NL2016054B1 - Mobiele kraan voor het uitvoeren van sloopwerkzaamheden op grote hoogte - Google Patents

Abstract

Mobiele kraan, geschikt om op grote hoogte sloopwerkzaamheden te verrichten, omvattende een verrijdbare basisstructuur, een draaibare bovenbouw die op de basisstructuur is aangebracht en die ten opzichte van de basisstructuur om een verticale as kan draaien, een hydraulische sloopinrichting, omvattende een basislichaam met een giek, een lepelsteel en diverse sloophulpstukken, alsmede een mast die aan het onderste uiteinde scharnierend met de bovenbouw is verbonden, waarbij de hydraulische sloop- inrichting door middel van een adapter op het bovenste uiteinde van de mast is aange- bracht, met het kenmerk, dat de mast een enkele of samengestelde vakwerkmast is.

Description

Mobiele kraan voor het uitvoeren van sloopwerkzaamheden op grote hoogte

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een mobiele kraan, die geschikt is om op grote hoogte sloopwerkzaamheden te verrichten, die ook wel wordt aangeduid met de merknaam HOOGSLOPER®1..

Deze mobiele kraan is bij voorkeur een zelfrijdende mobiele kraan, al of niet voorzien van stempelpoten en stempelcilinders, en omvat een verrijdbare basisstructuur die het rijden van de kraan over een oppervlak mogelijk maakt, een draaibare bovenbouw die is aangebracht op de basisstructuur en die ten opzichte van de basisstructuur om een verticale as kan draaien, alsmede een hydraulische sloopinrichting, omvattende een basislichaam, een hoofdarm en een lepelsteel, waarbij de lepelsteel is uitgerust met één of meer sloophulpstukken.

Dergelijke sloopkranen zijn algemeen bekend en zijn commercieel in diverse soorten en maten te koop en te huur. Deze kranen zijn gebaseerd op conventionele hydraulische graafmachines met een giek en een lepelsteel, waarbij de graafbak is vervangen door een of meer sloophulpstukken.

Het is wereldwijd nog steeds een probleem om op grote hoogte op een veilige en milieuvriendelijke manier sloopwerk uit te voeren. Tot nu toe zijn er geen machines beschikbaar die vanaf de begane grond tot een hoogte van bijvoorbeeld zo'n 200 meter sloopwerk kunnen uitvoeren, zonder dat hierbij mensen op grote hoogte hoeven te werken en/of machines op grote hoogte moeten worden geplaatst.

Volgens de stand van de techniek worden er voor hoge sloopwerkzaamheden zeer zware en grote hydraulische sloopkranen toegepast, hetzij met een telescopisch uitschuifbare arm, die maximaal tot een hoogte van ongeveer 90 meter kan reiken, hetzij met een verlengde arm, in het vakjargon "long arm" of "long front" genoemd, die maximaal tot een hoogte van ongeveer 40 meter komt. Een kraan van het eerste type is bijvoorbeeld beschreven in de Japanse publicatie JP 2007/203221; een kraan van het tweede type is bijvoorbeeld een Liebherr® R 954 C VH-HDW met modulaire sloopgiek (zie http://www. bouwmachineforum.nl/forum/viewtopic.php?t=25957).

Verder wordt in de Japanse octrooipublicatie JP H08-226236 A een mobiele sloopkraan beschreven, die een verrijdbare basisstructuur omvat, alsmede een draaibare bovenbouw met een telescopisch uitschuifbare arm, waarop een hydraulische sloopinrichting is aangebracht.

In de Japanse octrooipublicatie JP 2006-265870 wordt een stationaire sloopkraan beschreven, die een vakwerkmast omvat waarop een hydraulische sloopinrichting is aangebracht, die echter ten opzichte van de vakwerkmast niet kan draaien. 1 Het merk HOOGSLOPER is op 16 december 2016 in de EU geregistreerd onder nr. 015745557.

