NL2017257B1

NL2017257B1 - Uittrekbeveiliging voor een profielcilinder

Info

Publication number: NL2017257B1
Application number: NL2017257A
Authority: NL
Inventors: Stroeken Piet
Original assignee: P Stroeken Holding B V
Priority date: 2016-07-29
Filing date: 2016-07-29
Publication date: 2017-06-30
Also published as: NL2019264A; NL2019264B1; NL2017257A

Abstract

Een uittrekbeveiliging 1 voor een profielcilinder in een slotplaat 41 heeft een behuizing 3 die nabij een achterste uiteinde 3B in de binnenzijde 3C is voorzien van een borggroef 13 voor een opsluitring 15. Deze opsluitring 15 is voorzien van een naar buiten stekende borgrand 19 die aanwezig is in de borggroef 13. De opsluitring 15 is voorts voorzien van naar buiten stekende eerste nokken 21 die onder voorspanning in contact zijn met de binnenzijde 3C van de behuizing. Voorts is de opsluitring 15 voorzien van naar binnen stekende tweede nokken 23 die via uit de opsluitring gesneden verende lippen 25 met de rest van de opsluitring zijn verbonden. Met deze tweede nokken 23 kan de opsluitring klemmend op een profielcilinder aangebracht worden. Voorts sluit de opsluitring een van een sleutelgat 11 voorziene sleutelplaat 9 spelingsvrij aan in de behuizing 3.

Description

Uittrekbeveiliging voor een profielcilinder BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een uittrekbeveiliging voor een profielcilinder omvattende: een cilindervormige behuizing met een voorste uiteinde dat voorzien is van een binnen stekende eerste opsluitrand en een achterste uiteinde dat voorzien is van een naar buiten stekende tweede opsluitrand, en een sleutelplaat die in de behuizing aanwezig is en tegen de eerste opsluitrand aanligt, welke sleutelplaat is voorzien van een sleutelgat.

Stand van de techniek

Een dergelijke uittrekbeveiliging is algemeen bekend. Een uittrekbeveiliging dient ervoor te zorgen dat bij een poging tot inbraak de cilinder van een profielcilinder niet uit de behuizing van de profielcilinder getrokken kan worden om zo het slot te openen.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is de bekende uittrekbeveiliging te verbeteren. Meer in het bijzonder is het doel van de uitvinding het verschaffen van een uittrekbeveiliging van de in de aanhef omschreven soort die beter passend is in het slotgat en op de profielcilinder. Hiertoe is de uittrekbeveiliging volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat: in de binnenzijde van de behuizing ter plaatse van de tweede opsluitrand een borggroef aanwezig is, en de uittrekbeveiliging voorts een in de behuizing aanwezige verende opsluitring omvat die op een plaats is onderbroken en is voorzien van een naar buiten stekende borgrand die aanwezig is in de borggroef, en die aan de buitenzijde is voorzien van naar buiten stekende eerste nokken die ten gevolge van de verende werking van de opsluitring onder voorspanning in contact zijn met de binnenzijde van de behuizing, en die aan de binnenzijde op plaatsen tussen de eerste nokken is voorzien van naar binnen stekende tweede nokken die via uit de opsluitring gesneden verende lippen met de rest van de opsluitring zijn verbonden en waarmee de opsluitring klemmend op een profielcilinder aangebracht kan worden.

Bij de uittrekbeveiliging volgens de uitvinding zijn de onderdelen zonder speling ten opzichte van elkaar geborgd. De uittrekbeveiliging volgens de uitvinding kan tevens klemmend op een profielcilinder aangebracht worden. Hierdoor is een rammelvrije constructie verkregen waarbij de sleutel goed in het slot is te brengen doordat de onderdelen nauwkeurig ten opzichte van elkaar gepositioneerd zijn ten gevolge van de spelingsvrije constructie.

Een uitvoeringsvorm van de uittrekbeveiliging volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat in de behuizing vanaf het achterste uiteinde een uitsparing aanwezig is zodat de behuizing over het cirkelcilindrische deel van de behuizing van een profielcilinder geschoven kan worden, waarbij het niet cirkelcilindrische deel van de behuizing van de profielcilinder door de uitsparing steekt.

