NL2016232A - Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden . - Google Patents

Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden . Download PDF

Info

Publication number
NL2016232A
NL2016232A NL2016232A NL2016232A NL2016232A NL 2016232 A NL2016232 A NL 2016232A NL 2016232 A NL2016232 A NL 2016232A NL 2016232 A NL2016232 A NL 2016232A NL 2016232 A NL2016232 A NL 2016232A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
working chamber
air
frame
connection
airtight
Prior art date
Application number
NL2016232A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2016232B1 (nl
Inventor
Janssen Ruud
Original Assignee
Star Equipment B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1041230A external-priority patent/NL1041230B1/nl
Application filed by Star Equipment B V filed Critical Star Equipment B V
Publication of NL2016232A publication Critical patent/NL2016232A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2016232B1 publication Critical patent/NL2016232B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25JMANIPULATORS; CHAMBERS PROVIDED WITH MANIPULATION DEVICES
    • B25J21/00Chambers provided with manipulation devices
    • B25J21/02Glove-boxes, i.e. chambers in which manipulations are performed by the human hands in gloves built into the chamber walls; Gloves therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B15/00Preventing escape of dirt or fumes from the area where they are produced; Collecting or removing dirt or fumes from that area
    • B08B15/02Preventing escape of dirt or fumes from the area where they are produced; Collecting or removing dirt or fumes from that area using chambers or hoods covering the area
    • B08B15/026Boxes for removal of dirt, e.g. for cleaning brakes, glove- boxes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B9/00Cleaning hollow articles by methods or apparatus specially adapted thereto 
    • B08B9/02Cleaning pipes or tubes or systems of pipes or tubes
    • B08B9/023Cleaning the external surface
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09BDISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B09B3/00Destroying solid waste or transforming solid waste into something useful or harmless
    • B09B3/0066Disposal of asbestos
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09BDISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B09B5/00Operations not covered by a single other subclass or by a single other group in this subclass
    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F7/00Shielded cells or rooms
    • G21F7/04Shielded glove-boxes
    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F7/00Shielded cells or rooms
    • G21F7/04Shielded glove-boxes
    • G21F7/045Transportable glove-boxes
    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F9/00Treating radioactively contaminated material; Decontamination arrangements therefor
    • G21F9/001Decontamination of contaminated objects, apparatus, clothes, food; Preventing contamination thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09BDISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B09B2101/00Type of solid waste
    • B09B2101/35Asbestos

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Robotics (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)
  • Apparatus For Disinfection Or Sterilisation (AREA)

Abstract

Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een op een wand geplaatst object, welke inrichting omvat een ten minste gedeeltelijk transparant star frame dat een in hoofdzaak luchtdichte werkkamer begrenst met een object-opneemopening waarmee het frame over het object tegen de wand kan worden geplaatst, ten minste één in de werkkamer uitmondende afsluitbare materiaalopening, ingericht voor het hierop buiten de werkkamer luchtdicht aansluiten van een materiaalverpakking, een in de werkkamer uitmondende luchtinlaat, voor het aan de werkkamer toevoeren van omgevingslucht, ten minste één in de werkkamer uitmondende luchtafzuigaansluiting, voor het uit de werkkamer afzuigen van lucht, ten minste twee, in de werkkamer uitmondende hanteringsgaten, ingericht voor het hierop luchtdicht aansluiten van luchtdichte hanterings-handschoenen, voor het in de werkkamer uitvoeren van de werkzaamheden aan het object.

