NL2005127C2 - Buffersysteem voor vruchten zoals appels. - Google Patents

Description

Buffersysteem voor vruchten zoals appels

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 bufferinrichting voor het bufferen van drijvende producten, in het bijzonder drijvende vruchten zoals appels.

Uit de praktijk is het bufferen van drijvende vruchten zoals appels, in een waterkanaal bekend. Hierbij dient het oppervlak van het waterkanaal dusdanig groot uitgevoerd te 10 worden, dat de hoeveelheid appels waarmee één kist van in de praktijk circa 400kg. appels gevuld kan worden, op het water drijft. Met deze wijze van bufferen is een aanzienlijk wateroppervlak nodig en daarmee is een groot installatie-oppervlak vereist. In de praktijk zijn 30 tot 60 parallelle 15 waterkanalen met een oppervlak van zo'n 10 m2 per waterkanaal gangbaar.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om het bufferen van producten, en in het bijzonder van drijvende vruchten zoals appels, zodanig te verbeteren dat de gehele 20 operatie betreffende het hanteren van genoemde producten met een grotere efficiëntie ten aanzien van het oppervlaktegebruik uitgevoerd kan worden.

Dit doel wordt bewerkstelligd met de bufferinrichting voor drijvende producten volgens de uitvinding, de 25 inrichting omvattende: — een vloeistofbassin; - een toevoermiddel waarbij in gebruik een intredezijde werkzaam is verbonden met een aanvoerkanaal en een uittredezijde van de toevoerbuis is voorzien onder het 30 vloeistofniveau in het bassin, zodanig dat in gebruik producten in hoofdzaak in verticale richting worden gebufferd.

2

Door het voorzien van een vloeistofbassin waarin een vloeistof, bij voorkeur water, is aangebracht, kunnen de drijvende producten, bij voorkeur vruchten zoals appels, daarin worden gebracht. Door de producten aan te voeren via 5 een toevoermiddel, waarbij een eerste ingangszijde werkzaam is verbonden met en aansluit op een aanvoerkanaal, en waarbij de tweede uitgangszijde onder water in het vloeistofbassin is voorzien, althans in gebruik daarvan, worden producten van onderaf in het vloeistofbassin 10 gebracht. Hierbij is verrassenderwijs gebleken dat het van onderaf inbrengen, dat wil zeggen van onder het vloeistofniveau in het bassin, van producten resulteert in een meer productvriendelijke buffering met minder schade aan de producten. Een verklaring hiervoor is de gereduceerde 15 impact die producten op elkaar hebben tijdens het bufferen in vergelijking met bijvoorbeeld het storten van de producten van bovenaf in het bassin.

Het aanvoerkanaal betreft hierbij bij voorkeur een waterkanaal waarbij de waterstroom als transportmedium door 20 de toevoerbuis wordt gedwongen en daarbij de producten meeneemt. Als alternatief worden producten via een transportband of dergelijke aangevoerd en onder in het bassin ingebracht. Aangekomen onder in het vloeistofbassin zullen de producten de neiging hebben te gaan drijven en 25 richting het wateroppervlak in het vloeistofbassin te bewegen. De eerste producten zullen gaan drijven op het wateroppervlak terwijl latere producten rusten tegen de onderzijde van de reeds aangebrachte producten. Hiermee ontstaan lagen met gebufferde producten in het 30 vloeistofbassin. De producten worden hiermee in verticale richting in lagen gebufferd. In de praktijk is gebleken dat in geval van appels 5 tot 6 lagen aanbrengbaar zijn zonder schade aan het product te veroorzaken. Hiermee kan het 3 benodigde oppervlak voor buffering van bijvoorbeeld appels van 10 m2 per waterkanaal terug worden gebracht naar zo'n 2 m2 per waterkanaal.

In een momenteel geprefereerde voorkeursuitvoeringsvorm 5 volgens de uitvinding omvat het toevoermiddel een toevoerbuis. Hiermee kan een gecontroleerde overbrenging van producten naar het bassin worden gerealiseerd. De buis kan als ronde pijp, rechthoekige koker, omgezette plaat zijn gevormd. Andere vormen behoren ook tot de mogelijkheden.

