NL2021557B1

NL2021557B1 - Transporteursamenstel

Info

Publication number: NL2021557B1
Application number: NL2021557A
Authority: NL
Inventors: Theodorus Wilhelmus Sleegers Hubertus
Original assignee: Theodorus Wilhelmus Sleegers Hubertus
Priority date: 2018-09-04
Filing date: 2018-09-04
Publication date: 2020-04-30
Also published as: US11649118B2; EP3847113A1; WO2020050720A1; US20210323775A1

Abstract

Transporteursamenstel voor het liggend transporteren van in serie aangevoerde 5 dwarsreeksen producten in X—richting van een invoer naar een uitvoer, omvattend: -een aan de invoerzijde gelegen invoertransporteur; -een aandrijving voor aandrijving van de invoertransporteur voor transport van de daarop liggende dwarsreeksen producten in X—riohting; -een eerste opname-inrichting voor het opnemen van de positie van de producten 10 binnen een dwarsreeks, in een horizontaal dwars op de X—richting staande Y- nohüng; -een eerste correctie-inrichting voor het beïnvloeden van de posities in Y-richting van de producten binnen een dwarsreeks; -een programmeerbare besturingseenheid welke ingericht is voor ontvangst en 15 bewerking van de opneemgegevens van de eerste opname-inrichting en voor aansturing daarvan van de eerste correctie-inrichting, indien de producten binnen de opgenomen dwarsreeks niet in Y-richting op de gewenste positie liggen, -waarbij de eerste correctie-inrichting een eerste transporteur omvat en een eerste aandrijving daarvoor voor transport van de producten in X—riohting, 20 -waarbij de eerste transporteur een aantal naast elkaar opgestelde eerste subtransporteurs omvat voor respectief transport in X—richting van de in een dwarsreeks gelegen producten, volgens naast elkaar gelegen banen, -waarbij de eerste correctie-inrichting voorts eerste subaandrijvingen omvat voor het afzonderlijk van elkaar in positie in Y-richting instellen van de bovenstroomse 25 einden van de eerste subtransporteurs, welke eerste subaandrijvingen daartoe aanstuurbaar zijn door de besturingseenheid in respons op de van de eerste opname-inrichting ontvangen opneemgegevens betreffende de posities van de producten in een dwarsreeks in Y-riohting, -waarbij de eerste transporteur benedenstrooms van de invoertransporteur 30 gelegen is.

Description

T ransporteursamenstel

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een transporteursamenstel voor transport van in dwarsreeksen aangevoerde producten, in het bijzonder voedselproducten, zoals hamburgers.

Voor beheerste manipulatie van producten, in het bijzonder wanneer het gaat om het verpakken van producten, kan het gewenst zijn om de positie van die producten nauwkeurig te kunnen beïnvloeden. Dat kan in het bijzonder spelen bij de manipulatie van voedselproducten die voortkomen uit een vervaardigingsproces waarin de onderlinge posities van de producten kunnen variëren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de industriële bereiding en vorming van zogenoemde “homemade kwaliteit hamburgers, waarbij een reeks porties van een voorraad afgescheiden gehakt opgevangen worden op een transporteur en tussen twee boven elkaar gelegen pletbanden tot platte schijven worden gevormd. Bij het op de transporteur neerkomen van de porties gehakt kunnen binnen een dwarsreeks de valplekken uit lijn met elkaar liggen en voorts kunnen de posities verschillend zijn voor opeenvolgende porties. Tijdens het pletproces kunnen de posities wijzigen. Bij uitkomst uit de pletbanden zijn de posities van de burgers niet regelmatig en niet precies bekend. Dat is nadelig voor het proces van stapelen en verpakken van de burgers in bakjes of andere houders, omdat stapels gevormd kunnen worden van ten opzichte van elkaar verschoven burgers. Die stapels kunnen niet passen in de daarvoor bestemde houder. Indien zo’n stapel wel in de houder kon worden opgenomen zal de aanblik daarvan niet gunstig zijn voor de verkoop. Bij individuele verpakking zal inspanning geleverd moet worden om te voorkomen dat burgers niet of op een ongewenste plaats in bakjes terechtkomen. Dit werkt vertragend op het verpakkingsproces.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een doel van de uitvinding is een transporteursamenstel te bieden dat hierin verbetering kan brengen.

Een doel van de uitvinding is een transporteuropstelling te bieden dat hierin verbetering kan brengen.

Een doel van de uitvinding is een werkwijze te bieden die hierin verbetering kan brengen.

