BE1025719B1 - Verbeterd broedproces van eieren in broederijen. - Google Patents

Verbeterd broedproces van eieren in broederijen. Download PDF

Info

Publication number
BE1025719B1
BE1025719B1 BE2017/5840A BE201705840A BE1025719B1 BE 1025719 B1 BE1025719 B1 BE 1025719B1 BE 2017/5840 A BE2017/5840 A BE 2017/5840A BE 201705840 A BE201705840 A BE 201705840A BE 1025719 B1 BE1025719 B1 BE 1025719B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
hatching
eggs
breeding
drawers
chicks
Prior art date
Application number
BE2017/5840A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025719A1 (nl
Original Assignee
Columbus Besloten Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Columbus Besloten Vennootschap filed Critical Columbus Besloten Vennootschap
Priority to BE2017/5840A priority Critical patent/BE1025719B1/nl
Priority to US16/764,694 priority patent/US11730147B2/en
Priority to ES18811659T priority patent/ES2910506T3/es
Priority to EP18811659.4A priority patent/EP3709794B1/en
Priority to BR112020009743-8A priority patent/BR112020009743A2/pt
Priority to PL18811659T priority patent/PL3709794T3/pl
Priority to PCT/IB2018/058990 priority patent/WO2019097439A1/en
Publication of BE1025719A1 publication Critical patent/BE1025719A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025719B1 publication Critical patent/BE1025719B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K41/00Incubators for poultry
    • A01K41/06Egg-turning appliances for incubators
    • A01K41/065Egg drawers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een broedlade voor het broedproces van eieren in broederijen, de broedlade omvattende een aantal posities voor het ontvangen van eieren waarbij de broedlade minstens twee zijwanden omvat en een binnenwerk voor het ontvangen van eieren, waarbij het binnenwerk kantelbaar is opgesteld ten opzichte van de minstens twee zijwanden. De uitvinding betreft eveneens een stapeling van voornoemde broedlades, een broedruimte, broedproces, en werkwijze voor het broeden van eieren.

