NL2013780B1 - Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use. - Google Patents

Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use. Download PDF

Info

Publication number
NL2013780B1
NL2013780B1 NL2013780A NL2013780A NL2013780B1 NL 2013780 B1 NL2013780 B1 NL 2013780B1 NL 2013780 A NL2013780 A NL 2013780A NL 2013780 A NL2013780 A NL 2013780A NL 2013780 B1 NL2013780 B1 NL 2013780B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotator
mowing
grinding device
control means
arm
Prior art date
Application number
NL2013780A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Willem Schreuders Aart
George Schreuders Johan
Original Assignee
Rilu B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rilu B V filed Critical Rilu B V
Priority to NL2013780A priority Critical patent/NL2013780B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2013780B1 publication Critical patent/NL2013780B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/835Mowers; Mowing apparatus of harvesters specially adapted for particular purposes
    • A01D34/86Mowers; Mowing apparatus of harvesters specially adapted for particular purposes for use on sloping ground, e.g. on embankments or in ditches
    • A01D34/863Mowers; Mowing apparatus of harvesters specially adapted for particular purposes for use on sloping ground, e.g. on embankments or in ditches and for mowing around obstacles, e.g. posts, trees, fences or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/835Mowers; Mowing apparatus of harvesters specially adapted for particular purposes
    • A01D34/84Mowers; Mowing apparatus of harvesters specially adapted for particular purposes for edges of lawns or fields, e.g. for mowing close to trees or walls

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een maaiinrichting voor het om objecten heen maaien, omvattende: - een draaggestel dat is ingericht om aan een voertuig aanbrengbaar te zijn; - een eerste arm die met een eerste rotator roteerbaar is verbonden met het draaggestel; - een tweede arm die met een tweede rotator roteerbaar is verbonden met de eerste arm; - een met een derde rotator roteerbaar aan de tweede arm aangebracht maaigestel dat ten minste één maaikop omvat; - regelmiddelen voor het zodanig aansturen van de eerste, tweede en derde rotator dat de ten minste één maaikop ten minste gedeeltelijk rondom het te maaien object verplaatsbaar is. Verder heeft de uitvinding betrekking op een daarvan voorzien voertuig, alsmede op een werkwijze voor het met een dergelijke maaiinrichting maaien rondom een object.The present invention relates to a mowing device for mowing around objects, comprising: - a support frame adapted to be mountable on a vehicle; - a first arm rotatably connected to the support frame with a first rotator; - a second arm rotatably connected to the first arm with a second rotator; - a mowing device rotatably mounted on the second arm with a third rotator and comprising at least one mowing head; - control means for controlling the first, second and third rotator such that the at least one cutting head is movable at least partially around the object to be mowed. The invention further relates to a vehicle provided therewith, as well as to a method for mowing around an object with such a mowing device.

Description

MAAIINRICHTING, DAARVAN VOORZIEN VOERTUIG, EN WERKWIJZE VOOR DECUTTING DEVICE, SUCH FITTED WITH VEHICLE AND METHOD FOR

TOEPASSING DAARVANAPPLICATION THEREOF

De uitvinding heeft betrekking op een maalinrichting voor het om objecten heen maaien, alsmede op een van een dergelijke maalinrichting voorzien voertuig. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het met een dergelijke maalinrichting maaien rondom een object/obstakel.The invention relates to a grinding device for mowing around objects, and to a vehicle provided with such a grinding device. In addition, the invention relates to a method for mowing around an object / obstacle with such a grinding device.

Wanneer grote oppervlakken dienen te worden gemaaid, worden veelal voertuigen met speciaal ingerichte maaimachines ingezet. Een voorbeeld van een veelgebruikte combinatie betreft een tractor die is voorzien van een klepelmaaier. Dergelijke machines zijn ingericht om grote oppervlakken relatief snel te kunnen maaien, maar ontberen de mogelijkheid om zeer nauwkeurig rondom objecten, zoals bomen, verkeerspalen, etc. te kunnen maaien. Als gevolg hiervan is handmatige nabewerking met zogenaamde bosmaaiers noodzakelijk. Het gebruik van een bosmaaier is arbeidsintensief, fysiek zwaar en risicovol. Bosmaaiers zijn zware machines die door een persoon met behulp van een harnas worden gedragen. Tussen het te maaien gras liggende objecten kunnen met gevaarlijke snelheden worden weggeslagen, en om deze reden dienen gebruikers beschermende kleding, inclusief helm met gezichtsbescherming, te dragen. De zware bosmaaier, gecombineerd met de beschermende kleding, maakt maaien in het zomerseizoen fysiek erg zwaar. Daarnaast produceren bosbeschermers veel lawaai, waardoor gebruikers genoodzaakt zijn om gehoorbescherming te dragen. Het lawaai zal tijdens de werkzaamheden echter ook geluidsoverlast voor de nabije omgeving met zich meebrengen. Verder zijn bosmaaiers doorgaans voorzien van een 2-takt motor, die een relatief hoge belasting op het milieu met zich meebrengt. Indien het gebruik van een bosmaaier kan worden gereduceerd door een voertuig met een dieselmotor, is dat minder milieubelastend.When large areas need to be mowed, vehicles with specially equipped mowers are often used. An example of a commonly used combination is a tractor equipped with a flail mower. Such machines are arranged to be able to mow large surfaces relatively quickly, but lack the ability to be able to mow very accurately around objects, such as trees, traffic poles, etc. As a result, manual post-processing with so-called brushcutters is necessary. The use of a brush cutter is labor-intensive, physically demanding and risky. Brushcutters are heavy machines that are carried by a person with the help of a harness. Objects lying between the grass to be mowed can be thrown away at dangerous speeds, and for this reason users should wear protective clothing, including a face-shielded helmet. The heavy brush cutter, combined with the protective clothing, makes mowing physically very heavy during the summer season. In addition, forest protectors produce a lot of noise, which forces users to wear hearing protection. However, the noise during the work will also cause noise nuisance for the nearby area. Furthermore, brushcutters are usually equipped with a 2-stroke engine, which entails a relatively high burden on the environment. If the use of a brush cutter can be reduced by a vehicle with a diesel engine, it is less harmful to the environment.

Om de noodzaak van nabewerking met bosmaaiers te reduceren is het gewenst om een maalinrichting te verschaffen die in staat is om nauwkeuriger rondom objecten te kunnen maken.In order to reduce the need for post-processing with brushcutters, it is desirable to provide a grinding device capable of making objects more accurately around objects.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een maalinrichting te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.An object of the present invention is to provide a grinding device in which the disadvantages mentioned do not occur, or at least to a lesser extent.

