NL9202060A - Gecombineerde dubbeldakstent. - Google Patents

Description

Titel: Gecombineerde dubbeldakstent

De uitvinding betreft een gecombineerde dubbeldakstent, waarbij met dubbele dak door middel van een steunstang of een steunframe in een uitvoering in twee lagen op eenvoudige wijze kan worden opgesteld. In het bijzonder betreft de onderhavige uitvinding een gecombineerde dubbeldakstent, waarbij een koepelvormig bovententdak, vervaardigd uit waterdicht weefsel, met een klein, koepelvormig tentdoek door verbinding van een groot aantal cirkelvormige ringen (aangebracht aan de binnenzijde van het bovenste tentdak) met een groot aantal stiftvormige verbindingsstukken (aangebracht aan het buitenoppervlak van de tent) verbonden is en steunstangen of steunframe (zoals bij een paraplu) van de tent in bevestigingsvoorzieningen zijn ingepast, welke aan het buitenoppervlak van het bovenste tentdak zijn aangebracht en daardoor het opstellen van de tent op eenvoudige wijze met één handbeweging mogelijk maken.

Er zijn verschillende soorten tenten en bij de meeste daarvan bedekt een uit waterdicht weefsel vervaardigd bovenste tentdak de tent, om bescherming te bieden tegen regen en zonneschijn. Zo wordt bijvoorbeeld in het geval volgens figuur 1, waarbij een gebruikelijke, A-vormige tent moet worden opgezet, eerst een tent 1 door het in elkaar steken van de steunstangen 2 met de tenthouders 3 opgezet, waardoor een driedimensionale ruimte wordt gevormd. In aansluiting daarop wordt een rechthoekig dubbel-dak 4 over de opgezette tent gemonteerd, zodat dat dubbel-dak 4 in een omgekeerde v-vorm boven de tent hangt. Daarna worden bevestigingsscheerlijnen 5 aan de vier hoeken van het dubbele dak 4 aangebracht en met haringen 6 verbonden, welke in de'grond worden ingedreven, waardoor het opzetten van de tent is voltooid.

Wanneer de tent moet worden afgebroken, moet omgekeerd te werk worden gegaan. D.w.z. dat het dubbele dak eerst wordt verwijderd en vervolgens de tent wordt afgebroken. Daardoor kost zowel het opzetten alsook het afbreken veel moeite. In het bijzonder in het geval van een koepelvormige tent kost dit nog meer moeite dan bij een A-vormige tent waardoor een dergelijke koepelvormige tent omslachtig in het gebruik is.

Teneinde nu de bovenbeschreven moeilijkheden te ondervangen, zijn de zogenaamde met één handbeweging op te zetten tenten ontwikkeld, waarbij het tentdoek, de steunframes en de stangen met elkaar zijn verbonden. Voor een tent van dit één-handbewegings-type is de koepelvormige tent voordeliger in het gebruik dan de A-vormige tent. Een tent is op zichzelf echter niet voldoende om bescherming te bieden tegen regen en zonneschijn, om welke reden een bovenste dak over de tent wordt aangebracht. Een dubbel-dak, dat met één handbeweging kan worden opgebouwd, is tot dusverre echter nog niet ontwikkeld.

Doel van de onderhavige uitvinding is nu de bovenbeschreven nadelen van de tot dusver gebruikelijke tent-techniek te overwinnen.

In het bijzonder wordt met de uitvinding beoogd een tent gecombineerd met een dubbel-dak te verschaffen, waarbij tent en dubbele dak zijn verbonden, waarbij dat dubbele dak door toepassing van een steunframe en stangen wordt gesteund zodanig dat de tent en het dubbele dak met één handbeweging kunnen worden opgesteld.