10 In geval de bufferinrichting volgens de uitvinding wordt gecombineerd met een sorteerinrichting, waarbij diverse sorteergroepen, bijvoorbeeld 5 groepen, zijn voorzien en derhalve bijvoorbeeld 30 tot 60 waterkanalen nodig zijn, waarbij een aantal van 50 waterkanalen in de 15 praktijk gangbaar is, is het benodigde installatieoppervlak gereduceerd met zo'n 400 m2. Hiermee worden installatiekosten voor zowel arbeid als materiaal sterk gereduceerd.

Een bijkomend voordeel is dat de hoeveelheid gebruikte vloeistof, bij voorkeur water, verder beperkt kan worden. De 20 gebufferde hoeveelheid is bij voorkeur afgestemd op de inhoud van een enkele kist, dat wil in de praktijk veelal zeggen zo'n 400 kilo. Nadat het bassin gevuld is met de gewenste hoeveelheid producten kunnen deze verder worden getransporteerd voor verdere behandeling, waaronder 25 verpakking en opslag. Desgewenst is het mogelijk om een kist direct te vullen vanuit het vloeistofbassin.

De stroomsnelheid door, en de diameter, lengte en plaatsingshoek van de stroompijp/toevoerbuis zijn hierbij afhankelijk van onder andere het type vrucht. Zo worden 30 bijvoorbeeld de appels vanaf de onderkant in het bassin of bak aangevoerd en door hun drijvend vermogen in meerdere lagen gestapeld in de vloeistof, zoals het water.

4

Bij voorkeur wordt, zodra de hoeveelheid appels voor één kist in de waterbak gebufferd is, de aanvoer afgesloten en de gebufferde hoeveelheid appels via een waterkanaal afgevoerd naar de vulmachine waarmee de kist gevuld wordt.

5 Voorts wordt opgemerkt dat bij het hanteren van producten, in het bijzonder drijvende vruchten zoals appels, een vruchtvriendelijke behandeling van wezenlijk belang is om onherstelbare schades, zoals drukplekken, aan deze producten te voorkomen. In de praktijk blijkt dat deze 10 vruchtvriendelijkheid veelal niet gerealiseerd wordt en derhalve producten veelal beschadigd uit het hele transport komen. De buffering van producten is hierbij een niet te verwaarlozen bron van schade.

Het hierboven geschetste probleem wordt tegengegaan met 15 de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding waarbij de bufferinrichting omvattende stuurmiddelen voor het productvriendelijk sturen van de aangevoerde producten.

Door het voorzien van stuurmiddelen kan de overgang van 20 de producten van een aanvoerkanaal naar een vloeistofbassin waarin de producten gebufferd kunnen worden op productvriendelijke, meer in het bijzonder op vruchtvriendelijke, wijze worden uitgevoerd. Hierbij wordt schade zoals drukplekken aan deze vruchten vermeden en 25 blijft de kwaliteit en daarmee de waarde behouden.

Bij voorkeur omvatten de genoemde stuurmiddelen een vloeistofniveauregelaar waarmee in gebruik het vloeistofniveau in het aanvoerkanaal ter plaatse van de richtingsverandering van de producten bij de intredezijde 30 van de toevoermiddelen in de vorm van een toevoerbuis wordt geregeld. Hiermee wordt een dwarsdoorsnede van deze toevoerbuis in hoofdzaak geheel met vloeistof gevuld. De producten die worden aangevoerd via het aanvoerkanaal worden 5 met behulp van de toevoerbuis in een veelal schuin neerwaartse richting getransporteerd naar de onderzijde van het vloeistofbassin. Deze richtingsverandering treedt abrupt of bij voorkeur enigszins geleidelijk op waarbij de in 5 hoofdzaak horizontale bewegingsrichting overgaat in een deels neerwaarts gerichte bewegingsrichting van de producten. Verrassenderwijs is gebleken dat door de toevoerbuis ter plaatse van deze overgang geheel met de vloeistof te vullen schade aan de producten sterk 10 gereduceerd kan worden. De stroming van de producten wordt op deze wijze rustiger en daarmee wordt de impact ten gevolge van deze richtingsverandering op bijvoorbeeld de zijwanden van de toevoerbuis sterk verminderd.

