Publication of NL2024205A publication Critical patent/NL2024205A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2024205B1 publication Critical patent/NL2024205B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/16Preventing pulverisation, deformation, breakage, or other mechanical damage to the goods or materials
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/02Packaging agricultural or horticultural products
    • B65B25/04Packaging fruit or vegetables
    • B65B25/046Packaging fruit or vegetables in crates or boxes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B35/00Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
    • B65B35/30Arranging and feeding articles in groups
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B5/00Packaging individual articles in containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, jars
    • B65B5/10Filling containers or receptacles progressively or in stages by introducing successive articles, or layers of articles
    • B65B5/108Article support means temporarily arranged in the container
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G11/00Chutes
    • B65G11/20Auxiliary devices, e.g. for deflecting, controlling speed of, or agitating articles or solids
    • B65G11/203Auxiliary devices, e.g. for deflecting, controlling speed of, or agitating articles or solids for articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0202Agricultural and processed food products
    • B65G2201/0211Fruits and vegetables

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een overbrengin— richting voor overbrengen van kwetsbare producten, zoals knollen, zoals aardappelen, of bollen, zoals uien, in neer— waartse richting over een hoogteverschil van een hoger ge— legen niveau, zoals een transporteur, naar een lager gele— gen niveau, zoals een houder, waarbij de overbrengin— richting omvat: — een kanaalsamenstel omvattende: — een overbrengkanaal tenminste ten dele over— bruggende het hoogteverschil, voor het daar door heen over— brengen van de producten, — een kanaalbegrenzingorgaan vormende een begren— zing van het kanaal aan een zijde daarvan, — ten minste een afremorgaan, of een reeks daar— van, voor afremmen van producten tijdens een beweging in de neerwaartse richting, waarbij — het tenminste ene afremorgaan is gerangschikt aan een zijde tegenoverliggend gerangschikt ten opzichte van het begrenzingorgaan, — het afremorgaan zodanig is ingericht en/of aange— past aan het over te brengen product dat het afremorgaan de producten afremt tijdens de beweging in neerwaartse rich— ting.

Description

OVERBRENGINRICHTING, EN WERKWIJZE De onderhavige uitvinding betreft een overbrengin- richting voor overbrengen van kwetsbare producten, zoals knollen, zoals aardappelen, of bollen, zoals uien, in neer- waartse richting over een hoogteverschil van een hoger ge- legen niveau, zoals een transporteur, naar een lager gele- gen niveau, zoals een houder.
Het is bekend om producten over te brengen vanaf een hoger gelegen niveau naar een lager gelegen niveau. Indien dit overbrengen kan geschieden over een relatief grote af- stand, wordt er veelal gebruik gemaakt van een transporteur met een daartoe geschikte helling. Bij bijvoorbeeld het sorteren van gewassen, zoals bollen of knollen, worden de gewassen overgebracht in kisten na het sorteren daarvan.
Hierbij is er veelal sprake van een toevoerstroom omvat- tende producten of gewassen.
Bij het overbrengen van gewassen vanaf een hogere transporteur naar een lagere kist bestaan er twee proble- men. Het eerste probleem is gericht op het sparen van de producten of gewassen in die zin dat de producten of gewas- sen niet beschadigd worden tijdens het overbrengen naar het lagere niveau. Het tweede probleem is gericht op het onder- breken van de stroom producten wanneer een eerste kist vol is en een tweede kist dient te worden geplaatst op de plaats van de eerste kist. De onderhavige uitvinding is bijvoorbeeld voorzien en toepasbaar bij het vullen van kis- ten met aardappelen met ongeveer een inhoud van 2 m® en on- geveer een vulgewicht van aardappelen van 1200 kg.
In dit kader zijn het doelen van de onderhavige uit- vinding ten eerste het eerste probleem te adresseren, en ten tweede het tweede probleem te adresseren.
Teneinde dit te bereiken verschaft de onderhavige uitvinding een overbrenginrichting voor overbrengen van kwetsbare producten, zoals knollen, zoals aardappelen, of bollen, zoals uien, in neerwaartse richting over een hoog- teverschil van een hoger gelegen niveau, zoals een trans- porteur, naar een lager gelegen niveau, zoals een houder, waarbij de overbrenginrichting omvat: — een kanaalsamenstel omvattende: —- een overbrengkanaal tenminste ten dele over- bruggende het hoogteverschil, voor het daar door heen over- brengen van de producten, — een kanaalbegrenzingorgaan vormende een begren- zing van het kanaal aan een zijde daarvan, — ten minste een afremorgaan, of een reeks daar- van, voor afremnen van producten tijdens een beweging in de neerwaartse richting, waarbij — het tenminste ene afremorgaan is gerangschikt aan een zijde tegenoverliggend gerangschikt ten opzichte van het begrenzingorgaan, — het afremorgaan zodanig is ingericht en/of aange- past aan het over te brengen product dat het afremorgaan de producten afremt tijdens de beweging in neerwaartse rich- ting.
