NL2019076B1 - "Werkwijze voor het produceren van kuikens" - Google Patents

"Werkwijze voor het produceren van kuikens" Download PDF

Info

Publication number
NL2019076B1
NL2019076B1 NL2019076A NL2019076A NL2019076B1 NL 2019076 B1 NL2019076 B1 NL 2019076B1 NL 2019076 A NL2019076 A NL 2019076A NL 2019076 A NL2019076 A NL 2019076A NL 2019076 B1 NL2019076 B1 NL 2019076B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chicks
hatching
pheromone composition
air
box
Prior art date
Application number
NL2019076A
Other languages
English (en)
Inventor
Vervaeke Steven
Original Assignee
Vervaeke-Belavi Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vervaeke-Belavi Nv filed Critical Vervaeke-Belavi Nv
Application granted granted Critical
Publication of NL2019076B1 publication Critical patent/NL2019076B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/007Injecting or otherwise treating hatching eggs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K41/00Incubators for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/005Harvesting or transport of poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61DVETERINARY INSTRUMENTS, IMPLEMENTS, TOOLS, OR METHODS
    • A61D7/00Devices or methods for introducing solid, liquid, or gaseous remedies or other materials into or onto the bodies of animals

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Fodder In General (AREA)
  • Feed For Specific Animals (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

Voor het produceren van kuikens uitgaande van broedeieren worden deze broedeieren voorgebroed waarna ze verder uitgebroed worden in een uitkomstkast (1 ). Na het uitkomen worden de kuikens uit de uitkomstkast (1) gehaald waarna kuikens van mindere kwaliteit uitgesorteerd worden en de overblijvende kuikens in transportbakken geplaatst worden waarmee ze naar een stal overgebracht worden waar ze voor het eerst water en voer krijgen. Tijdens de eerste week in de stal vallen een aantal kuikens uit, waarbij wanneer de uitval een bepaalde waarde overschrijdt doorgaans overgegaan wordt tot een behandeling met antibiotica. Volgens de uitvinding wordt ten minste tijdens een laatste fase van het verder uitbroeden van de eieren in de uitkomstkast een werkzame hoeveelheid van een feromoonsamenstelling met de geruststellende werking van het moederhenferomoon in de lucht in de uitkomstkast voorzien. Op deze manier kan de uitval tijdens de eerste week en dus het aantal antibioticabehandelingen teruggedrongen worden. De feromoonsamenstelling wordt bij voorkeur in de vorm van een farmuiatie (7) op een zekere hoogte in de uitkomstkast (1) aangebracht.

