NL2011526C2 - Werkwijze voor het van een informatiedrager voorzien van een tent, en tent, een hulpframe voor de tent alsmede een informatiedrager. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het van een informatiedrager voorzien van een tent, en tent, een hulpframe voor de tent alsmede een informatiedrager

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het van een informatiedrager voorzien van een tent welke buiten de tent zichtbaar is, omvattende de stappen van: a) het plaatsen van een frame, b) het aan het frame aanbrengen van een dak vormend tentdoek waarbij een daaronder gelegen gebruiksruimte wordt gedefinieerd, en c) het bevestigen van de informatiedrager.

Het is bekend om, bijvoorbeeld tijdens een evenement, tenten van een informatiedrager voor het verschaffen van informatie te voorzien. De informatie dient bijvoorbeeld ter aanduiding van een product dat of dienst die in de tent wordt aangeboden. Bij de bekende werkwijze wordt de tent voorzien van op de grond geplaatste staanders die een rechthoekig frame dragen dat uit vier buisprofleien bestaat. In het rechthoekige frame wordt een rechthoekig informatiedoek gespannen. Het rechthoekige frame bevindt zich op een hoogte groter dan stahoogte, bijvoorbeeld boven een ingangsopening in een tentzijwand. De staanders worden met verbindingsmiddelen zoals tie-wraps aan het frame van de tent bevestigd.

Een nadeel van de bekende werkwijze is dat door de wind uitgeoefende krachten op de informatiedrager, de staanders, het rechthoekige frame en/of de verbindingsmiddelen ongewenst groot kunnen worden, en deze grote krachten tot schade kunnen leiden. Dit is in het bijzonder het geval bij grote informatiedragers, met name die met een grote eigen hoogte.

Uit US2003/0051749 is een tent bekend met een frame van in de grond verankerde palen waaraan informatiedragers zijn bevestigd. Deze informatiedragers zijn doelmatig tegen wind beschermd.

Doel van de uitvinding is om een werkwijze van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, die de kans op schade verkleint en/of grotere informatiedragers mogelijk maakt bij een gelijke kans op schade.

Hiertoe wordt een werkwijze voor het van een informatiedrager voorzien van een tent volgens de aanhef gekenmerkt doordat het frame basisframedelen en een hulpframe omvat, waarbij het hulpframe vier framesecties voor het bevestigen van de informatiedrager omvat, waarbij de stap van het bevestigen van de informatiedrager het bevestigen daarvan aan de framesectie omvat, en de werkwijze de stap omvat van het bovenop de basisframedelen plaatsen van het hulpframe in geassembleerde toestand van het hulpframe; waarbij de framesectie - op een eerste en een tweede plaats is verbonden met de rest van het frame, waarbij de tweede plaats lager is gelegen dan de eerste plaats, en - de framesectie wordt gedragen door de rest van het frame.

Op deze wijze wordt een relatief gemakkelijke montage mogelijk van de informatiedrager op de tent. Het hulpframe kan bovendien zijn ingericht om de tent in opgezette toestand de basisframedelen met elkaar te verbinden en aldus een stevig frame van de tent te verschaffen. De basisframedelen kunnen optioneel samen een basisframe vormen. Doordat de framesectie die de informatiedrager draagt op twee op verschillende hoogtes gelegen punten is verbonden met de rest van het frame en daardoor wordt gedragen, wordt het mogelijk om de op de informatiedrager werkende windkrachten door te geven aan het deel van het frame dat de tent draagt.

Aldus wordt er gebruik gemaakt van de sterkte van het frame van de tent, dat reeds is ontworpen om op de tent werkende windkrachten in alle (horizontale) windrichtingen te weerstaan.