Een voordeel van een dergelijke inrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat de producten door elk van het tenminste ene afremorgaan worden afgeremd tijdens een bewe- ging in neerwaartse richting, zoals een valbeweging, waar- door de producten productvriendelijk of productschonend worden behandeld tijdens de neerwaartse beweging. De snel- heid van het product wordt bij elke van het tenminste ene afremorgaan bij voorkeur op zodanige wijze teruggebracht dat beschadigingen aan het product worden voorkomen, maar ook dat contact met navolgende producten wordt voorkomen op zodanige wijze dat in hoofdzaak een eerder product het af- remorgaan is gepasseerd voordat het tweede producten deze bereikt. Het zal niet voor elke instantie van 2 opvolgende producten mogelijk zijn dergelijk contact volledig te ver- mijden, maar afhankelijk van productparameters zijn behan- delingparameters, zoals doorvoersnelheid, aanvoersnelheid en eigenschappen van onderdelen van de overbrenginrichting zoals eigenschappen van het afremorgaan en het kanaalbe- grenzingorgaan binnen het begrip van de onderhavige uitvin- ding te kiezen voor een bevoorkeurd resultaat.
Volgens een eerste voorkeuruitvoeringvorm is het af- remorgaan zodanig ingericht en/of aangepast aan het over te brengen product dat het afremorgaan vervormt bij contact en/of passeren van het product. Een afremorgaan is vervaar- digbaar uit een flexibel materiaal, of samenstellingen van flexibele materialen. Een afremorgaan is bijvoorbeeld ver- vaardigbaar uit een rubbermateriaal of een rubbermateriaal met een versteviging daarin ingewerkt. Binnen het begrip van de onderhavige uitvinding is voor elke toepassing een geschikt materiaal of samenstelling van materialen bepaal- baar. Het afremorgaan is hierbij bijvoorbeeld gevormd als een flap.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is het af- remorgaan verdeeld in naast elkaar gerangschikte stroken of banen, zoals gevormd middels insnijdingen of uitstansin- gen. Een voordeel hiervan is dat in een bijvoorbeeld breed- terichting, een aantal producten naast elkaar het afremor- gaan kunnen passeren met een tijd overlap daarin. Hierbij wordt onderling contact tussen de producten voorkomen door- dat deze naast elkaar passeren. Tijdens het passeren van een product vervormt slechts de flap, of de flappen, ter plaatse van het product die door het product worden ge- raakt. Hierdoor blijven de overige stroken of banen van het afremorgaan in de niet vervormde positie waardoor deze eveneens producten kunnen afremmen terwijl het eerder genoemde product het afremorgaan passeert.
Hierdoor wordt bijvoorbeeld voorkomen dat een aantal producten die kort na een eerder product het afremorgaan passeren door een ver- vorming van het gehele afremorgaan de afremfunctie niet on- dervinden en derhalve zonder afremming en/of met toenemende snelheid het afremorgaan passeren voordat deze weer terug is gekomen in de niet vervormde toestand.
Bij voorkeur is een einde van een insnijding of uit- stansing voorzien van middelen, zoals een \‘ooguitsnede’ ten behoeve van het voorkomen van slijtage aan het afremorgaan ter plaatse van een einde van een dergelijke insnijding of uitstansingen.
Als verder voordeel wordt hierdoor de afrem- functie langdurig voorspelbaar.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is de breedte van de stroken of banen van het afremorgaan zodanig gedimensioneerd ten opzichte van een beoogd product dat een beoogd product slechts enkele stroken of banen raakt tij- dens passeren van het afremorgaan, zoals maximaal twee stroken of banen.
Hierdoor is op voordelige wijze bereikt dat bij voorkeur de breedte van het aantal stroken of banen dat wordt geraakt door een product minimaal is.
Hierdoor is voorts op voordelige wijze gerealiseerd dat de afremkracht of afremwerking zo voorspelbaar mogelijk is.