Vanuit één aspect voorziet de uitvinding in een transporteursamenstel voor het liggend transporteren van in serie aangevoerde dwarsreeksen producten in X-richting van een invoer naar een uitvoer, omvattend: -een aan de invoerzijde gelegen invoertransporteur;

-een aandrijving voor aandrijving van de invoertransporteur voor transport van de daarop liggende dwarsreeksen producten in X-richting;

-een eerste opname-inrichting voor het opnemen van de positie van de producten binnen een dwarsreeks, in een horizontaal dwars op de X-richting staande Yrichting;

-een eerste correctie-inrichting voor het beïnvloeden van de posities in Y-richting van de producten binnen een dwarsreeks;

-bij voorkeur een tweede opname-inrichting voor het opnemen van de positie van de producten binnen een dwarsreeks, in X-richting en dan een tweede correctie-inrichting voor het beïnvloeden van de posities in X-richting van de producten binnen een dwarsreeks;

-een programmeerbare besturingseenheid welke ingericht is voor ontvangst en bewerking van de opneemgegevens van de eerste opname-inrichting en -bij voorkeur ook- een tweede opname-inrichting en voor aansturing daarvan van de eerste correctie-inrichting, indien de producten binnen de opgenomen dwarsreeks niet in Y-richting op een gewenste positie liggen, en -bij voorkeur- voor aansturing van de tweede correctie-inrichting indien de producten binnen de opgenomen dwarsreeks niet in X-richting op een gewenste positie liggen,

-waarbij de eerste correctie-inrichting een eerste transporteur omvat en een eerste aandrijving daarvoor voor transport van de producten in X-richting,

-waarbij de eerste transporteur een aantal naast elkaar opgestelde eerste subtransporteurs omvat voor respectief transport in X-richting van de in een dwarsreeks gelegen producten, volgens naast elkaar gelegen banen,

-waarbij de eerste correctie-inrichting voorts eerste subaandrijvingen omvat voor het afzonderlijk van elkaar in positie in Y-richting instellen van de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs, welke eerste subaandrijvingen daartoe aanstuurbaar zijn door de besturingseenheid in respons op de van de eerste opname-inrichting ontvangen opneemgegevens betreffende de posities van de producten in een dwarsreeks in Y-richting,

-waarbij -indien aanwezig- de tweede correctie-inrichting een tweede transporteur omvat en een tweede aandrijving daarvoor voor transport van de producten in Xrichting,

-waarbij dan de tweede transporteur een aantal naast elkaar opgestelde tweede subtransporteurs omvat voor respectief transport in X-richting van de in een dwarsreeks gelegen producten, volgens naast elkaar gelegen banen, waarbij dan de tweede aandrijving van de tweede correctie-inrichting tweede subaandrijvingen omvat voor het afzonderlijk van elkaar aandrijven van de tweede subtransporteurs voor het in X-richting uitlijnen van de producten binnen een dwarsreeks, welke tweede subaandrijvingen daartoe aanstuurbaar zijn door de besturingseenheid in respons op de van de tweede opname-inrichting ontvangen opneemgegevens betreffende de posities van de producten in een dwarsreeks in X-richting,

-waarbij de eerste en -indien aanwezig- de tweede transporteur benedenstrooms van de invoertransporteur gelegen zijn.

Hiermee kunnen de producten binnen een dwarsreeks in Y-richting, en bij voorkeur ook in X-richting, vanuit een onbekende, onbeheerste positie op de gewenste, kenbare positie gebracht worden, waardoor de verdere behandeling bevorderd wordt. Hierdoor kan een volgend proces, zoals een stapel- of verpakkingsproces, beheerster en daardoor sneller uitgevoerd worden. Een groep dwarsreeksen van producten kan hiermee van een enigermate onregelmatige opstelling overgebracht worden naar een opstelling met in X-richting parallelle, onderling uitgelijnde langsreeksen producten, in de voorkeursuitvoering naar een regelmatige matrix opstelling, uitgelijnd in zowel langsrichting als dwarsrichting.

Voor iedere volgende dwarsreeks kunnen de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs opnieuw ingesteld worden op de feitelijke Y-positie van de producten in die volgende dwarsreeks.

In een voordelige uitvoering zijn de benedenstroomse einden van de eerste subtransporteurs met de hartlijnen op onderling gelijke afstanden in Yrichting van elkaar gelegen, overeenkomend met de gewenste posities. Hierdoor zullen de onderlinge posities in Y-richting binnen een dwarsreeks aan het benedenstroomse eind al vastliggen, en hoeft enkel het bovenstroomse eind van een eerste subtransporteur, indien nodig, ingesteld te worden voor juiste ontvangst van een product. Het is dan mogelijk om, nadat een product van een eerste dwarsreeks opgenomen is, reeds het proces van positie-opname, instelling in Y-richting en ontvangst van een product van de volgende dwarsreeks uit te voeren. Er kunnen dan meerdere opeenvolgende producten op een eerste subtransporteur in X-richting getransporteerd worden, waardoor de snelheid van het proces bevorderd wordt.

De gewenste posities in Y-richting kunnen vast liggen indien het transporteursamenstel gemaakt in afstemming op één bepaald product. Deze posities zijn dan vooraf bekend in de besturingseenheid. Indien batches van verschillende producten te verwerken zijn, dan kunnen, in een uitvoering, voorafgaande aan elk verwerkingsproces van een batch producten de gewenste posities in Y-richting van de benedenstroomse einden van de eerste subtransporteurs ingesteld worden op de voor die batch gewenste posities. Deze gewenste posities kunnen dan ingevoerd worden in de besturingseenheid, met de hand of automatisch, namelijk gekoppeld met de instelling.

