NL2019127B1 - Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw - Google Patents

Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw Download PDF

Info

Publication number
NL2019127B1
NL2019127B1 NL2019127A NL2019127A NL2019127B1 NL 2019127 B1 NL2019127 B1 NL 2019127B1 NL 2019127 A NL2019127 A NL 2019127A NL 2019127 A NL2019127 A NL 2019127A NL 2019127 B1 NL2019127 B1 NL 2019127B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pcm
panels
panel
coupling element
coupling
Prior art date
Application number
NL2019127A
Other languages
English (en)
Inventor
Reijer Gouw Marcel
Gerwin Gervedink Nijhuis Frank
Original Assignee
Global E Systems Europe B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Global E Systems Europe B V filed Critical Global E Systems Europe B V
Priority to NL2019127A priority Critical patent/NL2019127B1/nl
Priority to EP18740343.1A priority patent/EP3645793B1/en
Priority to PCT/NL2018/050415 priority patent/WO2019004827A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2019127B1 publication Critical patent/NL2019127B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C13/00Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
    • E01C13/02Foundations, e.g. with drainage or heating arrangements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C3/00Foundations for pavings
    • E01C3/006Foundations for pavings made of prefabricated single units
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E60/00Enabling technologies; Technologies with a potential or indirect contribution to GHG emissions mitigation
    • Y02E60/14Thermal energy storage

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, zoals een wegdek of sportvloer. De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloeropbouw, zoals een wegdek of sportvloer, omvattende een op het systeem overeenkomstig de uitvinding gebaseerde onderlaag. De uitvinding heeft verder betrekking op een PCM-paneel ten gebruike in het systeem overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op het gebruik van een PCM-paneel in het systeem overeenkomstig de uitvinding.

