NL2010931C2 - Productaanzuiginrichting. - Google Patents
Productaanzuiginrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2010931C2 NL2010931C2 NL2010931A NL2010931A NL2010931C2 NL 2010931 C2 NL2010931 C2 NL 2010931C2 NL 2010931 A NL2010931 A NL 2010931A NL 2010931 A NL2010931 A NL 2010931A NL 2010931 C2 NL2010931 C2 NL 2010931C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- suction
- product
- medium
- channel
- cavity
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G47/00—Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
- B65G47/74—Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
- B65G47/90—Devices for picking-up and depositing articles or materials
- B65G47/91—Devices for picking-up and depositing articles or materials incorporating pneumatic, e.g. suction, grippers
- B65G47/917—Devices for picking-up and depositing articles or materials incorporating pneumatic, e.g. suction, grippers control arrangements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Manipulator (AREA)
- Filtering Of Dispersed Particles In Gases (AREA)
Description
Productaanzuiginrichting
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een productaanzuiginrichting voor het met onderdruk vastgrijpen van een product. De productaanzuiginrichting omvat een aanzuigkanaal met een aanzuigholte en een zuignap met een zuignapholte bevestigd aan het aanzuigkanaal. Aan een vrije zijde van de zuignap is een aanzuigopening voorzien voor het contact maken met een product. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het hanteren van een product met een productaanzuiginrichting waarbij met de aanzuigopening van de productaanzuiginrichting contact gemaakt wordt met het product, het aanbrengen van onderdruk ten opzichte van de omgeving op het verbindingskanaal van de productaanzuiginrichting zodat het product tegen de aanzuigopening wordt aangezogen, het op wegnemen van de onderdruk op het verbindingskanaal zodat het product wordt vrijgegeven van de aanzuigopening.
Productaanzuiginrichtingen voor het met onderdruk aanzuigen of aangrijpen van producten of voorwerpen zijn bekend in de stand van de techniek. Deze inrichtingen omvatten een zuignap met een aanzuigopening. De aanzuigopening wordt op een aan te zuigen product geplaatst, waarna onderdruk wordt gegenereerd in een zuignapholte gevormd door de zuignap en de door het product afgesloten aanzuigopening. Na aanzuigen kan het product verplaatst of bewerkt worden. Door de onderdruk te vervangen door omgevingsdruk wordt het product weer vrijgegeven. Er zijn vele toepassingen te vinden, bijvoorbeeld in de levensmiddelentechnologie.
Een probleem bij het met aanzuiginrichtingen volgens de stand van de techniek hanteren van producten die voorzien zijn van een losse of loslatende buitenlaag, zoals bijvoorbeeld gepaneerde producten, is dat loslatend materiaal van de buitenlaag door de onderdruk opgezogen wordt in het verbindingskanaal en tot vervuiling en verstopping kan leiden.
Het is derhalve een doel van de uitvinding om een productaanzuiginrichting te verschaffen die bovengenoemde nadelen opheft.
Het doel wordt bereikt in een productaanzuiginrichting voor het vastgrijpen van een product met een filterelement aangebracht aan de binnenzijde van de zuignap geplaatst over de aanzuigholte, waarbij het filter voorzien is van een filterwand die zich binnen de zuignap uitstrekt in de richting van de aanzuigopening en waarbij de filterwand poreus is geschikt voor het in bedrijf mogelijk maken van een aanzuigende werking in de holte van de zuignap door het aanbrengen van een onderdruk op het verbindingskanaal.
Eventuele losse deeltjes aan de buitenzijde van een aan te zuigen product, die door de onderdruk in de zuignap opgezogen kunnen worden, worden nu opgevangen door de filterwand. Daarmee wordt bereikt dat dergelijke deeltjes niet in het verbindingskanaal en verder kunnen binnendringen. Doordat het filter zich uitstrekt in de richting van de aanzuigopening is het mogelijk een relatief groot oppervlak van de filterwand te creëren, zodat openingen in de filterwand die de filterwand poreus maken, zeer klein kunnen zijn ten opzichte van de mogelijk opgezogen losse deeltjes terwijl een voldoende zuigende werking van de productaanzuiginrichting gewaarborgd is.
In een uitvoeringsvorm strekt de filterwand zich cilindrisch uit in de zuignapholte. Het voordeel hiervan is dat een dergelijk filter relatief eenvoudig te produceren is uit buisvormig of cilindrisch gevormd materiaal voor de filterwand.