Verder worden er voor slopen op grote hoogte bemande systemen toegepast, waarbij constructies met een lier naar boven worden getakeld en op of rond een object, zoals een schoorsteen, worden aangebracht. Aan dergelijke constructies wordt gewoonlijk een loopplatform met een mini-arm gemonteerd, waaraan een kleine sloophamer of kleine betonschaar is bevestigd. Verder dient daarbij ook een personenlift te worden gebouwd om het bedienend personeel naar de werkhoogte te brengen.

De huidige systemen hebben diverse nadelen. Zo nemen de zware hydraulische sloopmachines veel plaats in en moeten er dikwijls voorzieningen worden getroffen voor de ondergrond in verband met het eigen gewicht van de machine. De opbouw en demontage van de opstelling, alsmede het transport is erg arbeidsintensief. De machines staan dicht op het te slopen object, waardoor gevaar bestaat dat deze door vallende brokstukken worden geraakt. Dit blijkt veelvuldig voor te komen.

Het bestrijden van schadelijk kwartsstof, dat bij het slopen van betonconstructies en dergelijke vrijkomt, wordt gewoonlijk uitgevoerd met een watervernevelaar, waardoor het stof neerslaat en niet wegwaait. Zodra het water is verdampt kan het kwartsstof echter alsnog wegwaaien. Deze maatregel is daarom slechts van tijdelijke aard en dient vooral om tijdens het slopen de overlast voor de omgeving te beperken.

Door alle aanpassingen aan de oorspronkelijke graafmachines zijn de hierboven beschreven sloopmachines volgens de stand van de techniek relatief duur. De techniek met een telescoopmast op een sloopmachine is erg storingsgevoelig, met name door vallende voorwerpen en stofvorming tijdens de werkzaamheden, waardoor ongewenste uitval optreedt en veel onderhoud nodig is. Ook is de werkhoogte van de machines beperkt, zoals hiervoor aangegeven.

Dat het op grote hoogte werken met bemande systemen eveneens bezwaren oproept is evident. Te denken valt hierbij aan valgevaar voor personen, ongunstige weersomstandigheden (wind, regen, sneeuw, enz.) en het ontbreken van een goede bestrijding van kwartsstof, dat schadelijk is voor de slopers en andere mensen in de directe omgeving van het werk.

De uitvinding heeft tot doel een oplossing voor de hier geschetste problemen te verschaffen. Deze doelstelling wordt bereikt door een mobiele sloopkraan, die op een veilige, bedrijfszekere en milieuvriendelijke wijze sloopwerkzaamheden tot op zeer grote hoogte (>200 mtr.) kan uitvoeren, een relatief gering eigen gewicht heeft, gemakkelijk kan worden opgebouwd en gedemonteerd, gemakkelijk kan worden getransporteerd en prijsgunstig is.

De uitvinding voorziet in een mobiele kraan volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt, doordat de mast een enkele vakwerkmast, een vakwerkmast met starre of beweegbare hulpgiek, een vakwerkmast met superlift backmast en superlift ballast of een telescoopmast met aangebouwde starre of beweegbare hulpgiek van vakwerkmast-delen is.

Aan de uitvinding ligt het idee ten grondslag om op de top van de mast van een hijskraan een hydraulische sloopinrichting te monteren in de vorm van een basislichaam met de werkende arm van een graafmachine, d.w.z. een giek (hoofdarm) met lepelsteel, een verlengde giek met verlengde lepelsteel of een zogenaamde "long front" of "long arm" uitrusting. Aan deze lepelsteel kunnen in plaats van een graafbak de gewenste sloophulpstukken worden gemonteerd, zoals een betonvergruizer, combischaar, beton-schaar, staalschaar, sloophamer of sorteergrijper.

Door de bestaande techniek van een hijskraan met lange mast te combineren met een hydraulisch werkende arm van een graafmachine voorzien van sloophulpstukken, die op het bovenste uiteinde van de mast is aangebracht, ontstaat volgens de uitvinding een constructie van een sloopkraan, die universeel kan worden toegepast om op grote hoogte veilig te werken.

