NL2019158B1 - Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren - Google Patents

Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren Download PDF

Info

Publication number
NL2019158B1
NL2019158B1 NL2019158A NL2019158A NL2019158B1 NL 2019158 B1 NL2019158 B1 NL 2019158B1 NL 2019158 A NL2019158 A NL 2019158A NL 2019158 A NL2019158 A NL 2019158A NL 2019158 B1 NL2019158 B1 NL 2019158B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
floors
eggs
chicks
fall
Prior art date
Application number
NL2019158A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2019158A (nl
Inventor
Vervaeke Steven
Original Assignee
Vervaeke Belavi Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vervaeke Belavi Nv filed Critical Vervaeke Belavi Nv
Publication of NL2019158A publication Critical patent/NL2019158A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2019158B1 publication Critical patent/NL2019158B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K41/00Incubators for poultry
    • A01K41/06Egg-turning appliances for incubators
    • A01K41/065Egg drawers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/18Chicken coops or houses for baby chicks; Brooders including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K41/00Incubators for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/005Harvesting or transport of poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

De container (1) staat bij voorkeur op wielen (8) en bevat ten minste drie etages (3) waarop de voorgebroede eieren kunnen uitkomen. Verder is hij voorzien van een transportsysteem voor het vanaf de verschillende etages (3) van de container (1) uit deze container verwijderen van de uitgekomen kuikens. Dit transportsysteem is in het bijzonder een vaIsysteem dat bijvoorbeeld gootvormige schuifaffen (10) of andere elementen bevat om te vermijden dat de kuikens bij het uit de container (1) vallen of glijden gekwetst zouden kunnen raken. Vóór het uitkomen van de eieren wordt de container (1) in de pluimveestal geplaatst zodanig dat de pas uitgekomen kuikens rechtstreeks in de stal terecht komen. De kuikens hebben aldus onmiddellijk water en voer te hunner beschikking hebben en hebben tevens alle ruimte en rust om optimaal te kunnen groeien en ontwikkelen.

Description

"Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorqebroede eieren"
De huidige uitvinding heeft betrekking op een container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren, welke container ten minste drie etages bevat voor het laten uitkomen van de voorgebroede eieren.
Eieren, in het bijzonder kippeneieren, worden volgens de meest gangbare techniek voorgebroed in broedlades waarna de voorgebroede eieren geschouwd worden en overgelegd worden in uitkomstbakken. Na het overleggen van de eieren in de uitkomstbakken worden deze in een uitkomstkast geplaatst waarin men de voorgebroede eieren in de uitkomstbakken laat uitkomen. De uitgekomen kuikens worden dan van de lege schalen gescheiden en worden na een eventuele vacinatie in transportbakken geplaatst. In deze transportbakken worden de kuikens dan naar de pluimveestal getransporteerd. Doorgaans krijgen ze pas in de pluimveestal voor de eerste keer voedsel en water.
Een eerste nadeel van deze techniek is dat het machinaal overleggen van de voorgebroede eieren schade aan de eierschalen kan veroorzaken. In het bijzonder zullen er in een aantal eierschalen steeds haarscheurtjes gevormd worden die kunnen leiden tot het uitdrogen van de kuikens in de eieren.
Een verder belangrijk nadeel is dat de ééndagskuikens het geruime tijd zonder voedsel en water moeten stellen. Het uitkomen van de eieren verloopt immers over een aantal dagen zodanig dat de kuikens, en dan zeker diegene die het vroegst uitgekomen zijn, één tot twee dagen in de uitkomstkast blijven. Ook het verder behandelen van de ééndagskuikens en het transport daarvan naar de pluimveestal vereist enige tijd. De machinale behandeling van de kuikens, bijvoorbeeld om de kuikens van de lege schalen te scheiden, en ook het transport is verder ook stresserend voor de kuikens. Dit alles komt de groei en de ontwikkeling van de kuikens en hun welzijn niet ten goede. Bovendien zullen hierdoor meer kuikens uitvallen in de pluimveestal waardoor meer antibioticabehandelingen nodig zullen zijn.
In de praktijk werden dan ook nieuwe systemen ontwikkeld waarmee het van elkaar scheiden van de uitgekomen kuikens en de lege schalen vermeden kan worden en verder ook systemen waarbij de kuikens in de pluimveestal zelf uitkomen zodanig dat deze niet meer gemanipuleerd en getransporteerd dienen te worden en verder ook onmiddellijk water en voer te hunner beschikking hebben.
In het HatchCare® systeem, dat in WO 2014/126466 beschreven is, worden de voorgebroede eieren niet in de uitkomstbakken overgelegd maar worden broedlades zelf in de uitkomstbakken geplaatst. De broedlades zijn voorzien van grotere openingen tussen de broedeieren waardoor de pas uitgekomen kuikens zelf vanaf de broedlade in de zich daaronder bevindende uitkomstbak kunnen springen. In deze bak is dan water en voer voorzien. Een dergelijk systeem lost echter niet het probleem op van de stress die de kuikens in deze bakken ondervinden, zowel in de uitkomstkast als tijdens het transport naar de stal. De broedlades kunnen verder minder broedeieren bevatten gezien de extra openingen die tussen deze eieren voorzien dienen te worden. Een verder nadeel is het extra werk dat nodig is om het voer en het water in elk van de uitkomstbakken aan te brengen. Het water dient verder in de praktijk zelfs in de vorm van een gel aangebracht opdat er geen water gemorst zou worden. Dit dient immers vermeden te worden aangezien er anders onder de warme omstandigheden in de bakken, en de hoge densiteit aan ééndagskuikens, een snelle ontwikkeling van ziektekiemen zoals Salmonella zou kunnen optreden.