Description

Verbeterd broedproces van eieren in broederijen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbeterd broedproces van eieren in broederijen, met name op een verbeterde broedlade en een geautomatiseerd, geïntegreerd broedproces.
In kuikenbroederijen worden eieren in zogenaamde broedmachines uitgebroed. Dit kunnen eieren zijn van allerlei pluimvee zoals kippen, kalkoenen, eenden enzovoorts.
Om het broedproces inzichtelijk te maken wordt een beschrijving gegeven hoe een doorsnee broederij functioneert. Uiteraard verloopt het proces enkel in grote lijnen hetzelfde. De genoemde broedperiodes of dagen zijn gebaseerd op het broedproces van kippen. Bij ander pluimvee zijn deze periodes of dagen vaak anders.
Een broederij koopt bevruchte eieren in en verkoopt gewoonlijk kuikens van 1 dag oud. Het broedproces duurt ongeveer 21 dagen.
De broederij maakt deel uit van een natuurlijke keten. De vermeerderaar bestaat uit een stal met hennen en hanen. Deze hanen bevruchten de hennen. Als vervolgens de hennen eieren leggen zijn deze eieren voor het overgrote deel ook bevrucht. De eieren worden naar een broederij getransporteerd en vervolgens daar in 21 dagen uitgebroed.
BE2017/5840
De eendagskuikens worden getransporteerd naar een mesterij. Ongeveer 80 procent van de broederijen levert kuikens voor de slachtsector en 20 procent levert kuikens voor de legsector. Een broederij is meestal alleen ingericht voor het produceren van slachtkippen of van legkippen. De slachtkippen gaan na ongeveer 6 weken naar de slachterij. De legkippen worden na ongeveer 20 weken overgebracht naar stallen waar ze ruim een jaar lang eieren gaan leggen.
De keten wordt meestal op vraag gestuurd. In het geval van de slachtsector bepaalt de slachterij wanneer en hoeveel pluimvee geslacht wordt. Op basis van deze vraag wordt in een broederij op het juiste tijdstip een bepaalde hoeveelheid eieren ingelegd.
Het proces binnen een broederij verloopt als volgt.
Meestal worden de bevruchte eieren bij een broederij met een vrachtwagen afgeleverd. Deze eieren komen van verschillende vermeerderaars. De eieren uit een bepaalde stal van een bepaalde vermeerderaar die op een bepaald tijdstip geleverd worden aan de broederij wordt een batch genoemd.
Grofweg worden de eieren op twee manieren binnengebracht.
De eerste manier is op pulptrays. Hierbij worden bij de vermeerderaar de eieren in kartonnen pulptrays gelegd. Deze trays gaan naar de broederij. In de broederij wordt van een bepaald type ei-drager gebruik gemaakt. Dit is een voorbroedlade waarop een aantal eieren in een bepaald
BE2017/5840 patroon liggen. In de broederij worden de eieren van de pulptrays gehaald en op de voorbroedlades gelegd.
De tweede manier is om de lege voorbroedlades eerst naar een vermeerderaar te brengen. Bij de vermeerderaar worden de voorbroedlades gevuld met zojuist gelegde eieren. De gevulde voorbroedlades worden vervoerd naar een broederij. Vaak wordt de eerste manier toegepast bij nietgecontracteerde vermeerderaars of als de eieren geïmporteerd worden.
Soms worden eieren eerst nog in een opslag gelegd. Deze opslag wordt gebruikt als buffer tussen aanbod en vraag. Bevruchte eieren kunnen eventueel nog ongeveer 2 à 3 weken gekoeld bewaard worden voordat de eieren in de broedkast gelegd worden en het echte broeden begint. Hoe langer de eieren bewaard worden, hoe verder de kwaliteit van de eieren achteruit gaat. Ook worden de bevruchte eieren nog wel eens verhandeld tussen broederijen.
Meestal worden de eieren die binnenkomen bij een broederij eerst ontsmet om de kans dat virussen, bacteriën en schimmels op deze manier een broederij binnenkomen te minimaliseren.
Als het broedproces moet beginnen, worden de voorbroedlades in voorbroedwagens geschoven. Dit zijn wagens met een bepaalde kantel-inrichting. Tijdens de eerste 14 tot 18 dagen moeten namelijk de eieren ongeveer 45 graden beurtelings naar rechts en links gekanteld kunnen worden. Een gevulde voorbroedwagen bevat ongeveer 5000 eieren,
BE2017/5840 afhankelijk van het type lade en wagen. Een voorbroedwagen is zo ontworpen dat er zo veel mogelijk eieren in passen.
Een aantal voorbroedwagens wordt vervolgens in een voorbroedkast (of voorbroedmachine) gereden. In deze kast wordt het klimaat geregeld zodat de embryo's optimaal kunnen groeien. De parameters waarop gestuurd wordt zijn temperatuur, luchtvochtigheid en het CO2 gehalte. Het is vooral belangrijk dat de temperatuur in de kast zo homogeen mogelijk is. Het aantal eieren in een kast ligt ongeveer tussen 30.000 en 120.000 eieren, afhankelijk van het merk en type voorbroedkast en type broederij.
Na ongeveer 18 dagen worden de voorbroedwagens uit de voorbroedmachines gehaald. Dit moet gebeuren omdat in de voorbroedlades geen ruimte is om de kuikens uit te laten komen. De voorbroedlades worden uit de voorbroedwagens gehaald. De eieren worden gecontroleerd op bevruchting en/of levensvatbaarheid in een zogenaamde schouwoverlegmachine.
De eieren die afgekeurd zijn, worden uit het proces gehaald en afgevoerd. De goedgekeurde eieren worden in uitkombakken gelegd. Dit zijn kratten waar de eieren los ingelegd worden. In deze uitkombakken hebben de kuikens wel de ruimte om uit te komen. Deze uitkombakken worden gestapeld en op zogenaamde dolly's gezet. Een aantal van deze dolly's wordt in een uitkomstkast gereden. In de uitkomstkast wordt het klimaat ook geregeld zodat de embryo's zo goed mogelijk groeien en uitkomen. Na 3 dagen worden de dolly's uit de uitkomstkast gehaald. Het totale broedproces heeft
BE2017/5840 dan bestaan uit 18 plus 3 dagen.
Hierna worden de kuikens van de schaaldelen en de liggenblijvers gescheiden in een zogenaamde separator of worden de kuikens met de hand uit de uitkombakken gehaald. De kuikens worden daarna geteld en met een bepaald vast aantal in kuikenbakken gedaan. De kuikens kunnen dan ook nog gevaccineerd worden en eventueel worden de haantjes en de hennetjes gescheiden.
De kuikenbakken worden vervolgens op transport dolly's geplaatst. Deze transport dolly's met de kuikens worden met een vrachtwagen vervoerd naar een mesterij waar ze verder opgefokt worden.
De huidige broederij bestaat uit een aantal afdelingen of lokalen. De eerste is het ei-lokaal, dit is de ruimte waar de eieren binnenkomen, ontsmet worden en op voorbroedlades gelegd worden. De tweede is de ruimte waar de voorbroedmachines staan, de derde de schouwoverleg ruimte, de vierde de ruimte waar de uitkomstmachines staan, de vijfde de ruimte waar de kuikens gescheiden worden van de schaaldelen en de liggenblijvers en waar de kuikens gevaccineerd, geteld en in kuikenbakken verdeeld worden. In deze ruimte vindt ook soms een sortering plaats op hanen en hennen, het zogenaamde sexen. Ook is er een expeditie ruimte. Verder zijn er lokalen waar de afvalverwerking plaatsvindt en er zijn ruimtes waar voorbroedladen, kratten, trolleys en dolly's schoongemaakt kunnen worden. Iedere broederij heeft ongeveer deze opbouw, al zijn er natuurlijk wel verschillende uitvoeringsvormen.
BE2017/5840