Om bovenvermeld doel te kunnen bereiken wordt een gecombineerde dubbeldakstent volgens de onderhavige uitvinding nader gekenmerkt, doordat een groot aantal ringen op bepaalde afstanden aan de binnenzijde van een koepelvormig, waterdicht bovendak en langs de naden van de driehoekige velden van dat bovendak bevestigd zijn, doordat een groot aantal stiftvormige verbindingsstukken met bepaalde tussenruimtes aan de buitenzijde van de tent, (welke iets kleiner is dan het bovendak) langs de naden van de driehoekige velden overeenkomstig de ringen van het bovendak bevestigd zijn, doordat die ringen van het bovendak met de verbindingsstukken van de tent samenhangen zodanig dat de binnenzijde van dat bovendak met de buitenzijde van de tent verbonden is, doordat de bevestigingsvoorzieningen langs de naden van de driehoekige velden van het bovendak en aan de buitenzijde van dat bovendak door plooien en naden van het bovendaktentdoek gevormd worden, en doordat de stangen of steunframes in de bevestigingsvoorzieningen van het bovendak worden gestoken.

Daardoor zijn het bovendak en de tent met elkaar verbonden, waarbij er een tussenruimte tussen die beide is en, wanneer de stangen of de steunframes uitgezet zijn, de gecombineerde tent met dubbele dak op de grond kan worden opgesteld, waardoor een praktische tent wordt verkregen waarmee de nadelen van de tot dusver bekende tenten worden overwonnen.

De bovenstaande bijzonderheden en verdere voordelen overeenkomstig de onderhavige uitvinding zullen thans in een nader gedetailleerde beschrijving van een voorkeurs-uitvoeringsvorm volgens de uitvinding en onder verwijzing naar de tekening nog nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont een gebruikelijke, A-vormige tent; fig. 2 is een perspectivische afbeelding van een gecombineerde dubbeldakstent volgens de onderhavige uitvinding in opgezette toestand; fig 3 is een langsdoorsnede van een deel van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 4 is een perspectivische afbeelding van het detail A in fig. 3 op vergrote schaal; fig. 5 is een perspectivische afbeelding van het gedeelte in B in fig. 3, eveneens op vergrote schaal; fig. 6 veraanschouwelijkt de verbinding in het detail A in gesloten toestand; en fig. 7 toont in perspectief de gesloten verbinding in het gedeelte B.

Een aantal driehoekige, waterdichte weefseldelen is zodanig aaneengenaaid, dat zij te zamen een koepelvormig bovenste dak 8 vormen, terwijl bevestigingsvoorzieningen 10 langs de naden 9 van de driehoekige velden 7 en aan de buitenzijde van dat bovendak 8 worden gevormd om daar stangen 11 in gebogen en straalvormige gedaante in te steken. Een aantal ringen 12 wordt aan de binnenzijde van het bovendak 8 en aan de naden 9 door middel van banden 12a bevestigd. Aan het ondereinde van de stangen ll is een borgplaat 13 aangebracht, met een gat 13a voor een stang en een gat 13b voor een (niet-weergegeven) pen, en waarmee één van de banden 12a van de ringen 12 door middel van de band 14 verbonden is. Binnen het bovendak 8 is een tentdoek 16 ingebouwd, dat kleiner is dan dat bovendak 8 en dat door het aaneen naaien van een aantal driehoekige weefselvelden 15 wordt gevormd. Aan de buitenzijde van het tentdoek 16 is, met bepaalde tussenruimtes, langs de naden 9a, door middel van de banden 18 een aantal stiftvormige verbindingsstukken 17 aangebracht en wel zodanig, dat deze wat de ligging betreft corresponderen met de ringen 12 van het bovendak 8. Die stiftvormige verbindingsstukken 17 zijn verbonden met de ringen 12 van het bovendak 8 en wel zodanig, dat die verbindingsstukken 17 kruisgewijs met de ringen 12, zoals weergegeven in fig. 7, verbonden zijn. Nabij de onderrand van het tentdoek 16 zijn veiligheidshaken 17a door middel van banden 18a bevestigd, zodat die haken 17a met de onderste ringen van het bovendak grendelend kunnen worden verbonden.