Description

"Werkwijze voor het produceren van kuikens"
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van kuikens uitgaande van broedeieren en op de daarbij gebruikte feromoonsamenstelling. De broedeieren worden voorgebroed en worden vervolgens verder uitgebroed in een uitkomstkast die een vooraf bepaald volume aan lucht bevat. De uitgekomen kuikens worden uit de uitkomstkast gehaald waarna kuikens van mindere kwaliteit uitgesorteerd worden en de overblijvende kuikens in transportbakken geplaatst worden waarmee ze naar een stal overgebracht worden waar ze voor het eerst water en voer krijgen.
In de praktijk worden de meeste ééndagskuikens geproduceerd als vleeskuikens die in een vleespluimveestal verder opgekweekt worden totdat ze hun slachtrijpe leeftijd bereikt hebben. Andere ééndagskuikens zijn bestemd voor het opfokken van ouderdieren voor vermeerderingsbedrijven die broedeieren produceren of voor het opfokken van legkippen voor het produceren van consumptie eieren.
In een broederij worden de broedeieren doorgaans in broedlades voorgebroed in een voorbroedkast. Na een schouwing om na te gaan welke eieren een kuiken bevatten, worden ze overgebracht in uitkomstbakken die in een uitkomstkast geplaast worden voor het verder uitbroeden van de eieren totdat de meeste van de eieren uitgekomen zijn. De uitkomstkast wordt dan leeggemaakt waarna de kuikens gescheiden worden van de eierschalen. Kuikens van mindere kwaliteit worden uitgesorteerd en de overblijvende kuikens worden in transportbakken gezet om getransporteerd te worden naar een stal waar ze verder kunnen opgroeien. Pas na aankomst in deze stal krijgen de eendagskuikens voor de eerste maai water en voer.
Bij het opkweken in de stal wordt de gezondheidstoestand van de dieren nauwkeurig opgevolgd. Wanneer de mortaliteit of uitvai van de jonge dieren een bepaalde waarde overschrijdt, wordt in de praktijk meestal antibiotica aan de kuikens gegeven. Dit gebeurt in het bijzonder wanneer de uitvai meer dan 0,2 % per dag bedraagt. Het toedienen van antibiotica is op de eerste plaats een economische meerkost. Bovendien wordt het gebruik van antibiotica bij dieren meer en meer aan banden gelegd. Het hoge antibioticagebruik in de veehouderij draagt immers bij aan de stijging van antibioticaresistente bacteriën bij mensen.. Er worden dus intensief nieuwe oplossingen gezocht om het gebruik van antibiotica tijdens de eerste dagen van de opgroei in de stal te vermijden.
In de praktijk heeft men reeds getracht om de uitvai tijdens de eerste week in een vieespiuimveestal te verminderen door de voorgebroede eieren niet in een uitkomstkast in de broederij te laten uitkomen maar door deze reeds vóór het uitkomen naar de stal over te brengen zodanig dat de kuikens in de stal uitkomen. Op deze manier hebben de kuikens onmiddellijk na het uitkomen voer en water te hunner beschikking. Om de kuikens in de stal zelf te kunnen laten uitkomen, dient hiertoe een installatie voorzien te worden waarop de broedlades in de stal geplaatst kunnen worden. Het bekende X-Treek systeem bevat bijvoorbeeld een transportband waarop de broedlades geplaatst kunnen worden. Na het uitkomen van de eieren, springen de kuikens van deze transportband op de vloer van de stal, waarna het systeem in de stal opgetrokken kan worden. Naast de kostprijs van een dergelijk systeem bestaat een verder nadeel daarvan in het feit dat de pluimveehouder één of twee dagen kostbare tijd verliest omdat de stal nu niet alleen gebruikt wordt om de kuikens te laten opgroeien maar tevens om de kuikens te laten uitkomen. Dit laatste nadeel wordt verholpen in het bekende Patio systeem waarin de kuikens tijdens de eerste paar weken op de zich boven elkaar bevindende transportbanden verblijven, en daar voer en water ter beschikking krijgen, waarna ze dan naar de eigenlijke stal overgebracht worden. Een dergelijk Patio systeem verhoogt dus de productie capaciteit maar brengt aanzienlijke investeringskosten met zich mee.
Volgens het tweede hoofdstuk van de doctoraatsthesis van Lotte van de Ven “Effects of hatching time and hatching system on broiler chick development” bleek uit uitgebreide proeven met het Patio systeem met in totaal ongeveer 780 000 broedeieren dat de cummulatieve mortaliteit over de eerste 7 dagen gemiddeld 1,21 % bedroeg daar waar uit uitgebreide epidemiologische studies in Nederland in de loop van 2004-2006 gebleken was dat de gemiddelde mortaliteit tijdens de eerste week ongeveer 1,5% bedroeg. Uit de uitgebreide gegevens van de aanvrager blijkt echter dat heden ten dage de mortaliteit van ééndagskuikens afkomstig van een broederij gemiddeld zelfs reeds minder kan bedragen dan de mortaliteit vastgesteld in het Patio systeem en in de vergelijkende testresultaten die hierna gegeven worden bijvoorbeeld slechts 1,02 % bedroeg.
Een verder nadeel van de oplossingen waarin de kuikens in de stal uit de eieren komen is dat het de pluimveehouder is die de nodige inspanningen en investeringen hiertoe dient te verrichten. De producent van de kuikens heeft hier zelf dus geen vat op. Wanneer hij zijn kuikens zelf in de broederij iaat uitkomen, biedt dit dus geen oplossing voor de relatief hoge uitval tijdens de eerste week in de stal en de daaraan gekoppelde antibioticabehandelingen waarvoor hij verantwoordelijk gesteld wordt.
De uitvinding heeft aldus tot doel een nieuwe werkwijze voor de productie van kuikens te verschaffen die toeiaat om de uitval tijdens de eerste week in de stal te verminderen en dus tevens ook het daaraan gekoppelde antibioticaverbruik zonder dat men de kuikens in de stal zelf dient te laten uitkomen.
