NL2020500B1 - Scherm, en werkwijze voor het opbouwen van een scherm - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een scherm voor beschutting tegen zon of regen, omvattend: een langgerekte behuizing, twee geleiders die zijn aangebracht aan de langgerekte behuizing, waarbij de twee geleiders zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken, een of meer dragers die beweegbaar zijn opgenomen in en tussen de twee geleiders, en een of meer doekstukken tussen de behuizing en een van de ene of meerdere dragers of tussen. twee aangrenzende dragers, waarbij een aandrijfmechanisme is aangebracht in elk van de twee geleiders, dat werkzaam is verbonden met een aangedreven drager voor het bewegen daarvan tussen een uitgeklapte en een ingeklapte toestand, waarbij een aandrijving is aangebracht in de behuizing voor het aandrijven van de aandrijfmechanismen van de twee geleiders, waarbij de aandrijving en de aandrijfmechanismen zodanig zijn geconfigureerd, dat bij het aanbrengen van elk van de twee geleiders de aandrijving“ en het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders direct worden gekoppeld.

Description

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scherm voor beschutting tegen zon of regen. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een scherm.

Een dergelijk scherm is bekend uit bijvoorbeeld EP 1 964 998 BI. Het scherm omvat doekstukken aan dragers die beweegbaar zijn langs een paar geleiders; middelen voor het verschaffen van een riemaandrijving langs de geleiders, omvattend in elke geleider een aandrijfpoelie voor het overbrengen van een beweging naar de riem; en een overbrenging voor het overbrengen van een synchrone rotatie naar de aandrijfpoelies, waarvan elk is voorzien van een eigen aandrijfsas, waarbij de overbrenging een overbreng-as omvat onafhankelijk van elk van de aandrijfassen, waarbij een tandwieloverbrenging is geplaatst tussen de overbreng-as en elk van de aandrijfassen voor het overbrengen van de synchrone rotatie naar de aandrijfpoelies.

In ingeschoven toestand bevinden de dragers zich tegen elkaar aan, tegen de behuizing, en hangen de doekdelen er guirlandegewijs onder. Bij gebruik worden de dragers met doekstukken door de riemaandrijving in de geleiders van de behuizing af bewogen, tot de doekdelen strak staan en de gewenste beschutting bieden.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een probleem van dit soort schermen is dat op de plaats waar de geleiders en de behuizing samenkomen, een aantal constructieve functies gerealiseerd dienen te worden: de bevestiging van de geleiders en het opvangen van het gewicht van de dragers en de geleiders met doekdelen; het voorzien in een scharnierpunt, waardoor de helling van het scherm kan worden ingesteld; het overbrengen van kracht van de aandrijving naar riemaandrijving in de geleider; en het afstellen van de aandrijfmechanismen zodat de dragers evenwijdig aan de behuizing staan. De bekende schermen hebben complexe constructies voor het realiseren van deze constructieve functies.

Het is een doel van de huidige uitvinding om een vereenvoudigd scherm, een eenvoudiger op te bouwen scherm of een alternatief scherm te verschaffen.

De uitvinding verschaft vanuit een eerste aspect een scherm voor beschutting tegen zon of regen, het scherm omvattend: een langgerekte behuizing met een longitudinale as, twee geleiders die zijn aangebracht of aanbrengbaar zijn aan de langgerekte behuizing, waarbij de twee geleiders zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van de longitudinale as van de behuizing en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekken, één of meer dragers die beweegbaar zijn opgenomen in en tussen of onder de twee geleiders, en één of meer doekstukken die elk zijn aangebracht tussen de behuizing en één van de ene of meerdere dragers of tussen twee aangrenzende dragers, waarbij een aandrijfmechanisme is aangebracht in elk van de twee geleiders, dat werkzaam is verbonden met een aangedreven drager van de ene of meerdere dragers, waarbij het aandrijfmechanisme is ingericht voor het bewegen van de aangedreven drager tussen een uitgeschoven en een ingeschoven toestand, waarbij een aandrijving is aangebracht in de behuizing, die is ingericht voor het aandrijven van het aandrijfmechanisme in elk van de twee geleiders, waarbij de aandrijving en het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders zodanig zijn geconfigureerd, dat bij het aanbrengen van elk van de twee geleiders de aandrijving en het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders direct worden gekoppeld.