Als een gevolg hiervan wordt het mogelijk om de informatiedrager te dragen en in positie te houden waarbij de kans verkleind is dat door de wind uitgeoefende krachten leiden tot beschadiging, ook bij een informatiedrager met een groter oppervlak. Bij gebruik van een informatiedrager met een groter oppervlak, in het bijzonder door een grote hoogte zoals ten minste 50 cm zoals bij voorkeur 60 cm, wordt de zichtbaarheid van de tent vergroot, terwijl het gebruik van staanders of andere ontsierende constructie-elementen die in de stand der techniek aanwezig zijn om de framesectie met informatiedrager te dragen kunnen worden vermeden. Dat is in het bijzonder het geval wanneer aanliggende zijden van de tent van een informatiedrager worden voorzien. Bij de onderhavige uitvinding kan de rest van het frame ook nog een of meer framesecties voor een informatiedrager omvatten.

De term "informatiedrager" verwijst in dit document naar een object dat ten minste 10 keer dunner is dan de kleinste andere dimensie. Het zal in het algemeen in gebruikstoestand vlak zijn.

Voorbeelden van een dergelijke informatiedrager omvatten een starre informatiedrager zoals een (kunststof) plaat, maar uit oogpunt van gemak bij aanbrengen en vervoer bij voorkeur een flexibele informatiedrager zoals een geweven doek of een zeil. De informatie kan een of meer woorden omvatten, in het algemeen met letters met een hoogte van ten minste 20 cm, bij voorkeur ten minste 30 cm of hoger.

De informatie kan ook een afbeelding omvatten, eveneens met een hoogte van ten minste 20 cm, bij voorkeur ten minste 30 cm of hoger.

De (flexibele) informatiedrager zal bij de werkwijze in het algemeen in de framesectie worden opgehangen zodanig dat de informatiedrager aan twee tegenoverliggende randen ervan over de lengte van de twee randen aan de framesectie is bevestigd, en daar bij voorkeur tussen is gespannen.

Uit FR1028045 is een tent bekend waarvan het frame basisframedelen en een hulpframe omvat, waarbij de werkwijze de stap omvat van het bovenop de basisframedelen plaatsen van het hulpframe.

De informatiedrager vormt geen deel van een zijwand van de tent.

Uit W02006/055889 is een tent met een oprichtbaar luifel bekend. Het luifel maakt niet op stevigheid-verschaffende wijze deel uit van een hulpframe. In opgerichte toestand stelt het de tent in geval van wind aan grote krachten bloot.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het tentdoek van het dak aansluit op de framesectie op een plaats hoger dan de tweede plaats.

Aldus kan winddruk op de achterzijde van de informatiedrager worden beperkt. Bij voorkeur sluit het tentdoek aan op een hoogte gelijk aan die van de eerste plaats.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de rest van het frame een framedeel omvat, welk framedeel met de eerste plaats is verbonden en zich onder een hoek met het informatie bevattende vlak van de informatiedrager uitstrekt.

Bij voorkeur is de hoekcomponent in het horizontale vlak van deze hoek groter dan 30 graden, met voorkeur groter dan 45 graden en met nog meer voorkeur tussen 60 en 90 graden. Op deze wijze kunnen door de wind op de informatiedrager uitgeoefende krachten doelmatig worden opgevangen door trek- en/of drukkrachten in genoemd framedeel, in plaats van bijvoorbeeld buigkrachten. Dit maakt een stevigere ondersteuning van de framesectie mogelijk, en daarmee een stevigere ondersteuning van de informatiedrager.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat - de informatiedrager een rand omvat welke een buisvormig element omvat, en - de framesectie een framedeel omvat dat in de lengterichting ervan een sleuf met een vernauwing omvat, waarbij de werkwijze de stap omvat van - het in de sleuf brengen van het buisvormige element.

De combinatie van sleuf met het buisvormig element maakt een bevestiging mogelijk van de informatiedrager die in staat is om grote mechanische belastingen op te nemen, doordat de belasting gelijkmatig verdeeld wordt over de rand van de informatiedrager, in het bijzonder een doek of zeil. Zo worden plaatselijke piekbelastingen voorkomen, die bijvoorbeeld optreden bij een informatiedrager die slechts op een beperkt aantal punten is vastgezet.

Ook is het mogelijk om de informatiedrager gemakkelijk te vervangen, ook bij een reeds opgezette tent, bijvoorbeeld als de functie van de tent wordt gewijzigd.