Voorts wordt hierdoor gerealiseerd dat andere producten zo min mogelijk nadeel ondervinden van een juist eerder passerend product.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is het af- remorgaan zodanig ingericht en/of aangepast aan het over te brengen product dat de snelheid het over te brengen product afneemt tot de in hoofdzaak helft, bij voorkeur tot in hoofdzaak de helft tot een derde, bij voorkeur tot in hoofdzaak een derde tot een vierde, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een vierde tot een vijfde, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een vijfde tot een zesde, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een zesde tot een ze- vende, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een zevende tot een tiende, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een tiende tot 5 honderdsten, bij verdere voorkeur tot een 5 hoofdzaak 5 honderdsten tot een honderdste van de snelheid waarmee deze het respectieve afremorgaan bereikt. De para- meters van het afremorgaan leidende tot een dergelijke in- richting en/of aanpassing van het afremorgaan dienen binnen het begrip van de onderhavige uitvinding te worden gekozen op grond van bijvoorbeeld functionele parameters als door- voersnelheid van de producten, aanvoer snelheid van de pro- ducten of hoeveelheid producten per tijdseenheid, verder bijvoorbeeld in afhankelijkheid van aanvaardbare hoeveelhe- den producten die elkaar raken.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm zijn twee of meer afremorganen zijn gerangschikt op een in hoofdzaak gelijke afstand van het kanaalbegrenzingorgaan. Hierdoor is op voordelige wijze het product achtereenvolgens bij herha- ling afrembaar. Indien een product vaker wordt afgeremd be- hoeft het per keer dat het wordt afgeremd bijvoorbeeld min- der te worden afgeremd. Hierdoor wordt zowel het aantal ke- ren dat een product botst op een voorganger als een nega- tief effect daarvan vermindert. Binnen het begrip van de onderhavige uitvinding is per productsoort en bijvoorbeeld aanvoer intensiteit daarvan een optimum te bepalen van het aantal afremorganen en materiaalparameters daarvan.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is het overbrengkanaal gerangschikt onder een kantelhoek ten op- zichte van de zwaartekracht waarbij het kanaalbegrenzingor- gaan neigt over de reeks afremorganen. Hierdoor is op voor- delige wijze gerealiseerd dat de producten vanaf een hoger gerangschikt afremorgaan valt op een lager gerangschikt af- remorgaan. Hierdoor is op voordelige wijze gerealiseerd dat bewegen, zoals schrapen, tegen bijvoorbeeld het kanaalbe- grenzingorgaan wordt beperkt. Hiertoe is bij verdere voor- keur een rangschikkinghoek van het tenminste ene afremor- gaan instelbaar, bij voorkeur instelbaar op basis van ei- genschappen van het over te brengen product, zoals gemid- deld gewicht, gemiddeld formaat, gemiddelde vochtigheid, et cetera.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is een af- stand of doorlaatafstand tussen het tenminste ene afremor- gaan en het kanaalbegrenzingorgaan instelbaar, bij voorkeur instelbaar op basis van eigenschappen van het over te bren- gen product, zoals gemiddeld gewicht, gemiddeld formaat, gemiddelde vochtigheid, et cetera. Hierdoor is bijvoorbeeld op voordelige wijze gerealiseerd dat deze afstand ten be- hoeve van een relatief klein product kleiner instelbaar is dan ten behoeve van een relatief groot product.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is de lengte van het kanaalbegrenzingorgaan instelbaar, waarbij bij voorkeur de lengte van het kanaalbegrenzingorgaan in- stelbaar is gedurende overbrengen van producten. Hierdoor kan bijvoorbeeld bij het vullen van een houder de hoogte worden aangepast aan een vulhoogte van producten in de hou- der. Hierdoor wordt gerealiseerd dat een houder kan worden gevuld waarbij de gemiddelde valhoogte van producten in de houder steeds kan worden geoptimaliseerd, zoals geminimali- seerd.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat een raamwerk voor positioneren van het kanaalsamenstel ten op- zichte van een vloer, transporteur, of producthouder zoals een kist. Afhankelijk van het te kiezen raamwerk is de overbrenginrichting configureerbaar voor een specifieke taak.
Bij verdere voorkeur omvat de overbrenginrichting transportmiddelen voor bewegen van het kanaalsamenstel ten opzichte van het raamwerk, bij voorkeur middels een trans- leerbeweging, zoals omvattende een frictieaandrijving of een tandheugelaandrijving. Hierdoor is bijvoorbeeld de hoogte van de inrichting instelbaar of de lengte van het overbrengkanaal.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat overbrenginrichting een bufferhouder die is gerangschikt ter plaatse van het lager gelegen niveau of de onderzijde van het overbrengkanaal, voor het daarin bufferen van door het overbrengkanaal overgebrachte producten, zoals vooraf- gaande aan de lossen van de producten. Een dergelijke buf- ferhouder is een belangrijke toevoeging aan de inrichting in het licht van het tweede in de inleiding aangeduide pro- blemen. Wanneer zonder een overbrenginrichting volgens de onderhavige uitvinding of respectieve uitvoeringvormen en zonder de bufferhouder, een constante stroom producten wordt toegevoerd middels een transporteur is het wisselen van een afvoerhouder, zoals een kist in die zin een pro- bleem dat de toevoer van de stroom producten dient te wor- den onderbroken. Een oplossing hiervoor is het verschaffen van een tweede losplaats voor een tweede afvoerhouder, zo- als de kist, hetgeen eisen stelt aan de transporteur en ruimtevereisten voor een dergelijke tweede losplaats.
Het is derhalve een afzonderlijk voordeel van een voorkeuruitvoeringvorm met een bufferhouder dat producten bufferbaar zijn in de bufferhouder tijdens het uitwisselen van twee achtereenvolgende afvoerhouders, zoals kisten. Hierdoor is een compacte oplossing verschaft voor het aan- houdend blijven aanvoeren van de producten terwijl de af- voerhouder wordt gewisseld.
