NL2014475B1 - Riffelbank. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een riffelbank voor het in de mantel van een metalen cilinder, zoals een wals, aanbrengen van gevormde uitsneden, omvattende een frame, voorzien van een cilinderhouder, voor het roteerbaar positioneren van de metalen cilinder; rotatiemiddelen, voor het roteren van de cilinderhouder om een rotatie-as; en een zich parallel aan de rotatie-as uitstrekkende geleider; een over de geleider beweegbaar verspanend werktuig, voor het aanbrengen van gevormde uitsneden in de metalen cilinder; voorzien van een aandrijving, voor het bewegen van het verspanend werktuig over de geleider; waarbij het verspanend werktuig is ingericht om bij een beweging over de geleider een gedeelte van de metalen cilinder weg te nemen. De vinding ziet tevens toe op een werkwijze voor het riffelen van een metalen cilinder.

Description

Riffelbank

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een riffelbank, als ook op een werkwijze voor het riffelen van een cilinder.

Riffelbanken worden doorgaans gebruikt om profielen op rollen of walsen aan te brengen, waarna deze rollen of walsen worden gebruikt voor het malen of pletten van bijvoorbeeld graan. De rollen of walsen worden daartoe op een bewegende slee geplaatst, waarna de rollen of walsen langs een beitel worden gehaald door de slee heen en weer te halen. Na elke haal van de slee wordt de rol of cilinder in de slee geroteerd, waardoor na verloop van tijd de gehele cilinder of rol van een profiel is voorzien.

De sleeën waarop de cilinder of rollen geplaatst moeten worden dienen hiertoe erg robuust uitgevoerd te worden, omdat het gewicht van de walsen of rollen behoorlijk op kan lopen. Ook neemt de riffelbank veel ruimte in beslag.

Het is daarom het doel van de onderhavige uitvinding om bovengenoemde problemen op te lossen, en te voorzien in een verbeterde riffelbank.

De uitvinding omvat daartoe een riffelbank voor het in de mantel van een metalen cilinder, zoals een wals, aanbrengen van gevormde uitsneden, omvattende een frame, voorzien van een cilinderhouder, voor het roteerbaar positioneren van de metalen cilinder; rotatiemiddelen, voor het roteren van de cilinderhouder om een rotatie-as; en een zich parallel aan de rotatie-as uitstrekkende geleider; een over de geleider beweegbaar verspanend werktuig, voor het aanbrengen van gevormde uitsneden in de metalen cilinder; voorzien van een aandrijving, voor het bewegen van het verspanend werktuig over de geleider; waarbij het verspanend werktuig is ingericht om bij een beweging over de geleider een gedeelte van de metalen cilinder weg te nemen.

De metalen cilinder, zoals een wals, welke in de roteerbare cilinderhouder van de riffelbank wordt geplaatst kan door middel van een dergelijke riffelbank van een profiel worden voorzien zonder dat de zware cilinder in lengterichting verplaatst hoeft te worden. Het verspanende werktuig maakt bewegingen in de lengterichting van de wals en kan bij elke beweging langs de wals een deel van de omtrekswand van de cilinder weghalen, om zodoende een uitsnede in de omtrekswand te maken en de cilinder van een profiel te voorzien. Voor het uitsnijden van een deel van de cilinder is het verspanend werktuig bijvoorbeeld voorzien van een bewerkingshouder voor een verspanend element, zoals een beitel of een frees, waarbij het verspanend element bij elke beweging van het verspanend werktuig een deel van de mantel van de metalen cilinder kan wegnemen.

De bewerkingshouder van het verspanend werktuig is bijvoorbeeld ingericht voor het houden van ten minste twee verspanende elementen, zoals beitels. Wanneer één van de beitels in de bewerkingshouder is versleten of anderszins niet meer voldoet kan dan worden overgeschakeld op een andere beitel die wel voldoet, en bijvoorbeeld net is geslepen. Hiertoe hoeft het verspanend werktuig niet losgehaald te worden, wat tijd en energie scheelt.

Om over te kunnen schakelen op een ander verspanend element is de bewerkingshouder bijvoorbeeld roteerbaar uitgevoerd. De bewerkingshouder is bijvoorbeeld een in hoofdzaak rond magazijn met meerdere beitels welke elk op eenzelfde afstand ten opzichte van een centrale as van het magazijn zijn gelegen. Wanneer de bewerkingshouder dan een vooraf bepaalde rotatie ondergaat wordt een nieuwe beitel klaargezet om langs de cilinder te bewegen.