Het genoemde doel is bereikt met de maalinrichting voor het om objecten heen maaien volgens de uitvinding, omvattende: - een draaggestel dat is ingericht om aan een voertuig aanbrengbaar te zijn; - een eerste arm die met een eerste rotator roteerbaar is verbonden met het draaggestel; - een tweede arm die met een tweede rotator roteerbaar is verbonden met de eerste arm; - een met een derde rotator roteerbaar aan de tweede arm aangebracht maaigestel dat ten minste één maaikop omvat; - regelmiddelen voor het zodanig aansturen van de eerste, tweede en derde rotator dat de ten minste één maaikop ten minste gedeeltelijk rondom het te maaien object verplaatsbaar is. Doordat de eerste, tweede en derde arm met rotators roteerbaar verbonden zijn en de regelmiddelen zijn ingericht om de ten minste één maaikop ten minste gedeeltelijk rondom het te maaien object te verplaatsen, is het met de maalinrichting volgens de uitvinding mogelijk dicht rondom een object te maaien. De noodzaak van nabewerking met een bosmaaier wordt hierdoor geminimaliseerd.Said object has been achieved with the grinding device for mowing objects according to the invention, comprising: - a support frame which is adapted to be attachable to a vehicle; - a first arm rotatably connected to the support frame with a first rotator; - a second arm rotatably connected to the first arm with a second rotator; - a mowing device rotatably mounted on the second arm with a third rotator and comprising at least one mowing head; - control means for controlling the first, second and third rotator such that the at least one cutting head is movable at least partially around the object to be mowed. Because the first, second and third arm are rotatably connected to rotators and the control means are arranged to move the at least one cutting head at least partially around the object to be mowed, it is possible with the grinding device according to the invention to mow close to an object . This minimizes the need for post-processing with a brush cutter.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de regelmiddelen ingericht om tijdens het rondom een object heen maaien de eerste rotator en de tweede rotator in tegengestelde rotatierichting aan te sturen, en tegelijkertijd de eerste rotator en derde rotator in dezelfde rotatierichting aan te sturen. Hierdoor zal de beweging van de ten minste één maaikop ten minste een gedeeltelijke boog rondom het te maaien object beschrijven. Als het voertuig stil staat, zal deze boog een cirkel zijn. De maalinrichting volgens de uitvinding zal de maaikoppen rondom het object draaien, waarbij het object zich in het virtuele draaipunt van de door de maaikoppen beschreven cirkel bevindt.According to a preferred embodiment, the control means are adapted to drive the first rotator and the second rotator in the opposite direction of rotation while mowing around an object, and simultaneously control the first rotator and third rotator in the same direction of rotation. As a result, the movement of the at least one cutting head will describe at least a partial arc around the object to be mowed. If the vehicle is stationary, this arc will be a circle. The milling device according to the invention will rotate the cutting heads around the object, the object being located in the virtual pivot point of the circle described by the cutting heads.

Wanneer volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm het draaggestel een afstandhouder omvat waarop de eerste rotator is aangebracht en waarbij de eerste arm ten minste korter is dan de afstandhouder, is de afstandhouder voor het voertuig langs beweegbaar. Hierdoor wordt een beweging toegestaan die het mogelijk maakt om de boogvorm rondom het te maaien object met de constructie van roteerbaar aan elkaar bevestigde armen mogelijk te maken.According to a further preferred embodiment, when the support frame comprises a spacer on which the first rotator is arranged and wherein the first arm is at least shorter than the spacer, the spacer is movable along the vehicle. This allows a movement that makes it possible to make the arc shape around the object to be mowed possible with the construction of rotatably attached arms.

Doordat de regelmiddelen volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm ten minste schakelbaar zijn tussen een heengaande en een teruggaande schakeltoestand, kan het maaigestel met de ten minste één maaikop, nadat deze in een boog rondom een te maaien object heeft bewogen, terug worden bewogen naar een beginstand. Een voertuig waarop de maalinrichting is aangebracht kan vervolgens verder rijden en de maalinrichting positioneren voor het maaien van een volgend object.Because the control means according to a further preferred embodiment are at least switchable between a forward and a return switching state, the mowing device with the at least one cutting head can be moved back to an initial position after it has moved in an arc around an object to be mowed. A vehicle on which the grinding device is mounted can then continue to move and position the grinding device for mowing a following object.

Indien de regelmiddelen verder een neutrale schakeltoestand omvatten, kunnen deze desgewenst permanent van energie worden voorzien. Zo kan een hydraulische of pneumatische motor van een voertuig waarop de maalinrichting is aangebracht permanent fluïdum rondpompen, en kunnen de regelmiddelen enkel voor een doorgeleiding van dit fluïdum zorgen wanneer aansturing van de rotators van de maalinrichting gewenst is.If the control means further comprise a neutral switching state, they can, if desired, be permanently supplied with energy. For example, a hydraulic or pneumatic motor of a vehicle on which the grinding device is mounted can pump fluid continuously, and the control means can only ensure that this fluid is passed on when driving the rotators of the grinding device is desired.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten ten minste de eerste rotator en de derde rotator een eigen hydraulische motor die in hoofdzaak identiek zijn en zodanig in fluïdumverbinding staan dat ze tijdens gebruik een zelfde rotatierichting hebben. Met ‘in hoofdzaak identiek’ wordt bedoeld dat de hydraulische motoren bij een zelfde doorstroming in hoofdzaak een zelfde hoekverdraaiing ondergaan. De richting van de hoekverdraaiing kan dezelfde zijn (bij voorkeur bij de eerste en derde rotator) of tegengesteld zijn (bij voorkeur bij de eerste en tweede rotator). Hoewel het denkbaar is dat de rotators als elektromotoren worden uitgevoerd, is het bijzonder voordelig wanneer de actuatoren hydraulisch of pneumatisch zijn en met elkaar gekoppeld zijn doordat ze in fluïdumverbinding met elkaar staan. Een complexe regeling die nodig zou zijn om de synchroniciteit tussen elektromotoren te waarborgen is hierdoor overbodig, wat bijdraagt aan de betrouwbaarheid en robuustheid van de maalinrichting. Ten opzichte van een mechanische overbrenging heeft een fluïdumverbinding het voordeel dat deze flexibel langs de armen te geleiden is, en daardoor extra flexibiliteit verschaft. Zo kan een fluïdumleiding langs een scharnierbare tweede arm, die in het navolgende nog zal worden toegelicht, worden geleid.According to a further preferred embodiment, at least the first rotator and the third rotator comprise their own hydraulic motor which are substantially identical and are in fluid communication such that they have the same direction of rotation during use. By "substantially identical" is meant that the hydraulic motors undergo substantially the same angular rotation with the same flow. The direction of the angular rotation can be the same (preferably with the first and third rotator) or the opposite (preferably with the first and second rotator). Although it is conceivable that the rotators are designed as electric motors, it is particularly advantageous if the actuators are hydraulic or pneumatic and are coupled to each other because they are in fluid communication with each other. A complex control that would be necessary to guarantee the synchronicity between electric motors is therefore superfluous, which contributes to the reliability and robustness of the grinding device. Compared to a mechanical transmission, a fluid connection has the advantage that it can be guided flexibly along the arms, thereby providing additional flexibility. A fluid line can thus be guided along a pivotable second arm, which will be explained in more detail below.