Bovendien maakt de aanwezigheid van het buisvormige element het mogelijk om de holle buis met de informatiedrager gemakkelijk en snel te monteren en demonteren, door in en uit de sleuf schuiven van het buisvormige element.

Het buisvormige element is bijvoorbeeld een zoom welke door omslaan van de rand en in lengterichting naaien is gevormd.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de informatiedrager twee randen omvat, welke elk een buisvormig element omvat de framesectie twee parallelle framedelen omvat, elk framedeel in de lengterichting ervan een sleuf met een vernauwing omvat, waarbij de werkwijze de stap omvat van het in de beide sleuven brengen van de buisvormige elementen.

Aldus wordt de informatiedrager zeer doelmatig opgehangen en kunnen plaatselijke belastingen vergaand worden vermeden. De informatiedrager kan op deze wijze zeer doelmatig een deel van een zijwand aan de betreffende zijde van de tent vormen.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de genoemde twee parallelle framedelen van de framesectie een onderste en een bovenste framedeel zijn, en het onderste framedeel wordt voorzien van tentdoek voor het vormen van een zijwand.

Deze zijwand kan de vorm hebben van een gordijn. Hiertoe omvat het onderste framedeel bijvoorbeeld rails. Bij een wijze van bevestigen volgens de stand van de techniek, waar de informatiedrager door middel van een rijgsnoer of een aantal tot een lus gevormde veerkrachtige draden wordt bevestigd, is gordijn niet mogelijk.

De informatiedrager kan bij deze uitvoeringsvorm dus de functie vervullen van een deel van de totale zijwand aan de betreffende zijde van de tent. Door de combinatie van sleuf en buis is een winddichte bevestiging van de informatiedrager mogelijk.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het buisvormige element hol is en een buigzame wand heeft, en de werkwijze bovendien de stap omvat van - het, na het in de sleuf aanbrengen van het buisvormige element, verwijderbaar in het holle buisvormige element aanbrengen van een langwerpig element om het buisvormige element achter de vernauwing te borgen in de sleuf.

Op deze manier kan het aanbrengen van het buisvormige element ook gebeuren door dit door de vernauwing van de sleuf te duwen, en hoeft dit dus niet door verschuiving van de buis in de lengterichting van de sleuf te gebeuren. met voordeel is de buigzame wand bovendien veerkrachtig; zo wordt reeds enige vorm van in de sleuf houden verkregen voordat een langwerpig element, bijvoorbeeld in de vorm van een staaf, draad of flexibele pees, wordt aangebracht. Hierdoor wordt het aanbrengen, dat wil zeggen in de holle buis schuiven, van het langwerpige element vergemakkelijkt.

In plaats van het draadvormige element is het denkbaar een fluïdum in het buisvormige element te brengen teneinde dat op die wijze naar believen vormvast (voor het borgen) en buigzaam (voor aanbrengen/verwijderen) te maken.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de informatiedrager ten minste deels lichtdoorlatend is uitgevoerd, en in de tent een lichtbron wordt aangebracht.

Aldus kan verder vergrote zichtbaarheid worden bereikt zonder de kans op schade door door de wind uitgeoefende krachten te vergroten.

De informatie-drager vormt hierbij met voordeel een deel van een zijwand van de tent. In plaats daarvan kan de tent een zijwand omvatten die ten minste ter plaatse van de informatiesectie licht-doorlatend is. De lichtbron omvat met voorkeur LED-verlichting.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het frame buigzame spanelementen omvat voor het uitoefenen van een trekkracht op tegenover elkaar gelegen plaatsen van het frame.

Deze uitvoeringsvorm maakt een frame mogelijk dat relatief licht van gewicht kan zijn. Het spanelement is bijvoorbeeld een spankabel, een ketting of een spanband. Bij voorkeur omvat het hulpframe dergelijke buigzame spanelementen. Een lichter hulpframe kan gemakkelijker worden geplaatst.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het spanelement een ketting is.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een tent, welke - een frame, en - een door het frame draagbaar dak dat tentdoek omvat, waarbij het frame en het dak in opgezette toestand van de tent een daaronder gelegen gebruiksruimte definiëren, omvat, waarbij het frame basisframedelen en een geassembleerd hulpframe omvat, waarbij het hulpframe vier framesecties voor het bevestigen van de informatiedrager omvat, welke framesectie is ingericht om in opgezette toestand van de tent - op een eerste plaats ervan en op een tweede plaats ervan te zijn verbonden met de rest van het frame, waarbij de tweede plaats lager is gelegen dan de eerste plaats, en - te worden gedragen door de rest van het frame.