De bewerkingshouder kan tevens zijn ingericht om te roteren wanneer het verspanend werktuig een vooraf bepaald aantal bewegingen ten opzichte van het frame heeft uitgevoerd. Hierdoor kan een grote cilinder, welke een aantal verspanende elementen zoals beitels verbruikt tijdens het aanbrengen van de gevormde uitsneden, continu worden behandeld. Beitels slijten tijdens het aanbrengen van de gevormde uitsneden en kunnen na een aantal bewegingen langs de cilinder niet meer in staat zijn voldoende materiaal van de omtrekswand van de cilinder weg te nemen. Wanneer de beitels na een vooraf bepaalde hoeveelheid bewegingen langs de cilinder wisselen, en worden vervangen door geslepen beitels, kan het proces worden voortgezet. Na afloop van het aanbrengen van de gevormde uitsneden kunnen bijvoorbeeld alle beitels in de bewerkingshouder die zijn gebruikt weer geslepen worden, om weer gebruiksklaar te zijn voor een nieuwe cilinder.

De bewerkingshouder is bijvoorbeeld loodrecht op de lengterichting verplaatsbaar, zodanig dat de afstand tussen de bewerkingshouder en een in de cilinderhouder geplaatste cilinder instelbaar is. Wanneer één van de beitels in de bewerkingshouder bijvoorbeeld vaak gebruikt is en na verloop van tijd in lengte afgenomen is kan de bewerkingshouder, wanneer de vaak gebruikte beitel is geslepen en gebruikt wordt om een wals in de cilinderhouder te profileren, verder richting de wals geplaatst worden om toch een bepaalde druk op de wals uit te kunnen oefenen.

De bewerkingshouder staat bijvoorbeeld ten opzichte van het frame onder een hoek, bij voorkeur onder een hoek tussen 10 en 45 graden, bij voorkeur tussen de 15 en 35 graden. Een dergelijke hoek staat toe om door middel van een in hoofdzaak rechte beitel loodrecht op een omtrekswand van de gekromde cilinder aan te grijpen.

De cilinderhouder van de riffelbank is bijvoorbeeld ingericht om de cilinder te roteren tijdens de beweging van het verspanend werktuig. Het verspanend werktuig maakt een in hoofdzaak lineaire beweging langs de roterende cilinder, waardoor met een rotatie in één richting een helixvormige uitsnede in de omtrekswand van de cilinder kan worden aangebracht. Het is evenwel mogelijk om de richting van rotatie met regelmaat te veranderen waardoor zaagtandprofielen kunnen worden aangebracht. De cilinderhouder kan ook zijn ingericht om in hoofdzaak gekromde uitsneden aan te brengen in de cilinder.

Om het verspanend werktuig te geleiden kan de geleiding van het frame ten minste één rails omvatten. De rails strekt zich bijvoorbeeld in hoofdzaak in lengterichting van het frame uit en geleidt het verspanend werktuig bij voorkeur eenduidig zodanig dat elke beweging van het verspanend werktuig in hoofdzaak langs dezelfde weg plaatsvindt.

Het frame kan tevens zijn voorzien van een zich in lengterichting uitstrekkende tandheugel, waarbij het verspanend werktuig is voorzien van een door de aandrijving aangedreven tandwiel, voor het bewegen van het verspanend werktuig langs de tandheugel.

Het frame is bijvoorbeeld voorzien van een ondersteuning, voor het ondersteunen van een in de cilinderhouder geplaatste cilinder. Cilinders welke in riffelbanken van een profiel of gevormde uitsneden worden voorzien kunnen zwaar zijn waardoor deze ondersteunt moeten worden om rotatie van de cilinder in de cilinderhouder toe te staan. De ondersteuning omvat daartoe bijvoorbeeld ten minste twee, en bij voorkeur ten minste drie stempels, voor het ondersteunen van een cilinder in de ondersteuning.