Met het scherm volgens de uitvinding is het mogelijk om elk van de geleiders aan te brengen in de behuizing van het scherm, waarbij tijdens het aanbrengen van elk van de geleiders het aandrijfmechanisme daarvan en de aandrijving in de behuizing direct worden gekoppeld. Wanneer de aandrijving is gekoppeld met het aandrijfmechanisme in een respectievelijke geleider, dan kan de aandrijving het aandrijfmechanisme aandrijven en is het scherm bruikbaar. Het aanbrengen van een geleider en het koppelen daarvan met de aandrijving kan aldus in een enkele handeling worden uitgevoerd. Ook kan de synchronisatie van de dragers zo nodig worden hersteld door het oplichten van een geleider, waardoor de aandrijving en het aandrijfmechanisme even ontkoppeld kunnen worden. Het scherm volgens de uitvinding is aldus eenvoudiger op te bouwen dan het bekende scherm.

Verder heeft het scherm volgens de uitvinding een eenvoudige constructie, aangezien de aandrijving en de aandrijfmechanismen van elk van de geleiders direct in verbinding staan. Dit is voordelig aangezien het scherm volgens de uitvinding aldus een vereenvoudigd scherm is in vergelijking met het bekende scherm.

Het wordt opgemerkt dat in de context van de onderhavige octrooiaanvrage, de aangedreven drager dient te worden begrepen als de voorste of de leidende drager. Ofwel de drager die het verst van de behuizing af is gelegen.

In een uitvoeringsvorm omvat het aandrijfmechanisme van elke geleider een eerste aandrijfwiel dat is aangebracht aan het naar de behuizing gerichte uiteinde van de respectievelijke geleider. In een verdere uitvoeringsvorm daarvan heeft de aandrijving in de behuizing twee tweede aandrijfwielen, waarbij elk van de twee tweede aandrijfwielen is ingericht voor het aangrijpen van het eerste aandrijfwiel van één van de twee geleiders. Door het in aangrijping brengen van elk van de twee tweede aandrijfwielen met het eerste aandrijfwiel van het aandrijfmechanisme van een respectievelijke geleider, is een directe overbrenging tussen de aandrijving en het aandrijfmechanisme in elk van geleiders bewerkstelligd.

In de context van de onderhavige octrooiaanvrage kunnen de twee tweede aandrijfwielen zijn gevormd door twee tandkransen, zoals kunststof tandkransen, die aan de tegenovergelegen uiteinden van een buis, zoals een gladde stalen buis, zijn aangebracht.

In een uitvoeringsvorm is het eerste aandrijfwiel een eerste getand aandrijfwiel en zijn de twee tweede aandrijfwielen tweede getande aandrijfwielen. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat door het in elkaar aangrijpen van het eerste getande aandrijfwiel en één van de tweede getande aandrijfwielen een betrouwbare overbrenging is gerealiseerd.

In een uitvoeringsvorm heeft de aandrijving in de behuizing een aandrijfbuis met een getand buitenoppervlak, en een buismotor die is aangebracht in de aandrijfbuis en die werkzaam is gekoppeld met de aandrijfbuis voor het in rotatie aandrijven daarvan, waarbij de aandrijfbuis is ingericht voor het aangrijpen van het eerste aandrijfwiel van de twee geleiders. Bij voorkeur is de aandrijfbuis één getand aluminium extrusieprofiel. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het gebruik van één getand aluminium extrusieprofiel als aandrijfbuis het aantal benodigde onderdelen tot een minimum beperkt, waardoor onder andere minder montagetijd nodig is voor het opbouwen van het scherm.

In een uitvoeringsvorm is het aandrijfmechanisme van elk van de geleiders een riemaandrijfmechanisme, waarbij het aandrijfmechanisme een eerste getand draaiwiel aan het naar de behuizing toe gerichte uiteinde, een tweede getand draaiwiel aan het van de behuizing weggerichte uiteinde, en een tandsnaar omvat die is gespannen door het eerste en het tweede getande draaiwiel. In een uitvoeringsvorm daarvan zijn het eerste getande draaiwiel en het eerste aandrijfwiel in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar aangebracht. Bij voorkeur zijn het eerste getande draaiwiel en het eerste aandrijfwiel in hoofdzaak coaxiaal ten opzichte van elkaar aangebracht. Een voordeel van het coaxiaal ten opzichte van elkaar aanbrengen van het eerste getande draaiwiel en het eerste aandrijfwiel is dat het overbrengen van de beweging vanaf de aandrijving naar het aandrijfmechanisme en het aandrijven van het aandrijfmechanisme van de respectievelijke geleider in hoofdzaak door dezelfde onderdelen van de respectievelijke geleider wordt bewerkstelligd. Hierdoor kan het aantal benodigde onderdelen in de geleiders worden beperkt.