Om transport van de ééndagskuikens te vermijden, worden bij het X-Treck® systeem, beschreven in EP 2 873 319, de voorgebroede eieren in de broedlades naar de pluimveestal getransporteerd waar de broedlades dan op het X-Treck® systeem geplaatst worden, meer bepaald op het transportsysteem daarvan. Het X-Treck® systeem is in de stal op een instelbare hoogte opgehangen. De temperatuur van de eieren kan aldus geregeld worden door het transportsysteem op te trekken in de stal tot op een hoogte waar het warmer is, of te laten zakken tot op een hoogte waar het kouder is. Vooral naar het uitkomen van de eieren toe, neemt de temperatuur daarvan toe doordat de activiteit van het kuiken in het ei toeneemt. Het transportsysteem bevindt zich dan op een geringe hoogte boven de vloer van de stal zodanig dat de kuikens van het transportsysteem op de vloer van de vleespluimveestal kunnen springen. Bij het zogenoemde Patio systeem zijn er meerdere transportsystemen voor de broedlades boven elkaar voorzien met daaronder telkens een transportband met daarop strooisel waarop de kuikens tot hun slachtrijpe leeftijd kunnen opgroeien. De beluchting van de verschillende niveaus gebeurt door een horizontale luchtstroom zoals beschreven in NL 1012453. Het voordeel van dit Patio systeem is dat minder stalruimte vereist is maar het systeem is uiteraard nog duurder dan het X-Treck® systeem. Een nadeel van deze systemen is verder ook hun kostprijs en de complexiteit van het onderhoud en het extra werk voor het reinigen van de installatie, hetgeen hetgeen trouwens allemaal voor rekening is van de pluimveehouder, waardoor deze bekende systemen in de praktijk slechts op beperkte schaal toegepast worden.
In EP 1 414 291 wordt nog een ander systeem voor het laten uitkomen van de eieren in de stal beschreven. Zoals schematisch weergegeven in dit octrooi laat men de voorgebroede eieren niet in de broedlades uitkomen maar worden de voorgebroede eieren op een vel papier op een laag strooisel gelegd. Om de temperatuur van de eieren onder controle te kunnen houden, worden de eieren in een kar geplaatst of wordt er een kap over de eieren aangebracht wanneer deze op de vloer van de vleespluimveestal zelf gelegd worden. De kar wordt gevormd door een vijftal bakken die onderste boven op elkaar geplaatst worden. In deze bakken wordt water en voedsel voor de pas uitgekomen kuikens voorzien zodanig dat de kuikens enkele dagen in deze bakken kunnen blijven alvorens ze in de stal gezet worden. De kar kan verder ook in de broederij met eieren gevuld worden en kan aldus gebruikt worden om de voorgebroede eieren van de broederij naar de stal te transporteren. Het voordeel hiervan is dat de nodige investeringen voor dergelijke karren door de broederij gedragen kunnen worden.
Een nadeel van het gebruik van een dergelijke kar is echter dat de eieren in de kar dienen overgelegd te worden, hetgeen dus tot beschadiging van de eieren kan leiden. Verder dient in de kar water en voedsel voorzien te worden, hetgeen opnieuw extra werk vergt.
Een belangrijk nadeel van een dergelijke kar is dat op elk van de etages daarvan, of m.a.w. in elk van de op elkaar gestapelde bakken, een groot aantal kuikens aanwezig zijn aangezien anders een te groot aantal karren dient voorzien te worden. In de kar zelf zitten de kuikens dus nog steeds dicht op elkaar hetgeen opnieuw tot stress situaties kan leiden.
Een verder nadeel van deze bekende kar is ten slotte nog dat voor het leegmaken van de kar de verschillende bakken van elkaar genomen dienen te worden en op de vloer van de stal gezet moeten worden om de kuikens toe te laten om zich naar de vloer van de stal te begeven. Hierbij bestaat er een gevaar op besmetting zowel van de bakken naar de stal als van de stal naar de bakken.
Om overdracht van besmetting naar de stal te voorkomen, wordt in WO 2016/053088 voorgesteld om de voorgebroede eieren in een kartonnen houder te plaatsen waarmee de voorgebroede eieren dan naar de pluimveestal getransporteerd worden. Het transport van de voorgebroede eieren van de broeierij naar de vleespluimveestal gebeurd dus in deze kartonnen houders. In de praktijk wordt dit systeem toegepast onder de benaming One2Born. De kartonnen houders bestaan uit eierkartons met daarin extra gaten voor de beluchting van de eieren en voor het controleren van de temperatuur daarvan. De houders staan op kartonnen poten zodanig dat de eieren zich niet rechtstreeks op de vloer van de stal bevinden.
Niettegenstaande de kartonnen houders biologisch afbreekbaar zijn, veroorzaken deze extra afval in de stal dat verwijderd moet worden. Een verder nadeel van de kartonnen houders is dat deze in plano vorm geleverd worden en dat er een aanzienlijke hoeveelheid manuele arbeid vereist is om de houders op te zetten. Niet alleen de aanschaf van de kartonnen houders maar ook het opzetten daarvan brengt dus extra kosten met zich mee. In de broeierij zelf dienen de eieren verder ook nog in de kartonnen houders overgelegd worden. Uit de praktijk is gebleken dat een dergelijke overlegstap telkens een bijkomende uitval van gemiddeld ongeveer 0,5 % veroorzaakt, dit zeker in het geval de eieren in de daarvoor voorziene holtes in de eierkartons gepositioneerd dienen te worden. De eieren zullen immers niet steeds volledig correct ten opzichte van deze holtes gepositioneerd worden, waardoor ze tijdens het in deze holtes plaatsen contact zullen maken met de wanden van de holtes. Door de broosheid van de eierschalen, zal dit een toch wel aanzienlijke hoeveelheid aan haarscheurtjes in de eierschalen veroorzaken.