Bij verdere voorkeur omvat de bufferhouder een door- laatopening voor doorlaten van de producten terwijl of zodat de buffer niet wordt gebruikt. Bij verdere voorkeur is de doorlaatopening afsluitbaar middels een afsluitklep tijdens gebruik van de buffer. Middels dergelijke varianten is de inrichting met bufferhouder bruikbaar met of zonder benutten van de capaciteit van de bufferhouder.
Ten behoeve van het genereren van een voor aan stu- ring bruikbaar sensorsignaal omvat de inrichting volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm een afstandsensor of ni- veausensor voor bepalen van een afstand van de onderzijde van de inrichting tot een valoppervlak, zoals gevormd door een bodem van een houder zoals een kist, een laadniveau van producten in de houder, of een transporteuroppervlak van een afvoertransporteur. Hiermee wordt als voordeel bereikt dat met behulp van een dergelijk sensorsignaal de over- brenginrichting aanstuurbaar is op bij voorkeur automati- sche wijze. Hiermee wordt de inrichting tijdens de werking daarvan bij voorbeeld binnen vooraf bepaalde hoogtemarges boven een bodem of vulniveau gehouden zodat producten steeds binnen dergelijke marges de onderzijde van het over- brengkanaal verlaten. Hiermee is een dergelijke val te be- perken binnen bij voorkeur grenzen die eveneens zijn be- paald voor een val tussen opeenvolgende afremorganen.
Voorts omvat de inrichting bij voorkeur een bufferin- houdsensor voor bepalen van de inhoud van de buffer, bij voorkeur omvattende middelen voor het verschaffen van een niveausignaal en/of een waarschuwingssignaal. Op basis van sensorinformatie van de bufferinhoudsensor kan worden aan- gegeven binnen hoeveel tijd een afvoerhouder of kist moet zijn vervangen. Tevens is een stop of noodstop te geven aan de toevoer van producten, of is een vertraging in de toe- voer regelbaar, afhankelijk van verdere vooraf bepaalde aanstuurparameters.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringsvorm omvat de overbrenginrichting een aanstuureenheid voor op grond van handbediening of sensorsignalen aansturen van de afsluit- klep en/of de transportmiddelen. Hiermee is de bediening aanstuurbaar op manuele wijze of middels een geautomati- seerd programma en/of op basis van genoemde sensorinforma- tie.
Bij verdere voorkeur omvat de overbrenginrichting een onderste afremorgaan of een buffer afremorgaan, zoals ten behoeve van het verschaffen van een afremming ter plaatse van een uittredeopening en/of een afremming van een product ter plaatse van bewegen uit het kanaal. Hiermee is op voor- delige wijze een beheerst uitlaten van de producten reali- seerbaar alsmede wordt de uitlaatopening daarmee afge- schermd tijdens afsluiten van een afsluitklep van de buffer waarmee schade aan producten tijdens dergelijk sluiten wordt voorkomen.
Bij verdere voorkeur heeft het overbrengkanaal in bo- venaanzicht een in hoofdzaak langgerekte, zoals rechthoe- kige vorm met aan een lange zijde de afremorganen en aan een tweede lange zijde het kanaalbegrenzingorgaan. Hiermee wordt een grote capaciteit van de afremkanalen gereali- seerd.
Een verder aspect van de onderhavige uitvinding be- treft een werkwijze voor het overbrengen van voor overbren- gen van kwetsbare producten, zoals knollen, zoals aardappe- len, of bollen, zoals uien, in neerwaartse richting over een hoogteverschil van een hoger gelegen niveau, zoals een transporteur, naar een lager gelegen niveau, zoals een hou- der, waarbij de werkwijze stappen omvat voor: — het verschaffen van een overbrenginrichting ge- schikt voor het overbrengen van de kwetsbare producten over het hoogteverschil van het hoger gelegen niveau naar het lager gelegen niveau,
— het aanvoeren van de producten naar de overbrengin- richting, en — het door de overbrenginrichting of een overbrengka- naal daarvan laten bewegen van de producten.
Middels een dergelijk aspect worden voordelen bereikt zoals beschreven aan de hand van het voorgaande aspect.
Volgens een eerste voorkeuruitvoeringvorm omvat de werkwijze voor het variëren van de lengte van het over- brengkanaal.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat de werkwijze stappen voor het in hoogte bewegen van een onder- zijde van het overbrengkanaal.
Bij verdere voorkeur omvat werkwijze stappen voor het in een buffer opvangen van producten aan de onderzijde van het overbrengkanaal.
Bij verdere voorkeur omvat werkwijze stappen voor: — het brengen van de onderzijde van het overbrengka- naal naar een open positie, — het wisselen van een volle afvoerhouder voor een lege afvoerhouder, — het brengen van de buffer in de lege afvoerhouder, bij voorkeur naar een vooraf bepaalde hoogte daarin, — het openen van de buffer ten behoeve van vullen van de lege afvoerhouder.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onder- havige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voor- keursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren. Soortgelijke doch niet noodzakelijkerwijs iden- tieke onderdelen van verschillende voorkeursuitvoeringsvor- men zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers.