In een uitvoeringsvorm omvat elk van de geleiders een of meer bevestigingsonderdelen voor bevestiging daarvan aan de behuizing. In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de behuizing voor elk van de geleiders een console voor het bevestigen van de respectievelijke geleider aan de behuizing .

In een uitvoeringsvorm is elke console voorzien van een bevestigingsplaat voor bevestiging van de console aan ten minste de behuizing, en één of meer opnamebeugels met een opname-uitsparing voor het draaibaar opnemen van de ene of meerdere bevestigingsonderdelen van de respectievelijke geleider. In de praktijk kan de console door middel van de bevestigingsplaat worden bevestigd aan de behuizing en aan de muur waaraan de behuizing is aangebracht. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat ten minste één van de geleiders eenvoudig kan worden gelift om bijvoorbeeld de positie en/of oriëntatie van de ene of meerdere dragers ten opzichte van de behuizing af te stellen.

Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat een scharnierpunt wordt verschaft voor het scharnieren van de twee geleiders ten opzichte van de behuizing. Op deze wijze kan de helling van het doek eenvoudig worden aangepast .

In een uitvoeringsvorm zijn de ene of meerdere bevestigingsonderdelen coaxiaal aangebracht ten opzichte van het eerste getande draaiwiel en het eerste aandrijfwiel. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de constructieve functies die gerealiseerd dienen te worden op de plaats waar de geleiders en de behuizing samen komen, worden vervuld door dezelfde onderdelen, terwijl zonder noodzaak van enige afstelling onder elke hoek van het scherm de aandrijvende functie behouden blijft. Deze constructieve functies behelzen bevestiging van de geleiders en het opvangen van het gewicht van de dragers en de geleiders met doekstukken; het voorzien in een scharnierpunt, waardoor de helling van het doek kan worden ingesteld; het overbrengen van de beweging van de aandrijving naar het aandrijfmechanisme in elke geleider; en het afstellen van de aandrijfmechanismen zodat de dragers evenwijdig aan de behuizing staan. Opbouwen van het scherm beperkt zich daarom tot het in een vooraf opgebouwde behuizing aanbrengen van vooraf opgebouwde geleiders. Hierdoor is een voordelige vereenvoudiging van het scherm met beperking van het aantal onderdelen in het scherm bereikt. Daarnaast is het opbouwen van het scherm eenvoudig geworden .

In een uitvoeringsvorm is/zijn één van het eerste getande aandrijfwiel en de twee tweede getande aandrijfwielen vervaardigd van kunststof en is/zijn de andere van het eerste getande aandrijfwiel en de twee tweede getande aandri jfwielen vervaardigd van aluminium. Een voordeel van het gebruik van bijvoorbeeld een kunststof eerste getand aandrijfwiel en een aluminium tweede getand aandrijfwiel is dat slijtage door aangrijping van het eerste getande aandrijfwiel en het tweede getande aangrijpwiel tot een minimum wordt beperkt. Daarnaast is weinig tot geen onderhoud benodigd, aangezien het bijvoorbeeld niet nodig is om de eerste en tweede aandrijfwielen te smeren.

Vanuit een tweede aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het opbouwen van een scherm volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het positioneren van de behuizing; en het aanbrengen van de twee geleiders, waarbij de aandrijving en het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders zodanig zijn geconfigureerd, dat bij het aanbrengen van elk van de twee geleiders, bij voorkeur onder elke voorziene hoek van het scherm met de grond, de aandrijving en het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders direct worden gekoppeld.

De werkwijze heeft ten minste dezelfde voordelen als die zijn genoemd met betrekking tot het scherm volgens het eerste aspect van de uitvinding.