Description

Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden
INLEIDING
Zoals algemeen bekend kan het vrijkomen van asbest zeer schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid. Bij de verwijdering van asbest uit gebouwen en dergelijke zijn de inspanningen erop gericht te voorkomen dat deze schadelijke asbestdeeltjes in de vrije lucht terecht komen.
Om asbest op een veilige manier te verwijderen wordt er veelal gebruik gemaakt van een hermetische omtenting, welke ervoor zorgt dat niemand buiten de omtenting blootgesteld kan worden aan asbestvezels tijdens de asbestverwijderingswerken. Omdat het gebruik van een omtenting een ingewikkeld proces omvat, waarbij vele veiligheidsmaatregelen dienen te worden genomen, is er in de wetgeving opgenomen dat dit alleen door erkende ondernemingen mag worden uitgevoerd. Er wordt gebruik gemaakt van een hermetische omtenting wanneer er bijvoorbeeld sprake is van asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassing voorzien van een bevestigingssysteem, hechtgebonden asbest, spuitasbest, asbestkoord, etc.
Het opzetten van een hermetische omenting werkt als volgt. Eerste wordt de ruimte waar de asbestverwijdering plaats moet vinden volledig ontruimd van alle objecten die verplaatst kunnen worden. Bij ruimten waar veel stof aanwezig is, moet deze voorafgaand aan het proces gereinigd worden om metingen die tijdens de werkzaamheden gepleegd dienen te worden, niet te beïnvloeden. De voorwerpen die niet verplaatst kunnen worden, worden gereinigd en vervolgens verpakt in een folie.
Vervolgens wordt er een plastic folie aangebracht om tot een afgesloten luchtdichte ruimte te komen, waarin de werkzaamheden gepleegd dienen te worden. Deze luchtdichte ruimte dient de onderdruk die in de ruimte moet worden opgewekt te kunnen weerstaan. Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een dubbele folie welke ervoor zorgt dat bij een beschadiging van de folie er niet meteen direct contact is met de omgevingslucht.
De afgesloten luchtdichte ruimte wordt vervolgens door middel van extractoren op een onderdruk geplaatst, en voldoende luchtverversing wordt aan de ruimte toegevoegd. De Nederlandse norm anno 2016 is een onderdruk van 20 Pascal. Een filter kan geplaatst zijn in de afzuiging alsmede de toevoer van lucht van, en in, de ruimte zodat er geen asbestvezels naar de omgevingslucht kunnen ontsnappen.
Nadat de ruimte op de vereiste condities is gebracht, mogen de werklui, die de asbesthoudende objecten gaan verwijderen, deze ruimte betreden. Echter, hiervoor dienen de werklui wel beschermd te worden tegen eventuele loskomende asbestvezels. Hiertoe dienen de werklui onder andere ademhalingsbescherming te dragen, zoals een volgelaatsmasker aangedreven door een ventilator en met een stoffilter. Daarnaast dienen de werklui beschermende kledij te dragen die stofdicht zijn en voorzien zijn van een kap die over de spin- en spanbanden van het masker geplaatst dient te worden. Ter hoogte van de polsen en enkels is de kledij voorzien van elastieken teneinde een goede afsluiting te waarborgen, zodat er geen asbest stofdeeltjes naar binnen kunnen dringen. Verder dienen de werklui geschikte schoenen of laarzen en handschoenen te dragen. In sommige gevallen is een helm ook verplicht.
Een nadeel van de bovenstaande procedure is dat dit complex, uitgebreid en tijdrovend is. Daarbij is het voor de werklui geen optimale situatie om adembescherming en een volgelaatsmasker te dragen. In Nederland is bijvoorbeeld bepaald dat werklui na 2 uur werken met adembescherming en volgelaatsmasker, vanwege gezondheidsredenen verplicht minimaal 1 uur geen werkzaamheden mogen uitvoeren waarbij adembescherming vereist is. Een volgelaatsmasker levert vergeleken met een situatie zonder masker, een beperkt zicht op hetgeen de werkzaamheden beïnvloedt.
Nadat de werkzaamheden met betrekking tot de sanering inclusief decontaminatie hebben plaatsgevonden, dient een eindcontrole te gebeuren. Enkel wanneer de decontaminatie correct is gebeurd, kan de gereinigde site worden vrijgegeven. Het doel van de eindcontrole is om vast te stellen dat een ruimte of buitenlocatie na verwijdering of asbestsanering aan de gestelde opleveringseisen voldoet en dat de ruimten weer toegankelijk zijn voor personen zonder kans op blootstelling aan schadelijke asbestvezels boven het gehanteerde toetsingscriterium.
De manier waarop een afgeschermde ruimte of buitenlocatie waar(uit) asbest is verwijderd volgens de geldende wettelijke voorschriften moet worden gecontroleerd op de aanwezigheid van asbesthoudende resten is in de meeste landen wettelijk vastgelegd.
Een dergelijke inspectie gaat doorgaans gepaard met een visuele inspectie van de omtenting of afgeschermde ruimte en een bepaling van de respirabele asbestiforme vezels in lucht (eindmeting) met het doel de asbestconcentratie in de lucht van het 'containment' of afgeschermde ruimte te toetsen aan de vastgestelde wettelijke concentratienorm. Hierna volgt een rapportage van de onderzoeksresultaten met daarin een uitspraak of de opgeleverde saneringslocatie voldoet aan de in deze norm gestelde eisen (conformiteitsverklaring).
Om tot een volledige sanering te komen is het cruciaal dat de gegenereerde luchtcirculatie (flow) in de omtenting (zoveel als mogelijk) uniform is over de gehele omtenting. Met name in de hoeken van de omtenting is dit een mogelijk probleem. Er mogen met andere woorden geen dode hoeken ontstaan waar er geen of beduidend minder luchtcirculatie is. Dit geeft immers aanleiding tot het lokaal neerslaan van de asbestvezels, waardoor er verontreinigingen dreigen achter te blijven en de sanering niet conform de veiligheidsnormen zal zijn gebeurd.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een decontaminatie-inrichting, en een daarmee overeenkomende werkwijze, te verschaffen waarmee werkzaamheden aan een op een wand geplaatst object, in het bijzonder een asbesthoudend object, snel, eenvoudig en efficiënt uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast is het het doel om de decontaminatie dusdanig te laten verlopen dat deze de kwaliteitsnormen tegemoet komen en er voldoende luchtcirculatie wordt gegenereerd, opdat er geen dode hoeken ontstaan. Hierdoor zal de sanering optimaal verlopen.
FIGUREN
Figuur 1 toont schematisch, perspectivisch, een draagbare decontaminatie-inrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2 toont schematisch, perspectivisch een in figuur 1 getoonde decontaminatie-inrichting vanaf zijn achterwand.
Figuur 3 toont schematisch, perspectivisch een in figuur 1 getoonde, voor bedrijf geplaatste decontaminatie-inrichting.
Figuur 4 toont schematisch, perspectivisch een verdere uitvoeringsvorm van een draagbare decontaminatie-inrichting volgens de uitvinding.
Figuren 5 en 6 tonen een schematische, draagbare decontaminatie-inrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij de inrichting vrijhangt rond een object.
Figuur 7 toont de constructie uit figuren 5 en 6 met aanduiding van de constructie die toelaat om de inrichting uit figuur 5 vrij op te hangen rondom een object.
BESCHRIJVING
De huidige uitvinding heeft betrekking op een draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een op een wand geplaatst object. De draagbare decontaminatie-inrichting kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij handelingen die normaal gesproken in een cleanroom worden uitgevoerd.
Meer specifiek heeft de huidige uitvinding betrekking op het verwijderen van asbesthoudende objecten zoals asbesthoudende vensterbanken, doorvoeren of flenspakkingen. Het verwijderen van asbesthoudende objecten is een proces dat gepaard gaat met risico's, aangezien asbest, asbeststofdelen of asbestvezels schadelijk is/zijn voor de gezondheid van personen.
Onderhavige uitvinding heeft tot doel om een draagbare inrichting te bieden die op een snelle en efficiënte wijze kleinschalige asbesthoudende elementen kunnen reinigen. Hierbij wordt de overlast beperkt, maar wordt tevens aandacht besteed dat er tegemoet gekomen wordt aan de heersende normen.
In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een op een wand geplaatst object, welke inrichting omvat: een ten minste gedeeltelijk transparant star frame dat een in hoofdzaak luchtdichte werkkamer begrenst met een object-opneemopening waarmee het frame over het object tegen de wand kan worden geplaatst; ten minste één in de werkkamer uitmondende afsluitbare materiaalopening, ingericht voor het hierop buiten de werkkamer luchtdicht aansluiten van een materiaalverpakking; een in de werkkamer uitmondende luchtinlaat, voor het aan de werkkamer toevoeren van omgevingslucht, zodat er in de werkkamer een positieve luchtstroom ontstaat; ten minste één in de werkkamer uitmondende luchtafzuigaansluiting, voor het uit de werkkamer afzuigen van lucht; ten minste twee, in de werkkamer uitmondende hanteringsgaten, ingericht voor het hierop luchtdicht aansluiten van luchtdichte hanterings-handschoenen, voor het in de werkkamer uitvoeren van de werkzaamheden aan het object.
Een van de voordelen van de vernieuwde draagbare decontaminatie-inrichting is dat er alleen lokaal, rondom het object een gecontroleerde ruimte wordt gecreëerd, namelijk de werkkamer. Om de werkzaamheden te verrichten hoeft een persoon niet meer een gecontroleerde ruimte binnen te treden, maar krijgt met behulp van de luchtdichte hanteringshandschoenen, aangesloten op de hanteringsgaten, van buiten de werkkamer toegang tot het object. Hierdoor wordt het blootstellingsrisico sterk gereduceerd tot bijna nihil.
Een persoon hoeft hierbij dus geen speciale kledij, schoenen, en/of een gezichtsmasker te dragen aangezien de persoon zelf niet de werkkamer hoeft te betreden. De persoon hoeft enkel veiligheidsschoenen en soms een veiligheidsbril en/of veiligheidshelm te dragen als persoonlijk beschermingsmiddel.
Het frame is een star, bij voorkeur blokvormig frame, zodanig dat deze niet vervormd, en eenvoudig over het object plaatsbaar is. In een uitvoeringsvorm kan het frame geproduceerd worden van een doorzichtig kunststof materiaal zoals een polycarbonaat of polymethylmethacrylaat materiaal. Het kunststof materiaal kan hierbij antistatische eigenschappen hebben, of voorzien zijn van een antistatische laag of coating. Hierdoor worden de wanden vezelafstotend en wordt vermeden dat asbestvezels zich zullen hechten aan de wanden en achterblijven na sanering. Een bijkomend voordeel is dat vanwege de hoge onderdruk en de positieve luchtstroom eventuele vrijkomende asbestvezels voorafgaand aan de schoonmaak worden afgezogen door de onderdrukmachine of stofzuiger en worden afgevangen in de filter van de onderdrukmachine of stofzuiger. Een bijkomend voordeel is dat (bij voorkeur antistatische) wanden na sanering niet langer dienen te worden gereinigd en de schoonmaakwerkzaamheden beperkt worden tot de aansluitingen en de bodem. Ook het zicht voor de gebruiker wordt hierbij gewaarborgd.
Optioneel kunnen ook andere elementen aanwezig in of aan de inrichting (anders dan de wanden) voorzien worden van een antistatische coating.
Het antistatisch effect kan tevens bewerkstelligd worden door de aanwezige asbestvezels te ioniseren middels de gebruikte luchtstroom. Door hierbij zowel de wanden als alle andere interne onderdelen van de inrichting (bv. handschoenen) een lading te geven die gelijk is aan de lading van de vezels of asbestdeeltjes, zal een afstotend effect worden verkregen. Hierdoor zullen vezels en deeltjes niet langer geneigd zijn om te hechten aan de wanden.
Volgens de onderhavige uitvinding betekent het plaatsen van het frame over het object dat het object door de object-opneemopening tot in de werkkamer van het frame steekt, zodanig dat een persoon toegang heeft tot het object via de hanteringshandschoenen.
De vorm van de object-opneemopening is bij voorkeur afgestemd op het object. Dat wil zeggen, bij bijvoorbeeld een langgerekte vensterbank, is de object-opneemopening ook langgestrekt zodanig dat het frame over de vensterbank heen plaatsbaar is. De vorm van de object-opneemopening is hierbij dus enigszins gekoppeld aan de vorm van het object.
De uitvinders van onderhavige uitvinding ondervonden daarenboven dat een langwerpige vormgeving van de inrichting de voorkeur draagt omdat deze leidt tot een betere positieve luchtstroom en een betere sanering.