Tot dit doel is de werkwijze volgens de uitvinding, daardoor gekenmerkt dat, men ten minste tijdens een laatste fase van het verder uitbroeden van de eieren in de uitkomstkast een werkzame hoeveelheid van een feromoonsamenstelling met de geruststellende werking van het moederhenferomoon in de lucht in de uitkomstkast voorziet. De feromoonsamenstelling volgens de uitvinding is een feromoonsamenstelling met de geruststellende werking van het moederhenferomoon voor gebruik in een werkwijze voor het produceren van kuikens uitgaande van broedeieren, waarbij men de eieren voorbroedt; men de eieren verder uitbroedt in een uitkomstkast die een voorafbepaald volume aan lucht bevat; men de uitgekomen kuikens uit de uitkomstkast haait; men kuikens van mindere kwaliteit uitsorteert; en men de overbiijvende kuikens in transportbakken plaatst die bestemd zijn om de kuikens over te brengen naar een stal, waar ze voor het eerst voer zuilen krijgen, waarbij men ten minste tijdens een laatste fase van het verder uitbroeden van de eieren in de uitkomstkast een werkzame hoeveelheid van de feromoonsamenstelling in de lucht in de uitkomstkast voorziet. De feromoonsamenstelling is in het bijzonder bestemd voor het verminderen van de mortaliteit van de kuikens en/of van het antibioticaverbruik na het overbrengen van de kuikens naar de stal.
Verrassenderwijze werd vastgesteld dat, niettegenstaande de kuikens in de broederij zelf niet eten of drinken, ze door de feromoonbehandeling toch een grotere weerstand hebben tijdens de eerste dagen in de stal waardoor de gecumuleerde mortaliteit tijdens de eerste week aanzienlijk lager is en waardoor de vermindering van het aantal antibioticabehandelingen zelf nog groter is. Uit de uitgebreide testresultaten bleek dat mortaliteit van gemiddeld 1,00% kon beperkt worden tot slechts 0,83%, hetgeen een daling met ongeveer 17% is, terwijl het aantal antibioticabehandelingen zelfs met ongeveer 32 % teruggedrongen kon worden.
Het gebruik van het moederhenferomoon is op zich reeds bekend, doch dit enkel in de stal waarin men de kuikens verder laat opgroeien tot hun slachtrijpe leeftijd. Madec et al. pasten bijvoorbeeld zoals beschreven in hun artikel “Are Thirthy-Five Days Enough to Observe the Stress-Reducing Effect of a Semiochemical Analogue on Chickens (Gallus gallus domesticus) Housed under High Density” (Poultry Science 87:222-225) een moederhenferomoon samenstelling toe om de groei en de gewichtstoename bij het opkweken van vleeskuikens te bevorderen en tevens om de stress bij deze kuikens te verminderen. De ééndagskuikens plaatsten ze in twee stallen in een densiteit van 21 kuikens per m2. Andere onderzoekers hadden aangetoond dat er vanaf een densiteit van 15 kuikens per m2 stress bij de kuikens optreedt, voornamelijk dan naar het einde van de groeiperiode toe wanneer de vleeskuikens zwaarder worden en dus meer plaats innemen, in hun testen maakten Madec et al. gebruik van een synthetisch analoog van het moederhenferomoon, namelijk van methylesters van de vetzuren aanwezig in dit feromoon. De samenstelling van het moederhenferomoon zelf is beschreven in EP 1 531 839 B1. Deze samenstelling bestaat uit een mengsel van 12,3 tot 13,7 gew.% laurinezuur, 38,0 tot 42,0 gew.% palmitinezuur, 32,3 tot 35,7 gew.% linolzuur en 12,0 tot 14,0 gew.% oleïnezuur.
In Madec et al. werd de feromoonsamenstelling toegediend in de vorm van blokken van 150 g die een gelatine matrix bevatten met daarin 3 g (= 2%) van de actieve feromoonsamenstelling, d.w.z. van de methylesters van de vetzuren aanwezig in het moederhenferomoon. De blokken bevonden zich in geperforeerde plastic containers die na opening daarvan op 120 cm hoogte in de stal opgehangen werden (1 blok per 50 m2 staloppervlak). De componenten van de feromoonsamenstelling verdampten uit de gelatine blokken en doordat ze zwaarder zijn dan lucht kwamen ze ter hoogte van de kuikens in de stal terecht. Opdat het moederhenferomoon onmiddellijk zijn werk zou kunnen doen, werden de blokken reeds de dag vóór de aankomst van de eendagskuikens in de stal opgehangen waarna ze om de 15 dagen vervangen werden, in de veronderstelling dat de volledige feromoonsamenstelling tijdens deze periode uit de blokken verdampt was en dat de stal een gemiddelde hoogte van 4 m had, werd dus in de iucht in de stai ongeveer 1 mg feromoonsamensteiling/mVdag verdampt.
Juist vóór het slachten, namelijk op een leeftijd van 35 dagen, werd het stressniveau van de kippen bepaald aan de hand van de heterophillymphociet ratio (HLR) en het corticosteron gehalte (CS). De kippen die waren opgekweekt in aanwezigheid van de feromoonsamenstelling vertoonden een lagere waarde aan HLR en CS wat duidt op een lager stressniveau. Door toepassing van de feromoonsamenstelling werd ook de groei van de kuikens bevorderd. Dit werd niet alleen juist voor het slachten gemeten maar, in tegenstelling tot het stressniveau, ook na 17 dagen. Telkens werd een positief effect op de groei vastgesteld.
Ook in EP 1 531 839 B1 werd met toepassing van het moederhenferomoon een bevordering van de groei vastgesteld waarbij de verhouding tussen de hoeveelheid voer en de gewichtstoename wel iets verhoogd was. Om de groeitoename te bekomen, diende met andere woorden meer voer gegeven te worden. Tevens werd vastgesteld dat door toepassing van het moederhenferomoon het stressniveau juist voor het overbrengen naar het slachthuis verlaagd werd waardoor tijdens het transport naar het slachthuis de slachtkuikens elkaar minder beschadigingen toebrachten. In EP 1 531 839 B1 wordt aanbevolen om het moederhenferomoon op de kuikens toe te passen onmiddellijk nadat zij uit het ei gekomen zijn. Zoals door de fabrikanten van de moederhenferomoonsamensteliing aanbevolen wordt, past men deze feromoonsamensteSiing in de praktijk zo snel mogelijk toe door deze, zoals in de werkwijze beschreven in dit Europees octrooi en tevens in de werkwijze gevolgd door Madec et al., reeds de dag vóór de aankomst van de kuikens in de stal daarin aan te brengen zodanig dat het feromoon zich al over de stal heeft kunnen verspreiden voordat de kuikens daarin overgebracht worden. Bij aankomst in de stal kunnen de kuikens onmiddeilijk beginnen eten en kan de feromoonsamenstelling onmiddellijk zijn groeibevorderende werking uitoefenen.