Een dergelijke tent is zeer geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding voor het op hoogte voorzien van een aan de buitenzijde van de tent zichtbare informatiedrager. Er kunnen relatief hoge informatiedragers, bijvoorbeeld doeken met een hoogte van meer dan 60 cm, zoals meer dan 80 cm of meer dan 1 m, worden toegepast, waarbij krachten doelmatig door het frame worden opgevangen doordat de framesectie die de informatiedrager draagt op twee op verschillende hoogtes gelegen plaatsen is verbonden met en wordt gedragen door de rest van het frame van de tent. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm maakt de informatiedrager deel uit van de tent. In de praktijk is het ook mogelijk dat de tent wordt geleverd zonder informatiedrager, aangezien die los kan worden verkregen, afhankelijk van de boodschap die de betreffende gebruiker (bijvoorbeeld een huurder van de tent) wenst. De uitvinding heeft ook betrekking op de in onderconclusies gedefinieerde varianten zoals eerder beschreven voor de werkwijzeconclusie, als zodanig of in elke mogelijke combinatie daarvan.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de framesectie in opgezette toestand van de tent op een derde plaats met de rest van het frame is verbonden, waarbij de derde plaats in horizontale richting op afstand ligt van ten minste een van de eerste plaats en de tweede plaats.

Op deze manier wordt het mogelijk om de framesectie te dragen en in positie te houden onder verregaande beperking van buigkrachten in de framesectie. De derde plaats is bij voorkeur ook hoger dan de tweede plaats.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het frame een framedeel omvat waarmee de framesectie in opgezette toestand van de tent is verbonden, waarbij het framedeel zich vanaf de betreffende eerste en/of derde plaats uitstrekt in een richting die onder een hoek is gelegen met een door de framesectie gedefinieerd vlak van de informatiedrager.

Bij voorkeur is de hoekcomponent in het horizontale vlak van deze hoek groter dan 30 graden, met voorkeur groter dan 45 graden en met nog meer voorkeur tussen 60 en 90 graden. Op deze wijze kunnen door de wind op de informatiedrager uitgeoefende krachten doelmatig worden opgevangen door trek- en/of drukkrachten in genoemd framedeel, in plaats van bijvoorbeeld buigkrachten. Dit maakt een stevigere ondersteuning van de framesectie mogelijk, en daarmee een stevigere ondersteuning van de informatiedrager.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de framesectie een framedeel omvat dat in de lengterichting ervan een sleuf met een vernauwing omvat voor het vasthouden van een verdikte rand van de informatiedrager en/of het tentdoek van het dak.

Zoals hierboven bij de werkwijze reeds is beschreven, maakt de combinatie van sleuf met een verdikking zoals een buisvormig element een bevestiging mogelijk van de informatiedrager die in staat is om grote mechanische belastingen op te nemen. Ook wordt zo een wind-en/of waterdichte bevestiging op eenvoudige wijze mogelijk. Bij voorkeur zijn er twee framedelen met een sleuf, zoals voor de werkwijze uiteengezet. De genoemde twee framedelen zijn bij voorkeur, in opgezette toestand van de tent, zich dwars op de verticaal uitstrekkende framedelen. Bij voorkeur zijn ten minste twee zijden, met meer voordeel drie en met de meeste voorkeur alle zijden van de tent van een paar van dergelijke framedelen met sleuf voorzien. Aldus kan een tent alzijdig van informatiedragers worden voorzien.

Een andere uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het frame basisframedelen en een hulpframe omvat, waarbij het hulpframe ten minst een framesectie omvat, en de basisframedelen het hulpframe in opgezette toestand van de tent dragen.