Een synchrone aansturing van de eerste rotator en tweede rotator kan worden verkregen indien volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de eerste rotator en de tweede rotator een eigen hydraulische motor omvatten die in hoofdzaak identiek zijn en zodanig in fluïdumverbinding staan dat de rotatierichting van de rotators tegengesteld is. Indien alle drie de rotators in hoofdzaak identieke hydraulische motors omvatten, kan bovendien een enkel systeem voor de aansturing worden toegepast.Synchronous control of the first rotator and second rotator can be obtained if, according to a further preferred embodiment, the first rotator and the second rotator comprise their own hydraulic motor which are substantially identical and are in fluid communication such that the rotational direction of the rotators is opposite. Moreover, if all three rotators comprise substantially identical hydraulic motors, a single control system can be used.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm staan de eerste rotator, staan de tweede rotator en de derde rotator zodanig via een fluïdumverbinding in serieschakeling met elkaar dat in de heengaande schakeltoestand van de regelmiddelen fluïdum van de regelmiddelen naar de eerste rotator, van de eerste rotator naar de tweede rotator, van de tweede rotator naar de derde rotator, en vervolgens van de derde rotator terug naar de regelmiddelen stroomt. Een enkele fluïdumstroom, die kan worden opgewekt door een fluïdumpomp van het voertuig waarop de maalinrichting is aangebracht, kan zo worden aangewend om alle drie de actuators via een enkel systeem en synchroon aan te sturen.According to a still further preferred embodiment, the first rotator, the second rotator and the third rotator are connected in series via a fluid connection such that in the forward switching state of the control means fluid from the control means to the first rotator, from the first rotator to the second rotator, flows from the second rotator to the third rotator, and then from the third rotator back to the control means. A single fluid flow, which can be generated by a fluid pump of the vehicle on which the milling device is mounted, can thus be used to control all three actuators via a single system and synchronously.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm staan de eerste rotator, de tweede rotator en de derde rotator zodanig via een fluïdumverbinding in serieschakeling met elkaar dat in de teruggaande schakeltoestand van de regelmiddelen fluïdum van de regelmiddelen naar de derde rotator, van de derde rotator naar de tweede rotator, van de tweede rotator naar de eerste rotator, en vervolgens van de eerste rotator terug naar de regelmiddelen stroomt. De regelmiddelen schakelen voor de terugbeweging van de maalinrichting naar een tegengestelde doorstroming van de actuators.According to a still further preferred embodiment, the first rotator, the second rotator and the third rotator are connected in series via a fluid connection such that in the return switching state of the control means fluid from the control means to the third rotator, from the third rotator to the second rotator , flows from the second rotator to the first rotator, and then from the first rotator back to the control means. For the return movement of the milling device, the control means switch to an opposite flow of the actuators.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de eerste rotator en de tweede rotator mechanisch gekoppeld, bijvoorbeeld met een (getande) riem of ketting.According to an alternative embodiment, the first rotator and the second rotator are mechanically coupled, for example with a (toothed) belt or chain.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het maaigestel voorzien van één of meer zich van het maaigestel uitstrekkende maaiarmen die ieder ten minste één maaikop omvatten. Dergelijke maaiarmen, ook wel maaidekken genoemd, plaatsen de maaikop op enige afstand van het maaigestel, waardoor een grotere flexibiliteit in omvang van te maaien objecten ontstaat.According to a still further preferred embodiment, the mowing device is provided with one or more mowing arms extending from the mowing device, each of which comprises at least one mowing head. Such mowing arms, also referred to as mowing decks, place the mowing head at some distance from the mowing device, whereby a greater flexibility in the size of objects to be mowed is created.

Bijzonder voordelig is het wanneer het maaigestel van twee maaiarmen is voorzien, die bij het maaien aan weerszijden van het object geplaatst worden. Het volstaat dan immers om het maaigestel een halve cirkelvorm, d.w.z. 180°, te laten beschrijven om volledig rondom het object te maaien. Deze halve cirkelvorm brengt het bijzondere voordeel met zich mee dat een voertuig kan aanrijden totdat het te maaien object zich op een vooraf bepaalde positie tussen de maaiarmen bevindt. Tijdens het maaien doorloopt het maaigestel met de maaidekken een rotatie van 180°, waardoor deze na de maaibewerking zodanig is georiënteerd dat het voertuig rechtdoor kan rijden. In de tussentijd dat het voertuig de maalinrichting naar een volgend object verplaatst, kan de maalinrichting terug draaien naar zijn beginstand.It is particularly advantageous if the mowing device is provided with two mowing arms which are placed on either side of the object when mowing. After all, it is then sufficient for the mowing device to describe a semi-circular shape, i.e. 180 °, to mow completely around the object. This semi-circular shape has the special advantage that a vehicle can collide until the object to be mowed is at a predetermined position between the mowing arms. During mowing, the cutting unit with the cutting decks undergoes a rotation of 180 °, so that it is oriented after the mowing operation so that the vehicle can drive straight on. In the meantime that the vehicle moves the grinding device to a subsequent object, the grinding device can rotate back to its starting position.

Als volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm de zich van het maaigestel uitstrekkende maaiarmen zijn voorzien van ten minste twee, en meer bij voorkeur ten minste drie, maaikoppen, kan een grotere maaigebied rondom het object bestreken worden. Bij voorkeur sluiten de maaibanen van de afzonderlijke maaikoppen in radiale richting vanaf het object op elkaar aan, waarbij naastgelegen maaikoppen ieder een bepaald bereik vanaf het object maaien.If, according to a still further preferred embodiment, the mowing arms extending from the mowing device are provided with at least two, and more preferably at least three, mowing heads, a larger mowing area can be covered around the object. The mowing paths of the individual mowing heads preferably connect to each other in the radial direction from the object, with adjacent mowing heads each mowing a certain range from the object.

Maaikoppen die zijn voorzien van slijtvaste draad, zoals staaldraad, maaien erg goed en behoeven relatief weinig onderhoud. Ze hebben echter het nadelen dat ze het te maaien object kunnen beschadigen. Om beschadiging van het te maaien object te voorkomen, zijn volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de nabij het maaigestel aangebrachte maaikoppen voorzien van een inrichting voor het opnemen van een verbruikshoeveelheid slijtbaar draad. Dergelijke maaikoppen die zijn voorzien met draad dat afbreekt voordat het objecten kan beschadigen worden ook wel poetskoppen genoemd. De overige maaikoppen zijn bijvoorbeeld voorzien van slijtvast staaldraad, dat relatief gezien slechts zeer langzaam slijt.Cutting heads that are provided with wear-resistant wire, such as steel wire, mow very well and require relatively little maintenance. However, they have the disadvantages that they can damage the mowing object. In order to prevent damage to the object to be mowed, according to a further preferred embodiment, the mowing heads arranged near the mowing device are provided with a device for receiving a consumption amount of wearable wire. Such cutting heads that are provided with wire that breaks off before it can damage objects are also called cleaning heads. The other cutter heads are, for example, provided with wear-resistant steel wire, which relatively only wears very slowly.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het maaigestel voorzien van twee uitstrekkende maaiarmen die zodanig onderling verschuifbaar aan het maaigestel zijn aangebracht, dat de afstand tussen de maaiarmen instelbaar is. Hierdoor is het mogelijk om de maaikoppen op de twee uitstrekkende armen op een gewenste afstand aan weerszijden van een object te positioneren. De maalinrichting is hierdoor instelbaar voor verschillende afmetingen objecten, die telkens tot dicht nabij de omtrek daarvan maaibaar zijn.According to a still further preferred embodiment, the mowing device is provided with two extending mowing arms which are arranged so as to be mutually displaceable on the mowing device that the distance between the mowing arms is adjustable. This makes it possible to position the cutting heads on the two extending arms at a desired distance on either side of an object. As a result, the grinding device is adjustable for different dimensions of objects, which are each mowable up to close to the circumference thereof.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een stoporgaan voorzien dat voorkomt dat de maaiarmen het object te dicht kunnen benaderen. Een dergelijke stoporgaan kan bijvoorbeeld een slang omvatten die bij indrukken een verdere toenadering van de maaiarmen tot het object voorkomt.In a further preferred embodiment a stop member is provided which prevents the mowing arms from being able to approach the object too closely. Such a stop member can for instance comprise a hose which when pressed in prevents a further rapprochement of the mowing arms to the object.