In de hierboven aangehaaide stand van de techniek wordt nergens beschreven dat de aanwezigheid van de feromoonsamenstelling in de stal de mortaliteit van de kuikens, en dus het antibioticagebruik, tijdens de eerste week zou kunnen verminderen. Doordat de kuikens initieel nog veel plaats in de stal hebben, kan verwacht worden dat de feromoonsamenstelling tijdens die eerste dagen geen effect op het stressniveau van de kuikens hebben en zeker niet op enige sterfte die daardoor veroorzaakt zou kunnen worden.
Volgens de uitvinding werd nu echter gevonden dat, wanneer men de kuikens reeds vóórdat ze naar de stal overgebracht worden, in de uitkomstkast in aanwezigheid van de feromoonsamenstelling uit het ei iaat komen, de mortaliteit van de kuikens tijdens de eerste week na het overbrengen naar de stal merkelijk verlaagd werd. De mortaliteit tijdens de eerste week in de stal is niet te wijten aan eventuele agressie tussen de kuikens tijdens het transport in de transportbakken aangezien tijdens het transport zelf er geen, of nagenoeg geen, sterfte optreedt. Tevens zijn de eendagskuikens in het geheel niet agressief naar elkaar en zijn ze ook nog niet voldoende sterk om elkaar te verwonden. Het is dus verrassend dat de toepassing van de feromoonsamenstelling een dergelijke vermindering van de mortaliteit tijdens de eerste week kan meebrengen, temeer daar de kuikens voordat ze naar de stal overgebracht worden ook geen voer krijgen zodanig dat de feromoonsamenstelling ook geen verhoogde voeropname en groei met zich mee kan brengen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de feromoonsamenstelling en van de werkwijze volgens de uitvinding voorziet men de feromoonsamenstelling ten minste tijdens de laatste 24 uur, bij voorkeur ten minste tijdens de laatste 36 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast gehaaid worden in de lucht in de uitkomstkast.
In de uitkomstkast beginnen de kuikens reeds op de negentiende dag {te tellen vanaf de dag dat de broedeieren in de voorbroedkast geplaatst worden) uit te komen. Het uitkomen van de eieren verloopt verspreid zodanig dat de eerste kuikens zich bijvoorbeeld ai tot 30 uur in de uitkomstkast kunnen bevinden alvorens de uitkomstkast leeggemaakt wordt, hetgeen op de éénentwintigste dag gebeurt. Door de feromoonsamenstelling tijdens de laatste uren van het uitkomen in de uitkomstkast toe te passen, worden aldus de meeste kuikens behandeld. De kuikens die laatst uitkomen blijven het minst lang in contact met de lucht met daarin de feromoonsamenstelling. De eieren zelf zijn echter reeds een aantal uren met de feromoonsamenstelling in contact geweest waardoor de feromoonsamenstelling de mogelijkheid gehad heeft om doorheen de poreuze eierschaal tot in de eieren door te dringen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de feromoonsamenstelling en van de werkwijze volgens de uitvinding verspreidt men tijdens de laatste 24 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast gehaald worden een hoeveelheid van ten minste 4 mg, bij voorkeur ten minste 8 mg en meer bij voorkeur ten minste 12 mg feromoonsamenstelling per m3 van genoemde lucht in deze lucht.
Deze hoeveelheid is de hoeveelheid van de feromoonsamenstelling die rechtstreeks in de lucht in de uitkomstkast verspreid wordt of die eventueei ook reeds aanwezig is in de lucht waarmee de lucht in de uitkomstkast ververst wordt, in de praktijk wordt de iucht in de uitkom stkast in belangrijke mate ververst. De uitkom stkast wordt immers geventileerd met een luchtdebiet dat, afhankelijk van het type uitkomstkast, bijvoorbeeld tot 8 a 10 maai het volume van de uitkomstkast per uur kan bedragen of dat zelfs 30 a 35 maal dit volume per uur kan bedragen. Niettegenstaande deze aanzienlijke verversing van de lucht in de uitkomstkast werd vastgesteld dat door het verspreiden van dergeiijke hoeveelheden feromoonsamensteiling in de iucht in de uitkomstkast toch de beoogde reductie van de uitval tijdens de eerste week bekomen kon worden.
Sn een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de feromoonsamensteiling en van de werkwijze volgens de uitvinding brengt men de feromoonsamensteiling in genoemde iucht aan door middel van een formulatie die de feromoonsamensteiling door vervluchtiging in deze lucht vrijstelt. Hierbij wordt de formulatie bij voorkeur gevormd door een waterige gel.
Door de relatief hoge temperatuur die er in de uitkomstkast heerst en door de aanzienlijke iuchtcirculatie die daarin gecreëerd wordt om een uniforme temperatuur ter hoogte van ai de eieren te bekomen, vervluchtigt de feromoonsamensteiling relatief snel uit de formulatie en wordt deze uniform in de iucht in de uitkomstkast verspreid. In deze uitvoeringsvorm kan men de formulatie dus eenvoudig op een aantal tijdstippen in de uitkomstkast leggen. Bij voorkeur gebeurt dit op een bepaalde hoogte, die bij voorkeur minimaal 80% van de inwendige hoogte van de uitkomstkast bedraagt, zodanig dat de feromoonsamensteiling, die zwaarder is dan iucht, beter in de uitkomstkast verspreid wordt en onder meer ook meer op de bovenste eieren terecht zal komen.
In een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm van de feromoonsamenstelling en van de werkwijze volgens de uitvinding brengt men de feromoonsamenstelling in genoemde lucht aan door middel van een vloeibare formulatie die men in genoemde lucht vernevelt.
Op deze manier kan de feromoonsamenstelling ook uniform in de lucht in de uitkomstkast verspreid worden, waarbij een deel van de vloeibare formulatie zelfs onder de vorm van fijne druppeltjes op de eieren zelf terecht kan komen waardoor deze beter in de eieren zelf kan doordringen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de feromoonsamenstelling en van de werkwijze volgens de uitvinding sorteert men van het totale aantal kuikens die in de uitkomstkast uitgekomen zijn, ten minste 0,3%, in het bijzonder ten minste 0,4% en meer in het bijzonder ten minste 0,5% uit, waarbij men bij voorkeur van het totale aantal kuikens die in de uitkomstkast uitgekomen zijn minder dan 2%, meer bij voorkeur minder dan 1,5% uitsorteert.
Door het uitsorteren van dergelijke hoeveelheid kuikens die van mindere kwaliteit zijn, en die onder meer zwakker en dus gevoeliger aan ziektes kunnen zijn, kan de uitval tijdens de eerste week beperkt worden waardoor het aantal antibioticabehandelingen aldus ook beperkt kan worden.
Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele voorkeursuitvoeringsvormen van de feromoonsamenstelling en van de werkwijze volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt evenwel slechts als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de beschermingsomvang, zoals bepaald door de conclusies, te beperken.
De in de beschrijving aangegeven verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgevoegde tekeningen waarin de enige figuur een doorsnede weergeeft van een uitkomstkast waarin de voorgebroede eieren aangebracht worden om deze te laten uitkomen;
De uitvinding heeft betrekking op een feromoonsamenstelling en op een werkwijze voor het produceren van kuikens uitgaande van broedeieren, d.w.z. van bevruchte eieren, waarin deze feromoonsamenstelling toegepast wordt. De kuikens zijn in het bijzonder kuikens van kippen, deze kunnen bestemd zijn voor het opkweken van legkippen of om ais vleeskuiken op te groeien. De kuikens kunnen verder bijvoorbeeld ook nog dienen voor het opfokken van vleeskuikenouderdieren.
De kuikens worden in de praktijk voor het merendeel in een broederij geproduceerd. Daar worden de broedeieren in een voorbroedmachine voorgebroed op een temperatuur van 37-38°C. Na een 18-tal dagen voorbroeden in de voorbroedmachine worden de eieren geschouwd waarbij de eieren die geen kuiken bevatten verwijderd worden en waarbij de overige eieren overgebracht worden naar een uitkomstkast waar ze, tot dag 21, verder worden uitgebroed.
Figuur 1 toont een schematische doorsnede van een uitkomstkast 1. Deze kast 1 kan door middel van deuren geopend en volledig gesloten worden. Tegen de achterste wand bevindt zich binnenin een ventilator 2. Deze ventilator 2 wordt in de praktijk een pulsator genoemd doordat deze cyclische luchtbewegingen in de uitkomstkast 1 genereert. Door de ventilator 2 wordt verse lucht doorheen luchtinlaten 4 aangezogen wanneer de bladen 4 van de ventilator langsheen deze luchtinlaten passeren, waarbij dan gelijktijdig de overtollige lucht doorheen de luchtuitlaat 5 afgevoerd wordt. De luchtinlaten 4 zuigen geconditioneerde lucht aan die bovenaan de uitkomstkast 1 aanwezig is terwijl de afgevoerde lucht via een buizenstelsel en bij voorkeur over een warmtewisselaar uit de broederij verwijderd wordt.
Door het aanpassen van de draaisnelheid van de ventilator 2 kan de luchtverversing van de uitkomstkast 1 geregeld worden. De ventilatie van de uitkomstkast 1 gebeurt bij voorkeur aan een debiet dat per uur ten minste 4, bij voorkeur ten minste 5 en meer bij voorkeur ten minste 6 maal het volume aan lucht dat in de uitkomstkast aanwezig is bedraagt,
De bevruchte eieren bevinden zich in de uitkomstkast 1 in uitkomstbakken 6 die op elkaar gestapeld zijn. De ventilator 2 zorgt voor een uniforme verspreiding van de aangezogen verse lucht en voor een uniforme temperatuur in de volledige uitkomstkast. De uitgekomen kuikens blijven in de uitkomstkast in de uitkomstbakken. Op dag 21 worden de kuikens met de uitkomstbakken 6 uit de uitkomstkast gehaald, waarna ze van de lege eierschalen gescheiden worden en in transportbakken geplaatst worden. Een deel van de kuikens wordt uitgesorteerd, namelijk de kuikens die van mindere kwaliteit zijn. Over het algemeen worden er ten minste 0,3%, bij voorkeur ten minste 0,4% en meer in het bijzonder ten minste 0,5% van de uitgekomen kuikens uitgesorteerd. Doorgaans wordt minder dan 2%, bij voorkeur minder dan 1,5% van de uitgekomen kuikens uitgesorteerd.
De kuikens worden meestal ook gevaccineerd. Soms wordt er verder nog een suikeroplossing op de kuikens gespoten zodanig dat de kuikens een zekere hoeveelheid suiker kunnen opnemen. Dit is echter geen volwaardig voer. Bovendien kan hiervan slechts een beperkte hoeveelheid opgenomen worden. In de huidige beschrijving en conclusies valt dit aldus niet onder de term voer zodanig dat de kuikens pas water en voer krijgen op het ogenblik dat ze in de stal geplaatst worden. Hiervoor dienen de kuikens eerst nog met de transportbakken naar de pluimveehouder getransporteerd te worden, hetgeen meestal met een vrachtwagen gebeurd.
Voor de producent van de kuikens is het belangrijk dat de uitval tijdens de eerste week in de stal zo klein mogelijk is. Deze uitval wordt immers geweten aan een mindere kwaliteit van de kuikens, waarvoor de producent van de kuikens verantwoordelijk gesteld kan worden. Volgens de uitvinding werd gevonden dat deze uitval aanzienlijk verminderd kan worden door tijdens het verder uitbroeden van de bevruchte eieren in de uitkomstkast 1 een werkzame hoeveelheid van een feromoonsamenstelling met de geruststellende werking van het moederhenferomoon in de lucht in de uitkomstkast 1 te voorzien.
Deze feromoonsamenstelling bestaat uit de actieve bestanddelen die de geruststellende werking van het moederhenferomoon verschaffen. De samenstelling bevat in het bijzonder ten minste laurinezuur of een derivaat daarvan, paimitinezuur of een derivaat daarvan, linolzuur of een derivaat daarvan en oleïnezuur of een derivaat daarvan. Bij voorkeur is het derivaat een alkyl ester, in het bijzonder een methyl of ethyl ester. Goede resultaten werden bekomen wanneer de feromoonsamenstelling methyllauraat, methylpalmitaat, methyllinolaat en methyloleaat bevat. Per mol laurinezuur of laurinezuurderivaat bevat de feromoonsamenstelling bij voorkeur 2,17 mol tot 2,67 mol paimitinezuur of palmitinezuurderivaat, 1,68 mol tot 2,07 mol linolzuur of linolzuurderivaat en 0,62 mol tot 0,81 moi oleïnezuur of oleïnezuurderivaat.
De feromoonsamenstelling bevindt zich bij voorkeur in een formulatie 7 waarmee deze eenvoudig in de lucht van de uitkomstkast verspreid kan worden. De feromoonsamenstelling kan zich vooreerst in een vloeibare formulatie bevinden die in de lucht van de uitkomstkast vernevelt wordt. De formulatie kan in het bijzonder in de uitkomstkast zelf in de daarin aanwezige lucht verneveld worden en/of in de iucht waarmee de uitkomstkast geventileerd wordt. Wanneer de vernevelde formulatie niet onmiddellijk volledig verdampt, zai deze formulatie of een deel daarvan, zich onder de vorm van fijne druppeltjes afzetten op de oppervlakken in de uitkomstkast, en dus in het bijzonder ook op de daarin aanwezige bevruchte eieren en op de reeds uitgekomen kuikens.