Zoals hierboven vermeld, kunnen de contaminatie veroorzakende werkzaamheden betrekking hebben op objecten die asbest omvatten, waarbij er een kans bestaat dat asbestvezels vrij komen gedurende de werkzaamheden.
De contaminatie kan ook betrekking hebben op andere typen vervuiling, zoals stofontwikkeling, chemische substanties, etc.
Via de luchtafzuigaansluiting is het mogelijk om lucht af te zuigen uit de werkkamer, zodanig dat er een onderdruk wordt gecreëerd. Bij voorkeur is deze (initiële) onderdruk tijdens de schoonmaakwerkzaamheden, visuele inspectie of eindmeting tussen de 20 en 250 Pascal, bij voorkeur rond 200 Pascal. Tijdens de demontagewerkzaamheden, wanneer de werklui via de luchtdichte hanteringshandschoenen fijne werkzaamheden verrichten in de werkkamer, dan is de onderdruk bij voorkeur rond 80 Pascal. In combinatie met de positieve luchtstroom zorgt dit ervoor dat stofdelen, asbestvezels of iets dergelijks voorafgaand aan de schoonmaakwerkzaamheden via de luchtafzuigaansluiting uit de werkkamer worden weggezogen en worden afgevangen door een daartoe bestemde filter, bijvoorbeeld een HEPA14 filter.
Bij voorkeur is de luchtafzuigaansluiting dermate ontworpen opdat deze geschikt is om aangesloten te worden op een luchtafzuigsysteem. Een dergelijk luchtafzuigsysteem kan worden voorzien van een filterkop met filter, waarbij de filterkop bij voorkeur aansluitbaar is op de luchtafzuigaansluiting. Een geschikte filter is bijvoorbeeld een HEPA filter, zoals een HEPA 14 filter. Deze filter zal van belang zijn bij de uiteindelijke vrijgave van de gesaneerde site, waarbij na reiniging een extra aanzuiging gebeurd door middel van installatie van een of meerdere filterkoppen op een luchtafzuigaansluiting waarna het aantal achtergebleven vezels op de filters microscopisch wordt nagegaan. Enkel als dit aantal zich onder een vastgestelde vrijgavegrens bevindt kan de werkruimte worden vrijgegeven en mag de draagbare decontaminatie-inrichting worden gedemonteerd.
In het bijzonder zal het luchtafzuigsysteem bij een volume van de werkkamer van circa 0,25 m3 een vermogen hebben tussen 1000 en 1500 Watt, meer bij voorkeur tussen 1100 en 1300 Watt, waarbij het luchtafzuigsysteem minimaal 2m3 lucht per uur kan verversen, bij voorkeur meer dan 4m3 lucht per uur kan verversen
In een andere uitvoeringsvorm dient het luchtafzuigsysteem begrepen te worden als een onderdrukapparatuur, waarbij de onderdrukapparatuur bijvoorbeeld een vermogen heeft om 5000 m3 aan te zuigen per uur.
Dit zorgt ervoor dat de onderdruk en positieve luchtstroom binnenin de inrichting op efficiënte wijze bereikt wordt en kan worden aangehouden. Het luchtafzuigsysteem beschikt bij voorkeur over een regelbaar vermogen, zodat de onderdruk tijdens sanering- wanneer de werklui via de luchtdichte hanteringshandschoenen werkzaamheden verrichten - lager kan worden ingesteld, waardoor het fingerspitzengefühl wordt vergroot.
De positie van de luchtafzuigaansluiting op de inrichting kan in principe vrij gekozen worden. In het bijzonder wordt de luchtafzuigaansluiting voorzien op een zo laag mogelijke positie, dat wil zeggen bij voorkeur zo dicht mogelijk bij of op het grondvlak. Dit geeft als voordeel dat ook zwaardere deeltjes (die geneigd zijn op de bodem van de inrichting te vallen) voorafgaand aan de eindschoonmaak mogelijk al zullen zijn afgevoerd door het luchtafzuigsysteem.
In een verdere voorkeursvorm is er een tweede luchtafzuigaansluiting aanwezig, waarop eveneens een luchtafzuigsysteem kan worden aangesloten. Deze luchtafzuigaansluiting wordt bij voorkeur in een hoek of zijde aangebracht die verschilt van deze waar de eerste aansluiting zich bevindt. Door het voorzien van een tweede luchtafzuigaansluiting kan een luchtflow worden bewerkstelligd die verschilt van de flow die verkregen wordt indien maar één luchtafzuigaansluiting aanwezig of actief is. Tevens kan door het voorzien van een verschillend aanzuigpunt, en/of door het afwisselend gebruik van de verschillende aanzuigpunten, een variërende luchtstroom worden gecreëerd. Dit zorgt ervoor dat eventuele neergeslagen stofdeeltjes door de variatie in luchtstroom alsnog zullen worden afgevoerd. Bij voorkeur worden de aanzuigpunten afwisselend in gebruik genomen, waarbij er tenminste altijd één aanzuigpunt in werking dient te zijn.
Een bijkomend voordeel van het voorzien van meerdere luchtafzuigaansluitingen is het feit dat de wettelijke vereiste onderdruk in de inrichting gegarandeerd wordt, ook indien er een drukval plaatsvindt (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een spouw in de te saneren vensterbank). Van zodra een dergelijke drukval gedetecteerd wordt, kan hierdoor een tweede of volgend aanzuigpunt geactiveerd worden, waardoor de drukval opgevangen wordt en de wettelijk vastgelegde onderdruk-norm blijft behouden. De uitvinders van onderhavige uitvinding ondervonden dat ook wanneer er bijvoorbeeld een hanteringshandschoen kapot gaat en gedurende de sanering vervangen zou moeten worden - worstcase scenario - er nog altijd sprake is van onderdruk, waardoor voorkomen wordt dat asbestdeeltjes buiten de draagbare decontaminatie-unit terecht komen.
In een verder voorbeeld zijn de luchtafzuigaansluiting en de luchtinlaat in hoofdzaak zo veel mogelijk uiteengeplaatst in de werkkamer.
In een verdere of andere uitvoeringsvorm zijn een eerste luchtafzuigaansluiting en een luchtinlaat gepositioneerd in een diagonaalvlak van het frame, waarbij luchtafzuigaansluiting en de luchtinlaat bij voorkeur geplaatst zijn ter hoogte van de uiterste hoeken van dit diagonaalvlak, meer bij voorkeur ter hoogte van hoeken op een diagonaallijn. Dit zal er voor zorgen dat er een cross-luchtstroom ontstaat, die gunstig is voor het creëren van een positieve luchtstroom overal in de draagbare decontaminatie-unit en daardoor ook gunstig is voor de saneringswerkzaamheden als geheel.
Dit heeft als voordeel dat de uniformiteit waarmee de lucht afgezogen wordt zo veel mogelijk constant is over de gehele werkkamer. Dat wil zeggen, alle lucht aanwezig in de werkkamer wordt zo goed mogelijk afgezogen, niet slechts een deel hiervan.
In de uitvoeringsvorm waar een tweede luchtafzuigaansluiting aanwezig is, zal deze luchtafzuigaansluiting bij voorkeur voorzien zijn op een positie die verschilt van de positie van de eerste luchtafzuigaansluiting en de luchtinlaat. Meer bij voorkeur bevindt deze tweede aansluiting zich in een hoek van het frame, waarbij deze hoek verschilt van de hoek waar de eerste aansluiting en de luchtinlaat zich bevinden.
Opnieuw heeft dit als voordeel dat overal in de draagbare decontaminatie-unit een optimale luchtcirculatie wordt verkregen.
De voornoemde luchtinlaat is bij voorkeur voorzien van een filter, zodat bij eventueel stroomuitval er nog steeds geen asbestdeeltjes buiten de draagbare decontaminatie-unit terecht kunnen komen.
In een verdere of andere uitvoeringsvorm zal een tweede luchtinlaat voorzien zijn die actief lucht naar binnen brengen door middel van bijvoorbeeld een compressor (actieve luchtinlaat). Van belang is dat de onderdruk in de draagbare decontaminatie-unit moet blijven voldoen aan de daaraan gestelde eisten en normen. Door actief lucht naar binnen te blazen heeft dit als voordeel dat eventuele (neergeslagen) asbestvezels voorafgaand aan de schoonmaakwerkzaamheden via de luchtafzuigaansluiting uit de werkkamer worden weggezogen. Bij voorkeur is deze actieve luchtinlaat voorzien van een terugslagklep en middelen om de luchtinlaat in geopende en gesloten toestand te brengen. Bij voorkeur behelzen deze middelen een hendel. De terugslagklep verhindert dat er bij een eventuele overdruk, bijvoorbeeld als gevolg van stroomuitval waardoor de onderdrukmachine uitvalt, lucht met asbestdeeltjes van binnenuit de draagbare decontaminatie-unit naar buiten kan ontsnappen.
In een voorkeursvorm van onderhavige uitvinding zal zowel een passieve als een actieve luchtinlaat worden voorzien. Daar waar de passieve luchtinlaat automatisch lucht doorlaat en bijgevolg een filterwerking bezit, zal de actieve luchtinlaat actief lucht binnen brengen middels bijvoorbeeld een compressor.
Bij voorkeur zal de actieve luchtinlaat voorzien zijn aan de zijde waar de passieve luchtinlaat zich bevindt. Bij voorkeur bevindt deze actieve luchtinlaat zicht op een zo laag mogelijke positie, dat wil zeggen bij voorkeur zo dicht mogelijk bij of op het grondvlak.
Door het voorzien van één of meerdere luchtinlaten kan de onderdruk en de snelheid van de luchtcirculatie binnenin de inrichting geregeld worden. Indien de onderdruk te hoog is, bestaat het risico erin dat de operator de saneringswerkzaamheden niet naar behoren kan uitvoeren. Door de onderdruk te laten dalen, kan dit probleem voorkomen worden.
Om te verhinderen dat er zich deeltjes op de bodem zullen hechten of settelen, kan de bodem tevens voorzien worden van één of meerdere luchtinlaten of luchtinlaatsystemen, waardoor een minimale luchtcirculatie op de bodem wordt voorzien. Mogelijke uitvoeringsvormen om dit te bewerkstelligen zijn onder meer een buisvormig instrument of slang met luchtafgifte-openingen voorzien in de bodem van de inrichting of een bodembekleding gekoppeld aan een luchtinlaat, waarbij de bekleding voorzien is van openingen geplaatst over het oppervlak van de bekleding, waarlangs de lucht kan instromen.
Optioneel kunnen één of meerdere hoeken van de werkkamer voorzien zijn van één of meerdere profielen die in deze hoeken voorzien zijn, die de luchtcirculatie ter hoogte van deze hoeken bevordert. In een voorkeursvorm zal het profiel voor een afronding van de hoek zorgen. Hierdoor wordt het ontstaan van een zogenaamde 'dode hoek' verhinderd.
In een uitvoeringsvorm zullen minstens de hoeken die grenzen aan de zijwanden die loodrecht op de luchtstroom staan voorzien zijn van één of meerdere profielen daar deze hoeken het meest vatbaar zijn om zich te vormen als dode hoek. In een verdere uitvoeringsvorm zullen alle hoeken voorzien zijn van één of meerdere profielen.
Een andere of verdere manier om de luchtcirculatie binnenin de inrichting te garanderen, is het voorzien van een plenum waarlangs de aan- of afvoer van lucht kan plaatsvinden. Hierdoor is er sprake van vele smalle luchtinlaten (bijvoorbeeld 1000), waardoor er een meer uniforme luchtstroom in de werkkamer gecreëerd kan worden. In een voorkeursvorm zal een filter aan kopse zijde aanwezig zijn fungeren als verdeellichaam.
Voorgenoemde maatregelen dragen allen individueel en in combinatie bij tot het verzekeren van een optimale luchtcirculatie in de inrichting en het verhinderen of minimaliseren van het ontstaan van dode hoeken.
In een voorbeeld van onderhavige uitvinding is de ten minste één afsluitbare materiaalopening aan een korte zijwand van het frame is gelegen.
Dit is voornamelijk van belang wanneer het object relatief uitgestrekt is, en waarbij de wens is dat dit object voorafgaand aan de schoonmaak en eindcontrole uit de werkkamer gebracht dient te worden. Door middel van de afsluitbare materiaalopening kan dit object in verpakte toestand eenvoudig via de zijwand verwijderd c.q. uitgesluisd worden.
In nog een voorbeeld is de object-opneemopening tegenover de ten minste twee hanteringsgaten is gelegen.
Hierbij is het object dus via een achterzijde tot in de werkkamer binnengedrongen, en kan een gebruiker via een voorzijde, door middel van de hanteringshandschoenen dit object benaderen.
In nog een voorbeeld omvat de inrichting een in de werkkamer uitmondende tweezijdig afsluitbare gereedschapssluis, voor het in de werkkamer toe- en afvoeren van gereedschap of andere materialen.
Deze sluis omvat hierbij twee deksels, een invoerdeksel en een uitvoerdeksel. Bij het invoeren van een gereedschap tot in de werkkamer, die eerst de invoerdeksel te worden geopend en het gereedschap in de binnenruimte van de sluis te worden geplaatst. Vervolgens dient de invoerdeksel gesloten te worden voordat de uitvoerdeksel geopend wordt.
Dit heeft als voordeel dat het mogelijk wordt gemaakt om gereedschap, en eventueel ander materiaal, in en uit de werkkamer te voeren, zonder dat contaminatie via deze sluis naar buiten toe kan ontsnappen.