De uitvinding heeft nu tot doel een container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren te verschaffen waarmee een hoge densiteit aan pas uitgekomen kuikens vermeden kan worden en waarmee tevens het risico op besmetting verminderd kan worden.
Tot dit doel is de container volgens de huidige uitvinding daardoor gekenmerkt dat hij voorzien is van ten minste één transportsysteem voor het vanaf de verschillende etages van de container uit deze container verwijderen van de uitgekomen kuikens, welk transportsysteem gemeenschappelijk is voor genoemde etages.
Doordat de kuikens zelf uit de container komen, is er geen of slechts een minimaal risico op besmetting van het inwendige van de container. Het transportsysteem zorgt ervoor dat de pas uitgekomen kuikens de container kunnen verlaten, ook vanaf de hoogste etages. De kuikens komen aldus in de stal terecht waar ze onmiddellijk water en voer te hunner beschikking hebben en waar ze tevens alle ruimte en rust hebben om optimaal te kunnen groeien en ontwikkelen.
Daarenboven is het transportsysteem gemeenschappelijk voor elke etage, i.e. dit transportsysteem staat in verbinding met elke etage. Met andere woorden, kuikens die een bepaalde etage verlaten gebruiken gedeeltelijk hetzelfde transportsysteem als kuikens die een lagere etage verlaten via het ten minste één gemeenschappelijk transportsysteem. Dit levert een compact transportsysteem op waarbij het onnodig is om voor elke etage apart een transportsysteem te voorzien.
Een transportsysteem in de vorm van een schuifaf is bekend uit US 1 675 105, waarbij een uitkomstkast, via een schuifaf, verbonden is met een broedkast waarin de kuikens enige tijd kunnen verblijven alsvorens ze naar de stal worden gebracht. Echter, een dergelijke schuifaf combineren met een uitkomstkar zoals beschreven in EP 1 414 291 zou leiden tot een afzonderlijke transportsysteem voor elke etage hetgeen, zoals hierboven beschreven, nadelig is ten opzichte van een transportsysteem dat gemeenschappelijk is voor elke etage.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de container volgens de uitvinding staat de container op wielen en wordt deze aldus gevormd door een kar.
De container kan aldus eenvoudig verreden worden om deze bijvoorbeeld in en uit de stal te rijden of in en uit een vrachtwagen zonder dat hiervoor bijvoorbeeld een heftruck nodig is. Een verder voordeel van het feit dat de container op wielen staat is dat de container zelf geen contact maakt met de stal zodanig dat ook de buitenzijde van de container niet in contact komt met de stal. Na het gebruik van de container kan de buitenzijde daarvan, of eventueel enkel de wielen, eenvoudig en snel ontsmet worden om alle risco op besmetting te vermijden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de container volgens de uitvinding zijn de verschillende etages voorzien voor het ontvangen van één of meer eierlades met daarin de voorgebroede eieren. De eierlades worden bij voorkeur gevormd door de broedlades waarin de eieren voorgebroed werden.
Wanneer de broedlades zelf in de container geplaatst worden, dienen de voorgebroede eieren niet overgelegd te worden en is er aldus ook geen risico dat deze beschadigd kunnen worden. Enkel de voorgebroede eieren die bij de schouwing geen kuiken blijken te bevatten, dienen dan vervangen te worden door een ei met daarin wel een levensvatbaar kuiken. Het met een eierlade in de container aanbrengen van de voorgebroede eieren kan verder ook snel gebeuren. Door de complexe vormgeving van de eierlades met een grote openheid die nodig is om tijdens het uitbroeden de temperatuur van de eieren onder controle te kunnen houden, zijn deze eierlades op zich niet eenvoudig te reinigen. De eierlades vertonen meer bepaald veel hoeken en kanten waar bevuilig met mest bijvoorbeeld niet eenvoudig te verwijderen is. In de container volgens de huidige uitvinding krijgen de kuikens echter geen voer waardoor ze ook geen mest produceren. Na het uitkomen verlaten de kuikens trouwens ook snel de container zonder dat eerst gewacht dient te worden totdat al de eieren uitgekomen zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de container volgens de uitvinding bevat het transportsysteem van de container een valsysteem voor het met behulp van de zwaartekracht uit de gesloten container verwijderen van de uitgekomen kuikens. Dit valsysteem bevat ten minste één schuifaf voor het glijdend naar beneden laten vallen van de uitgekomen kuikens, bij voorkeur wordt genoemde schuifaf gevormd door ten minste een deel van een zijwand van de container dat in een schuine stand staat ten opzichte van genoemde etages, waarbij, voordelig, de genoemd deel van de zijwand in een rechte stand kan worden gezet ten opzichte van genoemde etages, waarbij ten minste één open ruimte wordt gevormd tussen genoemde etages en genoemde schuifaf waarin de uitgekomen kuikens naar beneden kunnen vallen en vervolgens op genoemde schuifaf terecht komen. Alternatief bevat dit valsysteem meerdere schuifaffen voor het glijdend naar beneden laten vallen van de uitgekomen kuikens, welke schuifaffen zijn opgesteld in een zigzag patroon zodat de kuikens vervolgens van één schuifaf telkens op een volgende schuifaf terecht komen. Alternatief bevat dit valsysteem ten minste één verticale open ruimte waardoor de uitgekomen kuikens naar beneden kunnen vallen, waarbij deze open ruimte voorzien is van dwarselementen voor het breken van de val van de kuikens. Bij voorkeur zijn deze dwarselementen verend.
