NL2012796B1 - Wanddeel voor het vormen van een geïsoleerde wand van een gebouw, gebouw voorzien daarvan en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een wanddeel voor het vormen van een geïsoleerde wand van een gebouw, gebouw voorzien daarvan en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Het wanddeel omvat: - een sandwichpaneel dat een eerste plaat en een tweede plaat omvat en een tussen de platen bevestigd kerndeel van een lichtgewicht, warmte-isolerend materiaal, met het kenmerk, dat het wanddeel met het sandwichpaneel verbonden langwerpige draagbalken omvat die in hoofdzaak parallel en op afstand van elkaar zijn ingericht in een langsrichting van het paneel.

Description

WANDDEEL VOOR HET VORMEN VAN EEN GEÏSOLEERDE WAND VAN EEN GEBOUW, GEBOUW VOORZIEN DAARVAN EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN

De uitvinding heeft betrekking op een wanddeel voor het vormen van een geïsoleerde wand van een gebouw. Bijvoorbeeld kunnen dergelijke wanddeel worden toegepast bij de bouw van woningen.

Het Nederlandse octrooi NL2005561 op naam van dezelfde uitvinder beschrijft een wanddeel voor een stalwand dat een sandwichpaneel omvat met een isolerende kern, zoals geëxpandeerd polystyreen (EPS). Het gebruik van EPS zorgt voor een goede isolering, terwijl tegelijkertijd het gewicht van het wanddeel relatief laag blijft.

Een doel van de uitvinding is om een verbeterd wanddeel te verschaffen met een vergrote draagkracht.

Dit doel wordt bereikt met het wanddeel voor het vormen van een geïsoleerde wand van een gebouw, omvattende: - een sandwichpaneel dat een eerste plaat en een tweede plaat omvat en een tussen de platen bevestigd kerndeel van een lichtgewicht, warmte-isolerend materiaal, met het kenmerk, dat het wanddeel met het sandwichpaneel verbonden langwerpige draagbalken omvat die in hoofdzaak parallel en op afstand van elkaar zijn ingericht in een langsrichting van het paneel.

Doordat in het wanddeel draagbalken zijn geïntegreerd, wordt een stevig geprefabriceerd wanddeel verkregen met hoge isolatiewaarde. Door de aanwezigheid van de draagbalken kan bovendien een wanddeel van relatief grote afmetingen worden voorzien. Voor het vormen van een rechte wand van een woning hoeft derhalve slechts één wanddeel te worden gebruikt, zodat relatief weinig koppelingen tussen wanddelen onderling noodzakelijk zijn. Daarmee wordt het vormen van naden tussen wanddelen tegengegaan. Door de draagbalken krijgt het wanddeel bovendien meer dragend vermogen. Derhalve is het mogelijk om een verdiepingsvloer gedeeltelijk of geheel te laten dragen door wanden gevormd door het wanddeel volgens de uitvinding. Dit maakt het wanddeel volgens de uitvinding in het bijzonder geschikt voor toepassing in woningen.

In een voorkeursuitvoering zijn de draagbalken bevestigd aan de tweede plaat van het paneel.

Wanneer het wanddeel wordt gebruikt voor het bouwen van een gebouw, is de eerste plaat bij voorkeur naar de buitenzijde van het gebouw gericht, zodat de tweede plaat naar de binnenzijde van het gebouw is gericht. Bij voorkeur bevindt in ieder geval een deel van het kerndeel zich tussen de eerste plaat en de draagbalken, zodat de draagbalken geen koudebrug kunnen vormen tussen de tweede plaat en de eerste plaat.

In een voorkeursuitvoering is een eerste zijde van de draagbalken bevestigd aan een buitenzijde van de tweede plaat, en is een tweede, tegenoverliggende zijde van de draagbalken aan een derde plaat bevestigd, waarin tussen de tweede plaat, derde plaat en de draagbalken een ruimte is voorzien.

Met andere woorden, het wanddeel vertoont een dubbele sandwichstructuur met opeenvolgend de eerste plaat, het kerndeel, de tweede plaat, de draagbalken en de derde plaat. De draagbalken houden de tweede plaat en derde plaat op afstand van elkaar, zodat daartussen een ruimte is gedefinieerd. De ruimte draagt bij aan additionele isolatie.

De derde plaat is bijvoorbeeld een plaat van gips.