Bij voorkeur handhaven de stuurmiddelen in gebruik een 15 vloeistofniveauverschil tussen het aanvoerkanaal en het bassin. Door dit niveauverschil te realiseren kan een versnellend effect van de producten ter plaatse van de toevoerbuis worden gerealiseerd. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de onderlinge afstand tussen deze producten ter 20 plaatse van de toevoerbuis wordt vergroot waardoor minder botsingen en derhalve minder beschadigingen aan de producten op zullen treden.

Voorts kunnen in voordelige voorkeursuitvoeringsvormen de stuurmiddelen een transportband, meenemers, borstels, 25 raderen, trommels en/of vijzels omvatten. Op deze wijze kan de verplaatsing van de producten vanuit het aanvoerkanaal naar het vloeistofbassin verder worden beheerst. Deze genoemde stuurmiddelen kunnen dienen als toevoermiddelen. Echter, in een alternatieve uitvoeringsvorm worden deze 30 stuurmiddelen gecombineerd met de toevoerbuis door deze daaraan of daarin te voorzien.

Bij voorkeur wordt een deel van de genoemde maatregelen met elkaar gecombineerd. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de 6 mogelijkheden om zowel een niveauverschil als ook de hoogte van het vloeistofniveau te combineren in één momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

De transportbuis kan op diverse wijzen worden 5 vormgegeven. De buis kan geheel gesloten zijn als ook bijvoorbeeld een omgekeerde halve schaalvorm betreffen. De buis kan verder rond, ovaal of rechthoekig van vorm zijn. Andere vormen behoren overigens ook tot de mogelijkheden. De vorm en afmetingen van de transportbuis hangen onder meer af 10 van de te transporteren producten. De gebruikte vloeistof betreft bij voorkeur water. Echter, het behoort ook tot de mogelijkheden om andere vloeistoffen te gebruiken, zoals bijvoorbeeld een mengsel van water met een lichtere stof, zoals een olieachtige substantie. Hiermee kan de dichtheid 15 van de vloeistof worden beïnvloed en daarmee de drijvende kracht worden gemanipuleerd.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de bufferinrichting met de toevoermiddelen verbonden zwenkmiddelen.

20 Door het voorzien van zwenkmiddelen is het mogelijk de toevoermiddelen, zoals de toevoerbuis, naar wens te positioneren in het vloeistofbassin. Dit betekent dat de uitlaat of uitgangsopening van de toevoerbuis gericht kan worden. Hiermee is het mogelijk de producten die in het 25 vloeistofbassin worden gebracht op meer direct wijze te sturen naar de gewenste positie in het bassin. Hiermee wordt onder meer vermeden dat onnodig contact tussen producten onderling optreedt. Dit resulteert in een verdere reductie in eventueel optredende schade aan de producten. De 30 zwenkmiddelen betreffen horizontale en/of verticale zwenkmiddelen. Met de horizontale zwenkmiddelen is het mogelijk de uitgangszijde van de toevoerbuis te bewegen in het horizontale vlak, dat wil zeggen van links naar rechts 7 in het vloeistofbassin. Op deze wijze kan het vloeistofbassin op effectieve wijze worden gevuld. De verticale zwenkmiddelen maken een beweging van de uitgangszijde van de toevoerbuis in hoogterichting, ofwel de 5 verticale richting, mogelijk. Dit betekent dat naar wens de producten uit de toevoerbuis op een geschikte hoogte in het vloeistofbassin gebracht kunnen worden. Op deze wijze kan samen met de snelheid waarmee de producten door de toevoerbuis stromen de positie in het vloeistofbassin waar 10 de aangevoerde producten terechtkomen worden beheerst. Bij voorkeur worden de beide soorten zwenkmiddelen gecombineerd in een voordelige uitvoeringsvorm.