In een andere uitvoeringsvorm strekt de filterwand zich taps toelopend uit in de zuignapholte. Het voordeel hiervan is dat een dergelijke filterwand voordelen combineert van het relatief grote oppervlak en de mogelijkheid met zich meebrengt om het filter te reinigen, waarbij deeltjes die van de filterwand worden afgeblazen in de reinigingsstap met een richtingscomponent in de richting van de aanzuigopening worden geblazen.
In een verdere uitvoeringsvorm is een mediuminvoer aangebracht op het uiteinde van het afzuigkanaal, en ten minste een verbindingskanaal aangebracht in het uiteinde van afzuigkanaal en/of het filter dat de mediuminvoer verbindt met de aanzuigholte. Dit maakt het inbrengen van een medium mogelijk buiten het verbindingskanaal om, waarmee een overdruk gerealiseerd kan worden aan de binnenzijde van de filterwand, waardoor opgehoopte deeltjes aan de buitenzijde van de filterwand in de richting van de zuignap afgevoerd kunnen worden. Het voordeel hiervan is dat het opbouwen van een onderdruk via het verbindingskanaal doorgang kan vinden, terwijl bijvoorbeeld kortstondig het medium aan de binnenzijde van de filterwand wordt aangebracht.
In een uitvoeringsvorm omvat het verbindingskanaal een veelvoud mediumkanalen die via een gemeenschappelijk toevoerkanaal met de mediuminvoer verbonden zijn. Hiermee is het mogelijk om een toegevoerd medium gelijk te verdelen aan de binnenzijde van de filterwand.
In een verdere uitvoeringsvorm is het ten minste ene mediumkanaal zodanig gericht dat een uit het ten minste ene mediumkanaal uitstromend medium tegen een binnenzijde van de filterwand stroomt. Daarmee raakt het medium de binnenzijde van de filterwand direct en kan reiniging van binnenuit effectiever plaatsvinden.
In een verdere uitvoeringsvorm strekt het ten minste ene mediumkanaal zich tangentieel uit van de mediuminvoer naar de aanzuigholte, zodat een uitstroommedium scherend tegen de binnenzijde van de filterwand stroomt. Hiermee wordt bereikt dat met behoud van effectieve reiniging, het uitstromend medium het oppervlak van de binnenzijde van de filterwand spaart, dan wel niet beschadigt.
In een uitvoeringsvorm maakt de filterwand een schuine hoek met een middellijn door het filter. Hiermeekan het filter optimaal worden gereinigd.
Het doel wordt tevens bereikt volgens een ander aspect van de uitvinding in een werkwijze voor het hanteren van een product met een productaanzuiginrichting zoals hierboven uiteengezet. Met hanteren wordt aangeduid het aanzuigen en weer vrijgeven van een product. De werkwijze omvat het met de aanzuigopening van de productaanzuiginrichting contact maken met het product, het aanbrengen van onderdruk op het verbindingskanaal van de productaanzuiginrichting, zodat het product tegen de aanzuigopening wordt aangezogen, en het wegnemen van de onderdruk op het verbindingskanaal, zodat het product wordt vrijgegeven door de aanzuigopening. De stap van het wegnemen van de onderdruk omvat een stap van het aanbrengen van overdruk op de aanzuigholte van de productaanzuiginrichting. Door de overdruk kunnen opgehoopte deeltjes aan de buitenzijde van de filterwand van het filter, of die de poriën van de filterwand verstoppen, worden afgevoerd.
In een uitvoeringsvorm kan de stap van het aanbrengen van overdruk uitgevoerd worden gedurende een periode in tijd.
In een verdere uitvoeringsvorm wordt de overdruk geproduceerd door het injecteren van een medium via de mediuminvoer. Dit geeft de mogelijkheid om in het verbindingskanaal de onderdruk te handhaven terwijl via een separate weg een medium wordt ingevoerd wat de overdruk verzorgt voor het reinigen van het filter.
In een uitvoeringsvorm ligt de overdruk bij voorkeur in het bereik van 550000 tot en met 800000 Pascal.
Het doel wordt tevens bereikt volgens een ander aspect van de uitvinding in een productaanzuigsysteem omvattende een productaanzuiginrichting als hierboven beschreven en een aanzuigmiddel aangesloten op het aanzuigkanaal, waarbij het aanzuigmiddel geschikt is voor het opbouwen van een onderdruk in het aanzuigkanaal. In een uitvoeringsvorm is het aanzuigmiddel tevens geschikt voor het opbouwen een overdruk in het aanzuigkanaal.
