NL2020375B1 - Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk - Google Patents

Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk Download PDF

Info

Publication number
NL2020375B1
NL2020375B1 NL2020375A NL2020375A NL2020375B1 NL 2020375 B1 NL2020375 B1 NL 2020375B1 NL 2020375 A NL2020375 A NL 2020375A NL 2020375 A NL2020375 A NL 2020375A NL 2020375 B1 NL2020375 B1 NL 2020375B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
scaffolding
girder
upright
coupling device
Prior art date
Application number
NL2020375A
Other languages
English (en)
Inventor
Christianus Johannus Maria Van Oers Petrus
Johannus Marinus Van Leent Antonius
Gerardus Franciscus Herman Kweens Ralph
Original Assignee
Brand Infrastructure Services B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Brand Infrastructure Services B V filed Critical Brand Infrastructure Services B V
Priority to NL2020375A priority Critical patent/NL2020375B1/nl
Priority to EP19719633.0A priority patent/EP3746613A1/en
Priority to PCT/NL2019/050065 priority patent/WO2019151862A1/en
Priority to CA3089940A priority patent/CA3089940A1/en
Priority to US16/967,078 priority patent/US12077974B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2020375B1 publication Critical patent/NL2020375B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/02Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
    • E04G7/06Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape
    • E04G7/12Clamps or clips for crossing members
    • E04G7/14Clamps or clips for crossing members for clamping the members independently
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/007Devices and methods for erecting scaffolds, e.g. automatic scaffold erectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/14Railings
    • E04G5/147Railings specially adapted for mounting prior to the mounting of the platform
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/02Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
    • E04G7/06Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape
    • E04G7/22Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape for scaffold members in end-to-side relation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B7/00Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
    • F16B7/04Clamping or clipping connections
    • F16B7/044Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship
    • F16B7/048Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for rods or for tubes without using the innerside thereof
    • F16B7/0486Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for rods or for tubes without using the innerside thereof forming an abutting connection of at least one tube
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/32Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements with coupling elements using wedges
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/34Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements with coupling elements using positive engagement, e.g. hooks or pins

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Emergency Lowering Means (AREA)
  • Movable Scaffolding (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Abstract

Bij het oprichten van een steigerwerl< wordt gebruik gemaakt van een l<oppelinrichting met een basisdeel (20) dat tijdelijk, doch betrouwbaar met een distale sectie van een liggerelement (10) wordt verbonden en met een koppeldeel (30) dat van het basisdeel (20) uitgaat. Het koppeldeel (30) omvat aan het uiteinde een haak (35) die om een opvolgende staander (5) van het steigerwerl< wordt geslagen om aldus een secundaire verbinding daarmee aan te gaan, terwijl een primaire verbinding (9,11) tussen de ligger (10) en de staander (5) eerst later wordt vervolmaakt.