Indien de eerste transporteur bovenstrooms van de tweede transporteur gelegen is kunnen de producten in een dwarsreeks in zuiver parallelle richtingen (parallel aan de X-richting) afgegeven worden aan een verdere transporteur of andere verwerkingsinrichting.

De eerste opname-inrichting kan opgesteld zijn voor positie-opname van de producten liggend op de invoertransporteur.

De eerste opname-inrichting kan een camera omvatten, zoals een lijnscancamera. Andere opstellingen voor positiebepaling zullen de deskundige bekend zijn en kunnen binnen de uitvinding het overwegen waard zijn.

In een uitvoering is de besturingseenheid tevens ingericht voor het op basis van opneemgegevens van de eerste opname-inrichting berekenen van een indicatie van de vorm en/of grootte van de producten. Hiermee kan dan een Y-referentiepunt van de producten berekend worden, zoals een oppervlaktezwaartepunt, dat ook als een indicatie voor de positie in X-richting kan dienen. De gegevens omtrent vorm en/of grootte kunnen ook gebruik worden voor een selectie in de producten. De besturingseenheid kan daartoe tevens ingericht zijn voor het vergelijken van de berekende indicatie van de vorm en/of grootte van de producten met in de besturingseenheid ingevoerde streefwaarden voor de vorm en/of grootte van de producten,

-waarbij het transporteursamenstel voorts omvat:

-een afleginrichting voor het afleggen van dwarsreeksen producten waarin zich één of meer ongewenste producten bevinden, welke aanstuurbaar is door de besturingseenheid in afhankelijkheid van de uitkomst van de door de besturingseenheid uitgevoerde vergelijking inzake vorm en/of grootte. De aflegtransporteur van de afleginrichting kan tussen de invoertransporteur en de eerste transporteur zijn gelegen, zodat enkel de gewenste producten aangeboden worden aan de eerste correctie-inrichting.

De tweede opname-inrichting kan derhalve samenvallen met de eerste opname-inrichting.

Het is ook mogelijk om de tweede opname-inrichting in aanvulling of als alternatief direct bovenstrooms van de tweede correctie-inrichting gelegen te laten zijn, zodat een verandering van de X-positie van een product in het daaraan bovenstroomse proces in de eventuele correctie meegenomen kan worden. De tweede opname-inrichting kan, in X-richting beschouwd, tussen de eerste en de tweede transporteurs gelegen zijn. Indien de tweede opname-inrichting meervoudig is, dus zowel samenvalt met de eerste opname-inrichting alsook direct bovenstrooms de tweede correctie-inrichting gelegen is zal de besturingseenheid ingericht zijn voor het voorrang geven aan de gegevens afkomstig van de opnames direct bovenstrooms van de tweede correctie-inrichting, omdat die gegevens recenter zijn.

De tweede opname-inrichting kan ingericht zijn voor het opmerken van de voorlopende randen van de producten,

-waarbij de besturingseenheid ingericht is voor het op basis van de opneemgegevens van de tweede opname-inrichting afzonderlijk aansturen van de tweede subaandrijvingen om de voorlopende randen van de producten binnen een dwarsreeks op één lijn, parallel aan de Y-richting, te brengen.

De bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs kunnen eind-omlooprollen omvatten, die door de eerste subaandrijvingen afzonderlijk in Yrichting verplaatsbaar zijn. Deze bovenstroomse eind-omlooprollen kunnen ondersteund zijn op sledes, die in Y-richting verschuifbaar zijn op dwarsgeleiders. De respectieve eerste subaandrijvingen kunnen in X-richting verzet ten opzichte van elkaar gelegen zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld spindelassen omvatten die werkzaam aangrijpen op de betreffende sledes.

Een verplaatsing in Y-richting van de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs, terwijl de benedenstroomse einden daarvan op vaste onderlinge h.o.h. afstand blijven, waarbij derhalve de beide eind-omlooprollen van een eerste subtransporteur in Y-richting ten opzichte van elkaar verschuiven, maar met hun hartlijnen parallel aan elkaar en aan de Y-richting blijven, kan worden vergemakkelijkt indien de eerste subtransporteurs een elastisch rekbaar transportvlak bieden. Het transportvlak kan dan, met behoud van zijn vlakheid, de verplaatsing volgen.

In een uitvoering zijn de eerste subtransporteurs samengesteld zijn uit een aantal parallelle koorden of snaren. Ook hiermee wordt de zojuist genoemde verplaatsing vergemakkelijkt en kan de vlakheid in voldoende mate behouden blijven.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een transporteuropstelling omvattend:

-een transporteursamenstel volgens de uitvinding,

-een op de uitvoer aansluitende, in het bijzonder op het benedenstroomse eind van de tweede transporteur aansluitende afvoertransporteur, en

-een houdertransporteur voor het transporteren van houders, welke opgesteld is voor ontvangst in de houders van door de afvoertransporteur aangevoerde producten.