In nog een voorbeeld omvat de inrichting ten minste één in de werkkamer uitmondende gereedschap-aandrijfaansluiting, voor het van buiten de werkkamer toevoeren van energie voor het aandrijven van gereedschap in de werkkamer of van bijvoorbeeld perslucht of via hydrauliek.
De energie kan bijvoorbeeld gebruikt worden om gereedschappen die in de werkkamer aanwezig zijn te activeren. Dit kan bijvoorbeeld een boor, hamer, of iets dergelijks zijn om het object van de wand te verwijderen. Het gereedschap kan bijvoorbeeld op elektrische energie of perslucht of hydrauliek werken, waarbij deze energie dus van buiten de werkkamer via de gereedschap-aandrijfaansluiting tot in de werkkamer kan worden gevoerd.
Het voorzien van een aandrijfaansluiting op perslucht laat toe om een spuitpistool of dergelijke aan te sluiten, waarmee intern lucht in de inrichting kan geblazen worden. Dit kan voordelig zijn bij de schoonmaak van de inrichting na gebruik (bv. voor het wegblazen van achtergebleven deeltjes of vezels in de dode hoeken).
Het voorzien van een hydraulische aandrijfaansluiting laat toe dat gereedschap kan worden aangesloten zoals een flensspreider, waarmee veel kracht moet worden gecreëerd. Een flensspreider is nodig om bijvoorbeeld twee flenzen die twee pijpleidingen met elkaar verbinden, te spreiden zodat de (asbesthoudende) pakking die tussen de flenzen in zit gesaneerd kan worden.
In een verder voorbeeld omvat de inrichting ten minste één in de werkkamer uitmondende luchtbewakingsaansluiting, zoals een luchtdruksensoraansluiting, een luchtcontaminatiesensor-aansluiting en een registratie-aansl uiting.
Bij voorkeur zijn deze aansluitingen geschikt om gebruikt te worden in een asbestomgeving, dat wil zeggen de aansluitingen zijn geschikt zodanig dat asbest niet via deze aansluitingen kan lekken.
Het voordeel van dergelijke aansluitingen is dat de luchtdruk gecontroleerd kan worden, waarbij zodoende de luchtafzuigaansluiting, dwz de luchtafzuiginrichting, harder of zachter gezet kan worden. Het is dus mogelijk om de luchtdruk te regelen met behulp van een regel lus.
Daarnaast is de luchtcontaminatiesensor-aansluiting geschikt om de luchtcontaminatie te meten nadat de werkzaamheden zijn voltooid (zogenaamde vrijgave). Dit is van belang om er van verzekerd te zijn dat voldoende contaminatie is afgezogen, zodat de lucht die overblijft relatief schoon is. Pas wanneer vastgesteld is dat de lucht aan bepaalde vooraf gedefinieerd schoonheidsscriteria voldoet, mag de draagbare decontaminatie-inrichting van de wand en/of van het object, worden weggenomen.
In een voorkeursvorm bevat de inrichting drie luchtbewakingsaansluitingen, waarbij één aansluiting dient ter permanente onderdrukregistratie en minimaal twee aansluitingen geschikt voor het uitvoeren van de eindcontrole die toelaten om tijdens het gehele proces (tot aan de vrijgave) te meten en te registreren.
Een verwarmingselement kan worden voorzien dat verhindert dat er in de inrichting condens optreedt.
In een verder voorbeeld omvat de inrichting in hoogte verstelbare ondersteuningsmiddelen, voor het stevig ondersteund op een ondergrond over het object plaatsen van het frame.
Dergelijke ondersteuningsmiddelen zijn bijvoorbeeld schragen, waarbij de inrichting op de schragen rust wanneer deze over het object heen wordt geplaatst. Aangezien de ondersteuningsmiddelen in hoogte verstelbaar zijn, wordt het hiermee mogelijk gemaakt om de inrichting voor meerdere toepassing, dat wil zeggen voor meerdere verschillende objecten, te worden gebruikt. Het wordt dus mogelijk gemaakt om met één inrichting werkzaamheden aan meerdere objecten, die op verschillende hoogten hangen, te verrichten. Naast schragen kan ook een hoogwerker of steiger als ondersteuningsmiddel dienen in deze.
In een nog verder voorbeeld omvat de inrichting verder klemmiddelen, zoals een zuignap, een spanband en stempel, waarmee het frame tegen de wand kan worden geklemd.
Dit verzorgt een nog betere afdichting van de werkkamer met de buitenlucht, zodanig dat er een onderdruk in de werkkamer gecreëerd kan worden zonder lekkage, dat wil zeggen zonder dat er buitenlucht tot in de werkkamer lekt. Ook wordt hiermee een betere borging gecreëerd, waardoor het risico dat de draagbare decontaminatie-unit als gevolg van bijvoorbeeld een duw los tijdens het saneren los komt, wordt verminderd.
In een voorbeeld bestaat het frame uit twee delen, waarbij elk deel een object-opneemopening omvat, zodanig dat een eerste deel van het frame vanaf een eerste richting over het object kan worden geplaatst en waarbij een tweede deel van het frame vanaf een tweede richting, tegenovergesteld aan de eerste richting, over het object kan worden geplaatst.
Verder kan het frame draaggrepen omvatten voor het draagbaar verplaatsen van het frame.
Onderhavige inrichting is geschikt voor het plaatsen op of aan een object zoals een wand, maar tevens op bijvoorbeeld een dakbedekking. In onderhavig geval zal de inrichting bij voorkeur voorzien zijn van een materiaalsluis bestaande uit twee delen, zijnde een 'vuile' ruimte en een 'schone' ruimte. De vuile ruimte is geschikt voor het ontvangen van gecontamineerde dak-onderdelen. Tijdens het uitsluizen wordt er in de vuile ruimte de lucht verneveld middels aansluitingen, opdat eventuele asbestdeeltjes aanwezig in de lucht zouden neerslaan op de bodem. Hiertoe kan een aansluiting voor een vernevelinstrument worden voorzien. Vervolgens wordt het gereinigde en verpakte afval uitgesluisd naar de schone materiaalsluis en worden alle ruimtes schoongemaakt (waarbij eventuele neergeslagen asbestdeeltjes met een vochtige doek worden opgenomen.
Het saneren van een dak gebeurt doorgaans middels het bouwen van een stormdichte omtenting rondom een gebouw, waarin de saneerders met pak en masker dienen te werken. Om te komen tot een stormdichte omtenting moet deze stevig verankerd worden, hetgeen hoge kosten met zich mee neemt. Door middel van de inrichting volgens onderhavige uitvinding wordt dit vermeden, wat uiteraard een significante reductie in kost met zich mee brengt.
In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een object, welke inrichting omvat: een ten minste gedeeltelijk transparant star frame dat een in hoofdzaak luchtdichte werkkamer begrenst met een object-opneemopening waarmee het frame over het object kan worden geplaatst; ten minste één in de werkkamer uitmondende afsluitbare materiaalopening, ingericht voor het hierop buiten de werkkamer luchtdicht aansluiten van een materiaalverpakking; een in de werkkamer uitmondende luchtinlaat, voor het aan de werkkamer toevoeren van omgevingslucht; ten minste één in de werkkamer uitmondende luchtafzuigaansluiting, voor het uit de werkkamer afzuigen van lucht; ten minste twee, in de werkkamer uitmondende hanteringsgaten, ingericht voor het hierop luchtdicht aansluiten van luchtdichte hanterings-handschoenen, voor het in de werkkamer uitvoeren van de werkzaamheden aan het object.
Een dergelijke draagbare decontaminatie-inrichting is bijvoorbeeld geschikt voor het verwijderen van een asbesthoudend materiaal, bijvoorbeeld een pakking, welke aanwezig is bij isolatiemateriaal, of bij flensen, bussen of iets dergelijks welke bij de buizen aansluiten.
De hoofdgedachte bij deze uitvoeringsvorm is dat de decontaminatie-inrichting als het ware vrij hangt, dus niet ondersteunt dient te worden door een wand, of schragen of iets dergelijks.
Om dit te bewerkstelligen kan de decontaminatie-inrichting met behulp van spanbanden, slangenklemmen, of iets soortgelijks aan het object (bv. buis) worden bevestigd.
In een andere uitvoeringsvorm wordt het object (bv. buis) voorzien van een constructie, waarna de decontaminatie-inrichting tegen deze constructie geplaatst, of bevestigd, wordt, om zodoende de werkzaamheden aan het object uit te voeren.
Het frame van de decontaminatie-inrichting kan hierbij bijvoorbeeld blokvormig zijn.
Bij voorkeur zal het frame minstens twee object-opneemopeningen omvatten, die preferentieel aanwezig zijn op overeenkomstige zijden van het frame. Meer bij voorkeur zijn de object-opneemopeningen symmetrisch geplaatst en gelij kvormig.
In een verdere voorkeursvorm zal het frame uit twee frame-delen bestaan, waarbij de opdeelas bij voorkeur doorheen de object-opneemopening loopt.
Dit heeft als voordeel dat de framedelen op eenvoudige wijze over een hangend object kunnen worden geplaatst.
De twee frame-delen zijn bevestigbaar aan elkaar om opnieuw een volledig frame te vormen.
In een andere uitvoeringsvorm, specifiek voor situaties waarbij een inrichting volgens onderhavige uitvinding rondom een flensverbinding dient te worden voorzien, wordt een constructie voorzien aan het object die toelaat om de inrichting vrij te hangen rond de buis waarbij de inrichting gedragen wordt door de buis. Hiertoe bestaat de inrichting zoals hierboven reeds beschreven uit twee piramidevormige frame-delen, die via een zijde begrensd door een open vlak aan elkaar bevestigd kunnen worden. Deze zijde is voorzien van een uitsparing die geschikt is voor het opnemen van een buis. Bij voorkeur is de uitsparing een halve cirkel, waardoor bij het bevestigen van de twee frame delen, een volledig cirkelvormige uitsparing wordt gevormd, geschikt voor opname van een buis. Bijgevolg wordt dat onderdeel van de buis dat dient gereinigd te worden, omhuld door de inrichting.
De uitsparing wordt vervolgens begrensd door een constructie aan de buitenzijde van het frame, opdat er geen lucht en materiaal van de binnenzijde van de inrichting naar buiten toe kan ontsnappen.
Deze constructie omvat bij voorkeur 4 maanvormige of halve-cirkelvormige elementen, die samen een manchetdichting kunnen vormen. In het bijzonder worden twee plaatvormige elementen voorzien, en twee schijfvormige, waarbij de plaatvormige elementen een diameter hebben die groter is dan de schijfvormige elementen.
In het bijzonder zullen de twee frame-delen over het te reinigen object (buis) worden gebracht via de object-opneemopeningen en zullen deze frame-delen aan de buitenzijde van het frame gefixeerd worden door de 4 elementen, die rond de buis worden aangebracht tot een flens- of manchetvormige constructie. Middels bevestigingselementen wordt het geheel gefixeerd en zal het frame bijgevolg vrijhangend of zwevend bevestigd zijn aan de buis en tevens vrij kunnen draaien rond het object
In een voorkeursvorm is een sparing voorzien in de constructie, die toelaat om middels elektrisch, luchtaangedreven of hydraulisch aangedreven gereedschap buiten het frame werkzaamheden uit te voeren in het frame. Dit heeft als voordeel dat werkzaamheden die nodig zijn voorafgaand aan de werkelijke sanering kunnen worden uitgevoerd, waarbij ook tijdens deze werkzaamheden een veilige omgeving gecreëerd wordt voor de operator. Onder meer bij werkzaamheden aan een flensverbinding kan het noodzakelijk zijn om de verbinding te gaan 'losbouten' (losdraaien van de bouten waardoord deze handvast komen te zitten). Deze werkzaamheden gebeuren doorgaans vóór de werkelijke sanering en kunnen theoretisch (in sommige gevallen) leiden tot vrijkomen van asbesthoudende deeltjes. Door deze werkzaamheden in de beschermde omgeving van de inrichting volgens onderhavige uitvinding te laten plaatsvinden, wordt de operator te allen tijde beschermd.
In een verdere uitvoeringsvorm kan de inrichting voorzien worden van ophangmiddelen, die toelaten om de inrichting te verankeren aan een bovengelegen punt(bv. plafond). Hiertoe kan het frame voorzien zijn van ophangpunten die toelaten om het frame middels kabels en/of touwen te bevestigen aan een bovengelegen punt.
Het zal duidelijk zijn dat ook deze inrichting voorzien kan worden van de elementen zoals hierboven beschreven, zijnde aansluitingen, hoekprofielen, etc.
De inrichtingen volgens onderhavige uitvinding kunnen worden voorzien van visualisatiemiddelen die helpen bij de visuele inspectie tijdens de eindcontrole en vrijgave van de site. Deze visualisatiemiddelen kunnen onder meer een (draadloze) camera omvatten, die binnengebracht wordt in de inrichting. Beeldoverdracht naar bijvoorbeeld een PC kan vervolgens gebeuren middels een bluetooth verbinding of andere verbinding. Deze methode laat toe om gerichter de verplichte visuele inspectie van de gesaneerde site uit te voeren.