Bij voorkeur kunnen de toevoermiddelen, bij voorkeur in de vorm van een toevoerbuis, in lengterichting worden 15 versteld. Op deze wijze kan een product zowel voor als achter in het vloeistofbassin worden ingebracht zodat onnodige botsingen worden vermeden. Ook hierbij behoort het tot de mogelijkheden dit te combineren met de horizontale en/of verticale zwenkmiddelen.

20 In een alternatieve of hiermee gecombineerde uitvoeringsvorm zijn meer dan één toevoerbuis per vloeistofbassin voorzien. Op deze wijze is de verdeling van de producten over het vloeistofbassin verder te beïnvloeden en ook te verbeteren.

25 In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de toevoerbuis van een afsluiter voorzien.

Door het voorzien van een afsluiter die geplaatst kan zijn aan de ingang, uitgang of binnenzijde van de 30 toevoerbuis kan deze worden afgesloten en wordt vermeden dat verdere producten worden aangevoerd naar het vloeistofbassin. Dit is bijvoorbeeld relevant indien de 8 hoeveelheid gebufferde producten overeenkomt met de gewenste hoeveelheid voor bijvoorbeeld een kist.

Bij voorkeur wordt de afsluiter gecombineerd met circulatiemiddelen voor het vloeistofbassin. Na het sluiten 5 van de afsluiter wordt hiermee een circulatiestroom in het vloeistofbassin op gang gebracht dan wel versterkt om verder transport van de gebufferde hoeveelheid producten te realiseren. Hiermee behoort het tot de mogelijkheden om op effectieve wijze het vloeistofbassin leeg te maken voor een 10 volgende buffering. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm wordt het vloeistofbassin aan een uitgangszijde geopend en met behulp van circulatiemiddelen stromen de producten die zijn gebufferd verder in de richting van verdere behandeling, zoals verpakken.

15 In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het bassin voorzien van geleiders voor het geleiden van producten afkomstig uit de toevoerbuis.

Door het voorzien van geleiders kan de stroming in het 20 vloeistofbassin worden gericht. Hiermee kunnen de producten op gewenste wijze worden verdeeld over het vloeistofbassin. Bij voorkeur zijn de geleiders zwenkbaar voorzien om daarmee ook in de tijd een optimale verdeling te bewerkstelligen. Deze zwenkinstelling kan plaatsvinden tijdens een enkele 25 bufferactie als ook tussen afzonderlijke bufferacties om deze bijvoorbeeld af te stemmen op de nieuwe voorraad producten die aangevoerd worden.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de bufferinrichting een 30 gastoevoer die bij voorkeur is voorzien in het vloeistofbassin.

Door het voorzien van een gastoevoer kan de opwaartse beweging van de producten in het vloeistofbassin worden 9 beïnvloed. Afhankelijk van de wijze van de gastoevoer zal de gemiddelde dichtheid in het vloeistofbassin afnemen waarmee een invloed uitgeoefend kan worden op de drijvende kracht van de producten. Hiermee wordt bewerkstelligd dat een goede 5 afstemming op de producten in het vloeistofbassin mogelijk is zodanig dat productschade zoveel mogelijk wordt vermeden.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het bassin een geprofileerde bodem voor het realiseren van een 10 circulatiestroom in het bassin.

Door het voorzien van een geprofileerde bodem wordt in de momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm een circulatiestroom aangebracht vanaf de uitgangszijde van het bassin over de bodem richting de ingangszijde met de 15 toevoerbuis van het vloeistofbassin waarna deze langs het oppervlak retour stroomt en daarbij de producten die zijn gebufferd meeneemt naar de uitgang van het vloeistofbassin. Door het voorzien van de profilering die bij voorkeur is gevormd als een wigvormig element die in de 20 stromingsrichting over de bodem steeds breder wordt, waarbij deze wigvorm derhalve twee steeds smaller wordende kanalen aan de zijkanten van het vloeistofbassin betreft, wordt een circulatiestroom op gang gebracht die ook vanuit alle hoeken van het bassin de producten meevoert naar de uitgang. Op 25 deze wijze wordt vermeden dat producten in het vloeistofbassin achterblijven.