De transporteuropstelling kan zijn aangevuld met een inrichting voor het vervaardigen van voedselproducten, in het bijzonder voor het vervaardigen van hamburgers, welke inrichting opgesteld is voor afgifte van de vervaardigde voedselproducten aan de invoertransporteur.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het uitlijnen van producten welke in dwarsreeksen worden getransporteerd in X-richting, omvattend de volgende stappen:

a) -het bepalen van een indicatie van de positie in een horizontale, dwars op de Xrichting staande Y-richting van elk product in een dwarsreeks;

b) -het in een besturingseenheid vergelijken van de bepaalde Y-positie-indicaties met in de besturingseenheid bekende, gewenste posities in Y-richting van de producten in een dwarsreeks;

c) -het na de bepaling van de positie-indicatie in X-richting transporteren van de producten in de dwarsreeks op een eerste transporteur omvattend een aantal naast elkaar opgestelde eerste subtransporteurs, met elk product binnen een dwarsreeks op een eigen eerste subtransporteur,

d) -het, voorafgaande aan de ontvangst van de producten van de dwarsreeks, op basis van de uitkomst van voornoemde vergelijking, door de besturingseenheid al dan niet laten wijzigen van de posities in Y-richting van de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs, afzonderlijk, en

e) -het van de eerste subtransporteurs, aan een volgende transporteur afgeven van de producten van de dwarsreeks waarbij binnen de dwarsreeks de producten op de gewenste posities in Y-richting gelegen zijn. Hierbij kan, in een uitvoering, de positie in Y-richting van de benedenstroomse einden van de eerste subtransporteurs ongewijzigd blijven ook tijdens het wijzigen van de transportrichting. Het is dan mogelijk dat voordat stap e) uitgevoerd wordt voor de producten van een dwarsreeks de stappen a)-d) ook al uitgevoerd worden voor de daarop volgende dwarsreeks producten. Hierbij overlappen de correcties van de Y-liggingen in opeenvolgende dwarsreeksen elkaar in tijd.

In een uitvoering, waarin de eerste subtransporteurs aan hun bovenstroomse einden en de benedenstroomse einden eerste en tweede eindrollen omvatten, worden de hartlijnen van die eerste en tweede eindrollen steeds zuiver parallel aan elkaar gehouden.

In een verdere ontwikkeling omvat de werkwijze volgens de uitvinding de volgende stappen:

f) -het bepalen van een indicatie van de positie in de X-richting van elk product in een dwarsreeks;

g) -het vergelijken van de bepaalde X-positie-indicaties met een referentielijn in Yrichting;

h) -het na de bepaling van de positie-indicatie in X-richting transporteren van de producten in de dwarsreeks op een tweede transporteur omvattend een aantal naast elkaar opgestelde tweede subtransporteurs, elk product binnen een dwarsreeks op een eigen tweede subtransporteur,

i) -het, na de ontvangst van de producten van de dwarsreeks, op basis van de uitkomst van voornoemde vergelijking afzonderlijk aansturen van de tweede subtransporteurs om de producten binnen de dwarsreeks op één lijn, beschouwd in Y-richting, te brengen.

In een uitvoering wordt stap f) uitgevoerd na stap d), waarbij in het bijzonder de volgende transporteur in stap e) de tweede transporteur van stap h) is.

De producten kunnen voedselproducten zijn. De voedselproducten kunnen burgers zijn welke vervaardigd zijn door doorvoer van porties bereid gehakt tussen twee pletbanden.

In een verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding worden de producten van een dwarsreeks, na in X-richting gelijkliggend en in Yrichting met hun middens op onderling gelijke tussenafstanden gebracht te zijn, afgegeven aan een reeks houders.

De gewenste posities in Y-richting kunnen bepaald zijn door de posities in Y-richting van de hartlijnen (in X-richting) van de benedenstroomse einden van de eerste subtransporteurs en/of die van de tweede subtransporteurs. De gewenste posities kunnen daarmee reeds af fabriek in de besturingseenheid bekend zijn. Indien instelling van de gewenste posities in Y-richting mogelijk is dan kan de ingestelde stand automatisch worden doorgegeven aan de besturingseenheid of daarin met de hand worden ingevoerd.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:

Figuren 1A, 1B en 1C respectievelijk een vooraanzicht, een bovenaanzicht en een eindaanzicht op een transporteursamenstel volgens de uitvinding;

Figuur 2 een schematische weergave, in bovenaanzicht, op een proces van correctie van posities van producten in het samenstel van figuren 1A en 1B; en

Figuur 3 een vooraanzicht op een opstelling met het transporteursamenstel van de figuren 1A, 1B en 1C.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Het transporteursamenstel 1 van de figuren 1A en 1B omvat een gestel 2 waarin ondergebracht zijn een scanstation 3, een aflegstation 4, een Ycorrectie station 5 en een X-correctie station 6. De X-richting is de transportrichting, de Y-richting is de horizontaal loodrecht op de X-richting.