In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stap van het afstellen van de aandrijfmechanismen van de twee geleiders om de ene of meerdere dragers in hoofdzaak evenwijdig aan de behuizing te positioneren. In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de stap van het afstellen de stappen van het optillen van ten minste één van de geleiders en het verstellen van het aandrijfmechanisme van de ten minste ene geleider. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat op eenvoudige wijze de positie en/of oriëntatie van de ene of meerdere dragers ten opzichte van de behuizing kan worden afgesteld.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:

figuur 1 een scherm met een behuizing en een eerste geleider, een tweede geleider en een doek in een uitgeschoven toestand volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

figuur 2 een gedeeltelijk zijaanzicht van het scherm van figuur 1 in ingeschoven toestand;

figuur 3 een isometrisch aanzicht van een eerste geleider van figuur 1;

figuren 4A - 4B een isometrisch van een deel van de behuizing en de tweede geleider uit figuur 1 respectievelijk een dwarsdoorsnede volgens vlak IVB; en figuren 5A - 5B een isometrisch aanzicht van een aandrijfwiel, een eerste getand draaiwiel, een tandsnaar, een console, en een rotor in ontkoppelde respectievelijk gekoppelde toestand.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Een scherm 1 voor beschutting tegen zon of regen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is getoond in figuur 1. Het scherm 1 omvat een behuizing 2, bijvoorbeeld, voor het bevestigen van het scherm 1 tegen een niet getoonde muur van een woning. Aan de behuizing 2 zijn een eerste geleider 3 en een tweede geleider 4 aangebracht. De eerste geleider 3 en de tweede geleider 4 zijn parallel ten opzichte van elkaar aangebracht en strekken zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van de behuizing 2 uit. Tussen de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4 zijn dragers 5 aangebracht waarvan de tegenover elkaar gelegen uiteinden beweegbaar zijn opgenomen in de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4. Tussen de behuizing 2 en de aangrenzende drager 5 en tussen aangrenzende dragers 5 zijn doekstukken 6 aangebracht. De combinatie van doekstukken 6 en dragers 5 vormen een doek 7 voor het beschutten van de ondergelegen ruimte, wanneer het doek 7 in de uitgeschoven toestand is, zoals getoond in figuur 1.

Zoals getoond in figuur 1 is een dwarsbalk 8 aangebracht aan de van de behuizing 2 weggerichte einden van de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4. Nabij het van de behuizing 2 weggerichte einde van elk van de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4 is een steunpilaar 9 aan de dwarsbalk 8 aangebracht voor het ondersteunen van ten minste de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4 ten opzichte van een niet getoonde ondergrond.

In een andere niet getoonde uitvoeringsvorm kan het scherm 1 zijn opgehangen in een bestaande constructie zonder het gebruik van steunpilaren 9.

In figuur 2 is een gedeeltelijk zijaanzicht van het scherm 1 in ingeschoven toestand getoond, waarin de behuizing 2, de eerste geleider 3 en de doekstukken 6 zijn getoond. Wanneer het scherm in de ingeschoven toestand is, zijn de dragers 5 in hoofdzaak tegen elkaar aan geplaatst en naar de behuizing 2 toe bewogen. De doekdelen 6 hangen in zijaanzicht gezien onder de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4, daarbij zakken vormend. Met andere woorden, de doekdelen 6 hangen guirlandegewijs onder de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4, gezien in zijaanzicht .

Zoals getoond in figuur 3 heeft de eerste geleider 3 een langgerekt geleidingslichaam 40. Aan een naar de andere geleider 3,4 gerichte zijde 41 is het geleidingslichaam 40 voorzien van een langgerekte sleuf 42. De langgerekte sleuf 42 is ingericht voor het beweegbaar opnemen van een uiteinde van elk van de dragers 5. In het langgerekte geleidingslichaam 40 is een holte 43 voorzien die zich uitstrekt tussen de eerste zijde 44 en de in longitudinale richting tegenoverliggende tweede zijde 45. In de holte 43 is een eindeloze tandsnaar 46 aangebracht die zich uitstrekt voorbij elk van de eerste zijde 44 en de tweede zijde 45. De eindeloze tandsnaar 46 is gespannen tussen een eerste getand draaiwiel 47 aan de eerste zijde 44, en een tweede getand draaiwiel 48 aan de tweede zijde 45. Een spaninrichting 49 is aangebracht aan de tweede zijde 45, welke spaninrichting 49 is verbonden met het tweede getande draaiwiel 48 voor het op spanning houden van de eindeloze tandsnaar 46. De eindeloze tandsnaar 46 staat in werkzame verbinding met ten minste de drager 5 die het verst van de behuizing 2 af ligt, wanneer het scherm 1 in de uitgeschoven toestand is.