In een verdere voorkeursuitvoering zijn leidingen voorzien in de ruimte tussen de tweede plaat, derde plaat en de draagbalken.

Bijvoorbeeld is een afsluitbare opening in de derde plaat aangebracht, zoals een deur. Dit maakt de ruimte in het wanddeel vanaf de zijde van de derde plaat toegankelijk, bijvoorbeeld voor het plaatsen of aansluiten van leidingen.

In een verdere voorkeursuitvoering is ten minste een deel van de ruimte tussen de tweede plaat, derde plaat en de draagbalken gevuld met een warmte-isolerend materiaal, bij voorkeur steenwol.

In een alternatieve uitvoering zijn de draagbalken voorzien in uitsparingen in het kerndeel. De draagbalken bevinden zich in deze uitvoering tussen de eerste en tweede plaat. Dit heeft het voordeel dat het wanddeel compact is uitgevoerd.

In een verdere uitvoering zijn bovendien aan de van het kerndeel af gerichte zijde van de tweede plaat additionele balken voorzien waaraan een derde plaat is bevestigd. De additionele balken houden zo de tweede plaat en derde plaat op afstand. Op deze wijze wordt op vergelijkbare wijze als bovenstaand beschreven een ruimte gecreëerd tussen de tweede en derde plaat, die optioneel deels of geheel kan worden gevuld met isolatiemateriaal en/of ruimte verschaft voor leidingen. De additionele balken kunnen eveneens als draagbalken worden uitgevoerd voor additioneel dragend vermogen.

In een op dit moment geprefereerde uitvoering omvat het warmte-isolerend materiaal van het kerndeel een kunststof schuim, bij voorkeur een polystyreen schuim, en met meer voorkeur geëxpandeerd polystyreen (EPS) of geëxtrudeerd polystyreen (XPS).

In een verdere voorkeursuitvoering omvat de eerste en/of tweede plaat hout. Bij voorkeur is de eerste plaat en/of tweede plaat een Orientated Strand Board (OSB). Dit is een houten plaat waarin houtschilfers zijn samengeperst en verlijmd. Alternatief is de eerste en/of tweede plaat bijvoorbeeld een spaanplaat. Het wordt benadrukt dat de eerste plaat en tweede plaat hetzelfde materiaal kunnen omvatten, maar ook een verschillende materiaal. Bijvoorbeeld omvat de eerste plaat hout, terwijl de tweede plaat een kunststof omvat.

In een voorkeursuitvoering zijn de eerste plaat, tweede plaat, kerndeel en draagbalken met elkaar verlijmd.

In een uitvoering met derde plaat is bij voorkeur eveneens de derde plaat vastgelijmd.

Bijvoorbeeld wordt voor het aan elkaar lijmen van de onderdelen van de wandplaat een persmachine gebruikt.

De uitvinding heeft verder betrekking op een gebouw dat een wanddeel zoals bovenstaand om schreven omvat.

Voor het gebouw gelden dezelfde voordelen en effecten zoals bovenstaand beschreven met betrekking tot het wanddeel volgens de uitvinding.

In een voorkeursuitvoering omvat het gebouw twee wanddelen volgens de uitvinding, waarin het kerndeel van elk van de wanddelen deels is blootgelegd en de wanddelen aan elkaar bevestigd zijn waarbij de blootgelegde delen contact maken.

De kerndelen van de wanddelen van het gebouw zijn aan elkaar bevestigd, waarbij de kerndelen elkaar raken. Hiermee wordt voorkomen dat er koudebruggen worden gevormd tussen de binnenwand en de buitenwand van het gebouw. De aan elkaar gekoppelde kerndelen vormen een doorlopende isolatie. Bijvoorbeeld zijn de kerndelen aan elkaar bevestigd door middel van een hechtmiddel, zoals pur of lijm.

In een verdere voorkeursuitvoering bevindt het blootgelegde deel van een eerste van de wanddelen zich aan een lange zijde van het kerndeel en bevindt het blootgelegde deel van een tweede van de wanddelen zich aan een korte zijde van het kerndeel.