Description

Octrooicentrum
Nederland
© 2019127 (21) Aanvraagnummer: 2019127 © Aanvraag ingediend: 27 juni 2017 © BI OCTROOI (51) Int. CL:
E01C 3/00 (2017.01) E01C 13/02 (2017.01)
© Aanvraag ingeschreven: © Octrooihouder(s):
7 januari 2019 GLOBAL-E-SYSTEMS EUROPE B.V.
te Alblasserdam.
© Aanvraag gepubliceerd:
© Uitvinder(s):
© Octrooi verleend: Marcel Reijer Gouw te Harderwijk.
7 januari 2019 Frank Gerwin Gervedink Nijhuis te Utrecht.
© Octrooischrift uitgegeven:
9 januari 2019 © Gemachtigde:
ir. H.Th. van den Heuvel c.s.
te 's-Hertogenbosch.
54) Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw © De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, zoals een wegdek of sportvloer. De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloeropbouw, zoals een wegdek of sportvloer, omvattende een op het systeem overeenkomstig de uitvinding gebaseerde onderlaag. De uitvinding heeft verder betrekking op een PCM-paneel ten gebruike in het systeem overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op het gebruik van een PCM-paneel in het systeem overeenkomstig de uitvinding.
NL Bl 2019127
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift wijkt af van de oorspronkelijk ingediende stukken. Alle ingediende stukken kunnen bij Octrooicentrum Nederland worden ingezien.
Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, zoals een wegdek of sportvloer. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een onderlaag, omvattende een systeem overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloeropbouw, zoals een wegdek of sportvloer, omvattende een op het systeem overeenkomstig de uitvinding gebaseerde onderlaag. De uitvinding heeft verder betrekking op een PCM-paneel ten gebruike in het systeem overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op het gebruik van een PCMpaneel in het systeem overeenkomstig de uitvinding.
Voor de aanleg van sportvelden wordt, waar mogelijk, vaker gekozen voor kunstgrasvelden vanwege de duurzaamheid en permanente belastbaarheid van kunstgras ten opzichte van natuurlijk gras. Bovendien vergt kunstgras geen maaiactiviteiten, voedingsstoffen of regelmatige beregening om in optimale conditie te blijven. Een belangrijk technisch nadeel van het toepassen van kunstgrasvelden is dat de absorptie van zonne-energie de temperatuur van het kunstgras aanzienlijk kan laten stijgen tot ruim boven 70 graden Celsius, hetgeen door gebruikers als onaangenaam wordt ervaren, en bovendien leidt tot toename van de concentratie en, mede daardoor, blessuregevoeligheid van de gebruikers. Veelal worden kunstgrasvelden besproeid met water om de velden te laten afkoelen. Echter, een dergelijke oplossing is relatief kostbaar, en doorgaans slechts mogelijk ingeval het kunstgrasveld niet wordt bespeeld. Bovendien beïnvloedt de besproeiing van het kunstgrasveld met water de speelconditie van het kunstgrasveld, hetgeen evenmin wordt geprefereerd. De behoefte bestaat derhalve aan een alternatieve oplossing om de warmte-ontwikkeling van kunstgras te beheersen.
Een eerste doel van de uitvinding is het voorzien in voornoemde behoefte.
Een tweede doel van de uitvinding is het verschaffen van een onderlaag van een vloeropbouw, zoals een kunstgrasveld of wegdek, met behulp waarvan de temperatuur van een toplaag van de vloeropbouw op verbeterde wijze kan worden beheerst.
De uitvinding verschaft daartoe een systeem volgens conclusie 1. Voordeel van het systeem overeenkomstig de uitvinding is dat in een toplaag aanwezige en, doorgaans door weersomstandigheden, ontwikkelde warmte (of koude) relatief efficiënt kan worden afgegeven aan de op onderling gekoppelde PCM-panelen gebaseerde onderlaag. Hierdoor is het besproeien van de toplaag met een vloeistof, zoals water, niet langer noodzakelijk. Bovendien kan de door de toplaag aan de door het systeem overeenkomstig de uitvinding gevormde onderlaag afgegeven warmte (of koude) tijdelijk worden opgeslagen in de PCMpanelen en eventueel op een later tijdstip weer worden afgegeven aan de toplaag (indien daartoe behoefte bestaat) en/of worden afgevoerd en elders nuttig worden gebruikt. Dit maakt het mogelijk de temperatuur van de toplaag, zoals een kunstgrasmat of asfaltverhardingslaag, bij zonnige perioden relatief laag te houden en op verbeterde wijze te beheersen, hetgeen de kwaliteit en de gebruiksvriendelijkheid van de toplaag ten goede komen. Ingeval de toplaag bijvoorbeeld wordt gevormd door een kunstgrasmat, doorgaans voorzien van een zogenaamde infill (granulair vulmiddel), dan zal de maximum temperatuur van het kunstgras beperkt kunnen worden gehouden tot circa 50 graden Celsius in een gematigd, doordat een belangrijk deel van de door het kunstgras geabsorbeerde warmte is overgedragen naar de onderliggende PCM-panelen, hetgeen door gebruikers als significant aangenamer wordt ervaren. Gedurende relatief koude nachten, waarbij eventueel vorst kan optreden, zal de in de PCM-panelen opgeslagen warmte weer worden teruggegeven aan de bovenliggende toplaag, waardoor bevriezing van de toplaag kan worden voorkomen. Ditzelfde positieve technische effect treedt op bij andersoortige toplaag, zoals asfaltverhardingslagen, waardoor bevriezing van weggedeelten, kan worden voorkomen. Teneinde de warmteoverdracht tussen een toplaag en een onderliggende, door het systeem overeenkomstig de uitvinding gevormde, onderlaag zo volledig en zo gecontroleerd mogelijk te laten plaatsvinden, zijn de PCM-panelen van het systeem overeenkomstig de uitvinding ingericht om te worden gekoppeld met één of meerdere naastgelegen panelen, zodanig dat de PCM-panelen onderling tevens in zekere mate ten opzichte van elkaar worden vergrendeld. Enige speling is hierbij denkbaar, doch het geniet de voorkeur om de panelen in hoofdzaak volledig ten opzichte van elkaar te fixeren. De gekoppelde PCM-panelen zijn tevens nabij elkaar gelegen, en grijpen bij voorkeur op elkaar aan. Ingeval het systeem overeenkomstig de uitvinding wordt toegepast als onderlaag van een vloeropbouw voor een op kunstgras gebaseerd sportveld, dan is het van belang dat de PCMpanelen zo goed mogelijk in eenzelfde vlak zijn gelegen en in hetzelfde vlak blijven liggen. Vandaar dat het de voorkeur geniet om de gekoppelde PCM-panelen in hoofdzaak onderling te vergrendelen zowel in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak (doorgaans in het horizontale vlak) en, tevens in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak (doorgaans in het verticale vlak). In de gekoppelde, vergrendelde toestand van de PCM-panelen is het denkbaar dat de panelen onderling volledig worden gefixeerd, en daarbij onderling praktisch niet zwenkbaar zijn. Echter, doorgaans zal een beperkte onderlinge zwenkbaarheid van de PCM-panelen in gekoppelde toestand behouden blijven, waardoor de materiaalspanning in de behuizingen van de PCM-panelen beperkt kan blijven bij belasting van de PCM-panelen, hetgeen de kans op scheuren en/of breuk van de behuizingen, en dientengevolge het weglekken van PCM, aanzienlijk kan verkleinen. Het systeem overeenkomstig de uitvinding kan zowel indoor als outdoor worden toegepast. Het systeem overeenkomstig de uitvinding kan worden verwerkt als onderlaag (ondervloer) in diverse typen vloeropbouw. Hierbij kan het systeem direct onder de toplaag worden gepositioneerd, en direct contact maken met de toplaag. Echter, het is tevens denkbaar dat één of meerdere, doorgaans dunne en/of warmtegeleidende, tussenlagen, zoals een backing-laag, kunnen worden gepositioneerd tussen de toplaag en de door het systeem overeenkomstig de uitvinding gevormde onderlaag. Zoals reeds aangegeven kan de toplaag divers van aard zijn, hetgeen tevens geldt voor de toepassing van de gerealiseerde vloeropbouw als zodanig. Hierbij is het bijvoorbeeld denkbaar dat de vloeropbouw, waarin de door het systeem overeenkomstig de uitvinding gerealiseerde onderlaag wordt toegepast, een betonnen (of beton omvattende) toplaag heeft, waarbij de vloeropbouw bijvoorbeeld bestemd is voor gebruik op vliegvelden, bruggen, parkeerplaatsen, trottoirs, fietspaden, wegdekken, viaducten, terrassen, tegelvloeren, containerdekken, vloerelementen voor transportkratten, voertuigdekken, scheepsdekken, en helidecks. Het is tevens denkbaar dat de vloeropbouw die middels het systeem overeenkomstig de uitvinding bestemd is om te worden gebruikt als asfaltwegdek, kunstgrasveld, sportvelden, zoals een hardcourt veld of kunstgrassportveld, en/of als natuurlijke omgeving, waarbij een natuurlijk toplaag, zoals natuurlijk gras en/of zand, wordt toegepast.
