NL2012937B1 - Uitstootinrichting, alsmede daarvan voorzien vormbakdeel en vormbak-persinrichting. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een uitstootinrichting voor het uit een vormbakdeel drukken van één of meer vormelingen, omvattende een eerste draaglichaam, een stempeldeel dat is ingericht voor het uit de vormbak drukken van de in de vormbak te vormen vormeling en daartoe beweegbaar is tussen een ingetrokken ruststand en een uitgeduwde losstand, en veerorganen waarmee het stempeldeel elastisch aan het eerste draaglichaam is bevestigd en die zijn ingericht om het stempeldeel in de ruststand naar het eerste draaglichaam toe te trekken. Verder heeft de uitvinding betrekking op een vormbakdeel en een vormbak- persinrichting die zijn voorzien van een dergelijke uitstootinrichting.

Description

Uitstootinrichting, alsmede daarvan voorzien vormbakdeel en vormbak-persinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een uitstootinrichting voor het uit een vormbakdeel drukken van één of meer vormelingen, alsmede op een vormbakdeel en een vormbak-persinrichting die van een dergelijke uitstootinrichting zijn voorzien.

Bij zogenaamde vormbakpersen, waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft, wordt vervormbare klei in vormbakken geperst. De in de vormbak gevormde vormeling wordt vervolgens gelost om te worden gedroogd en gebakken. Een dergelijke vormbakpers omvat een kettingtransporteur die is samengesteld uit een groot aantal met elkaar verbonden vormbakdelen. Ieder vormbakdeel omvat doorgaans meerdere vormbakken, waarin de vormelingen worden gevormd. In ieder vormbakdeel zijn uitstoters aangebracht voor het uit de respectievelijke vormbakken drukken van de vormelingen. De bodems van de vormbakken zijn daartoe beweegbaar in de vormbakken opgenomen. Op deze wijze wordt een betrouwbare ontvorming verkregen, zelfs wanneer de vormeling is gevormd in een vormbak die al dan niet bewust matig of niet bezand is. Bij zogenaamde “Wasserstrich” stenen wordt bewust géén bezanding toegepast, waardoor deze zonder dergelijke uitstoters vrijwel niet losbaar zijn.

Een nadeel van dergelijke door Aanvraagster toegepaste uitstoters, zoals bijvoorbeeld beschreven in NL1034930, is dat deze relatief omvangrijk en kostbaar zijn, en daarmee niet voor alle toepassingen geschikt zijn. De aanhef van conclusie 1 is bekend uit NL 1034930.

Bij de vervaardiging van speciale stenen, bijvoorbeeld met één of meer afgeronde of afgeschuinde hoeken, worden doorgaans kleinere oplagen gemaakt. De vormbakdelen dienen bij een wisseling van steenvonn aangepast aan de vorm van de gewenste speciale steen, die vervolgens gemaakt dient te worden. Uit de stand der techniek is een door Aanvraagster onder de naam Aberson geleverde inrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie bekend, die bijzonder geschikt is voor de vervaardiging van speciale stenen. Bij deze Aberson inrichting worden de vormbakdelen in een liggend vlak verschoven, waarbij de vormbakdelen een rechthoekig horizontaal traject beschrijven. Een voordeel van een dergelijke bekende Aberson-inrichting is dat het transport van de vormbakdelen, waarbij de vormbakdelen in een liggend vlak in een vaste oriëntatie worden verschoven, een eenvoudige uitwisseling van vormbakdelen mogelijk maakt. Enerzijds maakt dit het mogelijk vormbakdelen met een afwijkende steenvorm te plaatsen. Anderzijds kan eenvoudig een defecte vormbak voor reparatie worden uitgenomen en vervangen voor een deugdelijk exemplaar.

Een alternatieve inrichting die bijzonder geschikt is voor de vervaardiging van speciale stenen wordt beschreven in NL2009324 van Aanvraagster. Bij deze vormbak-persinrichting zijn de vormbakdelen eenvoudig uitneembaar, waardoor relatief snel en eenvoudig kan worden omgeschakeld naar andere steenvormen. De vormbakdelen worden door een eindloze transporteur voortbewogen, waardoor een hoger perstempo dan met de bovengenoemde Aberson-inrichting mogelijk is.

Zowel de hierboven beschreven Aberson-inrichting als de vormbak-persinrichting volgens NL2009324 passen relatief vlakke vormbakdelen toe. De beperkte hoogte van deze vormbakdelen zorgt er voor dat de door Aanvraagster ontwikkelde uitstoters, zoals bijvoorbeeld beschreven inNL1034930, voor een dergelijk vombakdeel ontoepasbaar zijn.