In moderne broederijen zijn veel van de processen geautomatiseerd. Ondanks dat de processen geautomatiseerd zijn, vinden er echter nog wel veel handelingen plaats waarbij personeel nodig is. Hierbij moet vooral gedacht worden aan de vele bewegingen met trolleys en dolly's. Voor de beeldvorming: een gemiddelde broederij in Europa broed 50 miljoen kuikens uit per jaar. Daarvoor worden ongeveer 60 miljoen eieren ingelegd. Als er gemiddeld 5000 eieren of kuikens op een trolley staan worden er 12.000 bewegingen gedaan per lokaal per jaar, alleen al om de eieren of kuikens door de broederij te transporteren. Natuurlijk vindt er nog veel meer transport plaatst binnen de broederij, denk bijvoorbeeld aan het terugbrengen van lege trolleys, het schoonmaken van trolleys in een aparte ruimte, het schoonmaken van voorbroedlades en uitkombakken. Ook het schoonmaken van de voorbroed- en uitkomstkasten is een arbeidsintensieve, eentonige en handmatige klus.
In huidige broederijen is schaalvergroting erg belangrijk. Door schaalvergroting en een hogere capaciteit (aantal te verwerken eieren/kuikens per uur) is het mogelijk winst te blijven maken.
Echter, de grenzen komen in zicht. Het vinden van personeel wordt een steeds groter probleem. Het werk is vaak eentonig en fysiek zwaar. Een bepaalde mate van technisch inzicht is belangrijk voor het bedienen van vaak geavanceerde machines. De combinatie van die twee zaken zorgt ervoor dat het vinden van geschikt personeel moeilijk is en vooral het behouden van geschikt personeel is steeds moeilijker. Door
BE2017/5840 strenge arbeidstijdenwetten is het bijna niet meer mogelijk personeel langere dagen te laten werken. Ploegendiensten opzetten is kostbaar en personeel vinden die ploegendiensten wil werken lukt bijna niet meer. Bovendien zijn verschillende processen in huidige broederijen kuiken onvriendelijk, zoals de separator en de kuikenteller. Ook de traceerbaarheid van individuele eieren en kuikens is niet mogelijk.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een broedlade voor het broedproces van eieren in broederijen, voor het broeden van eieren in een broedruimte en optioneel het uitkomen van de kuikens, de broedlade omvattende een aantal posities voor het ontvangen van eieren, waarbij de broedlade minstens twee zijwanden omvat en een binnenwerk voor het ontvangen van eieren, waarbij het binnenwerk kantelbaar is opgesteld ten opzichte van de minstens twee zijwanden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding zijn meerdere van voornoemde broedlades horizontaal stapelbaar zijn op elkaar.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding zijn de minstens twee zijwanden van de broedlade zodanig uitgevoerd dat ze minstens gedeeltelijk steun voorzien voor het stapelen van meerdere broedlades op elkaar via voornoemde zijwanden.
BE2017/5840
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding is de buitenrand voorzien is van een stapelrand waardoor de broedlades stapelbaar zijn.
In een specifieke uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding omvat de broedlade vier zijwanden die stapelbaar zijn op de zijwanden van een identieke broedlade.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding zijn de broedlades automatisch stapelbaar en kantelbaar.
In een andere bijzondere uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding is de broedlade kantelbaar in twee richtingen. Dit gebeurt bij voorkeur beurtelings in de ene en in de andere richting zodat de eieren van richting veranderen tijdens het broeden.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding omvat de broedlade ruimte per ei positie voor het uitkomen van kuikens, bij voorkeur een aparte ruimte per ei positie.
De eieren kunnen zich gedurende het gehele broedproces in één en dezelfde broedlade bevinden of tussentijds in andere broedlades worden overgelegd.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding is de broedlade voorzien van een
BE2017/5840 uniek ID voor het automatisch opslaan (in een computersysteem) van individuele gegevens van eieren en/of kuikens, of gegevens van de broedlade in zijn geheel.
De uitvinding betreft eveneens een stapeling van twee of meerdere broedlades zoals hiervoor beschreven, waarbij de zijwanden van de ene broedlade gestapeld worden op de zijwanden van de andere broedlade, en de respectievelijke binnenwerken van de broedlades gezamenlijk of individueel kantelbaar zijn.
In een derde aspect betreft de uitvinding een broedproces voor het voorbroeden van eieren in een broedruimte omvattende een eerste deel broedproces en een eerste broedlade zoals hiervoor beschreven voor het voorbroeden van eieren, waarbij de eieren in een tweede deel broedproces in een tweede broedlade worden overgelegd voor het uitkomen van de kuikens, waarbij de buitenrand van de tweede broedlade voorzien is van een stapelrand voor het stapelen van broedlades.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedproces volgens de uitvinding is de tweede broedlade eveneens automatisch stapelbaar.
De tweede broedlade kan optioneel in een uitkomruimte worden geplaatst.
In een bepaalde uitvoeringsvorm van een broedproces volgens de uitvinding duurt het eerste deel van het broedproces
BE2017/5840 ongeveer 18 dagen en het tweede deel van het broedproces ongeveer 3 dagen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedproces volgens de uitvinding zijn ook andere deelprocessen geautomatiseerd, zoals o.a. identificatie van eieren, de kwaliteitscontrole van eieren en kuikens, desinfectie van eieren, overleggen, schouwen, sexen, vaccineren, tellen van kuikens, voer en water doseren in kuikenbakken.
Bij voorkeur worden per ei-positie gegevens opgeslagen zoals herkomst, bestemming, ras, geslacht enzovoorts.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedproces volgens de uitvinding automatiseert een, bij voorkeur, gecentraliseerd computersysteem het gehele broedproces of delen daarvan.
In een specifieke uitvoeringsvorm van een broedproces volgens de uitvinding gebeurt het voorbroeden van de eieren en het uitkomen van de kuikens in dezelfde cradleroom. Dit kan optioneel ook in aparte ruimtes.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedproces volgens de uitvinding is de tweede broedlade voorzien van een binnenwerk met aparte ruimtes of hokjes voor de kuikens.
In een vierde aspect betreft de uitvinding een broedruimte voor het broedproces van eieren in broederijen, omvattende het voorbroeden van eieren en optioneel het uitkomen van de
BE2017/5840 kuikens, waarbij de eieren zich bevinden in één of meerdere broedlades zoals hiervoor beschreven, waarbij de buitenrand van de broedlades (1,6) voorzien zijn van een stapelrand zodat de broedlades (1,6) automatisch stapelbaar zijn.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedruimte volgens de uitvinding gebeurt het beladen en ontladen van de broedlades in en uit de broedruimtes geautomatiseerd.
Iedere broedruimte heeft bij voorkeur zijn eigen stapelaar en ontstapelaar.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedruimte volgens de uitvinding wordt deze automatisch gereinigd.
In een bepaalde uitvoeringsvorm van een broedruimte volgens de uitvinding is de ruimte geschikt voor zowel het eerste als het tweede deel broedproces.