Bijvoorbeeld wordt deze constructie toegepast om de wanddelen een hoek te laten vormen. Bijvoorbeeld is een korte zijde van een eerste wanddeel blootgelegd door geen zijwand te verschaffen. Bijvoorbeeld is een deel van de lange zijde van het tweede wanddeel blootgelegd door de tweede plaat te voorzien van een kortere lengte dan de lengte van het kerndeel, zodat een gedeelte aan het uiteinde van het kerndeel aan de onderzijde is blootgelegd. De wanddelen worden onder een hoek van bijvoorbeeld in hoofdzaak 90 graden tegen elkaar geplaatst, waarbij de blootgelegde kerndelen elkaar raken. Bijvoorbeeld strekt een eerste plaat van het eerste wanddeel zich uit voorbij de korte zijde, voor het bevestigen van dit uitstekende deel van de eerste plaat aan de korte zijde van het tweede wanddeel.

In een voorkeursuitvoering omvat het gebouw een fundering waarop een vloer is voorzien, waarin een korte zijde van de vloer door middel van een koppelmiddel gekoppeld is aan de fundering.

In conventionele gebouwen is de vloer vanaf de onderzijde bevestigd aan de onderliggende fundering. Volgens de uitvinding is echter aan de onderzijde van de vloer geen verbinding aanwezig, en wordt de vloer via zijn kopse kant met de fundering verbonden. Doordat de vloer vanaf zijn zijkant is gekoppeld met de fundering, is enige mate van horizontale beweging van de vloer mogelijk. Dit maakt het mogelijk om schokken op te vangen, bijvoorbeeld in geval van een aardbeving.

Bij voorkeur omvat het koppelmiddel een veerkrachtig element, bijvoorbeeld van rubber. Dit vergroot de effectiviteit van de vloer bij het opvangen van schokken.

Tot slot heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een wanddeel voor een gebouw, omvattende: - het vormen van een sandwichpaneel door een kerndeel van een lichtgewicht, warmte-isolerend materiaal tussen een eerste plaat en een tweede plaat te bevestigen, gekenmerkt door het met het sandwichpaneel verbinden van langwerpige draagbalken, waarin de draagbalken in hoofdzaak parallel en op afstand van elkaar in een langsrichting van het paneel worden ingericht.

Voor de werkwijze gelden dezelfde voordelen en effecten zoals bovenstaand beschreven met betrekking tot het wanddeel en het gebouw volgens de uitvinding.

In een voorkeursuitvoering wordt met behulp van de werkwijze een wanddeel zoals bovenstaand beschreven vervaardigd.

In een verder voorkeursuitvoering omvat de werkwijze het aan elkaar lijmen van in ieder geval de eerste plaat, tweede plaat, kerndeel en de draagbalken. In een uitvoering waarin een derde plaat is voorzien, wordt deze bij voorkeur eveneens bevestigd door middel van lijmen.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen. - Figuur 1 toont schematisch een doorsnede van een wanddeel volgens de uitvinding; - Figuur 2 toont een doorsnede van een wand waarin wanddelen volgens de uitvinding zijn toegepast; - Figuur 3 toont een doorsnede van een alternatieve uitvoering van een wanddeel volgens de uitvinding; - Figuur 4 toont een doorsnede in vooraanzicht van een gebouw volgens de uitvinding; - Figuur 5 toont een verticale doorsnede van het gebouw uit figuur 4, waarin de koppeling van de vloer met de wanddelen in detail getoond is; - Figuur 6 toont een verticale doorsnede vergelijkbaar met figuur 5, waarin een alternatieve koppeling tussen de vloer en wanddelen getoond is; en - Figuur 7 toont in verticale doorsnede een dak van het gebouw volgens figuur 4.

Wanddeel 2 (figuur 1) omvat een sandwichpaneel dat een eerste plaat 4, een kerndeel 6 en een tweede plaat 8 omvat. In het getoonde voorbeeld zijn platen 4, 8 uitgevoerd van hout. Bij voorkeur zijn de platen 4, 8 OSB platen of spaanplaten. Het kerndeel 6 is in het getoonde voorbeeld een kern van EPS, ook wel piepschuim genoemd. Het kerndeel 6 is tussen de eerste plaat 4 en tweede plaat 8 bevestigd door middel van lijm.

Aan de van het kerndeel 6 af gerichte zijde van tweede plaat 8 zijn draagbalken 10 bevestigd. De draagbalken 10 zijn langwerpig; figuur 1 toont de draagbalken in een doorsnede in de dwarsrichting. Verder omvat wanddeel 2 een derde plaat 12, die door draagbalken 10 op een afstand van tweede plaat 8 worden gehouden. In het getoonde voorbeeld is plaat 12 een gipsen plaat.