Om ook speciale stenen in vombakdelen met een beperkte hoogte, zoals deze bijvoorbeeld in een Aberson-inrichting of een vormbak-persinrichting volgens NL2009324 worden gebruikt, toe te kunnen passen wanneer de vormeling wordt gevormd in een vormbak die al dan niet bewust matig of niet bezand is, is er behoefte aan een dergelijke vormbakdeel met een beperkte hoogte, die is voorzien van een uitstootinrichting die binnen deze beperkte hoogte toepasbaar is. In het bijzonder is het gewenst om vormbakdelen te verschaffen waarmee zogenaamde ‘ Wasserstrich’ stenen, waarbij bewust géén bezanding voor de vormelingen wordt toegepast, losbaar zijn. GB-A-07282 toont een inrichting voor de vervaardiging van aanmaakblokken, waarbij in een vormband geperste blokken worden gelost doordat een veervoorspanning die de mal in een ruststand trekt tijdelijk wordt overwonnen.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een uitstootinrichting, alsmede een daarvan voorzien vormbakdeel te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.

Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met de uitstootinrichting voor het uit een vormbakdeel drukken van één of meer vormelingen, omvattende een eerste draaglichaam, een stempeldeel dat is ingericht voor het uit de vormbak drukken van de in de vormbak te vormen vormeling en daartoe beweegbaar is tussen een ingetrokken ruststand en een uitgeduwde losstand, en veerorganen waarmee het stempeldeel elastisch aan het eerste draaglichaam is bevestigd en die zijn ingericht om het stempeldeel in de ruststand naar het eerste draaglichaam toe te trekken, waarbij de veerorganen ten minste één elastische band omvatten. Dergelijke veerorganen, kunnen veel compacter zijn uitgevoerd dan conventionele uitstootinrichtingen, zoals bekend uit NL 1034930, waardoor ze inbouwbaar zijn in de beperkte hoogte van een vormbakdeel, d.w.z. dat ze zelfs volledig binnen het door de wanden van het vormbakdeel ingesloten volume opneembaar zijn. Zo wordt een vormbakdeel zonder uitstekende uitstoters verkregen, waardoor deze vormbakdelen toepasbaar zijn in de hierboven beschreven inrichtingen voor het vervaardigen van speciale stenen. Doordat de veerorganen ten minste één elastische band omvatten, ontstaat een betrouwbare en kostenefficiënte elastische ophanging.

Hoewel de vakman vele geschikte elastische materialen zal kunnen vinden, is een elastische band van rubber, in het bijzonder het materiaal Linatex®, bijzonder geschikt gebleken.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de elastische band op ten minste twee posities, die een vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn verwijderd, aan het stempeldeel bevestigd. Deze vooraf bepaalde afstand wordt zodanig gekozen dat enerzijds een voldoende mate van rek aanwezig is om een betrouwbare rekbeweging tussen de ingetrokken ruststand en de uitgeduwde losstand toe te staan. Anderzijds wordt de afstand zodanig gekozen dat de elastische band in de ruststand voldoende voorspanning heeft om de massa van de daaraan aangebrachte één of meer stempeldelen en eventueel tweede draaglichaam, inclusief enige mate van afschuifweerstand hiervan tegen wanden van de vormbakdelen aan, te kunnen overwinnen. Zo wordt gegarandeerd dat de veerorganen voldoende voorspanning hebben om de stempelbodems ook in een toestand waarin de vormbakdelen ondersteboven hangen, d.w.z. in een ondertraject van een rondgaande transporteur van een vormbak-persinrichting, naar de ruststand te kunnen trekken.

Teneinde overbodige elastische band te voorkomen, wordt de elastische band volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm aan of nabij ten minste één uiteinde daarvan aan het stempeldeel bevestigd. Omdat zo overbodige elastische band nabij dat uiteinde wordt voorkomen, is de elastische band tot zeer dicht nabij een zijwand van het vormbakdeel aanbrengbaar.

Bijzonder voordelig is het indien de elastische band volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm aan of nabij ten minste twee uiteinden daarvan aan het stempeldeel is bevestigd. Hierdoor wordt enerzijds de maximale elastische rek van de elastische band benut. Anderzijds is de elastische band tot dicht nabij twee tegenover elkaar gelegen zijwanden van de vormbak aanbrengbaar, waardoor de maximaal beschikbare afstand benutbaar is.