In een derde aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een object zoals een op een wand geplaatst object of vrijhangend object, gebruikmakend van een draagbare decontaminatie-inrichting zoals hierboven beschreven, omvattende de stappen van het: plaatsen van het frame tegen de wand, over het object, of over het vrijhangend object zodanig dat het object zich in hoofdzaak in de werkkamer bevindt; aanbrengen van lucht-afdichtende middelen; aansluiten van een luchtafzuiginrichting op de ten minste ene luchtafzuigaansluiting, en uitvoeren van de werkzaamheden aan het object in de werkkamer via de hanteringsgaten en hierop luchtdicht aangesloten luchtdichte hanterings-handschoenen, waarbij tenminste tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden via de luchtafzuiginrichting de lucht uit de werkkamer wordt weggezogen.
Indien het object zich aan een wand bevindt, kan het aanbrengen van lucht-afdichtende middelen gebeuren middels het aanbrengen van tape, lijm, folie, afdichtplaten of iets dergelijks waarmee de achterzijde van het frame luchtdicht verbonden kan worden met de wand.
Bij een vrijhangend object kan een constructie (zoals een flensvormige constructie of een manchet) worden voorzien die luchtafdichtend zal werken.
Zoals hierboven reeds vermeld, kunnen de werkzaamheden gericht zijn op het verwijderen van een object, het plaatsen van een object, onderhoud plegen aan een object, etc.
Verschillende aspecten die bij uitvoeringsvormen van de werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding aan de orde zijn, inclusief de voordelen daarvan, komen overeen met aspecten die aan de orde zijn bij inrichting volgens de uitvinding zoals voorgaand reeds toegelicht.
In een voorbeeld omvat het aanbrengen van de lucht-afdichtende middelen het in hoofdzaak naar de omgeving luchtdicht afsluiten van de op de wand aansluitende omtreksrand van het frame met één of meer van een tape, folie en afdichtplaten.
De omtreksrand vormt dus in principe de rand waarmee het frame tegen de wand aangedrukt of tegengeplaatst wordt.
In een verder voorbeeld wordt het frame tegen de wand of een vrijhangend object geklemd met klemmiddelen, zoals omvattende een zuignap en spanband en stempel.
In een ander voorbeeld wordt het frame op in hoogte verstelbare, op een ondergrond geplaatste ondersteuningsmiddelen over het object geplaatst, welke ondersteuningsmiddelen tegen verschuiven aan de ondergrond worden geborgd.
In nog een ander voorbeeld wordt met de luchtafzuiginrichting ten minste een initiële onderdruk van 80 Pa in de werkkamer veroorzaakt, meer bij voorkeur 200 Pa, bewerkstelligd. Naarmate de werkzaamheden worden uitgevoerd, kan deze onderdruk dalen (hierbij rekening houdend met de wettelijk vastgelegde minimale onderdruk die dient te behouden worden, doorgaans tussen 20 en 40 Pa). Drukvallen kunnen worden veroorzaakt door inherente kenmerken van het te saneren object (bijvoorbeeld de aanwezigheid van spouwen in een vensterbank) of doordat lucht wordt aangezogen van buitenaf (wordt bepaald door de gebruiker) of doordat - in een worstcase scenario - bijvoorbeeld een hanteringshandschoen kapot gaat en vervangen dient te worden.
In een verdere uitvoeringsvorm kan gebruik gemaakt worden van een traploze drukregeling, waarbij gestart wordt aan een onderdruk van minstens 80 Pa, meer bij voorkeur 200 Pa en waarbij de onderdruk, van zodra deze ongewenst terugvalt, wordt bij geregeld door het inschakelen van een tweede afzuigpunt.
Ten minste tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden worden in een voorbeeld de onderdruk en contaminatie in de werkkamer bewaakt door middel van op een betreffende aansluiting aangesloten luchtdruksensor, luchtcontaminatiesensor en registratie-apparatuur. Bij voorkeur is er één aansluiting aanwezig voor de permanente onderdrukregistratie. Voor de eindcontrole zijn er twee aansluitingen voorzien, waarmee kan worden nagegaan of de lucht voldoende zuiver is.
In een nog ander voorbeeld wordt het object (of een deel ervan) via een op de materiaalopening aangesloten materiaalverpakking uit de werkkamer verwijderd.
In een vierde aspect voorziet de uitvinding in het gebruik van de inrichting volgens één of meer van de voorbeelden van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, voor het uit een ruimte verwijderen van aan een wand bevestigd asbesthoudend object.
Bij voorkeur is het object hierbij een asbesthoudende vensterbank, een asbesthoudende buis of een door een wand heen stekende buis.
De naamgeving van de verschillende aspecten van de inrichting, de werkwijze en het gebruik daarvan volgens de uitvinding dient niet letterlijk te worden geïnterpreteerd. Met de gekozen naamgeving is slechts beoogd de achter het betreffende aspect liggende gedachte bondig te verwoorden.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de bijgesloten figuren, welke slechts ter illustratie van de uitvinding dienen en niet als een beperking hiervan mogen worden uitgelegd.
In de figuren, dezelfde referentiecijfers voor dezelfde aspecten zijn gebruikt om de leesbaarheid daarvan te verbeteren.
GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVING
Figuur 1 toont schematisch, perspectivisch, een draagbare decontaminatie-inrichting 1 in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een, op een wand 2 geplaatst object 3, zoals bijvoorbeeld een asbesthoudend object.
Onder contaminatie veroorzakende werkzaamheden worden in het kader van de onderhavige uitvinding werkzaamheden aan of met het object 3 begrepen waardoor de omgevingslucht ongewenst vervuild kan raken met van het object vrijkomende deeltjes, zoals bijvoorbeeld bij boren, schaven, polijsten of een andere verspaningstechniek, maar ook bijvoorbeeld bij het van de wand 2 demonteren van het object 3 en/of het op de wand 2 monteren van het object 3.
De inrichting 1 omvat een star frame 4, zoals een frame uit een metaalprofiel, bijvoorbeeld aluminium, of een geschikt stijf kunststofprofiel. In het frame 4 zijn, op zoveel mogelijk luchtdichte wijze, zijwanden geplaatst, waaronder gezien in de werkopstelling van de inrichting 1 volgens figuur 1, een voorwand 16, een bovenwand 17, een linkerzijwand 18, een rechterzijwand 19, een achterwand 20 en een onderwand 21. Eén of meer van de zijwanden is van een transparant, lichtdoorlatend materiaal zoals plexiglas vervaardigd. Bij voorkeur zijn de voorwand 16 en de bovenwand 17 beide transparant 35 uitgevoerd. De overige wanden kunnen desgewenst van een niet-transparent kunststof materiaal of ander plaatmateriaal zijn vervaardigd.
Het frame 4 en de zijwanden 16, 17, 18, 19, 20 en 21 begrenzen een in hoofdzaak luchtdichte werkkamer 5, waarbij in de achterwand 20 een object-opneemopening 6 is gevormd, voor het over een object, zoals het object 3, plaatsen van het frame 4.
In de werkkamer 5 monden een aantal aansluitingen uit, zoals ten minste één afsluitbare materiaalopening 7, een luchtinlaat 8, voor het aan de werkkamer 5 toevoeren van omgevingslucht, ten minste één luchtafzuigaansluiting 9, voor het uit de werkkamer 5 af- of wegzuigen van gecontamineerde lucht en ten minste twee hanteringsgaten 10, voor het door een persoon van buiten de decontaminatie-inrichting 1 in de werkkamer 5 uitvoeren van werkzaamheden aan een in de werkkamer 5 aanwezig object. De luchtinlaat 8 is bij voorkeur van een stoffilter voorzien, zoals een in de praktijk onder de naam P3 bekend filter. Bij voorkeur zal de luchtinlaat 8 zich bevinden aan de bovenzijde in een hoek van de inrichting 1. Luchtafzuigaansluiting(en) 9 zijn bij voorkeur zo laag mogelijk bij het grondoppervlak gesitueerd, of als alternatief gevestigd aan de voorzijde of de zijwanden. Meest bij voorkeur zijn de ze diagonaal gevestigd ten opzichte van de luchtinlaat 8.
De in de linkerzijwand 18 gelegen materiaalopening 7 is in de werkkamer 5 voorzien van een afsluitbaar deksel of afsluitbare dop. De materiaalopening 7 is ingericht voor en heeft afmetingen voor het, tijdens bedrijf, via de materiaalopening 7 vanuit de werkkamer 5 naar buiten afvoeren van een gedemonteerd object. Uiteraard kan via de materiaalopening 7 ook een nieuw object in de werkkamer 5 worden ingebracht, voor montage aan een wand.
Hoewel niet getoond in figuur 1, is ook aan de rechterzijwand 19 van het frame 4 een materiaalopening 7 aangebracht. Uiteraard kan ook aan een andere zijwand van het frame 4 een materiaalopening 7 zijn aangebracht.
In de in figuur 1 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de decontaminatie-inrichting 1 zijn vier hanteringsgaten of manipulatie-openingen 10 in de voorwand 16 gevormd, dat wil gelegen tegenover de object-opneemopening 6. Begrepen zal worden dat dergelijke hanteringsgaten 10 mede of enkel in de bovenwand 16, de onderwand 21 en/of in de linkerzijwand 18 of de rechterzijwand 19 kunnen zijn aangebracht.
Zoals getoond in figuur 1, zijn de locaties waar de luchtafzuig-aansluitingen 9 en de luchtinlaat 8 in de werkkamer 5 uitmonden zodanig gekozen, dat tijdens bedrijf een luchtstroom in de werkkamer 5 wordt gevormd die de werkkamer 5 zo volledig mogelijk doorstroomt. Bij voorkeur zijn de luchtafzuig-aansluitingen 9 en de luchtinlaat 8 zo veel mogelijk uiteengeplaatst, bijvoorbeeld de luchtinlaat 8 aan de linkeronderzijde en een luchtafzuigaansluiting 9 aan de rechterbovenzijde van de werkkamer 5. Meer bij voorkeur zijn de luchtafzuig-aansluitingen 9 en de luchtinlaat 8 diagonaal van elkaar geplaatst.
Voor het in de werkkamer 5 brengen van gereedschap, zoals bijvoorbeeld een schroevendraaier, hamer, beitel of ander werktuig, is in een uitvoeringsvorm van de decontaminatie-inrichting 1 volgens de uitvinding een in de werkkamer 5 uitmondende tweezijdig afsluitbare gereedschapssluis 11 voorzien. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm is een langwerpige, cirkelcilindrisch gevormde gereedschapssluis 11 in de bovenwand 17 aangebracht. De gereedschapssluis 11 sterkt zich van buiten tot in de werkkamer 5 uit en is aan beide einden voorzien van een afsluitdop, bijvoorbeeld middels een schroef- of bajonetsluiting.
Opgemerkt wordt dat het gereedschap (bij voorkeur) ook vooraf aan het over een object plaatsten van het frame in de werkkamer 5 kan worden aangebracht. Met de gereedschapssluis 11 is het daarentegen mogelijk om tijdens bedrijf, waarbij het frame 4 over het object heen is geplaatst, op gemakkelijke wijze, zonder het risico van vervuiling van de buitenlucht door contaminatiedeeltjes uit de werkkamer 5, gereedschap in de werkkamer 5 te brengen. Hiertoe wordt de gereedschapssluis 11 eerst buiten de werkkamer 5 geopend, wordt vervolgens het gereedschap in de gereedschapssluis 11 gebracht, wordt de gereedschapssluis 11 gesloten en daarna in de werkkamer 5 geopend en het gereedschap uit de gereedschapssluis 11 in de werkkamer gebracht, waarna de gereedschapssluis 11 weer wordt gesloten.
Voor het in de werkkamer 5 gebruiken van elektrisch of door middel van bijvoorbeeld perslucht of hydraulisch aangedreven gereedschap is in een uitvoeringsvorm van de uitvinding de decontaminatie-inrichting 1 voorzien van ten minste één in de werkkamer uitmondende gereedschap-aandrijfaansluiting. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van de decontaminatie-inrichting 1 is in de bovenwand 17 een persluchtaansluiting 12, zoals een persluchtventiel, aangebracht die in de werkkamer 5 uitmondt. Middels deze persluchtaansluiting 12 kan van buiten de werkkamer 5 perslucht hieraan worden toegevoerd, voor het aandrijven van persluchtgereedschap in de werkkamer 5. Uiteraard kan in meer dan één persluchtaansluiting 12 zijn voorzien, ook aan andere zijwanden van de inrichting.
Voor het aandrijven van elektrisch gereedschap is voorzien in een geschikte elektriciteitsaansluiting, zoals bijvoorbeeld een wandcontactdoos 33 nabij de rechterzijwand 19, welke wandcontactdoos 33 buiten de decontaminatie-inrichting 1 op een op zichzelf bekende wijze met het elektriciteitsnet verbindbaar is. In een voorkeursvorm is deze aan de voorzijde in de bovenhoek geplaatst.
Voor het tijdens bedrijf bewaken van een voldoende onderdruk en/of contaminatiegraad in de werkkamer 5 is voorts, in een uitvoeringsvorm van de uitvinding, voorzien in ten minste drie in de werkkamer uitmondende luchtbewakingsaansluitingen, zoals een luchtdruksensoraansluiting 14, een luchtcontaminatiesensoraansluiting en registratie-aansluiting 13. Dergelijke luchtbewakingsaansluitingen zijn op zichzelf in de praktijk bekend en behoeven voor een deskundige geen verder toelichting.