De uitvinding betreft eveneens een werkwij ze voor het broeden van eieren in een broedruimte en optioneel het uitkomen van de kuikens, waarbij de eieren zich bevinden in een broedlade zoals hiervoor beschreven, de werkwijze omvattende de volgende stappen: a) automatisch inladen van een (eerste of tweede) broedlade in de broedruimte, b) optimaal automatisch stapelen van de broedlades op elkaar en laten broeden, c) automatisch ontladen uit de broedruimte hetzij op het einde van het broedproces, hetzij op een willekeurig moment daartussen, en d) indien nodig stappen herhalen.
BE2017/5840
In een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, omvat deze de volgende stappen: a) automatisch ontstapelen van de broedlades op een willekeurig moment tijdens het broedproces, b) automatisch transporteren van de broedlades naar een behandelingsstation waar de eieren gekeurd, behandeld of verwijderd worden, c) automatisch terug transporteren naar de broedruimte, en d) automatisch terug opstapelen van de broedlades in de broedkast, al of niet op dezelfde positie als voordien.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van een werkwijze en een broedproces volgens de uitvinding is early harvesting mogelijk. Hierbij worden in meerdere stappen de kuikens uit de broedruimtes gehaald volgens de volgende stappen: a) tweede broedlade op een bepaald moment uit een broedruimte halen; b) de kuikens die op dat moment al uitgekomen zijn, uit de broedlade halen en in een kuikenbak plaatsen, waarbij de eieren die nog niet uitgekomen zijn, blijven liggen; c) de broedlade terugplaatsen in de broedruimte; en d) stappen a tot c om een aantal uren herhalen totdat (bijna) alle kuikens uitgekomen zijn.
Beschrijving van de uitvinding
De broedlade (hierna cradle 1 genoemd) heeft een stapelbare buitenrand en een kantelbaar binnenwerk. In deze cradle 1 is een aantal posities opgenomen waarin eieren geplaatst kunnen worden. Deze eieren worden dan, zoals gebruikelijk, verticaal of bijna verticaal met de breedste top naar boven in deze posities gezet.
BE2017/5840
Cradle 1 is stapelbaar via de buitenrand van cradle 1. De buitenrand is voorzien van een stapelrand. Deze kan uitgevoerd zijn op verschillende manieren.
Het binnenwerk van cradle 1 is kantelbaar via een systeem dat de individuele binnenwerken van elke cradle of van een hele stapel cradles alle binnenwerken tegelijkertijd kantelt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een cilinder aan de onderzijde tegen een binnenwerk te laten duwen waardoor van de hele stapel alle binnenwerken tegelijkertijd meebewegen. Hiertoe is het binnenwerk van een nok voorzien die de beweging doorgeeft aan de volgende cradle van de stapel. Ook zou dit systeem aan de bovenzijde geplaatst kunnen worden, waardoor een binnenwerk naar beneden geduwd kan worden. Hierdoor worden alle binnenwerken van een stapel gekanteld. Ook op een alternatieve manier is het kantelen mogelijk.
De omtrek van de broedlade heeft meestal de vorm van een rechthoek met twee lange en twee korte zijden. Het kantelen gebeurt bij voorkeur via een nok die is voorzien tussen de langste zijden (zijwanden). Het kantelpunt bevindt zich bij voorkeur in het midden van de langste zijde (zijwand). Het kantelen kan ook gebeuren via een nok voorzien tussen de kortste zijden (zijwanden).
Het binnenwerk zelf ziet er grotendeels uit als een gangbare voorbroedlade in de markt. Ook de eierdichtheid is vergelijkbaar met de een gangbare voorbroedlade.
De combinatie van een kantelbaar binnenwerk met een
BE2017/5840 stapelbare buitenrand maken de toepassing van interne transport trolleys overbodig.
De cradle 1 is zodanig ontworpen dat er een goede klimaatbeheersing mogelijk is voor de eieren. In praktijk betekent dit dat langs de eieren een bepaalde luchtstroming gecreëerd kan worden waardoor het klimaat in de cradleroom zo homogeen mogelijk kan worden gehouden.
Als een broedkast (hierna cradleroom genoemd) gevuld moet worden, wordt in of buiten de cradleroom door middel van een stapelaar een bepaald aantal cradles 1 gestapeld en de stapel wordt vervolgens door middel van een transporteur of ander transportmedium op de gewenste plaats binnen de cradleroom getransporteerd. Een ontstapelaar kan dan de cradles weer verenkelen als de cradles uit de cradleroom moeten worden gehaald. Dit gebeurt bij voorkeur aan de andere zijde van de cradleroom, om het principe first infirst out te krijgen. Natuurlijk zijn er talloze uitvoeringsvormen te bedenken van volgorde en plaats van stapelen, ontstapelen en opslag van de cradles 1. Deze uitvoeringsvormen vallen ook onder dit patent. Omdat het niet meer nodig is trolleys en dolly's toe te passen binnen de broederij geeft dit een aanzienlijke kostenbesparing wat betreft materiaal, reiniging en arbeid.
Ten behoeve van tracability is het mogelijk om gegevens bij te houden per positie. Iedere ei- of kuikenpositie heeft een uniek identificatienummer. Door een bovenliggend computersysteem kunnen dan per positie gegevens bij gehouden worden zoals broedtijd, naam vermeerderaar, stalnummer
BE2017/5840 vermeerderaar, sexe, ras, temperatuur enzovoorts. Tracability is echter niet noodzakelijk in deze nieuwe uitvinding. In huidige broederijen is dit ook nog niet algemeen toegepast, al zijn er in de markt wel pogingen gedaan tot tracability.
Het is bekend dat tijdens de broedperiode het noodzakelijk is dat de eieren gekanteld kunnen worden. In deze cradleroom is het ook mogelijk de cradles te kantelen, maar dit is ook uit te zetten. Ten behoeve van het kantelen bestaat iedere cradle uit een buitenrand en een kantelbaar binnenwerk. Het binnenwerk is kantelbaar ten opzichte van de minstens twee zijwanden van de buitenrand.
Doordat het binnenwerk kantelt, kunnen de buitenranden stabiel gestapeld worden en blijven deze in een vaste positie. M.a.w. de buitenranden van de broedlades worden niet gekanteld zoals bij huidige broederijen waar de volledige broedlade wordt gekanteld.
Een mechanisme in de cradleroom zorgt ervoor dat alle binnenwerken van een stapel gekanteld kunnen worden indien gewenst. Na ongeveer 14 tot 18 dagen is het namelijk niet meer nodig de eieren te kantelen.
Net zoals bij een traditionele broederij wordt het klimaat in de cradleroom zo optimaal mogelijk gehouden voor de groei en ontwikkeling van het embryo tot kuiken. Het klimaat wordt per cradleroom apart geregeld al naar gelang het stadium van het broedproces.
BE2017/5840
Het vullen van de cradleroom gebeurt geautomatiseerd. Als de eieren op pulptrays binnen zijn gekomen, worden de eieren in het ei-lokaal of in de opslag automatisch overgelegd van de pulptrays (of van een ander type transport-eidrager) naar cradle 1. Deze cradle 1 wordt door middel van een transportmedium naar de juiste cradleroom gebracht of, indien gewenst, eerst nog automatisch opgeslagen in een opslagruimte. Als een cradleroom gevuld moeten worden kan dit ook met eerder gevulde cradles die al in de opslagruimte stonden en eruit werden gehaald.
Uiteraard is het ook mogelijk dat de eieren in pulptrays of in een ander type transport-eidrager opgeslagen worden in de opslagruimte. Bij deze werkwijze worden de eieren pas overgelegd in de cradles als de cradleroom gevuld moet worden.