Bij faseovergangsmaterialen (in het Engels: Phase Change Materials (PCM)) wordt gebruik gemaakt van de latente warmte van een faseovergang van het PCM voor het afgeven van smeltenergie tijdens het stollen van het PCM en het opnemen van smeltenergie tijdens het smelten van het PCM, waardoor PCM als een thermische accu kan worden beschouwd. Doordat de smeltwarmte van materialen veel hoger ligt dan de soortelijke warmte is een veel hogere specifieke energiedichtheid te bereiken door gebruik te maken van latente warmte dan opslag met behulp van voelbare warmte. Dit resulteert in een compactere opslag. Afhankelijk van het temperatuurniveau van warmte/koude-opslag moet een geschikt PCM worden gezocht met een passende smelttemperatuur, teneinde warmte of koude op te slaan voor gebruik op een later moment. Typische voorbeelden van PCM’s zijn paraffines, zouthydraten en zure vetten. PCM’s worden doorgaans opgenomen in een in hoofdzaak starre, doorgaans uit kunststof vervaardigde, behuizing die als zodanig een PCM-paneel vormen. In het systeem overeenkomstig de uitvinding worden PCM-panelen toegepast die ten minste gedeeltelijk zijn gevuld met een PCM, waarbij de faseovergangstemperatuur (smelttemperatuur) van het PCM bij voorkeur is gelegen tussen 5 en 90 graden Celsius, bij nadere voorkeur tussen 5 en 40 graden Celsius. Een PCM met een faseovergangstemperatuur die valt binnen voornoemd bereik is doorgaans geschikt om te worden toegepast in als wegdek en/of sportveld, zoals een kunstgrasveld, bestemde typen vloeropbouw. Meer in het bijzonder heeft het toegepaste PCM, ingeval het systeem overeenkomstig de uitvinding worden toegepast als onderlaag onder een asfaltverhardingslaag, bij voorkeur een faseovergangstemperatuur die is gelegen tussen 18 en 30 graden Celsius. En bij voorkeur heeft het toegepaste PCM, ingeval het systeem overeenkomstig de uitvinding worden toegepast als onderlaag onder een voor sportieve activiteiten bestemde toplaag, zoals een kunstgrasmat, bij voorkeur een faseovergangstemperatuur die is gelegen tussen 25 en 40 graden Celsius, in het bijzonder tussen 28 en 40 graden Celsius. Een voorbeeld van een dergelijk PCM is calciumchloridehexahydraat (CaCl2-6H2O) dat een typische faseovergangstemperatuur heeft van circa 28 graden Celsius.
De één of meerdere doorvoeropeningen die worden omsloten door ten minste één PCM-paneel, en bij voorkeur ieder PCM-paneel, en in het bijzonder door de behuizing van ieder PCM-paneel hebben enerzijds als doel de PCM-panelen stijver te maken, hetgeen de belastbaarheid en duurzaamheid van de PCM-panelen ten goede komt. Anderzijds kunnen de doorvoeropeningen worden toegepast als drainageopeningen voor de afvoer van water en/of voor het verankeren van de PCM-panelen in de vloeropbouw. Bij het verankeren is het bijvoorbeeld denkbaar om de PCM-panelen aan te brengen in (initieel vloeibare) betonspecie, waarbij de betonspecie tevens zal vloeien tot in de doorvoeropeningen, waarbij na uitharding van de betonspecie de PCM-panelen relatief stabiel verankerd zullen zijn. Ingeval het systeem overeenkomstig de uitvinding wordt toegepast als onderlaag van een kunstgrasveld, dan zullen de doorvoeropeningen met name fungeren als drainageopening voor de afvoer van water in neerwaartse richting. Doorgaans zijn de doorvoeropeningen in hoofdzaak regelmatig gerangschikt, teneinde een relatief uniforme stijfheid van het PCM-paneel te kunnen realiseren, alsmede teneinde een relatief gelijkmatige waterafvoer en/of verankering te kunnen realiseren. De ten minste doorvoeropening verbindt daarbij een onderzijde en een bovenzijde van het PCM-paneel, en wordt tevens aangeduid als een “through-hole”.
Doorgaans zal ten minste één PCM-paneel, en bij voorkeur ieder PCM-paneel, een enkelvoudig compartiment voor PCM omsluiten. Ten minste één PCM-paneel, en bij voorkeur ieder PCM-paneel is doorgaans in hoofdzaak star (rigid) uitgevoerd, en bij nadere voorkeur ten minste gedeeltelijk vervaardigd is uit kunststof, zoals polypropeen (PP) en/of polyetheen (PE), in het bijzonder polyetheen met hoge dichtheid (HDPE), en/of uit metaal. De wanddikte van de behuizing bedraagt bij voorkeur tussen minste 2 millimeter. Deze wanddikte heeft doorgaans een direct effect op de stijfheid van het PCM-paneel. Bij voorkeur is de behuizing van ieder PCM-paneel geblaasvormd (blow-moulded).
De behuizing van ieder PCM-paneel is doorgaans in hoofdzaak gesloten uitgevoerd, zoals PCM opgesloten kan en zal blijven in de behuizing. Bij voorkeur is ieder PCM-paneel is voorzien van ten minste één vulopening. Bij voorkeur is ieder PCM-paneel tevens voorzien van een ontluchtingsopening, teneinde het afvullen van het PCM-paneel met PCM te vergemakkelijken. Zowel de vulopening alsook de ontluchtingsopening zijn tijdens gebruik doorgaans volledig gesloten. Doorgaans zal, afhankelijk van de grootte van de PCM-panelen tijdens het vullen van ieder PCM-paneel 1-6 kilogram PCM, worden aangebracht in het compartiment dat wordt omsloten door de behuizing. Typische (handzame) maatvoeringen van in het systeem toegepaste PCM-panelen zijn 30x60 centimeter, 60x80 centimeter, 80x120 centimeter (hetgeen overeenkomt met het standaardformaat van een Europallet), en 100x100 centimeter. Andere dimensioneringen van de PCMpanelen zijn uiteraard tevens denkbaar. De PCM-panelen zullen doorgaans een in hoofdzaak vlakke geometrie bezitten. Echter, het is tevens denkbaar dat voor bijzondere toepassen niet-vlakke, bijvoorbeeld gekromde en/of gehoekte, PCMpanelen worden toegepast in het systeem overeenkomstig de uitvinding.
De behuizing is bij voorkeur voorzien van ten minste één verstevigingsstructuur, in het bijzonder ten minste één verstevigingsrib. De verstevigingsstructuur zal de stijfheid, en daarmee stevigheid, van het PCM-paneel verdergaand vergroten. De verstevigingsstructuur is doorgaans aangebracht in een onderzijde en/of bovenzijde van PCM-paneel, waarbij de verstevigingsstructuur bij voorkeur wordt gevormd door een plaatselijke deformatie van de bovenzijde en/of onderzijde van het PCM-paneel. Onderzoek heeft uitgewezen dat kruisvormige (+ vormige) verstevigingsstructuur het PCM-paneel op relatief efficiënte wijze kunnen verstevigen. De lengte en breedte van iedere verstevigingsstructuur zal doorgaans beperkt zijn, en in een typische situatie niet groter zijn dan 8 centimeter.
Het systeem overeenkomstig de uitvinding is geschikt om te worden toegepast in verschillende klimaten, teneinde de toplaag van de vloeropbouw relatief temperatuurstabiel te kunnen houden. In warme klimaten, zoals bijvoorbeeld in Zuid-Europa en Afrika, zal de nachtelijke temperatuur doorgaans relatief hoog blijven, met name in de zomer, waardoor het in deze omstandigheden doorgaans gewenst is om in de PCM-panelen opgeslagen warmte af te voeren via vloeistofleidingen, zodat de PCM-panelen de facto gekoeld worden, en daarmee de toplaag gekoeld kan worden. Het geniet derhalve in warme klimaten, en mogelijk ook in andersoortige omstandigheden, de voorkeur dat een buitenoppervlak van de onderzijde en/of een buitenoppervlak van de bovenzijde van de behuizing van ten minste één PCM-paneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel, is voorzien van ten minste één (oppervlakte)groef ingericht voor opname van ten minste een deel van een vloeistofleiding, waarbij iedere groef bij voorkeur aansluit op twee langsranden van het PCM-paneel. Een typische breedte van de groef is gelegen tussen 14 en 18 millimeter. De diepte van de groef is bij voorkeur gelijk aan of groter dan de diameter van de vloeistof leiding, waardoor de vloeistofleiding in hoofdzaak volledig kan worden opgenomen in de groef. Een typische diepte van de groef bedraagt ten minste 14 millimeter, bij voorkeur ten minste 16 millimeter. Door de vloeistofleiding kan bijvoorbeeld water, glycol en/of een mengsel hiervan worden geleid. De door de vloeistofleiding geleide vloeistof heeft als doel het transporteren van warmte en/of koude van en naar de PCM-panelen, waardoor de PCM-panelen kunnen worden ontladen dan wel geladen. De afgevoerde warmte (of koude) kan eventueel op afstand van de vloeropbouw nuttig worden (her)gebruikt.
De dimensionering van de PCM-panelen in hoofdzaak identiek is. Dit vergemakkelijkt doorgaans het installeren van de PCM-panelen bij het realiseren van een onderlaag van een vloeropbouw.
Doorgaans omvat ieder PCM-paneel meerdere eerste koppelelementen, waarbij ten minste twee eerste koppelelementen bij voorkeur aan of nabij (i.e. op korte afstand, doorgaans een maximale afstand van 5 centimeter) verschillende langsranden van het PCM-paneel zijn gepositioneerd. Op deze wijze kan een PCM-paneel relatief eenvoudig worden gekoppeld met meerdere andere PCMpanelen. Bij voorkeur zijn er één of meerdere eerste koppelelementen aan of nabij iedere langsrand van het PCM-paneel gepositioneerd. Dit maakt het mogelijk om PCM-paneel volledig rondom te koppelen met andere PCM-panelen.