Het scanstation 3 omvat een lijnscancamera 7 en cameralichten 8a, b. De camera 7 is opgesteld boven een transportvlak 30 van een van door motor 11 a aangedreven aandrijfrol 11 voorziene invoertransporteur 10.

In het aflegstation 4, dat zich direct benedenstrooms van het scanstation 3, bevindt is een aflegtransporteur 12 opgesteld, welke voorzien is van een door motor 13a aangedreven aandrijfrol 13 en een transportvlak 31 bepaalt. De transporteur 12 is gedeeld, waarbij het benedenstroomse deel 12a om scharnier 16 naar beneden en weer naar boven zwenkbaar is, richting B, bij bediening van aandrijving 14, via de pendelstaaf 15 die de aandrijving 4 met het deel 12a verbindt.

In het Y-correctiestation 5 (eerste correctie-inrichting), dat zich direct benedenstrooms van het aflegstation 4 bevindt, is een eerste transporteur 18 opgesteld, welke meervoudig is, namelijk een aantal, in dit geval vier, naast elkaar opgestelde eerste subtransporteurs 18a-d omvat. De subtransporteurs 18ad omvatten elk een groep, onderling parallelle snaren 17a-d, welke een transportvlak 32 vormen en omlopen om bovenstroomse eindrollen 20 en benedenstroomse eindrollen 21. De snaren worden en aangedreven worden door een door eerste aandrijving (motor) 19, die de benedenstroomse eindrollen 21a-d van de eerste subtransporteurs 18a-d aandrijft.

Zoals te zien is in figuur 1B omvat elke eerste subtransporteur 18a-d een slede 42a-d, welke de bovenstroomse eindrol 20a-d van de betreffende subtransporteur 18a-d omvat. Elke slede 42a-d is in Y-richting verschuifbaar geleid op vaste dwarsstaven en bevestigd op het uiteinde van een betreffende spindel 41a-d, welke door servomotoren 40a-d in richtingen F, parallel aan de Yrichting, in- en uitgeschoven kan worden.

Direct benedenstrooms van het Y-correctiestation 5 bevindt zich Xcorrectiestation 6 (tweede correctie-inrichting), met een tweede transporteur 23, welke ook meervoudig is met een aantal, hier vier, naast elkaar opgestelde tweede subtransporteurs 24a-d, met banden 25a-d die een transportvlak 33 vormen en elk afzonderlijk en intermitterend aangedreven kunnen worden door respectieve aandrijvingen 26a-d. De aandrijvingen 26a-d omvatten servomotoren 27a-d en aandrijfassen 28a-d, die boven elkaar gelegen zijn (figuur 1C) om het ruimbeslag in X-richting zo beperkt mogelijk te houden. De in Y-richting beschouwde middens van de banden 25a-d liggen op hartlijnen S1-S4 (figuur 2), welke hartlijnen parallel aan elkaar en aan X-richting zijn bij projectie op een horizontaal vlak (bovenaanzicht). Deze hartlijnen kunnen in de besturingseenheid 100 bekend zijn als gewenste Y-posities voor de te behandelen producten.

Boven de overgang tussen het Y-correctiestation 5 en het Xcorrectiestation 6 is een dwarsreeks fotocellen 22 opgesteld, voor het opmerken van de voorlopende randen van de die overgang passerende producten. De tweede opname-inrichting voor X-posities is hierbij dus meervoudig, met camera 7 en fotocellen 22.

In figuur 3 is het transporteursamenstel 1 opgenomen in een proceslijn voor het vervaardigen en verpakken van hamburgers H. Vervaardigingsinrichting 300 omvat een toevoer 301 voor bereid gehakt, waaruit in dit voorbeeld telkens vier porties gehakt H’ enigermate naast elkaar (als dwarsreeks in Y-richting) op een onderste transportband 303b van een pletinrichting 302 vallen. De pletinrichting 302 omvat een bovenband 303a, welke met band 303b een in het verticale vlak beschouwd, in A- en X-richting convergerende doorgang 304 voor de porties H’ bepaalt. Hierin worden de porties H’ omgevormd tot hamburgerschijven H, welke door transporteur 305 in de richting A naar de invoertransporteur 10 worden vervoerd.

De uitvoer van het transporteursamenstel 1 sluit aan op een afvoertransporteur 401 van een verpakkingsinrichting 400, alwaar een houderstransporteur 402 voor houders of bakjes V opgesteld is, die de houders V in dit voorbeeld in dwarsreeksen van vier stuks in dezelfde richting transporteert. De afvoertransporteur 401 geeft de burgers, in dwarsreeksen van vier, over aan de op transporteur 402 aangeboden lege houders V. Voor dit overgeefproces kan een -niet weergegeven- schietband gebruikt worden, om de burgers H bij een terugtrekkende beweging op hoge snelheid in de houders V te laten vallen.