Figuur 2 geeft een in figuur 1 getoonde decontaminatie-inrichting 1 schematisch, perspectivisch weer, gezien tegen de achterwand 20. In de getoonde uitvoeringsvorm strekt de object-opneemopening 6 zich over een gedeelte van de achterwand 20 uit.
De materiaalopening 7 strekt zich over een afstand ten opzichte van de linkerzijwand 18 of de rechterzijwand 19 naar buiten de werkkamer 5 uit, voor het hierop luchtdicht aansluiten van een materiaalverpakking 25, zoals een of twee dubbelwandige afvoerzak(ken) of ander soort verpakking. De materiaalverpakking 25 kan bijvoorbeeld met rond het naar buiten uitstekende deel van de materiaalopening 7 aangebrachte elastieken ring luchtdicht op de materiaalopening worden aangesloten, of middels geschikte klemringen of dergelijke. Via de aangesloten materiaalverpakking 25 kan een object, na het openen van de dop van de materiaalopening 7, veilig in de verpakking worden gebracht voor het afvoeren van het object, zonder risico op contaminatie van de omgevingslucht. Materiaalverpakkingen, zoals dubbelwandige afvoerzakken, voor gebruik bij de decontaminatie-inrichting volgens de uitvinding zijn op zichzelf in de stand van de techniek bekend.
In figuur 2 zijn ook op de hanteringsgaten 10 luchtdicht aangesloten en zich in de werkkamer 5 uitstrekkende, maar de werkkamer 5 luchtdichte hanteringshandschoenen 26 getoond, voor het in de werkkamer 5 uitvoeren van de werkzaamheden aan een object. Een gebruiker (niet getoond) kan van buiten de decontaminatie-inrichting 1 één of beide handen in een dergelijke hanteringshandschoen 26 inbrengen en zo, zonder aanraking met de lucht in de werkkamer 5, werkzaamheden aan een object in de werkkamer 5 uitvoeren. Hanteringshandschoenen voor het doel van de uitvinding zijn op zichzelf in de praktijk bekend. Het materiaal van een hanteringshandschoen 26 is bij voorkeur afgestemd op het type contaminatie dat wordt verwacht.
De hanteringshandschoenen 26 kunnen vast in een hanteringsgat of manipulatie-opening 10 zijn bevestigd of losneembaar hierop worden aangesloten, waartoe de hanteringsgaten 10 zich over een afstand buiten de werkkamer 5 uitstrekken, voor het bijvoorbeeld middels een elastieken ring of band luchtdicht op een hanteringsopening 10 aansluiten van een hanteringshandschoen. Anders dan getoond kunnen de hanteringshandschoenen 26 ook bestaan uit een cilindrische hanteringszak of dergelijke. Tijdens gebruik worden niet-gebruikte hanteringsgaten uiteraard naar de buitenlucht afgesloten. Dit kan eenvoudig gebeuren door op elk hanteringsgat 10 een hanteringshandschoen 26 aan te sluiten of deze af te doppen.
In de in figuur 1 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de decontaminatie-inrichting 1 met een blokvormig, langwerpig frame 4 uitgevoerd. De afmetingen van het frame 4, zowel in de lengte, breedte als hoogte en de afmetingen van de object-opneemopening 6 worden onder andere gekozen op basis van de afmetingen van een te bewerken object 3, zoals bijvoorbeeld een vensterbank of pijp of buis en dergelijke, en voldoende ruimte om in de werkkamer 5 bewerkingen op een object uit te voeren. Praktische afmetingen van de draagbare decontaminatie-inrichting 1 zijn bijvoorbeeld lengte 100-150 cm, breedte 30-50 cm en hoogte 30-50 cm. Uiteraard is de uitvinding niet tot deze afmetingen beperkt en kan het frame 4 ook anders dan blokvormig zijn uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld langwerpig met een driehoekvormige dwarsdoorsnede, cirkelcilindrisch, etc.
Voor het gemakkelijk dragen en vervoeren van de decontaminatie-inrichting 1 kunnen aan de linker- en rechterzijwand 18, 19 draaggrepen 15 zijn aangebracht.
Figuur 3 toont schematisch, perspectivisch de in figuur 1 getoonde decontaminatie-inrichting 1 in gebruik, voor het verwijderen van een object 3, zoals een op de wand 2 van een ruimte onder een glazen ruit 34 gemonteerde vensterbank 3.
Het frame 4 wordt hiertoe met zijn object-opneemopening 6 over het te bewerken object, d.w.z. de vensterbank 3 en met zijn de achterwand 20 tegen de wand 2 geplaatst. Zodanig dat het buiten de wand 1 uitstekende deel van het object 3 zich in de werkkamer 5 bevindt.
Vervolgens wordt de tegen de wand of muur 2 gelegen omtreksrand van het frame 4 zo veel mogelijk luchtdicht afgedicht, door middel van rond deze omtreksrand en op de zijwanden 17, 18, 19 en 21 en de muur 2 en ruit 34 aansluitende afdichtmiddelen, zoals bijvoorbeeld één of meer van een klevende kunststoftape, folie en/of afdichtplaten. Uiteraard kunnen andere geschikte afdichtmiddelen voor het naar de omgevingslucht luchtdicht afsluiten van de werkkamer 5 worden toegepast. De afdichtplaten worden bijvoorbeeld gebruikt om grotere c.q. bredere omtreksranden, zoals bijvoorbeeld langs de verdiept in een sponning gemonteerde ruit 24, af te dichten. In een andere uitvoeringsvorm zal de inrichting zich automatisch aan de wand vastzuigen, door middel van de gebruikte onderdruk.
Vervolgens wordt op tenminste één, bij voorkeur ten minste twee van de luchtafzuigaansluitingen 9 een luchtafzuiginrichting aangesloten (niet getoond), zoals bijvoorbeeld een onder de naam Koala® bekende stofzuiger voor gebruik bij het afzuigen van asbesthoudende contaminatie. Overeenkomstig voorschriften voor het verwijderen van asbesthoudende contaminatie, kan met een dergelijke stofzuiger in een decontaminatie-inrichting met een volume van van circa 0,25m3, een onderdruk van minimaal 80, meer bij voorkeur 200 Pa in de werkkamer worden gerealiseerd.
Na het inschakelen van de afzuiginrichting kunnen werkzaamheden aan het object 3 in de op onderdruk gebrachte werkkamer 5 worden uitgevoerd, via de, op de hanteringsgaten 10 en de hierop luchtdicht aangesloten luchtdichte hanteringshandschoenen 26.
Het voor de werkzaamheden eventueel benodigde gereedschap kan vooraf in de werkkamer 5 worden gebracht, dat wil zeggen voorafgaand aan het over het object 3 plaatsen van het frame 4, of via de aanwezige gereedschapssluis 11, zoals eerder besproken.
Om de aangrijping van het frame op c.q. tegen de wand of muur 2 te waarborgen, kan overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding gebruik worden gemaakt van klemmiddelen. Zoals bijvoorbeeld bij het demonteren van de vensterbank 3 van een op de ruit 34 aangrijpende zuignap 39 en spanband 41 met spanmiddelen 42. De spanband 41 wordt enerzijds aan de op de ruit 34 geplaatste zuignap 39 vastgemaakt en anderzijds, bijvoorbeeld met een haak 40 aan een ander op of tegen de wand of muur 2 gemonteerd object, zoals een verwarmingsradiator of dergelijke (niet getoond). Uiteraard kan de spanband 41 ook aan via aan de wand of muur 2 bevestigde bouten of dergelijke boven en onder de decontaminatie-inrichting 1 worden bevestigd.
De decontaminatie-inrichting 1 kan bijvoorbeeld ook door middel van stempels of ander op zichzelf bekend klemmateriaal tussen bijvoorbeeld twee wanden of muren van een ruimte worden geklemd.
Voor het stabiel en stevig ondersteunen van het frame 4 is voorts voorzien in, in hoogte verstelbare en op een ondergrond of vloer 38 te plaatsen ondersteuningsmiddelen 36, zoals schematisch in figuur 3 getoond in de vorm van in hoogte instelbare schragen. Deze schragen 36 worden hierbij tegen verschuiven aan de ondergrond 38 geborgd, bijvoorbeeld door middel van een kleefband 37. Zo nodig kan eerst een beschermlaag op de ondergrond onder de te plaatsten decontaminatie-inrichting 1 worden gelegd (niet getoond).
In de praktijk wordt, ter controle en waarborging van het zonder of met een zo gering mogelijke contaminatie van de omgeving verwijderen van het object 3 tenminste tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de onderdruk en contaminatie in de werkkamer 5 worden bewaakt, door middel van op een betreffende luchtdruksensoraansluiting 14 aangesloten luchtdruksensor en op een bewakingsaansluiting 13 aangesloten luchtcontaminatiesensor en registratie-apparatuur.
Voor het uit de werkkamer 5 afvoeren van het object is op de materiaalopening 7 een materiaalverpakking aangesloten, zoals boven beschreven.
In het bijzonder voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een, door een wand of muur heen stekend object, zoals een pijp, voorziet de uitvinding in een verdere uitvoeringsvorm in een decontaminatie-inrichting 45, zoals schematisch, perspectivisch getoond in figuur 4. Het frame van de decontaminatie-inrichting 45 bestaat uit twee delen 46, 47 waarbij elk deel een object-opneemopening 48 omvat, zodanig dat het eerste deel van het frame 46 vanaf een eerste richting of eerste einde over het object kan worden geplaatst en waarbij het tweede deel 47 van het frame vanaf een tweede richting of tweede einde, tegenovergesteld aan de eerste richting, over het object kan worden geplaatst.
De aan de hand van de decontaminatie-inrichting 1 beschreven aansluitingen en dergelijke zijn zodanig over de beide framedelen 46, 47 verdeeld dat in gemonteerde toestand de functies kunnen worden vervuld zoals beschreven aan de hand van de figuren 1, 2 en 3.
Figuren 5 tot en met 7 tonen een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding waarbij een contaminatie-inrichting 49 bestaat uit twee framedelen 50,51 die in gemonteerde toestand hun functie kunnen vervullen zoals beschreven. De omtreksranden van het gemonteerde frame kunnen voorzien zijn van verstevigingen 55, zoals bijvoorbeeld metalen afdekplaten. In een uitvoeringsvorm kan een sparing kan aanwezig zijn (niet een gegeven op figuur).
De framedelen 50,51 zijn opgedeeld middels een diagonaalas 52 die doorheen object-opneemopeningen 53, 54 lopen. Bij voorkeur zijn de object- opneemopeningen 53, 54 cirkelvormig, en geschikt voor het doorlaten van een buisvormig object 56.
De framedelen 50,51 kunnen over een te reinigen object (in onderhavige figuur een flensverbinding van een vrijhangende buis) waarbij een doorgang voor de buis wordt gevormd middels de object-opneemopeningen 53, 54. De as waar de twee framedelen 50,51 samen komen, wordt gefixeerd middels klemmiddelen 55 zoals tape.
Fixatie van het gemonteerd frame aan het object te bevestigen is een constructie 57 voorzien die een correcte bevestiging waarborgt en er tevens voor zorgt dat de inrichting correct gepositioneerd blijft, zelfs wanneer een grote onderdruk wordt toegepast.
De constructie 57 zoals weergegeven op figuur 6 in gemonteerde vorm en figuur 7 in gedemonteerde vorm omvat maanvormige of halve-cirkelvormige elementen, die in gemonteerde toestand een manchet vormen rondom het buisvormig object 55 en aan de object-opneemopening 53, 54.
Twee plaatvormige elementen 58, 59 en twee schijfvormige elementen 60, 61 zijn voorzien, die in samengestelde toestand elk een cirkel vormen voorzien van een opening, waarbij de diameter van de opening afhankelijk zal zijn van de diameter van het buisvormig object. Door het vastdraaien van bevestigingsmiddelen 62, 63 zullen de elementen in samengestelde toestand worden gehouden.
De plaatvormige elementen 58, 59 worden in gemonteerde toestand rond het buisvormig object 56 geplaatst aan de buitenzijde van het gemonteerde frame, waarbij het middels bevestigingsmiddelen 62 wordt samengesteld tot een cirkel.
Vervolgens worden de schijfvormige elementen 60, 61 eveneens rondom het buisvormig object geplaatst, waarbij deze zullen rusten tegen de plaatvormige elementen 58, 59. Bevestigingsmiddelen 63 zorgen ervoor dat de schijfvormige elementen 60, 61 correct samen blijven.
In samengestelde toestand zal de inrichting 49 dankzij de constructie 57 vrijhangend of zwevend bevestigd zijn aan het buisvormig object. Bij voorkeur worden de elementen van de constructie uitgevoerd in metaal zoals bijvoorbeeld staal of aluminium.
Zowel de plaatvormige als de schijfvormige elementen zullen in gemonteerde vorm te allen tijde vrij kunnen draaien ten opzichte van elkaar en kan de inrichting rondom een vrijhangende buis worden gebracht en er vrij rond draaien.
De inrichting 49 kan verder voorzien zijn van ophangmiddelen 64 voor de verankering aan een bovengelegen punt zoals een plafond.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de voorbeelden zoals hierboven zijn omschreven in samenhang met de verschillende figuren. Om de strekking van de uitvinding juist te kunnen waarderen zijn de navolgende conclusies relevant.