De feromoonsamensteiling wordt bij voorkeur in de lucht van de uitkom stkast aangebracht door middel van een formulatie 7 die de feromoonsamensteiling door vervluchtiging in deze lucht vrijstelt. Deze formulatie kan een vloeibare formulatie zijn waaruit de feromoonsamensteiling door vervluchtiging (verdamping) ontsnapt. Aangezien een vaste formulatie 7 eenvoudiger hanteerbaar is, wordt hieraan echter de voorkeur gegeven. Een vaste formulatie kan bijvoorbeeld gevormd worden door een waterige gei. Door de relatief hoge temperatuur in de uitkomstkast en door de luchtstroming daarin kan een dergeiijke gei relatief snel uitdrogen, waarbij de vetzuren van de feromoonsamensteiling ook zuilen vervluchtigen. Dergelijke gels zijn in de handel verkrijgbaar en bevatten, zoals beschreven in het artikel van Madec et al. bijvoorbeeld, per 150 g, 135 g water, 7 g niet-ionische surfactant, 5 g van een gellerende gom en 3 g van de feromoonsamensteiling bestaande uit de methyl esters van laurinezuur, palmitinezuur, linolzuur en oleïnezuur.
Bij voorkeur wordt de formulatie 7 op een zekere hoogte in de uitkomstkast aangebracht, bijvoorbeeld op een hoogte die bij voorkeur minimaal 80% van de inwendige hoogte van de uitkomstkast bedraagt. Hierdoor zal de feromoonsamensteiling, waarvan de bestanddelen zwaarder zijn dan lucht, eerder in de uitkomstkast neerdalen en aldus op de onderliggende eieren en kuikens terecht komen.
De feromoonsamensteiling wordt bij voorkeur ten minste tijdens de laatste 24 uur, meer bij voorkeur ten minste tijdens de laatste 36 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast gehaaid worden in de lucht in de uitkomstkast voorzien. De feromoonsamensteiling heeft aldus voldoende tijd om op de kuikens in te werken om de gunstige effecten op de uitval tijdens de eerste week en het aantal antibioticabehandelingen te bekomen. Bij voorkeur wordt tijdens de laatste 24 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast gehaaid worden een hoeveelheid van ten minste 4 mg, bij voorkeur ten minste 8 mg en meer bij voorkeur ten minste 12 mg feromoonsamenstelling per m3 van de lucht die zich in de uitkom stkast bevindt in deze lucht verspreidt. Deze hoeveelheden zijn de hoeveelheden van de feromoonsamenstelling die daadwerkeiijk in de lucht in de uitkom stkast terecht komen (in het bijzonder door vervluchtiging) en dus niet de hoeveelheden die in de (vaste) formulatie vervat zijn die in de uitkom stkast gelegd wordt. Niettegenstaande de aanzienlijke luchtverversing in de uitkomstkast, worden op deze manier de beoogde gunstige effecten bekomen. Deze hoeveelheden zorgen dus voor een werkzame hoeveelheid (concentratie) van de feromoonsamenstelling in de iucht in de uitkomstkast, waarmee dus bedoeld wordt dat door deze hoeveelheid (concentratie) van de feromoonsamenstelling de uitval tijdens de eerste week in de sta! gemiddeld verminderd wordt, in het bijzonder gemiddeld met meer dan 10%. Of de feromoonsamenstelling in een werkzame hoeveelheid aanwezig is, kan ook nagegaan worden door het cortecosteron gehalte te meten in de kuikens wanneer deze machinaal van de eierschalen gescheiden werden en pas in de transportbakken geplaatst werden. Bij de met de feromoonsamenstelling behandelde kuikens zal dit gemiddeld lager te zijn dan bij kuikens die niet met de feromoonsamenstelling behandeld werden, en dit bij voorkeur met een statistische waarschijnlijkheid of p-waarde die kleiner is dan 0,1.
Uitvalgegevens zonder de feromoonsamenstelling
Over een periode van 22 maanden werden meer dan 30 miljoen eieren door een broederij aan meerdere vleeskuikenhouders geleverd. Tijdens de productie van deze eieren werden geen kippenferomonen toegepast. Wel werden kuikens van mindere kwaliteit uitgesorteerd alvorens de kuikens te leveren.
De uitval van de eendagskuikens werd gemeten gedurende de eerste week in de stai. De mortaliteit over de eerste week bedroeg voor al de geleverde kuikens gemiddeld 1,00%.
Uitvalgeqevens met de feromoonsamensteHing
Over een periode van 5 maanden werden vervolgens door dezelfde broederij meer dan 8 miljoen eieren aan de vieeskuikenhouders geleverd. Dezelfde uitkomstkasten werden gebruikt en de kuikens van mindere kwaliteit werden opnieuw uitgesorteerd.
De lucht in de uitkomstkasten werd nu echter wei voorzien van een feromoonsamensteHing met de geruststellende werking van het moederhenferomoon. Meer bepaald werden in de uitkomstkasten, in de bovenste uitkomstbakken, per kubieke meter luchtinhoud van de uitkomstkast, ongeveer 0,7 g van een gel aangebracht die 3% van de feromoonsamensteHing, bestaande uit methyl esters van laurinezuur, palmitinezuur, linolzuur en oleïnezuur, in de hierboven aangegeven verhoudingen, bevatte. Dit werd drie maal gedaan, namelijk om 16 u van dag 19 en om 8 u en 20 u van dag 20, telkens zonder de voordien aangebrachte gel te verwijderen. Door de warmte en de luchtcirculatie in de uitkomstkasten, was de gel grotendeels uitgedroogd telkens een nieuwe hoeveelheid gel aangebracht werd.
De uitval van de eendagskuikens werd nog steeds gemeten gedurende de eerste week in de stal. De mortaliteit over de eerste week bedroeg voor al de geleverde kuikens nu echter slechts gemiddeld 0,83%, hetgeen overeenkomt met een reductie van de uitval met 17%.
Naast de uitvalgegevens werden ook gegevens in verband met de antibioticabehandelingen die tijdens de eerste 7 dagen uitgevoerd werden bijgehouden. Hieruit bleek dat voor de kuikens geproduceerd tijdens de laatste 5 maanden met toepassing van de feromoonsamenstelling er gemiddeld 32% minder antibioticabehandeiingen nodig waren, gezien op eenzelfde aantal kuikens, in vergelijking tot bet aantal antibioticabehandeiingen tijdens de daaraan voorafgaande 22 maanden zonder toepassing van de feromoonsamenstelling.