Om dit proces op de juiste wijze te laten uitvoeren is het transporteursamenstel volgens de uitvinding van nut.

De aandrijvingen 11a, 13a, 19, 40a-d, 26a-d en de opnameapparatuur omvattend camera 7 en sensoren 22 zijn functioneel verbonden met de centrale, programmeerbare besturingseenheid 100. Hierin zijn de binnen een dwarsreeks gewenste posities in X- en Y-richting bekend, alsook de marges waarbinnen vormen en groottes van de gescande burgers geaccepteerd worden.

Zoals in figuur 2 is geïllustreerd, kunnen de hamburgers H uitkomend uit de inrichting 300 binnen een dwarsreeks in positie variëren, zowel in X- als in Y-richting. Op het transportvlak 30 van de invoertransporteur 10 worden de in een dwarsreeks gelegen burgers H lijn voor lijn met de camera 7 opgenomen. Deze meetgegevens worden in de besturingseenheid verwerkt tot een beeld voor elke burger H. De vorm en grootte van dat beeld wordt in de besturingseenheid vergeleken met ingevoerde streefwaardesZ-bereiken voor de vorm en grootte. Voorts wordt op basis van dat beeld een indicatie voor het midden -in Y-richting en in X-richting- van de betreffende burger berekend, bijvoorbeeld het oppervlaktezwaartepunt. Het is ook mogelijk dat alleen het midden voor wat betreft de Y-richting berekend wordt.

Indien de gemeten dwarsreeks burgers althans één burger bevat waarvoor de uitkomst van de vergelijking negatief is, stuurt de besturingseenheid 100 de motor 14 aan, waardoor het deel 12a van de aflegtransporteur neerwaarts klapt en die dwarsreeks als geheel in richting C in de aflegcontainer 200 terecht komt.

Voor de dwarsreeksen burgers H die wel een vergelijking met positieve uitkomst hebben worden door de besturingseenheid 100 op basis van de berekende middens M1-M4 en de verschillen (δ1-δ4) ten opzichte van de hartlijnen S1-4 (zie figuur 2) in Y-richting de motoren 40a-d aangestuurd om de sledes 40a-d te verplaatsen in Y-richting (in figuur 2 respectievelijk E1, E2, E2 en E2) om de middens van de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs 18a-d in lijn te brengen met de berekende middens M1-M4 van de burgers van dwarsreeks H1. Omdat de benedenstroomse eindrollen 21a-d van de eerste subtransporteurs 18a-d in Y-richting op hun plaats blijven nemen de eerste subtransporteurs 18a-d dan, in bovenaanzicht beschouwd, een schuine stand ten opzichte van de X-richting in. De hartlijnen van de bovenstroomse eindrollen 20ad en van de benedenstroomse eindrollen 21a-d van de eerste subtransporteurs 18a-d blijven steeds parallel aan elkaar en aan de y-richting.

Nadat de bovenstroomse eindrollen 20a-d op de juiste positie in Yrichting gebracht zijn worden de burgers van dwarsreeks H1 daarop opgenomen en verder getransporteerd. Zodra de burgers van dwarsreeks H1 geheel op de snaren 17a-d liggen en de volgende dwarsreeks gescand en berekend is kan de besturingseenheid de motoren 40a-d weer aansturen voor uitlijning met de middens van de burgers van die volgende dwarsreeks.

In figuur 2 is de situatie afgebeeld waarin de burgers van de dwarsreeks H2 zich halverwege de eerste subtransporteurs 18a-d bevinden, en de burgers van de volgende dwarsreeks H1 op het punt staan opgenomen te worden op de eerste subtransporteurs. De eerste subtransporteurs 18a-d worden door de motor 19 continu aangedreven via de eindrollen 21a-d. . De aan de dwarsreeks H2 voorafgaande dwarsreeks H3 is in de figuur aangekomen aan het benedenstroomse eind van de eerste subtransporteurs. Zoals te zien is voor de burgers van die dwarsreeks de positie in Y-richting gelijk, maar niet de positie in X richting.

Dit verschil wordt opgemerkt met de fotocellen 22 en doorgegeven aan de besturingseenheid 100. Daarin wordt berekend voor welke periode de betreffende tweede subtransporteur 23a-d moet worden aangedreven om de betreffende burger aan het benedenstroomse eind van de tweede subtransporteur met de voorrand op één lijn in Y-richting te brengen met de voorranden van de andere burgers van die dwarsreeks. Dit is weergegeven met de dwarsreeks H4, die zojuist aan de tweede subtransporteurs is afgegeven, en met de dwarsreeks H5, waarvan de burgers aan de voorranden met elkaar in één dwarslijn liggen. De uitlijning in Y-richting is al eerder bewerkstelligd, voor de burgers van de dwarsreeksen H3 en H4.