De maalinrichting is bijzonder flexibel inzetbaar indien het maaigestel met de daaraan aangebrachte armen met één of meer maaikoppen op verschillende afstanden naast het voertuig plaatsbaar is. Teneinde dit te bereiken is de eerste en/of tweede arm volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm in lengte verstelbaar. Deze verstelbaarheid kan worden verkregen door de eerste en/of tweede arm uit te voeren als een schaararm, d.w.z. met twee t.o.v. elkaar scharnierbare armsegmenten. Alternatief kunnen de eerste en/of tweede arm uitschuifbaar worden gemaakt.The milling device can be used in a particularly flexible manner if the mowing device with the arms arranged thereon can be placed at different distances alongside the vehicle with one or more mowing heads. In order to achieve this, the first and / or second arm is adjustable in length according to a further preferred embodiment. This adjustability can be obtained by designing the first and / or second arm as a scissor arm, i.e. with two arm segments pivotable relative to each other. Alternatively, the first and / or second arm can be made extendable.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de afstandhouder zodanig scharnierbaar aan het draaggestel aangebracht, dat de afstandhouder verplaatsbaar is tussen een ingeklapte transportstand en een uitgeklapte bedrijfsstand.According to a still further preferred embodiment, the spacer is pivotally mounted on the support frame such that the spacer is displaceable between a collapsed transport position and an unfolded operating position.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de maalinrichting voorzien van een hulp-maaigestel, dat een zijwaarts t.o.v. het voertuig uitschuifbare arm omvat, waaraan ten minste één maaikop, bij voorkeur een poetskop, is voorzien.According to a still further preferred embodiment, the grinding device is provided with an auxiliary mowing device, which comprises an arm extendable laterally with respect to the vehicle, on which at least one mowing head, preferably a cleaning head, is provided.

De uitvinding heeft verder betrekking op een voertuig omvattende een maalinrichting zoals in het voorgaande beschreven.The invention further relates to a vehicle comprising a grinding device as described in the foregoing.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het met een hierboven beschreven maalinrichting maaien rondom een object, omvattende de stappen van: - het nabij een te maaien object plaatsen van de ten minste één maaikop; - het met de regelmiddelen zodanig aansturen van de eerste, tweede en derde rotator dat de ten minste één maaikop een beweging doorloopt die ten minste gedeeltelijke rondom het te maaien object loopt.The invention further relates to a method for mowing around an object with a grinding device described above, comprising the steps of: - placing the at least one cutting head close to an object to be mowed; - controlling the first, second and third rotator with the control means such that the at least one cutting head goes through a movement which runs at least partially around the object to be mowed.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze sturen de regelmiddelen tijdens het rondom een object heen maaien de eerste rotator en de tweede rotator in tegengestelde rotatierichting aan, en sturen ze tegelijkertijd de eerste rotator en derde rotator in dezelfde rotatierichting aan.According to a preferred embodiment of the method, during mowing around an object, the control means control the first rotator and the second rotator in the opposite direction of rotation, and simultaneously control the first rotator and third rotator in the same direction of rotation.

In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:In the following description, preferred embodiments of the present invention are further explained with reference to the drawing, in which:

Figuur 1: een perspectivische weergave van een maalinrichting volgens de uitvinding;Figure 1: a perspective view of a grinding device according to the invention;

Figuur 2: een schematisch bovenaanzicht van de in figuur 1 getoonde maalinrichting in een transportstand;Figure 2: a schematic top view of the milling device shown in Figure 1 in a transport position;

Figuur 3: een schematisch bovenaanzicht van de maalinrichting in een gedeeltelijk uitgeklapte stand;Figure 3: a schematic top view of the milling device in a partially folded-out position;

Figuren 4-11: schematische bovenaanzichten van de maalinrichting in acht opeenvolgende fasen van een arbeidsstand;Figures 4-11: schematic top views of the grinder in eight consecutive phases of an operating position;

Figuur 12: een schematische weergave van de aansturing van de maalinrichting in een ruststand;Figure 12: a schematic representation of the control of the milling device in a rest position;

Figuur 13: een schematische weergave van de aansturing van de maalinrichting tijdens het doorlopen van een maaibewerking rondom een object;Figure 13: a schematic representation of the control of the milling device during the traversing of a mowing operation around an object;

Figuur 14: een schematische weergave van de aansturing van de maalinrichting tijdens het naar een beginstand terug bewegen van de maalinrichting;Figure 14: a schematic representation of the control of the milling device during the return movement of the milling device to a starting position;

Figuur 15: een perspectivische weergave van een voorkeursuitvoeringsvorm van een maalinrichting volgens de uitvinding;Figure 15: a perspective view of a preferred embodiment of a grinding device according to the invention;

Figuur 16: een perspectivische weergave vanaf de andere zijde van de in figuur 15 getoonde maalinrichting.Figure 16: a perspective view from the other side of the milling device shown in Figure 15.

In figuur 1 wordt een maalinrichting 1 getoond die met een draaggestel 2 is aangebracht op een voertuig 78. De maalinrichting 1 is ingericht voor het om objecten O heen maaien, en omvat een afstandhouder 4 die aan het draaggestel is aangebracht.Figure 1 shows a grinding device 1 which is mounted on a vehicle 78 with a support frame 2. The grinding device 1 is adapted to mow around objects O and comprises a spacer 4 which is arranged on the support frame.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de afstandhouder 4 scharnierbaar rond een scharnier 6 aan het draaggestel 2 aangebracht, en is een rotatieorgaan 8 in de vorm van een hydraulische cilinder voorzien om de afstandhouder 4 tussen een (niet getoonde) in hoofdzaak ingeklapte transportstand en een in de figuur 1 getoonde uitgeklapte arbeidsstand te kunnen verplaatsen.In the preferred embodiment shown, the spacer 4 is pivotally mounted around a hinge 6 on the support frame 2, and a rotation member 8 in the form of a hydraulic cylinder is provided around the spacer 4 between a transport position (not shown) which is substantially collapsed and move the folded working position shown in Figure 1.

Een eerste arm 10 is met een eerste rotator 24 roteerbaar verbonden met de afstandhouder 4, en verder is een tweede arm 14 voorzien die met een tweede rotator 26 roteerbaar is verbonden met de eerste arm 10. Aan deze tweede arm 14 is met een derde rotator 28 een maaigestel 52 aangebracht, dat ten minste één maaikop 62 omvat. Tenslotte omvat de maalinrichting 1 regelmiddelen 32 voor het zodanig aansturen van de eerste rotator 24, tweede rotator 26 en derde rotator 28, dat de ten minste één maaikop 62 ten minste gedeeltelijk rondom het te maaien object O verplaatsbaar is. De eerste rotator 24 heeft een rotatieas Ri, de tweede rotator 26 een rotatieas R2, en de derde rotator 28 een derde rotatieas R3.A first arm 10 is rotatably connected to the spacer 4 with a first rotator 24, and furthermore a second arm 14 is provided which is rotatably connected to the first arm 10 with a second rotator 26. To this second arm 14 is connected to a third rotator 28 a cutting device 52 is provided, which comprises at least one cutting head 62. Finally, the grinding device 1 comprises control means 32 for controlling the first rotator 24, second rotator 26 and third rotator 28 such that the at least one cutting head 62 can be moved at least partially around the object O to be mowed. The first rotator 24 has an axis of rotation R1, the second rotator 26 has an axis of rotation R2, and the third rotator 28 has a third axis of rotation R3.