De draagbalken creëren een ruimte tussen de tweede plaat 8 en derde plaat 12. Deze ruimte is gedeeltelijk gevuld met steenwol 14. De resterende ruimte 16 kan worden gebruikt voor de doorvoer van leidingen.

De zijkant van het kerndeel kan zijn afgedekt door middel van een zijpaneel 18. In het getoonde voorbeeld zijn de draagbalken 10 zo gepositioneerd dat één draagbalk 10 een afdekking vormt voor de ruimte tussen de tweede plaat 8 en derde plaat 12 (rechterzijde figuur 1). Alternatief is één zijpaneel voorzien dat de gehele zijkant van wanddeel 2 afdekt.

Bijvoorbeeld hebben de eerste plaat 4 en tweede plaat 8 elk een dikte van 5-30 mm, bij voorkeur 10-20 mm, met meer voorkeur 12-15 mm. Hoewel de dikte van de eerste plaat 4 kan verschillen van de dikte van tweede plaat 8, hebben de platen 4, 8 bij voorkeur dezelfde dikte.

Bijvoorbeeld heeft het kerndeel 6 een dikte van 50-300 mm, bij voorkeur een dikte van 100 - 250 mm, met meer voorkeur een dikte van 150-200 mm.

Bijvoorbeeld hebben de draagbalken 10 een dwarsdoorsnede van 20-50 mm bij 50-110 mm, bij voorkeur van 25-45 mm bij 60-100 mm, met meer voorkeur 30-40 mm bij 70-90 mm. De draagbalken 10 zijn bij voorkeur balken volgens de Scandinavian Lumber Standard (SLS). Bijvoorbeeld hebben de draagbalken een afmeting van 39 mm bij 89 mm. Bijvoorbeeld zijn de draagbalken vervaardigd uit vurenhout.

Bijvoorbeeld is de afstand tussen de draagbalken ongeveer 200 mm - 1000 mm, bij voorkeur 300 - 900 mm, met meer voorkeur ongeveer 400 - 800 mm en met meeste voorkeur ongeveer 500 - 700 mm.

Bijvoorbeeld is gipsen plaat 12 ongeveer 5-20 mm dik, bijvoorbeeld 10-15 mm dik, bij voorkeur ongeveer 12,5 mm dik. Bijvoorbeeld is tussen tweede plaat 8 en derde plaat 12 5-110 mm steenwol 14 voorzien, bij voorkeur 20-100 mm , met meer voorkeur 30-90 mm en met meest voorkeur ongeveer 70 mm steenwol.

Twee wanddelen 2 zijn gekoppeld voor het vormen van een wand (figuur 2). In de getoonde uitvoering strekt de eerste plaat 4 van het wanddeel aan de bovenzijde van de figuur zich aan de linker korte zijde van het wanddeel 2 uit voorbij zijn kerndeel 6. Dit uitkragende deel kan zo eenvoudig met een zijpaneel 18 van een ander wanddeel worden gekoppeld bijvoorbeeld door middel van nagels 20. Aan de linkerzijde van dit wanddeel 2 is geen zijwand voorzien, zodat aan het uiteinde kerndeel 6 is blootgelegd. Het andere wanddeel 2 in figuur 2 heeft een onderste plaat 8 die korter is dan de lengte van het kerndeel 6, zodat aan het uiteinde een deel van de onderzijde van het kerndeel 6 blootgelegd is. De blootliggende delen van kerndelen 6 worden met elkaar verbonden door een hechtmiddel 22, zoals pur of lijm. Door de wanddelen op deze wijze te koppelen, vormen de zijwanden van het gebouw een doorgaande isolatie van EPS zonder dat hierin koudebruggen aanwezig zijn.

De draagbalken 10 van de twee wanddelen nabij de hoek kunnen aan elkaar bevestigd zijn, bijvoorbeeld door middel van nagels 24. hi een alternatieve uitvoering zijn de draagbalken 10 in het kerndeel 6 geplaatst (figuur 3). Hiertoe zijn uitsparingen in het kerndeel 6 gemaakt, waarin de draagbalken 10 gepositioneerd zijn. In het getoonde voorbeeld zijn de draagbalken 10 bevestigd aan tweede plaat 8. Optioneel wordt een leidingschacht gecreëerd door een derde plaat 12 op afstand van de tweede plaat 8 te plaatsen met behulp van afstandhouders 26. De afstandhouders zijn bijvoorbeeld houten balken, bijvoorbeeld SLS balken met een afmeting van 32 bij 38 mm. De tweede plaat is bijvoorbeeld een gipsen plaat. Voor zowel deze uitvoering als voor de uitvoeringen uit figuur 1 en 2 is het mogelijk om een gevelbekleding 28 te voorzien tegen eerste plaat 4.