In bestaande broederijen grenzen de broedkasten met de deuren aan de gangen zodat via de gangen de broedkasten bereikt kunnen worden bijvoorbeeld voor het vullen of leeghalen van de broedkasten. De trolleys en dolly's met een stapel hebben een beperkte hoogte (meestal lager dan 2 meter) omdat hogere dolly's en trolleys niet verantwoord zijn door de instabiliteit en hoge massa van de dolly's en trolleys. Hoe hoger namelijk de objecten waarmee door de broederij gereden wordt, hoe meer kans er is dat er ongelukken gebeuren. Bovendien is het niet praktisch als werknemers hulpmiddelen zoals een verhoging of trap nodig hebben om de bovenste voorbroedladen of uitkombakken te handelen.
BE2017/5840
Echter bij de huidige uitvinding is deze beperking niet van toepassing. Het is immers niet meer nodig dat er handmatig gestapeld wordt en dat er met trolleys en dolly's gereden wordt.
In de meest praktische uitvoeringsvorm heeft iedere cradleroom zijn eigen stapelaar en ontstapelaar. Ook is het mogelijk dat de stapelaar en ontstapelaar verplaatst kunnen worden naar de cradleroom waarbij een stapelactie of een ontstapelactie nodig is.
Met de huidige uitvinding is het dus mogelijk om stapels te creëren die veel hoger zijn dan op de huidige trolleys of dolly's. Dit heeft meerdere voordelen. Om stabiliteit van een hoge stapel te garanderen kan de cradle een grotere oppervlakte hebben dan de meeste huidige voorbroedlades of uitkombakken. Ook kunnen de wanden van een cradleroom gebruikt worden als valbeveiliging. Het gewicht van de cradles is niet meer gebonden aan Arbo-regels omdat het handmatig tillen en verplaatsen door werknemers niet meer nodig is. Doordat de stapelhoogte veel groter is kunnen veel eieren uitgebroed worden op een relatief klein vloeroppervlak van het gebouw.
In bestaande broederijen wordt rond dag 18 van het broedproces een voorbroedkast leeggehaald en worden de levensvatbare eieren overgelegd in uitkombakken. De reden dat dit gebeurt rond dag 18 is dat de eieren zo lang mogelijk in de voorbroedkast moeten liggen omdat de eieren daar veel minder ruimte nodig hebben dan in de nabroedkast en ook omdat de eieren gekanteld moeten worden. Als dit
BE2017/5840 echter te lang duurt komen de kuikens al uit. Het uitkomen in de voorbroedkast is zeer onwenselijk omdat voorbroedlades niet geschikt zijn voor het uitkomen van de kuikens. Als de kuikens al uitkomen in de voorbroedkast, is het niet meer mogelijk om de eieren geautomatiseerd over te leggen.
Echter, voor sommige behandelingen van het ei is het veel beter dat het leeghalen van een voorbroedkast eerder gebeurt dan op dag 18 van het broedproces. Een voorbeeld hiervan is het bepalen of het ei een haan of een hen bevat. Bij o.a. een legbroederij is het van belang dit zo vroeg mogelijk te weten. Bij een broederij die leghennen wil produceren zijn de haantjes namelijk ongewenst, omdat deze geen eieren leggen. De huidige praktijk in een legbroederij is dat na het uitkomen van het kuiken pas bepaald wordt of het kuiken een haan of hen is. De hanen worden gescheiden van de hennen en de hanen worden gedood. Het mag duidelijk zijn dat dit een zeer ongewenste praktijk is, zowel maatschappelijk als financieel.
Met de huidige uitvinding is het eenvoudig mogelijk om op een willekeurige dag in het broedproces de eieren uit de broedruimte te halen en te controleren, te behandelen of te verwijderen. Hiervoor worden de stapels cradles 1 ontstapeld, de cradles 1 naar een machine of machinelijn getransporteerd door middel van automatisch transport, worden de eieren gekeurd, behandeld of verwijderd door deze machine of machinelijn en vervolgens worden de cradles 1 weer terug getransporteerd naar een cradleroom en weer opgestapeld. Bij voorkeur is dit een volautomatisch proces
BE2017/5840 en is geen menselijk handelen meer noodzakelijk.
Het is niet noodzakelijk dat de cradles weer op de zelfde positie worden teruggeplaatst in de cradleroom, maar het is wel wenselijk om ze terug te plaatsen in dezelfde cradleroom om het overzicht te behouden.
Omdat er (bijna) geen personeel aan te pas komt, kan het meest ideale tijdstip bepaald worden om dit soort processen uit te voeren. Dat kan dan bijvoorbeeld ook 's nachts zijn.
Doordat meettechnieken om de sexe te bepalen steeds beter zullen worden, zodat eerder in het broedproces de sexe bepaald kan worden, kan dan ook heel flexibel het meettijdstip gekozen worden. De status van elk ei wordt onthouden door het computersysteem dat het gehele broedproces of delen daarvan automatiseert.
Het computersysteem kan een centraal computersysteem zijn, of kan bestaan uit gelinkte decentrale computersystemen. Andere processen die door het computersysteem kunnen worden geautomatiseerd zijn hieronder beschreven.
Ook in de overige delen van de broederij kan een ver gevorderde mate van automatisering plaatsvinden. Bijvoorbeeld is het mogelijk de cradles automatisch te wassen, te desinfecteren, te drogen, op te slaan in een magazijn (of cradleroom) en weer aan te voeren naar de ruimte waar de eieren in de cradles gelegd worden.
Ook is het mogelijk alle andere processen te automatiseren
BE2017/5840 binnen de broederij. Voorbeelden hiervan zijn: automatische kwaliteitscontrole van eieren en kuikens, desinfectie van eieren, schouwen, overleggen, sexen, vaccineren, tellen van kuikens en voer en water doseren in kuikenbakken.
Voor de slachtsector is het ook interessant om de hanen en de hennen te scheiden. Zowel hanen als hennen worden gemest, maar er is steeds meer behoefte aan meststallen waar de hanen en de hennen apart gemest worden. Hierdoor kan het mestproces geoptimaliseerd worden voor zowel hanen als hennen, bijvoorbeeld de samenstelling en hoeveelheid van het voer en het ideale moment van slachten.
Het is ook mogelijk de posities van de hennen en de hanen vast te leggen in het computersysteem. Voor of na het uitkomen kunnen dan de hanen en hennen gescheiden worden.
Ook is het mogelijk met deze uitvinding de hanen en de hennen ieder een aparte behandeling te geven, bijvoorbeeld het type vaccinatie kan verschillend zijn voor hanen en hennen. Ook is het mogelijk om voedingsstoffen toe te voegen in het ei. De behandelingen kunnen in het ei of in het kuiken plaatsvinden.
Doordat per ei positie data verzameld kan worden, is het mogelijk deze data te gebruiken om het broedproces te optimaliseren of bijvoorbeeld voor onderhoudsdoeleinden of prognoses te maken met betrekking tot de mesters of de vermeerderaars te voorzien van informatie.
Na ongeveer 18 dagen worden, in de huidige praktijk, de
BE2017/5840 eieren uit de broedkasten gehaald om gekeurd te worden. Hierbij mogen de eieren die levensvatbaar zijn blijven staan. De onbevruchte eieren en de eieren die geen teken van leven meer geven kunnen uit het proces worden gehaald, maar dit is niet noodzakelijk.
In huidige broederijen worden na 18 dagen de eieren in uitkomstkasten geplaatst. Deze uitkomkasten worden 3 dagen later weer leeggehaald. De kuikens, die in deze 3 dagen uitgekomen zijn, worden gescheiden van de schaaldelen. Dit betekent dat een vroeg uitgekomen kuiken ongeveer 2 dagen in een uitkombak zit zonder eten en drinken. Op dit moment zijn er broederijen die eten en drinken aanbieden aan de kuikens in de broedkasten, maar daar zijn ook grote nadelen, vooral op hygiënisch gebied.