Het tweede koppelelement kan worden gevormd door en/of deel uitmaken van een separate (losse) systeemcomponent. In deze uitvoeringsvorm omvat de separate systeemcomponent geen PCM, en wordt derhalve evenmin gevormd door een PCM-paneel. De separate systeemcomponent omvat bij voorkeur ten minste één separate koppelstructuur (koppelstuk), waarbij de koppelstructuur ten minste twee tweede koppelelementen omvat. Dit maakt de koppelstructuur geschikt om meerdere PCM-panelen onderling te koppelen. Hierbij is het denkbaar om de koppelstructuur uit te worden als pen, in het bijzonder als deuvel, die aan een eerste uiteinde kan samenwerken met een eerste koppelelement van een eerste PCM-paneel en aan een tweede uiteinde kan samenwerken met een eerste koppelelement van een tweede PCM-paneel. Bij voorkeur omvat de koppelstructuur een brugelement, in het bijzonder een verbindingsstrip, waarbij de ten minste twee tweede koppelelementen, bij voorkeur op afstand van elkaar, met het brugelement zijn verbonden. Ingeval de koppelelementen in hoofdzaak penvormig zijn uitgevoerd en in hoofdzaak loodrecht uitkragen ten opzichte van het brugelement, maakt dit het bijvoorbeeld mogelijk om twee (of meerdere) PCMpanelen vanaf een bovenzijde en/of onderzijde te vergrendelen ten opzichte van elkaar. Het is voordelig ingeval een bovenzijde en/of een onderzijde van ieder PCM-paneel is voorzien van ten minste één opneemruimte voor opname van ten minste een deel van het brugelement van de koppelstructuur. Dit maakt het mogelijk om een door het brugelement niet te laten uitkragen ten opzichte van een door de bovenzijde en/of onderzijde van het PCM-paneel gedefinieerd vlak, waardoor de door het systeem gevormde onderlaag relatief vlak (egaal) kan worden uitgevoerd, in het bijzonder ingeval de dikte van het brugelement van de koppelstructuur in hoofdzaak overeenkomt of kleiner is dan de diepte van de ten minste ene opneemruimte. De ten minste ene opneemruimte wordt doorgaans gevormd door een verzonken deel van de onderzijde en/of bovenzijde van het PCM-paneel. Het is denkbaar dat ten minste één doorvoeropening van een PCMpaneel is ingericht om te functioneren als eerste koppelelement. Doorgaans zal ten minste één andere doorvoeropening van hetzelfde PCM-paneel niet functioneren als eerste koppelelement en dienst kunnen doen als drainage-opening en/of verankeringsopening. Hierbij is het voordelig ingeval voornoemde opneemruimte voor een deel van het brugelement aansluit op ten minste één als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening. Ingeval ten minste één doorvoeropening van een PCM-paneel is ingericht om te functioneren als eerste koppelelement, dan zal het tweede koppelelement van de koppelstructuur tijdens het koppelen van de PCM-panelen althans gedeeltelijk worden opgenomen in de als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening. Hierdoor ontstaat de facto een pen-gat-verbinding. Bij voorkeur zijn een dwarsdoorsnede van het tweede koppelelement en een dwarsdoorsnede van het eerste koppelelement in hoofdzaak complementair vormgegeven, zodat het tweede koppelelement onder passing, in het bijzonder klempassing, kan worden opgenomen in het eerste koppelelement, hetgeen de vergrendeling van de PCM-panelen doorgaans ten goede komt. Bij nadere voorkeur is een omtrekswand van het tweede koppelelement voorzien van ten minste één uitkragend vergrendelelement, bij voorkeur een ringvormig vergrendelelement (uitkragende flens), welk ten minste ene vergrendelelement is ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in een in een omtrekswand van de als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening aangebrachte uitsparing, bij voorkeur een omtreksgroef (groefvormige uitsparing). Dit maakt het mogelijk om PCM-panelen op verbeterde wijze in opwaartse richting (verticale richting) onderling te vergrendelen. Het is denkbaar dat ten minste één koppelstructuur onlosmakelijk is verbonden met één PCM-paneel. De koppelstructuur kan hierbij voorbeeld verlijmd en/of verlast zijn met een PCMpaneel. Doorgaans zal de koppelstructuur ten minste gedeeltelijk zijn vervaardigd uit kunststof. Bij voorkeur is de koppelstructuur uit één (integraal) geheel vervaardigd. De koppelstructuur kan bijvoorbeeld middels spuitgieten zijn vervaardigd.
In een andere voorkeursuitvoering van het systeem overeenkomstig de uitvinding, maakt ten minste één tweede koppelelement integraal deel uit van ten minste één PCM-paneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel. Hierbij zullen de één of meerdere PCM-panelen, elk zijn voorzien van zowel ten minste één eerste koppelelement alsook ten minste één tweede koppelelement. Bij voorkeur is ten minste één PCMpaneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel, aan ten minste één langsrand voorzien van het eerste koppelelement en aan ten minste één andere langsrand, bij voorkeur een overliggende langsrand, is voorzien van het tweede koppelelement. Dit maakt het mogelijk om relatief eenvoudig PCM-paneel serieel te koppelen. Bij nadere voorkeur is iedere langsrand voorzien van of een eerste koppelelement of een tweede koppelelement, waardoor PCM-panelen aan iedere langsrand kan worden gekoppeld met een ander PCM-paneel. Bij voorkeur omvat het eerste koppelelement ten minste één lateraal uitkragende tong, en omvat het tweede koppelelement ten minste één complementaire uitsparing (groef) ingericht voor opname van ten minste een deel van de tong van een naastgelegen PCM-paneel. Hierdoor kan een, doorgaans losneembare, tong-groef-verbinding worden gerealiseerd tussen de PCM-panelen. De tong kan zijn voorzien van ten minste één vergrendelnok ingericht om op vergrendelende wijze samen te werken met een van het tweede koppelelement deel uitmakende borgopening, teneinde de onderlinge vergrendeling van gekoppelde PCM-panelen te verbeteren. In een bijzonder voorkeursuitvoering omvat het tweede koppelelement een bovenste lip en een onderste lip omvat waartussen de complementaire uitsparing is gelegen. Een dergelijke uitvoeringvorm resulteert in een gewenst opwaarts (verticaal) vergrendeleffect tussen de PCM-panelen. Hierbij kan de onderste lip langer zijn dan de bovenste lip, waardoor de onderste lip bijvoorbeeld kan zijn ingericht voor het dragen (ondersteunen) van ten minste een deel van de tong. Bij nadere voorkeur is een bovenzijde van de onderste lip voorzien van een uitsparing voor opname van ten minste een deel van de tong van een naastgelegen PCM-paneel. Een dergelijke maatregel zal resulteren in een (verbeterd) vergrendeleffect tussen de PCM-panelen in horizontale richting (i.e. een richting parallel aan een door de PCM-panelen opgespannen vlak). Hierbij is het bijzonder voordelig ingeval het eerste koppelelement is ingericht om te worden gekoppeld met het tweede koppelelement middels het aanbrengen van de tong in ten minste een deel van de uitsparing gevolgd door het in neerwaartse richting roteren van de tong, waardoor de tong in hoofdzaak volledig wordt opgenomen in de uitsparing. Een dergelijk rotatiebeweging is doorgaans bijzonder praktisch en eenvoudig om naastgelegen PCM-panelen aan langsranden onderling te koppelen. Hierbij zal doorgaans een eerste PCM-paneel reeds geïnstalleerd zijn, waarna de tong van een tweede PCMpaneel in de uitsparing (groef) van het eerste PCM-paneel wordt geplaatst, waarna het tweede PCM-paneel in neerwaartse richting wordt gezwenkt totdat beide PCMpanelen in in hoofdzaak hetzelfde vlak zijn gelegen.