Een woning 30 (figuur 4) omvat zijwanden 32, vloer 34, dakdelen 36 en verdiepingsvloer 37. Een spouw 38 (figuur 5) is voorzien tussen zijwand 32 en gevelbekleding 40. Het gebouw is geplaatst op een fundering 42. In de fundering is een anker 44 bevestigd dat aan de bovenzijde van de fundering 42 door een bevestigingsbalk 46 reikt. De vloer 34 is op de fundering geplaatst, waarbij de onderzijde van vloer 34 rust op één of meer oplegvlakken 47, die bijvoorbeeld vilt omvatten. De onderzijde van vloer 34 wordt gevormd door een waterdichte plaat 48. In het getoonde voorbeeld is de waterdichte plaat een polyesterplaat. Echter, alternatief kan een plaat van een ander soort kunststof of waterdicht materiaal worden toegepast.

Vloer 34 omvat verder een kerndeel 50 van EPS waarin vloerbalken zijn verwerkt (niet weergegeven). Op kerndeel 50 is een spaanplaat 52 voorzien, zodat het kerndeel 50 tussen de polyesterplaat 48 en spaanplaat 52 voorzien is. In het getoond voorbeeld heeft het kerndeel een dikte van 200 mm, de vloerbalken een doorsnede van 71 mm bij 200 mm en de spaanplaat 52 een dikte van 18 mm.

Op spaanplaat 52 is een tweede laag EPS 54 voorzien. Op laag 54 is vervolgens een dekvloer 56 gecreëerd, bijvoorbeeld door middel van het gieten van cement. Aan de zijkant van vloer 34 is het kerndeel 50 afgedekt door een zijwand 57 van bijvoorbeeld hout.

Voor de spouw 38 is een slabbe 58 voorzien tussen zijwand 32 en buitenwand 40.

De vloer 34 is bevestigd aan zijwand 32 door de onderzijde van zijwand 32 aan de bovenzijde van vloer 34 te nagelen met nagels 60.

In een alternatieve constructie volgens de uitvinding (figuur 6) is de vloer 34 op een andere wijze bevestigd aan fundering 42. Het anker 54 heeft een deel dat uitsteekt boven de fundering 42. Het anker is door middel van een schroef of nagel 64 bevestigd aan de korte zijde van de vloer 34. Hierbij reikt schroef of nagel 64 in de zijwand 57 van de vloer. Bij voorkeur is tussen de vloer 34 en het anker 54 een veerkrachtig element 66 voorzien voor het opvangen van schokken. In het getoonde voorbeeld is element 66 een rubberen steun. Oplegvlak 68 kan eveneens van rubber zijn vervaardigd.

De verdiepingsvloer 37 (figuur 7) omvat een kerndeel 70 van EPS, een onderste plaat 72 en een bovenste plaat 73. In het EPS zijn draagbalken aanwezig (niet weergegeven). Tussen EPS kerndeel 70 en onderste plaat 72 is steenwol 14 voorzien.

Op de verdiepingsvloer is een staander 74 voorzien voor het ten minste deels dragen van dakdeel 36. De vloer 37 omvat een zijplaat 75 voor het afdekken van kerndeel 70 en steenwol 14. De dakdelen 36 zijn door middel van een gording 76 aan de vloer 37 bevestigd.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.

Claims (23)

1. Wanddeel voor het vormen van een geïsoleerde wand van een gebouw, omvattende: - een sandwichpaneel dat een eerste houten plaat en een tweede houten plaat omvat en een tussen de platen bevestigd kerndeel van een lichtgewicht, warmte-isolerend materiaal, dat een kunststof schuim omvat, waarin het wanddeel met het sandwichpaneel verbonden langwerpige draagbalken omvat die in hoofdzaak parallel en op afstand van elkaar zijn ingericht in een langsrichting van het paneel.