Bij voorkeur omvat het bassin een beweegbare bodem. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een in hoogte verstelbare bodem waarbij bijvoorbeeld één zijde in hoogte 30 versteld kan worden om een schuine bodem te realiseren. Op deze wijze kan de bodem een geleidend effect hebben op de aangevoerde en afgevoerde producten in het bassin.

10

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de bufferinrichting voorzien van een trilorgaan.

Door het voorzien van een trilorgaan is het mogelijk om 5 bijvoorbeeld vastliggende producten los te trillen en daarmee verder te kunnen transporteren. Hiermee worden achterblijvende producten als ook blokkades voorkomen dan wel opgeheven. Een dergelijk trilorgaan is bijvoorbeeld voorzien in het vloeistofbassin of werkzaam verbonden met de 10 toevoerbuis.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de bufferinrichting voorzien van een remslab.

Door het voorzien van een remslab die bij voorkeur 15 wordt aangebracht in de nabijheid van de uitgang van de toevoerbuis wordt het product tijdens deze uitstroom afgeremd door de remslab. Een dergelijke remslab is bij voorkeur vervaardigd uit een flexibel materiaal, bijvoorbeeld uit polyurethaan. Door het afremmen van deze 20 snelheid zullen de producten minder hard in contact komen met reeds in het bassin aanwezige producten. Hiermee wordt eventuele optredende schade aan de producten verder gereduceerd. Als alternatief voor een remslab die direct aan de uitlaat wordt voorzien wordt in een momenteel 25 geprefereerde uitvoeringsvorm een remslab in hoofdzaak in het horizontale vlak voorzien in het traject dat een aangevoerd product aflegt tussen de uitstroomopening en het wateroppervlak.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm 30 volgens de onderhavige uitvinding omvat de bufferinrichting een vacuümklok.

Door het voorzien van een vacuümklok kunnen de gebufferde producten in het vloeistofbassin direct worden 11 getransporteerd naar een kist of andere verpakking. Voorts behoort het tot de mogelijkheden om met vacuümmiddelen een onderdruk te realiseren waarmee de opwaartse kracht van de producten in het vloeistofbassin verder beïnvloed kan 5 worden. Hiermee is bijvoorbeeld de capaciteit van een dergelijk vloeistofbassin verder te beïnvloeden.

De onderhavige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het in hoofdzaak in verticale richting bufferen van producten omvattende het voorzien van een bufferinrichting 10 zoals bovenstaand beschreven.

Een dergelijke werkwijze heeft dezelfde effecten en voordelen als beschreven voor de bufferinrichting. Bij voorkeur wordt dit bufferen uitgevoerd na het sorteren van de producten en voorafgaand aan het verpakken van de 15 gesorteerde producten. Op deze wijze wordt de flexibiliteit van het gehele proces op significante wijze vergroot.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij wordt verwezen naar de 20 bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: - Figuren 1-3 een aanzicht van een buffersysteem volgens de uitvinding in verschillende bufferstadia; - Figuren 4-5 zijaanzichten van een bufferinrichting volgens de uitvinding; 25 - Figuur 6 een bovenaanzicht van de inrichting uit figuren 4 en 5 met remslab; - Figuur 7 een zijaanzicht van het vloeistofniveau bij de overgang tussen aanvoerkanaal en vloeistofbassin; en 30 - Figuur 8A-G aanzichten van alternatieve uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.