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een onderlaag (ondervloer), verwerkt in een vloeropbouw of ter verwerking in een vloeropbouw, omvattende een systeem overeenkomstig de uitvinding, waarbij meerdere, in eenzelfde vlak gelegen PCM-panelen zodanig zijn gekoppeld dat de gekoppelde PCM-panelen in hoofdzaak worden vergrendeld zowel in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak en, bij voorkeur tevens in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak. Verdere varianten van de onderlaag zijn in het voorgaande reeds op uitvoerige wijze beschreven.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloeropbouw, in het bijzonder een sportvloer of een wegdek, omvattende: een onderlaag gevormd door een systeem overeenkomstig de uitvinding, waarbij meerdere, in eenzelfde vlak gelegen PCMpanelen zodanig zijn gekoppeld dat de gekoppelde PCM-panelen in hoofdzaak worden vergrendeld zowel in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak en, bij voorkeur tevens in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak, en ten minste één op de onderlaag aangebrachte toplaag, in het bijzonder een sportdekvloer, zoals een kunstgraslaag, en/of een asfaltverhardingslaag. Verdere uitvoeringsvarianten van de vloeropbouw zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven. Doorgaans zal de onderlaag - direct of indirect worden aangebracht op een onderliggende fundering, zoals een zandbed en/of verbrokkeld puin. Zoals reeds in het voorgaande aangegeven kan het gewenst zijn dat ten minste één vloeistofleiding wordt toegepast die in hoofdzaak aanligt tegen één of meerdere PCM-panelen voor het afvoeren van in de PCM-panelen opgeslagen thermische energie en/of het toevoeren van thermische energie aan de PCM-panelen, waarbij de vloeistofleiding bij voorkeur is voorzien van water en/of glycol. De ten minste ene vloeistofleiding kan hierbij ten minste gedeeltelijk worden opgenomen in de (oppervlakte)groef of (oppervlakte)groeven die in een onderzijde en/of bovenzijde van een PCM-paneel zijn aangebracht. Doorgaans wordt de ten minste ene vloeistofleiding onder het samenstel van gekoppelde PCM-panelen gepositioneerd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een PCM-paneel ten gebruike in een systeem overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op het gebruik van een PCM-paneel overeenkomstig de uitvinding in een systeem overeenkomstig de uitvinding.
De uitvinding zal nu worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden, waarbij corresponderende elementen zijn aangegeven met corresponderende referentiecijfers. In de figuren toont:
- figuur 1 een bovenaanzicht van een systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw volgens de uitvinding in gekoppelde toestand,
- figuur 2 een onderaanzicht van het systeem zoals getoond in figuur 1,
- figuur 3 een bovenaanzicht van een PCM-paneel voor gebruik in een systeem volgens de uitvinding,
- figuur 4 een onderaanzicht van het PCM-paneel zoals getoond in figuur 3,
- figuur 5 een bovenaanzicht van een koppelstructuur voor gebruik in een systeem volgens de uitvinding,
- figuur 6 een zijaanzicht van de koppelstructuur zoals getoond in figuur 4,
- figuur 7 een deel van een dwarsdoorsnede van een systeem volgens de uitvinding in gekoppelde toestand,
- figuur 8 een deel van een dwarsdoorsnede van een alternatief systeem volgens de uitvinding in gekoppelde toestand,
- figuur 9 een deel van een dwarsdoorsnede van weer een alternatief systeem volgens de uitvinding in gekoppelde toestand,
- figuur 10 een deel van een dwarsdoorsnede van nog een alternatief systeem volgens de uitvinding in gekoppelde toestand, en
- figuur 11 een vloeropbouw omvattende een onderlaag gevormd door een systeem volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een systeem 1 voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw volgens de uitvinding in gekoppelde toestand. Het systeem 1 omvat meerdere, gekoppelde PCM-panelen 2 die in hoofdzaak in hetzelfde vlak zijn gelegen. De in het getoonde systeem 1 toegepaste PCMpanelen 2 verschillen onderling in afmetingen teneinde een halfsteense rangschikking mogelijk te maken en tegelijkertijd een rechthoekige of vierkante buitenomtrek van het systeem te bewerkstelligen. Het is echter ook denkbaar dat alle PCM-panelen 2 in het systeem dezelfde afmetingen hebben, leder PCMpaneel 2 omvat een behuizing 3 en één of meerdere eerste koppelelementen 4. De eerste koppelelementen zijn aan de langsranden 5 van de PCM-panelen 2 aangebracht en worden gevormd door uitsparingen in de behuizingen 3 van de respectieve PCM-panelen 2. Teneinde de behuizing 3 voldoende stijfheid en sterkte te verschaffen is de behuizing 3 voorzien van een verstevigingsstructuur die in het getoonde geval wordt gevormd door een aantal aan de bovenzijde van de behuizing aangebrachte uitsparingen 6 die naar binnen toe gekeerde verstevigingsribben 6 vormen. De verstevigingsribben 6 kunnen zoals getoond regelmatig over het oppervlak van de behuizing 3 zijn aangebracht. Het echter tevens mogelijk dat voor een onregelmatig verdeling of een andere locatie (zoals de onderzijde van de behuizing) van de verstevigingsribben 6 wordt gekozen. De behuizing 3 van elke van de PCM-panelen 2 omsluit voorts één of meerdere compartimenten, gevuld met faseovergangsmateriaal. Een geschikt faseovergangsmaterialen voor toepassing in de PCM-panelen 2 is bijvoorbeeld calciumchloride. Om vullen en legen van de compartimenten mogelijk te maken is de behuizing 3 van bij voorkeur ieder van de PCM-panelen 2 voorzien van één of meerdere vulopeningen 7. Om de PCM-panelen 2 onderling te vergrendelen in ten minste een richting die zich uitstrekt in het door de gekoppelde PCM-panelen 2 opgespannen vlak, omvat het systeem 1 tevens meerdere koppeistructuren 8 die zijn ingericht voor aangrijping van de op de PCM-panelen 2 voorziene eerste koppelelementen 4. De koppeistructuren 8 omvatten elk twee tweede koppelelementen (zie figuren 5 en 6). De tweede koppelelementen zijn ingericht voor aangrijping op de eerste koppelelementen 4 van twee naast elkaar gelegen panelen en zijn onderling verbonden middels een brugelement 9. De PCM-panelen 2 omvatten voorts meerdere doorvoeropeningen 10 voor drainagedoeieinden. De aan de langsranden 5 van de PCM-panelen aangebrachte doorvoeropeningen 10 maken tevens deel uit van de eerste koppelelementen 4 en dienen ter aangrijping van complementair aan de dimensies van deze doorvoeropeningen 10 gevormde tweede koppelelementen (zie figuren 5 en 6).
Figuur 2 toont een onderaanzicht van het systeem 1 zoals getoond in figuur 1, waarin tevens de meerdere onderling gekoppelde PCM-panelen 2 zichtbaar zijn. Naast dat de PCM-panelen 2 zijn voorzien van doorvoeropeningen 10 die de onderzijde en de bovenzijde van de PCM-panelen 2 verbindt, is aan de onderzijde tevens een raster van groeven 11 voorzien waarin in een (deel van een) vloeistofleiding (niet getoond) kan worden opgenomen. De groeven 11 lopen hiertoe in een rechte lijn over de PCM-panelen 2 en sluiten hierbij op tegenoverliggende langsranden 5 van elk van de PCM-panelen 2 aan. De groeven 11 zijn bovendien zodanig op de onderzijde van een PCM-paneel 2 aangebracht dat de groeven 11 op de verschillende PCM-panelen 2 bij koppeling van de PCMpanelen in elkaar doorlopen. Hoewel het rastergewijs aanbrengen van de groeven 11, waarbij de groeven elkaar kruisen, de voorkeur heeft omdat dit de mogelijkheid laat om vloeistofleidingen in verschillende oriëntaties op de PCM-panelen 2 te laten aansluiten, is het tevens denkbaar dat de groeven 11 parallel aan elkaar in een enkele oriëntatie op de PCM-panelen 2 zijn aangebracht.
Figuren 3 en 4 tonen respectievelijk een bovenaanzicht en een onderaanzicht van een PCM-paneel 30 voor gebruik in een systeem volgens de uitvinding. Het paneel 30 is in hoofdzaak rechthoekig en is voorzien van afgeronde hoeken 31. Het voor gebruik in een systeem volgens de uitvinding geschikte PCM-paneel 30 heeft in een gebruikelijk geval een lengte tussen de 0,5 -1 m, een breedte tussen de 0,3 14 m en een dikte tussen de 1,5 - 10 cm. In een voorkomend geval omvat het PCMpaneel 30 een behuizing 32 vervaardigd van een materiaal omvattende polyetheen van het hoge dichtheidstype (HDPE). De wanddikte bedraagt hiervoor bij voorkeur tenminste 2 mm, en zal doorgaans zijn gelegen tussen 2 en 10 mm. Aan de langsranden 33 van het paneel 30 zijn in de behuizing 32 meerdere doorvoeropeningen 34 voor drainagedoeleinden voorzien die tevens dienst doen als eerste koppelelementen. Rondom de aan de langsranden 33 van het PCMpaneel 30 voorziene doorvoeropeningen 34 heeft de behuizing een ten opzicht van de rest van het paneel geringere dikte. Door de lokale afname in dikte van het paneel ter plaatse van de eerste koppelelementen wordt een opneemruimte 35 voor een deel van een koppelstructuur (niet getoond) gevormd. Een koppelstructuur kan hierdoor bij koppeling van de PCM-panelen ten opzichte van de bovenzijde van de panelen worden verzonken. Het PCM-paneel 30 is voorts voorzien van centraal in de behuizing voorziene doorvoeropeningen 34 die de onderzijde en de bovenzijde van het PCM-paneel onderling verbinden. De bovenzijde is daarnaast voorzien van meerdere verstevigingsribben 36 terwijl aan de onderzijde meerdere groeven 37 zijn voorzien voor opname van ten minste een deel van één of meerdere vloeistof leidingen, zoals bijvoorbeeld één of meerdere vloeistofleidingen 124 zoals getoond in figuur 11. Het is echter ook denkbaar dat de verstevigingsribben 36 en/of de groeven 37 zijn voorzien op de andere van de bovenzijde en onderzijde van het PCM-paneel 30. Ten slotte is het PCM-paneel 30 voorzien van vulopeningen 38 voor het met PCM-materiaal vullen van de door de behuizing 32 ingesloten compartiment(en).