De tweede arm 14 heeft een schaarconstructie doordat deze is opgedeeld in twee deelsegmenten 16 en 18, die met een scharnier 20 zijn verbonden. Hierdoor is de tweede arm 14 in lengte verstelbaar, en kan het maaigestel 52 door een bestuurder van het voertuig 78 in zijwaartse richting op een gewenste afstand van het voertuig 78 worden gepositioneerd, zodat de maaikoppen 62 nabij een te maaien object O kunnen worden geplaatst alvorens de rondgaande maaibewerking te starten. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm zijn de linker maaiarm 54 en rechter maaiarm 58 beiden voorzien van slechts één maaikop 62, die in de getoonde uitvoeringsvorm een zogenaamde poetskop 64 omvat. Een poetskop 64 is voorzien van draad dat eenvoudig afbreekt, waardoor beschadiging aan het te maaien object O als gevolg van het maaien wordt voorkomen.The second arm 14 has a scissor construction in that it is divided into two sub-segments 16 and 18, which are connected with a hinge 20. The second arm 14 is hereby adjustable in length, and the mowing device 52 can be positioned laterally by a driver of the vehicle 78 at a desired distance from the vehicle 78, so that the mowing heads 62 can be placed near an object O to be mowed before start the circular mowing operation. In the embodiment shown in Figure 1, the left-hand mowing arm 54 and right-hand mowing arm 58 are both provided with only one mowing head 62, which in the embodiment shown comprises a so-called cleaning head 64. A cleaning head 64 is provided with wire that simply breaks off, thereby preventing damage to the object O to be mowed as a result of mowing.

Het maaigestel 52 is in de in figuur 1 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van twee maai armen 54, 58, wat bijzonder voordelig is. Zoals aan de hand van de bovenaanzichten in de figuren 2-11 in verschillende fases zal worden toegelicht, is het met twee maaiarmen 54, 58 mogelijk om bijzonder efficiënt te werken. Met twee maaiarmen 54, 58 die aan weerszijden van het object O worden geplaatst is het mogelijk om met een slag van 180° volledig rondom het object O te maaien. Een bijzonder praktisch gevolg van de omkering van de maalinrichting 1 is dat deze na de maaibewerking zodanig is georiënteerd dat het voertuig 78 meteen rechtdoor kan rijden. In de tussentijd dat het voertuig 78 de maalinrichting 1 naar een volgend object O verplaatst, zullen de regelmiddelen 32 van de maalinrichting 1 het maaigestel 52 terug draaien naar zijn beginstand, zodat deze klaar staat voor een volgende maaibewerking.In the preferred embodiment shown in Figure 1, the mowing device 52 is provided with two mowing arms 54, 58, which is particularly advantageous. As will be explained in various phases on the basis of the plan views in figures 2-11, it is possible with two mowing arms 54, 58 to work particularly efficiently. With two mowing arms 54, 58 that are placed on either side of the object O, it is possible to mow completely around the object O with a 180 ° stroke. A particularly practical consequence of the reversing of the milling device 1 is that, after the mowing operation, it is oriented such that the vehicle 78 can immediately drive straight ahead. In the meantime that the vehicle 78 moves the grinding device 1 to a following object O, the control means 32 of the grinding device 1 will rotate the mowing device 52 back to its initial position, so that it is ready for a subsequent mowing operation.

In figuur 2 wordt een mogelijke transporttoestand van een maalinrichting 1 volgens de uitvinding getoond. In een alternatieve (niet getoonde) transportstand is de tweede arm 14 in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste arm 10 en dwars op de langsrichting van het voertuig 78 gepositioneerd, waarbij de maaiarmen 54, 48 zich in voorwaartse richting van het voertuig 78 vandaan uitstrekken. Deze alternatieve transportstand heeft het verdere voordeel dat de maalinrichting 1 in de transportstand bruikbaar is voor maai werkza amheden vóór het voertuig 78.Figure 2 shows a possible transport condition of a grinding device 1 according to the invention. In an alternative (not shown) transport position, the second arm 14 is positioned substantially parallel to the first arm 10 and transversely of the longitudinal direction of the vehicle 78, the mowing arms 54, 48 extending away from the vehicle 78 in the forward direction. This alternative transport position has the further advantage that the milling device 1 in the transport position can be used for mowing operations in front of the vehicle 78.

De maalinrichting 1 bevindt zich in figuur 2 in hoofdzaak voor het voertuig 78, zodat deze een beperkte breedte heeft. Wanneer het voertuig een te maaien gebied G met objecten O nadert, wordt de maalinrichting 1 naar een werkzame arbeidsstand gebracht. Daartoe wordt de afstandhouder 4 met het rotatieorgaan 8 rondom scharnier 6 gescharnierd in de uitklaprichting Ui, waardoor de afstandhouder 4 in een oriëntatie wordt gebracht waarin deze zich in hoofdzaak voorwaarts van het voertuig 78 vandaan uitstrekt (figuur 3). Het maaigestel 52 wordt hierdoor van een positie voor het aan het voertuig 78 aangebrachte draaggestel 2 naar een positie naast het draaggestel 2 gebracht. Het maaigestel 52 bevindt zich nu naast en enigszins voor het voertuig 78, d.w.z. enigszins boven het te maaien gebied G. Door de tweede arm 14 in de richting U2 te verlengen wordt het maaigestel verder zijwaarts ten opzichte van het draaggestel 2 en het voertuig 78 verplaatst, waardoor het maaigestel 52 in hoofdzaak voor object O wordt geplaatst (figuur 4).The milling device 1 is located in Figure 2 mainly in front of the vehicle 78, so that it has a limited width. When the vehicle approaches an area G to be mowed with objects O, the milling device 1 is brought to an operative working position. To this end, the spacer 4 with the rotary member 8 is pivoted around hinge 6 in the fold-out direction U1, whereby the spacer 4 is brought into an orientation in which it extends substantially forward of the vehicle 78 (Fig. 3). The mowing device 52 is hereby brought from a position for the support frame 2 arranged on the vehicle 78 to a position adjacent to the support frame 2. The mowing device 52 is now adjacent and slightly in front of the vehicle 78, ie slightly above the area to be mowed. By extending the second arm 14 in the direction U2, the mowing device is moved further sideways relative to the support frame 2 and the vehicle 78. whereby the mowing device 52 is placed substantially in front of object O (figure 4).