BEKNOPTE OMSCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van de productaanzuiginrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2a toont een filterelement van de productaanzuiginrichting in dwarsdoorsnede langs de lijn A-A' van figuur 1.
Figuur 2b toont een zijaanzicht van het filterelement volgens figuur 2a.
Figuur 3 toont een blokschema van een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN
Figuur 1 toont een voorbeelduitvoeringsvorm van een productaanzuiginrichting 1 volgens de uitvinding. De productaanzuiginrichting 1 vormt samen met vacuümgenerator 7, en in een uitvoeringsvorm met mediumdrukgenerator 18, een productaanzuigsysteem zoals tevens getoond in fig. 1. Als vacuümgenerator kan bijvoorbeeld een zogenaamde vacuum cartridge worden ingezet evenals een geschikte vacuumpomp of een vacuumreservoir. Als mediumdrukgenerator kan bijvoorbeeld een geschikte pomp, bijvoorbeeld een persluchtpomp of persluchtreservoir dienst doen.
De productaanzuiginrichting 1 omvat een afzuigkanaal 6 waaraan een zuignap 2 bevestigd is. Om de zuignap 2 aan het afzuigkanaal 6 te bevestigen kan het uiteinde van het afzuigkanaal 6 gevormd zijn als of voorzien zijn van een steunring 5. De steunring 5 kan ringvormig uitgevoerd zijn uit een kunststof materiaal of uit een metaal. De steunring 5 kan bijvoorbeeld aan een arm bevestigd zijn en gebruikt worden voor het ruimtelijk verplaatsen van de productaanzuiginrichting 1. Steunring 5 kan ook worden weggelaten.
Het afzuigkanaal 6 kan opgebouwd zijn uit bijvoorbeeld een slang of leiding waarin door middel van de vacuümgenerator 7 een onderdruk opgebouwd kan worden voldoende voor de productaanzuiginrichting 1 om een product 10 van een ondergrond 11 te tillen door middel van zuigkracht. Aan het uiteinde van afzuigkanaal 6 is een filterelement 4 met een filterwand 8 aangebracht, waarbij een aanzuigholte 12 wordt gevormd die in contact staat met het afzuigkanaal 6. Filterwand 8 vormt een barrière voor opgezogen deeltjes tussen aanzuigholte 12 en zuignapholte 22. Het filterelement 4 kan bijvoorbeeld via een inzetstuk 19 gekoppeld zijn aan steunring 5. Bij voorkeur is filterwand 8 aan inzetstuk 19 bevestigd, waarbij filterelement 4 gevormd wordt, dat inzetbaar is in steunring 5. Filterwand 8 kan alternatief direct aan het uiteinde van afzuigkanaal 6 of aan steunring 5 bevestigd zijn. Filterwand 8 is poreus voor een geschikt medium, bijvoorbeeld lucht, en bevat lucht- of mediumdoorlatende poriën of openingen.
De zuignap 2 kan opgebouwd zijn uit een flexibel materiaal of een hard materiaal, zoals bijvoorbeeld rubber of een geschikte buigzame kunststof en respectievelijk een vast, harde kunststof of metaal. De zuignap 2 kan bijvoorbeeld gevormd zijn als een balg zoals getoond in fig. 1. Aan één einde is de zuignap 2 aan het uiteinde van afzuigkanaal 6, terwijl een opening aan de tegenoverliggende zijde als aanzuigopening 3 fungeert, waarmee producten 10 aangezogen kunnen worden. Om het contact maken met een product te bevorderen, zodat er weinig of geen lucht in de zuignapholte gezogen wordt wanneer er een onderdruk op de aanzuiginrichting wordt aangebracht, kan de aanzuigopening 3 verder voorzien zijn met een voering van zacht materiaal uitgevoerde die aan de opening van de zuignap 2 bevestigd is, zoals getoond in figuur 1.
Wanneer een aan te zuigen product 10 voor de aanzuigopening 3 van de productaanzuiginrichting 1 wordt gebracht ontstaat door het afzuigen van lucht door vacuümgenerator 7 een onderdruk in de aanzuigholte 12. Via de filterwand 8 van het filterelement 4 ontstaat vervolgens een onderdruk in de zuignapholte 22. Wanneer de onderdruk in de zuignapholte 22 en aanzuigopening 3 en product 10 voldoende is, kan het product 10 van een ondergrond 11 opgetild worden.