Met de huidige uitvinding kunnen de eieren overgelegd worden in een andere cradle. Dit wordt cradle 2 genoemd. Deze cradle 2 kan op de zelfde manier gestapeld worden als cradle 1. Echter bij cradle 2 is een kantelbaar binnenwerk niet gewenst omdat het niet noodzakelijk is de eieren in het laatste deel van het broedproces te kantelen. In cradle 2 kunnen de kuikens ook individueel gehouden worden, maar dit is niet noodzakelijk.
De cradlerooms voor de laatste (3) dagen van het broedproces kunnen speciale uitkom-cradlerooms zijn, maar ook dit is niet noodzakelijk. In een praktische uitvoeringsvorm zijn alle cradlerooms geschikt voor zowel het eerste als het tweede deel het broedproces.
BE2017/5840
Met de huidige uitvinding is het mogelijk om in meerdere stappen de kuikens uit de cradles te halen. Dit wordt early harvesting genoemd. Hierbij worden de cradles 2 bijvoorbeeld aan het begin van de 20e dag uit een cradleroom gehaald. De kuikens die op dat moment al uitgekomen zijn, worden uit de cradle gehaald en in een kuikenbak geplaatst. In deze kuikenbak kan voer en water beschikbaar zijn, maar dit is niet noodzakelijk. De broederij kan ook besluiten deze kuikens al direct naar een stal te transporteren, waardoor de kuikens eerder dan bij de huidige broederijen gemest kunnen worden.
De eieren die nog niet uitgekomen zijn, blijven staan of liggen in cradle 2. De cradle 2 wordt weer teruggeplaatst in een cradleroom. Zo is het mogelijk om een aantal uur later weer te inspecteren op uitgekomen kuikens. Bij een laatste ronde worden de overgebleven schaaldelen en de eventuele niet uitgekomen eieren vernietigd of deze eieren worden verzameld om ze meer tijd te geven om uit te laten komen op een aparte plaats.
Met deze werkwijze wordt voorkomen dat een kuiken een te lange tijd zonder eten en drinken in de cradleroom aanwezig is. Ook is bijvoorbeeld het CO2 gehalte in broedkasten normaal gesproken behoorlijk hoog. Door vroegtijdig kuikens uit de cradleroom en cradle te halen wordt extra stress door het hoge CO2 gehalte voorkomen.
Als een broederij besluit om de kuikens te bewaren tot dag 21, totdat alle kuikens van een bepaalde batch uitgekomen zijn, kan dat in een andere ruimte met verwarming en
BE2017/5840 ventilatie .
Deze ruimte hoeft echter niet zo geconditioneerd te zijn als de cradlerooms.
Er zijn ook broederijen die, in plaats van kuikens, eieren leveren aan de mesterij . Deze eieren zijn dan ongeveer 18 dagen voorgebroed. De laatste dagen van het broedproces vindt dan niet plaats in de broederij maar bij de mesterij. De kuikens komen dan uit in de stal. Met de huidige uitvinding is ook deze vorm van het broedproces goed uit te voeren. Er kan dan een keuze gemaakt worden om de cradle 1 naar een mesterij te transporteren of om de eieren uit de cradle 1 over te leggen in een ander transportmedium.
In de meest praktische uitvoeringsvorm worden de niet levensvatbare eieren uit de cradle 1 gehaald en wordt de cradle 1 (of een ander transportmedium) weer aangevuld met levensvatbare eieren. Dit wordt gedaan om de transportkosten zo laag mogelijk te houden.
Een groot voordeel van het individueel houden van de eieren en de kuikens is dat het besmettingsgevaar onderling geminimaliseerd wordt.
De opbouw van een broederij volgens de uitvinding heeft dus een groot voordeel op het gebied van personeel. Omdat de processen zo veel mogelijk geautomatiseerd zijn, heeft men veel minder personeel nodig en is men dus veel minder afhankelijk van moeilijk te verkrijgen personeel. Het personeel wat nog nodig is, krijgt meer een controlerende en/of technische achtergrond. In theorie zouden de processen 24/7 kunnen plaatsvinden, maar er moet natuurlijk
BE2017/5840 ook altijd ruimte blijven voor onderhoud en reiniging.
Een bijkomend voordeel is dat de processen over meer werkuren per dag verdeeld kunnen worden dan in huidige broederij en.
Dit komt omdat de processen niet meer afhankelijk zijn van het beschikbaar zijn van productiepersoneel. Enerzijds betekent dit dat er eenvoudig schaalvergroting kan plaatsvinden, anderzijds dat de processen rustiger en efficiënter kunnen verlopen.
In huidige broederijen kost het schoonmaken van de voorbroed- en uitkomstkasten en gangen veel tijd. Bovendien kan, doordat de kuikens in een vroeg stadium uit de cradleroom gehaald kunnen worden, een groot deel van de vervuiling voorkomen worden. De uitwerpselen en het dons van de kuikens zorgen namelijk voor de meeste vervuiling.
In de huidige uitvinding kunnen de cradlerooms voorzien worden van een automatisch schoonmaaksysteem, ook wel Clean In Place (CIP) genoemd, waardoor veel op arbeidsuren bespaard wordt en de biosecurity op een hoger level gebracht kan worden omdat men niet meer afhankelijk is van de inzet van personeel.
Ook is het mogelijk om door middel van Clean In Place systemen machines te reinigen zodat daar ook sterk bespaard kan worden op personeel.
Bovendien ontbreken de trolleys en dolly's als transportmedium in de broederij. Dit betekent een aanzienlijke kostenbesparing, niet alleen van aanschaf maar
BE2017/5840 ook van onderhoud en schoonmaakkosten.
Ook geeft de nieuwe uitvinding ruimtebesparing rond machines en machinelijnen omdat het niet nodig is om met trolleys en dolly's rond de machines te rijden. Ook het automatisch reinigen bespaart ruimte omdat het dan niet meer nodig is om overal rond de machines te kunnen lopen.
Ook de afvalbehandeling kan bijna volledig geautomatiseerd worden. In huidige broederijen gebeurt dit ook al gedeeltelijk, maar ontbreekt vaak het automatisch reinigen en ontsmetten van de systemen die het afval verzamelen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin:
figuur 1 A en B schematisch een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een broedlade volgens de uitvinding weergeeft waarbij figuur 1B een gekantelde broedlade toont;
figuur 2 een stapeling weergeeft van twee broedlades volgens figuur 1, waarbij de lades in figuur 2B gekanteld zijn; en figuur 3 een tweede type broedlade weergeeft.
Figuur 1 A en B toont een broedlade 1 volgens de uitvinding. De broedlade 1 heeft een buitenrand 2 en een kantelbaar binnenwerk 3. In dit binnenwerk 3 zijn een
BE2017/5840 aantal posities opgenomen waarin eieren geplaatst kunnen worden. Het binnenwerk 3 is kantelbaar ten opzichte van de buitenrand 2 via kantelpunten 4. Figuur 1B toont een broedlade 1 met een gekanteld binnenwerk 3, in figuur IA is het binnenwerk 3 parallel aan de buitenrand, dus niet gekanteld opgesteld.
Figuur 2 A en B tonen twee broedlades volgens figuur 1 die op elkaar gestapeld zijn via de buitenrand 2.
Het binnenwerk 3 van beide lades is gekanteld via de kantelpunten 4 en neemt een minimale ruimte in.
Door het kantelen van (het binnenwerk 3 van) één broedlade kantelen de ermee gestapelde broedlades automatisch mee in de dezelfde richting.
Het kantelen kan zowel in de linkse als in de rechtse richting gebeuren, bij voorkeur over maximum 45 graden.
Figuur 3 toont een tweede type broedlade (6) die niet kantelbaar is. De eieren komen uit in aparte ruimtes of hokjes. Zodoende kunnen, als de eieren uitgekomen zijn, bijvoorbeeld de haantjes en hennetjes van elkaar gescheiden worden. Als alle kuikens door elkaar in een bak uitkomen, kunnen de individuele kuikens niet meer behandeld en gevolgd worden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding zoals gedefinieerd door de conclusies, kunnen volgens allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (25)