Description

Octrooicentrum
Θ 2020375
Figure NL2020375B1_D0001
(2?) Aanvraagnummer: 2020375 (22) Aanvraag ingediend: 2 februari 2018
Int. Cl.:
E04G 7/00 (2018.01) © Aanvraag ingeschreven:
augustus 2019 (43) Aanvraag gepubliceerd:
Octrooi verleend:
augustus 2019
Octrooischrift uitgegeven:
augustus 2019
Octrooihouder(s):
Brand Infrastructure Services B.V. te Vlaardingen.
Uitvinder(s):
Petrus Christianus Johannus Maria van Oers te Nuenen.
Antonius Johannus Marinus van Leent te Tilburg.
Ralph Gerardus Franciscus Herman Kweens te Boxtel.
Gemachtigde:
drs. A.A. Jilderda te Eindhoven.
54) Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk © Bij het oprichten van een steigerwerk wordt gebruik gemaakt van een koppelinrichting met een basisdeel (20) dat tijdelijk, doch betrouwbaar met een distale sectie van een liggerelement (10) wordt verbonden en met een koppeldeel (30) dat van het basisdeel (20) uitgaat. Het koppeldeel (30) omvat aan het uiteinde een haak (35) die om een opvolgende staander (5) van het steigerwerk wordt geslagen om aldus een secundaire verbinding daarmee aan te gaan, terwijl een primaire verbinding (9,11) tussen de ligger (10) en de staander (5) eerst later wordt vervolmaakt.
NL B1 2020375
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
Steigerwerk, koppel in richting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een steigerwerk, omvattende een stelsel van staanderelementen en liggerelementen, welke liggerelementen zich althans in hoofdzaak in een dwarsrichting tussen opeenvolgende staanderelementen uitstrekken, waarbij de liggerelementen aan tegenoverliggende uiteinden van koppelmiddelen zijn voorzien vooreen primaire koppeling met daarmee corresponderende koppelmiddelen aan de staanderelementen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk omvattende het plaatsen van een stelsel van opeenvolgende staanderelementen en tussenliggende liggerelementen, welke liggerelementen aan tegenoverliggende uiteinden zijn voorzien van eerste koppelorganen en welke staanderelementen verdeeld over een lengte daarvan zijn voorzien van daarmee corresponderende tweede koppelorganen, waarbij een liggerelement op hoogte tussen een eerste staanderelement en een opvolgend tweede staanderelement wordt aangebracht door middel van een eerste primaire koppeling tussen een eerste en tweede koppelorgaan aan een distaai uiteinde van het liggerelement en een tweede primaire koppeling tussen een eerste en tweede koppelorgaan aan een proximaal uiteinde van het liggerelement.
Steigerwerken zijn algemeen voornamelijk bekend als tijdelijke stellage voor werkzaamheden op hoogte bij een gebouw of installatie. Gewoonlijk wordt het steigerwerk daarbij samengesteld uit staanders en liggers in de vorm van langwerpige buislichamen, gewoonlijk van staal of aluminium, die tezamen een stelsel vormen van opeenvolgende steigervakken. De staanders worden opgericht toegepast, terwijl de liggers daartussen worden bevestigd en bestemd en ingericht zijn om een steigervloer te dragen dan wel een veilige reling te vormen. Door middel van snelkoppelingen door middel van primaire koppelmiddelen tussen daartoe aan de uiteinden van de liggers voorziene koppelorganen enerzijds en passende koppelorganen op een regelmatige afstand op de staanders anderzijds wordt een steigerwerk opgebouwd.
Het doel van een steigerwerk is het veilig werken op hoogte toe te staan. Daartoe dient het steigerwerk aan uiteenlopende veiligheidseisen te voldoen en deugdelijk aan de vaste wereld te zijn verankerd. Eenmaal opgericht, kunnen veilig en verantwoord vanuit de steigervakken
-2werkzaamheden worden uitgevoerd. Elk vak is daarbij bij voorkeur voorzien van een reling als (extra) valbeveiliging waaraan desgewenst een valbeschermingsharnas kan worden gezekerd.