Vacuümgenerator 7 kan zodanig uitgevoerd zijn dat wanneer product 10 weer losgelaten moet worden van de aanzuigopening 3 van de productaanzuiginrichting 1, de druk in de zuignapholte 22 weer op omgevingsdruk van de productaanzuiginrichting wordt gebracht, bijvoorbeeld door het stopzetten van de vacuümgenerator. De onderdruk die in zuignapholte 22 ontstaan is, verdwijnt dan door lekken langs het product door het in contact brengen van het aanzuigkanaal 6 met de omgevingsdruk en de druk in de zuignapholte is onvoldoende om het product 10 nog langer vast te houden. Alternatief zou een klep aangebracht kunnen zijn van afzuigkanaal 6 naar de omgeving, zodat na openen van de klep lucht in het afzuigkanaal kan binnentreden zodat de onderdruk opgeheven wordt.
Door de werking van vacuümgenerator 7 te veranderen, c.q. om te keren en een overdruk in afzuigkanaal 6 op te bouwen, kunnen eventuele losgekomen deeltjes van product 10, die door de zuigende werking op de buitenzijde van filterwand 8 terecht zijn gekomen en zich daar hebben opgehoopt, weer van deze filterwand 8 afgeblazen worden. Het is duidelijk dat een deskundige in de techniek een passende oplossing hiervoor kan vinden. Het is bijvoorbeeld mogelijk om voor vacuümgenerator 7 een in twee richtingen werkende pomp toe te passen en op geschikte momenten de werking om te draaien. Het is ook mogelijk om met kleppen en ventielen de pomprichting zo te schakelen, dan wel om te keren, zodat in een eerste toestand een onderdruk in afzuigkanaal 6 wordt opgebouwd en in een tweede toestand een overdruk in afzuigkanaal 6 wordt opgebouwd. In een derde toestand, waarbij bijvoorbeeld de vacuümgenerator 7 uitstaat, wordt de onderdruk opgeheven door bijvoorbeeld een omgevingsdruk in afzuigkanaal 6 toe te laten, waarbij mogelijk met een extra ventiel het aanzuigkanaal met lucht of een ander medium met de omgevingsdruk verbonden kan worden. In sommige situaties, bijvoorbeeld bij kleverige producten, kan het nodig zijn een lichte overdruk op te bouwen om het vrijgeven of loslaten te bevorderen.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is een mediuminvoer 16 aangebracht op het uiteinde van afzuigkanaal 6, die mogelijk maakt om een medium 21 via een verbindingskanalenstelsel 17, 14 in de aanzuigholte 12 in te brengen. Verbindingskanaal 17 kan bijvoorbeeld ringvormig rond steunring 5 en het filterinzetstuk 19 aangebracht zijn, waarbij via een of meer verdere kanalen 14, die met verbindingskanaal 17 in contact staan, het medium 21 de aanzuigholte 12 kan bereiken. Het medium 21 wordt aangevoerd via een mediumkanaal 20 en onder druk gebracht door mediumdrukgenerator 18 en kan optioneel via een met bijvoorbeeld lucht gestuurd ventiel 15 in het mediumkanaal 20 ingebracht worden, zodat slechts wanneer er voldoende overdruk aan de drukzijde van ventiel 15 aanwezig is het medium 21 in mediumkanaal 20 geperst wordt.
In bedrijf wordt het medium 21 onder hoge druk toegevoerd aan de mediuminvoer 16, zodat daarmee een overdruk in de aanzuigholte 12 ontstaat, waarmee filterwand 8 gereinigd wordt, doordat het medium 21 zich door filterwand 8 naar de holte 22 in de zuignapholte 22 begeeft en daarmee eventuele aan de filterwand 8 opgehoopte deeltjes met zich meeneemt.
Het medium 21 kan lucht zijn of een ander geschikt gas, bijvoorbeeld koolzuurgas of stikstof. Hiermee wordt bereikt dat het volume van afzuigkanaal 6 niet meer kritisch is voor de werking van de productaanzuiginrichting. Immers wanneer het aangrijpen van een product 10, het weer loslaten, en het schoonblazen van filterwand 8 geschiedt slechts via afzuigkanaal 6, dan moet voor het aanzuigen steeds onderdruk opgebouwd worden in het afzuigkanaal 6, en voor het schoonblazen een overdruk, waarbij het duidelijk zal zijn dat hoe meer volume het afzuigkanaal 6 heeft hoe meer lucht of welk medium dan ook dat zich in afzuigkanaal 6 bevindt moet worden verplaatst om de volledige werkingscyclus te kunnen doorlopen.