Doordat de kuikens onder invloed van de zwaartekracht uit de container getransporteerd worden, dient het transportsysteem geen bewegende onderdelen te bevatten om de kuikens naar buiten te voeren. Het transportsysteem kan aldus eenvoudig uitgevoerd worden, waarbij er ook geen risico is dat de kuikens door de aanwezigheid van bewegende onderdelen gekwetst kunnen geraken. De kuikens zelf hebben slechts een laag gewicht en kunnen gemakkelijk een vrije val van een zekere hoogte ondergaan zonder hierbij gekwetst te worden. Door een schuifafsysteem te voorzien, kan de vrije valhoogte beperkt worden, waarbij, indien de schuifaf ten minste één zijwand vormt, de valhoogte per etage ook nagenoeg overal dezelfde is. Ook door de dwarselementen die de val van de kuikens breken, blijft de vrije valhoogte beperkt. Bij voorkeur is de maximale hoogte waarover de kuikens in het transportsysteem vrij kunnen vallen kleiner dan 0,5 m, en meer bij voorkeur kleiner dan 0,4 m.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de container volgens de uitvinding bevat deze ten minste een temperatuursregelmechanisme voor het regelen van de temperatuur in de container, waarbij de container bij voorkeur verder een luchtcirculatiemechanisme bevat voor het creëren van een uniforme temperatuur in de container.
Door de aanwezigheid van het temperatuursregelmechanisme kan de temperatuur in de container ingesteld worden voor het optimaal laten uitkomen van de eieren. Het temperatuursregelmechanisme kan deel uit maken van een klimaatregelmechanisme dat niet alleen toelaat de temperatuur te regelen maar dat verder ook de luchtvochtigheid en/of de CO2-concentratie in de container kan regelen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de container volgens de uitvinding bevat de container ten minste één deur voor het openen van de container, waarbij genoemde deur bij voorkeur een scharnierende deur is en genoemd transportsysteem ten minste gedeeltelijk tegen een binnenzijde van deze deur bevestigd is.
Door de aanwezigheid van de deur of de deuren kan de container niet alleen eenvoudig met eieren gevuld worden maar kan deze ook eenvoudig gereinigd of ontsmet worden mocht dit nodig zijn. Door het transportsysteem ten minste gedeeltelijk tegen de binnenzijde van een scharnierende deur te bevestigen, draait dit deel van het transportsysteem mee open. Op deze manier vormt dit deel geen belemmering meer voor het in de container aanbrengen van de eieren en kan dit deel van het transportsysteem, indien nodig, ook eenvoudig gereinigd of ontsmet worden.
De uitvinding heeft verder nog betrekking op het gebruik van de container volgens de uitvinding voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren, waarbij men op ten minste een aantal van genoemde etages voorgebroede eieren in de container aanbrengt, men de voorgebroede eieren in de container laat uitkomen en men de uitgekomen kuikens de container via genoemd transportsysteem laat verlaten terwijl de container in de pluimveestal staat.
Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele voorkeursuitvoeringsvormen van een container volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt evenwel slechts als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de beschermingsomvang, zoals bepaald door de conclusies, te beperken. De in de beschrijving aangegeven verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgevoegde tekeningen waarin:
Figuur 1 schematisch een zijaanzicht weergeeft op een op wielen verrijdbare container volgens de uitvinding met twee deuren waarvan er één geopend is;
Figuur 2 schematisch een bovenaanzicht weergeeft op de container volgens figuur 1;
Figuur 3 schematisch een bovenaanzicht weergeeft op een container met een alternatief transportsysteem voor het uit de container verwijderen van de kuikens;
Figuur 4 schematisch een zijaanzicht weergeeft op een container met een verder alternatief transportsysteem voor het uit de container verwijderen van de kuikens;
Figuur 5 schematisch een zijaanzicht weergeeft op de container van Figuur 4 in zijn uitgeschoven stand; en
Figuur 6 schematisch een zijaanzicht weergeeft op de container van Figuur 4 waarop de doorzichtige zijwanden zijn weergegeven.
De uitvinding heeft algemeen betrekking op een container 1 voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren. In het geval van kippen zijn deze eieren bijvoorbeeld ongeveer achttien dagen voorgebroed alvorens ze in de container 1 aangebracht worden. Het voorbroeden van de eieren gebeurt doorgaans in zogenoemde broedlades 2. Deze lades 2 worden gevormd door een open rooster waarin de eieren rechtopstaand ingezet kunnen worden. Dergelijke broedlades 2 kunnen een relatief groot aantal eieren bevatten, bijvoorbeeld honderdvijftig eieren.
De container 1 heeft ten minste drie etages 3 waarop de eieren geplaatst kunnen worden om deze te laten uitkomen. In het voorbeeld weergegeven in de figuren bevat de container 1 negen etages 3 waarop telkens twee eierlades 2 met honderdvijftig eieren geplaatst kunnen worden. Deze eierlades 2 kunnen speciaal ontworpen zijn om de eieren in de container 1 te plaatsen. Bij voorkeur worden hiervoor echter de eierlades 2 gebruikt waarin de eieren voorgebroed werden. Op deze manier dienen de eieren niet overgelegd worden.