In een buffersysteem of bufferinrichting 2 volgens de uitvinding (figuur 1-3) worden vruchten P aangevoerd vanuit 12 een aanvoerleiding of aanvoerkanaal 4. Via een stortbuis of bufferbuis 6 worden de vruchten P, zoals appels, getransporteerd naar de onderzijde van een met water 8 gevulde bufferbak 10. De stroming is hierbij afgestemd op 5 onder meer het type vrucht dat in buffer 10 gebracht dient te worden. De drijvende vruchten hopen zich in meerdere lagen 12 op in bufferbak 10. In de getoonde uitvoeringsvorm van inrichting 2 heeft stortbuis 6 een lengte van zo'n 840 millimeter. Stortbuis 6 is in de getoonde uitvoeringsvorm 10 uitgevoerd als een ronde buis. Andere vormen en lengten behoren volgens de uitvinding ook tot de mogelijkheden.

In de getoonde uitvoeringsvorm wordt een hoeveelheid vruchten P overeenkomend met de inhoud van één verpakkingseenheid of transporteenheid in buffer 10 15 gebracht. Voor appels en kisten komt dit in de praktijk veelal neer op zo'n 400 kg. Vervolgens wordt de aanvoer stopgezet en worden de vruchten P verder getransporteerd via een afvoerkanaal 14 naar een vuleenheid.

Een systeem 16 (figuren 4 en 5) levert producten P aan 20 via aanvoerkanaal 18 die met stortbuissectie 20 worden overgebracht naar een vloeistofbassin 22. Producten P worden vanuit bassin 22 verder getransporteerd via afvoerkanalen 24. Aanvoerkanaal 18 ontvangt producten P bijvoorbeeld vanuit een sorteersysteem (niet getoond).

25 Een pompsysteem 26 verzorgt de vloeistofstroming waarbij producten P vanuit aanvoerkanaal 18 worden getransporteerd naar stortbuissectie 20 waarin stortbuis 28 is voorzien. Pompsysteem 26 is voorzien van pomp 30 en een eerste aanvoerkanaal 32 waarmee water uit bassin 22 met pomp 30 30 wordt overgebracht naar het begin van aanvoerkanaal 18.

Hiermee wordt een circulatiestroom gerealiseerd waarmee vruchten of producten P vanuit aanvoerkanaal 18 naar bassin 22 worden gebracht. Pompsysteem 26 is verder voorzien van 13 een tweede aanvoerkanaal 34 waarmee water vanuit bassin 22 wordt gecirculeerd over bassin 22. Dit wordt benut als circulatiestroom over bassin 22 indien bassin 22 is gevuld met producten P die verder getransporteerd dienen te worden.

5 In dit geval wordt klep 36 in pompsysteem 26 geschakeld zodat er geen stroom door aanvoerkanaal 18 loopt en de stroom wordt gecirculeerd binnen bassin 22. In beide stromen wordt water via toevoerleiding 38 tussen bassin 22 en pomp 30 aangevoerd. Bij voorkeur wordt de toestroom van water via 10 buis 28 gestopt door het afsluiten van deze buis met afsluiter 40 en wordt klep of schuif 42 geopend zodat producten P vanuit bassin 22 verder worden getransporteerd via afvoerkanaal 24.

In de getoonde uitvoeringsvorm van systeem 16 zijn drie 15 afzonderlijke subsystemen 44, 46, 48 (figuur 6) voorzien waarmee het onder meer mogelijk is om drie klassen van producten P parallel aan elkaar te verwerken. In de getoonde uitvoeringsvorm is één enkele afvoerkanaal 24 getoond voor de drie afzonderlijke secties 44, 46, 48. Dit betekent dat 20 een voorraad gebufferde producten P in bassin 22 vrij wordt gegeven met behulp van schuif 42 zodra afvoerkanaal 24 de vorige batch heeft verwerkt. De stortbuissectie 20 is voorzien van een stortbuis of toevoerbuis 28. Het water in aanvoerkanaal 18 wordt met behulp van schotten 50 geleid 25 naar ingang 52 van buis 28. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn schotten 50 zodanig voorzien dat er een vernauwing van aanvoerkanaal 18 optreedt waardoor de snelheid van het water wordt vergroot. Hiermee wordt de onderlinge afstand tussen producten P vergroot. Uitgang 54 van buis 28 bevindt zich in 30 bassin 22.