In een verdere niet getoonde uitvoeringsvorm van het scherm 1 kan de langgerekte sleuf 42 aan de onderkant van het langgerekte geleidingslichaam 40 zijn voorzien.

Het eerste getande draaiwiel 47 heeft een aandrijfas 50 die zich uitstrekt door het aandrijfwiel 47. Een getand aandrijfwiel 51 met meerdere tanden 52 aan het buitenoppervlak daarvan is aangebracht naburig aan het eerste getande draaiwiel 47, waarbij het getande aandrijfwiel 51 is aangebracht aan de aandrijfas 50. Wanneer het getande aandrijfwiel 51 wordt geroteerd, dan zal het eerste getande aandrijfwiel 51 eveneens roteren. Door het roteren van het eerste getande aandrijfwiel 51 wordt de eindeloze tandsnaar 46 in beweging gebracht, waardoor de met de eindeloze tandsnaar 46 verbonden drager 5 wordt bewogen door de sleuf 42. Aangezien de dragers 5 onderling zijn verbonden door de doekstukken 6 zullen de volgende dragers 5 met de aangedreven drager 5 meebewegen wanneer het scherm 1 in de uitgeschoven toestand wordt gebracht. Bij het naar de ingeschoven toestand brengen van het scherm 1, zal de aangedreven drager 5 de overige dragers 5 naar de behuizing 2 duwen. De rotatie-as 50 valt aan beide uiteinden in een lager in een bevestigingsonderdeel 53, dat vast verbonden is met geleider 4 en dat roteerbaar aanbrengbaar is in de behuizing 2 bij het bevestigen van de eerste geleider 3 in de behuizing 2. De bevestigingsonderdelen 53, het eerste getande draaiwiel 47 en het aandrijfwiel 51 zijn coaxiaal ten opzichte van elkaar.

Het aandrijfwiel 51 kan zijn vervaardigd uit kunststof of aluminium.

In het scherm 1 volgens de onderhavige octrooiaanvrage zijn de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4 in hoofdzaak identiek doch keer-symmetrisch uitgevoerd.

Een isometrisch aanzicht van de behuizing 2 en de tweede geleider 4 van het scherm 1 uit figuur 1 is getoond in figuur 4A, waarbij enkel de beschreven elementen zijn getoond in het figuur. De behuizing 2 heeft een behuizingslichaam 20 dat een onderst behuizinglichaamsdeel 21 en een bovenst behuizinglichaamsdeel 22 omvat. Aan het eerste uiteinde 23 van de behuizing 2 is een eerste eindbedekking 24 voorzien voor het bedekken van het eerste uiteinde 23 van de behuizing 2.

Zoals getoond in figuren 4A en 4B heeft het onderste behuizingslichaamsdeel 21 een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede. Een aandrijving 25 is aangebracht in het onderste behuizingslichaamsdeel 21. Optioneel kan de bodem van het onderste behuizingslichaamsdeel 21 worden opengeklapt voor het vervangen van de aandrijving 25. De aandrijving 25 heeft een buismotor 26 en een aandrijfbuis 27 waarin de buismotor 26 is opgenomen. De buismotor 26 is werkzaam gekoppeld met de aandrijfbuis 27 voor het in rotatie aandrijven van de aandrijfbuis 27. De aandrijfbuis 27 heeft aan het buitenoppervlak daarvan een meervoud van tanden 28 voor het verschaffen van een getand buitenoppervlak. De buismotor 26 is bestuurbaar op een op zich bekende wijze.

De aandrijfbuis 27 kan zijn vervaardigd uit aluminium, en is bij voorkeur vervaardigd uit een ander materiaal dan het aandrijfwiel 51 van de geleiders 3, 4.