De etages 3 van de container 1 worden bij voorkeur gevormd door een open rooster 4, dat in de weergegeven container 1 gevormd wordt door metalen staven waarover de broedlades 2 eenvoudig in de container 1 geschoven kunnen worden. Het gebruik van een open rooster 4 biedt het voordeel dat de lucht vrij langsheen de eieren kan stromen om deze op de gewenste temperatuur te houden. De container 1 zelf is bij voorkeur gesloten zodanig dat het klimaat daarin geregeld kan worden. Wel kunnen de nodige verluchtingsopeningen in de container voorzien worden voor de aanvoer van verse lucht. Op de eerste plaats kan de temperatuur in de container 1 geregeld worden door één of meer verwarmingselementen 5, die eventueel ook voor koeling kunnen zorgen. Anderzijds kan het inwendige van de container ook gekoeld worden door het aanzuigen van stallucht via de verluchtingsopeningen. Eén of meer ventilators 6 zorgen dan voor een uniforme verdeling van de temperatuur, dit zeker ter hoogte van de eieren die verder uitgebroed worden. Het klimaatregelsysteem kan verder nog een installatie bevatten voor het regelen van het CO2-gehalte in de container 1 (bijvoorbeeld om de eieren gelijkmatiger te laten uitkomen) en een installatie voor het regelen van de luchtvochtigheid in de container 1.
Het omhulsel van de container 1 wordt gevormd door wanden waarvan bij voorkeur ten minste één zijwand voorzien is van ten minste één deur 7. Deze deur kan een schuifdeur of een rolluik zijn maar is bij voorkeur een scharnierende deur die opengedraaid kan worden. In de container 1 weergegeven in de figuren zijn zowel de linkerzijwand als de rechterzijwand voorzien van twee scharnierende deuren 7. Deze deuren 7 vormen nagenoeg de volledige zijwand zodanig dat eierlades 2 eenvoudig in de container 1 aangebracht kunnen worden. Om een goed zicht op het uitkomen van de eieren en op de uitgekomen kuikens te hebben, zijn de deuren 7, en dus de beide zijwanden, uit een doorzichtig materiaal vervaardigd, in het bijzonder uit plexiglas (polymethylmethacrylaat). Door deze doorzichtige wanden krijgen de kuikens ook voldoende licht om zich uit de container 1 te begeven.
De container 1 staat bij voorkeur op poten of op wielen 8 zodanig dat hij geen contact maakt met het vloer van de stal. Op deze manier wordt het risico op besmetting van de container 1 beperkt. Zoals weergegeven in de figuren, staat de container 1 liefst op wielen 8 zodanig dat hij in en uit de stal gereden kan worden. De eierlades 2 worden dan buiten de stal in de container 1 geplaatst zodanig dat er geen kans is op besmetting van de eierlades 2. De eierlades 2 worden bij voorkeur in de broederij in de container 1 geplaatst worden zodanig dat de container dienst doet voor het transport van de eieren. Tijdens dit transport, kan het klimaat in de container geregeld worden door het klimaatregelsysteem, dat hiertoe voorzien kan zijn van batterijen voor het voorzien van de nodige energie ten minste tijdens het transport.
Volgens de uitvinding is de container 1 voorzien van een gemeenschappelijk transportsysteem voor het vanaf de verschillende etages 3 van de container 1 uit deze container 1 verwijderen van de uitgekomen kuikens. Dit transportsysteem strekt zich uit tussen de verschillende etages 3 en een onderste deel van de container, in het bijzonder tussen deze etages 3 en de onderzijde 9 van de container 1. Van zodra de kuikens uitgekomen zijn, kunnen deze aldus uit eigen beweging de container 1 verlaten. Op deze manier blijven de kuikens niet dicht op elkaar zitten in de container maar komen ze in de stal terecht waar ze onmiddellijk voedsel en water te hunner beschikking hebben en waar ze tevens ook alle ruimte hebben om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het transportsysteem is bij voorkeur een eenrichtingstransportsysteem zodanig voorzien dat de kuikens eenmaal ze de container verlaten hebben, niet meer terug in de container kunnen. Dit kan eenvoudig bekomen worden doordat de kuikens vanop een voorafbepaalde hoogte uit de container vallen of schuiven.
Het transportsysteem kan bewegende onderdelen bevatten, zoals een transportband of een liftsysteem, om de kuikens uit de container te voeren doch bij voorkeur bevat het transportsysteem een valsysteem voor het met behulp van de zwaartekracht uit de gesloten container 1 verwijderen van de uitgekomen kuikens.
In de uitvoeringsvorm weergegeven in figuren 1 en 2 bevat het valsysteem een aantal schuin opgestelde gootjes 10 die elk een schuifaf voor de kuikens vormen. De gootjes 10 bevinden zich langsheen de binnenzijde van beide zijkanten van de container 1 en zijn in het bijzonder tegen de deuren 7 die de zijwanden vormen bevestigd. Hierdoor draaien de gootjes 10 mee open en belemmeren dus niet de toegang tot de container. Ter hoogte van elke etage 3 zijn aan beide zijkanten openingen 11 naast de eierlade 2 voorzien via dewelke de kuikens op de gootjes 10 kunnen vallen of springen. De gootjes 10 vormen een zigzag patroon en zijn zodanig opgesteld dat de kuikens vervolgens van één schuifaf telkens op een andere terecht komen totdat ze onderaan de container 1 op de vloer van de stal terecht komen. De valhoogte van de kuikens is telkens zodanig klein dat ze bij het vallen niet gekwetst kunnen raken.