Hoewel het steigerwerk uiteindelijk een deugdelijke en veilige werkomgeving op hoogte biedt, geldt dat nog niet voor diegenen die het steigerwerk zelf dienen op te richten. Onvermijdelijk dient daarvoor eveneens op hoogte te worden gewerkt, terwijl voor iedere opvolgende laag van het steigerwerk nog geen reling of dergelijke aanwezig is waaraan kan worden gezekerd.
Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een steigerwerk dat niet alleen na oprichting een veilige werkomgeving biedt maar ook reeds ten tijde van de oprichting daarvan op een veilige en verantwoorde wijze kan worden opgebouwd.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een steigerwerk van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat ten minste één van de liggerelementen aan een distaai uiteinde is voorzien van een losneembare koppelinrichting, omvattende een basisdeel dat losneembaar met een lichaamsdeel van het liggerelement is verbonden en omvattende een koppeldeel met een koppelorgaan dat van het basisdeel uitgaat en dat in staat en ingericht is om op het opvolgende staanderelement aan te grijpen ten einde daarmee een secundaire koppeling aan te gaan. De koppelinrichting voorziet hierbij in een tijdelijke bevestiging die kan worden gelegd vooraleer de meer permanente primaire verbinding tot stand wordt gebracht. Deze tijdelijke, secundaire bevestiging biedt evenwel reeds een mogelijkheid om daaraan betrouwbaar te zekeren wanneer naderhand de primaire verbinding wordt gerealiseerd, terwijl daarvoor geen onbeveiligd werken op hoogte noodzakelijk is. Dit verschaft aldus ook reeds gedurende de oprichting van het steigerwerk veiligheid aan de daarbij betrokken werklui.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van steigerwerk volgens de uitvinding waarin de koppelinrichting zich uitermate praktisch en doeltreffende heeft bewezen, heeft als kenmerk dat de koppelinrichting een haakinrichting omvat, waarbij van het basisdeel een haakdeel uitgaat dat met een haakorgaan om een lichaamsdeel van het opvolgende staanderelement grijpt.
In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft het steigerwerk volgens de uitvinding als kenmerk dat het basisdeel een stel onderling scharnierende delen omvat die handmatig vanuit een open toestand in een onderling gesloten toestand manipuleerbaar zijn, in welke gesloten toestand
-3het lichaamsdeel van het liggerelement daartussen opgesloten ligt. De onderling scharnierende schaaldelen van de koppel in richting bieden hierbij een bijzonder praktische en eenvoudige methode om de koppelinrichting tijdelijk met het liggerelement te verenigen. Een bijzondere uitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat het basisdeel een schaaldeel omvat waarin het lichaamsdeel van het liggerelement althans in hoofdzaak passend ontvangbaar is en dat een grendel scharnierend met het schaaldeel is verbonden en aan een van het schaaldeel afgewende zijde over het lichaamsdeel van het liggerelement sluit.
Ter meerdere zekering heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding daarbij als kenmerk dat de grendel is voorzien van sluitmiddelen die de grendel in een gesloten toestand borgen. Nadat het basisdeel van de koppelinrichting aldus om het liggerelement is gesloten en vergrendeld, wordt het liggerelement met het koppelorgaan in aangrijping gebracht met het opvolgende staanderelement. Vervolgens wordt de proximale primaire koppeling tot stand wordt gebracht. Het liggerelement ligt in deze toestand tussen beide opeenvolgende staanderelementen opgesloten en is aldus daartussen gefixeerd. Eén en ander kan volledig vanaf de proximale zijde worden bewerkstelligd, welke zijde reeds primair is verbonden en dus steeds een mogelijkheid tot betrouwbare zekering verschaft.