Door toepassing van de mediuminvoer 16 en het inbrengen van het medium 21 in de aanzuigholte 12, kan aldus kortstondig een overdruk van het medium in de aanzuigholte 12 opgebouwd worden, los van de werking van vacuümgenerator 7. Met het aanbrengen van een kortstondige lichte overdruk van het medium 21 in de aanzuigholte 12 is het mogelijk om de onderdruk in de holte 22 van zuignapholte 22 te verminderen om het product 10 weer los te laten,c.q. vrij te geven. Met een kortstondige grotere overdruk kan dan de filterwand 8 gereinigd worden van opgehoopte deeltjes, zoals hierboven beschreven. Eventueel worden de stappen van het vrijgeven en reinigen gecombineerd, door het in een keer aanbrengen van een grotere overdruk.
Een geschikte overdruk voor het loslaten van een product 10 is in het bereik van 100000 tot en met 300000 pascal. Om effectief de filterwand 8 te reinigen, kan de druk of drukpuls bij voorkeur in het bereik liggen van 550000 tot en met 800000 Pascal. Tevens kan het voor optimaal reinigen van de filterwand 8 voordelig zijn om de drukpuls gedurende een aantal malen te herhalen.
In een toepassing waarbij de productaanzuiginrichting 1 wordt gebruikt in combinatie met een arm om een product 10 van een ondergrond 11 op te pakken en te verplaatsen naar een andere locatie, kan de drukpuls voor reiniging van de filterwand 8 bijvoorbeeld bij een terugkeerbeweging worden uitgevoerd of op een specifieke locatie, zodat opgehoopte deeltjes op die locatie kunnen worden achtergelaten.
Figuur 2a toont een horizontale doorsnede over de lijn A-A’ van de productaanzuiginrichting van figuur 1. Getoond wordt een veelvoud mediumkanalen 14 die verbonden zijn met gemeenschappelijk toevoerkanaal 17 dat weer in verbinding staat met de mediuminvoer 16. Via de mediumkanalen 14 wordt het medium in aanzuigholte 12 gebracht. De mediumkanalen 14 zijn a-centrisch ten opzichte van een middellijn 23 loodrecht op het tekenvlak van het filterelement 4 aangebracht zijn, waarbij mediumkanaal 14 tangentieel gericht is en een verplaatsing d kan hebben ten opzichte van een middellijn 23 van het filter en mediumkanalen 14 onderling een hoek γ kunnen hebben. Tangentieel gericht wil zeggen dat een denkbeeldige lijn door het verbindingskanaal 14 raakt aan een eveneens denkbeeldige cirkel met een straal ongelijk aan nul rond het middelpunt 23.
Figuur 2b toont filterwand 8 die een hoek α vertoont ten opzichte van een middellijn 23 door het filterelement 4, en mediumkanalen 14 die een hoek van β kunnen hebben ten opzichte van de middellijn 23 in de richting van de filterwand 8, waardoor de hoek β - α de hoek is waarmee het ingebrachte medium het binnenoppervlak van filterwand 8 treft. De hoeken α en β zijn bij voorkeur zo gekozen dat het verschil β - α ongelijk is aan een rechte hoek, waardoor het ingebrachte medium langs het binnenoppervlak strijkt. Door de a-centrisch oriëntering met afstand d van de mediumkanalen 14 ontstaat tevens een roterende beweging van het ingebrachte medium 21, waardoor er weliswaar aan de binnenzijde van filterwand 8 een overdruk ontstaat, maar waardoor tevens het binnenoppervlak van filterwand gespaard wordt voor erosie door het ingebrachte medium. Zouden kanalen 14 loodrecht op het binnenoppervlak van filterwand 8 gericht zijn, dan kan erosie van dit binnenoppervlak optreden door de schurende, wrijvende inwerking van het medium.