Indien de elastische band volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm over één of meer omlooporganen loopt, kan de lengte van de elastische band binnen het door het vormbakdeel ingesloten volume worden verlengd. Zo kan de elastische band bijvoorbeeld een U-vorm beschrijven, waarbij een deel van de band in hoofdzaak evenwijdig aan de langsrichting van het vormbakdeel loopt. Een langere elastische band heeft het voordeel dat extra reklengte wordt verkregen die enerzijds voldoende verlenging garandeert en anderzijds de levensduur van de veerorganen enorm verhoogt. Proefondervindelijk is gebleken dat een korte elastische band een kortere levensduur heeft, hetgeen verklaarbaar is doordat deze voor dezelfde afstand tussen de ruststand en de losstand een grotere relatieve rek zal moeten toestaan.

De omlooporganen omvatten volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm een roteerbaar om een dwarsligger aangebracht hulsdeel, die de wrijving die de elastische band bij het on het omlooporgaan heen lopen ervaart, reduceert. Hierdoor wordt het optreden van slijtage van de elastische band op de omlooppunten gereduceerd.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het stempeldeel op een tweede draaglichaam aangebracht. Dit tweede draaglichaam, waarop desgewenst meerdere stempeldelen kunnen zijn aangebracht, verschaft extra stijfheid en extra mogelijkheden om de beweging van de stempelbodem tussen de ruststand en losstand en vice versa te geleiden. Het tweede draaglichaam is daartoe bijvoorbeeld zodanig uitgevoerd, dat het in ten minste de losstand aangrijpbaar is met het eerste draaglichaam van de uitstootinrichting.

Zoals hierboven reeds toegelicht, is het bijzonder voordelig indien de veerorganen volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een zodanige veervoorspanning zijn voorzien dat het tweede draaglichaam met het stempeldeel in een ruststand door de veerorganen tegen het eerste draaglichaam wordt aangetrokken.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het stempeldeel en/of het tweede draaglichaam voorzien van uitdrukaanslagen. Deze uitdrukaanslagen verschaffen vlakken waarop uitdrukorganen van een vormbak-persinrichting aangrijpbaar zijn om de stempeldelen van de ruststand naar de losstand te drukken.

De uitvinding heeft verder betrekking op een vormbakdeel, omvattende: - ten minste één vormbak die een volume insluit voor het daarin uit klei vormen van een vormeling; en - een uitstootinrichting voor het uit de vormbak drukken van de in de vormbak te vormen vormeling zoals in het bovenstaande beschreven, waarbij het stempeldeel een beweegbare bodem van de vormbak vormt.

De uitvinding heeft verder betrekking op een vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie, omvattende: - een vormbakdelen met één of meer vormbakken dragende rondgaande transporteur; - een boven de vormbakken aangebracht reservoir voor klei; - kleiaanbrengmiddelen voor het uit het reservoir in de vormbakken aanbrengen van klei; - middelen voor het met aflegplaten afdekken van een open zijde van de vormbakken; - ten minste één aan de transporteur aangebrachte en ten opzichte van de transporteur beweegbare uitstootinrichting, waarbij de uitstootinrichting is ingericht voor het tijdens een ontvormfase uitstoten van een in de vormbak aanwezige vormeling tot op een bijbehorende aflegplaat; - waarbij een uitstootinrichting zoals in het voorgaande beschreven is voorzien; - waarbij het stempeldeel en/of het tweede draaglichaam van de uitstootinrichting is voorzien van uitdrukaanslagen; en - waarbij de vormbak-persinrichting verder is voorzien van uitdrukorganen die zodanig aangrijpbaar zijn metde uitdrukaanslagen van de uitstootinrichting, dat de uitdrukorganen het stempeldeel, dat een beweegbare bodem van de vormbak vormt, naar een uitgeduwde losstand, waarin de vormelingen uit de vormbak gedrukt worden, kan duwen.

In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:

Figuur 1: een perspectivisch vooraanzicht van een vormbakdeel dat is voorzien van vier uitstootinrichtingen volgens de uitvinding;

Figuur 2: een perspectivisch achteraanzicht van het in figuur 1 getoonde vormbakdeel;

Figuur 3: een gedeeltelijk uiteengetrokken perspectivische weergave van het vormbakdeel van Figuur 2, waarbij een uitstootinrichting in een ruststand en een uitstootinrichting in een losstand uit het vormbakdeel zijn getrokken;

Figuur 4: een perspectivisch detailaanzicht van de in Figuur 3 getoonde uitstootinrichting die zich in de losstand bevindt; en

Figuur 5: een uiteengetrokken perspectivische weergave van de in Figuur 4 getoonde uitstootinrichting.