Ten behoeve van een correcte plaatsing van de koppelinrichting op het liggerelement heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding als kenmerk dat de koppelinrichting fixatiemiddelen omvat, die aan de koppelinrichting en het liggerelement een vooraf bepaalde onderlinge oriëntatie en positie opleggen. Deze fixatiemiddelen omvatten in het bijzonder een nok die van de koppelinrichting uitgaat en die passend wordt ontvangen door een overeenkomstige sparing, holte of opening die van het liggerelement uitgaat zodat daartussen een voorafbepaalde stand en positie wordt aangenomen.
In lijn daarmee heeft een werkwijze van de in de aanhef beschreven soort voor het oprichten van een steigerwerk volgens de uitvinding als kenmerk dat, alvorens het liggerelement aan te brengen, het liggerelement aan het distale uiteinde wordt voorzien van een losneembare koppelinrichting, omvattende een basisdeel dat losneembaar met een lichaamsdeel van het liggerelement is verbonden en omvattende een koppeldeel met een derde koppelorgaan dat van het basisdeel uitgaat, dat het liggerelement met het derde koppelorgaan van de
-4koppelin richting aan het opvolgende staanderelement wordt gekoppeld en daarmee een secundaire koppeling tot stand wordt gebracht, dat achtereenvolgens de eerste primaire koppeling en de tweede primaire koppeling tot stand worden gebracht, en dat vervolgens de secundaire koppeling wordt verbroken en de koppelinrichting wordt afgenomen om vervolgens desgewenst voor een opvolgend liggerelement te worden gebruikt.
Ten behoeve van een voortdurende veiligheid heeft de werkwijze volgens de uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm als kenmerk dat de eerste en tweede primaire koppeling worden geborgd vooraleer de secundaire koppeling te verbreken. Aldus wordt de secundaire koppeling eerst verbroken nadat de primaire koppeling aan weerszijde is geborgd en gezekerd. Het zojuist aangebrachte liggerelement biedt nu reeds op zichzelf, dat wil zeggen ook zonder de secundaire koppeling, voldoende veiligheid, zodat de secundaire koppeling kan worden weggenomen zonder aan veiligheid in te boeten.
Om te vermijden dat de secundaire koppeling onverhoeds losraakt vooraleer de primaire koppeling tussen het liggerelement en beide aangrenzende staanderelement volledig tot stand is gebracht en is gezekerd, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding als kenmerk dat de koppelinrichting om een lichaamsdeel van het liggerelement wordt gelegd waardoor het lichaamsdeel daarin raakt opgesloten en dat de koppelinrichting in deze toestand wordt vergrendeld.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een koppelinrichting van de soort en configuratie zoals toegepast in het hiervoor beschreven steigerwerk en de hiervoor omschreven werkwijze volgens de uitvinding en zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een begeleidende tekening, in de tekening toont:
figuur 1 in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld van een koppelinrichting volgens de uitvinding in nog niet gemonteerde toestand;
figuur 2 de koppelinrichting van figuur 1 verbonden met een liggerelement van een steigerwerk volgens de uitvinding; en
figuur 3a-3j een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding in opeenvolgende stadia, gebruikmakend van de koppelinrichting van figuur 1.
Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in
-5meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
In figuur 1 is een uitvoeringsvoorbeeld van een koppelinrichting weergegeven zoals die binnen het kader van de onderhavige uitvinding kan worden toegepast. De koppelinrichting omvat enerzijds een basisdeel 20 dat tijdelijk met een liggerelement 10 van een steigerwerk kan worden verbonden. In dit geval is uitgegaan van een steigerwerk dat uit buisvormige liggers en dito staanders is opgebouwd. Hiervoor wordt uitgegaan van dikwandig staal of aluminium met een uitwendige diameter van de orde van 50 millimeter. Een inwendige dimensie en contour van het basisdeel 20 is hierop afgestemd zodat het basisdeel 20 strak en althans in hoofdzaak spelingvrij op een lichaamssectie 15 van het liggerelement 10 kan worden aangebracht.