In de getoonde uitvoeringsvorm is nabij uitgang 54 een remslab 56 (figuur 6) van polyurethaan voorzien. In de getoonde uitvoeringsvorm is slab 56 via verbindingsstang 58 14 verbonden met staaf 60 die zich bevindt in de nabijheid van uitgang 54. Slab 56 is zodanig gepositioneerd dat deze de opwaartse beweging van producten P in bassin 22 afremt.

Bodem 62 van bassin 22 is voorzien van een wigvormig profiel 5 64 waarbij aan de zijden van profiel 64 kanalen 66 ontstaan die van de uitgangszijde 68 versmallen in de richting van ingangsdeel 70 van bassin 22. Profiel 64 is met name in functie in geval van het leeghalen van bassin 22.

In de getoonde uitvoeringsvorm is waterniveau 72 in 10 aanvoerkanaal 18 waarmee producten P in de richting van stortbuissectie 20 met toevoerbuis 28 worden bewogen hoger dan waterniveau 74 in bassin 22. Hiermee wordt ter plaatse van overgang 76 tussen aanvoerkanaal 18 en stortbuis 28 een watervaleffeet gerealiseerd zodanig dat een doorsnede 78 van 15 buis 28 in gebruik geheel bedekt is met watervlak. Hiermee worden loze ruimten in buis 28 vermeden en wordt een in hoofdzaak laminaire stroming in buis 28 gerealiseerd. Samen met de verhoogde snelheid van het water in buis 28 wordt hiermee een verenkelingseffect gerealiseerd waarbij 20 producten P in beginsel niet of nauwelijks met elkaar in aanraking komen. Hierbij is de binnenzijde van buis 28 en schotten 50 bedekt met een polyurethaan beschermingslaag 80. Beschermingslaag 80 is vastgezet aan de binnenzijde van buis 28 ter plaatse van uitsparingen 82 voorzien in buis 28.

25 Overigens behoren andere materialen en andere bevestigingen eveneens tot de mogelijkheden.

Met bufferinrichting 2, 16 worden producten P vanuit een sorteerinrichting (niet getoond) aangevoerd via aanvoerkanalen 18 met behulp van pompsysteem 26. Producten 30 worden met behulp van een toevoerbuis 28 in stortsectie 20 overgebracht vanuit kanaal 18 naar bassin 22. De producten P worden vanuit uitgang 54 van buis 28 in bassin 22 gebracht waarna deze op zullen stijgen en in snelheid worden afgeremd 15 met behulp van remslab 56. Vervolgens worden de producten P in lagen 12 voorzien in bassin 22. Zodra voldoende producten P in bassin 22 zijn aangebracht en afvoerkanaal 24 vrij is kan schuif 42 worden geopend. Pompsysteem 26 schakelt over 5 naar de circulatiestroom door bassin 22 en vervoert producten P naar afvoerkanaal 24. Vervolgens worden producten P verder behandeld, verpakt of opgeslagen. Daarna kan bassin 2 opnieuw worden gevuld met producten P.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is systeem 84 10 (figuur 8A) voorzien van een heen-en-weergaande buis 28 waarbij buis 28 gepositioneerd kan worden in lengterichting van bassin 22. De heen-en-weergaande beweging van buis 28 wordt mogelijk gemaakt met behulp van extra geleidende schotten 86 en verplaatsingsmiddelen 88. Afhankelijk van de 15 stroom door afvoerkanaal 24 worden de producten P in de gewenste richting afgevoerd.

In alternatief systeem 90 (figuur 8B) is buis 28 voorzien van eerste zwenkmiddelen 92 voor het op-en-neerbewegen van buis 28. Deze op-en-neergaande slag betekent 20 een rotatie om een in hoofdzaak horizontale as waarbij de uitgang 54 van buis 28 in hoogte instelbaar is. Met behulp van scharnier 94 is een zwenkbeweging, oftewel links-rechts-beweging van buis 28 in bassin 22 mogelijk.