Het in Figuur 1 getoonde vormbakdeel 1 omvat een voorzijde 2, een achterzijde 4, en zijwanden 6 die tezamen een volume insluiten. In dit volume zijn een viertal vormbakken 8 aangebracht, die van een uitstootinrichting 12 volgens de uitvinding zijn voorzien. Deze uitstootinrichting 12 omvat onder andere een stempeldeel 14 dat als een beweegbare bodem van de vormbak 8 fungeert.

In de in Figuur 1 getoonde situatie bevinden de twee linker stempeldelen 14 zich in een ingetrokken ruststand, terwijl de twee rechter stempeldelen 14 zich in een uitgeduwde losstand bevinden. Het stempeldeel 14 is beweegbaar tussen deze ingetrokken ruststand en uitgeduwde losstand teneinde in de vormbak 8 gevormde vormelingen daaruit te kunnen drukken.

Figuur 2 toont een achteraanzicht van het in Figuur 1 getoonde vormbakdeel 1, waarbij de in de openingen van de vormbakken 8 opgenomen uitstootinrichtingen 12 duidelijker te zien zijn. De linker stempeldelen 14 bevinden zich in de ingetrokken ruststand, terwijl de rechter stempeldelen 14 zich in een uitgeduwde losstand bevinden. Met pijlen P is in Figuur 2 aangegeven op welke plaatsen een uitdrukorgaan van een vormbak-persinrichting tegen uitdrukaanslagen 38 van de uitstootinrichting 12 kan aandrukken teneinde de stempeldelen 14 naar de uitgeduwde losstand te duwen.

Door in Figuur 3 een tweetal uitstootinrichtingen 12 uit de respectievelijke vormbak 8 van het vormbakdeel 1 te halen, worden ze enerzijds duidelijker zichtbaar, en anderzijds wordt inzichtelijk dat de uitstootinrichtingen 12 op deze wijze uitneembaar zijn voor onderhoud en desgewenst vervanging.

Een uitstootinrichting 12 is ingericht voor het uit een vormbakdeel 1 drukken van één of meer vormelingen, en omvat daartoe een eerste draaglichaam 20, een stempeldeel 14 dat is ingericht voor het uit de vormbak 8 drukken van de in de vormbak 8 te vormen vormeling en daartoe beweegbaar is tussen de ingetrokken ruststand en de uitgeduwde losstand, en veerorganen 16 waarmee het stempeldeel 14 elastisch aan het eerste draaglichaam 20 is bevestigd en die zijn ingericht om het stempeldeel 14 in de ruststand naar het eerste draaglichaam 20 toe te trekken.

In de getoonde uitvoeringsvorm omvatten de veerorganen 16 een elastische band, die nabij de beide uiteinden 18 daarvan aan het stempeldeel 14 is bevestigd. Het stempeldeel 14 vormt in een in een vormbakdeel 1 gemonteerde toestand de beweegbare bodem van een vormbak 8 van het vormbakdeel 1.

In de uitvergrote weergave van de uitgeduwde losstand van de uitstootinrichting 12 die wordt getoond in Figuur 4 is te zien dat in het eerste draaglichaam 20 uitsparingen met dwarsliggers 28 zijn voorzien, die als omlooporgaan 26 fungeren. De elastische band 16 loopt over een tweetal dwarsliggers 28, en een om de dwarsliggers 28 aangebracht en daaromheen roteerbaar hulsdeel 30 reduceert de wrijving. Doordat de elastische band 16 op deze wijze verlengd wordt, d.w.z. dat deze zich ook over een deel van de lengte van het vormbakdeel 1 uitstrekt en niet enkel in de hoogterichting van het vormbakdeel 1, wordt voldoende reklengte van de elastische band 16 gegarandeerd, en wordt bovendien de levensduur van de elastische band 16 verlengd.

Het stempeldeel 14 is in de getoonde uitvoeringsvorm op een tweede draaglichaam 32 aangebracht, waarbij dwarsliggers stijfheid verschaffen. Een uitstekende rand 36 van het stempeldeel 14 wordt in een door de elastische band 16 ingetrokken ruststand tegen de aanslagen 22 aan de onderzijde van de langsliggers van het eerste draaglichaam aangetrokken.

Opgemerkt wordt dat de aandrukaanslagen 38 in Figuren 4 en 5 gedeeltelijk gestippeld zijn weergegeven, waardoor zichtbaar is hoe de uiteinden 18 van de elastische band 16 met een klemplaat 40 en bevestigingsmiddelen 42 aan het stempeldeel 14 is bevestigd.