Hiertoe omvat het basisdeel 20 een stel onderling scharnierende delen 21,22. Een eerste daarvan vormt een schaaldeel 21 waarin een lichaamssectie 15 aan een distaai uiteinde van het liggerelement 10 zal worden ontvangen. Een tweede deel van het basisdeel 20 van de koppelinrichting vormt een scharnierende grendel 22 die over de lichaamssectie wordt geslagen, daarbij scharnierend in een zwenkscharnier 23 tussen het schaaldeel 21 en de grendel 22. De grendel 22 is aan een uiteinde voorzien van een oog 24 dat tussen een stel haken 26 valt dat van het schaaldeel 21 uitgaat. In de getoonde, gesloten toestand liggen deze ogen 24 en haken 26 onderling in lijn en kan daarachter een sluiting 25 van sluitmiddelen 25 worden gestoken, die de verschillende delen 21,22 in de onderling gesloten toestand borgt. De koppelinrichting wordt om het distale uiteinde 15 van het betreffende liggerelement 10 geslagen zoals in figuur 2 is weergegeven.
Het liggerelement 10 is zowel aan een proximaal uiteinde als aan het distale uiteinde 15 voorzien van een eerste koppelorgaan 11 van primaire koppelmiddelen dat onlosmakelijk met het betreffende uiteinde is verbonden. Dit eerste koppelorgaan omvat hier een open koppelbek 11 die over een koppelkrans kan worden geschoven van een reeks overeenkomstige tweede koppelorganen die van de staanders uitgaan. Aldus kan een primaire koppeling tot stand worden gebracht met laatstgenoemde complementaire koppelmiddelen die van een staander van het steigerwerk uitgaan, zoals navolgend nog nader zal worden geïllustreerd. Een in de bovenste helft van de koppelbek 11 zwenkbare spie 12 met een daarin gevormd lift-oog 13 dient ter borging van deze primaire koppeling. Een fixatienok 27 aan het uiteinde van de
-6koppelinrichting stuit op het kopse uiteinde van het liggerelement 10 en valt precies in de koppelbek 11 waardoor de koppelinrichting 20,30 zowel axiaal als radiaal correct wordt gepositioneerd en uitgelijnd.
De koppelinrichting omvat tevens een koppeldeel 30 dat van het basisdeel 20 uitgaat en dat, aan het distale uiteinde van de ligger, boven of onder deze primaire koppeling om dezelfde staander 5 grijpt. Hiertoe is aan het koppeldeel 30 een derde koppelorgaan in de vorm van een haak 35 gevormd met een inwendige contour waarin een lichaamssectie het staanderelement kan worden ontvangen. In dit voorbeeld waarbij voor zowel de liggers als de staander wordt uitgegaan van buisdelen met een uitwendige diameter van circa 50 millimeter, heeft de haak 35 inwendig een dito vorm en doorsnede. De koppelinrichting is volledig uit dikwandig staal of aluminium vervaardigd. Een schoor 32 tussen het basisdeel 20 en het koppeldeel 30 zorgt voor extra stabiliteit en sterkte.
Opeenvolgende stadia van een werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk, waarbij gebruik wordt gemaakt van de koppelinrichting van figuur 1, worden in de figuren 3a tot en met 3j getoond. Het steigerwerk omvat een stelsel van staanders 5 en liggers 10, die onderling een matrix van steigervakken 7 insluiten. De liggers 10 onderaan en bovenaan een steigervak dienen ter ondersteuning van steigervloerdelen, terwijl vanaf een niet meer veilige hoogte circa halverwege daartussen tussen-liggers zijn voorzien die een reling vormen zodat vanuit elk steigervak 7 veilig kan worden gewerkt.
Bij het opbouwen van een dergelijk steigerwerk worden de staanders op een regelmatige afstand van elkaar geplaatst en aan de vaste wereld zoals bijvoorbeeld een gevel van een gebouw verankerd. Tussen de staanders 5 worden de liggers 10 gemonteerd, waarbij primaire snel-koppelorganen 11 aan elk van hun uiteinden worden gestoken over overeenkomstige snel-koppelorganen 9 aan de staanders. De koppelorganen aan de uiteinden van de liggers omvatten hier aan elk uiteinde een koppelbek 11 die passend wordt ontvangen over een overeenkomstige koppelkrans 9 van een reeks van dergelijke kransen die op een regelmatige steek van de staanders 5 uitgaan. Deze insteekkoppeling wordt gezekerd door middel van een spie 12 die zwenkbaar en axiaal gangbaar van de koppelbek 11 uitgaat en in een opgerichte stand door zowel beide zijden van de koppelbek 11 als een opening in de koppelkrans 9 kan worden gestoken en vastgeslagen om de ligger 10 en staander 5 aldus onderling spelingvrij te