In een verder alternatief systeem 96 (figuur 8C)is 25 afvoerkanaal 24 vervangen of gecombineerd met een opvoerband 98 om producten P uit bassin 22 verder te transporteren. Ook is het mogelijk om opvoerelevator 98 te vervangen met een V-band 100 (figuur 8D). Hierbij is het mogelijk om toevoerbuis 28 als het ware te verlengen en lager in te brengen in een 30 alternatief systeem 102 (figuur 8E). Hiermee wordt een grotere stroming over de hogere diepte gerealiseerd waarbij er een grotere capaciteit voor de buffering wordt verkregen met meer stuwing aan de onderzijde. In een verder getoond 16 alternatief systeem 104 (figuur 8F) wordt buis 28 gecombineerd met een kistenvuller 106 om producten P direct vanuit het bassin in een kist te positioneren. Een verder alternatief systeem 108 (figuur 8G) omvat een bassin 110 met 5 ovaal-vorm waarmee de lengte van het bassin 110 verder gereduceerd wordt.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende 10 conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. Zo behoort het nadrukkelijk tot de mogelijkheden om diverse aspecten van getoonde uitvoeringsvormen volgens de uitvinding met elkaar te combineren.

15

Claims (21)

1. Bufferinrichting voor drijvende producten, omvattende: - een vloeistofbassin; - toevoermiddelen waarbij in gebruik een intredezijde werkzaam is verbonden met een aanvoerkanaal en een 10 uittredezijde van de toevoermiddelen is voorzien onder het vloeistofniveau in het bassin, zodanig dat in gebruik producten in hoofdzaak in verticale richting worden gebufferd.

2. Bufferinrichting volgens conclusie 1, waarin de toevoermiddelen een toevoerbuis omvatten.

3. Bufferinrichting volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende stuurmiddelen voor het productvriendelijk 20 sturen van de aangevoerde producten.

4. Bufferinrichting volgens conclusie 2 en 3, waarin de stuurmiddelen een vloeistofniveau regelaar omvatten zodanig dat het vloeistofniveau in het 25 aanvoerkanaal ter plaatse van de richtingsverandering van de producten bij de intredezijde van de toevoerbuis een dwarsdoorsnede van de toevoerbuis in hoofdzaak geheel met vloeistof vult.

5. Bufferinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarin de stuurmiddelen in gebruik een vloeistof niveauverschil tussen aanvoerkanaal en bassin omvatten.

6. Bufferinrichting volgens conclusie 3, 4 of 5, waarin de stuurmiddelen een transportband, meenemers, borstel, rad, trommel en/of vijzel omvat.

7. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 3-7, waarin de stuurmiddelen aan of in de toevoerbuis zijn voorzien.

8. Bufferinrichting volgens één of meer van de 10 conclusies 1-7, verder omvattende met de toevoermiddelen verbonden zwenkmiddelen.

9. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-8, waarin de toevoermiddelen in lengterichting 15 verstelbaar zijn.

10. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 2-9 voor zover afhankelijk van conclusie 2, waarin meer dan één toevoerbuizen zijn voorzien. 20

11. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 2-10 voor zover afhankelijk van conclusie 2, waarbij de toevoerbuis van een afsluiter is voorzien.

12. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-11, waarin het bassin is voorzien van geleiders voor het geleiden van product uit de toevoermiddelen.

13. Bufferinrichting volgens conclusie 12, waarin 30 de geleiders zwenkbaar zijn.

14. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-13, verder omvattende een gastoevoer.

15. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-14, waarin het bassin omvattende een geprofileerde bodem voor het realiseren van een circulatiestroom in het bassin. 5

16. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-15, waarbij het bassin een beweegbare bodem omvat.

17. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-16, waarin een trilorgaan is voorzien.

18. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-17, verder omvattende een remslab. 15

19. Bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-18, omvattende een vacuümklok.

20. Werkwijze voor het in hoofdzaak in een 20 verticale richting bufferen van drijvende producten, omvattende het voorzien van een bufferinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-19.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarin het 25 bufferen wordt uitgevoerd na het sorteren van de producten en voorafgaand aan het verpakken van de gesorteerde producten.