Het is duidelijk dat de uitvoeringsvorm weergegeven in figuren 1 en 2 vier afzonderlijke valsystemen bevat, namelijk één valsysteem per deur 7 of twee valsystemen per eierlade 2 zoals getoond in figuur 2. Met andere woorden, per etage kan een kuiken terechtkomen op één van de vier valsystemen. Elk van deze valsystemen is bereikbaar vanaf elke etage zoals getoond in figuur 1 en vormt dus een gemeenschappelijk valsysteem.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn de gootjes 10 vervangen door dwarselementen 12 die zich uitstrekken in de openingen 11 naast de eierlades 2 langsheen de beide zijkanten van de container 1. Door de aanwezigheid van deze openingen 11, die zich boven elkaar uitstrekken, wordt een verticale open ruimte 13 gevormd waardoor de kuikens vanaf de verschillende etages 3 naar beneden kunnen vallen tot op de vloer van de stal. De dwarselementen 12 zorgen er voor dat de val van de kuikens gebroken wordt opdat ze zich niet zouden verwonden. De dwarselementen 12 zijn bij voorkeur verend, en kunnen in het bijzonder gevormd worden door rubberen vingers. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn de dwarselementen 12 afwisselend tegen het rooster 4 en tegen de zijkant van de container 1 bevestigd. Hierdoor kunnen deze dwarselementen 12 langer uitgevoerd worden waardoor hun verend effect groter is.
Het is duidelijk dat de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 3 ook vier afzonderlijke valsystemen bevat, namelijk één valsysteem per deur 7 of twee valsystemen per eierlade 2 zoals getoond in figuur 3. Met andere woorden, per etage kan een kuiken terechtkomen op één van de vier valsystemen. Elk van deze valsystemen is eveneens bereikbaar vanaf elke etage en vormt dus een gemeenschappelijk valsysteem.
Doordat in de uitvoeringsvormen zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 de zijwanden telkens gevormd worden door de deuren 7, en de gootjes 10 en respectievelijk de helft van de dwarselementen 12 tegen de deuren 7 bevestigd zijn, kunnen deze indien nodig eenvoudig gereinigd en ontsmet worden.
In de uitvoeringsvorm volgens figuren 4 tot 6 zijn de gootjes 10 vervangen door nagenoeg vlakke overlappende platen 13 die tegenover elkaar liggende zijwanden van de container 1 vormen. Op die manier vormen de platen 13 een open ruimte 17 die zich uitstrekt naast de eierlades 2 langsheen de beide zijkanten van de container 1. Verder is in deze uitvoeringsvorm onderaan de container 1 een scharnieras 18 voorzien waardoor de verschillende etages 3 uit elkaar kunnen worden geschoven zoals getoond in figuur 5. Door het uit elkaar schuiven van de etages 3 komen de platen 13 in een schuine stand te staan waardoor deze één lange schuifaf vormen waarlangs de kuikens vanaf de verschillende etages 3 naar beneden kunnen glijden tot op de vloer van de stal. De hellingshoek van de platen 13 is zodanig gekozen dat de kuikens niet gekwetst kunnen raken tijdens het glijden naar beneden waardoor ze veilig de vloer van de stal bereiken. Daarenboven draagt de afstand tussen de platen 13 en de etages 3 ook bij aan de valhoogte, waardoor deze ook zodanig is gekozen dat de kuikens niet gekwetst kunnen raken door hun val tot op de schuifaf gevormd door de platen 13 in de uitgeschoven stand van de container 1.
Een voordeel van het transportsysteem getoond in figuren 4 tot 6 is dat de valhoogte vanaf een etage tot het transportsysteem onafhankelijk is van de positie waar het kuiken de etage verlaat, terwijl dit niet zo is bij de transportsystemen getoond in figuren 1 tot 3. Bijvoorbeeld, in figuur 1 is duidelijk te zien dat de valhoogte van een kuiken op de bovenste verdieping hoger is in het midden van deze etage dan volledig links op deze etage.
Het is duidelijk dat de uitvoeringsvorm weergegeven in figuren 3 tot 6 maar twee afzonderlijke valsystemen bevat, namelijk één valsysteem per zijwand zoals getoond in figuur 5. Met andere woorden, per etage kan een kuiken terechtkomen op één van de twee valsystemen. Elk van deze valsystemen is bereikbaar vanaf elke etage zoals getoond in figuur 5 en vormt dus een gemeenschappelijk valsysteem.
Zoals hierboven beschreven is de container 1 zelf bij voorkeur gesloten zodanig dat het klimaat daarin geregeld kan worden. Om dit te bereiken zowel in de dichtgeschoven en opgeschoven stand omvat het dak van de container 1 over elkaar schuivende platen 14, 15. Concreet schuiven de platen 14 mee naar buiten tijdens het openschuiven van de container 1 en blijft de plaat 15 horizontaal in dezelfde positie. Alle platen 14, 15 ondergaan ook een verticale translatie tijdens het openschuiven. Door de centrale positie van plaat 15 is het voordeling om één of meerdere ventilators 6 in deze plaat 15 te voorzien die zorgen voor een uniforme verdeling van de temperatuur. Eventueel kunnen ook één of meer verwarmingselementen, die bij voorkeur ook voor koeling kunnen zorgen, worden voorzien in de plaat 15.