-7koppelen. Tussen opeenvolgende hoger gelegen vloerniveaus wordt bovendien op deze wijze een tussen-ligger 10 aangebracht die dient als reling. Een boven gelegen boven-ligger 10 kan dienen als valbeveiliging waaraan een werker zich kan zekeren met behulp van een leeflijn en zijn valbeveiligingsharnas.
Wanneer het steigerwerk wordt opgericht zijn deze laatste beveiligingen echter nog niet aanwezig in elk opvolgend, aan te vullen steigervak 7F, zie figuur 3a. Teneinde ook hier niettemin een veilige werkomgeving te creëren wanneer daar een boven-ligger 10 wordt aangebracht, wordt de desbetreffende ligger 10, zie figuur 3b, aan een distaai uiteinde van de in figuur 1 getoonde koppelinrichting 20 voorzien, zie figuur 3c. Deze wordt daaraan op de in figuur 2 getoonde wijze bevestigd. Deze bewerkingen konden worden uitgevoerd vooraleer het op te richten steigervak 7N te betreden.
Vervolgens wordt de ligger 10 door een steigerbouwer vanuit het veilige voorgaande, laatstelijk gerealiseerde steigervak 7F met het distale uiteinde naar de opvolgende staander 5 gemanoeuvreerd. De haak 35 van de koppelinrichting 20 wordt daarbij om de volgende staander 5 geslagen terwijl de koppelbek 11 aan het distale uiteinde van de ligger 10 over de koppelkrans 9 van de staander 5 wordt gebracht, zie figuur 3d. Hierna wordt ook de koppelbek 11 aan het proximale uiteinde over de koppelkrans 9 aan de proximale staander gebracht, hetgeen eveneens in figuur 3d wordt getoond.
Deze proximale koppeling tussen ligger en staander kan vanuit het voorgaande steigervak 7F worden gezekerd met behulp van de spie 12, zie figuur 3e. De aldus verkregen situatie is in figuur 3f weergegeven. In deze toestand ligt de boven-ligger 10 opgesloten tussen de aangrenzende staanders, maar is de distale primaire koppeling aan de distale zijde nog niet volledig doordat daar de spie 12 nog niet is ingebracht. Niettemin zorgt de secundaire koppeling dankzij de haak 35 van de koppelinrichting 20 ook distaai voor een tijdelijke borging van de boven-ligger 10 zodat een steigerwerker zich daarlangs niettemin veilig kan verplaatsen door zich aan de boven-ligger 10 te zekeren, zie figuur 3g.
Eenmaal aangekomen bij het distale uiteinde van de ligger, plaatst de steigerwerker de spie 12 om ook distaai de primaire koppeling tussen de ligger 10 en aangrenzende staander 5 te zekeren en aldus te vervolmaken, zie figuur 3h. Hierna kan de (tijdelijke) koppelinrichting 20
-8worden weggenomen, zie figuur 3i. Gezekerd aan de boven-ligger kan op een veilige wijze zonder daarvoor de koppelinrichting te behoeven gebruiken ook de tussen-ligger 10 worden aangebracht, zodat uiteindelijk de constructie van figuur 3j wordt verkregen. De hiervoor gebruikte koppelinrichting 20 is nu weer op overeenkomstige wijze inzetbaar voor het opvolgende steigervak dat op dezelfde wijze ook weer veilig kan worden doorgebouwd.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo is in het voorbeeld uitgegaan van een koppelbek en koppelkrans als primaire koppelmiddelen, maar kan daarvoor ook worden uitgegaan van andere koppelmiddelen zoals die in systeemsteigers gebruikelijk zijn. Ook is in de figuren steeds uitgegaan van een (tijdelijke) koppelinrichting met een haakorgaan dat om een opvolgende staander grijpt voor het maken van de (tijdelijke) secundaire verbinding. In plaats daarvan kan echter ook worden uitgegaan van een andersoortige koppeling, bijvoorbeeld door middel van een haak of vork die op een ander punt van de staander aangrijpt, in het bijzonder bijvoorbeeld in een koppelorgaan dat daarvan uitgaat.