De gecombineerde dubbeldakstent volgens de onderhavige uitvinding zoals in het voorgaande beschreven samengesteld, zal nu wat de toepassing en werking daarvan betreft nader worden beschreven.

In het algemeen zijn tenten, welke met één handbeweging kunnen worden opgesteld, zodanig uitgevoerd, dat de boveneinden van de steunstangen 11 op de wijze zoals bij een paraplu bijeengehouden worden, waarbij de steunstangen 11 zich in de vorm van bogen en stralen uitspreiden. Daardoor kan de gecombineerde dubbeldakstent volgens de onderhavige uitvinding met de stangen, het bovendak 8 en het tentdoek 16 voor opslag of transport opgevouwen worden. Wanneer de gecombineerde dubbeldakstent op een open veld o.d. moet worden opgesteld, worden het bovendak 8, het tentdoek 16 en de stangen 11 in koepelvorm uitgeklapt zoals in fig. 2 weergegeven waarna dan ondereinden van de stangen 11 in de gaten 13a van de borgplaat 13 worden gestoken zoals weergegeven in de figuren 3 en 6, zodat binnen het bovendak 8 en het tentdoek 16 een naar verhouding grote koepelvormige ruimte wordt gevormd. E.e.a. is het gevolg van de omstandigheid, dat het bovendak 8 en de stangen 11 door de bevestigingsvoorzieningen 10 in nauwkeurig passende, een ruimtelijke structuur vormende gedaante verbonden zijn. Verder zijn het tentdoek 16 en het bovendak 8 door het inhaken van de verbindingsstukken 17 en de ringen 12 eveneens met elkander verbonden en worden met het tentdoek 16 te zamen opgezet. Derhalve kunnen de gebruikers zonder extra steunen de tent via de ingang daarvan betreden.

Door de tussenruimte, welke is gevormd tussen het bovendak 8 en het tentdoek 16 kan voldoende lucht stromen waardoor het bovendak in de eerste plaats een bescherming biedt tegen zonnestralen terwijl in de tweede plaats een warmtegeleiding naar het inwendige van de tent wordt verhinderd op grond van de lucht, welke dóór de ruimte tussen bovendak 8 en het tentdoek 16 heen stroomt. Verder vormt het bovendak een bescherming tegen regendruppels zodat de inwendige ruimte van de tent bij regen beter beschermd is.

Wanneer het de bedoeling is de tent nog stabieler aan de grond te bevestigen, worden de veiligheidsharingen of -pennen dóór de gaten 13b van de borgplaat 13 (welke aan de ondereinden van de stangen 11 zijn aangebracht) in de grond gedreven, zodat de tent stevig vastgezet is op de grond.

Wanneer elke stang 11 uit een aantal segmenten bestaat, worden die stangen ll uit de bevestigingsvoorzieningen 10 van het bovendak 8 gehaald en worden het bovendak 8 en het tentdoek 16 te zamen opgevouwen voor transport of opslag.

wanneer de tent op open terrein op de grond moet worden opgezet, worden eerst de uit elkaar genomen stangen ll tot op de benodigde lengte ineengestoken, waarna dan die ineengestoken stangen 11 in de bevestigingsvoorzieningen 10 van het bovendak 8 worden gestoken, waarbij de boveneinden van de stangen 11 met elkaar worden verbonden zoals in fig. 2 afgebeeld. Daarentegen worden de stangen ll in het geval van een één-handbeweging-tent op de wijze van een paraplu opengevouwen en wordt vervolgens de opengevouwen tent op de grond geplaatst. Daarna worden de ondereinden van de stangen ll in de gaten 13a van de borgplaten 13 gestoken en de pennén, zoals in figuren 3 en 6 weergegeven, dóór de gaten 13b in de borgplaten in de grond ingedreven waarmee dan het opzetten van een driedimensionale, koepelvormige tent is beëindigd. Onder deze omstandigheden vormen het bovendak 8 en het tentdoek 16 twee lagen, welke aan elkaar zijn gekoppeld en daar tussenin een ruimte vormen, waar lucht doorheen kan circuleren en een goede bescherming tegen regen en zonneschijn wordt geboden.