Aldus wordt het mogelijk om de informatiedrager op eenvoudige wijze als voorziening te monteren, namelijk voordat het hulpframe op de basisframedelen wordt geplaatst. De basisframedelen zijn, in opgezette toestand van de tent, opstaande basisframedelen. Daarbij kan het losneembare hulpframe op zijn beurt een het dak dragende framesectie dragen. Het tentdoek van het dak kan ook direct door de framesectie voor het bevestigen van de informatiedrager worden gedragen. Het hulpframe kan bovendien zijn ingericht om de tent in opgezette toestand de basisframedelen met elkaar te verbinden en aldus een stevig frame van de tent te verschaffen. De basisframedelen kunnen optioneel samen een basisframe vormen.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het frame buigzame spanelementen omvat voor het uitoefenen van een trekkracht op tegenover elkaar gelegen plaatsen van het frame.

Deze uitvoeringsvorm maakt een frame mogelijk dat relatief licht van gewicht kan zijn. Het spanelement is bijvoorbeeld een spankabel, een ketting of een spanband. Bij voorkeur omvat het hulpframe dergelijke buigzame spanelementen. Een lichter hulpframe kan gemakkelijker worden geplaatst.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin

Figuur 1 een aanzicht in perspectief toont van een tent volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, voorzien van een pagodedak;

Figuur 2 een aanzicht in perspectief toont van het frame van de in Figuur 1 getoonde tent, waarbij het tentdoek is weggelaten;

Figuur 3 een perspectivisch aanzicht toont van een hulpframe van het frame van Fig. 2; en

Figuren 4a en 4b dwarsdoorsneden tonen van een frame-element van de in Figuur 1 getoonde tent volgens de uitvinding, met gedemonteerd respectievelijk gemonteerd tentzeil en informatiedrager.

In Figuur 1 is de buitenkant van een tent 101 in de opgezette toestand daarvan zichtbaar, met zijwanden 102 en daarboven een dak 103, welke zijwanden 102 en dak 103 zijn vervaardigd uit kunststof tentdoek. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de tent 101 aan elk van de zijden een rechthoekige informatiedrager 105. Deze is bijvoorbeeld gevormd uit een bedrukt transparant kunststoffen vel, zodanig dat de tekst en/of afbeelding gedeeltelijk doorschijnend zijn, en de erom gelegen delen van het vel relatief ondoorschijnend zijn. Middels een lichtbron 106, zoals een gloeilamp maar bij voorkeur LED-verlichting kan een uitstekende zichtbaarheid worden bereikt.

Bij de in Fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm vormt de informatiedrager 105 een gedeelte van de totale zijwand 102 van de tent.

In Figuur 2 wordt een frame 206 geschikt voor de tent van Fig. 1 getoond, welk frame 206 een hulpframe 207 omvat, in geassembleerde toestand van het frame 206. Het hulpframe 207 omvat vier framesecties 214, opgebouwd uit framedelen 211, 212 en 213. De informatiedragers 105 worden aan de framesecties 214 bevestigd, zoals hierna nog nader zal worden toegelicht.

Het frame 206 omvat vier verticaal staande buisvormige stalen basisframedelen 208, die zijwaarts onderling verbonden zijn door frame-elementen 209. De opstaande basisframedelen 208, hier kokerprofielen, eindigen aan hun bovenzijde in koppeldelen 210 die een opening (niet getoond) hebben voor het opnemen van een uiteinde van de vier er boven gelegen hulpframedelen 211 van het hulpframe 207. Aldus rust het hulpframe 207 op de rest van het frame 206 en wordt een stevig verband gevormd.

De hulpframedelen 211 worden onderling verbonden door vier lager gelegen hulpframedelen 212 en vier hoger gelegen hulpframedelen 213, elk vervaardigd uit kokerprofiel en losneembaar aan de hulpframedelen 211 bevestigd. Als alternatief zouden ze ook scharnierbaar bevestigd kunnen zijn aan de hulpframedelen 211, met een scharnieras die evenwijdig loopt met de hulpframedelen 211.