  1. Conclusies .
    1. Broedlade (1) voor het broedproces van eieren in broederijen, voor het broeden van eieren in een broedruimte en optioneel het uitkomen van de kuikens, de broedlade omvattende een aantal posities voor het ontvangen van eieren, daardoor gekenmerkt dat de broedlade (1) minstens twee zijwanden (2) omvat en een binnenwerk (3) voor het ontvangen van eieren, waarbij het binnenwerk (3) kantelbaar is opgesteld (4) ten opzichte van de minstens twee zijwanden (2).
  2. 2. Broedlade (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat meerdere broedlades (1) horizontaal stapelbaar zijn op elkaar.
  3. 3. Broedlade (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de minstens twee zijwanden (2) van de broedlade (1) zodanig zijn uitgevoerd dat ze minstens gedeeltelijk steun voorzien voor het stapelen van
    meerdere zijwanden broedlades (2) . (1) op elkaar via voornoemde 4 . Broedlade (1) volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buitenrand (2) voorzien is van een stapelrand waardoor de broedlades (1)
    stapelbaar zijn.
  4. 5. Broedlade (1) volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de broedlade (1) vier
    BE2017/5840 zijwanden (2) omvat die stapelbaar zijn op de zijwanden van een andere broedlade (1).
  5. 6. Broedlade (1) volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de broedlades (1) automatisch stapelbaar en kantelbaar zijn.
    7 . Broedlade (1) volgens één daardoor gekenmerkt dat broedlade (1) kantelbaar is
  6. 8. Broedlade (1) volgens één daardoor gekenmerkt dat de der voorgaande conclusies, het binnenwerk van de in twee richtingen.
    der voorgaande conclusies, eieren zich gedurende het gehele broedproces in de broedlade (1) bevinden.
  7. 9. Broedlade (1) volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de broedlade (1) voorzien is van een uniek ID voor het automatisch opslaan van individuele gegevens van eieren en/of kuikens, of gegevens van de broedlade in zijn geheel.
  8. 10. Stapeling (5) van twee of meerdere broedlades (1) volgens één der conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de zijwanden (2) van de ene broedlade (1) gestapeld worden op de zijwanden (2) van de andere broedlade (1), en de respectievelijke binnenwerken (3) van de broedlades (1) gezamenlijk of individueel kantelbaar zijn.
  9. 11. Broedproces voor het voorbroeden van eieren in een broedruimte omvattende een eerste deel broedproces
    BE2017/5840 en een eerste broedlade (1) volgens één der conclusies 1 tot 10 voor het voorbroeden van eieren, daardoor gekenmerkt dat de eieren in een tweede deel broedproces in een tweede broedlade (6) worden overgelegd voor het uitkomen van de kuikens, waarbij de buitenrand van de tweede broedlade (6) voorzien is van een stapelrand voor het stapelen van broedlades.
  10. 12. Broedproces volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de tweede broedlades (6) automatisch stapelbaar zijn.
  11. 13. Broedproces volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de tweede broedlade (6) optioneel in een uitkomruimte wordt geplaatst.
  12. 14. Broedproces volgens één der conclusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het eerste deel van het broedproces ongeveer 18 dagen duurt en het tweede deel van het broedproces ongeveer 3 dagen.
  13. 15. Broedproces volgens één der conclusies 11 tot 14, daardoor gekenmerkt dat ook andere deelprocessen geautomatiseerd zijn, zoals o.a. identificatie van eieren, de kwaliteitscontrole van eieren en kuikens, desinfectie van eieren, overleggen, schouwen, sexen, vaccineren, tellen van kuikens, voer en water doseren in kuikenbakken.
  14. 16. Broedproces volgens één der conclusies 11 tot 15, daardoor gekenmerkt dat per ei-positie gegevens worden
    BE2017/5840 opgeslagen zoals herkomst, bestemming, ras, geslacht enzovoorts.
  15. 17. Broedproces volgens één der conclusies 11 tot 16, daardoor gekenmerkt dat een computersysteem het gehele broedproces of delen daarvan automatiseert.
  16. 18. Broedproces volgens één der conclusies 11 tot 17, daardoor gekenmerkt dat het voorbroeden van de eieren en het uitkomen van de kuikens in dezelfde cradleroom gebeurt.
  17. 19. Broedproces volgens één der conclusies 11 tot 18, daardoor gekenmerkt dat de tweede broedlade (6) voorzien is van een binnenwerk (3) met aparte ruimtes voor de kuikens.
  18. 20. Broedruimte voor het broedproces van eieren in broederijen, omvattende het broeden van eieren en optioneel het uitkomen van de kuikens, waarbij de eieren zich bevinden in één of meerdere broedlades (1,6) volgens één der conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de buitenrand van de broedlades (1,6) voorzien zijn van een stapelrand zodat de broedlades (1,6) automatisch stapelbaar zijn.
  19. 21. Broedruimte volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat het beladen en ontladen van broedlades (1,6) geautomatiseerd is.
    BE2017/5840
  20. 22. Broedruimte volgens conclusie 20 of 21, daardoor gekenmerkt dat iedere broedruimte zijn eigen stapelaar en ontstapelaar omvat.
  21. 23. Broedruimte volgens één der conclusies 20 tot 22, daardoor gekenmerkt dat de broedruimte automatisch gereinigd wordt.
  22. 24. Broedruimte volgens één der conclusies 20 tot 23, daardoor gekenmerkt dat de ruimte geschikt is voor zowel het eerste als het tweede deel broedproces.
  23. 25. Werkwijze voor het broeden van eieren in een broedruimte en optioneel het uitkomen van de kuikens, waarbij de eieren zich bevinden in een broedlade (1,6) volgens één der conclusies 1 tot 9, omvattende de volgende stappen:
    a. automatisch inladen van een (eerste of tweede) broedlade (1,6) in de broedruimte;
    b. automatisch stapelen van de broedlades (1,6) op elkaar en laten broeden;
    c. automatisch ontladen uit de broedruimte hetzij op het einde van het broedproces, hetzij op een willekeurig moment daartussen; en
    d. indien nodig stappen herhalen.
  24. 26. Werkwijze volgens conclusie 25, omvattende de volgende stappen:
    a. automatisch ontstapelen van de broedlades (1,6) op een willekeurig moment tijdens het broedproces ;
    BE2017/5840
    b. automatisch transporteren van de broedlades (1,6) naar een behandelingsstation waar de eieren en/of kuikens gekeurd, behandeld of verwijderd worden;
    c. automatisch terug transporteren naar de broedruimte; en
    d. automatisch terug opstapelen van de broedlades (1,6) in de broedkast, al of niet op dezelfde positie als voordien.
  25. 27. Werkwijze volgens conclusie 25 of 26, waarbij in meerdere stappen de kuikens uit de broedlades (1,6) worden gehaald volgens de volgende stappen:
    a. broedlade (1,6) op een bepaald moment uit een broedruimte halen;
    b. kuikens die op dat moment al uitgekomen zijn, uit de broedlade (1,6) halen en in een kuikenbak plaatsen, waarbij de eieren die nog niet uitgekomen zijn, blijven liggen;
    c. broedlade (1,6) terugplaatsen in de broedruimte; en
    d. stappen a tot c om een aantal uren herhalen.
BE2017/5840A 2017-11-16 2017-11-16 Verbeterd broedproces van eieren in broederijen. BE1025719B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5840A BE1025719B1 (nl) 2017-11-16 2017-11-16 Verbeterd broedproces van eieren in broederijen.
US16/764,694 US11730147B2 (en) 2017-11-16 2018-11-15 Incubation process of eggs in hatcheries
ES18811659T ES2910506T3 (es) 2017-11-16 2018-11-15 Proceso mejorado de incubación de huevos en plantas de incubación
EP18811659.4A EP3709794B1 (en) 2017-11-16 2018-11-15 Improved incubation process of eggs in hatcheries
BR112020009743-8A BR112020009743A2 (pt) 2017-11-16 2018-11-15 processo melhorado de incubação de ovos em incubadoras
PL18811659T PL3709794T3 (pl) 2017-11-16 2018-11-15 Ulepszony proces inkubacji jaj w wylęgarniach
PCT/IB2018/058990 WO2019097439A1 (en) 2017-11-16 2018-11-15 Improved incubation process of eggs in hatcheries