Daarmee zijn aan de uitvoerzijde van het transporteursamenstel 1 de variabele posities van de burgers in een dwarsreeks omgezet in gekende en gewenste posities van die burgers, waardoor de verdere behandeling van die burgers, zoals stapeling met tussenplaatsing van vellen en plaatsing in houders 5 op berouwbare wijze kan worden uitgevoerd.

De uitvinding(en) is/zijn geenszins beperkt tot de in de tekeningen en beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringen. De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de 10 uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Variaties zijn mogelijk van de in de tekeningen getoonde en in de beschrijving beschreven onderdelen. Zij kunnen apart worden toegepast in andere uitvoeringen van de uitvinding(en). Onderdelen van 15 verschillende gegeven voorbeelden kunnen met elkaar gecombineerd worden.

Claims

1. Transporteursamenstel voor het liggend transporteren van in serie aangevoerde dwarsreeksen producten in X-richting van een invoer naar een uitvoer, omvattend:

-een aan de invoerzijde gelegen invoertransporteur;

-een programmeerbare besturingseenheid welke ingericht is voor ontvangst en bewerking van de opneemgegevens van de eerste opname-inrichting en voor aansturing daarvan van de eerste correctie-inrichting, indien de producten binnen de opgenomen dwarsreeks niet in Y-richting op de gewenste positie liggen, -waarbij de eerste correctie-inrichting een eerste transporteur omvat en een eerste aandrijving daarvoor voor transport van de producten in X-richting,

-waarbij de eerste transporteur benedenstrooms van de invoertransporteur gelegen is.

2. Transporteursamenstel volgens conclusie 1, voorts omvattend:

-een tweede opname-inrichting voor het opnemen van de positie van de producten binnen een dwarsreeks, in X-richting;

-een tweede correctie-inrichting voor het beïnvloeden van de posities in X-richting van de producten binnen een dwarsreeks;

-waarbij de programmeerbare besturingseenheid tevens ingericht is voor ontvangst en bewerking van de opneemgegevens van de tweede opnameinrichting en voor aansturing van de tweede correctie-inrichting indien de producten binnen de opgenomen dwarsreeks niet in X-richting op de gewenste positie liggen,

-waarbij de tweede correctie-inrichting een tweede transporteur omvat en een tweede aandrijving daarvoor voor transport van de producten in X-richting, -waarbij de tweede transporteur een aantal naast elkaar opgestelde tweede subtransporteurs omvat voor respectief transport in X-richting van de in een dwarsreeks gelegen producten, volgens naast elkaar gelegen banen, waarbij de tweede aandrijving van de tweede correctie-inrichting tweede subaandrijvingen omvat voor het afzonderlijk van elkaar aandrijven van de tweede subtransporteurs voor het in X-richting uitlijnen van de producten binnen een dwarsreeks, welke tweede subaandrijvingen daartoe aanstuurbaar zijn door de besturingseenheid in respons op de van de tweede opname-inrichting ontvangen opneemgegevens betreffende de posities van de producten in een dwarsreeks in X-richting,

-waarbij de tweede transporteur benedenstrooms van de invoertransporteur gelegen is en bij voorkeur benedenstrooms de eerste transporteur.

3. Transporteursamenstel volgens conclusie 1 of 2,

-waarbij de benedenstroomse einden van de eerste subtransporteurs met de hatrtlijnen op onderling gelijke afstanden in Y-richting van elkaar gelegen zijn, overeenkomend met de gewenste posities.

4. Transporteursamenstel volgens conclusie 1,2 of 3,

-waarbij de eerste opname-inrichting opgesteld is voor beeldopname van de producten liggend op de invoertransporteur,

5. Transporteursamenstel volgens conclusie 4,

-waarbij de eerste opname-inrichting een camera, bij voorkeur een lijnscanner omvat.

6. Transporteursamenstel volgens conclusie 5,

-waarbij de besturingseenheid tevens ingericht is voor het op basis van opneemgegevens van de eerste opname-inrichting berekenen van een indicatie van de vorm en/of grootte van de producten.

7. Transporteursamenstel volgens conclusie 6,

-waarbij de besturingseenheid ingericht is voor het op basis van de opneemgegevens van de eerste opname-inrichting berekenen van een Y15 referentiepunt van de producten.

8. Transporteursamenstel volgens conclusie 6 of 7,

-waarbij de besturingseenheid tevens ingericht is voor het vergelijken van de berekende indicatie van de vorm en/of grootte van de producten met in de besturingseenheid ingevoerde streefwaarden voor de vorm en/of grootte van de producten,

-waarbij het transporteursamenstel voorts omvat:

-een afleginrichting voor het afleggen van dwarsreeksen producten waarin zich één of meer ongewenste producten bevinden, welke aanstuurbaar is door de besturingseenheid in afhankelijkheid van de uitkomst van de door de besturingseenheid uitgevoerde vergelijking inzake vorm en/of grootte.