De stempels staan bijvoorbeeld ten opzichte van elkaar onder een hoek, waarbij de stempels elk beweegbaar zijn richting een centrale as van een in de cilinderhouder te plaatsen cilinder. Doordat de stempels richting de centrale as van de cilinder beweegbaar zijn, en daarmee ook richting elkaar, kan de afstand tussen de stempels variëren, en daarmee kan ook de diameter van een in de cilinderhouder ondersteunde cilinder variëren. Hierdoor kunnen in dezelfde riffelbank cilinders van verschillende diameters van gevormde uitsneden voorzien worden, zonder hiertoe de complete riffelbank aan te hoeven passen.

De riffelbank kan tevens zijn voorzien van een besturingseenheid, voor het aansturen van de beweging van het verspanend werktuig en/of de aandrijving van de cilinderhouder. Door middel van de besturing van de beweging van het verspanende werktuig en de aandrijving van de rotatie van de cilinderhouder kunnen de aan te brengen gevormde uitsneden en de in de cilinders aan te brengen profielen worden gecontroleerd.

Het verspanend werktuig kan tevens zijn voorzien van ten minste één camera, voor het opnemen van het riffelen van een cilinder in de riffelbank. De camera staat daarmee het op afstand monitoren van het aanbrengen van gevormde uitsneden in de cilinder toe, en toont het feitelijke aanbrengen van de uitsneden.

Het verspanend werktuig is bijvoorbeeld ook voorzien van een detectie-inrichting, voor het detecteren van de toestand van de beitels in de bewerkingshouder. Wanneer een beitel bijvoorbeeld af zou breken of uit de bewerkingshouder zou vallen, en het verspanend werktuig door zou gaan met het maken van bewegingen langs de cilinder wordt er geen gevormde uitsnede in de cilinder aangebracht en beweegt het werktuig in het luchtledige. De detectie-inrichting is bijvoorbeeld aangesloten aan de besturingseenheid, welke het verspanend werktuig en/of de aandrijving van de cilinderhouder stil zet wanneer een vooraf bepaalde toestand van de beitels in de bewerkingshouder wordt gedetecteerd.

Het verspanend werktuig is bijvoorbeeld ingericht om de bewerkingshouder te roteren wanneer de toestand van ten minste één van de beitels een vooraf bepaalde toestand bereikt. Wanneer één van de beitels bijvoorbeeld niet voldoende druk kan uitoefenen op een te profileren wals, en daarmee niet de gevormde uitsneden kan aanbrengen in de wals, kan het verspanend werktuig de bewerkingshouder roteren om een scherpen beitel voor te zetten en verder te gaan met het verspanende proces. De detectie-inrichting omvat daartoe bijvoorbeeld een druksensor.

Het frame kan tevens zijn voorzien van een slijpinrichting, voor het slijpen van een verspanend element, waarbij de slijpinrichting een slijpelement, zoals een slijpsteen omvat. Door beweging van de verspanende elementen, zoals beitels, langs een te riffelen wals worden de beitels bot. Door deze beitels te slijpen door middel van een slijpinrichting welke op het frame is gepositioneerd kunnen de beitels door de riffelbank zelf geslepen worden en is interventie van mensen bij dit proces niet noodzakelijk. Hiermee kan, indien gewenst, een continue werking van de riffelbank worden bereikt.

Het verspanend werktuig is bijvoorbeeld richting de slijpinrichting beweegbaar, om de afstand tussen een verspanend element in het verspanend werktuig en de slijpinrichting te veranderen. Het slijpen van de verspanende elementen kan hiermee worden gecontroleerd door beweging van het verspanend werktuig. De slijpinrichting kan daartoe op een vast punt op het frame worden geplaatst, zodat de slijpinrichting de verspanende elementen altijd op dezelfde manier kan slijpen. Een gecontroleerde vaste wijze van slijpen van de verspanende elementen resulteert in een vaste positie van een punt van de verspanende elementen, zoals beitels. Hierdoor kunnen de verspanende elementen, na slijpen, weer op dezelfde locatie ten opzichte van de cilinder worden geplaatst en kan de cilinder nauwkeurig worden geriffeld.

De riffelbank is bijvoorbeeld ingericht om de verspanende elementen te slijpen wanneer de verspanende elementen een vooraf bepaalde toestand hebben bereikt. De vooraf bepaalde toestand is bijvoorbeeld een vooraf bepaald aantal bewegingen van een verspanend element langs de cilinder. Na dit aantal bewegingen krijgt het verspanend element de toestand “bot”, en wordt bijvoorbeeld overgegaan op een andere, scherp element. Wanneer alle verspanende elementen de toestand “bot” hebben bereikt, worden deze elementen navolgend geslepen door de slijpinrichting. Doordat de slijpinrichting onderdeel uitmaakt van de riffelbank hoeven de verspanende elementen niet uit het verspanend werktuig gehaald te worden, en kunnen ze op dezelfde plaats in het werktuig blijven zitten. Dit verhoogt de nauwkeurigheid van de machine en staat toe dat de riffelbank continu in bedrijf kan zijn.

De slijpinrichting omvat bijvoorbeeld een robotarm, voorzien van ten minste twee gewrichten. De robotarm is bijvoorbeeld ingericht om de hoek van de slijpinrichting ten opzichte van het verspanend element in te stellen door rotatie van de robotarm rond ten minste één van de gewrichten. Door gebruik te maken van een robotarm kan de slijpinrichting op verschillende, vooraf bepaalde, hoeken ten opzichte van de verspanende elementen worden geplaatst, om de verspanende elementen onder een vooraf bepaalde hoek te slijpen. De robotarm is programmeerbaar zodat voor elk verspanend element dezelfde hoek kan worden ingesteld. Dit leidt ertoe dat een enkele cilinder door middel van meerdere verspanende elementen op een gecontroleerde manier kan worden bewerkt. Menselijke fouten bij het slijpen van de verspanende elementen kunnen door middel van de robotarm worden beperkt.

De robotarm kan tevens worden ingericht om geslepen verspanende elementen, zoals beitels, licht af te stompen voordat deze worden gebruikt voor het profileren van een metalen cilinder. Dit afstompen verkleint de kans dat de vers geslepen beitel zou breken wanneer de beitel in contact gebracht zou worden met de metalen cilinder. De afstomping is bijvoorbeeld tussen de 0.01 en 0.2mm.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het riffelen van een metalen cilinder, in het bijzonder in een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van het plaatsen van een cilinder in een roteerbare cilinderhouder; instellen van een afstand tussen een verspanend element van een verspanend werktuig en de mantel van de cilinder; in lengterichting bewegen van het verspanende element langs de cilinder en daarmee wegnemen van een deel van de cilinder, en het roteren van de cilinderhouder.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 schematisch een bovenaanzicht van een riffelbank volgens de onderhavige uitvinding, waarin een metalen cilinder is geplaatst figuur 2 schematisch een eerste zijaanzicht van een riffelbank volgens de onderhavige uitvinding, waarin een metalen cilinder is geplaatst figuur 3 schematisch een tweede zijaanzicht van een riffelbank volgens de onderhavige uitvinding, waarin een metalen cilinder is geplaatst figuur 4 schematisch een het verspanend werktuig volgens de onderhavige uitvinding toont

Figuur 5 schematisch een zijaanzicht van een slijpinrichting van een riffelbank volgens de onderhavige uitvinding toont.

Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een riffelbank (1) voor het in de mantel (2) van een metalen cilinder (3), zoals een wals, aanbrengen van gevormde uitsneden (4), omvattende een frame (5) voorzien van een cilinderhouder (6), voor het roteerbaar positioneren van de metalen cilinder (3); rotatiemiddelen (7), voor het roteren van de cilinderhouder (6) om een rotatie-as (R); een zich parallel aan de rotatie-as (R) uitstrekkende geleider (8); en een over de geleiding (8) beweegbaar verspanend werktuig (9), voor het aanbrengen van gevormde uitsneden (4) in de metalen cilinder (3). Het verspanend werktuig (9) is ingericht om bij een beweging over de geleider (9) een gedeelte van de metalen cilinder (3) weg te nemen.

Het verspanend werktuig (9) omvat een aandrijving (10), voor het aandrijven van het werktuig (9). Voor het verspanen van de metalen cilinder (3) omvat het verspanend werktuig (9) bijvoorbeeld een bewerkingshouder (11), voor het houden van ten minste één beitel (12), waarbij de beitel (12) een druk uitoefent op de mantel (2) van de metalen cilinder (3) en bij elke beweging van het verspanend werktuig (9) een gedeelte van de mantel (2) van de metalen cilinder (3) weg haalt.

In figuur 1 is de bewerkingshouder (11) ingericht voor het houden van twaalf beitels (12), en is uitgevoerd als een roterende bewerkingshouder (11). Het frame (5) is tevens voorzien van twee optionele ondersteuningen (13), voor het ondersteunen van een in de cilinderhouder (6) geplaatste cilinder (3).

De bewerkingshouder (11) is bijvoorbeeld loodrecht op de rotatie-as (R) verplaatsbaar, zodanig dat de afstand tussen de bewerkingshouder (11) en een in de cilinderhouder (6) geplaatste cilinder (3) instelbaar is. Daartoe is de bewerkingshouder (11) voorzien van een aandrijving (14).

Figuur 2 toont schematisch een eerste zijaanzicht van de riffelbank (1) van figuur 1, en toont een riffelbank (1) voor het in de mantel (2) van een metalen cilinder (3), zoals een wals, aanbrengen van gevormde uitsneden (4), omvattende een frame (5) voorzien van een cilinderhouder (6), voor het roteerbaar positioneren van de metalen cilinder (3); rotatiemiddelen (7), voor het roteren van de cilinderhouder (6) om een rotatie-as (R); een zich parallel aan de rotatie-as (R) uitstrekkende geleider (8); en een over de geleiding (8) beweegbaar verspanend werktuig (9), voor het aanbrengen van gevormde uitsneden (4) in de metalen cilinder (3). Het verspanend werktuig (9) is ingericht om bij een beweging over de geleider (9) een gedeelte van de metalen cilinder (3) weg te nemen.

Het verspanend werktuig (9) omvat een aandrijving (10), voor het aandrijven van het werktuig (9). Voor het verspanen van de metalen cilinder (3) omvat het verspanend werktuig (9) bijvoorbeeld een bewerkingshouder (11), voor het houden van ten minste één beitel (12), waarbij de beitel (12) een druk uitoefent op de mantel (2) van de metalen cilinder (3) en bij elke beweging van het verspanend werktuig (9) een gedeelte van de mantel (2) van de metalen cilinder (3) weg haalt.

In figuur 2 is de bewerkingshouder (11) ingericht voor het houden van twaalf beitels (12), en is uitgevoerd als een roterende bewerkingshouder (11). Het frame (5) is tevens voorzien van twee optionele ondersteuningen (13), voor het ondersteunen van een in de cilinderhouder (6) geplaatste cilinder (3).

De bewerkingshouder (11) is bijvoorbeeld loodrecht op de rotatie-as (R) verplaatsbaar, zodanig dat de afstand tussen de bewerkingshouder (11) en een in de cilinderhouder (6) geplaatste cilinder (3) instelbaar is. Daartoe is de bewerkingshouder (11) voorzien van een aandrijving (14).

Figuur 3 toont schematisch een tweede zijaanzicht van de riffelbank (1) van figuur 1 en figuur 2, en toont een riffelbank (1) voor het in de mantel (2) van een metalen cilinder (3), zoals een wals, aanbrengen van gevormde uitsneden.

Het verspanend werktuig (9) omvat een aandrijving (10), voor het aandrijven van het werktuig (9). Voor het verspanen van de metalen cilinder (3) omvat het verspanend werktuig (9) bijvoorbeeld een bewerkingshouder (11), voor het houden van ten minste één beitel (12), waarbij de beitel (12) een druk uitoefent op de mantel (2) van de metalen cilinder (3) en bij elke beweging van het verspanend werktuig (9) een gedeelte van de mantel (2) van de metalen cilinder (3) weg haalt. De bewerkingshouder (11) is uitgevoerd als een roterende bewerkingshouder (11).

Het frame (5) is tevens voorzien van een optionele ondersteuning (13), voor het ondersteunen van een geplaatste cilinder (3). De ondersteuning (13) omvat drie stempels (15), voor het ondersteunen van een cilinder (3) in de ondersteuning (13).

De stempels (15) staan ten opzichte van elkaar onder een hoek, en zijn elk beweegbaar richting een centrale as (16) van een in de cilinderhouder te plaatsen cilinder (3), welke centrale as (16) samenvalt met de rotatie-as (R).