Opgemerkt wordt dat in de getoonde uitvoeringsvorm een vormbakdeel 1 met een viertal vormbakken 8 voor extra lange stenen worden getoond, waarbij een tussendeel 10 de ruimte in langsrichting tussen twee aangrenzende vormbakken 8 opvult (Figuren 2 en 3). Deze lange stenen, ook wel langformaat, “Long John” of “Colomba’s” genoemd, hebben een lengte die langer is dan de dubbele lengte van een ‘normale’ steen in Waalsteenformaat van 20 cm lengte x 5 cm hoogte x 10 cm breedte. Iedere getoonde vormbak 8 is opdeelbaar in twee vormbakken met de afmetingen van circa waarbij beiden elastieken die de veerorganen 16 vormen nabij de zijwanden van een vormbak aan de stempelbodem 14 zouden zijn bevestigd.

De hierboven beschreven uitvoeringsvorm is, hoewel ze een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen dergelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkende voor de beschermingsomvang. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.

Claims (11)

1. Uitstootinrichting (12) voor het uit een vormbakdeel (1) drukken van één of meer vormelingen, omvattende: - een eerste draaglichaam (20); - een stempeldeel (14) dat is ingericht voor het uit een vormbak (8) drukken van de in de vormbak te vormen vormeling en daartoe beweegbaar is tussen een ingetrokken ruststand en een uitgeduwde losstand; en - veerorganen (16) waarmee het stempeldeel (14) elastisch aan het eerste draaglichaam (20) is bevestigd en die zijn ingericht om het stempeldeel (14) in de ruststand naar het eerste draaglichaam (20) toe te trekken, met het kenmerk, dat de veerorganen (16) ten minste één elastische band omvatten.

2. Uitstootinrichting volgens conclusie 1, waarbij de elastische band op ten minste twee posities, die een vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn verwijderd, aan het stempeldeel (14) is bevestigd.

3. Uitstootinrichting volgens conclusie 1 pf 2, waarbij de elastische band aan of nabij ten minste één uiteinde daarvan aan het stempeldeel (14) is bevestigd.

4. Uitstootinrichting volgens conclusie 3, waarbij de elastische band aan of nabij ten minste twee uiteinden daarvan aan het stempeldeel (14) is bevestigd.

5. Uitstootinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de elastische band over één of meer omlooporganen (26) loopt.

6. Uitstootinrichting volgens conclusie 5, waarbij de omlooporganen (26) een roteerbaar om een dwarsligger aangebracht hulsdeel (30) omvatten.

7. Uitstootinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het stempeldeel (14) op een tweede draaglichaam (32) is aangebracht.

8. Uitstootinrichting volgens conclusie 7, waarbij de veerorganen (16) van een zodanige veervoorspanning zijn voorzien dat het tweede draaglichaam (32) met het stempeldeel (14) in een ruststand door de veerorganen (16) tegen het eerste draaglichaam (20) wordt aangetrokken.

9. Uitstootinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het stempeldeel (14) en/of het tweede draaglichaam (32) is voorzien van uitdrukaanslagen (38).

10. Vormbakdeel (1), omvattende: - ten minste één vormbak (8) die een volume insluit voor het daarin uit klei vormen van een vormeling; en - een uitstootinrichting (12) voor het uit de vormbak (8) drukken van de in de vormbak te vormen vormeling volgens één van de conclusies 1-9, waarbij het stempeldeel (14) een beweegbare bodem van de vormbak (8) vormt.

11. Vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie, omvattende: - een vormbakdelen (1) met één of meer vormbakken (8) dragende rondgaande transporteur; - een boven de vormbakken (8) aangebracht reservoir voor klei; - kleiaanbrengmiddelen voor het uit het reservoir in de vormbakken (8) aanbrengen van klei; - middelen voor het met aflegplaten afdekken van een open zijde van de vormbakken (8); - ten minste één aan de transporteur aangebrachte en ten opzichte van de transporteur beweegbare uitstootinrichting (12), waarbij de uitstootinrichting (12) is ingericht voor het tijdens een ontvormfase uitstoten van een in de vormbak aanwezige vormeling tot op een bijbehorende aflegplaat; met het kenmerk dat een uitstootinrichting volgens één van de conclusies 1-9 is voorzien; - waarbij het stempeldeel (14) en/of het tweede draaglichaam (32) van de uitstootinrichting (12) is voorzien van uitdrukaanslagen (38); en - waarbij de vormbak-persinrichting verder is voorzien van uitdrukorganen die zodanig aangrijpbaar zijn met de uitdrukaanslagen van de uitstootinrichting, dat de uitdrukorganen het stempeldeel, dat een beweegbare bodem van de vormbak vormt, naar een uitgeduwde losstand, waarin de vormelingen uit de vormbak gedrukt worden, kan duwen.