Claims (19)

1. Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een object, welke inrichting omvat: een ten minste gedeeltelijk transparant star frame dat een in hoofdzaak luchtdichte werkkamer begrenst met een object-opneemopening waarmee het frame over het object tegen de wand kan worden geplaatst; ten minste één in de werkkamer uitmondende afsluitbare materiaalopening, ingericht voor het hierop buiten de werkkamer luchtdicht aansluiten van een materiaalverpakking; een in de werkkamer uitmondende luchtinlaat, voor het aan de werkkamer toevoeren van omgevingslucht; ten minste één in de werkkamer uitmondende luchtafzuigaansluiting, voor het uit de werkkamer afzuigen van lucht; ten minste twee, in de werkkamer uitmondende hanteringsgaten, ingericht voor het hierop luchtdicht aansluiten van luchtdichte hanterings-handschoenen, voor het in de werkkamer uitvoeren van de werkzaamheden aan het object.
2. Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een object, welke inrichting omvat: een ten minste gedeeltelijk transparant star frame dat een in hoofdzaak luchtdichte werkkamer begrenst met een object-opneemopening waarmee het frame over het object kan worden geplaatst; ten minste één in de werkkamer uitmondende afsluitbare materiaalopening, ingericht voor het hierop buiten de werkkamer luchtdicht aansluiten van een materiaalverpakking; een in de werkkamer uitmondende luchtinlaat, voor het aan de werkkamer toevoeren van omgevingslucht; ten minste één in de werkkamer uitmondende luchtafzuigaansluiting, voor het uit de werkkamer afzuigen van lucht; ten minste twee, in de werkkamer uitmondende hanteringsgaten, ingericht voor het hierop luchtdicht aansluiten van luchtdichte hanterings-handschoenen, voor het in de werkkamer uitvoeren van de werkzaamheden aan het object.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin het frame blokvormig is en antistatisch.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin de ten minste één afsluitbare materiaalopening aan een korte zijwand van het frame is gelegen.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de luchtafzuigaansluiting en de luchtinlaat in hoofdzaak zo veel mogelijk uiteengeplaatst in de werkkamer uitmonden.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de inrichting een in de werkkamer uitmondende tweezijdig afsluitbare gereedschapssluis omvat, voor het in de werkkamer toe- en afvoeren van gereedschap.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting voorzien is van een tweede luchtafzuigaansluiting, bij voorkeur op een wand verschillend van de wand waar een eerste luchtafzuigaansluiting zich bevindt.
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting in één of meerdere hoeken voorzien is van één of meerdere hoekprofielen, voor het bevorderen van de luchtcirculatie.
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de inrichting ten minste één in de werkkamer uitmondende gereedschap-aandrijfaansluiting omvat, voor het van buiten de werkkamer toevoeren van energie voor het aandrijven van gereedschap in de werkkamer.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de inrichting ten minste één in de werkkamer uitmondende luchtbewakingsaansluiting omvat, zoals een luchtdruksensoraansluiting, een luchtcontaminatiesensor-aansluiting en een registratie-aansluiting.
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende in hoogte verstelbare ondersteuningsmiddelen, voor het stevig ondersteund op een ondergrond over het object plaatsen van het frame.
12. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvattende klemmiddelen, zoals omvattende een zuignap en spanband en stempel, voor het tegen de wand klemmen van het frame.
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het frame uit twee delen bestaat, waarbij elk deel een object-opneemopening omvat, zodanig dat een eerste deel van het frame vanaf een eerste richting over het object kan worden geplaatst en waarbij een tweede deel van het frame vanaf een tweede richting, tegenovergesteld aan de eerste richting, over het object kan worden geplaatst.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij aan elke object-opneemopening een constructie is voorzien, voor het vrijhangend ophangen van de constructie.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de constructie een 4 halve-cirkelvormige elementen omvat, die samen een manchetdichting kunnen vormen.
16. Werkwijze voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een object, omvattende de stappen van het: plaatsen van een frame over het object, al dan niet tegen een wand zodanig dat het object zich in hoofdzaak in een werkkamer bevindt; aanbrengen van lucht-afdichtende middelen; aansluiten van een luchtafzuiginrichting op de ten minste één luchtafzuigaansluiting, en uitvoeren van de werkzaamheden aan het object in de werkkamer via de hanteringsgaten en hierop luchtdicht aangesloten luchtdichte hanterings-handschoenen, waarbij tenminste tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden via de luchtafzuiginrichting de lucht uit de werkkamer wordt weggezogen.
17. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het aanbrengen van de lucht-afdichtende middelen omvat het in hoofdzaak naar de omgeving luchtdicht afsluiten van de op de wand aansluitende omtreksrand van het frame met één of meer van een tape, folie en afdichtplaten.
18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij met de luchtafzuiginrichting ten minste een onderdruk van 80 Pa, meer bij voorkeur 200 Pa in de werkkamer kan worden veroorzaakt.
19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tenminste tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de onderdruk en contaminatie in de werkkamer worden bewaakt door middel van op een betreffende aansluiting aangesloten luchtdruksensor, luchtcontaminatiesensor en registratie-apparatuur.
NL2016232A 2015-03-18 2016-02-05 Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden . NL2016232B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041230A NL1041230B1 (nl) 2015-03-18 2015-03-18 Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een op een wand geplaatst object.
NL2014874 2015-05-28