Om de container 1 ook aan de linkerzijwand en de rechterzijwand dicht te maken is een dubbele deur 7 voorzien die vast gepositioneerd is op de container 1 en is elke etage voorzien van een afdekplaat 16 zoals getoond in figuur 6. De dubbele deur 7 voorziet in een afdichting van de linkerzijwand en de rechterzijwand van de container 1 in de dichtgeschoven stand en zorgt eveneens dat de ruimte tussen de etages 3 in de opengeschoven stand afgesloten is. De afdekplaten 16 verschuiven samen met de etages 3 en zorgen dus voor een dichting van de etages zowel in de dichtgeschoven en opgeschoven stand van de container 1.
Om toe te laten de eierlades 2 in de container 1 te plaatsen kunnen de dubbele deuren 7 geopend worden kan elk van de afdekplaten 16 omhoog getild worden. Bij voorkeur zijn de dubbele deuren 7 en de afdekplaten 16 doorzichting, in het bijzonder vervaardigd uit polymethylmethacrylaat, zodat, zonder het openen van de container 1, kan worden nagegaan hoeveel van de eieren reeds zijn uitgekomen.
Andere valsystemen dan hierboven beschreven zijn mogelijk. In plaats van meerdere gootvormige schuifaffen 10 te voorzien die zigzaggend op elkaar aansluiten zoals getoond in figuren 1 en 2, is het mogelijk om één of meer schuifaffen te voorzien die zich elk van bovenaan de container 1 tot beneden uitstrekken. De hellingshoek van deze schuifaffen kan beperkt gehouden worden door de schuifaffen spiraalsgewijze rond de container aan te brengen. Elk van de schuifaffen strekt zich dan bijvoorbeeld over twee of drie of vier zijden van de container uit.

Claims (18)

1. Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren, welke container (1) ten minste drie etages (3) bevat voor het laten uitkomen van de voorgebroede eieren, daardoor gekenmerkt dat de container (1) voorzien is van ten minste één transportsysteem voor het vanaf genoemde etages (3) uit de container (1) verwijderen van de uitgekomen kuikens, welk transportsysteem gemeenschappelijk is voor genoemde etages.
2. Container volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij op wielen (8) staat.
3. Container volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat genoemde etages (3) voorzien zijn voor het ontvangen van één of meer eierlades (2) met daarin de voorgebroede eieren.
4. Container volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat genoemde etages (3) elk voorzien zijn voor het ontvangen van ten minste twee eierlades (2).
5. Container volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat genoemd transportsysteem zich uitstrekt tussen genoemde etages (3) en een onderste deel van de container (1), bij voorkeur tussen genoemde etages (3) en de onderzijde (9) van de container (1).
6. Container volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het transportsysteem een valsysteem bevat voor het met behulp van de zwaartekracht uit de container (1) verwijderen van de uitgekomen kuikens.
7. Container volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het valsysteem ten minste één verticale open ruimte (13) bevat waardoor de uitgekomen kuikens naar beneden kunnen vallen, in welke ruimte (13) dwarselementen (12) voorzien zijn voor het breken van de val van de kuikens, welke dwarselementen (12) bij voorkeur verend zijn.
8. Container volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het valsysteem ten minste één schuifaf (10) bevat voor het glijdend naar beneden laten vallen van de uitgekomen kuikens.
9. Container volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het valsysteem meerdere schuifaffen (10) bevat die zijn opgesteld in een zigzag patroon zodat de kuikens vervolgens van één schuifaf telkens op een volgende schuifaf terecht komen.
10. Container volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat genoemde schuifaf (10) gevormd wordt door ten minste een deel van een zijwand van de container (1) dat in een schuine stand staat ten opzichte van genoemde etages (3), waarbij ten minste één open ruimte (17) wordt gevormd tussen genoemde etages (3) en genoemde schuifaf (10) waarin de uitgekomen kuikens naar beneden kunnen vallen en vervolgens op genoemde schuifaf (10) terecht komen.
11. Container volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat genoemd deel van de zijwand in een rechte stand kan worden gezet ten opzichte van genoemde etages (3).
12. Container volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de container (1) ten minste één deur (7) bevat voor het openen van de container (1), waarbij genoemde deur (7) bij voorkeur een scharnierende deur (7) is en genoemd transportsysteem ten minste gedeeltelijk tegen een binnenzijde van deze deur (7) bevestigd is.
13. Container volgens één van de conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat hij ten minste een temperatuursregelmechanisme bevat voor het regelen van de temperatuur in de container, waarbij de container (1) bij voorkeur verder een luchtcirculatiemechanisme bevat voor het creëren van een unitorme temperatuur in de container.
14. Container volgens één van de conclusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de container (1) ten minste vijf etages (3) en bij voorkeur ten minste zeven etages (3) bevat.
15. Container volgens één van de conclusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de container (1) zijwanden heeft die vervaardigd zijn uit een doorzichtig materiaal, in het bijzonder uit polymethylmethacrylaat.
16. Gebruik van een container (1) volgens één van de conclusies 1 tot 15 voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren, waarbij men op ten minste een aantal van genoemde etages (3) voorgebroede eieren in de container (1) aanbrengt, men de voorgebroede eieren in de container (1) laat uitkomen en men de uitgekomen kuikens de container (1) via genoemd transportsysteem laat verlaten terwijl de container (1) in de pluimveestal staat.
17. Gebruik volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat men de voorgebroede eieren in eierlades (2) in de container (1) aanbrengt, bij voorkeur in de eierlades (2) waarin deze eieren voorgebroed werden.