Fig. 1 betreft een zijaanzicht van een eerste uitvoe- ring volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 2 betreft een deels opengewerkt aanzicht in per- spectief van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1.
Fig. 3 betreft een verder deels opengewerkt aanzicht in perspectief van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1 vanuit een andere aanzichthoek.
Fig. 4 betreft een weergave in perspectief van twee inrichtingen volgens in hoofdzaak de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1.
Fig. 5 betreft twee weergaven in zijaanzicht van een voorkeuruitvoeringvorm volgens de onderhavige uitvinding, elk in een positie van een functionele werkhoogte.
Fig. 6 betreft 2 weergaven in perspectief van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 5 op een functionele werkhoogte volgens Fig. 5 B.
Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een overbrenginrichting 1, zoals bruikbaar als kistenvuller voor het vullen van een kist met producten afkomstig vanaf een aanvoertransporteur die de producten aanvoert. De inrichting omvat een kanaal- samenstel 2, een daaronder gerangschikte bufferhouder 3, alsmede een frame 6 voor rangschikken daarvan aan een transporteur. De bufferhouder 3 is een optionele eenheid ten opzichte van het kanaalsamenstel. Het frame 6 is voorts optioneel aangezien het kanaalsamenstel, zoals volgens con- clusie 1, op zichzelf volgens andere voorkeuruitvoeringvorm direct monteerbaar is aan bijvoorbeeld een genoemde trans- porteur.
Het overbrengkanaal 7 is gevormd door two langgerekte zijden, een reeks afremorganen 4 en een kanaalbegrenzingor- gaan 5. Volgens een voorkeuruitvoeringvorm omvat het ka- naalsamenstel 2 zijdelingse langgerekte steunelementen 11, 12 die zijkanten van het overbrengkanaal vormen, waartussen vier afremorganen 4 zijn gerangschikt. Elk afremorgaan 4 is bevestigd aan een verbindingsteun 16 waarmee de steunele- menten 11, 12 op een onderlinge afstand zijn bevestigd en verbonden. Voorts is een verdere verbinding tussen de steu- nelementen 11, 12 gerealiseerd middels steunbalk 17. Het kanaal is bij voorkeur zodanig gevormd dat de breedte van de remelementen groter is dan de diepte van het kanaal. Hierdoor is de capaciteit van het kanaal relatief groot om- dat daarmee meerdere producten naast elkaar tegelijkertijd hetzelfde afremorganen kunnen passeren.
Tegenover de bevestiging van het afremorgaan is het kanaal afgesloten middels een kanaalbegrenzingorgaan 5. Het kanaalbegrenzingorgaan sluit in hoofdzaak aan weerszijden aan bij de steunelementen 11, 12. Aan de onderzijde is het kanaalbegrenzingorgaan bevestigd aan een bevestigingsteun 14 die zich in hoofdzaak uitstrekt over de breedte van het kanaalbegrenzingorgaan van in hoofdzaak het steunelement 11 naar in hoofdzaak het steunelement 12.
Aan de bovenzijde is het kanaalbegrenzingorgaan 5 ge- rangschikt in een rolvorm om de oprolstaaf 15, althans ten behoeve van de voorkeuruitvoeringvorm waarmee de lengte van het kanaalbegrenzingorgaan varieert. Bij voorkeur wordt het kanaalbegrenzingorgaan hiermee voorspanning gehouden. De oprolstaaf 15 is aan weerszijden bevestigd de respectieve steunelementen 11, 12 in geval van een gefixeerde uitvoe- ring of aan het frame 6 in geval van een in hoogte variëer- bare uitvoering.
Het afremorgaan 4 is opgedeeld in stroken 4’ zodat bij het passeren van een product alleen de door het product ge- raakte stroken vervormen. Bij voorkeur is het afremorgaan opgedeeld in lagen materiaal en is te vervormbaarheid in de richting van de lengte van de stroken variabel. Ook is voorzien om aan de onderzijde van het afremorgaan 4 een tweede strook materiaal aan te brengen over een deel van de lengte van de stroken of het gedeelte van het afremorgaan boven de stroken. Hierdoor wordt het begin van de stroken relatief meer veerkrachtig ten behoeve van bijvoorbeeld re- latief zwaardere producten.
De werking van een dergelijke in hoogte varieerbare uitvoering, in de variant met buffer, is voordelig uitleg- baar aan de hand van Fig. 5 en Fig. 6. In Fig. 5 A is de overbrenginrichting getoond in een hoge positie. In deze positie is het kanaalbegrenzingorgaan 5 relatief kort tus- sen de bevestiging 14 daarvan en de oprolstaaf 15 daarvan. In deze toestand wordt de inrichting gebruikt om doorge- voerde producten op te slaan in de buffer 6, terwijl de klep van de buffer dicht is. Hiertoe is de klep 21 van de buffer gesloten.