De maaiarmen 54, 58 worden voldoende ver uit elkaar verplaatst, dat het object O daartussen past. Vervolgens kan het voertuig in de rijrichting D voorwaarts rijden, totdat het object O zich in hoofdzaak tussen de maaikoppen 62, ofwel poetskoppen 64, bevindt (figuur 5). Vervolgens worden de maaiarmen in de breedte-instelrichting B naar elkaar toe bewogen totdat de maaikoppen 62, 64 zich op een gewenste afstand van het object O bevinden. Deze breedte-instelling is mogelijk doordat de linker maaiarm 54 in een geleiding 56 is opgenomen, en doordat de rechter maaiarm 58 in een geleiding 60 is opgenomen. De voorbereidingsfase is met deze breedte-instelling van de maaiarmen 54 afgerond, en de werkelijke maaibewerking, die getoond wordt in de figuren 6-10, kan nu starten.The mowing arms 54, 58 are moved sufficiently far apart for the object O to fit between them. The vehicle can then drive forward in the direction of travel D, until the object O is substantially between the cutting heads 62, or cleaning heads 64, (Figure 5). The mowing arms are then moved towards each other in the width adjustment direction B until the mowing heads 62, 64 are at a desired distance from the object O. This width adjustment is possible because the left-hand mowing arm 54 is included in a guide 56, and because the right-hand mowing arm 58 is included in a guide 60. The preparation phase is completed with this width adjustment of the mowing arms 54, and the actual mowing operation shown in Figures 6-10 can now start.

In figuur 6 wordt getoond hoe de maaikoppen 62, 64 zich nabij het object O bevinden en in een rotatierichting Rm worden geroteerd, waardoor de maaibewerking start. De regelmiddelen 32 sturen vervolgens de eerste, tweede en derde rotators 24, 26, 28 zodanig aan dat de maaikoppen 62, 64 in de maairichting M om het object O heen worden verplaatst. Opeenvolgende stadia van deze maaibewerking worden getoond in de figuren 7-10, waarin het voltooide gemaaide gebied V wordt weergegeven.Figure 6 shows how the cutting heads 62, 64 are located near the object O and are rotated in a direction of rotation Rm, whereby the mowing operation starts. The control means 32 then control the first, second and third rotators 24, 26, 28 such that the cutting heads 62, 64 are moved around the object O in the mowing direction M. Successive stages of this mowing operation are shown in Figures 7-10, showing the completed mowed area V.

In figuur 10 wordt de toestand getoond waarin de maaibewerking rondom het object O is beëindigd. Het maaigestel 52 van de maalinrichting 1 is volledig omgekeerd, waardoor de maalinrichting 1 nu zodanig is georiënteerd dat het voertuig 78 meteen in de rijrichting D rechtdoor kan rijden (figuur 11).Figure 10 shows the state in which the mowing operation around the object O has ended. The mowing device 52 of the grinding device 1 is completely inverted, so that the grinding device 1 is now oriented such that the vehicle 78 can immediately drive straight on in the direction of travel D (Figure 11).

In de tussentijd dat het voertuig 78 de maalinrichting 1 naar een volgend object O verplaatst, zullen de regelmiddelen 32 van de maalinrichting 1 het maaigestel 52 terug draaien naar zijn beginstand, zodat deze klaar staat voor een volgende maaibewerking. De werking van de regelmiddelen zal nu worden toegelicht aan de hand van de schematische weergave in de figuren 12-14.In the meantime that the vehicle 78 moves the grinding device 1 to a following object O, the control means 32 of the grinding device 1 will rotate the mowing device 52 back to its initial position, so that it is ready for a subsequent mowing operation. The operation of the control means will now be explained with reference to the schematic representation in figures 12-14.

De regelmiddelen 32 zijn ingericht om tijdens het rondom een object O heen maaien de eerste rotator 24 en de tweede rotator 26 in tegengestelde rotatierichting aan te sturen, en tegelijkertijd de eerste 24 rotator en derde rotator 28 in dezelfde rotatierichting aan te sturen.The control means 32 are adapted to drive the first rotator 24 and the second rotator 26 in the opposite direction of rotation while mowing around an object O, and simultaneously control the first 24 rotator and third rotator 28 in the same direction of rotation.

De regelmiddelen 32 omvatten in de getoonde uitvoeringsvorm een drietal schakeltoestanden. In de heengaande schakeltoestand 34 worden de rotators 24, 26, 28 conform de maairichting M in de figuren 7-10 aangedreven. De teruggaande schakeltoestand 36 draait de rotatierichting van de rotators 24,26, 28 om, waardoor de maalinrichting tegengesteld aan de maairichting M wordt terug bewogen van de in figuur 11 getoonde toestand naar de in figuur 6 getoonde toestand. Om het fluïdum rond te kunnen pompen zijn meerdere fluïdumverbindingen voorzien: een fluïdumverbinding 40 tussen voertuigpomp 80 en de regelmiddelen 32, een fluïdumverbinding 42 tussen de regelmiddelen 32 en de eerste rotator 24, een fluïdumverbinding 44 tussen de eerste rotator 24 en de tweede rotator 26, eenIn the embodiment shown, the control means 32 comprise three switching states. In the forward switching state 34, the rotators 24, 26, 28 are driven in accordance with the mowing direction M in Figures 7-10. The return switching state 36 reverses the direction of rotation of the rotators 24, 26, 28, whereby the milling device is moved back from the state shown in Figure 11 to the state shown in Figure 6 opposite to the mowing direction M. To be able to pump the fluid around, several fluid connections are provided: a fluid connection 40 between vehicle pump 80 and the control means 32, a fluid connection 42 between the control means 32 and the first rotator 24, a fluid connection 44 between the first rotator 24 and the second rotator 26, a

Fluïdumverbinding 46 tussen de tweede rotator 26 en de derde rotator 28, en tenslotte een fluïdumverbinding 48 tussen de derde rotator 28 en de regelmiddelen 32.Fluid connection 46 between the second rotator 26 and the third rotator 28, and finally a fluid connection 48 between the third rotator 28 and the control means 32.

Een neutrale schakeltoestand 38 is voorzien om de rotators 24, 26, 28 tijdelijk te kunnen ontkoppelen van een fluïdumpomp 80 van het voertuig 78, die daardoor permanent kan blijven draaien. Dit is noodzakelijk indien de fluïdumpomp 80 van het voertuig 78 ook andere hydraulische / pneumatische systemen van rondgepompt fluïdum voorziet.A neutral switching state 38 is provided to enable the rotators 24, 26, 28 to be temporarily disconnected from a fluid pump 80 of the vehicle 78, which can thereby continue to rotate permanently. This is necessary if the fluid pump 80 of the vehicle 78 also supplies other hydraulic / pneumatic systems with circulated fluid.

Het is bijzonder voordelig indien de maaiarmen 54, 58 enige lengte omvatten en ieder van meerdere maaikoppen 62 zijn voorzien. De meest nabij het maaigestel 52 bevindende maaikoppen zijn bij voorkeur poetskoppen 64, omdat deze maaikoppen 62 conform figuur 6 nabij het object O worden geplaatst. Doordat echter meerdere maaikoppen 62 zijn voorzien, zullen zij tijdens het doorlopen van de rondgaande beweging rondom het object O ieder een eigen baan V rondom het object O wegmaaien. Als gevolg hiervan neemt het gemaaide gebied V rondom het object O enorm toe.It is particularly advantageous if the mowing arms 54, 58 have any length and each has several mowing heads 62. The mowing heads closest to the mowing device 52 are preferably cleaning heads 64, because these mowing heads 62 are placed near the object O as shown in FIG. However, because a plurality of cutting heads 62 are provided, they will each mow their own path V around the object O while the circular motion is running. As a result, the mown area V around the object O increases enormously.