Zoals getoond in figuur 4A heeft het bovenste behuizingslichaamsdeel 22 een aanligzijde 29 en een tegenovergelegen inwendige zijde 30. De aanligzijde 29 is ingericht om bijvoorbeeld tegen een niet getoonde muur van een woning aan te liggen. Aan de inwendige zijde 30 van het bovenste behuizingslichaamsdeel 22 is een console 31 voor zien. De console 31 heeft een bevestigingsplaat 32 voor bevestiging van de console 31 aan de inwendige zijde 30 en de muur waaraan het scherm is opgehangen. Aan de van de inwendige zijde weggerichte zijde van de bevestigingsplaat 32 zijn twee opnamebeugels 33 voorzien die zich uitstrekken boven een deel van de aandrijving 25. Elk van de opnamebeugels 33 heeft een opname-uitsparing 34 voor het draaibaar opnemen van één van de bevestigingsonderdelen 53 van de respectievelijke geleider 3, 4. Een bevestigingsbeugel 35 wordt geplaatst over elk van de bevestigingsonderdelen 53, welke bevestigingsbeugels 35 zijn gefixeerd aan de opnamebeugels 33 door middel van schroeven 36.

Zoals getoond in figuur 4B zijn de tanden 52 van het aandrijfwiel 51 en de tanden 28 van de aandrijfbuis 27 in aangrijping. Wanneer de aandrijving 25 wordt ingeschakeld, dan zal de aandrijfbuis 27 roteren om de rotatie-as A. De beweging van de aandrijfbuis 27 zal worden overgebracht naar het aandrijfwiel 51 en het daarmee verbonden eerste getande draaiwiel 47. Door de rotatie van het eerste getande draaiwiel 47 wordt de eindeloze tandsnaar 46 aangedreven en aldus de daarmee verbonden aangedreven drager 5. Afhankelijk van de rotatierichting van de aandrijfbuis 27 wordt het scherm 1 in de uitgeschoven of de ingeschoven toestand gebracht.

Figuren 5A en 5B tonen schematisch het koppelen van één van de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4, waarbij ter verduidelijking een aantal onderdelen van het scherm 1 niet is getoond.

Zoals getoond in figuur 5A wordt de respectievelijke geleider 3, 4 opgebouwd aangeleverd, zodat de respectievelijke geleider 3, 4 direct kan worden bevestigd in de behuizing 2. Teneinde de respectievelijke geleider 3, 4 te bevestigen in de behuizing 2, dient ten eerste de geleider 3, 4 zodanig binnen de behuizing 2 te worden gepositioneerd, dat de bevestigingsonderdelen 53 zich boven de opnamebeugels 33 bevinden. Daarna kan de geleider 3, 4 worden neergelaten, zodat de bevestigingsonderdelen 53 worden opgenomen in de opname-uitsparingen 34 van de opnamebeugels 33, zoals getoond in figuur 5B. Wanneer de bevestigingsonderdelen 53 zijn opgenomen in de opnameuitsparingen 53, zijn de tanden 52 van het aandrijfwiel 51 5 en de tanden 28 van de aandrij fbuis 27 in aangrijping en kan het aandrijfwiel 51 direct worden aangedreven.

De helling van de eerste geleider 3 en de tweede geleider 4 kan naar wens worden aangepast, waarbij het aandrij fwiel 51 in aangrijping met de aandrij fbuis 27 zal 10 blijven.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen 15 voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (15)