In Fig. 5 B is de overbrenginrichting getoond in een lage positie. In deze positie is het kanaalbegrenzingorgaan relatief lang tussen de bevestiging 14 daarvan en de oprol- staaf 15 daarvan. De oprolstaaf bevindt zich nog steeds op dezelfde hoogte als in de positie van Fig. 5 A. Het kanaal- begrenzingorgaan sluit nu een groter deel van de ruimte tussen de steunelementen 11 en 12 af en is gerangschikt te- genover een groter deel van de afremorganen 4. Hiermee is het overbrengkanaal in deze positie van de inrichting lan- ger en worden de producten die erdoorheen vallen vaker af- geremd door een afremorgaan 4, In een dergelijke lage posi- tie kan de klep 21 van het bufferorgaan worden geopend naar de positie 21'.
De motor 41 die is gerangschikt aan het frame 6 dient voor het opwaarts en neerwaarts bewegen van het kanaal sa- menstel 2 van een hoge positie, met een korte kanaal en een korte kanaalbegrenzingorgaan naar een lage positie met een lang kanaal en een lang kanaalbegrenzingorgaan. Aan dit frame 6 is ook een geleide plaat 42 gerangschikt die de producten geleid over de oprolstaaf 15 en het daaromheen opgerolde kanaalbegrenzingorgaan 5. De buffer 3 is een ruimte gevormd door onderaan het afvalkanaal gerangschikte platen. De buffer heeft een uit- voeropening 33 waar de producten naartoe rollen via een ge- leide plaat 34. Een in hoofdzaak verticaal hangend afremor- gaan 4” dient voor het afremmen van de producten ter plaatse van de opening. Dit heeft als bijkomend voordeel dat tijdens het sluiten van de klep, ofwel bewegen van de klep van de positie aanliggend aan de plaat 34 naar voor de opening 33 voldoende worden afgeremd om te worden beschermd tegen beschadigen door de sluitende klep, omdat de pro- ducten met de sluitende klep meerollen en door het afremor- gaan 4” daarbij worden afgeremd tot de klep is gesloten.
Voorts is voorzien in een buffersensor 51 voor waar- nemen van een hoeveelheid producten in de buffer. Wanneer de buffer gevuld raakt verschaft de buffersensor 51 terug- koppeling voor aansturen van de toevoer of aansturen van het wisselende van een afvoerhouder 9.
In Fig. 4 is een voorbeeld van een toepassing van de overbrenginrichting bij een transporteur voor aardappelen getoond. Een frame 6 is gerangschikt voor plaatsing van de overbrenginrichting ten opzichte van de transporteur. De aardappelen worden vanaf de transportband van de transpor- teur gedrongen richting het doorvoerkanaal 7 waarbij deze in de buffer 3 van de inrichting terechtkomen zolang de overbrenginrichting zich bevindt in de hoge positie. Wan- neer een lege afvoerhouder 9 is gerangschikt onder de over- brenginrichting, wordt het kanaal samenstel samen met de buffer neergelaten tot nabij de bodem van de afvoerhouder 9 zodat de aardappelen daarin kunnen worden gelost.
Een belangrijk voordeel hierbij is dat door de aanwe- zigheid van de buffer, met een plaats voor een afvoerorgaan
9 kan worden volstaan terwijl de doorvoer van producten door kan gaan. De machine hoeft dus niet te worden gestopt voor het wisselen van het afvoerorgaan, zoals de kist.
Het alternatief van 2 plaatsen voor een dergelijke afvoerorgaan vereist aanzienlijk meer ruimte.
In het voorgaande is de onderhavige uitvinding be- schreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen wor- den beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die bij lezing door een vakman van het vakge- bied op basis van dit document door een vakman binnen het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet be- perkend voor de beschermingsomvang van dit document. De ge- vraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclu- sies.
kkk

Claims (26)

CONCLUSIES
1. Overbrenginrichting voor overbrengen van kwetsbare producten, zoals knollen, zoals aardappelen, of bollen, zo- als uien, in neerwaartse richting over een hoogteverschil van een hoger gelegen niveau, zoals een transporteur, naar een lager gelegen niveau, zoals een houder, waarbij de overbrenginrichting omvat: — een kanaalsamenstel omvattende: — een overbrengkanaal tenminste ten dele over- bruggende het hoogteverschil, voor het daar door heen over- brengen van de producten, — een kanaalbegrenzingorgaan vormende een begren- zing van het kanaal aan een zijde daarvan, — ten minste een afremorgaan, of een reeks daar- van, voor afremnen van producten tijdens een beweging in de neerwaartse richting, waarbij — het tenminste ene afremorgaan is gerangschikt aan een zijde tegenoverliggend gerangschikt ten opzichte van het begrenzingorgaan, — het afremorgaan zodanig is ingericht en/of aange- past aan het over te brengen product dat het afremorgaan de producten afremt tijdens de beweging in neerwaartse rich- ting.
2. Overbrenginrichting volgens conclusie 1 waarbij het afremorgaan zodanig is ingericht en/of aangepast aan het over te brengen product dat het afremorgaan vervormt bij contact en/of passeren van het product.