Figuren 5 en 6 tonen een bovenaanzicht respectievelijk een zijaanzicht van een koppelstructuur 50 voor gebruik in een systeem volgens de uitvinding. De koppelstructuur 50 omvat twee tweede koppelelementen 51 voor aangrijping van twee op naastgelegen PCM-panelen voorziene eerste koppelelementen. Een brugelement 52 zorgt ervoor dat de twee tweede koppelelementen 51 op afstand met elkaar zijn verbonden waardoor middels de koppelstructuur 50 een verbinding tussen twee naastgelegen PCM-panelen tot stand kan worden gebracht. De tweede koppelelementen 51 zijn ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in een als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening. De dwarsdoorsnede 54 van de tweede koppelelement 51 is hier op aangepast en is bij voorkeur zodanig gekozen dat het tweede koppelelement 51 onder vaste passing in de doorvoeropening kan worden opgenomen. De tweede koppelelementen 51 zijn voorts hol uitgevoerd, waardoor een doorvoeropening 53 voor drainagedoeleinden behouden blijft.
Figuur 7 toont een deel van een dwarsdoorsnede van een systeem 70 volgens de uitvinding in gekoppelde toestand onder gebruikmaking van een koppelstructuur 71 in hoofdzaak gelijk aan de in figuren 5 en 6 getoonde koppelstructuur 50. De koppelstructuur 71 grijpt met de tweede koppelelementen 72 aan op de als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropeningen 73 voorzien in twee aangrenzende PCM-panelen 74. De tweede koppelelementen 72 zijn door middel van een brugelement 75 op afstand van elkaar met elkaar verbonden, waardoor de PCMpanelen 74 in de richting van het door de gekoppelde PCM-panelen 74 opgespannen vlak onderling worden vergrendeld. De dikte 76 van het brugelement 75 van de koppelstructuur 71 is hierbij zodanig gekozen dat deze in hoofdzaak overeenkomt met de diepte 78 van de opneemruimte 77 die aansluit op de als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropeningen 73 in de PCM-panelen 74. Hierdoor ligt de bovenzijde van het brugelement 75 in lijn met de bovenzijde van de respectieve PCM-panelen 74. De tweede koppelelementen 72 van de in figuur 7 getoonde koppelstructuur 71 zijn bovendien voorzien van uitkragende, ringvormige vergrendelelementen 79 die in gekoppelde toestand zijn opgenomen in een in een omtrekswand van de als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening 73 aangebrachte uitsparing of omtreksgroef 80. Het vergrendelelement 79 en de omtreksgroef 80 werken samen teneinde de gekoppelde PCM-panelen 74 ook in een richting loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen 74 opgespannen vlak te vergrendelen.
Figuur 8 toont een deel van een dwarsdoorsnede van een alternatief systeem 90 volgens de uitvinding in gekoppelde toestand. Net als bij de koppelstructuur 71 zoals getoond in figuur 7 worden de PCM-panelen 91 door de hier getoonde koppelstructuur 92 in de richting van het door de gekoppelde PCM-panelen 91 opgespannen vlak onderling vergrendeld door middel van twee onder tussenkomst van een brugelement 93 verbonden tweede koppelelementen 94 die zijn opgenomen in als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropeningen 95. Dit maal wordt de vergrendeling in een richting loodrecht op het door de gekoppelde PCMpanelen 91 opgespannen vlak niet door een vergrendelelement en een daaraan complementaire omtreksgroef gevormd, maar zijn voor de verticale vergrendeling in twee, elkaar overstaande zijden 96 van twee naastgelegen panelen 91 uitsparingen 97 voorzien waarin een deuvel 98 is opgenomen.
Figuur 9 toont een deel van een dwarsdoorsnede van weer een alternatief systeem 100 volgens de uitvinding in gekoppelde toestand, waarbij de PCM-panelen 101,102 in de richting van het door de gekoppelde PCM-panelen 101,102 opgespannen vlak onderling worden vergrendeld door middel van een koppelstructuur 103. Teneinde de gekoppelde PCM-panelen 101,102 tevens in een richting loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen 101,102 opgespannen vlak te vergrendelen is in de onderhavige uitvoering aan een zijkant van een eerste PCM-paneel 101 een uitkraging 104 voorzien die in gekoppelde toestand van de PCM-panelen 101,102 is opgenomen in een uitsparing 105 van een zijkant 106 van een, het eerste PCM-paneel aangrenzende tweede PCM-paneel 102.
Figuur 10 toont een deel van een dwarsdoorsnede van nog een alternatief systeem 110 volgens de uitvinding in gekoppelde toestand. In het getoonde alternatief worden twee aangrenzende PCM-panelen 111,112 eveneens onder toepassing van een eerste koppelelement 113 en een tweede koppelelement 114 met elkaar gekoppeld. Het eerste koppelelement 113 is onlosmakelijk verbonden met een eerste paneel 111 van de twee aangrenzende PCM-panelen 111,112 en omvat een lateraal uitkragende tong 115. Het tweede koppelelement 114 is onlosmakelijk verbonden met een tweede paneel 112 van de twee aangrenzende PCM-panelen 111,112 en omvat een complementaire uitsparing 116 voor opname van de tong 115 van het eerste paneel 111 van de twee aangrenzende PCM-panelen 111,112. De tong 115 is voorzien van een vergrendelnok 117 ingericht om op vergrendelende wijze samen te werken met een van het tweede koppelelement
114 deel uitmakende borgopening 118. De borgopening 118 wordt aan een bovenzijde door een bovenste lip 119 en aan een onderzijde door een onderste lip 120 van het tweede koppelelement 114 ingesloten, waarbij de onderste lip 120 langer is dan de bovenste lip 119. De bovenzijde van de onderste lip 120 is voorts voorzien van een uitsparing 121 voor opname van ten minste een deel van de tong
115 van het eerste paneel 111 van de twee aangrenzende PCM-panelen 111,112. Door de specifieke vorm van het eerste en het tweede koppelelement 113,114 worden de PCM-panelen 111,112 in gekoppelde toestand waarbij de tong 115 in hoofdzaak volledig is opgenomen in de uitsparing 116, in hoofdzaak vergrendeld in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen 111,112 opgespannen vlak en in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen 111,112 opgespannen vlak. Ten slotte zijn in het onderhavige alternatief doorvoeropeningen 122 in de PCM-panelen 111,112 voorzien die de onderzijde en de bovenzijde van de PCM-panelen 111,112 onderling verbinden.
Figuur 11 toont ten slotte een vloeropbouw 130 omvattende een onderlaag 131 gevormd door een systeem volgens de uitvinding. De getoonde vloeropbouw 130 betreft in dit specifieke geval die van een sportvloer, en in het bijzonder een kunstgrasveld. De toplaag van de sportvloer wordt gevormd door een kunstgraslaag 132 waartussen doorgaans een vulmateriaal 123 zoals zand of andersoortige (rubber) korrels zijn aangebracht. Onder de kunstgraslaag 132 is een onderlaag 131 gevormd door een systeem volgens de uitvinding gelegen, omvattende meerdere, in eenzelfde vlak gelegen PCM-panelen die zodanig zijn gekoppeld dat de gekoppelde PCM-panelen in hoofdzaak worden vergrendeld zowel in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak als, bij voorkeur in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak. Aan de onderzijde van de onderlaag 131 kunnen één of meerdere vloeistofleidingen 124 zijn gelegen die warmte dan wel koude aan de PCM-panelen kunnen toevoeren dan wel onttrekken. Onder de uit PCM-panelen opgebouwde onderlaag 131 kan optioneel een schokabsorberende laag 125 zijn aangebracht. Afhankelijk van het feit of een dergelijke schokabsorberende laag 125 wordt toegepast is de schokabsorberende laag 125 dan wel de onderlaag 131 op een fundering 126, zoals een zandbed, aangebracht. Voor een effectieve afvoer van (hemel)water zijn in de fundering 126 doorgaans drainagebuizen 127 aangebracht. Hoewel in deze figuur de toepassing van een systeem volgens de uitvinding in een vloeropbouw van een kunstgrasveld wordt getoond, kan het systeem op gelijke wijze echter in sportvloeren met andersoortige dekvloeren of in een wegdek worden geïmplementeerd. In een gebruikelijk geval moet de kunstgraslaag 132 hiervoor worden gesubstitueerd door een alternatieve sportdekvloer of een asfaltverhardingslaag.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen. Hierbij is het denkbaar dat verschillende inventieve concepten 5 en/of technische maatregelen van de hierboven beschreven uitvoeringsvarianten volledig of gedeeltelijk gecombineerd kunnen worden zonder daarbij afstand te doen van de in bijgesloten conclusies beschreven uitvindingsgedachte.
Met het in dit octrooischrift gebruikte werkwoord Omvatten' en vervoegingen hiervan wordt niet alleen Omvatten' verstaan, maar wordt ook verstaan de uitdrukkingen 'bevatten’, 'in hoofdzaak bestaan', 'gevormd door', en vervoegingen hiervan.