18. Gebruik volgens conclusie 16 of 17, daardoor gekenmerkt dat men de voorgebroede eieren in een broederij in de container (1) aanbrengt, waarna men de container (1) met daarin de voorgebroede eieren naar de pluimveestal transporteert.
NL2019158A 2016-06-30 2017-06-30 Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren NL2019158B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5520A BE1023633B1 (nl) 2016-06-30 2016-06-30 Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2019158A NL2019158A (nl) 2018-01-09
NL2019158B1 true NL2019158B1 (nl) 2019-02-18

Family

ID=56549984

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019158A NL2019158B1 (nl) 2016-06-30 2017-06-30 Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1023633B1 (nl)
NL (1) NL2019158B1 (nl)
WO (1) WO2018002901A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202018102779U1 (de) * 2018-05-18 2019-09-04 Big Dutchman International Gmbh Brutvorrichtung für das Ausbrüten und die Aufzucht von Küken
CN109258518B (zh) * 2018-09-10 2023-12-05 南宁利腾农业科技有限公司 家禽育种出苗框
CN109717148B (zh) * 2019-03-18 2021-04-20 安徽省农业科学院水产研究所 一种可折叠多层床式甲鱼孵化装置
CN110122375B (zh) * 2019-05-23 2023-05-09 杭州朗拓生物科技有限公司 一种层叠笼禽舍内控制家禽啄斗的方法及装置
CN111165389B (zh) * 2020-01-16 2022-01-07 中南百草原集团有限公司 一种基于家禽孵化用的提高鸡蛋孵化率的破壳设备
GB2591153B (en) * 2020-05-06 2023-06-21 Onfarmhatching Ltd An egg setting device

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1675105A (en) * 1923-03-26 1928-06-26 Roy A Jordan Incubator
US3702600A (en) * 1970-12-09 1972-11-14 Charles R Bright Poultry loading apparatus
US3741417A (en) * 1971-01-19 1973-06-26 M Blankenship Poultry handling system
US4380969A (en) * 1981-10-13 1983-04-26 Thomas Doverd E Apparatus for unloading poultry
DE3939443A1 (de) * 1989-11-29 1991-07-11 Klepsch Christian Fangeinrichtung fuer federvieh
NL1012453C1 (nl) 1999-06-28 2001-01-02 Vencomatic B V Dierenverblijf.
NL1016479C2 (nl) * 2000-10-25 2002-05-01 Cornelius Johannes Ma Kuijpers Werkwijze voor het produceren en opfokken van pluimvee, alsmede nabroedinrichting, transportmiddel en pluimveehouderij voor het uitvoeren van de werkwijze.
US8794188B2 (en) * 2011-04-07 2014-08-05 Agriconic Design Llc Livestock house system and methods of quasi-continuously raising livestock in multiple phases
NL2010301C2 (en) 2013-02-14 2014-08-18 Hatchtech Group Bv Tray for incubating eggs.
EP2873319B1 (en) 2013-11-13 2016-08-24 Van de Ven Beheer B.V. Poultry house provided with an egg incubator device, and method of incubating eggs in the poultry house
NL2013281B1 (en) * 2014-07-31 2016-09-21 Hatchtech Group Bv Egg Tray for incubating and hatching eggs.
NL2013569B1 (nl) 2014-10-03 2016-07-07 Agri-Invent B V Werkwijze voor het uitbroeden van broedeieren, nabroedhouder voor het uitbroeden van broedeieren, alsmede gebruik van een dergelijke nabroedhouder.

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023633B1 (nl) 2017-05-24
WO2018002901A1 (en) 2018-01-04
NL2019158A (nl) 2018-01-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2019158B1 (nl) Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren
BE1023719B1 (nl) Werkwijze voor het naar een vleespluimveestal overbrengen van voorgebroede eieren en daarbij toegepaste overlegmachine
NL2010301C2 (en) Tray for incubating eggs.
NL2021106B1 (nl) Overbrengmachine voor het in een pluimveestal op een vloer daarvan leggen van eieren die zich in broedlades bevinden waarin deze werden voorgebroed
RU2632224C2 (ru) Устройство для выгрузки птицы из клетки
NL2013569B1 (nl) Werkwijze voor het uitbroeden van broedeieren, nabroedhouder voor het uitbroeden van broedeieren, alsmede gebruik van een dergelijke nabroedhouder.
ES2928589T3 (es) Contenedor para pollos de engorde como componente de una unidad y de una disposición
JP6698625B2 (ja) 卵を孵卵し孵化させるための卵トレイ
DK157051B (da) Aeglaegningsrede til fjerkrae
US3062185A (en) Chicken nests
US3948219A (en) Battery farming equipment
US3777710A (en) Automated systems for raising and transporting broilers
BE1025719B1 (nl) Verbeterd broedproces van eieren in broederijen.
NL1029714C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het uitbroeden van eieren.
US20210144974A1 (en) Device for accomodating chicks
NL1008719C2 (nl) Inrichting voor een pluimvee-stal en werkwijze voor het opfokken van pluimvee.
NL2014576B1 (nl) Behuizing voor een dier, samenstel van meerdere behuizingen en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke behuizing.
RU2791877C2 (ru) Устройство для транспортировки и инкубации яиц на фермах
US1617920A (en) Egg-turning device for incubators
TR2023001180U5 (tr) Kuluçka maki̇nesi̇
NL2015240B1 (nl) Nabroedhouder voor het uitbroeden van broedeieren, alsmede gebruik van een dergelijke nabroedhouder.
US2249295A (en) Combination runway and brooder
Arora Hatching Avian Eggs in the Laboratory