3. Overbrenginrichting volgens conclusie 1 of 2 waar- bij het afremorgaan in hoofdzaak gevormd is als een flap.
4. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij het afremorgaan is verdeeld in naast elkaar gerangschikte stroken of banen, zoals ge- vormd middels insnijdingen of uitstansingen.
5. Overbrenginrichting volgens conclusie 4 waarbij de breedte van de stroken of banen van het afremorgaan zodanig is gedimensioneerd ten opzichte van een beoogd product dat een beoogd product slechts enkele stroken of banen raakt tijdens passeren van het afremorgaan, zoals maximaal twee stroken of banen.
6. Overbrenginrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij een afremorgaan zodanig is ingericht en/of aangepast aan het over te brengen product dat de snelheid het over te brengen product afneemt tot de in hoofdzaak helft, bij voorkeur tot in hoofdzaak de helft tot een derde, bij voorkeur tot in hoofdzaak een derde tot een vierde, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een vierde tot een vijfde, bij verdere voorkeur tot in hoofd- zaak een vijfde tot een zesde, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een zesde tot een zevende, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een zevende tot een tiende, bij verdere voorkeur tot in hoofdzaak een tiende tot 5 honderdsten, bij verdere voorkeur tot een hoofdzaak 5 honderdsten tot een honderdste van de snelheid waarmee deze het respectieve af- remorgaan bereikt.
7. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij twee of meer afremorganen zijn gerangschikt op een in hoofdzaak gelijke afstand van het kanaalbegrenzingorgaan.
8. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij het overbrengkanaal is ge- rangschikt onder een kantelhoek ten opzichte van de zwaar- tekracht waarbij het kanaalbegrenzingorgaan neigt over de reeks afremorganen.
9. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij een rangschikkinghoek van het tenminste ene afremorgaan instelbaar is, bij voorkeur in- stelbaar op basis van eigenschappen van het over te brengen product, zoals gemiddeld gewicht, gemiddeld formaat, gemid- delde vochtigheid, et cetera.
10. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij een afstand of doorlaataf- stand tussen het tenminste ene afremorgaan en het kanaalbe- grenzingorgaan instelbaar is, bij voorkeur instelbaar op basis van eigenschappen van het over te brengen product, zoals gemiddeld gewicht, gemiddeld formaat, gemiddelde vochtigheid, et cetera.
11. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij de lengte van het kanaalbe- grenzingorgaan instelbaar is, bij voorkeur waarbij de lengte van het kanaalbegrenzingorgaan instelbaar is gedu- rende overbrengen van producten.
12. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een raamwerk voor positio- neren van het kanaalsamenstel ten opzichte van een vloer, transporteur, of producthouder zoals een kist.
13. Overbrenginrichting volgens conclusie 12 omvattende transportmiddelen voor bewegen van het kanaalsa- menstel ten opzichte van het raamwerk, bij voorkeur middels een transleren beweging, zoals omvattende een frictieaan- drijving of een tandheugel aandrijving.
14. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een bufferhouder die is gerangschikt ter plaatse van het lager gelegen niveau of de onderzijde van het overbrengkanaal, voor het daarin buffe- ren van door het overbrengkanaal overgebrachte producten, zoals voorafgaande aan lossen van de producten.
15. Overbrenginrichting volgens conclusie 14 waarbij de bufferhouder een doorlaatopening omvat voor doorlaten van de producten terwijl de buffer niet wordt gebruikt.
16. Overbrenginrichting volgens conclusie 14 of 15 waarbij de doorlaatopening afsluitbaar is middels een af- sluitklep tijdens gebruik van de buffer.
17. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies 14-16 omvattende een afstandsensor of niveausensor voor bepalen van een afstand van de onderzijde van de inrichting tot een valoppervlak, zoals gevormd door een bodem van een houder zoals een kist, een laadniveau van producten in de houder, of een transporteuroppervlak van een afvoertransporteur.
18. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies 14-17 omvattende een bufferinhoudsen- sor voor bepalen van de inhoud van de buffer, bij voorkeur omvattende middelen voor het verschaffen van een niveausig- naal en/of een waarschuwingssignaal.
19. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een aanstuureenheid voor op grond van handbediening of sensorsignalen aansturen van de afsluitklep en/of de transportmiddelen.
20. Overbrenginrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een onderste afremorgaan of een buffer afremorgaan, zoals ten behoeve van het ver- schaffen van een afremming ter plaatse van een uittredeope- ning en/of een afremming van een product ter plaatse van bewegen uit het kanaal.
21. Overbrenginrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij in bovenaanzicht in het over- brengkanaal een in hoofdzaak langgerekte, zoals rechthoe- kige vorm heeft met aan een lange zijde de afremorganen en aan een tweede lange zijde het kanaalbegrenzingorgaan.