Claims (39)

  1. Conclusies
    1. Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, zoals een wegdek of sportvloer, omvattende meerdere PCM-panelen, waarbij ieder PCM-paneel:
    - een behuizing omvat, welke behuizing ten minste één compartiment omsluit dat ten minste gedeeltelijk is gevuld met een faseovergangsmateriaal (PCM), waarbij de behuizing ten minste één doorvoeropening omsluit, en
    - ten minste één eerste koppelelement, waarbij het systeem ten minste één tweede koppelelement omvat dat is ingericht om te worden gekoppeld met ten minste één eerste koppelelement van ten minste één PCM-paneel, zodanig dat in hoofdzaak in eenzelfde vlak gelegen, naastgelegen PCM-panelen onderling kunnen worden gekoppeld, waarbij de gekoppelde PCM-panelen in hoofdzaak worden vergrendeld zowel in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak en, bij voorkeur tevens in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak.
  2. 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij ten minste één PCM-paneel, en bij voorkeur ieder PCM-paneel, meerdere doorvoeropeningen omsluit.
  3. 3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij de doorvoeropeningen in hoofdzaak regelmatig zijn gerangschikt.
  4. 4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste doorvoeropening een onderzijde en een bovenzijde van het PCM-paneel onderling verbindt.
  5. 5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één PCM-paneel een enkelvoudig compartiment voor PCM omsluit.
  6. 6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één PCM-paneel in hoofdzaak star is uitgevoerd, en bij voorkeur ten minste gedeeltelijk vervaardigd is uit kunststof.
  7. 7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de wanddikte van ten minste één PCM-paneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel, ten minste 2 millimeter bedraagt.
  8. 8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing van ten minste één PCM-paneel, en bij voorkeur ieder PCM-paneel, is voorzien van ten minste één vulopening.
  9. 9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing van ten minste één PCM-paneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel, een geblaasvormde behuizing betreft.
  10. 10. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing is voorzien van ten minste één verstevigingsstructuur, in het bijzonder ten minste één verstevigingsrib.
  11. 11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een buitenoppervlak van de onderzijde en/of een buitenoppervlak van de bovenzijde van de behuizing van ten minste één PCM-paneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel, is voorzien van ten minste één groef ingericht voor opname van ten minste een deel van een vloeistofleiding, waarbij iedere groef bij voorkeur aansluit op twee langsranden van het PCM-paneel.
  12. 12. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dimensionering van de PCM-panelen in hoofdzaak identiek is.
  13. 13. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ieder PCMpaneel meerdere eerste koppelelementen omvat, waarbij ten minste twee eerste koppelelementen bij voorkeur aan of nabij verschillende langsranden van het PCMpaneel zijn gepositioneerd.
  14. 14. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede koppelelement wordt gevormd door een separate component.
  15. 15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem ten minste één separate koppelstructuur omvat, waarbij de koppelstructuur ten minste twee tweede koppelelementen omvat.
  16. 16. Systeem volgens conclusie 15, waarbij de koppelstructuur een brugelement omvat, waarbij de ten minste twee tweede koppelelementen, bij voorkeur op afstand van elkaar, met het brugelement zijn verbonden.
  17. 17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij een bovenzijde en/of een onderzijde van ieder PCM-paneel is voorzien van ten minste één opneemruimte voor opname van ten minste een deel van het brugelement van de koppelstructuur.
  18. 18. Systeem volgens conclusie 17, waarbij de dikte van het brugelement van de koppelstructuur in hoofdzaak overeenkomt of kleiner is dan de diepte van de ten minste ene opneemruimte.
  19. 19. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één doorvoeropening is ingericht om te functioneren als eerste koppelelement.
  20. 20. Systeem volgens conclusie 17 of 18 en conclusie 19, waarbij ten minste één opneemruimte aansluit op ten minste één als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening.
  21. 21. Systeem volgens conclusie 19 of 20, waarbij het tweede koppelelement van de koppelstructuur is ingericht om althans gedeeltelijk te worden opgenomen in een als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening.
  22. 22. Systeem volgens conclusie 21, waarbij een dwarsdoorsnede van het tweede koppelelement en een dwarsdoorsnede van het eerste koppelelement in hoofdzaak complementair zijn vormgegeven.
  23. 23. Systeem volgens conclusie 21 of 22, waarbij een omtrekswand van het tweede koppelelement is voorzien van ten minste één uitkragend vergrendelelement, bij voorkeur een ringvormig vergrendelelement, welk ten minste ene vergrendelelement is ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in een in een omtrekswand van de als eerste koppelelement ingerichte doorvoeropening aangebrachte uitsparing, bij voorkeur een omtreksgroef.
  24. 24. Systeem volgens een der conclusies 15-23, waarbij ten minste één koppelstructuur onlosmakelijk is verbonden met één PCM-paneel.
  25. 25. Systeem volgens een der conclusies 15-24, waarbij de koppelstructuur ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit kunststof.
  26. 26. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één tweede koppelelement integraal deel uitmaakt van ten minste één PCM-paneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel.
  27. 27. Systeem volgens conclusie 26, waarbij ten minste één PCM-paneel, bij voorkeur ieder PCM-paneel, aan ten minste één langsrand is voorzien van het eerste koppelelement en aan ten minste één andere langsrand, bij voorkeur een overliggende langsrand, is voorzien van het tweede koppelelement.
  28. 28. Systeem volgens conclusie 27, waarbij het eerste koppelelement ten minste één lateraal uitkragende tong omvat, en waarbij het tweede koppelelement ten minste één complementaire uitsparing omvat ingericht voor opname van ten minste een deel van de tong van een naastgelegen PCM-paneel.
  29. 29. Systeem volgens conclusie 28, waarbij de tong is voorzien van ten minste één vergrendelnok ingericht om op vergrendelende wijze samen te werken met een van het tweede koppelelement deel uitmakende borgopening.
  30. 30. Systeem volgens conclusie 28 of 29, waarbij het tweede koppelelement een bovenste lip en een onderste lip omvat waartussen de complementaire uitsparing is gelegen.
  31. 31. Systeem volgens conclusie 30, waarbij de onderste lip langer is dan de bovenste lip.
  32. 32. Systeem volgens conclusie 31, waarbij een bovenzijde van de onderste lip is voorzien van een uitsparing voor opname van ten minste een deel van de tong van een naastgelegen PCM-paneel.
  33. 33. Systeem volgens conclusie 31 of 32, waarbij het eerste koppelelement is ingericht om te worden gekoppeld met het tweede koppelelement middels het aanbrengen van de tong in ten minste een deel van de uitsparing gevolgd door het in neerwaartse richting roteren van de tong, waardoor de tong in hoofdzaak volledig wordt opgenomen in de uitsparing.
  34. 34. Ondervloer, omvattende een systeem overeenkomstig een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere, in eenzelfde vlak gelegen PCM-panelen zodanig zijn gekoppeld dat de gekoppelde PCM-panelen in hoofdzaak worden vergrendeld zowel in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak en, bij voorkeur tevens in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak.
  35. 35. Vloeropbouw, in het bijzonder een sportvloer of een wegdek, omvattende:
    - een onderlaag gevormd door een systeem volgens een der conclusies 1 -33, waarbij meerdere, in eenzelfde vlak gelegen PCM-panelen zodanig zijn gekoppeld dat de gekoppelde PCM-panelen in hoofdzaak worden vergrendeld zowel in een richting die zich uitstrekt in een door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak en, bij voorkeur tevens in een richting in hoofdzaak loodrecht op het door de gekoppelde PCM-panelen opgespannen vlak, en
    - ten minste één op de onderlaag aangebrachte toplaag, in het bijzonder een sportdekvioer, zoals een kunstgraslaag, en/of een asfaltverhardingslaag.
  36. 36. Vloeropbouw volgens conclusie 35, waarbij de onderlaag is aangebracht op een fundering, zoals een zandbed.
  37. 37. Vloeropbouw volgens conclusie 35 of 36, waarbij ten minste één vloeistofleiding is geplaatst in hoofdzaak tegen één of meerdere PCM-panelen voor afvoeren van in de PCM-panelen opgeslagen thermische energie en/of het toevoeren van thermische energie aan de PCM-panelen, waarbij de vloeistofleiding bij voorkeur is voorzien van water en/of glycol.
  38. 38. PCM-paneel ten gebruike in een systeem volgens een der conclusies 1 -33. 5
  39. 39. Gebruik van een PCM-paneel volgens conclusie 38 in een systeem volgens een der conclusies 1-33.
    1/6
    2/6
NL2019127A 2017-06-27 2017-06-27 Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw NL2019127B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019127A NL2019127B1 (nl) 2017-06-27 2017-06-27 Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw
EP18740343.1A EP3645793B1 (en) 2017-06-27 2018-06-27 Panel for manufacturing a substructure of a floor structure
PCT/NL2018/050415 WO2019004827A1 (en) 2017-06-27 2018-06-27 SYSTEM FOR MANUFACTURING A SUBSTRUCTURE OF A SOIL STRUCTURE