Claims (26)

1. FeromoonsamensteSiing met de geruststellende werking van het moederhenferomoon voor gebruik in een werkwijze voor het produceren van kuikens uitgaande van broedeieren, waarbij - men de eieren voorbroedt; - men de eieren verder uitbroedt in een uitkomstkast (1) die een voorafbepaald volume aan lucht bevat; - men de uitgekomen kuikens uit de uitkomstkast (1) haait; - men kuikens van mindere kwaliteit uitsorteert; en - men de ©verblijvende kuikens in transportbakken plaatst die bestemd zijn om de kuikens over te brengen naar een stal, waar ze voor het eerst voer zuilen krijgen, waarbij men ten minste tijdens een laatste fase van het verder uitbroeden van de eieren in de uitkomstkast (1) een werkzame hoeveelheid van de feromoonsamenstelling in de lucht in de uitkomstkast (1) voorziet.
2. Feromoonsamenstelling volgens conclusies 1, daardoor gekenmerkt dat men de feromoonsamenstelling ten minste tijdens de laatste 24 uur, bij voorkeur ten minste tijdens de laatste 36 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast (1) gehaald worden in de lucht in de uitkomstkast (1) voorziet.
3. Feromoonsamenstelling volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat men tijdens de laatste 24 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast (1) gehaald worden een hoeveelheid van ten minste 4 mg, bij voorkeur ten minste 8 mg en meer bij voorkeur ten minste 12 mg feromoonsamenstelling per m3 van genoemde lucht in deze lucht verspreidt.
4. Feromoonsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat men de feromoonsamenstelling in genoemde lucht aanbrengt door middel van een formulatie (7) die de feromoonsamenstelling door vervluchtiging in deze lucht vrijstelt.
5. Feromoonsamenstelling volgens conclusies 4, daardoor gekenmerkt dat genoemde formuiatie (7) gevormd wordt door een waterige gel.
6. Feromoonsamenstelling volgens conclusies 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat men genoemde formuiatie (7) op een hoogte die minimaal 80% van de inwendige hoogte van de uitkomstkast {1} bedraagt, in de uitkom stkast aanbrengt.
7. Feromoonsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat men de feromoonsamenstelling in genoemde lucht aanbrengt door middel van een vloeibare formuiatie (7) die men in genoemde lucht vernevelt.
8. Feromoonsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de feromoonsamenstelling laurinezuur of een derivaat daarvan, palmitinezuur of een derivaat daarvan, linolzuur of een derivaat daarvan en oleïnezuur of een derivaat daarvan bevat.
9. Feromoonsamenstelling volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat genoemd derivaat een alkyl ester is, in het bijzonder een methyl of ethyl ester.
10. Feromoonsamenstelling volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de feromoonsamenstelling, per mol laurinezuur of laurinezuurderivaat, 2,17 mol tot 2,67 mol palmitinezuur of palmitinezuurderivaat bevat, 1,68 mol tot 2,07 mol linolzuur of linolzuurderivaat en 0,62 mol tot 0,81 mol oleïnezuur of oieïnezuurderivaat.
11. Feromoonsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat men de uitkom stkast (1) tijdens het verder uitbroeden van de eieren ventileert met een luchtdebiet dat ten minste 4, bij voorkeur ten minste 5 en meer bij voorkeur ten minste 6 maal genoemd vooraf bepaald volume aan lucht per uur bedraagt.
12. Feromoonsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat men van het totale aantal kuikens die in de uitkomstkast uitgekomen zijn, ten minste 0,3%, in het bijzonder ten minste 0,4% en meer in het bijzonder ten minste 0,5% uitsorteert, waarbij men bij voorkeur van het totale aantal kuikens die in de uitkomstkast uitgekomen zijn minder dan 2%, meer bij voorkeur minder dan 1,5% uitsorteert.
13. Feromoonsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat het een feromoonsamenstelling is voor het verminderen van de mortaliteit van de kuikens na het overbrengen van de kuikens naar de stal, in het bijzonder tijdens de eerste week na het overbrengen van de kuikens naar de stal.
14. Feromoonsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het een feromoonsamenstelling is voor het verminderen van het antibioticaverbruik na het overbrengen van de kuikens naar de stal, in het bijzonder tijdens de eerste week na het overbrengen van de kuikens naar de stai
15. Werkwijze voor het produceren van kuikens uitgaande van broedeieren, waarbij - men de eieren voorbroedt; - men de eieren verder uitbroedt in een uitkomstkast (1) die een voorafbepaald volume aan lucht bevat; - men de uitgekomen kuikens uit de uitkomstkast (1) haalt; - men kuikens van mindere kwaliteit uitsorteert; en - men de overblijvende kuikens in transportbakken plaatst die bestemd zijn om de kuikens over te brengen naar een stal, waar ze voor het eerst voer zullen krijgen, daardoor gekenmerkt dat men ten minste tijdens een laatste fase van het verder uitbroeden van de eieren in de uitkomstkast (1) een werkzame hoeveelheid van een feromoonsamenstelling met de geruststellende werking van het moederhenferomoon in de lucht in de uitkomstkast (1) voorziet.
16. Werkwijze volgens conclusies 15, daardoor gekenmerkt dat men de feromoonsamenstelling ten minste tijdens de laatste 24 uur, bij voorkeur ten minste tijdens de laatste 36 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast (1) gehaald worden in de lucht in de uitkomstkast (1) voorziet.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat men tijdens de laatste 24 uur voordat de kuikens uit de uitkomstkast (1) gehaald worden een hoeveelheid van ten minste 4 mg, bij voorkeur ten minste 8 mg en meer bij voorkeur ten minste 12 mg feromoonsamenstelling per m3 van genoemde lucht in deze lucht verspreidt.
18. Werkwijze volgens één van de conclusies 15 tot 17, daardoor gekenmerkt dat men de feromoonsamenstelling in genoemde lucht aanbrengt door middel van een formulatie (7) die de feromoonsamenstelling door vervluchtiging in deze lucht vrijstelt.
19. Werkwijze volgens conclusies 18, daardoor gekenmerkt dat genoemde formulatie (7) gevormd wordt door een waterige gel.
20. Werkwijze volgens conclusies 18 of 19, daardoor gekenmerkt dat men genoemde formulatie (7) op een hoogte die minimaal 80% van de inwendige hoogte van de uitkomstkast (1) bedraagt, in de uitkomstkast aanbrengt.
21. Werkwijze volgens één van de conclusies 15 tot 17, daardoor gekenmerkt dat men de feromoonsamenstelling in genoemde lucht aanbrengt door middel van een vloeibare formulatie (7) die men in genoemde lucht vernevelt.
22. Werkwijze volgens één van de conclusies 15 tot 21, daardoor gekenmerkt dat de feromoonsamenstelling laurinezuur of een derivaat daarvan, palmitinezuur of een derivaat daarvan, linolzuur of een derivaat daarvan en oieïnezuur of een derivaat daarvan bevat.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat genoemd derivaat een alkyl ester is, in het bijzonder een methyl of ethyl ester.
24. Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, daardoor gekenmerkt dat de feromoonsamenstelling, per mol laurinezuur of laurinezuurderivaat, 2,17 mol tot 2,67 mol palmitinezuur of palmitinezuurderivaat bevat, 1,68 mol tot 2,07 mol linolzuur of linolzuurderivaat en 0,62 mol tot 0,81 mol oieïnezuur of oieïnezuurderivaat.
25. Werkwijze volgens één van de conclusies 15 tot 24, daardoor gekenmerkt dat men de uitkomstkast (1) tijdens het verder uitbroeden van de eieren ventileert met een iuchtdebiet dat ten minste 4, bij voorkeur ten minste 5 en meer bij voorkeur ten minste 6 maai genoemd voorafbepaald volume aan lucht per uur bedraagt.
26. Werkwijze volgens één van de conclusies 15 tot 25, daardoor gekenmerkt dat men van het totale aantal kuikens die in de uitkomstkast uitgekomen zijn, ten minste 0,3%, in het bijzonder ten minste 0,4% en meer in het bijzonder ten minste 0,5% uitsorteert, waarbij men bij voorkeur van het totale aantal kuikens die in de uitkomstkast uitgekomen zijn minder dan 2%, meer bij voorkeur minder dan 1,5% uitsorteert.
NL2019076A 2016-06-15 2017-06-15 "Werkwijze voor het produceren van kuikens" NL2019076B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5445A BE1023693B1 (nl) 2016-06-15 2016-06-15 Werkwijze voor het produceren van kuikens