De mast waarop de hydraulische sloopinrichting is bevestigd is een enkelvoudige of een samengestelde mast, waarbij de mast verder gestabiliseerd kan zijn door een achtermast (backmast). Onder samengestelde mast wordt hierin verstaan een hoofd-mast, die uit twee of meer functioneel met elkaar verbonden delen bestaat, waarvan het bovenste deel een jib kan zijn met een of meer jib sprenkels. Voorbeelden van geschikte masten voor toepassing in de mobiele sloopkraan volgens de uitvinding zijn onder meer een enkele vakwerkmast of een vakwerkmast met starre of beweegbare hulpgiek (jib), een vakwerkmast met superlift backmast en superlift ballast, en een telescoopmast met aangebouwde starre of beweegbare hulpgiek van vakwerkmastdelen.

In principe kan de hydraulische sloopinrichting op het bovenste uiteinde van ieder geschikt type hijskraan worden aangebracht, waarbij op de kop van de mast met rollenkop een adapter wordt aangebracht, of desgewenst de gehele kop van de mast met rollenkop door een adapter wordt vervangen, waarop de hydraulische sloopinrichting wordt gemonteerd. Een vakman kan, mede op basis van de hoogte en de aard van de uit te voeren sloopwerkzaamheden, gemakkelijk bepalen welk type kraan voor hem het meest geschikt is om een mobiele sloopkraan volgens de uitvinding te bouwen.

De basis van de mobiele sloopkraan volgens de uitvinding is een standaard rups- of mobiele hijskraan (autokraan), voorzien van een mast, bij voorkeur in de vorm van een vakwerkconstructie. Deze is bij voorkeur modulair om gemakkelijk transport van de hele kraan mogelijk te maken van een sloopplaats naar de volgende. Deze masten zijn in ruime mate beschikbaar, met lengtes (hoofdmast en beweegbare "jib") tot boven 200 meter. Op het bovenste uiteinde van de mast, bijvoorbeeld in de vorm van een vakwerk-giek of vakwerkjib, wordt een adapter aangebracht, die specifiek is voor de afmetingen van de mast, waarna de hydraulische sloopinrichting op de adapter wordt gemonteerd. Op deze wijze kan het ontwerp universeel worden toegepast.

De adapter is bij voorkeur een montageplaat, die aan één kant voorzien kan zijn van oren om de plaat aan de mast te bevestigen en waarop aan de andere kant het basislichaam van de hydraulische sloper kan worden bevestigd. Het is voordelig om de adapterplaat tevens te voorzien van oren voor het bevestigen van de tuidraden van de mast. De adapter kan ook iedere andere vorm hebben, die geschikt is om de hydraulische sloopinrichting functioneel met de mast te verbinden.

Volgens een voorkeursuitvoering wordt het bovenste segment van de vak-werkgiek of vakwerkjib van een hijskraan, waarop de rollenkop is aangebracht, vervangen door een segment van ongeveer gelijke lengte waarop de adapter wordt gemonteerd. De adapter kan met voordeel ook vooraf op dit segment zijn gemonteerd.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de hydraulische sloopinrichting op de mast om een verticale draaias roteren, waardoor de slooparm met lepelsteel niet samen met de basiskraan hoeft te worden gezwenkt. Het basislichaam van de hydraulische sloopinrichting wordt daartoe op een draaikrans gemonteerd, die zich bij de rotatie in een horizontaal vlak moet bevinden. De draaikrans is daartoe aan de onderzijde op een basisplaat gemonteerd, welke plaat aan één uiteinde scharnierend om een horizontale draaias met het hoogst gelegen deel van de adapter, hier bij voorkeur een adapterplaat, is verbonden. Tussen het tegenoverliggende uiteinde van de basisplaat en het laagst gelegen deel van de adapterplaat (of andere adapter) zijn een of meer hydraulische cilinders aangebracht, die ervoor zorgen dat de basisplaat met de draaikrans in een horizontale positie wordt gebracht, waardoor rotatie van de hydraulische sloopinrichting kan plaatsvinden. Volgens deze uitvoeringsvorm is een groter werkbereik mogelijk en kan op grote hoogte heel nauwkeurig worden gewerkt, hetgeen de voortgang van de sloopwerkzaamheden en de veiligheid ten goede komt.