22. Werkwijze voor het overbrengen van voor overbren- gen van kwetsbare producten, zoals knollen, zoals aardappe- len, of bollen, zoals uien, in neerwaartse richting over een hoogteverschil van een hoger gelegen niveau, zoals een transporteur, naar een lager gelegen niveau, zoals een hou- der, waarbij de werkwijze stappen omvat voor: — het verschaffen van een overbrenginrichting ge- schikt voor het overbrengen van de kwetsbare producten over het hoogteverschil van het hoger gelegen niveau naar het lager gelegen niveau, — het aanvoeren van de producten naar de overbrengin- richting, en — het door de overbrenginrichting of een overbrengka- naal daarvan laten bewegen van de producten.
23. Werkwijze volgens conclusie 22 omvattende stappen voor het variëren van de lengte van het overbrengkanaal.
24, Werkwijze volgens conclusie 22 of 23 omvattende stappen voor het in hoogte bewegen van een onderzijde van het overbrengkanaal.
25, Werkwijze volgens conclusie 22, 23 of 24 omvat- tende stappen voor het in een buffer opvangen van producten aan de onderzijde van het overbrengkanaal.
26. Werkwijze volgens conclusie 25 omvattende stappen voor het: — brengen van de onderzijde van het overbrengkanaal naar een open positie, — het wisselen van een volle afvoerhouder voor een lege afvoerhouder, — het brengen van de buffer in de lege afvoerhouder, bij voorkeur naar een vooraf bepaalde hoogte daarin, — het openen van de buffer ten behoeve van vullen van de lege afvoerhouder. Kk
NL2024205A 2019-11-10 2019-11-10 Overbrenginrichting, en werkwijze NL2024205B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024205A NL2024205B1 (nl) 2019-11-10 2019-11-10 Overbrenginrichting, en werkwijze
PCT/NL2020/050707 WO2021125938A1 (en) 2019-11-10 2020-11-10 Transfer device and method

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024205A NL2024205B1 (nl) 2019-11-10 2019-11-10 Overbrenginrichting, en werkwijze

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2024205A NL2024205A (nl) 2021-07-20
NL2024205B1 true NL2024205B1 (nl) 2021-10-04

Family

ID=74195045

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2024205A NL2024205B1 (nl) 2019-11-10 2019-11-10 Overbrenginrichting, en werkwijze

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2024205B1 (nl)
WO (1) WO2021125938A1 (nl)

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2925162A (en) * 1960-02-16 Vessel
US3187872A (en) * 1963-02-18 1965-06-08 Frederick L Hill Tomato harvester
FR2699140B1 (fr) * 1992-12-10 1995-01-27 Noble Jean Louis Machine pour le remplissage automatique de caisses de grande contenance, avec des produits fragiles.
GB2290534A (en) * 1994-06-24 1996-01-03 Tickhill Eng Co Ltd Container Filling Device
FR2764585B1 (fr) * 1997-06-16 1999-08-06 Cogema Dispositif de transport descendant d'objets
BE1019369A3 (nl) * 2010-06-10 2012-06-05 Deprez Construct Nv Automatisch vulsysteem voor losse stortgoederen.
DE202011003872U1 (de) * 2011-03-11 2011-08-17 Michael Rath Vorrichtung zum Einbringen von Gegenständen in einen Behälter

Also Published As

Publication number Publication date
NL2024205A (nl) 2021-07-20
WO2021125938A1 (en) 2021-06-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20210155415A1 (en) Unloading station and method for unloading a conveyed-goods container loaded with conveyed goods
US20090127074A1 (en) Conveying device comprising at least one slide for piece goods, and method for stacking piece goods in a container
US20170334648A1 (en) Chute for Articles and Method for Using Such a Chute
JPS6366686A (ja) 所定個数の物品を計数し容器に投入する装置
JPH03106715A (ja) サージコントロールのための方法及び装置
CN110789964B (zh) 物料计数系统
NL2013604B1 (nl) Inrichting voor het laden, transporteren en lossen van voorwerpen.
US20170320677A1 (en) Method for combining materials to be packaged, and device for conveying materials to be packaged
NL2005127C2 (nl) Buffersysteem voor vruchten zoals appels.
NL2024205B1 (nl) Overbrenginrichting, en werkwijze
US6622851B1 (en) Conveyor section arrangement in a filling station
US5058634A (en) Automatic packaging machine for particulate matter
US8708002B2 (en) Method and apparatus for volumetric metering and depositing
US9045293B2 (en) System for dry-filling bins with vegetable products
NL9101043A (nl) Verpakkingsinrichting.
US10577194B2 (en) Sorting device with improved capacity
JPH05186047A (ja) 分類装置によって配達される配送物の収集及び積重装置並びにこれらの装置を備えた分類装置
NL2019010B1 (en) Packaging device for round articles such as eggs
WO2017051189A1 (en) Improved chute
US4948321A (en) Automated storage system
CN107848716B (zh) 具有驱动机构的运输溜槽
JP2010143699A (ja) スラックンシオド
JP7277474B2 (ja) 脆弱製品の積み込み、輸送及び積み下ろしのためのシステム及び装置
US6651801B1 (en) Horizontal to vertical transition device for sortation conveyor system
NL1020511C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een laag van bekledingsmateriaal en bekledingsinrichting.