In fig. 3 wordt een blokschema van uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding getoond. In stap 31 wordt de aanzuigopening 3 van de zuignap 2 van een productaanzuiginrichting 1 als hierboven beschreven in contact gebracht met een te hanteren product. De aanzuigopening 3 valt zodanig op of over het product dat deze door het product wordt afgesloten. In stap 32 wordt vervolgens een onderdruk opgebouwd in het afzuigkanaal 6. Deze onderdruk zet zich voort in zuignapholte 22, zodat het product vastgezogen wordt tegen de aanzuigopening 3. In dit stadium kan een handeling worden uitgevoerd met het product, zoals een productbewerking of een verplaatsing, bijvoorbeeld van een productdrager op een transportsysteem of vice versa, of een combinatie hiervan.
Bij het op onderdruk brengen van de productaanzuiginrichting 1, c.q. het aanzuigen kunnen deeltjes die zich aan de buitenzijde van het product bevinden door de productaanzuiginrichting 1 worden opgezogen. Deze deeltjes worden dan vastgezogen tegen filterwand 8 in de zuignapholte 22, en/of verstoppen poriën in de filterwand 8.. Bij vleesproducten kan dit bijvoorbeeld paneermeel zijn. In stap 33 wordt de onderdruk op de productaanzuiginrichting 1 weggenomen zodat het product 10 vrijgegeven wordt en loslaat van de aanzuigopening 3. Het wegnemen van de onderdruk en dus het vrijgeven van het product 10 kan optioneel gebeuren door de productaanzuiginrichting 1 op omgevingsdruk te brengen of door een lichte overdruk aan te brengen. Het wegnemen van de onderdruk omvat in stap 34 dat overdruk wordt aangebracht in de productaanzuiginrichting 1. Product 10 wordt dan natuurlijk ook vrijgegeven. Echter door de overdruk die op filterwand 8 vanuit de aanzuigholte 12 wordt overgebracht en de daarmee gepaard gaande mediumstroom van de aanzuigholte 12 naar de zuignapholte 22 worden deeltjes die zich op de zuignapzijde van filterwand 8 of in de filter poriën hebben opgehoopt daar weer vanaf resp. uitgeblazen.
Verschillende variaties en afwijkingen ten opzichte van de hierboven beschreven voorbeelduitvoeringsvormen zijn mogelijk, zonder de beschermingsomvang van de hieronder vermelde conclusies te beperken.
Claims (15)
1. Productaanzuiginrichting (1) voor het met onderdruk vastgrijpen van een product (10), omvattende: een aanzuigkanaal (6); een zuignap (2) bevestigd aan een uiteinde van aanzuigkanaal (6), met een zuignapholte (22), en een aanzuigopening (3) aangebracht aan een vrije zijde van de zuignap (2); gekenmerkt doordat de productaanzuiginrichting verder omvat een filterelement (4), aangebracht aan de binnenzijde van de zuignap (2) over de aanzuigholte (12), waarbij het filterelement (4) voorzien is van een filterwand (8), die zich binnen de zuignap (2) uitstrekt in de richting van de aanzuigopening (3), en waarbij de filterwand (8) poreus is, geschikt voor het in bedrijf mogelijk maken van een aanzuigende werking in de zuignapholte (22) door het aanbrengen van een onderdruk op het aanzuigkanaal (6).
2. Productaanzuiginrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij de filterwand (8) zich cilindrisch uitstrekt in de zuignapholte (22).
3. Productaanzuiginrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij de filterwand (8) zich taps toelopend uitstrekt in de zuignapholte (22).
4. Productaanzuiginrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een mediuminvoer (16) aangebracht op het uiteinde van afzuigkanaal (6), en waarbij het uiteinde van afzuigkanaal (6) voorzien is van ten minste een mediumaanvoerstelsel (17, 14) die de mediuminvoer (13) verbindt met de aanzuigholte (12).
5. Productaanzuiginrichting (1) volgens conclusie 4, waarbij het mediumaanvoerstelsel (17,14) een veelvoud mediumkanalen (14) omvat die via een gemeenschappelijk toevoerkanaal (17) met de mediuminvoer (16) zijn verbonden en die uitmonden in de aanzuigholte (12).
6. Productaanzuiginrichting (1) volgens conclusie 4 of 5, waarbij het ten minste ene mediumkanaal (14) zodanig gericht is dat een uit het ten minste ene mediumkanaal uitstromend medium tegen een binnenzijde van de filterwand (8) stroomt met een hoek (β - α), ongelijk aan een rechte hoek.