Het bovendak 8 en het tentdoek 16 behoeven niet van elkaar te worden gescheiden behalve wanneer reinigings-werkzaamheden eraan moeten worden uitgevoerd. Het bovendak 8 kan echter van het tentdoek 16 worden verwijderd om het als enkeldakstent door het opstellen van de stangen te gebruiken.

Overeenkomstig de onderhavige uitvinding worden zoals hierboven beschreven, de bevestigingsvoorzieningen langs de naden van het bovendak en buiten het bovendak gevormd en worden de stangen in die bevestigingsvoorzieningen ingestoken. Verder worden ringen langs de naden en de binnenzijde van het bovenste dak door middel van banden bevestigd en worden verbindingsstukken langs de naden van het tentdoek en aan de buitenzijde van dat tentdoek door middel van banden bevestigd. Daardoor wordt het bovendak en het tentdoek door het in elkaar steken van de ringen van het bovendak met de verbindingstukken van het tentdoek met elkaar verbonden. Op deze wijze kan de gecombineerde dubbeldakstent op de grond op eenvoudige wijze ontvouwen en met één handbeweging opgesteld worden. Dientengevolge is de uitgevonden, gecombineerde dubbeldakstent eenvoudig door opvouwen op te zetten en weer samen te vouwen en te transporteren, resp. op te bergen.

Claims (3)

1. Tent, gecombineerd met een bovendak, met een koepelvormig bovendak (8), bestaande uit een aantal driehoekige velden (7), welke uit waterdicht weefsel gemaakt zijn, met een aantal bevestigingsvoorzieningen (10), gevormd langs de naden (9) van dat bovendak (8) en aan de buitenzijde van dat bovendak (8), met een aantal steunstangen {ll), welke bestemd zijn om in die genoemde bevestigingsvoorzieningen (10) te worden gestoken, met een aantal ringen (12) welke op bepaalde afstand uiteen langs de naden (9) en aan de binnenzijde van het bovendak (8) bevestigd zijn door middel van banden (12a) , met borgplaten (13) en insteekgaten (13a) en (13b), om daar de ondereinden van de steunstangen (11) op te steken, waarbij die borgplaten (13) verder met de banden (14) zijn verbonden, met het tentdoek (13) van kleinere afmetingen dan het bovendak (8), welk tentdoek met het bovendak (8) is verbonden, met een aantal stiftvormige verbindingsstukken (17) bevestigd langs de naden (9a) van het tentdoek (16) en aan de buitenzijde van dat tentdoek (16) corresponderend met de ringen (12) van het bovendak (8) door middel van banden (18), de verbindingsstukken (17) van het tentdoek (16) verbonden met de genoemde ringen (12) van het bovendak (8), zodanig dat het bovendak (8) en het tentdoek (16) met elkaar met een bepaalde afstand daar tussenin met elkaar zijn verbonden, waarbij de banden (18a) haken (17a) met de onderste ringen van het bovendak (8) zijn verbonden en het bovendak (8) en het tentdoek (16) gemeenschappelijk met de steunstangen (11) de met het bovendak gecombineerde tent vormen.

2. Tent met gecombineerd bovendak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ringen (12) van het bovendak (8) met de stiftachtige verbindingsstukken (17) van het tentdoek (16) verbonden zijn en wel zodanig, dat het bovendak (8) en het tentdoek (16) de twee lagen van de dubbeldakstent vormen.

3. Tent met gecombineerd bovendak volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het bovendak (8) door middel van de steunstangen (ll) wordt gesteund, die steunstangen (11) in de bevestigingsvoorzieningen (10) van het bovendak (8) worden ingestoken, en het tentdoek (16) met het bovendak (8) door middel van de ringen (12) en de stiftachtige verbindingsstukken (17) zijn verbonden en aldus tussenruimte wordt gevormd tussen het bovendak (8) en het tentdoek (16).