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019076B1 true NL2019076B1 (nl) 2017-12-20

Family

ID=56409445

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019076A NL2019076B1 (nl) 2016-06-15 2017-06-15 "Werkwijze voor het produceren van kuikens"

Country Status (18)

Country Link
US (1) US11071286B2 (nl)
EP (1) EP3471536B1 (nl)
CN (1) CN109475104B (nl)
BE (1) BE1023693B1 (nl)
BR (1) BR112018075715B1 (nl)
CA (1) CA3027197A1 (nl)
DK (1) DK3471536T3 (nl)
ES (1) ES2794849T3 (nl)
FR (1) FR3052638B1 (nl)
HU (1) HUE049717T2 (nl)
MX (1) MX2018015408A (nl)
NL (1) NL2019076B1 (nl)
PE (1) PE20190240A1 (nl)
PL (1) PL3471536T3 (nl)
PT (1) PT3471536T (nl)
RU (1) RU2743399C2 (nl)
UA (1) UA124765C2 (nl)
WO (1) WO2017216320A1 (nl)

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6127421A (en) * 1996-01-31 2000-10-03 The Board Of Trustees Of The University Of Arkansas In ovo use of L-arginine and salts thereof in the prevention and/or treatment of pulmonary hypertension syndrome in avians
WO1999013705A1 (en) * 1997-09-19 1999-03-25 University Of Florida Materials and methods for applying a treatment to animals
US6899058B2 (en) * 1997-09-19 2005-05-31 University Of Florida Research Foundation, Inc. Materials and methods for applying a treatment to animals
RU2149602C1 (ru) * 1999-02-08 2000-05-27 Закрытое Акционерное Общество Научно-внедренческое предприятие "БиоТЭП" Способ аэрозольной обработки цыплят
US7045138B2 (en) * 2000-07-19 2006-05-16 American Natural Technology Sciences, Inc. Composition for mitigation of insects and/or mollusca
NL1016479C2 (nl) * 2000-10-25 2002-05-01 Cornelius Johannes Ma Kuijpers Werkwijze voor het produceren en opfokken van pluimvee, alsmede nabroedinrichting, transportmiddel en pluimveehouderij voor het uitvoeren van de werkwijze.
ES2345099T3 (es) * 2002-06-19 2010-09-15 Fideline Feromonas tranquilizantes aviarias para disminuir el estres, la ansiedad y la agresividad.
AU2003301521A1 (en) * 2002-10-25 2004-05-13 Batelle Memorial Institute Process for treating non-human animals
US7867479B2 (en) * 2003-11-14 2011-01-11 Bug Buster, Ltd. Compounds to affect insect behavior and/or bird behavior
CN101494972B (zh) * 2006-03-29 2012-09-26 米洛特海法湾定居点开发有限公司 在孵化过程中对幼雏喂食的设备和方法
RU2403907C2 (ru) * 2008-05-28 2010-11-20 Федеральное Государственное Образовательное Учреждение Высшего Профессионального Образования "Великолукская государственная сельскохозяйственная академия" Способ повышения выводимости и сохранности цыплят
CA2784626C (en) * 2009-12-21 2016-04-05 Sergeant's Pet Care Product's Inc. Pheromone compositions and methods of use
US9060497B2 (en) * 2010-04-20 2015-06-23 Hatchtech Group B.V. Method for brooding or growing poultry
GB2518241A (en) * 2013-09-17 2015-03-18 Zayed Saud Abdullah Floating Insect Trap
CN103749335B (zh) * 2013-12-26 2015-06-10 鄢龙茂 一种抱窝母鸡应激催醒器
US10258593B2 (en) * 2014-03-18 2019-04-16 Institut de Recherche en Semiochimie et Ethologie Appliquee Semiochemical compositions to reduce social conflicts with cats
WO2016024168A1 (en) * 2014-08-12 2016-02-18 Institut de Recherche en Semiochimie et Ethologie Appliquee Palmitoleic acid for use in inhibiting the attachment of sea lice to fish
EP3124020A1 (en) * 2015-07-31 2017-02-01 Ceva Sante Animale Pheromone compositions and uses thereof

Also Published As

Publication number Publication date
BR112018075715B1 (pt) 2023-04-25
UA124765C2 (uk) 2021-11-17
DK3471536T3 (da) 2020-05-18
ES2794849T3 (es) 2020-11-19
RU2018146556A (ru) 2020-06-26
HUE049717T2 (hu) 2020-10-28
FR3052638A1 (fr) 2017-12-22
CA3027197A1 (en) 2017-12-21
CN109475104A (zh) 2019-03-15
EP3471536A1 (en) 2019-04-24
EP3471536B1 (en) 2020-03-18
MX2018015408A (es) 2019-07-08
RU2743399C2 (ru) 2021-02-18
FR3052638B1 (fr) 2020-11-20
US11071286B2 (en) 2021-07-27
US20190246610A1 (en) 2019-08-15
RU2018146556A3 (nl) 2020-09-16
BE1023693B1 (nl) 2017-06-16
PL3471536T3 (pl) 2020-08-10
CN109475104B (zh) 2021-09-28
WO2017216320A1 (en) 2017-12-21
PT3471536T (pt) 2020-05-29
PE20190240A1 (es) 2019-02-21
BR112018075715A2 (pt) 2019-04-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Riber et al. Review of environmental enrichment for broiler chickens
Wechsler et al. The effect of foraging material and perch height on feather pecking and feather damage in laying hens
Shanaway Quail production systems: a review
Molenaar et al. Meeting embryonic requirements of broilers throughout incubation: a review
Van de Ven et al. Effects of a combined hatching and brooding system on hatchability, chick weight, and mortality in broilers
Baylan et al. The effects of using garlic extract for quail hatching egg disinfection on hatching results and performance
Nahm Effects of storage length and weight loss during incubation on the hatchability of ostrich eggs (Struthio camuelus)
Zhu et al. Effects of in ovo feeding of L-lysine on hatchability, hatching time, and early post-hatch development in domestic pigeons (Columba livia)
Stadelman Egg-production practices
Steenfeldt et al. Welfare of organic laying hens kept at different indoor stocking densities in a multi-tier aviary system. II: live weight, health measures and perching
Pulikanti et al. Physiological relationships of the early posthatch performance of broilers to their embryo and eggshell characteristics
NL2019076B1 (nl) "Werkwijze voor het produceren van kuikens"
Alekseev et al. Basulifor probiotic supplement, its impact on body and productivity of young quails
Scholz et al. Dustbathing in food particles does not remove feather lipids
RU2423870C1 (ru) Способ промышленного выращивания цыплят яичных и мясных кроссов
RU2573313C2 (ru) Способ стимуляции роста и развития эмбрионов яичных кур путем йодированного трансовариального питания
Skewes et al. Bobwhite quail production
Roehrig et al. Mortality and Early Feeding Behavior of Female Turkey Poults During the First Week of Life
Christensen et al. Environmental enrichment for ostrich, Struthio camelus, chicks
Wood et al. A crop analysis technique for studying the food habits and preferences of chickens on range
RU2816191C1 (ru) Способ раздачи корма при выращивании ремонтного молодняка мясных кур
RU2809975C1 (ru) Способ прединкубационной обработки перепелиных яиц
RU2778157C1 (ru) Способ повышения жизнеспособности эмбрионов перепелов
Güvenc et al. Effects of pre-storage gum arabic application on hatch results and chick performance in hatching quail eggs
Vander Haegen et al. Care, behavior, and growth of captive-reared American Woodcocks