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019127A NL2019127B1 (nl) 2017-06-27 2017-06-27 Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019127B1 true NL2019127B1 (nl) 2019-01-07

Family

ID=59295275

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019127A NL2019127B1 (nl) 2017-06-27 2017-06-27 Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3645793B1 (nl)
NL (1) NL2019127B1 (nl)
WO (1) WO2019004827A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
PL3815470T3 (pl) 2018-06-26 2022-06-06 Signify Holding B.V. System do konfigurowania urządzenia oświetleniowego
CN109610266B (zh) * 2019-01-15 2024-04-12 武汉体育学院 现浇型合成面层透气膜、合成面层运动场地及施工工艺
CN110510899A (zh) * 2019-09-03 2019-11-29 中南大学 一种用于冻土路基保护的路基土材料

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030056432A1 (en) * 2001-09-21 2003-03-27 Fieldturf, Inc. Artificial surface with integrated thermal regulation for sports and other uses
US20170030026A1 (en) * 2014-03-12 2017-02-02 Permavoid Limited Sports Field Structure and Method for Forming the Same
WO2017058018A1 (en) * 2015-10-02 2017-04-06 Ten Cate Thiolon B.V. Artificial turf system with forced airflow
US20170142779A1 (en) * 2015-11-13 2017-05-18 Jason Mitchell Surface Covering For Melting Ice And Snow

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030056432A1 (en) * 2001-09-21 2003-03-27 Fieldturf, Inc. Artificial surface with integrated thermal regulation for sports and other uses
US20170030026A1 (en) * 2014-03-12 2017-02-02 Permavoid Limited Sports Field Structure and Method for Forming the Same
WO2017058018A1 (en) * 2015-10-02 2017-04-06 Ten Cate Thiolon B.V. Artificial turf system with forced airflow
US20170142779A1 (en) * 2015-11-13 2017-05-18 Jason Mitchell Surface Covering For Melting Ice And Snow

Also Published As

Publication number Publication date
WO2019004827A1 (en) 2019-01-03
EP3645793A1 (en) 2020-05-06
EP3645793B1 (en) 2022-12-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2019127B1 (nl) Systeem voor het vervaardigen van een onderlaag van een vloeropbouw, onderlaag, en vloeropbouw
CN107407061B (zh) 用于铺面的透水式地格
US9631328B2 (en) Sports field structure and modules and method for forming the same
US10208434B2 (en) Sports field structure and method for forming the same
DK2401435T3 (en) Areas for equestrian activities using structural modules
US10865537B2 (en) Ground stabilization grid
US20090302185A1 (en) Systems and methods for elevating an equipment unit
DK3117040T3 (en) SPORT PLACE STRUCTURE AND PROCEDURE FOR THE CREATION OF THEM
HUT74233A (en) Structure of a walking surface for horses, in particular for a riding area and a method of producing the same
DK2599916T3 (en) Riding or sports ground base and process for production thereof
JP2007333296A (ja) 蓄熱システム
JPH081042B2 (ja) 木レンガの敷設枠
NL9001854A (nl) Bodembedekking, voorzien van vegetatie.
US10400417B1 (en) Ground stabilization grid
CN208235260U (zh) 一种透水铺装用蓄渗两用格
KR101959680B1 (ko) 방초 투수보도블록 구조 및 그 시공방법
US11459708B2 (en) Ground stabilization grid
EP3884103A1 (en) Sports field and methods for forming and operating the same
JP2005030028A (ja) 舗装用ブロック
ES2961537T3 (es) Unidad modular para un tejado verde
JP2008266989A (ja) 保水性舗装の形成方法
ES2963944T3 (es) Recubrimiento de calzada
JP2002013182A (ja) 地下貯水槽用積上げ部材
JP2004156274A (ja) 保水性ブロック舗装方法および保水性舗装用ブロック
KR102563746B1 (ko) 잡초생착 방지 및 부등침하 방지용 조립식 보도블록 설치용 받침판

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: ENERGY OFFICE B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: GLOBAL-E-SYSTEMS EUROPE B.V.

Effective date: 20211208