De aandrijving van de hydraulische sloopinrichting op het bovenste uiteinde van de mast vindt plaats door middel van een powerpack, d.w.z. een motor met een hydraulisch systeem zoals pompen, regelventielen, oliereservoir, enz., die in een unit op de draaibare bovenbouw van de basis hijskraan is geplaatst. De energieoverdracht (hydraulische olie) vindt plaats d.m.v. slangen en/of leidingen naar de sloopinrichting op de kop van de mast. Het is voordelig dat de stuurventielen voor de hydraulische aandrijving van de hoofdarm en de lepelarm met sloophulpstuk(ken) bovenin de mast nabij de hydraulische sloopinrichting worden aangebracht.

De bediening van de hydraulische sloopinrichting wordt bij voorkeur op de begane grond uitgevoerd, bijvoorbeeld vanuit een naast de bestaande kraancabine gemonteerde extra besturingscabine. Door middel van elektrische en elektronische verbindingen (stroomkabels, datalijnen) wordt de besturing in de extra cabine gekoppeld aan de powerpack. De bediening kan ook worden uitgevoerd via draadloze afstandsbediening, die met de extra besturingscabine is verbonden. Indien de kraancabine van de kraan waar de mobiele sloopkraan op wordt gemonteerd voldoende ruimte biedt, kan de bediening van de hydraulische sloopinrichting ook van daaruit plaatsvinden en kan de extra besturingscabine achterwege blijven.

Volgens de uitvinding wordt een in verhouding lichte en prijsgunstige constructie van de mobiele sloopkraan verkregen, die weinig ruimte in beslag neemt en gemakkelijk kan worden gemonteerd, gedemonteerd en getransporteerd.

De mobiele sloopkraan volgens de uitvinding kan, afhankelijk van de gekozen -mast, bij voorkeur een modulaire mast met vakwerkconstructie, op grotere afstand van het te slopen object worden opgesteld dan de thans bekende sloopinstallaties, waardoor veiliger kan worden gewerkt en schade aan de machine wordt voorkomen.

De controle op en begeleiding van het werken met de hydraulische sloopinrichting op grote hoogte vindt plaats d.m.v. een camerasysteem, waarbij één of meer beweegbare camera’s bij voorkeur op de hoofdarm en/of lepelsteel zijn gemonteerd en de overeenkomstige monitoren in de besturingseenheid op de begane grond zijn aangebracht. Verder kan de hydraulische sloopinrichting zijn uitgerust met passende verlichting op de giek en/of lepelsteel om met donker weer of in nachtelijke uren te kunnen werken.

Om tijdens sloopwerkzaamheden het verspreiden of wegwaaien van schadelijk kwartsstof (betonstof) e.d. te voorkomen, vindt volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding op doelmatige wijze stofafzuiging bij de bron plaats door middel van punt-afzuiging bij het gemonteerde sloophulpstuk aan de lepelsteel. Het stof wordt aan beide zijden van het sloophulpstuk, zoals een betonschaar, combischaar of sloophamer, afgezogen. Bij voorkeur bevinden zich volgens deze uitvoeringsvorm in het bovenste deel van de vakwerkmast één of meer afzuiginrichtingen, die met metalen of kunststof leidingen en/of flexibele slangen verbonden zijn met zuigmonden, die aan beide zijden van het sloophulpstuk zijn aangebracht. Vanaf de afzuiginrichting(en) loopt een leiding naar de basis van de vakwerkmast, waar een of meerdere verwisselbare stofzak(en) worden aangekoppeld om het kwartsstof e.d. op te vangen.

Met de mobiele sloopkraan volgens de uitvinding kan op basis van een combinatie van bestaande technieken het slopen van gebouwen, schoorstenen, staalconstructies, koeltorens enz. op grote hoogte op een veilige, efficiënte en milieu vriendelijke wijze worden uitgevoerd. De bediening vindt bij voorkeur geheel plaats vanaf een besturingseenheid op de begane grond, zodat er geen mensen meer op grote hoogte hoeven te werken. Verder vindt er door de geavanceerde stofafzuiging geen of nagenoeg geen verspreiding van schadelijk kwartsstof plaats bij slopen van bijvoorbeeld betonconstructies.

Ten opzichte van de huidige in gebruik zijnde systemen, geeft de toepassing van de mobiele sloopkraan volgens de uitvinding een grote kostenbesparing, hoge mate van veiligheid en grote zorg voor de gezondheid en het milieu. Hierdoor kunnen op een veilige en kostenbesparende manier objecten worden gesloopt, die in het verleden zeer kostbaar, te duur ofte onveilig waren om te worden uitgevoerd.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het monteren en bedienen van een mobiele sloopkraan, zoals hierin beschreven, die de volgende stappen omvat:

De basismachine, d.w.z. in principe een mobiele hijskraan, wordt opgebouwd volgens voorschrift en opbouwschema van de desbetreffende fabrikant. De hoofdmast, al dan niet voorzien van een gemonteerde starre of beweegbare jib, waarbij zowel de hoofdmast als de jib bij voorkeur als vakwerkconstructie zijn uitgevoerd, ligt na het opbouwen horizontaal op de grond. Aan het uiteinde van de hoofdmast of, indien aanwezig, de starre of beweegbare jib wordt een tijdelijke stopping geplaatst, zodat de kop van de hoofdmast of de starre of beweegbare jib vrij hangt van de grond.

Afhankelijk of de adapter op de hoofdmast c.q. op de jib moet worden gemonteerd, wordt de kop van de hoofdmast of van de starre of beweegbare jib gedemonteerd. Hierbij zijn er twee uitvoeringsvormen: 1. de adapter met hydraulische sloopinrichting wordt direct op de rollenkop van de hoofdmast of, indien aanwezig, op de starre of beweegbare jib gemonteerd, waarbij de rollenkop aan de hoofdmast of de starre of beweegbare jib gemonteerd blijft; 2. de rollenkop wordt gedemonteerd en de montage van de adapter met hydraulische sloopinrichting geschiedt direct aan het bovenste mastdeel (zonder rollenkop) van de hoofdmast, c.q. aan de starre of beweegbare jib.

De hydraulische sloopinrichting wordt met een hulpkraan met hijsgereedschappen (stroppen, of kettingen) opgehesen en met de adapter op of tegen de plaats van de hoofdmast, c.q. de starre of beweegbare jib gemanoeuvreerd.

Hierna worden bevestigingspennen of bouten aangebracht, waarmee de adapter met de hydraulische sloopinrichting aan de hoofdmast, c.q. de starre of beweegbare jib wordt bevestigd.

Na de bevestiging van de hydraulische sloopinrichting aan de hoofdmast, c.q. de starre of beweegbare jib, worden de stroppen of kettingen tussen de hydraulische sloopinrichting en de hulpkraan losgemaakt en is de mobiele sloopkraan gemonteerd. Tenslotte wordt de mast van de mobiele sloopkraan opgericht, bij voorkeur volgens voorschrift van de fabrikant van de oorspronkelijke kraan.

De uitvinding wordt nu nader beschreven en toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.

Fig. 1 toont in zijaanzicht een voorbeeld van een mobiele sloopkraan volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de hydraulische sloopinrichting op een modulaire vakwerkmast van een kraan op rupskettingen is gemonteerd;

Fig. 2 toont een voorbeeld van een mobiele sloopkraan volgens de uitvinding in miniatuurbouw, waarbij de hydraulische sloopinrichting op de kop van de hoofdmast van een autokraan met superlift backmast en superlift ballast is gemonteerd;

Fig. 3 toont in zijaanzicht een detailopname van Fig. 2 van een hydraulische sloopinrichting met combischaar gemonteerd op het bovenuiteinde van een vakwerkmast;

Fig. 4 is als Fig. 3, maar met een staalschaar in plaats van een combischaar;

Fig. 5A en Fig. 5B tonen resp. in perspectivisch aanzicht en in zijaanzicht een universele adapterplaat voor montage van de hydraulische sloopinrichting;

Fig. 6A en 6B tonen resp. in perspectivisch aanzicht en in zijaanzicht de adapterplaat van Fig. 5A en 5B met het daarop gemonteerde basislichaam van de hydraulische sloopinrichting,;

Fig. 7 toont in zijaanzicht de constructie van een adapter met een draaikrans voor rotatie van de hydraulische sloopinrichting.

Opgemerkt wordt, dat in de verschillende figuren voor dezelfde of soortgelijke onderdelen zo veel mogelijk dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt.

In Fig. 1 wordt een mobiele sloopkraan 1 getoond in de uitvoeringsvorm van een mobiele sloopkraan met een modulaire vakwerkmast 8, waarop een hydraulische sloopinrichting 4 is gemonteerd. De mobiele sloopkraan 1 heeft een verrijdbare basisstructuur op rupskettingen 2 en een bovenbouw 3, die ten opzichte van de basisstructuur 2 om een denkbeeldige verticale as kan draaien. De vakwerkmast 8 is aan het onderste uiteinde scharnierend om de draaipunten 11 aan de bovenbouw 3 bevestigd. Het bovenste segment van de oorspronkelijke vakwerkmast 8 met de rollenkop voor de hijskabel is vervangen door een adapter, in dit geval de adapterplaat 9, waarop de hydraulische sloopinrichting 4 is aangebracht. Deze omvat een basislichaam 18, een hoofdarm 5, een lepelsteel 6 en een of meer sloophulpstukken 7, in deze tekening een betonvergruizer. De afspanning van de mast geschiedt door de tuikabels 12, die aan de bovenkant van de adapterplaat 9 zijn bevestigd.

De bovenbouw 3 bevat de aandrijving, besturing en bediening van de oorspronkelijke kraan, inclusief een kraancabine van waaruit de besturing en bediening plaatsvindt. Verder is op de bovenbouw 3 een powerpack 10 gebouwd, waarin de aandrijving van de hydraulische sloopinrichting 4 is ondergebracht, die een dieselmotor omvat met een hydraulisch systeem, inclusief pompen, regelventielen, oliereservoir, enz. Eveneens op de bovenbouw 3 bevindt zich een extra cabine, die naast de oorspronkelijke kraancabine is gebouwd, van waaruit de bediening van de hydraulische sloopinrichting 4 plaatsvindt.

In Fig, 2 wordt een uitvoeringsvorm van een mobiele sloopkraan getoond, waarbij de hydraulische sloopinrichting 4 op de hoofdmast 13 van een mobiele kraan met superlift backmast 14 en superlift ballast 31 is gemonteerd. De hoofdmast 13 en de superlift backmast 14 zijn beide scharnierend verbonden met de bovenbouw 3. De kraan is hier een zelfrijdende autokraan met een verrijdbare basisstructuur op wielen 2a. De kraan heeft hier verder uitstaande stempelpoten met stempelcilinders (30), die de constructie de nodige stabiliteit geven wanneer de mobiele sloopkraan in bedrijf is. In deze tekening is het sloophulpstuk 7a een combischaar.

In Fig. 3 en Fig. 4 wordt een detailopname getoond van het bovenste uiteinde van een modulaire vakwerkmast 13 volgens Fig. 2, waarbij het bovenste segment met de rollenkop is vervangen door een segment 19, waarop de adapterplaat 9 is aangebracht. Op deze adapterplaat is het basislichaam 18 van de hydraulische sloopinrichting 4 gemonteerd. De stuurventielen voor de aandrijving van de hydraulische sloopinrichting zijn eveneens in het bovenste uiteinde van de vakwerkmast aangebracht (niet getekend). In Fig. 3 is het sloophulpstuk een combischaar 7a, in Fig. 4 een staalschaar 7b.

In Fig. 5A en 5B wordt de adapterplaat 9 in meer detail getoond. Aan de onderzijde van de plaat zijn in de nabijheid van de hoeken vier oren 15 aangebracht, die in wezen loodrecht op de plaat staan, waarmee de adapter of adapterplaat aan de bovenkant van de vakwerkgiek 13, 19 wordt gemonteerd. Aan de bovenkant van de adapterplaat zijn aan twee tegenoverliggende randen twee platen 16 aangebracht, die in wezen loodrecht staan op het vlak van de adapterplaat en die ieder zijn voorzien van een bevestigingsoog 17 voor de tuikabels 12.

In Fig. 6A en 6B wordt de bevestiging van het basislichaam 18 van de hydraulische sloopinrichting 4 aan de adapterplaat 9 nader getoond. Het basislichaam 18 wordt met bouten 20 aan de adapterplaat bevestigd. Het basislichaam bestaat hier uit een basisplaat en twee in wezen loodrecht daarop aangebrachte platen, die ieder zijn voorzien van een bevestigingsoor 21 voor een centrale penbevestiging van de hoofdarm 5 van de hydraulische sloopinrichting 4 en een bevestigingsoor 22 voor de hefcilinders van de hoofdarm 5 van de hydraulische sloopinrichting 4.

In Fig. 7 wordt de constructie van de adapter met de draaikrans 25 voor de rotatie van de hydraulische sloopinrichting 4 getoond. De draaikrans 25 is tussen een onderplaat 23 en een bovenplaat 24 aangebracht. Het basislichaam 18 van de hydraulische sloopinrichting 4 is hier op de bovenplaat 24 bevestigd. Om de hoofdarm 5 met lepelsteel 6 te kunnen roteren moet de draaikrans in een horizontaal vlak liggen. Dit wordt bereikt door de onderplaat 23 van de draaikrans 25 aan de hoogst gelegen kant van de adapterplaat 9 scharnierend aan de adapterplaat te bevestigen via de draaipunten 29. Aan de laagst gelegen kant van de adapterplaat 9 zijn tussen de adapter of adapterplaat en de onderplaat 23, d.w.z. een aan de onderplaat gelaste montageplaat 28, twee hefcilinders 27 aangebracht, waarmee de onderplaat 23 en daarmee de draaikrans 25 in een horizontaal vlak kan worden gebracht.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn, dat de huidige uitvinding niet is beperkt tot de uitvoeringsvormen, die hier als voorbeeld zijn beschreven en in de figuren zijn weergegeven. Een dergelijke mobiele sloopkraan kan in verschillende vormen en afmetingen en met verschillende modificaties worden uitgevoerd, zonder dat wordt afgeweken van de essentie van de uitvinding. Dergelijke modificaties en aanpassingen zijn mede in deze uitvinding begrepen. De beschermingsomvang van de uitvinding wordt uitsluitend door de navolgende conclusies bepaald.

Claims (12)

1. Mobiele sloopkraan (1), bij voorkeur in de vorm van een zelfrijdende mobiele kraan, die geschikt is om op grote hoogte sloopwerkzaamheden uit te voeren, omvattende: een verrijdbare basisstructuur (2) die het rijden van de kraan over een oppervlak mogelijk maakt, een draaibare bovenbouw (3) die is aangebracht op de basisstructuur, een hydraulische sloopinrichting (4), omvattende een basislichaam 18, een hoofdarm (5) en een lepelsteel (6), waarbij de lepelsteel is uitgerust met een of meer sloophulpstukken (7), een mast (8, 13), waarbij het onderste uiteinde van de mast ten opzichte van de draaibare bovenbouw scharnierend aan de bovenbouw (3) is bevestigd waarbij de hydraulische sloopinrichting (4) op het bovenste uiteinde van de mast is aangebracht, met het kenmerk, dat de mast (8, 13) een enkele vakwerkmast, een vakwerkmast met starre of beweegbare hulpgiek, een vakwerkmast met superlift backmast en superlift ballast of een telescoopmast met aangebouwde starre of beweegbare hulpgiek van vakwerkmastdelen is.

2. Mobiele sloopkraan volgens conclusie 1, waarbij de vakwerkmast of vakwerkmastdelen uit modulaire delen bestaat.

3. Mobiele sloopkraan volgens conclusie 1, waarbij de mast een enkelvoudige of samengestelde mast is, welke mast desgewenst gestabiliseerd is door een backmast, waarin de samengestelde mast een hoofdmast omvat met twee of meer functioneel met elkaar verbonden delen, waarvan het bovenste deel desgewenst een jib is met een of meer jib sprenkels.

4. Mobiele sloopkraan volgens één van de conclusies 1-3, waarbij de hydraulische sloopinrichting via een adapter op het bovenste uiteinde van de mast is aangebracht.

5. Mobiele sloopkraan volgens conclusie 4, waarbij de adapter een plaat is, bij voorkeur voorzien van montageoren voor bevestiging van de plaat aan de mast en desgewenst van montageoren voor bevestiging van tuidraden van de mast.

6. Mobiele sloopkraan volgens één van de conclusies 1-5, waarbij de mobiele sloopkraan een hijskraan is met een hoge hoofdmast, desgewenst voorzien van een starre of beweegbare jib, welke hoofdmast of jib aan het uiteinde een rollenkop omvat, waarbij op de van de rollenkop voorziene kop van de hoofdmast of van de starre of beweegbare jib een adapter is aangebracht, of waarbij de gehele kop van de mast met rollenkop door een adapter is vervangen, waarbij de hydraulische sloopinrichting op de adapter is gemonteerd.

7. Mobiele sloopkraan volgens één van de conclusies 1-6, waarbij de hydraulische sloopinrichting ten opzichte van de mast kan roteren om een verticale draaias.

8. Mobiele sloopkraan volgens conclusie 7, waarbij tussen de adapter (9) en de onderzijde van het basislichaam (18) van de hydraulische sloopinrichting (4) een draai-krans (25) is aangebracht om de hydraulische sloopinrichting te kunnen roteren, welke draaikrans aan de onderzijde op een basisplaat (25) is gemonteerd, welke plaat aan één uiteinde scharnierend met de adapter (9) is verbonden en aan het tegenoverliggende uiteinde door middel van een of meer hydraulische cilinders (27) met de adapter is verbonden, waarbij de hydraulische cilinders ervoor zorgen dat de basisplaat (23) tijdens de rotatie van de hydraulische sloopinrichting in een horizontaal vlak wordt gehouden.

9. Mobiele sloopkraan volgens één van de conclusies 1-8, waarbij de mobiele sloopkraan is uitgerust met een powerpack voor de aandrijving van de hydraulische sloopinrichting, waarbij de powerpack op de draaibare bovenbouw is gesitueerd.

10. Mobiele sloopkraan volgens één van de conclusies 1-9, waarbij de mobiele sloopkraan is uitgerust met een extra besturingscabine voor de besturing van de hydraulische sloopinrichting, waarbij de extra besturingscabine naast de bestaande kraancabine is gesitueerd.

11. Mobiele sloopkraan volgens één van de conclusies 1-10, waarbij de mobiele sloopkraan is voorzien van een stofafzuiginrichting.

12. Werkwijze voor het monteren van een mobiele sloopkraan, zoals gedefinieerd in één van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: a. een mobiele hijskraan, die als basis voor de mobiele sloopkraan wordt gebruikt en die een hoofdmast omvat, die desgewenst is voorzien van een starre of beweegbare jib, wordt opgebouwd volgens voorschrift en opbouwschema van de fabrikant, b. de op de grond liggende hoofdmast, indien aanwezig met starre of beweegbare jib, wordt vrij gehangen van de grond, waarna hetzij c1. de adapter met hydraulische sloopinrichting direct op de rollenkop van de hoofdmast of, indien aanwezig, van de starre of beweegbare jib wordt gemonteerd, waarbij de rollenkop aan de hoofdmast of aan de starre of beweegbare jib gemonteerd blijft, of c2. de rollenkop aan de hoofdmast of, indien aanwezig aan de starre of beweegbare jib, wordt gedemonteerd, waarna de adapter met hydraulische sloopinrichting aan het bovenste mastdeel van de hoofdmast of, indien aanwezig, aan de starre of beweegbare jib wordt gemonteerd, d. de hoofdmast, eventueel uitgerust met de starre of beweegbare jib, met de aan de mast of jib gemonteerde hydraulische sloopinrichting wordt opgericht.