7. Productaanzuiginrichting (1) volgens conclusie 6, waarbij het ten minste ene mediumkanaal (14) zich tangentieel gericht met een afstand (d) versprongen ten opzichte van een middellijn (23) van het filterelement (4) uitstrekt van de mediuminvoer (16) naar de aanzuigholte (12), zodat een uitstromend medium (21) scherend tegen de binnenzijde van de filterwand (8) stroomt.
8. Werkwijze voor het hanteren van een product (10) met een productaanzuiginrichting (1) volgens een van de conclusies 1 - 7 , omvattende: het met de aanzuigopening (3) van de productaanzuiginrichting (1) contact maken (31) met het product (10); het aanbrengen van onderdruk (32) op de zuignapholte (22) van de productaanzuiginrichting (1), zodat het product (10) tegen de aanzuigopening (3) wordt gezogen; het wegnemen van de onderdruk (33) van de zuignapholte (22), zodat het product (10) wordt vrijgegeven van de aanzuigopening (3); gekenmerkt doordat de stap van het wegnemen van de onderdruk (33) omvat het aanbrengen van overdruk (34) op de zuignapholte (12) van de productaanzuiginrichting (1) voor het reinigen van het filteroppervlak (8).
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de stap van het aanbrengen van overdruk (34) omvat het gedurende een periode in tijd aanbrengen van overdruk.
10. Werkwijze volgens conclusies 8 of 9, waarbij stap van het aanbrengen van overdruk (34) omvat het met overdruk inbrengen van een medium (21) via mediuminvoer (16).
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het medium (21) wordt ingebracht met een hoek (β) en tangentieel gericht, versprongen met een afstand (d) ten opzichte van het binnenoppervlak van filterwand (8).
12. Werkwijze volgens een van de conclusies 7 - 11, waarbij de overdruk in het bereik ligt van 550000 tot en met 800000 Pa.
13. Productaanzuigsysteem gekenmerkt door een productaanzuiginrichting (1) volgens een van de conclusies 1 - 7 en een aanzuigmiddel (7) aangesloten op aanzuigkanaal (6), waarbij het aanzuigmiddel (7) geschikt is voor het opbouwen van een onderdruk in het aanzuigkanaal (6).
14. Productaanzuigsysteem volgens conclusie 13, waarbij het aanzuigmiddel (7) tevens geschikt is voor het opbouwen van een overdruk in het aanzuigkanaal (6).
15. Productaanzuigsysteem volgens een van de conclusies 13 - 14, verder omvattende mediuminvoermiddelen (18, 20) voor het onder druk inbrengen van een medium (21) in een mediuminvoer (16) van de productaanzuiginrichting (1).
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2010931A NL2010931C2 (nl) | 2013-06-07 | 2013-06-07 | Productaanzuiginrichting. |
EP14171518.5A EP2810901B1 (en) | 2013-06-07 | 2014-06-06 | Product suction device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2010931 | 2013-06-07 | ||
NL2010931A NL2010931C2 (nl) | 2013-06-07 | 2013-06-07 | Productaanzuiginrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2010931C2 true NL2010931C2 (nl) | 2014-12-09 |
Family
ID=49034146
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2010931A NL2010931C2 (nl) | 2013-06-07 | 2013-06-07 | Productaanzuiginrichting. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2810901B1 (nl) |
NL (1) | NL2010931C2 (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN105668229B (zh) * | 2016-02-02 | 2018-05-11 | 达成包装制品(苏州)有限公司 | 运用涂布工艺提高瓦楞纸箱表面真空吸附能力的判定方法及装置 |
CN105964827B (zh) * | 2016-07-19 | 2018-07-10 | 苏州誉衡昌精密机械有限公司 | 一种冲压件吸具 |
DE102016223156A1 (de) | 2016-11-23 | 2018-05-24 | Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft | Greifvorrichtung zum Greifen nicht formfester Werkstücke |
CN108032324A (zh) * | 2017-12-11 | 2018-05-15 | 格力电器(武汉)有限公司 | 一种机械手及机械手系统 |
DE102018204477A1 (de) * | 2018-03-23 | 2019-09-26 | Bbi-Biotech Gmbh | Vorrichtung und verfahren zur sterilen probenahme |