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2016232A true NL2016232A (nl) 2016-10-10
NL2016232B1 NL2016232B1 (nl) 2017-05-02

Family

ID=55750413

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016232A NL2016232B1 (nl) 2015-03-18 2016-02-05 Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden .

Country Status (8)

Country Link
EP (1) EP3271084B1 (nl)
DK (1) DK3271084T3 (nl)
ES (1) ES2945878T3 (nl)
FI (1) FI3271084T3 (nl)
HR (1) HRP20230593T1 (nl)
NL (1) NL2016232B1 (nl)
PL (1) PL3271084T3 (nl)
WO (1) WO2016147061A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107199221A (zh) * 2017-06-19 2017-09-26 威格气体纯化科技(苏州)股份有限公司 一种内置气囊式手套箱及气囊式清洗手套箱的方法
CN109751468B (zh) * 2017-11-07 2024-02-09 北京实验工厂 一种高精度自动对接气源连接装置
WO2023030984A1 (de) * 2021-09-02 2023-03-09 Metall + Plastic Gmbh Isolatorvorrichtung sowie verfahren zur überwachung
EP4144493A1 (de) * 2021-09-02 2023-03-08 Metall + Plastic GmbH Isolatorvorrichtung sowie verfahren zur überwachung

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3221469A1 (de) * 1982-06-07 1983-12-08 Kraftwerk Union AG, 4330 Mülheim Einrichtung zur messung von (alpha)- und ss-strahlung geringer intensitaet
US4820000A (en) * 1987-01-07 1989-04-11 Jacobson Earl Bruce Glove bag waste removal system for asbestos impregnated brakes
US4960143A (en) * 1988-02-12 1990-10-02 Aerospace America, Inc. Containment apparatus
DE4011234A1 (de) * 1990-04-06 1991-10-10 Bernd Proesler Verfahren zum dekontaminieren von gebaeudebereichen und entsorgungsbaukasten
DE9204148U1 (nl) * 1992-03-27 1992-05-14 Hillenbrand, Uwe, 7536 Ispringen, De
DE4337114A1 (de) * 1993-10-29 1995-05-04 Herbert Hohenleitner Verfahren zur Asbestentsorgung aus, in, an oder auf Boden-, Decken- oder Wandungsabschnitte oder -durchbrüche angebauten Geräten, insbesodere Feuerschutzklappen, Türen oder dergleichen
FI123275B (fi) * 2009-06-22 2013-01-31 Markku Kaarlo Lindholm Poistoilmakanavan tarkastus- ja puhdistuskammio
FR3001902B1 (fr) * 2013-02-13 2016-07-01 Fabrice Emeriau Caisson de protection vis-a-vis du risque amiante

Also Published As

Publication number Publication date
NL2016232B1 (nl) 2017-05-02
EP3271084B1 (en) 2023-04-05
WO2016147061A1 (en) 2016-09-22
DK3271084T3 (da) 2023-07-03
EP3271084A1 (en) 2018-01-24
PL3271084T3 (pl) 2023-07-31
HRP20230593T1 (hr) 2023-09-15
FI3271084T3 (fi) 2023-06-20
ES2945878T3 (es) 2023-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2016232B1 (nl) Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden .
US6973997B2 (en) Pollution containment apparatus for making a penetration in a ceiling or wall of a building or other structure
US5062871A (en) System for localizing a portion of a structure for treatment
CA2135724C (en) Environmentally safe work platform
US9095802B2 (en) Biosafety cabinets with air filters accessible through the work chamber
US4765352A (en) Portable isolation enclosure for use in cleaning contaminated environments
KR20020011485A (ko) 고방사성미세분진폐기물 원격조종이동형청소장치
CN106622404A (zh) 带有过滤器安装机构的实验室工作柜
US20010023172A1 (en) Nail technician ventilation system
US8234822B2 (en) Mobile environment containment unit
US5367841A (en) Containing structure for abrasive blast head rigging and tank side cleaning apparatus
CN108114541A (zh) 无菌手术室过滤器
JP2008038576A (ja) アスベスト等の無塵埃剥離撤去装置。
US20090311954A1 (en) Flexible enclosures for maintenance operations
JP2003200148A (ja) 有害有機物収容機器解体装置および同解体方法
NL1041230B1 (nl) Draagbare decontaminatie-inrichting voor het uitvoeren van contaminatie veroorzakende werkzaamheden aan een op een wand geplaatst object.
CN207951001U (zh) 一种化工用环保除尘装置
JP2003176911A (ja) 煙突解体装置及び煙突解体方法
EP2149405A1 (en) Means for connecting the cover and the filter in a hood of an air conditioning plant for clean rooms
US5127927A (en) Flow filter device
AU2020100156A4 (en) Containment Unit
US20080096476A1 (en) Portable, flexible abrasive blasting container
JP2007231705A (ja) 作業者空間隔離式アスベスト等有害物質除去工法
US11365896B2 (en) Negative pressure wall box
KR102129163B1 (ko) 비산석면 포집 및 해체장비를 이용한 석면 텍스 철거공법