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5840A BE1025719B1 (nl) 2017-11-16 2017-11-16 Verbeterd broedproces van eieren in broederijen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025719A1 BE1025719A1 (nl) 2019-06-18
BE1025719B1 true BE1025719B1 (nl) 2019-06-24

Family

ID=60627354

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5840A BE1025719B1 (nl) 2017-11-16 2017-11-16 Verbeterd broedproces van eieren in broederijen.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US11730147B2 (nl)
EP (1) EP3709794B1 (nl)
BE (1) BE1025719B1 (nl)
BR (1) BR112020009743A2 (nl)
ES (1) ES2910506T3 (nl)
PL (1) PL3709794T3 (nl)
WO (1) WO2019097439A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4351326A1 (en) * 2021-06-08 2024-04-17 Columbus Besloten Vennootschap Improved hat ching process of eggs in hatcheries

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US578609A (en) * 1897-03-09 Egg-turner for incubators
US1496650A (en) * 1922-10-30 1924-06-03 Rudolph T Reinsperg Egg tray for incubators
WO2009092166A1 (en) * 2008-01-23 2009-07-30 Kl Products Inc. Destacking and restacking of containers using a robot in poultry hatchery operations

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB132406A (nl) *
US1626394A (en) * 1926-06-29 1927-04-26 Frank E Coatsworth Incubator tray
US1796872A (en) * 1928-07-09 1931-03-17 James Mfg Co Egg tray and egg-tilting mechanism
US1808553A (en) * 1929-05-14 1931-06-02 Hillpot William Finney Incubator egg tray
NL1001466C2 (nl) * 1995-10-20 1997-04-22 Ingrid Van Embden Design Eierlade voor het opnemen van uit te broeden eieren.
IT1401004B1 (it) 2010-06-15 2013-07-05 Giordano Poultry Plast Vassoio portauova e sistema di trasporto che utilizza tale vassoio
NL2013435B1 (en) * 2014-09-08 2016-09-27 Viscon Bv Methods and systems in egg hatching.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US578609A (en) * 1897-03-09 Egg-turner for incubators
US1496650A (en) * 1922-10-30 1924-06-03 Rudolph T Reinsperg Egg tray for incubators
WO2009092166A1 (en) * 2008-01-23 2009-07-30 Kl Products Inc. Destacking and restacking of containers using a robot in poultry hatchery operations

Also Published As

Publication number Publication date
US11730147B2 (en) 2023-08-22
BE1025719A1 (nl) 2019-06-18
US20210169050A1 (en) 2021-06-10
WO2019097439A1 (en) 2019-05-23
EP3709794A1 (en) 2020-09-23
ES2910506T3 (es) 2022-05-12
PL3709794T3 (pl) 2022-05-23
BR112020009743A2 (pt) 2020-11-03
EP3709794B1 (en) 2022-01-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2018892B1 (nl) Werkwijze voor het naar een pluimveestal overbrengen van voorgebroede eieren en daarbij toegepaste overlegmachine
Ulmer-Franco et al. Hatching egg characteristics, chick quality, and broiler performance at 2 breeder flock ages and from 3 egg weights
Karcher et al. Overview of commercial poultry production systems and their main welfare challenges
Kettlewell et al. A review of broiler chicken catching and transport systems
EP3200581B1 (en) Final hatching holder for use in a method of incubating hatching eggs, and associated method
BE1023633B1 (nl) Container voor het in een pluimveestal laten uitkomen van voorgebroede eieren
NL1016479C2 (nl) Werkwijze voor het produceren en opfokken van pluimvee, alsmede nabroedinrichting, transportmiddel en pluimveehouderij voor het uitvoeren van de werkwijze.
BE1025719B1 (nl) Verbeterd broedproces van eieren in broederijen.
Sirovnik et al. Feeding from perches in an aviary system reduces aggression and mortality in laying hens
US20170238510A1 (en) Methods and Systems in Egg Hatching
EP3632204B1 (en) Device for transporting and hatching eggs on farm breeding
Vasdal et al. Effect of perch access on perching, health and production outcomes in commercial broiler breeder flocks
NL2019076B1 (nl) "Werkwijze voor het produceren van kuikens"
JP2024523681A (ja) 高層ラック倉庫内で昆虫を飼育する装置および方法
NO118196B (nl)
AU2022301218A1 (en) Apparatus and method for breeding insects in a high-bay store
Nicholson et al. Chicken egg storage and transport.
Wood Farm Animal Tools and Implements of the Northeast, Part IV
NL2015240B1 (nl) Nabroedhouder voor het uitbroeden van broedeieren, alsmede gebruik van een dergelijke nabroedhouder.
Karcher et al. 1Purdue University, West Lafayette, IN, United States, 2University of California, Davis, CA, United States
Brzozowski et al. Bulletin 2220: Best Management Practices for Small Scale Poultry Producers in Maine
Sazereen Atlas Farms Limited
Van Manen Poultry management
Forbes Practical Experience at Cal Poly Poultry Unit and Development of a Poultry Curriculum Guide
Rice New Poultry Appliances

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190624