SE543130C2 (en) * | 2018-04-22 | 2020-10-13 | Zenrobotics Oy | A waste sorting robot gripper |
SE544741C2 (en) | 2018-05-11 | 2022-11-01 | Genie Ind Bv | Waste Sorting Gantry Robot and associated method |
SE544165C2 (en) * | 2020-06-24 | 2022-02-15 | Zenrobotics Oy | Waste Sorting Robot |
SE544103C2 (en) | 2020-10-28 | 2021-12-21 | Zenrobotics Oy | Waste Sorting Robot with gripper that releases waste object at a throw position |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0043117A1 (de) * | 1980-06-28 | 1982-01-06 | DÜRR Automation + Fördertechnik GmbH | Verfahren und Vorrichtung zum pneumatischen Fördern von Fördergut |
EP0520910A1 (fr) * | 1991-06-26 | 1992-12-30 | Societe D'application De Procedes Electroniques Et Mecaniques | Ventouse pour appareil de préhension d'objets par dépression |
US20080265595A1 (en) * | 2007-04-25 | 2008-10-30 | Delaware Capital Formation, Inc. | Auto-release venturi with vacuum switch |
US20120243950A1 (en) * | 2009-12-14 | 2012-09-27 | Vincenzo Ruggero | Apparatus and process for vacuum conveying of powder products or the like |
-
2013
- 2013-06-07 NL NL2010931A patent/NL2010931C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2014
- 2014-06-06 EP EP14171518.5A patent/EP2810901B1/en not_active Not-in-force
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0043117A1 (de) * | 1980-06-28 | 1982-01-06 | DÜRR Automation + Fördertechnik GmbH | Verfahren und Vorrichtung zum pneumatischen Fördern von Fördergut |
EP0520910A1 (fr) * | 1991-06-26 | 1992-12-30 | Societe D'application De Procedes Electroniques Et Mecaniques | Ventouse pour appareil de préhension d'objets par dépression |
US20080265595A1 (en) * | 2007-04-25 | 2008-10-30 | Delaware Capital Formation, Inc. | Auto-release venturi with vacuum switch |
US20120243950A1 (en) * | 2009-12-14 | 2012-09-27 | Vincenzo Ruggero | Apparatus and process for vacuum conveying of powder products or the like |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2810901B1 (en) | 2016-03-30 |
EP2810901A1 (en) | 2014-12-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2010931C2 (nl) | Productaanzuiginrichting. | |
US20240286296A1 (en) | High speed manipulation of non-uniform objects | |
US8132743B2 (en) | Color change for powder coating material application system | |
JP6808360B2 (ja) | 物質の空気輸送のためのデバイス及びシステム | |
JP5767787B2 (ja) | 食品搬送システム | |
JP6305926B2 (ja) | コーティング層をモノリス基材の上に形成するコーティング装置及び方法 | |
JPH0784252B2 (ja) | 物品運搬装置 | |
TWM553231U (zh) | 清洗裝置 | |
EP3206974B1 (en) | Handling device with suction cup for foodstuff | |
JP2016050168A (ja) | ディスプレイ用パネル吸着装置 | |
TW201400253A (zh) | 夾持器系統 | |
JP2009519826A5 (nl) | ||
JP2013147352A5 (nl) | ||
CN109477497A (zh) | 真空喷射器装置 | |
JP6535847B2 (ja) | 吸着ハンド | |
FR2929257A1 (fr) | Prehenseur pneumatique et dispositif de prehension comportant une pluralite de tels prehenseurs | |
SG11201808117RA (en) | Substrate processing apparatus | |
CN103372556A (zh) | 用于清洁航空部件的清洁设备 | |
CN107895708B (zh) | 晶片的搬送方法 | |
US11883981B2 (en) | Device for producing ceramic parts | |
JP5611674B2 (ja) | ロボットハンド | |
FR2639066A1 (fr) | Pompe doseuse a boisseau | |
JP6462475B2 (ja) | 流体噴射・吸引装置 | |
JP4597696B2 (ja) | 吸着パッド | |
BE1023065B1 (nl) | Vulhoofd, Vacuümvuller voorzien van een dergelijk vulhoofd en Voedingsverwerkingsinrichting voorzien van een dergelijke vulhoofd |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RC | Pledge established |
Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: PANDRECHT, GEVESTIGD Name of requester: ABN AMRO BANK N.V. Effective date: 20161025 |
|
PD | Change of ownership |
Owner name: FMI DEVELOPMENT HOLDING B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: IRMATO HOLDING VEGHEL B.V. Effective date: 20170531 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180701 |