Claims (10)

  1. Conclusies:
    1. Steigerwerk, omvattende een stelsel van staanderelementen en liggerelementen, welke liggerelementen zich althans in hoofdzaak in een dwarsrichting tussen opeenvolgende staanderelementen uitstrekken, waarbij de liggerelementen aan tegenoverliggende uiteinden van koppelmiddelen zijn voorzien voor een primaire koppeling met daarmee corresponderende koppelmiddelen aan de staanderelementen, met het kenmerk dat ten minste één van de liggerelementen aan een distaai uiteinde is voorzien van een losneembare koppelinrichting, omvattende een basisdeel dat losneembaar met een lichaamsdeel van het liggerelement is verbonden en omvattende een koppeldeel met een koppelorgaan dat van het basisdeel uitgaat en dat in staat en ingericht is om op het opvolgende staanderelement aan te grijpen ten einde daarmee een secundaire koppeling aan te gaan.
  2. 2. Steigerwerk volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de koppelinrichting een haa kin richting omvat, waarbij van het basisdeel een haakdeel uitgaat dat met een haakorgaan om een lichaamsdeel van het opvolgende staanderelement grijpt.
  3. 3. Steigerwerk volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het basisdeel een stel onderling scharnierende delen omvat die handmatig vanuit een open toestand in een onderling gesloten toestand manipuleerbaar zijn, in welke gesloten toestand het lichaamsdeel van het liggerelement daartussen opgesloten ligt.
  4. 4. Steigerwerk volgens conclusie 3 met het kenmerk dat het basisdeel een schaaldeel omvat waarin het lichaamsdeel van het liggerelement althans in hoofdzaak passend ontvangbaar is en dat een grendel scharnierend met het schaaldeel is verbonden en aan een van het schaaldeel afgewende zijde over het lichaamsdeel van het liggerelement sluit.
  5. 5. Steigerwerk volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de grendel is voorzien van sluitmiddelen die de grendel in een gesloten toestand fixeren.
  6. 6. Steigerwerk volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de koppelinrichting fixatiemiddelen omvat, in het bijzonder een nok, die aan de koppelinrichting en het liggerelement een vooraf bepaalde onderlinge positie opleggen.
  7. 7. Werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk, omvattende het plaatsen van een stelsel van opeenvolgende staanderelementen en tussenliggende liggerelementen, welke liggerelementen aan tegenoverliggende uiteinden zijn voorzien van eerste koppelorganen en welke staanderelementen verdeeld over een lengte daarvan zijn voorzien van daarmee corresponderende tweede koppelorganen, waarbij een liggerelement op hoogte tussen een eerste staanderelement en een opvolgend tweede staanderelement wordt aangebracht door middel van een eerste primaire koppeling tussen een eerste en tweede koppelorgaan aan een distaai uiteinde van het liggerelement en een tweede primaire koppeling tussen een eerste en tweede koppelorgaan aan een proximaal uiteinde van het liggerelement, met het kenmerk dat, alvorens het liggerelement aan te brengen, het liggerelement aan het distale uiteinde wordt voorzien van een losneembare koppelinrichting, omvattende een basisdeel dat losneembaar met een lichaamsdeel van het liggerelement is verbonden en omvattende een koppeldeel met een derde koppelorgaan dat van het basisdeel uitgaat, dat het liggerelement met het koppelorgaan van de koppelinrichting aan het opvolgende staanderelement wordt gekoppeld en daarmee een secundaire koppeling tot stand wordt gebracht, dat achtereenvolgens de eerste primaire koppeling en de tweede primaire koppeling tot stand worden gebracht, en dat vervolgens de secundaire koppeling wordt verbroken en de koppelinrichting wordt afgenomen om vervolgens desgewenst voor een opvolgend liggerelement te worden gebruikt.
  8. 8. Werkwijze volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de eerste en tweede primaire koppeling worden geborgd vooraleer de secundaire koppeling te verbreken.
  9. 9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8 met het kenmerk dat de koppelinrichting om een lichaamsdeel van het liggerelement wordt gelegd waardoor het lichaamsdeel daarin raakt opgesloten en dat de koppelinrichting in deze toestand wordt vergrendeld.
  10. 10. Koppelinrichting zoals toegepast in het steigerwerk in één of meer der voorgaande conclusies.
    '•Vv.
    ‘ΧΛ ƒ **· ^^xx^yxx^
    XX f XX .χ·.
NL2020375A 2018-02-02 2018-02-02 Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk NL2020375B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020375A NL2020375B1 (nl) 2018-02-02 2018-02-02 Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk
EP19719633.0A EP3746613A1 (en) 2018-02-02 2019-01-31 Scaffolding, coupling device and method for erecting a scaffolding
PCT/NL2019/050065 WO2019151862A1 (en) 2018-02-02 2019-01-31 Scaffolding, coupling device and method for erecting a scaffolding
CA3089940A CA3089940A1 (en) 2018-02-02 2019-01-31 Scaffolding, coupling device and method for erecting a scaffolding
US16/967,078 US12077974B2 (en) 2018-02-02 2019-01-31 Scaffolding, coupling device and method for erecting a scaffolding

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020375A NL2020375B1 (nl) 2018-02-02 2018-02-02 Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2020375B1 true NL2020375B1 (nl) 2019-08-12

Family

ID=66286925

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2020375A NL2020375B1 (nl) 2018-02-02 2018-02-02 Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk

Country Status (5)

Country Link
US (1) US12077974B2 (nl)
EP (1) EP3746613A1 (nl)
CA (1) CA3089940A1 (nl)
NL (1) NL2020375B1 (nl)
WO (1) WO2019151862A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20200224437A1 (en) * 2017-07-12 2020-07-16 Johnny Curtis Latchable scaffold planks
NL2020375B1 (nl) * 2018-02-02 2019-08-12 Brand Infrastructure Services B V Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk
GB2589448B (en) * 2019-09-20 2024-02-28 Turner Access Ltd Temporary scaffolding rest
CN113356559B (zh) * 2021-06-13 2024-05-14 湖南金峰金属构件有限公司 冷挤压脚手架定位装填座模

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB980025A (en) 1963-01-18 1965-01-13 Thomas Hindle Improvements in dobbies for weaving looms
FR2516141B1 (fr) 1981-11-10 1987-11-27 Philippe Robert Procede de montage d'un echafaudage et dispositif monte audit procede
NL1014569C2 (nl) 2000-03-06 2001-09-07 Reco Holding B V Werkwijze voor het opzetten van een steiger, steiger en onderdelen daarvoor.
JP2005068650A (ja) 2003-08-25 2005-03-17 Alinco Inc 安全手摺
US8905292B1 (en) * 2009-06-22 2014-12-09 Excel Modular Scaffold and Leasing Company Modular scaffold horizontal end connector
NL2004011C2 (nl) 2009-12-23 2011-06-27 Scafom Internat B V Element van een modulair steigersysteem en werkwijze voor vervaardiging daarvan.
NL2005333C2 (en) * 2010-09-08 2012-03-12 Rotterdams Steigerbouw Bedrijf B V Scaffold assembly comprising positioning means.
US20120186911A1 (en) * 2011-01-25 2012-07-26 Next Generation Scaffold Services Inc. Scaffold apparatus, method and system
NL2012022C2 (nl) * 2013-12-24 2015-06-26 Harsco Nederland B V Koppeling voor een bouwsteiger alsmede borgmiddelen en een borgbeugel voor toepassing daarin.
CN106437136B (zh) * 2016-08-23 2019-01-01 天长市华利机械实业有限公司 一种手脚架用连接件
US11332947B2 (en) * 2017-03-23 2022-05-17 Deltak Manufacturing, Inc. Intermediate scaffold joint
NL2020375B1 (nl) * 2018-02-02 2019-08-12 Brand Infrastructure Services B V Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk
JP6889936B2 (ja) * 2019-09-05 2021-06-18 信和株式会社 足場部材及び足場部材の連結構造
GB2599459B (en) * 2021-01-25 2022-10-26 Rjm Fittings Ltd A coupling device for scaffolding
DE102021107053A1 (de) * 2021-03-22 2022-09-22 Peri Se Eckstrebe für ein Modulgerüst, Modulgerüst sowie Verwendung einer Eckstrebe in einem Modulgerüst
CN115538762A (zh) * 2022-10-18 2022-12-30 中建二局第一建筑工程有限公司 一种悬挑式脚手架跃层拉结加固装置

Also Published As

Publication number Publication date
US20210032885A1 (en) 2021-02-04
US12077974B2 (en) 2024-09-03
CA3089940A1 (en) 2019-08-08
WO2019151862A1 (en) 2019-08-08
EP3746613A1 (en) 2020-12-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2020375B1 (nl) Steigerwerk, koppelinrichting en werkwijze voor het oprichten van een steigerwerk
US20070200107A1 (en) Event barricade and gate
ES2904808T3 (es) Disposición de unión
ES2264102T3 (es) Dispositivo de lastraje para grua.
EP1233122B1 (en) Facade scaffolding
AU2012332760A1 (en) Pivoting horizontal and vertical scaffold members and a method of erecting an offset scaffold platform
US20100111593A1 (en) Scaffold securement device
CA2353355A1 (en) Anchor clamp
CN107912050B (zh) 脚手架夹具
CN103987905A (zh) 用于脚手架的联接构件
NL2012022C2 (nl) Koppeling voor een bouwsteiger alsmede borgmiddelen en een borgbeugel voor toepassing daarin.
EP0611856A1 (en) Frame assembly for a temporary stairway
EP0305014A2 (en) Scaffold comprising uprights, cross members and platforms connected to the cross members
CN205894636U (zh) 用于钢构高空焊接作业的吊笼装置
EP4127358B1 (en) Assembly for arranging temporary preceding guardrail on a scaffolding system
EP0473394B1 (en) Scaffolding structures
US1582402A (en) Scaffold construction
EP1867806A1 (en) Removable protection for intermediate stages of scaffolding
EP2808464A1 (en) Scaffolding tower assembly and method for erecting scaffolding tower
KR200258849Y1 (ko) 건설공사용 다기능 낙하물 안전망
JP2916591B2 (ja) 建築物の施工方法及びその装置
CN214299020U (zh) 一种塔吊防攀爬安全装置
NL2003841C2 (nl) Steigerwerk, voorloopleuning en haaklichaam.
FR2897377A1 (fr) Dispositif de garde corps depliable, pour le batiment et la construction en beton arme, a inserer dans le cycle de production d&#39;un voile en beton.
NO771915L (no) Bygningsstillas.