Overigens wordt opgemerkt dat in de in figuren 15 en 16 nabij elkaar geplaatste toestand van de maaiarmen 54, 58 tevens op een vlak stuk - en zelfs onder objecten zoals bankjes - kan worden gemaaid. Indien de maaiarmen enigszins schuin t.o.v. de rijrichting van het voertuig 78 wordt georiënteerd, zal de overlap tussen de door de verschillende maaikoppen 62 gemaaide delen V toenemen, waardoor een evenwichtiger maairesultaat wordt bereikt.Incidentally, it is noted that in the condition of the mowing arms 54, 58 placed close to each other in figures 15 and 16 it is also possible to mow on a flat piece - and even under objects such as benches. If the mowing arms are oriented somewhat obliquely with respect to the direction of travel of the vehicle 78, the overlap between the parts V mown by the different mowing heads 62 will increase, so that a more balanced mowing result is achieved.

Tenslotte wordt gewezen op een bijzonder voordelige uitbreiding in de vorm van een hulp-maaigestel 68 (figuren 15 en 16). Dit hulp-maaigestel 68 omvat een uitschuifbare arm 72 waarop ten minste één maaikop 70, bij voorkeur een poetskop, is voorzien. Met een dergelijk hulp-maaigestel 68 is het mogelijk om kleine nabewerkingen uit te voeren.Finally, a particularly advantageous extension is pointed out in the form of an auxiliary mowing device 68 (Figures 15 and 16). This auxiliary mowing device 68 comprises an extendable arm 72 on which at least one mowing head 70, preferably a cleaning head, is provided. With such an auxiliary mowing device 68 it is possible to carry out minor post-processing operations.

De hierboven beschreven uitvoeringsvorm is, hoewel ze een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. Zo is de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van een optionele afstandhouder 4. Een alternatieve (niet getoonde) uitvoeringsvorm van de uitvinding ontbeert een dergelijke afstandhouder 4, waardoor de eerste rotator 24 nabij het voertuig 78 aan het draaggestel 2 is aangebracht. De eerste arm 10 en/of tweede arm 14 kunnen in een dergelijk geval in lengte verstelbaar zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld conform de tweede arm 14 in de getoonde uitvoeringsvorm. Een dergelijke uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld worden aangewend om rondom een object O recht voor het voertuig 78 te maaien.The embodiment described above, although showing a preferred embodiment of the invention, is only intended to illustrate the present invention and not to limit the description of the invention in any way. The embodiment shown is thus provided with an optional spacer 4. An alternative (not shown) embodiment of the invention lacks such a spacer 4, whereby the first rotator 24 is arranged on the support frame 2 near the vehicle 78. The first arm 10 and / or second arm 14 can in such a case be made adjustable in length, for instance in accordance with the second arm 14 in the embodiment shown. Such an embodiment can for instance be used to mow around an object O directly in front of the vehicle 78.

Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen dergelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkend voor de beschermingsomvang. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.When measures in the claims are followed by reference numerals, such reference numerals only serve to contribute to the understanding of the claims, but are in no way restrictive of the scope of protection. The rights described are defined by the following claims in the scope of which many modifications are conceivable.

Claims (20)