De bewerkingshouder (11) is loodrecht op de rotatie-as (R) verplaatsbaar, zodanig dat de afstand tussen de bewerkingshouder (11) en een in de cilinderhouder (6) geplaatste cilinder (3) instelbaar is. Daartoe is de bewerkingshouder (11) voorzien van een aandrijving (14). De aandrijving (14) is ingericht om de bewerkingshouder (11) over een rails (17) richting de rotatie-as (R) te bewegen. Hierdoor veranderd de afstand tussen het verspanend element (12) in de bewerkingshouder (11) en de mantel (2) van de metalen cilinder (3). Deze afstand kan worden opgenomen door middel van een camera (18) en worden teruggekoppeld aan een gebruiker van de riffelbank (1). Door de afstand tussen het verspanend element (12) in de bewerkingshouder (11) en de mantel (2) van de metalen cilinder (3) te variëren kan ook de kracht welke het verspanend element (12) op de mantel (2) uitoefent worden gevarieerd, en daarmee ook bijvoorbeeld de diepte van de gevormde uitsneden.

In de getoonde uitvoeringsvorm van figuur 3 staat de bewerkingshouder (11) ten opzichte van het frame (5) onder een hoek (a) van ongeveer 25 graden.

Figuur 4 toont schematisch het verspanend werktuig (9) volgens de onderhavige uitvinding. Voor het verspanen van een metalen cilinder (3) omvat het verspanend werktuig (9) een bewerkingshouder (11), voor het houden van ten minste één beitel (12). De bewerking shouder (11) is uitgevoerd als een roterende bewerking shouder (11), welke roteerbaar is om een rotatie-as (19). De bewerking shouder (9) is bijvoorbeeld ingericht om te roteren wanneer het verspanend werktuig (9) een vooraf bepaald aantal bewegingen ten opzichte van het frame heeft uitgevoerd, waarna de beitel (12) in de bewerking shouder (11) bot is geworden. Na een de rotatie neemt een geslepen beitel (12) de plaats in van de botte beitel (12) en kan de bewerking van de cilinder verder gaan.

De bewerking shouder (11) is verplaatsbaar. Daartoe is de bewerkingshouder (11) voorzien van een aandrijving (14) welke is ingericht om de bewerkingshouder (11) over een rails (17) te bewegen.

Figuur 5 toont schematisch een slijpinrichting (20) voor het slijpen van een verspanend element (12) in de bewerkingshouder (11) van het verspanend werktuig (9). De slijpinrichting (20) is op het frame (5) bevestigd, en is voorzien van een slijpsteen (21). Om de verspanende elementen (12) in de bewerkingshouder (11) te slijpen is het verspanend werktuig (9) richting de slijpinrichting (20) beweegbaar, om de afstand tussen een verspanend element (12) in het verspanend werktuig (9) en de slijpinrichting (20) te veranderen. Wanneer het verspanend element (12) dat geslepen moet worden tegen de draaiende slijpsteen (21) wordt bewogen zal het element (12) worden geslepen. De slijpinrichting (20) bevindt zich hiertoe in lijn met het verspanend werktuig (9).

De slijpinrichting (20) is voorzien van een robotarm (22), voorzien van gewrichten (23). Rond deze gewrichten is de robotarm (22) verdraaibaar, zodat de hoek van de slijpsteen (21) ten opzichte van de te slijpen verspanende elementen (12) instelbaar is. De hoek (β) tussen het te slijpen element (12) en de slijpsteen (21) in figuur 5 is ongeveer 25 graden.

Claims (25)

1. Riffelbank voor het in de mantel van een metalen cilinder, zoals een wals, aanbrengen van gevormde uitsneden, omvattende: • een frame, voorzien van: o een cilinderhouder, voor het roteerbaar positioneren van de metalen cilinder; o rotatiemiddelen, voor het roteren van de cilinderhouder om een rotatie-as; en o een zich parallel aan de rotatie-as uitstrekkende geleider; • een over de geleider beweegbaar verspanend werktuig, voor het aanbrengen van gevormde uitsneden in de metalen cilinder; voorzien van een aandrijving, voor het bewegen van het verspanend werktuig over de geleider; • waarbij het verspanend werktuig is ingericht om bij een beweging over de geleider een gedeelte van de metalen cilinder weg te nemen.

2. Riffelbank volgens conclusie 1, waarbij het verspanend werktuig is voorzien van een bewerkingshouder voor een verspanend element, zoals een beitel of een frees

3. Riffelbank volgens conclusie 2, waarbij de bewerkingshouder is ingericht voor het houden van ten minste twee verspanende elementen.

4. Riffelbank volgens conclusie 2 of 3, waarbij de bewerkingshouder roteerbaar is.

5. Riffelbank volgens conclusie 4, waarbij de bewerkingshouder is ingericht om te roteren wanneer het verspanend werktuig een vooraf bepaald aantal bewegingen ten opzichte van het frame heeft uitgevoerd.

6. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bewerkingshouder loodrecht op de lengterichting verplaatsbaar is, zodanig dat de afstand tussen de bewerkingshouder en een in de cilinderhouder geplaatste cilinder instelbaar is.

7. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bewerkingshouder ten opzichte van het frame onder een hoek staat, bij voorkeur onder een hoek tussen 10 en 45 graden, bij voorkeur tussen de 15 en 35 graden.

8. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de cilinderhouder is ingericht om de cilinder te roteren tijdens de beweging van het verspanend werktuig.

9. Riffelbank volgens conclusie 8, waarbij de cilinderhouder is ingericht om gekromde uitsneden aan te brengen in de cilinder.

10. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de geleiding van het frame ten minste één rails omvat, voor het geleiden van het verspanend werktuig.

11. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame is voorzien van een zich in lengterichting uitstrekkende tandheugel, en waarbij het verspanend werktuig is voorzien van een door de aandrijving aangedreven tandwiel, voor het bewegen van het verspanend werktuig langs de tandheugel.

12. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame is voorzien van een ondersteuning, voor het ondersteunen van een in de cilinderhouder geplaatste cilinder.

13. Riffelbank volgens conclusie 12, waarbij de ondersteuning ten minste twee, en bij voorkeur ten minste drie stempels omvat, voor het ondersteunen van een cilinder in de ondersteuning.

14. Riffelbank volgens conclusie 13, waarbij de stempels ten opzichte van elkaar onder een hoek staan, en waarbij de stempels elk beweegbaar zijn richting een centrale as van een in de cilinderhouder te plaatsen cilinder.

15. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, tevens omvattende een besturingseenheid, voor het aansturen van de beweging van het verspanend werktuig en/of de aandrijving van de cilinderhouder.

16. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verspanend werktuig is voorzien van ten minste één camera, voor het opnemen van het riffelen van een cilinder in de riffelbank.

17. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verspanend werktuig is voorzien van een detectie-inrichting, voor het detecteren van de toestand van de verspanende elementen in de bewerkingshouder.

18. Riffelbank volgens conclusie 17, waarbij het verspanend werktuig is ingericht om de bewerking shouder te roteren wanneer de toestand van ten minste één van de verspanende elementen een vooraf bepaalde toestand bereikt.

19. Riffelbank volgens conclusie 17 of 18, waarbij de detectie-inrichting een druksensor omvat.

20. Riffelbank volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame is voorzien van een slijpinrichting, voor het slijpen van een verspanend element, waarbij de slijpinrichting een slijpelement, zoals een slijpsteen omvat.

21. Riffelbank volgens conclusie 20, waarbij het verspanend werktuig richting de slijpinrichting beweegbaar is, om de afstand tussen een verspanend element in het verspanend werktuig en de slijpinrichting te veranderen.

22. Riffelbank volgens conclusie 20 of 21, ingericht om de verspanende elementen te slijpen wanneer de verspanende elementen een vooraf bepaalde toestand hebben bereikt.

23. Riffelbank volgens conclusie 20, 21 of 22, waarbij de slijpinrichting een robotarm omvat, voorzien van ten minste twee gewrichten.

24. Riffelbank volgens conclusie 23, waarbij de robotarm is ingericht om de hoek van de slijpinrichting ten opzichte van het verspanend element in te stellen door rotatie van de robotarm rond ten minste één van de gewrichten.

25. Werkwijze voor het riffelen van een metalen cilinder, in het bijzonder in een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van het: • plaatsen van een cilinder in een roteerbare cilinderhouder; • instellen van een afstand tussen een verspanend element van een verspanend werktuig en de mantel van de cilinder; • in lengterichting bewegen van het verspanende element langs de cilinder en daarmee wegnemen van een deel van de cilinder, en het • roteren van de cilinderhouder.