Een verdere uitvoeringsvorm van de uittrekbeveiliging volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het sleutelgat in de sleutelplaat is gevormd door een concentrische cirkelvormige opening of door een sleuf die al dan niet uit het midden in de sleutelplaat aanwezig is.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een slotplaat voorzien van een voorzijde en een achterzijde waarmee de slotplaat tegen een deur wordt aangebracht, alsmede een slotgat met een aan de voorzijde naar binnen stekende verdere opsluitrand.

Voor wat betreft de slotplaat is de uitvinding gekenmerkt, doordat de slotplaat voorts een uittrekbeveiliging volgens een der voorgaande conclusies omvat welke in het slotgat aanwezig is, waarbij de behuizing van de uittrekbeveiliging door het slotgat steekt en de naar buiten stekende tweede opsluitrand van de behuizing van de uittrekbeveiliging in contact is met de naar binnen stekende verdere opsluitrand van de slotplaat.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de uittrekbeveiliging volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een door een afdekplaat afgedekte slotplaat voorzien van een uittrekbeveiliging volgens de uitvinding;

Figuur 2 een exploded view van de slotplaat met de uittrekbeveiliging van achteren gezien;

Figuur 3 een vergroot detail van de in figuur 2 weergegeven uittrekbeveiliging;

Figuur 4 een detail van de slotplaat met uittrekbeveiliging en een profïelcilinder in vooraanzicht; en

Figuur 5 een detail van de slotplaat met uittrekbeveiliging en een profïelcilinder in doorsnede.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is ter illustratie een door een afdekplaat 51 afgedekte slotplaat voorzien van een uittrekbeveiliging 1 volgens de uitvinding weergegeven De slotplaat 41 met de uittrekbeveiliging 1 zijn in een exploded view in figuur 2 weergegeven. De slotplaat is hierbij van achteren gezien getoond. De slotplaat 41 is voorzien van een achterzijde 41B waarmee de slotplaat tegen een deur wordt aangebracht en een voorzijde 41A. In de slotplaat 41 bevindt zich een slotgat 43 met een aan de voorzijde 41A naar binnen stekende opsluitrand 45. Voorts bevinden zich in de slotplaat 41 een klinkgat 47 en een aantal bevestigingsgaten 49. De uittrekbeveiliging 1 is in het slotgat 43 aanwezig is en is samengesteld uit een behuizing 3 met daarin aanwezig een sleutelplaat 9 en een opsluitring 15. De behuizing 3 van de uittrekbeveiliging steekt aan de voorzijde 41A van de slotplaat door het slotgat naar buiten, zie ook figuur 1.

In figuur 3 is de uittrekbeveiliging 1 vergroot weergegeven. De behuizing 3 van de uittrekbeveiliging is aan een voorste uiteinde 3A voorzien van een naar binnen stekende eerste opsluitrand 5 en aan een achterste uiteinde 3B voorzien van een naar buiten stekende tweede opsluitrand 7. Deze tweede opsluitrand 7 is in contact is met de naar binnen stekende opsluitrand 45 van de slotplaat 41 (zie figuur 2). In de binnenzijde 3C van de behuizing 3 ter plaatse van de tweede opsluitrand 7 is een borggroef 13 voor de opsluitring 15 aanwezig.

Deze opsluitring 15 is van een verend materiaal en is op een plaats voorzien van een onderbreking 17. De opsluitring 15 is voorzien van een naar buiten stekende borgrand 19 die aanwezig is in de borggroef 13. De opsluitring 15 is voorts aan de buitenzijde voorzien van naar buiten stekende eerste nokken 21 die ten gevolge van de verende werking van de opsluitring onder voorspanning in contact zijn met de binnenzijde 3C van de behuizing. Voorts is de opsluitring 15 aan de binnenzijde op plaatsen tussen de eerste nokken voorzien van naar binnen stekende tweede nokken 23 die via uit de opsluitring gesneden verende lippen 25 met de rest van de opsluitring zijn verbonden. Met deze tweede nokken 23 kan de opsluitring klemmend op het cirkelcilindrische deel van de behuizing van een profielcilinder aangebracht worden. Voor dit laatste is in het achterste uiteinde 3B van de behuizing 3 een uitsparing 27 aanwezig zodat het niet cirkelcilindrische deel van de behuizing van de profielcilinder door de uitsparing kan steken.