1. Maalinrichting voor het om objecten heen maaien, omvattende: - een draaggestel dat is ingericht om aan een voertuig aanbrengbaar te zijn; - een eerste arm die met een eerste rotator roteerbaar is verbonden met het draaggestel; - een tweede arm die met een tweede rotator roteerbaar is verbonden met de eerste arm; - een met een derde rotator roteerbaar aan de tweede arm aangebracht maaigestel dat ten minste één maaikop omvat; - regelmiddelen voor het zodanig aansturen van de eerste, tweede en derde rotator dat de ten minste één maaikop ten minste gedeeltelijk rondom het te maaien object verplaatsbaar is.A grinding device for mowing around objects, comprising: - a support frame that is adapted to be mountable on a vehicle; - a first arm rotatably connected to the support frame with a first rotator; - a second arm rotatably connected to the first arm with a second rotator; - a mowing device rotatably mounted on the second arm with a third rotator and comprising at least one mowing head; - control means for controlling the first, second and third rotator such that the at least one cutting head is movable at least partially around the object to be mowed. 2. Maalinrichting volgens conclusie 1, waarbij de regelmiddelen zijn ingericht om tijdens het rondom een object heen maaien de eerste rotator en de tweede rotator in tegengestelde rotatierichting aan te sturen, en tegelijkertijd de eerste rotator en derde rotator in dezelfde rotatierichting aan te sturen.2. Grinding device as claimed in claim 1, wherein the control means are adapted to drive the first rotator and the second rotator in the opposite direction of rotation while mowing around an object, and simultaneously control the first rotator and third rotator in the same direction of rotation. 3. Maalinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het draaggestel een afstandhouder omvat waarop de eerste rotator is aangebracht, en waarbij de eerste arm ten minste korter is dan de afstandhouder opdat deze voor het voertuig langs beweegbaar is.3. Grinding device as claimed in claim 1 or 2, wherein the support frame comprises a spacer on which the first rotator is arranged, and wherein the first arm is at least shorter than the spacer so that it can be moved along the vehicle. 4. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de regelmiddelen ten minste schakelbaar zijn tussen een heengaande en een teruggaande schakeltoestand.Grinding device according to one of the preceding claims, wherein the control means are at least switchable between a forward and a reverse switching state. 5. Maalinrichting volgens conclusie 4, waarbij de regelmiddelen verder een neutrale schakeltoestand omvatten.Grinding device according to claim 4, wherein the control means further comprise a neutral switching state. 6. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste de eerste rotator en de derde rotator een eigen hydraulische motor omvatten die in hoofdzaak identiek zijn en zodanig in fluïdumverbinding staan dat ze tijdens gebruik een zelfde rotatierichting hebben.Grinding device as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least the first rotator and the third rotator comprise their own hydraulic motor which are substantially identical and are in fluid communication such that they have the same direction of rotation during use. 7. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste rotator en de tweede rotator een eigen hydraulische motor omvatten die in hoofdzaak identiek zijn en zodanig in fluïdumverbinding staan dat de rotatierichting van de rotators tegengesteld is.7. Grinding device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first rotator and the second rotator comprise their own hydraulic motor which are substantially identical and are in fluid communication such that the direction of rotation of the rotators is opposite. 8. Maalinrichting volgens één van de conclusie 4-7, waarbij de eerste rotator, de tweede rotator en de derde rotator zodanig via een fluïdumverbinding in serieschakeling met elkaar staan dat in de heengaande schakeltoestand van de regelmiddelen fluïdum van de regelmiddelen naar de eerste rotator, van de eerste rotator naar de tweede rotator, van de tweede rotator naar de derde rotator, en vervolgens van de derde rotator terug naar de regelmiddelen stroomt.8. Grinding device as claimed in any of the claims 4-7, wherein the first rotator, the second rotator and the third rotator are in series connection with each other via a fluid connection such that in the forward switching state of the control means fluid from the control means to the first rotator, flows from the first rotator to the second rotator, from the second rotator to the third rotator, and then from the third rotator back to the control means. 9. Maalinrichting volgens één van de conclusies 4-7, waarbij de eerste rotator, de tweede rotator en de derde rotator zodanig via een fluïdumverbinding in serieschakeling met elkaar staan dat in de teruggaande schakeltoestand van de regelmiddelen fluïdum van de regelmiddelen naar de derde rotator, van de derde rotator naar de tweede rotator, van de tweede rotator naar de eerste rotator, en vervolgens van de eerste rotator terug naar de regelmiddelen stroomt.Grinding device as claimed in any of the claims 4-7, wherein the first rotator, the second rotator and the third rotator are in series connection with each other via a fluid connection such that in the return switching state of the control means fluid from the control means to the third rotator, flows from the third rotator to the second rotator, from the second rotator to the first rotator, and then from the first rotator back to the control means. 10. Maalinrichting volgens één van de conclusies 1-5, waarbij de eerste rotator en de tweede rotator mechanisch zijn gekoppeld.Grinding device according to any of claims 1-5, wherein the first rotator and the second rotator are mechanically coupled. 11. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het maaigestel is voorzien van één of meer zich van het maaigestel uitstrekkende maaiarmen die ieder ten minste één maaikop omvatten.Grinding device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the mowing device is provided with one or more mowing arms extending from the mowing device, each comprising at least one mowing head. 12. Maalinrichting volgens conclusie 11, omvattende twee maaiarmen die ieder aan weerszijden van een object plaatsbaar zijn.12. Grinding device as claimed in claim 11, comprising two mowing arms which can each be placed on either side of an object. 13. Maalinrichting volgens conclusie 11, waarbij de zich van het maaigestel uitstrekkende maaiarmen zijn voorzien van ten minste twee, en meer bij voorkeur ten minste drie, maaikoppen.Milling device according to claim 11, wherein the mowing arms extending from the mowing device are provided with at least two, and more preferably at least three, mowing heads. 14. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de nabij het maaigestel aangebrachte maaikoppen zijn voorzien van een inrichting voor het opnemen van een verbruikshoeveelheid slijtbaar draad.Grinding device according to one of the preceding claims, wherein the cutting heads arranged near the mowing device are provided with a device for receiving a consumption amount of wearable wire. 15. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het maaigestel is voorzien van twee uitstrekkende maaiarmen die zodanig onderling verschuifbaar aan het maaigestel zijn aangebracht, dat de afstand tussen de maaiarmen instelbaar is.Grinding device according to one of the preceding claims, wherein the mowing device is provided with two extending mowing arms which are arranged so as to be mutually displaceable on the mowing device that the distance between the mowing arms is adjustable. 16. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede arm in lengte verstelbaar is.Grinding device according to one of the preceding claims, wherein the second arm is adjustable in length. 17. Maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afstandhouder zodanig scharnierbaar aan het draaggestel is aangebracht, dat de afstandhouder verplaatsbaar is tussen een ingeklapte transportstand en een uitgeklapte bedrijfsstand.Grinding device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the spacer is pivotally mounted on the support frame such that the spacer is displaceable between a collapsed transport position and an unfolded operating position. 18. Voertuig, omvattende een maalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies.A vehicle, comprising a grinding device according to any one of the preceding claims. 19. Werkwijze voor het met een maalinrichting volgens één van de conclusies 1-17 maaien rondom een object, omvattende de stappen van: - het nabij een te maaien object plaatsen van de ten minste één maaikop; - het met de regelmiddelen zodanig aansturen van de eerste, tweede en derde rotator dat de ten minste één maaikop een beweging doorloopt die ten minste gedeeltelijke rondom het te maaien object loopt.Method for mowing around an object with a grinding device according to one of claims 1-17, comprising the steps of: - placing the at least one cutting head near an object to be mowed; - controlling the first, second and third rotator with the control means such that the at least one cutting head goes through a movement which runs at least partially around the object to be mowed. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de regelmiddelen tijdens het rondom een object heen maaien de eerste rotator en de tweede rotator in tegengestelde rotatierichting aansturen, en tegelijkertijd de eerste rotator en derde rotator in dezelfde rotatierichting aansturen.A method according to claim 19, wherein the control means while mowing around an object drive the first rotator and the second rotator in the opposite direction of rotation, and simultaneously control the first rotator and third rotator in the same direction of rotation.
NL2013780A 2014-11-12 2014-11-12 Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use. NL2013780B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013780A NL2013780B1 (en) 2014-11-12 2014-11-12 Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013780A NL2013780B1 (en) 2014-11-12 2014-11-12 Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013780B1 true NL2013780B1 (en) 2016-10-06

Family

ID=52630456

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013780A NL2013780B1 (en) 2014-11-12 2014-11-12 Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2013780B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1527670A2 (en) * 2003-11-03 2005-05-04 Joachim Wiedmann Method for controlling a mowing device mounted on a vehicle
EP1709857A1 (en) * 2005-04-05 2006-10-11 MULAG Fahrzeugwerk Heinz Wössner GmbH & Co. KG Mowing maching for cutting verges
NL1033890C2 (en) * 2007-05-25 2008-12-30 Fransiscus Josephus Maria Kennes Mowing device, in particular for mowing around trees and road furniture in roadside verges.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1527670A2 (en) * 2003-11-03 2005-05-04 Joachim Wiedmann Method for controlling a mowing device mounted on a vehicle
EP1709857A1 (en) * 2005-04-05 2006-10-11 MULAG Fahrzeugwerk Heinz Wössner GmbH & Co. KG Mowing maching for cutting verges
NL1033890C2 (en) * 2007-05-25 2008-12-30 Fransiscus Josephus Maria Kennes Mowing device, in particular for mowing around trees and road furniture in roadside verges.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2743567A (en) Multiple unit contour mower
US7401456B2 (en) Horizontally retractable mower deck
US9750198B2 (en) Cutter apparatus
US20140026528A1 (en) Resilient mounting joint for a sickle bar
CA3099064C (en) Turftrimmer rotary mowing attachment
US5174098A (en) Apparatus for cutting vegetation
US5375398A (en) Multiposition mowing device
NL2013780B1 (en) Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use.
KR100764605B1 (en) Foldable weeding machine
RU2020117681A (en) AGRICULTURAL MACHINE EQUIPPED WITH A SIMPLIFIED SAFETY SYSTEM THAT ALLOWS AN EQUIPMENT OR GROUP OF TOOLS CONNECTED WITH A CHAINING BRACKET THROUGH A CARRIER BAR, UNAILABLE
JP2020528275A (en) Electric disc mower
US3126968A (en) Lawn edger
KR101552665B1 (en) Boom type grass mower for tractor
DK170920B1 (en) Mower for harvesting grass crops
CN206423137U (en) Hay mover
NL2015365B1 (en) Mowing device, vehicle provided therewith, and method for its use.
CA2910723C (en) Three headed cutting apparatus for attachment to a lawnmower tractor
CN108200800A (en) Grass trimmer
NL2004859C2 (en) VEHICLE VEHICLE.
GB2482467A (en) Mowing apparatus with resiliently mounted secondary mower
JP3960509B2 (en) Traveling work machine
NL1043874B1 (en) Guard module for a rotary cutting line mowing device, comprising a catch screen extending substantially in front of the device
DK176811B1 (en) Aggregate for cutting greenery around roadside poles
KR102332479B1 (en) Fluid injection type grass mower apparatus
US20050050873A1 (en) Tractor mountable brush cutting device

Legal Events

Date Code Title Description
RC Pledge established

Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: RIGHT OF PLEDGE, ESTABLISHED

Name of requester: E.J. SCHREUDERS

Effective date: 20171123