De hulpframedelen 211, 212 en 213 tezamen vormen vier hulpframesecties 214. De hoger gelegen hulpframedelen 213 vormen tevens de dakrand van de tent 101.

Elk van de lager gelegen hulpframedelen 212 en de hoger gelegen hulpframedelen 213 is bevestigd aan de rest van het frame 206, namelijk bij een lagere plaats aan koppeldeel 210 respectievelijk bij een hoger gelegen plaats aan hulpframedeel 213, met als effect dat elk van de vier hulpframesecties 214 waarin de respectievelijke vier informatiedragers 105 worden gedragen zeer stevig worden vastgehouden door de rest van het frame 206, als gevolg waarvan de in deze hulpframesecties en de rest van het frame 206 optredende krachten als gevolg van windbelasting op de tent beperkt blijven en daarmee ook de kans op beschadiging.

Bovendien zijn de lager gelegen hulpframedelen 212 en de hoger gelegen hulpframedelen 213 ook in horizontale richting op meer dan een plaats aan de rest van het frame 206 bevestigd, zodat ook de door windbelasting optredende buigkrachten in de hulpframesecties 214 beperkt blijven. Dit is bereikt met een kruis uit twee diagonale liggers 217 die tussen de basisframedelen 208 zijn bevestigd. Het kruis draagt een verticale staander 216 die dient om het tentdoek in de nok van de tent (zie Figuur 1) te dragen.

Teneinde het hulpframe voldoende sterkte bij een relatief laag gewicht te verschaffen, is een verstevigingsconstructie 215 gemonteerd in het hulpframe 207.

De verstevigingsconstructie 215 omvat, zoals in Figuur 3 in meer detail wordt getoond, vier staaldraden 318 die elk op twee op afstand boven elkaar gelegen plaatsen in lengterichting zijn bevestigd aan het hulpframe 207, meer in het bijzonder framedelen 211, en aan een ringvormig verbindingsdeel 321, door middel van een gua lengte verstelbare snelspanner 319 die daartoe van twee van tegengesteld gerichte draadeinden is voorzien.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm is het ringvormige verbindingsdeel 321 voorzien van een centrale opening 323, waardoorheen (zoals getoond in Figuur 2) een verticale staander 216 reikt die dient om het tentdoek van het dak in de nok van de tent 101 te dragen.

De tent kan, bijvoorbeeld, worden opgezet door, uitgaand van de losse onderdelen, het hulpframe 207 te assembleren, en de informatiedragers 105 aan de framesecties 214 te bevestigen.

Vervolgens wordt het hulpframe 207 op de rest van het frame 206 geplaatst, zodat het hulpframe 207 in de opgezette toestand van de tent bovenop het frame staat. Dat kan door eerst het frame 206 zonder hulpframe 207 rechtop te zetten en dan het hulpframe 207 erop te plaatsen, maar ook bijvoorbeeld door deze liggend aan elkaar te bevestigen en vervolgens rechtop te zetten.

Figuur 4a toont het hulpframedeel 213, alsmede een transparant vel 401 dat deel uitmaakt van de informatiedrager 105 met daaraan vastgelijmd een uit veerkrachtige kunststof, bijvoorbeeld kunstrubber, gevormde holle buis 402, en materiaal van tentdak 103 alsmede een daaraan gevormde eenzelfde tweede holle buis 403. Het hulpframedeel 213 omvat twee in lengterichting verlopende sleuven 404 erin gevormd, welke sleuven 404 liggen en een cilindrische dwarsdoorsnede hebben, die aan een lange zijde van het hulpframedeel 213 open is en zo een vernauwde hals 405 vormt.

Fig. 4a laat zien dat de holle buis 403 reeds in de sleuf 404 van het hulpframedeel 213 is gebracht, maar is nog niet daarin geborgd met behulp van een bijbehorende pees 406. Dankzij het veerkrachtige karakter staat de buis open en kan de pees 46 gemakkelijk worden ingebracht. Wanneer de uiteinden van de sleuven 404 aansluiten op de opstaande framedelen 211 aan de uiteinden ervan, kan de pees 406 zijn opgesloten en kunnen onverlaten de informatiedrager niet gemakkelijk verwijderen.