Het sleutelgat 11 in de sleutelplaat 9 is in deze uitvoeringsvorm gevormd door een sleuf die in het midden in de sleutelplaat aanwezig is. Afhankelijk van de positie van het sleutelgat in de profielcilinder kan deze sleuf ook uit het midden in de sleutelplaat aanwezig zijn of kan er in plaats van een sleuf een concentrische cirkelvormige opening in de sleutelplaat aanwezig zijn.

In de figuren 4 en 5 is een detail van de slotplaat met uittrekbeveiliging en een profielcilinder in vooraanzicht respectievelijk in doorsnede getoond. De profielcilinder 31 heeft een behuizing 33 met een cirkelcilindrisch deel 35 en een niet cirkelcilindrisch deel 37. De van een sleutelgat voorziene cilinder 39 bevindt zich in het cirkelcilindrische deel 35. Het niet cirkelcilindrisch deel 37 steekt door de onderbreking in de opsluitring 15 en door de uitsparing in de behuizing 3 van het opsluitelement 1.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Uittrekbeveiliging (1) voor een profielcilinder omvattende: een cilindervormige behuizing (3) met een voorste uiteinde (3A) dat voorzien is van een binnen stekende eerste opsluitrand (5) en een achterste uiteinde (3B) dat voorzien is van een naar buiten stekende tweede opsluitrand (7), en een sleutelplaat (9) die in de behuizing aanwezig is en tegen de eerste opsluitrand aanligt, welke sleutelplaat is voorzien van een sleutelgat (11), met het kenmerk, dat: in de binnenzijde (3C) van de behuizing (3) ter plaatse van de tweede opsluitrand (7) een borggroef (13) aanwezig is, en de uittrekbeveiliging (1) voorts een in de behuizing aanwezige verende opsluitring (15) omvat die op een plaats (17) is onderbroken en is voorzien van een naar buiten stekende borgrand (19) die aanwezig is in de borggroef (13), en die aan de buitenzijde is voorzien van naar buiten stekende eerste nokken (21) die ten gevolge van de verende werking van de opsluitring onder voorspanning in contact zijn met de binnenzijde (3C) van de behuizing, en die aan de binnenzijde op plaatsen tussen de eerste nokken is voorzien van naar binnen stekende tweede nokken (23) die via uit de opsluitring gesneden verende lippen (25) met de rest van de opsluitring zijn verbonden en waarmee de opsluitring klemmend op een profielcilinder aangebracht kan worden.

2. Uittrekbeveiliging (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de behuizing (3) vanaf het achterste uiteinde (3B) een uitsparing (27) aanwezig is zodat de behuizing over het cirkelcilindrische deel (35) van de behuizing (33) van een profielcilinder (31) geschoven kan worden, waarbij het niet cirkelcilindrische deel (37) van de behuizing van de profielcilinder door de uitsparing (27) steekt.

3. Uittrekbeveiliging volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het sleutelgat (11) in de sleutelplaat (9) is gevormd door een concentrische cirkelvormige opening of door een sleuf die al dan niet uit het midden in de sleutelplaat aanwezig is.

4. Slotplaat (41) voorzien van een voorzijde (41A) en een achterzijde (41B) waarmee de slotplaat tegen een deur wordt aangebracht, alsmede een slotgat (43) met een aan de voorzijde naar binnen stekende verdere opsluitrand (45), met het kenmerk, dat de slotplaat (41) voorts een uittrekbeveiliging (1) volgens een der voorgaande conclusies omvat welke in het slotgat (43) aanwezig is, waarbij de behuizing (3) van de uittrekbeveiliging door het slotgat steekt en de naar buiten stekende tweede opsluitrand (7) van de behuizing (3) van de uittrekbeveiliging (1) in contact is met de naar binnen stekende verdere opsluitrand (45) van de slotplaat (41).