2. Wanddeel volgens conclusie 1, waarin de draagbalken zijn bevestigd aan de tweede plaat van het paneel.

3. Wanddeel volgens conclusie 2, waarin een eerste zijde van de draagbalken is bevestigd aan een buitenzijde van de tweede plaat, en een tweede, tegenoverliggende zijde van de draagbalken is bevestigd aan een derde plaat, waarin tussen de tweede plaat, derde plaat en de draagbalken een ruimte is voorzien.

4. Wanddeel volgens conclusie 3, waarin leidingen zijn voorzien in de ruimte tussen de tweede plaat, derde plaat en de draagbalken.

5. Wanddeel volgens conclusie 3 of 4, waarin ten minste een deel van de ruimte tussen de tweede plaat, derde plaat en de draagbalken is gevuld met een warmte-isolerend materiaal.

6. Wanddeel volgens conclusie 5, waarin het warmte-isolerend materiaal in de ruimte tussen de tweede plaat, derde plaat en de draagbalken steenwol is.

7. Wanddeel volgens conclusie 1 of 2, waarin de draagbalken zijn voorzien in uitsparingen in het kerndeel.

8. Wanddeel volgens conclusie 7, waarin een derde plaat op afstand van de tweede plaat is geplaatst door middel van afstandhouders die zijn bevestigd aan de tweede plaat.

9. Wanddeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het warmte-isolerend materiaal een polystyreen schuim omvat, bij voorkeur geëxpandeerd polystyreen (EPS) of geëxtrudeerd polystyreen (XPS).

10. Wanddeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de eerste en/of tweede plaat een Orientated Strand Board (OSB) is.

11. Wanddeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de eerste plaat, tweede plaat, kerndeel en draagbalken met elkaar zijn verlijmd.

12. Gebouw omvattende ten minste één wanddeel volgens één van de conclusies 1-11.

13. Gebouw omvattende twee wanddelen volgens één van de conclusies 1-11, waarin het kerndeel van elk van de wanddelen deels is blootgelegd en de wanddelen aan elkaar bevestigd zijn waarbij de blootgelegde delen contact maken, zodat de aan elkaar gekoppelde kerndelen een doorlopende isolatie vormen.

14. Gebouw volgens conclusie 13, waarin het blootgelegde deel van een eerste van de wanddelen zich aan een lange zijde van het kerndeel bevindt en het blootgelegde deel van een tweede van de wanddelen zich aan een korte zijde van het kerndeel bevindt.

15. Gebouw volgens conclusie 13, 14 of 15, omvattende een fundering waarop een vloer is voorzien, waarin een korte zijde van de vloer door middel van een koppelmiddel gekoppeld is aan de fundering.

16. Gebouw volgens conclusie 15, waarin het koppelmiddel een verend element voor het opvangen van schokken omvat.

17. Gebouw volgens één van de conclusies 12-16, omvattende een staander die een dakdeel draagt, het dakdeel omvattende: - een sandwichpaneel dat een eerste plaat en een tweede plaat omvat en een tussen de platen bevestigd kerndeel van een lichtgewicht, warmte-isolerend materiaal, waarin het wanddeel met het sandwichpaneel verbonden langwerpige draagbalken omvat die in hoofdzaak parallel en op afstand van elkaar zijn ingericht in een langsrichting van het paneel.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van een wanddeel voor een gebouw, omvattende: - het vormen van een sandwichpaneel door een kerndeel van een lichtgewicht, warmte-isolerend materiaal tussen een eerste plaat en een tweede plaat te bevestigen, gekenmerkt door het met het sandwichpaneel verbinden van langwerpige draagbalken, waarin de draagbalken in hoofdzaak parallel en op afstand van elkaar in een langsrichting van het paneel worden ingericht.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarin het wanddeel een wanddeel volgens één van de conclusies 1-11 is.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, omvattende het aan elkaar lijmen van in ieder geval de eerste plaat, tweede plaat, kerndeel en de draagbalken.

21. Gebruik van het wanddeel volgens één van de conclusie 1-11 in een gebouw.

22. Gebruik volgens conclusie 21, waarin het wanddeel als dakdeel van het gebouw fungeert.

23. Gebruik volgens conclusie 21, waarin twee wanddelen volgens conclusie 1-11 worden gebruikt, waarin het kerndeel van elk van de wanddelen deels is blootgelegd en de wanddelen aan elkaar bevestigd worden zodat de blootgelegde delen contact maken, zodat de aan elkaar gekoppelde kerndelen een doorlopende isolatie vormen.