In figuur 4b zijn de holle buis 402 en holle buis 403 elk aangebracht in een betreffende sleuf 404 en voorzien van erin geschoven pezen 406. Door de aanwezigheid van de pezen 406 wordt voorkomen dat de holle buizen 402 en 403 weer uit de sleuven 404 glijden, kortom worden de holle buizen geborgd in de sleuven.

Hiermee wordt bereikt dat de informatiedrager gelijkmatig over de langsranden wordt belast, in tegenstelling tot bij het gebruik van ogen zoals in het vak bekend. Ook wordt het binnendringen van regenwater doelmatig tegengegaan. De informatiedrager 105 zal aan de andere rand op dezelfde wijze aan de lagere hulpframedeel 212 zijn bevestigd. De onderste hulpframedeel 212 dat parallel loopt met het bovenste hulpframedeel 213 zal daartoe ook een gleuf omvatten. Dit hulpframedeel 212 kan met voordeel van een tentdoek zijn voorzien dat als zijwand en/of verplaatsbare zijwand (gordijn) fungeert.

Een manier van aanbrengen van het transparante vel van de informatiedrager 105 aan het hulpframedeel 213 omvat het vanaf de rechterkant van de Figuur 4 in de sleuf 404 duwen van de holle buis 402, onder tijdelijke vervorming, c.q. indrukking van de holle buis 402; de buiswand is daartoe voldoende dun gedimensioneerd om met handkracht buigzaam te zijn. Vervolgens wordt pees 406 door de holle buis 402 geschoven.

Een andere manier van aanbrengen van de informatiedrager 105 aan het hulpframedeel 213 omvat het vanaf een (niet getoond) open uiteinde van de sleuven 404 in de lengterichting daarvan inschuiven van de holle buis 402. Bij deze manier van bevestigen hoeft de holle buis 402 niet hol en buigzaam te zijn uitgevoerd.

De uitvinding kan binnen de beschermingsomvang van de bijgaande conclusies worden gevarieerd. Zo kan de sleuf 404 voor de holle buis 402 zich bijvoorbeeld aan de onderzijde van het hulpframedeel 213 bevinden (en een overeenkomstige sleuf voor de andere holle buis van de informatiedrager 215 aan de bovenzijde van het hulpframedeel 212).

Een framedeel 211 kan integraal deel uitmaken van een basisframedeel 208. De tweede lagere plaats zal dan worden gerekend als zijnde de plaats ter hoogte van de onderzijde van de informatiedrager 105, zoals de plaats waar de lager gelegen hulpframedeel 212 aan het geheel van het basisframedeel 208 en het framedeel 211 is bevestigd.

Claims (14)

1. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) welke buiten de tent (101) zichtbaar is, omvattende de stappen van: a) het plaatsen van een frame (206), b) het aan het frame (206) aanbrengen van een dak (103) vormend tentdoek waarbij een daaronder gelegen gebruiksruimte wordt gedefinieerd, en c) het bevestigen van de informatiedrager (105) met het kenmerk, dat het frame (206) basisframedelen (208) en een hulpframe (207) omvat, waarbij het hulpframe (207) vier framesecties (214) voor het bevestigen van de informatiedrager (105) omvat, waarbij de stap van het bevestigen van de informatiedrager (105) het bevestigen daarvan aan de framesectie (214) omvat, en de werkwijze de stap omvat van het bovenop de basisframedelen (208) plaatsen van het hulpframe (207) in geassembleerde toestand van het hulpframe (207); waarbij de framesectie (214) - op een eerste en een tweede plaats is verbonden met de rest van het frame (206), waarbij de tweede plaats lager is gelegen dan de eerste plaats, en - de framesectie (214) wordt gedragen door de rest van het frame (206).

2. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) volgens conclusie 1, waarbij - de informatiedrager (105) een rand omvat welke een buisvormig element omvat, en - de framesectie (214) een framedeel (211) omvat dat in de lengterichting ervan een sleuf (404) met een vernauwing omvat, waarbij de werkwijze de stap omvat van - het in de sleuf (404) brengen van het buisvormige element.

3. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) volgens conclusie 2, waarbij de informatiedrager (105) twee randen omvat, welke elk een buisvormig element (402) omvat de framesectie (214) twee parallelle framedelen (212, 213) omvat, elk framedeel (212, 213) in de lengterichting ervan een sleuf (404) met een vernauwing (405) omvat, waarbij de werkwijze de stap omvat van het in de beide sleuven (404) brengen van de buisvormige elementen (402) .

4. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) volgens conclusie 3, waarbij de genoemde twee parallelle framedelen (212, 213) van de framesectie (214) een onderste en een bovenste framedeel (212, 213) zijn, en het onderste framedeel (212) wordt voorzien van tentdoek voor het vormen van een zijwand (102) .

5. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) volgens een van de conclusies 2 tot 4, waarbij het buisvormige element (402) hol is en een buigzame wand heeft, en de werkwijze bovendien de stap omvat van - het, na het in de sleuf (404) aanbrengen van het buisvormige element, verwijderbaar in het holle buisvormige element (402) aanbrengen van een langwerpig element (406) om het buisvormige element (402) achter de vernauwing (405) te borgen in de sleuf (404) .

6. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de informatiedrager (105) ten minste deels lichtdoorlatend is uitgevoerd, en in de tent (101) een lichtbron (106) wordt aangebracht.

7. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het frame (206) buigzame spanelementen (318) omvat voor het uitoefenen van een trekkracht op tegenover elkaar gelegen plaatsen van het frame (206).

8. Werkwijze voor het van een informatiedrager (105) voorzien van een tent (101) volgens conclusie 7, waarbij het spanelement een ketting is.

9. Tent (101), welke - een frame (206), en - een door het frame (206) draagbaar dak (103) dat tentdoek omvat, waarbij het frame (206) en het dak (103) in opgezette toestand van de tent (101) een daaronder gelegen gebruiksruimte definiëren, omvat, met het kenmerk, dat het frame (206) basisframedelen (208) en een geassembleerd hulpframe (207) omvat, waarbij het hulpframe (207) vier framesecties (214) voor het bevestigen van de informatiedrager (105) omvat, welke framesectie (214) is ingericht om in opgezette toestand van de tent (101) - op een eerste plaats ervan en op een tweede plaats ervan te zijn verbonden met de rest van het frame (206), waarbij de tweede plaats lager is gelegen dan de eerste plaats, en - te worden gedragen door de rest van het frame (206).

10. Tent (101) volgens conclusie 9, waarbij de framesectie (214) in opgezette toestand van de tent (101) op een derde plaats met de rest van het frame (206) is verbonden, waarbij de derde plaats in horizontale richting op afstand ligt van ten minste een van de eerste plaats en de tweede plaats.

11. Tent (101) volgens een van de conclusies 9 of 10, waarbij het frame (206) een framedeel (211) omvat waarmee de framesectie (214) in opgezette toestand van de tent (101) is verbonden, waarbij het framedeel (211) zich vanaf de betreffende eerste en/of derde plaats uitstrekt in een richting die onder een hoek is gelegen met een door de framesectie (214) gedefinieerd vlak van de informatiedrager (105) .

12. Tent (101) volgens een van de conclusies 9 tot 11, waarbij de framesectie (214) een framedeel (211) omvat dat in de lengterichting ervan een sleuf (404) met een vernauwing omvat voor het vasthouden van een verdikte rand van de informatiedrager (105) en/of het tentdoek van het dak (103) .

13. Tent (101) volgens een van de conclusies 9 tot 12, met het kenmerk, dat het frame (206) basisframedelen (208) en een hulpframe (207) omvat, waarbij het hulpframe (207) ten minst een framesectie (214) omvat, en de basisframedelen (208) het hulpframe (207) in opgezette toestand van de tent (101) dragen.

14. Tent (101) volgens een van de conclusies 9 tot 13, met het kenmerk, dat het frame (206) buigzame spanelementen (318) omvat voor het uitoefenen van een trekkracht op tegenover elkaar gelegen plaatsen van het frame (20 6) .