NL2015936A

NL2015936A - Verticale verpakkingsmachine.

Info

Publication number: NL2015936A
Application number: NL2015936A
Authority: NL
Inventors: Orue Irasuegui Oscar; Otxoa-Aixpurua Calvo Alberto
Original assignee: Ulma Packaging Tech Ct Coop
Priority date: 2014-12-18
Filing date: 2015-12-10
Publication date: 2016-09-20
Also published as: BR202015030985U2; NL2015936B1; BR102015030985B1; DE202015106885U1; FR3030459B3; ES1135355Y; ES1135355U; FR3030459A3

Abstract

- 19 - ABSTRACTO Máquina de envasado vertical que comprende un bastidor (7), un alimentador (2) fijado al bastidor (7), un útil (3) para dar una forma tubular a una película 5 laminar que suministra el alimentador (2), unos medios de sellado (4) para sellar longitudinalmente la película laminar con forma tubular, y unos medios de desplazamiento (20) del útil (3) y uso medios de desplazamiento (21) de los medios de sellado (4) entre una posición de trabajo y 10 una posición de montaje/desmontaje respectivas. Los medios de desplazamiento (20) del útil (3) comprenden una base soporte (12) acoplada al bastidor (7), desplazándose el útil (3) entre dichas posiciones mediante una rotación de la base soporte (12). Los medios de desplazamiento (21) de 15 los medios de sellado (4) comprenden un brazo soporte (15) acoplado al bastidor (7), desplazándose los medios de sellado (4) entre ambas posiciones mediante una rotación del brazo soporte (15).

Description

VERTICALE VERPAKKINGSMACHINE TECHNISCH VAKGEBIED

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verticale verpakkingsmachine, in het bijzonder een verticale verpakkingsmachine omvattende een verplaatsinginrichting om de vorminrichting en de langsafdichtinrichting van de verticale verpakkingsmachine re verplaatsen om toegang tot het werkgebied te verkrijgen.

STAND VAN DE TECHNIEK

Er zijn verticale verpakkingsmachines bekend omvartende een aanvoerinrichting die een folie aanvoert, een vorminrichting om de folie buisvormig te maken en ten minste twee doorvoermodules die elk ten minste een aandrijfriem omvatten die zijn aangebracht tegenover de vorminri chting.

Als de aandrijfriemen bewegen, zorgen deze dat de buisvormige folie zich verplaatst naar het andere uiteinde van de vorminrichting. Daarnaast omvatten deze machines een langsafdichtinrichting die de uiteinden van de ouisfolie in de lengterichting afdicht en een snijder en dwarsaf dichtinrichting om zodoende van de buis een verpakking te maken, wanneer de te verpakken producten eenmaal zijn ingebracht in de binnenzijde van de v o r m i n r i c h t i n g.

Dergelijke verticale verpakkingsmachines zijn beschreven in GB2096091A of EP0832818A1.

Bij dergelijke machines is het echter erg moeilijk om bij de vorminrichting te komen, zowel om deze te vervangen als om onderhoud te plegen aan het werkgebied, vanwege het grote aantal onderdelen waaruit de macnine bestaat, hetzij vanwege een transportband die is aangebracht tegenover de vorrnbuis om de in de verticale verpakkingsmachine gemaakte verpakkingen te verwijderen. Afhankelijk van het type verpakking dat gemaakt wordt, moet. er in de machine een vormgedeelte worden geplaatst.. Daarbij moet er ook rekening mee worden gehouden dat de vorminrichting een zwaar en moeilijk te hanteren element vormt.

Er zijn verpakkingsmachines bekend die zo zijn ontworpen dat de toegang tot de vorminrichting makkelijker is gemaakt. Zo is bijvoorbeeld in ES2311782T3 een verpakkingsmachine beschreven die een draagconstructie omvat die de vorminrichting ondersteunt ten opzichte van de verpakkingsmachine, waarbij een eerste deel van de draagconstructie is vastgemaakt aan de vorminrichting en het tweede deel aan de verpakkingsmachine. Het eerste deel kan bewegen ten opzichte van bet tweede deel, zodat de vorminrichting verplaatst wordt van een eerste werkstand naar een tweede werkstand die gescheiden is van de eerste stand en waar toegang tot de vorminrichting makkelijker is. In beide standen wordt de vorminrichting door het tweede gedeelte gedragen.

In Tjszuü9/u2ö83 / 6Ai is een verticale verpakkingsmachine beschreven die is ontworpen om vervanging van de vorminrichting te vereenvoudigen. Deze machine omvat een geleidingseenheid die de vorminrichting op zijn plaats brengt aoor aeze te draaien vanaf de zijkant van de verpakKingsmachine. Deze geleidinqseenheid omvat een frame dat de vorminrichting draagt, een eerste drager die een uiteinde van het frame ondersteunt, en een rweede drager die een boogvormige rail omvat die het andere uiteinde van het frame geleidt tijdens het draaien van de vorminrrouting tussen de werkstand en de montagestand.

BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Het doei van de uitvinding is om een verticale verpakkingsmachine te leveren, zoals hieronder beschreven.

De vej. verpakkingsmachine omvat een frame, een aanvoerinrichting die is bevestigd aan het frame, een vorminrichting die is aangepast om een buis vorm te geven aan een folie die door de aanvoerinrichting wordt aangevoerd, een langsafdichtinrichting om de uiteinden van de buisvormige folie in de lengterichting af te dichten en een verplaatsingsinrichting om de vorminrichting te kunnen verplaatsen tussen een werkstand en een montage/demontage-stand.

De vre-i.p 1 aatsj-ngsj-nrichting om de vorminrichting te verplaatsen omvat een steunbasis die draaibaar is ten opzichte van het frame en de vorminrichting steunt voor het verplaatsen van de vorminrichting tussen de werkstand en de montage/demontage-stand (en vice versa) door de steunbasis te roteren.

De verticale verpakkingsmachine omvat verder een verplaatsingsinrichting om de langsafdichtinrichting te verplaatsen tussen de werkstand en de montage/demontage-stand, waarbij de verplaatsingsinrichting een draaqarm omvat die kan scharnieren ten opzichte van het frame en de langsafdichtinrichting ondersteunt, waardoor de langsafd.ichtinricht.ing zich tussen beide standen kan bewegen door rotatie van de draagarm.

Op deze v/ijze kan de vorminrichting zowel in de 'werkstand uit de machine 'worden gehaald, wanneer een transportband dwars op het frame van de machine staat opgesteld, als in de montage/demontage-stand, wanneer de vorminrichting en de langsafdichtinrichting zich buiten het werkgebied bevinden en derhalve de transportband niet hinderen wanneer deze dwars op het machineframe staat.

Op deze wijze wordt een vereenvoudigde verticale, verpakkingsmachine verkregen, die de operator makkelij ker kan bedienen, waarbij tijdsverlies door stilstand/vervanging etc. wordt geminimaliseerd en waarmee het rendement van de machine 'wordt verhoogd.

Deze en andere voordelen en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de afbeeldingen en de gedetailleerde beschrijving van de uitvinding,

BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN FIG. 1 toont een perspectief aanzicht van een uitvoering van de verticale verpakkingsmachine volgens de u i t v i n d i n g i n w e r k s t a n d, h 1G. 2 t o o n t e e n g e de e 11 e 1 i j k perspectiefaanzicht van de verticale verpakkingsmachine getoond in FIG. 1 m de initiële montage/demontage-stand. FIG* 3 toont een gedeeltelijk perspectiefaanzicht van de verticale verpakkingsmachine getoond in FIG. 1 m de uiteindelijke montage/demontage-stand.

FiG. 4 toont een vooraanzicht van de verticale verpakkingsmachine getoond in FIG. 1 in de uiteindelijke montage/demontage-stand. t ie. o toont een detail. van de verticale verpakkingsmachine getoond in FIG. 1 in de werkstand. FIG. 6 toont een detail van de verticale verpakkingsmachine getoond in FIG. 1 in de montage/demontage-stand. FIG. 7 toont een ander detail van de verticale verpakkingsmachine getoond in FIG. 1 in de mo n tage/demo n ta ge-s t and.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Figuren 1 t/m 4 tonen een uitvoering van de verticale verpakkingsmachine 1 volgens de uitvindino, omvattende een frame 7, een aanvoerinrichting 2 die is bevestigd aan het frame 7, een vorminrichting 3 aangebracht aan de voorzijde van het frame 7, een langsafdichtinrichting 4 en ten minste twee doorvoermodules 5 die dwars op de vorminrichting 3 staan en tegenover elkaar ten opzichte van de vorminriehting 3. De vorminriehting 3, de langsafdichtinrichting 4 en de do o rvoermodules 5 zijn buiten het frame 7 geplaatst, zodat de operator gemakkelijk toegang heeft tot het werkgebied.

Anderzijds zijn in de figuren 1 t/m 4 omwille van de duidelijkheid niet alle onderdelen getoond die de verticale verpakkingsmachine 1 omvat, maar alleen de delen die ars relevant worden Geschouwd voor de uitvinding.

De aanvoerinrichting 2 is aangepast om een folie (niet getoond) aan de vorminriehting 3 toe te voeren. De folie wordt doorgaans als spoel aangebracht op een as 2b die roteert om de folie aan te voeren.

De vorminriehting 3 dient, om een buisvorm te geven aan de folie die door de feeder 2 wordt aangevoerd. De vorminriehting 3 omvat een buis met een inlaat 3a die dient, om de folie die door de aanvoerinrichting 2 wordt aangevoerd te ontvangen, en een uitlaat 3b om de folie vervolgens ar te geven. De te verpakken producten worden via de binnenkant van de vorminriehting 3 ingebracht. De geometrie van de vorminriehting 3 is bekend in de huidige stand van de techniek van verticale verpakkingsmachines, dus wordt het niet nodig geacht om hiervan een gedetailleerde beschrijving te geven.

De langsafdichtinrichting 4 is aangepast om de twee uiteinden van de buisvormige folie in de lengterichting af te dichten, zodat er van de folie een buis wordt gemaakt.

Bovendien omvat de verticale verpakkingsmachine 1 verder een dwarsafdichtinrichting en -snijder (niet getoond) om de buisvormige folie in de dwarsrichting af te dichten en vervolgens af te snijden zodat elke keer dat er wordt afgesneden een verpakking met afgedichte uiteinden wordt verkregen, met daarin het product dat is ingébracht door de opening van de vorminriehting 3.

Elke doorvoermodule 5 omvat ten minste één aandrrj friem 8 die verticaal is aangebracht tegenover de vorminriehting 3 en wordt aangedreven door een motor (niet getoond). De doorvoermodule 5 zorgt dat de buisvormige folie wordt verplaatst naar het uiteinde 3b van de vorminriehting 3. Dit verplaatsen gebeurt doordat de aandrijfriem 8 in contact komt met de buisvormige folie en deze met zich meetrekt telkens als de drijfriem 8 wordt aangedreven. Door ten minste twee doorvoermodules 5 te gebruiken, die recht, tegenover elkaar zijn aangebracht ten opzichte van vorminriehting 3, in plaats van één, wordt de kokerfolie beter verplaatst omdat deze hiermee gelijkmatiger wordt meegetrokken.

De verticale verpakkingsmachine 1 is voorzien van een verplaatsingsinrichting 20 om de vorminriehting 3 te verplaatsen tussen de werkstand als getoond in figuur 1 en de montage/demontage-stand als getoond in de figuren 3 en 4. De verplaatsingsinrichting 20 om de vorminriehting 3 te verplaatsen omvat een steunbasis 12 die kan roteren ten opzichte van het frame 7 en are vorminriehting 3 draagt. De vorminriehting 3 kan zich tussen beide standen verplaatsen door rotatie van de steunbasis 12. De rotatie van de steunbasis 12 ten opzichte van het frame 7 bedraagt ten minste 90°. Aldus kan de operator volledige toegang tot de vorminriehting 3 krijgen vanaf de zij kant, waardoor het werkgebied (voorste gedeelte van de machine 1 buiten het frame 7) vrij blij ft.

Om de steunbasis 12 samen met de vorminriehting 3 te bewegen moet eerst langsafdichtinrichting 4 worden verplaatst. De verticale verpakkingsmachine 1 is voorzien van een verpraatsingsinrichtlnQ 21 om de langsafdichtinrichting 4 te verplaatsen tussen de werkstand (getoond in figuur 1) en de montage/demontage-stand (getoond in figuren 3 en 4). De verplaatsingsinrichting 21 omvat een draagarm 15 die kan scharnieren ten opzichte van frame 7 en de langsafdichtinrichting 4 draagt., waarbij de verplaatsingsinrichting 21 zich verplaatst tussen de werkstand en de montage/demontage-stand door rotatie van de draagarm 15. De rotatie van de draagarm 15 ten opzichte van het frame 7 bedraagt ten minste 90° en is van zichzelf draaibaar tot ongeveer 115°. De draagarm. 15 en de steunbasis 12 zijn beide voorzien van een handvat 40 om deze makkelijker te kunnen roteren. Aldus kan de operator, zodra de draagarm 15 met de langsafdichtinrichting 4 (zie figuur 2) is verplaatst, de hoofddrager 12 samen met de vorminrichting 3 bewegen en in de montage/demontage-stand (getoond in figuren 3 en 4) zetten.

De verticale verpakkingsmachine 1 heeft een eerste drager: 10 die is bevestigd aan het frame 7 aan de buitenzijde van het frame 7. De steunbasis 12 is scharnxerbaar aangebracht op de eerste drager 10, zodat de steunbasis 12 ten opzichte van de eerste drager 10, en daarmee aus ten opzichte van het frame 7, kan roteren. De eerste drager 10 is aan één uiteinde voorzien van een lager 13 waarmee de steunbasis 12 draaibaar is bevestigd ten opzichte van de eerste drager 10.

De verticale verpakkingsmachine 1 heeft een tweede drager 11 die is bevestigd aan het frame 7 aan de buitenzijde van het frame 7. De basissteun 12 is aangebracht op en wordt gedragen door de tweede drager 11 in de werkstand. Bovendien is de draagarm 15 scharnierbaar aangebracht op de tweede drager 11, zodat de draagarm lo kan roteren ten opzichte van de tweede drager 11 om zo in de werkstand of de montage/demontage-stand te worden gezet. De eerste drager 10 en de tweede drager 11 steken parallel aan elkaar uit aan de voorzijde 7a van frame 7. Beide dragers 10 en 11 zijn aangebracht in het werkgebied.

In de uitvoering die is weergegeven in de tekeningen, draaien de draagarm 15 en de hoofddrager 12 in tegenovergestelde richting van de werkstand naar de montage/demontage-stand. In andere uitvoeringen, afhankelijk van de beschikbare ruimte voor de verticale verpakkingsmachine 1, zou de opstelling van de dragers 10 en 11 kunnen worden gewijzigd om rotatie van de draagarm 1b en de steunbasis 12 in beide richtingen mogelijk te maken.

Vanwege het gewicht van de vorminrichting 3 dat; de basissteun 12 moet dragen, omvat de verticale verpakkingsmachine 1 bovendien middelen 41 voor het faciliteren van een verschuiving van de steunbasis 12 over de tweede drager 11. Deze middelen 41 voor het faciliteren van een schuiving zijn bevestigd aan de tweede drager 11, waarbij een binnenoppervlak 12b op de steunbasis 12 is aangebracht dat in de werkstand wordt ondersteund door de middelen voor het faciiiteren van een verschuiving.

De middelen 41 voor het faciiiteren van een verschuiving omvatten een element 42 met een steunvlak 42a, waarop het binnenoppervlak 12b van de steunbasis 12 steunt. Element 42 wordt bij voorkeur gemaakt van een kunststof materiaal dat niet alleen gemakkelijk schuifbaar moet zijn, maar ook de speling moet compenseren die kan oestaan tussen de hoofddrager 12 en de dragers 10 en 11. Element 42 strekt zich uit langs de gehele lengte van tweede drager 11. Voorts omvat element 42 een hellingvlak 42b aan een uiteinde, dat zorgt voor de correcte positionering van de steunbasis 12 op het steunvlak 42a, vooral wanneer de steunbasis 12 van de montage/demontage--· stand in de werkstand wordt gezet.

Om de vorminrichting 3 en de langsafdichtinrichting 4 ten opzichte van respectievelijk de steunbasis 12 en de draagarm 15 uit de verticale verpakkingsmachine 1 te verwijderen, is deze voorzien Λ/an verwijderingsmechanismen 22 en 23 voor respectievelijk de vorminrichting 3 en de langsafdichtinrichting 4. Hiermee is het mogelijk om vorminrichting 3 zijwaarts of verticaal uit de machine te halen en om langsafdichtinrichting 4 zijwaarts uit de machine te halen.

Het verwijderingsmechanisme 22 van de vorminrichting 3 omvat een opening 14 in de steunbasis 12 die zich uitstrekt vanaf een uiteinde daarvan, zodat de vorminrichting 3 door de opening 14 in de steunbasis 12 kan. Het verwijderingsmechanisme 22 omvat verder rails 16 die verbonden zijn met de steunbasis 12 en evenwijdig aan elkaar lopen aan 'weerszijden van de opening 14, en de uitsparingen 17 die zijn aangebracht op de vorminrichting 3 samenwerken met rails 16 en zorgen voorde geleiding van vorminrichting 3 als deze via de opening 14 uit de machine wordt gehaald. De uitsparingen 17 zijn aangebracht aan de basis 3c van vorminrichting 3 evenwijdig aan de opening .1.4, dus in de richting waarin vorminrichting 3 uit de machine wordt gehaald, waarbij de steunbasis 12 deze ondersteunt via rails 16 en uitsparingen 17. Tijdens de normale werking van de verticale verpakkingsmachine 1, dat wil zeggen wanneer deze in de werkstand staat en tijdens de verplaatsing van de vorminrichting 3 naar de montage/demontage-stand, is het verwijderingsmechanisme 22 vergrendeld. Hiervoor kan eik in ae huidige techniek bekend middel worden gebruikt dat zorgt voor een snelle vergrendeling. In de uitvoering die in de figuren is weergegeven, wordt het verwijderingsmechanisme 22 vergrendeld met bouten en vleugelmoeren 28 die zorgen voor een snelle en gemakkelijke montage/demontage.

Wanneer de steunbasis 12 in de montage/demontage-stand staat, en als de bouten en vleugelmoeren zijn verwijderd en het verwijderingsmechanisme 22 niet langer is vergrendeld, kan de vorminrichting 3 ten opzichte van de steunbasis 12 verticaal, of zijwaarts worden verwijderd met. behulp van het verwijderingsmechanisme 22.

Het verwijderingsmechanisme 23 van de langsafdichtinrichting 4 omvat een opening 25 in de draagarm io, die zich uitstrekt vanaf een uiteinde daarvan, rails 26 die zijn aangebracht op de draagarm 15 aan weerszijden van de opening 25, en een slede 27 die vastzit aan langsafdichtinrichting 4. Via rails 26 en slede 2 1 kan de langsafdichtinrichting· 4 door de ooening 25 van de draagarm 15 uit de machine worden verwijderd.

Net als dij de vorminrichting, is het verwijderingsmechanisme 23 vergrendeld tijdens de normale werking van de verticale verpakkingsmachine 1, dat wil zeggen wanneer deze in de werkstand staat en tijdens de verplaatsing van de langsafdichtinrichting naar de montage/demontage-stand. Hiervoor kan elk in de huidige techniek, bekend middel worden gebruikt dat zorgt voor een snelle vergrendeling, in de uitvoering die in de figuren is weergegeven, wordt het verwijderingsmechanisme 23 vergrendeld met draaisluitingen 29 die zorgen voor een snelle en gemakkeiijke montage/demontage door deze 90° te draaien ten opzichte van hun vergrendelstand.

Bovendien is üe verticale verpakkingsmachine 1 uitgerust met blokkeringen 30 en 31 die zich respectievelijk in de eerste drager 10 en de tweede drager 11 bevinden en respectievelijk de positie begrenzen van de steunbasis iz en de draagarm 15 in de werkstand en de montage/demontage-stand. De blokkering 30 van de stsuimasj-c! 12 omvat een m,usLeeKsei o2 ορ de eerste drager 10 die tegen een zijde van de steunbasis 12 aanligt om te voorkomen dat deze voorbij de montage/demontage---stand roveeiL. De Dlokfcering 3.L van c<e draagarm 15 omvat een uitsteeksel 33 dat in de werkstand aanligt tegen het uiteinde 15c van de draagarm 15.

De draagarm 15 heeft een dwarsdoorsnede in de vorm van een C. De draagarm 15 omvat een eerste gedeelte 15a waarop de langsafdichtinrichting 4 is aangebracht, een tweede gedeelte 15b dat schuin afloopt ten opzichte van het eerste gedeelte 15a, en een derde gedeelte 15c dat het uiteinde van de draagarm 15 vormt en dat schuin afloopt ten opzichte van tweede gedeelte 15b. De draagarm 15 is scharnierend aangebracht aan de tweede drager 11 via het derae gedeelte 15c, waarbij het derde gedeelte 15c aan de uw^ede arager 1± is vastgemaakt. De tweede drager 11 heeft een dwarsdoorsnede in de vorm van een C. Verder heeft de tweede drager 11 een uitsparing in een door de oppervlakte 11b afgeoakend uiteinde dat aanligt tegen het ^weede gedeelte 15b van de draaqarm 15 in de montage/ demontage-stand, terwijl in de werkstand het derde gedeeite i5c v«n ae draagarm 15 aanligt tegen het Ux^steeksel 33 aat is aangebracht cian de binnenzijde van de tweede drager 11,

Om ae steunbasis 12 vast te zetten in de werkstand en montage/demontage-stand, is de verticale verpakkingsmacnine 1 daarnaast voorzien van een vergrendeling 35, De vergrendeling 35 omvat vergrendeielementen 34 en 36 die respectievelij k zijn geschroefd door de eerste drager 10 en de tweede drager 11 en aanliggen tegen het binnenoppervlak 12b van de hoofddrager 12. Om de steunbasis 12 in de werkstand te vergrendelen, worden de vergrendeielementen 34 en 36 aangedraaid tot ze tegen de steunbasis 12 aanzitten. Het vergrendeielement 36 dat door de tweede drager 11 heen loopt, loopt ook door het element 42 van schuifmechanisme 40 om de steunbasis 12 te verschuiven. Beide vergrendeielementen 34 en 36 hebben dezelfde kenmerken.

Om de draagarm 15 vast te zetten in de werkstand en montage/demontage-stand, is de verticale verpakkingsmachine 1 bovendien voorzien van een vergrendeling 37. De vergrendeling 37 omvat een vergrendeielement 39 dat is geschroefd door de tweede drager il 1, en openingen met schroefdraad 38a en 38b in de draagarm 15 die overeenkomen met de werkstand en montage/demontage-stand wanneer het vergrendeielement 39 in de daarmee corresponderende opening 38a of 38b wordt geschroeta. De openingen 38a en 38b zijn aangebracht aan de binnenzijde van het derde gedeelte 15c van de draagarm 15, In de vergrendelde positie die overeenkomt met de werkstand, ligt het uitsteeksel 33 aan tegen het derde gedeelte 15c van de draagarm 15, zodat de opening 38a op een lijn ligt met het vergrendelelement 3 9 dat loopt door de tweede drager 11. De operator kan deze stand snel vergrendelen door het vergrendelelement 39 in de opening 38a te schroeven. In de vergrendelde positie die overeenkomt met de montage/demontage-stand ligt cie draagarm 15 aan tegen de tweede drager 11. Het tweede gedeelte 15b van de draagarm 15 ligt aan tegen een door oppervlakte 11b afgebakend uiteinde in een uitsparing van de tweede drager 11, zodat de opening 38b in een lijn ligt met het vergrendelelement 39. Op deze manier kan de operator deze stand snel vergrendelen door het vergrendelelement 39 in de opening 38b te schroeven.

Claims

1. Verticale verpakkingsmachine omvattende een frame (7), een aanvoerinrichting (2) die is bevestigd aan het frame (7) , een vorminrichting (3) die is aangepast om een buisvorm te geven aan een folie die door de aanvoerinrichting (2) wordt aangevoerd, een langsaidichtrnrichting (4) die is aangepast om de langseinden van de buisvormige folie in de lengterichting af te dichten en een foliebuis te genereren, en een verplaatsingsinrichting (20) om de vorminrichting (3) te verplaatsen tussen een werkstand en een montage/demontage-stand, met het kenmerk dat de verplaatsingsinrichting (20) om de vorminrichting (3) te verplaatsen een steunfaasis (12) omvat die roteerbaar is gekoppeld ten opzichte van het frame (7) en de vorminrichting (3) steunt voor het verplaatsen van de vorminrichting (3) tussen de werkstand en rno n t a ge / demo n. t age - s t an d. door rotatie van de steunbasis (12), en dat de verticale verpakkingsmachine een aanvullende verplaatsinginrichting (21) omvat om de 1 a;:gsai.d.lchtinricnring (4) te verplaatsen tussen de werkstand en de montage/demontage-stand, waarbij de verplaatsingsinrichting (21) een steunarm (15) omvat die roteerbaar is gekoppeld ten opzichte van het frame (7) en de langsafdichtinrichting (4) steunt, waarbij de langsafdichtinrichting (4) zich tussen beide posities verplaatst door rotatie van de steunarm (15).

2. Verticale verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij de verplaatsing tussen de 'werkstand en montage/demontage-stand van de verp1aatsingsinrrchting (tg) om de vorminrichting (3) te verplaatsen en van de verplaatsingsinrichting (21) om de langsafdichtinrichting (4) te verplaatsen ten minste 90° is.

3. Verticale verpakkingsmachine volgen^ conclusie 1 of 2, waarbij de verplaatsing tussen cie werkstand en de montage/demontage-stand van do verplaatsingsinrichting (20) voor de vorminrichting (3) en de verplaatsingsinrichting (21) voor de langsafdichtinrichting (4) bewegingen in tegengestelde richting zijn.

4. Verticale verpakkingsmachine volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een eerste drager (10) die is bevestigd aan het frame (7) aan de buitenzijde van het frame (7) waaraan de steunbasis (12) draaibaar is aangebracht, en een tweede drager (11) die is bevestigd aan het frame (7) aan de buitenzijde van het frame (7), waaraan de steunbasis (12) draaibaar is aangebracht in de werkstand en waarmee de draagarm (15) draaibaar is verbonden. 5. 'Verticale verpakkingsmachine volgens de voorgaande conclusie, omvattende middelen voor het faciliteren van schuiven (41) van de steunbasis (12) over de tweede drager (11), welke zijn bevestigd aan de tweede drager (11), waarbij de steunbasis (12) op een zodanige wijze is aangeoracht, dat schuiven (41) naar de werkstand is gefaciliteerd.

6. Verticale verpakkingsmachine volgens de voorgaanae conclusie, waarbij de middelen voor het facilireren van schuiven (41) zijn voorzien van een element (42) met een steun vlak (42a) en een hellingvlak (42b) aan een uiteinoe voor het faciliteren van de correcte positionering van de steunbasis (12) op het steunvlak (42a) . /. Verticale verpakkingsmachine volgens één van de voorgaande conclusies 4 tot en met 6, omvattende blokkeringen (3u, 3i) in de eerste drager (10) en de tweede drager (li) die de positie beperken van de steunbasis (12) en de draagarm (15) respectievelijk in de werkstand en de ιτιοη t age /demon tage - s tand 8. verticale verpakkingsmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de blokkeringen (30, 31) zijn voorzien van ten minste een uitsteeksel (33) aan respectievelijk de eerste drager (10) en de tweede drager (11) waartegen respectievelijk de steunbasis (12) en de draagarm (15) aanliggen.

9. Verticale verpakkingsmachine volgens één der voorgaande claims 4 tot en met 8, omvattende een vergrendeling (35) voor het vergrendelen van de positie van de steunbasis (12) ten opzichte van de eerste drager (10) en/oi de tweede drager (11) in de werkstand en/of de montage/demontage-s tand.

10. Verticale verpakkingsmachine vo1gens de voorgaande conclusie,, waarbij de vergrendeling (35) van de steunbasis (12) voorzien van een vergrendelelement (34) dat is geschroefd door de eerste drager (10) aanliggend tegen een binnenoppervlak. (12b) van de steunbasis (12) in de montage/demontage-stand.

11. Verticale verpakkingsmachine volgens één van de conclusies 9 of 10, waarbij de vergrendeling (35) van de steunbasis (12) is voorzien van een vergrendelelement (36) dat is geschroefd door de tweede drager (11) aanliggend tegen een binnenoppervlak (12b) van de steunbasis (12) in de werkstand.

12. Verticale verpakkingsmachine volgens één der conclusies 4 tot en met 11, omvattende een vergrendeling (37) voor het vergrendelen van de positie van de draagarm (15) in de werkstand en/of de montage/demontage-stand.

13. Verticale verpakkingsmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de vergrendeling (37) van de draagarm (15) is voorzien van een vergrendelelement (39) dat is geschroefd door de tweede drager (11), en schroefdraden (38a, 38b) in de draagarm (15) die vergrendelposities definiëren overeenkomstig aan de werkstand en montage/demontage-stand, wanneer het vergrendelelement(39) aan een overeenkomstige schroefdraad (38a, 38b) geschroefd is aangebracht.

14. Verticale verpakkingsmachine volgens één der conclusies 4 tot en met 13, waarbij de eerste drager (ifd en de tweede drager (11) uitstéken vanaf een voorzijde (7a) van het frame (7), welke evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht.

15. Verticale verpakkingsmachine volgens één der voorgaande conclusies, omvattende extractiemiddelen (22) voor de vorminrichting (3) ten opzichte van de steunbasis (12), waarmee de vorminrichting (3) zijwaarts of verticaal kan worden geextraheerd.

16. Verticale verpakkingsmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de extractiemiddelen (22) voor de vorminrichting (3) zijn voorzien van een opening (14) in de steunbasis (12) die zich uitstrekt vanaf een einde van de steunbasis (12), ten minste een rail (16) die is aangebracht aan de steunbasis (12) in de lengterichting van de opening (14), en ten minste een uitsparing (17) die is voorzien in de vorminrichting (3), 'waarbij de rail (16) en de uitsparing (17) samenwerken voor de geleide extractie van de vorminrichting (3) via de opening (14).

17. Verticale verpakkingsmachine volgens één der voorgaande conclusies, omvattende extractiemiddelen (23) voor de langsaf dicht inrichting (4) ten opzichte van de draagarm (15), waarmee de langsafdichtinrichting (4) zijwaarts kan worden geextraheerd.

18. Verticale verpakkingsmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de extractiemiddelen (23) voor de langsaf dichtinrichting (4) een opening (25) in de draagarm (15) omvatten, die zich uitstrekt vanaf een einde daarvan, ten minste een rail (26) die is aangebracht aan de draagarm (15) in de lengterichting van de opening (25), en een slede (27) die vastzit aan de langsafdichtinrichting (4), waarbij de rail (26) en de slede (27) samwenwerken voor de geleide extractie van de langsafdichtinrichting (4) door de opening (25) . -0-0-0-0-0-0--0-0-