1. CONCLUSIES

   1. Scherm voor beschutting tegen zon of regen, het scherm omvattend: een langgerekte behuizing met een longitudinale as, twee geleiders die zijn aangebracht of aanbrengbaar zijn aan de langgerekte behuizing, waarbij de twee geleiders zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van de longitudinale as van de behuizing en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekken, één of meer dragers die beweegbaar zijn opgenomen in en tussen of onder de twee geleiders, en één of meer doekstukken die elk zijn aangebracht tussen de behuizing en één van de ene of meerdere dragers of tussen twee aangrenzende dragers, waarbij een aandrijfmechanisme is aangebracht in elk van de twee geleiders, dat werkzaam is verbonden met een aangedreven drager van de ene of meerdere dragers, waarbij het aandrijfmechanisme is ingericht voor het bewegen van de aangedreven drager tussen een uitgeschoven en een ingeschoven toestand, waarbij een aandrijving is aangebracht in de behuizing, die is aandrij fmechanisme de aandrijving twee geleiders aanbrengen van en ingericht voor het aandrijven in elk van de twee geleiders, het aandrijfmechanisme van elk zodanig zijn geconfigureerd, dat bij het elk van de twee geleiders de aandrijving en van het waarbij van de het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders direct worden gekoppeld.
2. 2. Scherm volgens conclusie 1, waarbij het aandrijfmechanisme van elke geleider een eerste aandrijfwiel omvat dat is aangebracht aan het naar de behuizing gerich te uiteinde van de respectievelijke geleider.
3. 3. Scherm volgens conclusie 2, waarbij de aandrijving in de behuizing twee tweede aandrijfwielen heeft, waarbij elk van de twee tweede aandrijfwielen is ingericht voor het aangrijpen van het eerste aandri jfwiel van één van de twee geleiders.
4. 4. Scherm volgens conclusies 2 en conclusie 3, waarbij het eerste aandrijfwiel een eerste getand aandrijfwiel is en de twee tweede aandrijfwielen tweede getande aandrijfwielen zijn.
5. 5. Scherm volgens conclusie 2, waarbij de aandrijving in de behuizing een aandrijfbuis met een getand buitenoppervlak, en een buismotor heeft die is aangebracht in de aandrijfbuis en die werkzaam is gekoppeld met de aandri jfbuis voor het in rotatie aandrijven daarvan, waarbij de aandrijfbuis is ingericht voor het aangrijpen van het eerste aandrijfwiel van de twee geleiders, bij voorkeur waarbij de aandrijfbuis één getand aluminium extrusieprofiel is.
6. 6. Scherm volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aandrijfmechanisme van elk van de geleiders een riemaandrijfmechanisme is, waarbij het aandrijfmechanisme een eerste getand draaiwiel aan het naar de behuizing toe gerichte uiteinde, een tweede getand draaiwiel aan het van de behuizing weggerichte uiteinde, en een tandsnaar omvat die is gespannen door het eerste en het tweede getande draaiwiel.
7. 7. Scherm volgens conclusie 6, wanneer afhankelijk van conclusie 2, waarbij het eerste getande draaiwiel en het eerste aandrijfwiel in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht, bij voorkeur waarbij het eerste getande draaiwiel en het eerste aandrijfwiel in hoofdzaak coaxiaal ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
8. 8. Scherm volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk van de geleiders een of meer bevestigingsonderdelen omvat voor bevestiging daarvan aan de behuizing.
9. 9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing voor elk van de geleiders een console omvat voor het bevestigen van de respectievelijke geleider aan de behuizing.
10. 10. Inrichting volgens conclusie 8 en 9, waarbij elke console is voorzien van een bevestigingsplaat voor be vestiging van de console aan ten minste de behuizing, en één of meer opnamebeugels met een opname-uitsparing voor het draaibaar opnemen van de ene of meerdere bevestigingsonderdelen van de respectievelijke geleider.
11. 11. Inrichting volgens conclusie 10, wanneer afhankelijk van conclusie 7, waarbij de ene of meerdere bevestigingsonderdelen coaxiaal zijn aangebracht ten opzichte van het eerste getande draaiwiel en het eerste aandrijfwiel.
12. 12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, wanneer afhankelijk van conclusie 4, waarbij één van het eerste getande aandrijfwiel en de twee tweede getande aandrijfwielen is/zijn vervaardigd van kunststof en de andere van het eerste getande aandrijfwiel en de twee tweede getande aandrijfwielen is/zijn vervaardigd van aluminium.
13. 13. Werkwijze voor het opbouwen van een scherm volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het positioneren van de behuizing; en het aanbrengen van de twee geleiders, waarbij de aandrijving en het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders zodanig zijn geconfigureerd, dat bij het aanbrengen van elk van de twee geleiders de aandrijving en het aandrijfmechanisme van elk van de twee geleiders, bij voorkeur onder elke voorziene hoek van het scherm met de grond, direct worden gekoppeld.
14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, verder omvattend de stap van het afstellen van de aandrij fmechanismes van de twee geleiders om de ene of meerdere dragers in hoofdzaak evenwijdig aan de behuizing te positioneren.
15. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de stap van het afstellen de stappen omvat van het optillen van ten minste één van de geleiders en het verstellen van het aandrijfmechanisme van de ten minste ene geleider.

    -o-o-o-o-o-o-o-oBT/HZ

    C4 \

    Ó u*

    FIG. 4B

    FIG. 5A o τΓ

    FIG. 5B