9. Transporteursamenstel volgens conclusie 8,

-waarbij de afleginrichting een aflegtransporteur omvat die tussen de invoertransporteur en de eerste transporteur is gelegen.

10. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, wanneer afhankelijk van conclusie 2,

-waarbij de tweede opname-inrichting direct bovenstrooms van de tweede correctie-inrichting gelegen is.

11. Transporteursamenstel volgens conclusie 10,

-waarbij de tweede opname-inrichting in X-richting beschouwd tussen de eerste en de tweede transporteurs gelegen is.

12. Transporteursamenstel volgens conclusie 10 of 11,

-waarbij de tweede opname-inrichting ingericht is voor het opmerken van de voorlopende randen van de producten,

13. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, -waarbij de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs omlooprollen omvatten, die op een dwarsas gelagerd zijn en door de eerste subaandrijvingen over die dwarsas afzonderlijk in Y-richting verplaatsbaar zijn.

14. Transporteurssamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs omlooprollen omvatten, die door de eerste subaandrijvingen afzonderlijk in Y-richting verplaatsbaar zijn.

15. Transporteurssamenstel volgens conclusie 14, waarbij de bovenstroomse omlooprollen ondersteund zijn op sledes, die in Y-richting verschuifbaar zijn op dwarsgeleiders.

16. Transporteurssamenstel volgens conclusie 14 of 15, waarbij de respectieve eerste subaandrijvingen in X-richting verzet ten opzichte van elkaar gelegen zijn.

17. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, -waarbij de eerste subtransporteurs een elastisch rekbaar transportvlak bieden.

18. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste subtransporteurs samengesteld zijn uit een aantal parallelle koorden of snaren.

19. Transporteuropstelling omvattend:

-een transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies,

20. Transporteuropstelling volgens conclusie 19, voorts omvattend

-een inrichting voor het vervaardigen van voedselproducten, in het bijzonder voor het vervaardigen van hamburgers, welke inrichting opgesteld is voor afgifte van de vervaardigde voedselproducten aan de invoertransporteur.

21. Werkwijze voor het uitlijnen van producten welke in dwarsreeksen worden getransporteerd in X-richting, omvattend de volgende stappen:

c) -het na de bepaling van die positie-indicatie, in X-richting transporteren van de producten in de dwarsreeks op een eerste transporteur omvattend een aantal naast elkaar opgestelde eerste subtransporteurs, met elk product binnen een dwarsreeks op een eigen eerste subtransporteur,

d) -het, voorafgaande aan de ontvangst van de producten van de dwarsreeks, op basis van de uitkomst van voornoemde vergelijking door de besturingseenheid al dan niet laten wijzigen van de positie in Y-richting van de bovenstroomse einden van de eerste subtransporteurs, afzonderlijk, en

e) -het van de eerste subtransporteurs, aan een volgende transporteur afgeven van de producten van een dwarsreeks waarbij binnen de dwarsreeks de producten op de gewenste posities in Y-richting gelegen zijn.

22. Werkwijze volgens conclusie 21,

-waarbij de eerste subtransporteurs aan hun bovenstroomse einden en de benedenstroomse einden eerste en tweede eindrollen omvatten, en de hartlijnen van die eerste en tweede eindrollen steeds zuiver parallel aan elkaar gehouden worden.

23. Werkwijze volgens conclusie 21 of 22,

-waarbij de positie in Y-richting van de benedenstroomse einden van de eerste subtransporteurs ongewijzigd blijft tijdens het wijzigen van de transportrichting.

24. Werkwijze volgens conclusie 21,22 of 23,

-waarbij voordat stap e) uitgevoerd wordt voor de producten van een dwarsreeks de stappen a)-d) uitgevoerd worden voor de daarop volgende dwarsreeks producten.

25. Werkwijze volgens één der conclusies 21-24, omvattend de volgende stappen:

g) -het vergelijken van de bepaalde X-positie-indicaties met referentielijn in Yrichting;

26. Werkwijze volgens conclusie 25,

-waarbij stap f) uitgevoerd wordt na stap d), waarbij in het bijzonder de volgende transporteur in stap e) de tweede transporteur van stap h) is.

27. Werkwijze volgens één der conclusies 21 -26,

-waarbij de producten voedselproducten zijn.

28. Werkwijze volgens conclusie 27,

-waarbij de voedselproducten burgers zijn welke vervaardigd zijn door doorvoer van porties bereid gehakt tussen twee pletbanden.

29. Werkwijze volgens één der conclusies 21-28, wanneer afhankelijk van conclusie 25,

-waarbij de producten van een dwarsreeks, na in X-richting gelijkliggend en in Yrichting met hun middens op onderling gelijke tussenafstanden gebracht te zijn, worden afgegeven aan een reeks houders.

5

30. Transporteursamenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

31. Transporteuropstelling voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen

10 getoonde kenmerkende maatregelen.

32. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen.